3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN · 2012 3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN 1 3.2.0 Algemeen...

88
2012 3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN 3.2.0 Algemeen 1 0.1 Inleiding 1 0.2 Dragende constructies in hout 2 0.3 Dragende constructies in ijzer en staal 16 0.4 Casco’s en vloeren in gewapend beton 20 0.5 Vloeren van hout 32 0.6 Vloeren in leem, steen en terrazzo 40 0.7 Literatuur 59 3.2.1 Inspectie 61 1.1 Methode en aanwijzingen 61 1.2 Gebreken aan dragende constructies in hout 65 1.3 Gebreken aan dragende constructie in ijzer en staal 66 1.4 Gebreken aan casco’s in beton 67 1.5 Gebreken aan vloeren in hout 68 1.6 Gebreken aan vloeren in steen en terrazzo 68 3.2.2 Rapportage 71 2.1 Algemeen 71 2.2 Kwaliteitsomschrijving dragende constructies en vloeren 72 2.3 Adviezen voor onderhoud en herstel 80 2.4 Voorbeeldomschrijvingen 82 3.2.3 Herstel 86 3.1 Algemeen 86 3.2 Werkzaamheden 86 3.3 Nuttige adressen 87 i

Transcript of 3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN · 2012 3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN 1 3.2.0 Algemeen...

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

3.2.0 Algemeen 1 0.1 Inleiding 1 0.2 Dragende constructies in hout 2 0.3 Dragende constructies in ijzer en staal 16 0.4 Casco’s en vloeren in gewapend beton 20 0.5 Vloeren van hout 32 0.6 Vloeren in leem, steen en terrazzo 40 0.7 Literatuur 59

3.2.1 Inspectie 61 1.1 Methode en aanwijzingen 61 1.2 Gebreken aan dragende constructies in hout 65 1.3 Gebreken aan dragende constructie in ijzer en staal 66 1.4 Gebreken aan casco’s in beton 67 1.5 Gebreken aan vloeren in hout 68 1.6 Gebreken aan vloeren in steen en terrazzo 68

3.2.2 Rapportage 71 2.1 Algemeen 71 2.2 Kwaliteitsomschrijving dragende constructies en vloeren 72 2.3 Adviezen voor onderhoud en herstel 80 2.4 Voorbeeldomschrijvingen 82 3.2.3 Herstel 86 3.1 Algemeen 86 3.2 Werkzaamheden 86 3.3 Nuttige adressen 87

i

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

1

3.2.0 Algemeen

0.1 Inleiding

Sinds de oprichting van de Monumentenwacht zijn de inspecties en werkzaamheden altijd sterk gericht geweest op het wind- en waterdicht houden van de gebouwen, en terecht. Het interieur kreeg hierdoor niet altijd de aandacht die het bij nader inzien verdiende. Toch zijn de balklagen met de vloeren, ijzeren draagconstructies en betonconstructies een belangrijk element van het casco. Het herstellen van deze elementen zijn ingrijpend en vaak zeer kostbaar. Het tijdig oppikken van signalen van de manco’s van deze draagconstructies is belangrijk. Diverse zaken zijn echter al behandeld in andere modulen. Deze moduul omvat de componenten die sterk bepalend zijn voor het interieur:- Dragende constructies in hout. Voornamelijk een specifieke behandeling van balklagen. Kapconstructies en aantasting komen aan de orde in moduul 2.1.1 Kapconstructies – hout.- Dragende constructies in ijzer. Het betreft voornamelijk gietijzeren kolommen, samengestelde profielen van ondersteunende constructies. Kapconstructies worden behandeld in moduul 2.1.2 Kapconstructie – ijzer.- Dragende constructies in beton vanaf de oudste constructies uit de periode 1910 – 1915. Deze constructies worden steeds belangrijker door de grote aandacht voor het Interbellum 1918 – 1940 en de periode van de Wederopbouw 1940 – 1965. Veel gebouwen die ogen als baksteen bezitten inwendig een compleet betonskelet.Gewelven en plafonds worden apart behandeld in moduul 3.6.

Afbeelding 1Een enkelvoudige

balklaag in het stadhuis van

Deventer met de herontdekte en

gereconstrueerde beschildering.

Een ander onderdeel waar tot voor kort heel weinig aandacht aan werd besteed, zijn historische vloeren, variërend van een lemen deel van een boerderij tot bijzonder parket in een kasteel. Zelfs in het recente verleden zijn vloeren verwijderd omdat men er de waarde onvoldoende van inzag. Nog in 1990 is de houten vloer van 1636 in het Mauritshuis vervangen door marmer. Bij de koepelzaal van Trompenburg te ’s Graveland werd in 1958, een grenen vloer omgezet in een natuurstenen vloer die men meer passend achtte. Grenen vloerdelen werden niet als waardevol erkend en herkend.Vloeren zeggen iets over de bouw- en gebruiksgeschiedenis. Ze weerspiegelen de hiërarchie van een oud gebouw en zijn een volwaardig onderdeel van het gebouw.Bewaard gebleven poppenhuizen uit de 17e eeuw bewijzen de toepassing van heel veel soorten vloeren, afhankelijk van de plaats in het huis en de toegekende status.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

2

0.2 Dragende constructies in hout

HoutskelettenOnder houtskeletten verstaan we dragende constructies die het gehele gebouw of een deel ervan omvatten. Houtskeletten zijn als dragende constructie opgenomen in de wanden. Zie hiervoor specifiek de uitgebreide behandeling in moduul 1.2.3 Gevels – Houten wanden en moduul 1.2.4 Gevels - vakwerk.

GebintconstructiesOnder gebintconstructies verstaan we de geheel of gedeeltelijk vrijstaande houtconstructie op het maaiveld, vooral bij boerderijen ter ondersteuning van de kappen van schuren en stallen. De grens tussen gebinten en kapconstructies is overigens niet altijd scherp te trekken. Veel kapconstructies rusten op deze gebintconstructie, zie het overzicht in afbeelding 4. Gebinten samengesteld uit stijlen, één of twee horizontale balken en twee of meer schoren voor verstijving van de hoeken. De gebintstijlen rusten op keien, gemetselde poeren of lage funderingsmuurtjes met hierop een stijlvoetplaat.Wat het in elkaar zetten van de constructie betreft blijkt uit bouwhistorisch onderzoek dat voor de schorende elementen eerst lipverbindingen werden toegepast met een zwaluwstaartvormige lip. Het voordeel van deze verbinding was dat deze gemakkelijk aangebracht konden worden nadat de constructie overeind was gezet. In de loop van de 14e en 15e eeuw werden dit korbelen en schoren met pen en gaten, die direct met de gebintstijlen en balken in elkaar gezet moest worden.

Dwarsgebinten en langsgebintenMeestal staan de gebinten dwars op de lengterichting van het gebouw, met onderlinge afstanden die variëren van 1.75 tot 6.75 meter, de zogenaamde dwarsgebinten, zie afbeelding 2. Soms zijn de gebinten in de lengterichting van het gebouw geplaatst, dan gaat het om langsgebinten, zie afbeelding 3.

opbouw in de lengterichting

poer met peulhout

doorgestoken pen

travee of “gebond”

dwarsgebint/ ankerbalkgebint

Afbeelding 2De opbouw van dwarsgebinten,

waarbij de gebinten dwars op

de lengterichting van het gebouw

staan en gekoppeld worden

door platen in de lengterichting over de koppen van de

stijlen.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

3

GebintstijlenDe gebintstijlen staan op een voeting of een gemetselde poer met peulhout. In het oosten van Nederland zijn in plaats van poeren ook veelvuldig zwerfkeien toegepast. Bij ankerbalkgebinten en tussenbalkgebinten komen stijlen voor van ongelijke lengte. Deze gebintvorm komt voor bij grote schuren in West-Brabant en Zeeland.

GebintbalkenNaar de wijze waarop de gebintbalk aansluit op de stijlen zijn de gebinten benoemd, als dekbalkgebint, kopbalkgebint, ankerbalkgebint of tussenbalkgebint, zie moduul 2.1.1 Kapconstructies – hout. Dekbalkgebinten komen heel veel voor in het westen en noorden van ons land. Denk bijvoorbeeld aan de stolpen in Noord-Holland en de schuren in Friesland en Groningen. Kopbalkgebinten komen zeldzaam voor bij schuren in Zeeland en West-Brabant.Ankerbalkgebinten komen vooral voor in het oosten-, midden- en zuiden van ons land bij de zogenaamde hallehuisboerderijen. Tussenbalkgebinten treft men vooral aan in Noord- en Zuid-Holland en het westen van Utrecht.

OverstekkenOverstekken werden veel toegepast bij dekbalkgebinten door de dekbalk langer te maken en over te laten steken, waardoor veel bredere zijbeuken ontstonden. Bij gebinten voor de zogenaamde Vlaamse schuur in Noord-Brabant, is de ene zijde een ankerbalkgebint en steekt deze als dekbalk aan de andere zijde over als overstek.

Dwarsgebinten hebben één gebintbalk of twee gebintbalken (etagegebinten), vaak verwerkt in het houtskelet. Bij langsgebinten is steeds sprake van één gebintbalk.Dwarsgebinten worden gekoppeld door stijlplaten die verstijfd zijn met zogenaamde windschoren. Deze windschoren werden aanvankelijk volledig gepend, later onderin gepend en tegen de stijlplaten bevestigd met taaie nagels. De oudste gedateerde ankerbalkgebinten in Nederland dateren uit het eind van de 15e eeuw.

opbouw in dwarsrichting

dekbalkgebinten

voetbalk

Afbeelding 3De opbouw van langsgebinten,

waarbij de gebinten in de lengterichting

van het gebouw geplaatst

worden en door koppelbalken met

elkaar worden verbonden.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

4

KorbelenKorbelen zorgen voor de verstijving van de constructies. Bij het construeren van het vierkant bij de Noordhollandse stolp en schuren in Friesland en Groningen, werden dubbele korbelen toegepast in verband met de hoogte en de overspanning. In Noord-Holland worden deze korbelen een “zwiep” of “zwing” genoemd.

EtagegebintenWe spreken van etagegebinten als er twee gebintbalken boven elkaar zijn toegepast met stijlen over de volle hoogte van voeting of poer tot stijlplaat. Meestal zijn de stijlen opgenomen in de wanden zoals in het Zuidlimburgse vakwerk. We noemen een etagegebint kreupel als aan één zijde een doorlopende stijl aanwezig is en aan de andere zijde op de onderste gebintbalk een been van een dekbalkjuk staat, zie afbeelding 4.

Kapbergen

Typen kapbergenOnder kapbergen verstaan we alle tasruimten die bestaan uit eiken palen (roeden) waarlangs een beweegbare kap omhoog en omlaag bewogen kan worden, aangepast aan de grootte van de oogst. De kapbergen komen in 2 typen voor.- Met een grondtas, de normale kapberg, met 1 roede ook parapluberg genoemd, bij grotere kapbergen oplopend tot 6 roeden.- Met een verhoogde vloer met eronder een berging of stalling, de zogenaamde schuurberg die veel voorkomt in de Betuwe, meestal met 4 of 5 roeden.

Afbeelding 4Overzicht met een samenvatting van

de belangrijkste gebinttypen die gebruikt zijn bij

de bouw van boerderijen en

schuren.

dekbalkgebint 1 overstek dekbalkgebint 2 overstekken

dekbalkgebint met tussenstijl

variant met korbelen

dekbalkgebint met schoren/ korbeels

dekbalk

ankerbalk

etagegebint

dekbalk

tussenbalk

etagegebint

kopbalk

ankerbalk

etagegebint

ankerbalk

ankerbalk

etagegebint

tussenbalk

tussenbalk

etagegebint

etagegebint met been

etagegebint met been

gebintstijlen - ongelijk gebintstijlen - ongelijk

met overstekgebintstijlen - ongelijk

met overstekgebintstijlen - ongelijk

ankerbalkgebint tussenbalkgebint

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

5

RoedenVoor de roeden werd altijd eiken gebruikt. Deze haalde men doorgaans uit een speciaal hiervoor aangelegd bosje of een hoek van het geriefhout. Dit eiken stond afgeschermd en werd hoog opgesnoeid om lange dunne rechte roeden te verkrijgen. Elke roede werd om de “voet” 30/35 cm voorzien van schuin naar binnen oplopende gaten om de pen in vast te zetten waar de kap met een beugel aan hing. De gaten liepen naar buiten af om te voorkomen dat de pen waarop de kap rustte eruit schoot. De kap werd geheven door een berghaaf = heffen. Al rondgaande werd de kap telkens op 1 punt bij een roede circa 30 cm geheven, vandaar dat de kap flexibel moest zijn ter plaatse van de roede. Zie voor de constructie van de kap moduul 2.2.1 Dakbedekking riet & stro. Nadat de maten van de kapberg waren uitgezet, werden de eiken roeden ongeveer een meter diep ingegraven. Om aantasting zo lang mogelijk tegen te gaan werden de aardeinden van de roeden verkoold. Op de scheiding van lucht en grond rotten de roeden na zo’n 40 à 50 jaar in. Vandaar dat veel roeden gerepareerd zijn met zogenaamde kniestukken.

Balklagen

AlgemeenBij balklagen wordt gesproken over schone of ziende balklagen en vuile balklagen. Schone balklagen blijven in het zicht en zijn rondom geschaafd. In woonruimtes aan de onderzijde op de hoeken meestal van een profiel voorzien. Als afwerking werden tussen de balken tegen het pleisterwerk van de muren zogenaamde balkstukken aangebracht met eenzelfde profiel als de balken.Vuil balklagen werden toegepast op plaatsen waar deze niet zichtbaar waren zoals de balklaag van de begane grond of de balklaag door een stucplafond aan het oog werd onttrokken. Voor vuile balklagen werd ongeschaafd naaldhout gebruikt.

Enkelvoudige balklagenTot ver in de 13e eeuw werden enkelvoudige balklagen toegepast in kerken en kastelen. Vaak was dit dennenhout met een hoge rechthoekige doorsnede onder andere in huis Drakenburg te Utrecht, gebouwd in 1295. In kasteel Ammersoyen (Gld) hadden deze balken een doorsnede van 19 x 50 cm met een overspanning van ruim 9 meter en een hartmaat van circa 80 cm. Deze enkelvoudige balklagen sloten aan bij de gebruikelijke constructie van de kappen met gespannen van sporen.

Afbeelding 5Een schuurberg in de omgeving van

Ommeren (Gld). Onder de tasvloer

zijn de zijden rondom dichtgezet

als vee- en wagenberging.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

6

Aan het einde van de 13e eeuw ging men de sporenkappen ondersteunen met gebinten, die zorgden voor een meer geconcentreerde belasting. In samenhang hiermee kwamen de samengestelde balklagen tot stand met moerbalken en kinderbinten. Enkelvoudige balklagen bleven toegepast in pakhuizen in verband met de hoge belasting van de vloeren en boven keldergewelven. Bij kelders en souterrains in Amsterdamse grachtenhuizen waren deze balklagen uitgevoerd met een brede liggende doorsnede om zoveel mogelijk hoogte te winnen.Aan het einde van de 18e eeuw komen de enkelvoudige verdiepingsbalklagen ook bij woonhuizen weer terug, uitgevoerd in grenen of vuren. Om trillingen van het belopen of van verkeer te voorkomen werden stucplafonds in de 19e eeuw ook wel aan aparte plafondhangers opgehangen. Meestal zijn stucplafonds echter rechtstreeks tegen de onderzijde van de balklaag aangebracht.

Ter verhoging van het comfort werden in de 19e eeuw steeds vaker ook balklagen met houten vloeren toegepast voor de begane grondvloer, al dan niet voorzien van een kruipruimte. Bij veel

brede vloerdelen met losse veren

enkelvoudige balklaagbalken 32 x 32 cm

kant- of randbalk

kraagsteen natuursteen

balk

doorsnede

Afbeelding 7Enkelvoudige

balklaag in de 13e eeuw met een

stelrib of kantbalk waarop de balken

werden gesteld.

Afbeelding 6Enkelvoudige

schone balklaag en woonvertrek

van een boerderij, geheel rechts

tussen de balken afgewerkt met

balkstukken.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

7

boerderijen en eenvoudige woonhuizen werden om dezelfde reden naderhand ribben met houten delen op plavuizenvloer gelegd. Door gebrek aan ventilatie, vocht en verstikking worden de ribben sterk aangetast.Bij woonruimten zijn deze vloeren eigenlijk het doortrekken van de “soldertjes” tegen de optrekkende koude die te zien zijn op de schilderijen van De Hoogh en Vermeer uit de 17e eeuw. Deze balklagen met vloerdelen op de beganegrond bleven tot het einde van de ‘70er jaren toegepast. Tegen houtaantasting werden deze aan de onderzijde volledig behandeld met carbolineum. Bij grote overspanningen werden de balken van de begane grond ondersteund door een onderslagbalk op gemetselde poeren om te sterke trillingen tegen te gaan.

HoutmatenVeel hout voor balken werd geleverd als courant of belegen hout. Dit was gedroogd in lengtes van 4,50 tot 6,80 meter en was uit voorraad leverbaar. Enkele bekende benamingen voor balkhout:Baddinghout 65 x 130 mm tot 65 x 180 mmPlaten 77 x 115 mm tot 125 x 285 mmBinten of balken 155 x 205 tot 180 x 250 mmRibben 77 x 100 tot 100 x 80 mmLanger en zwaarder hout werd op maat gezaagd en geleverd maar was dan niet gedroogd. Dit was het zogenaamde bestekhout.

OpleggingDe balken werden opgelegd in het metselwerk van de muren, soms wel tot 40 à 50 cm, afhankelijk van de zwaarte van de muur. In de 18e eeuw werden de balkkoppen ook wel afgedekt door een strook lood van binnen naar buiten. Aan de buitenzijde is dan een smal reepje lood in de lintvoeg zichtbaar ter hoogte van de balklaag. Dit is onder andere toegepast bij de bebouwing rond het Zusterplein in Zeist. Belangrijk is een geventileerde oplegging van balkkoppen en strijkbalken, zie moduul 2.1.1 Kapconstructies – hout en een oplegging van 11 tot 15 cm.

Bijzondere enkelvoudige balklagen

Alternerende balklagenDit zijn enkelvoudige balklagen waarbij zwaardere balken afgewisseld worden met lichtere balken om hout te sparen. De balken die de kapspanten moesten dragen hadden zwaardere houtmaten dan de overige balken die alleen de vloer moesten dragen. Zwaardere balken werden ook toegepast bij gebintstijlen of muurstijlen met korbelen. Alternerende balklagen komen in Noord-Holland boven het IJ veel voor, onder andere in Edam. Het ging om één of twee stuks tussen de zware balken om gewicht en hout te besparen, zie afbeelding 8. De lichtere balken werden of opgelegd in de muren of bij zolders en vlieringen met een hangstijl of een beugel opgehangen aan de stijlplaat, zie moduul 1.2.3 Gevels – houten wanden.

Overhoeks gelegde balkenBalken kunnen ook overhoeks gelegd worden. Deze balklagen treffen we regelmatig aan bij kelders en doorgangen met troggewelfjes. Hierdoor kan zoveel mogelijk hoogte gewonnen worden, zie hiervoor moduul 3.3 Plafonds en gewelven.

Samengestelde balkenBij grote overspanningen waarbij men geen kolommen of standvinken wilde zoals bij grote zalen, was de houtzwaarte niet toereikend. Hiervoor werden vooral in de 19e eeuw samengestelde balken toegepast. Hierbij werd op de onderste balk een balk of balkstukken geplaatst, waarbij door middel van schuine tanden de onderste en bovenste balk(stukken) in elkaar grepen en door bouten op elkaar werden geklemd. De boutverbindingen werden naar de opleggingen toe dichter bij elkaar geplaatst.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

8

Onderspannen balkenGrote overspanningen konden ook gerealiseerd worden door een zogenaamde onderspannen balk, vroeger ook wel gewapende balk genoemd. IJzeren staven, die in de koppen van de balk bevestigd waren, liepen naar een stut in het midden van de balk en konden aangespannen worden door middel van wartels in de staven, een soort omgekeerd hangwerk.

Samengestelde balklaagWe kennen 2 vormen van een samengestelde balklaag:1. Een samenstel van moerbalken en kinderbalken, met of zonder consoles of korbeelstellen opgelegd in stenen muren. 2. Balken met moerbalken of onderslagen ondersteund door standvinken of kolommen.

vloerdelen eindigen/ verspringen op de zwaardere balk

zwaardere balk

doorsnede

zwaardere balk

lichtere balken lichtere balk

Afbeelding 9Samengestelde

balklaag met moerbalken en kinderbinten in

het stadhuis van Brouwershaven (Zl) Onder de moerbalk

is een sleutelstuk aangebracht.

Afbeelding 8Alternerende

balklaag, soms met 2 lichtere

balken, meestal met 1 lichtere balk

afgewisseld met een zwaardere

balk.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

9

1. Moerbalken en kinderbintenVanaf de 14e eeuw ging men de balken recht onder de gebinten plaatsen, waardoor deze verder uit elkaar kwamen te liggen. Om de grotere hartafstand te overbruggen werden haaks op de balken vloerbalkjes of ribben ingelaten of opgelegd, de zogenaamde kinderbinten. Aanvankelijk circa één voet (circa 30 cm) uit elkaar, later en ook in vertrekken van minder belang op 1,5 (circa 45 cm) voet uit elkaar. Om hogere belastingen te kunnen weerstaan werden sleutelstukken aangebracht. De vormgeving zoals peerkralen zijn tijdgebonden. Voor de stijfheid en standzekerheid van dunne muren werden de korbeelstellen toegepast met korbeel en muurstijl. Eiken moerbalken werden vaak voorzien van een zeeg om het optisch effect en doorhangen van de balken te voorkomen. De moerbalken werden voorzien van ziende balkankers en strijkbalkankers voor het koppelen van de gevels.Afhankelijk van de situatie liepen muurstijlen òf door tot op de grond met een neut, òf rusten op een kraagsteen hoger in de muur. Deze kraagsteen kon uitgemetseld van baksteen of van natuursteen zijn. De muurstijlen waren ingelaten in het metselwerk en met ziende ankers aan de zijgevels verankerd. Vandaar dat we dan aan de buitenzijde op korte afstand 2 schieters van deze verankering boven elkaar zien.Om sterk in de ruimte stekende korbelen te vermijden, werden in de 16e eeuw veel zwanenhalskorbelen of gebombeerde korbelen toegepast in de Hollandse steden en in de Zaanstreek. Het is een rijk versierd en sterk gebogen korbeel. Bomberen heeft de betekenis van buigen, vandaar dat het ook wel gebombeerde korbelen worden genoemd.

halfhout zwaluw-staart

opgelegde kinderbinten

eiken moerbint

kinderbint

eiken moerbint

kinderbint

kinderbint

kinderbint

ingelaten kinderbinten

zwaluwstaart

gesmede spijkers

bevestiging met gesmede spijkers

groef

groeven voor schotjes

De kinderbinten konden bij de moerbalk opgelegd of ingelaten zijn. Opgelegde kinderbinten werden met taaie nagels bevestigd. De openingen tussen de kinderbinten werden dicht gezet door schotjes, ingelaten in een groef van de kinderbinten. Een aantal van de opgelegde kinderbinten was gekoppeld met een ingekroosde smeed-ijzeren zwaluwstaart. Kinderbinten konden ook ingelaten worden. Hiermee werd hoogte gewonnen. Elke 2e, 3e, 4e of 5e kinderbint was met een zwaluwstaart opgesloten in de moerbalk.

Afbeelding 10Links een moerbint

met opliggende kinderbinten,

waarbij de tussenruimten

dichtgezet zijn met tussenschotjes.

Rechts een moerbint met

ingelaten kinderbinten. Koppeling en

bevestiging bij de kinderbinten met

zwaluwstaarten.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

10

Bij representatieve vertrekken werd in de lengterichting van de kinderbinten spreidsel toegepast, eiken wagenschot van circa 6 mm dikte. Hiermee werden de naden van de hierover aangebrachte vloerdelen keurig weggewerkt. Door bouwhistorisch onderzoek zijn bij veel van deze kostbare plafonds beschilderingen met ranken blootgelegd.

2. Balken met moerbalken of onderslagenBij deze samengestelde balklagen werden zeer zware moerbalken toegepast van 28 tot 33 cm in de hoogte, ondersteund door onderslagbalken tot 50 cm hoogte en halverwege de overspanning ondersteund door standvinken of kolommen. Vanzelfsprekend was de zwaarte van het hout sterk afhankelijk van de beoogde belasting.

StandvinkenStandvinken, al dan niet met onderslag werden toegepast ter ondersteuning van balklagen waarop veel gewicht rustte. Daarom komen deze veel in pakhuizen en graanzolders van boerderijen voor. Ook vloedzolders in de Alblasserwaard worden ondersteund door standvinken. Standvinken zijn het samenstel van een moerbalk met sleutelstuk en beide korbelen met de houten kolom. In pakhuizen en arsenalen met meerdere verdiepingen staan de standvinken loodrecht boven elkaar en verlopen in zwaarte van boven naar beneden. Soms komen ook doorgaande kolommen voor waartegen klossen zijn gebout voor de oplegging van de moerbalken.Tot het begin van de 19e eeuw werden alleen standvinken in hout toegepast. Daarna komen ook (giet)ijzeren kolomen met ijzeren liggers of samengestelde ijzeren balken voor, zie paragraaf 0.3 en in de 20e eeuw kolommen van gewapend beton, zie paragraaf 0.4. Allemaal bedoeld om bij grote overspanningen de belasting op te vangen en over te dragen naar de fundering. Afhankelijk van de belasting kan in de 19e en 20e eeuw per verdieping voor een andere constructie gekozen zijn!

muurstijl van de verdieping met pen

ingelaten in de moerbint

zwaluwstaartenloeven voor ingelaten kinderbinten

korbeel

muur-stijl

oplegging in de muur

pen voor inlaten in onderliggende moerbint

sleutelstuk

moerbint

Afbeelding 11 Het samenstel

van moerbalk - sleutelstuk -

korbeel - muurstijl, waarbij de

kinderbinten in gelaten zijn in de

moerbalken.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

VerankeringenVaak wordt gedacht dat verankeringen noodzakelijk zijn voor het verankeren van de balklagen aan de muren. Het tegendeel is het geval, de balklagen aangevuld met muurstijlen, korbelen en sleutelstukken zorgen voor verankering van de muren tegen scheefstand en uitbuiken. In de loop der eeuwen is een uitgekiend stelsel van verankeringen ontstaan om hiervoor te zorgen. We onderscheidden zogenaamde ziende ankers, zichtbaar in de gevels tot ver in de 17e eeuw en daarna bij de neo-renaissance aan het einde van de 19e eeuw. Daarnaast kennen we diverse blindankers, zoals haakankers, strijkbalkankers etc. Deze kunnen voor aanzienlijke schade zorgen, waarbij door roestvorming het metselwerk afscherft.

Hieronder een korte typering per anker:- Schiet- of schootankers. Door de knoop steekt een rechte staaf. De veer is tegen de zijkant van de balk bevestigd met taaie nagels. Dit type ankers kan zowel ziend als blind aangebracht zijn. Een bijzondere vorm zijn de kruisschoot-ankers. Deze werden gebruikt op plaatsen waar de kans op het uitbuiken van metselwerk groot was.- Wervelankers zijn een variant op de schootankers. Op het uiteinde van de veer is een draad getapt en hierop kan een ijzeren strip met een bout bevestigd worden.- In de 19e eeuw vonden rozetankers van gietijzer, als ziende ankers in allerlei vormen een wijd verbreide toepassing. Deze rozetankers werden ook gebruikt voor het verankeren van stalen balken in de gevel.- Haakankers werden als blindankers toegepast om balklagen en gordingen te verankeren. Hierbij is de veer uitgesmeed tot een haak. De bevestiging kan heel verschillend zijn: inge- laten of opgelegd aan de bovenzijde van de balk, of tegen de zijkant van de balk.- Strijkbalkankers werden toegepast om gevels te verankeren aan minimaal 2 balken van de balklaag. Op het uiteinde van deze ankers bevindt zich een knoop waar een schieter door gestoken is. Deze ankers kunnen zowel ziend als blind aangebracht zijn.- Koppelankers zijn bedoeld om balken die in elkaars verlengde liggen te koppelen. Hierdoor ontstaat een doorgaande verankering van de balklagen van gevel naar gevel.

11

alle belangriijke verbindingen met pen-en-gat getoogd

slof van eikenhout

opgelegde vloerbint

korbeel

korbeel

standvink

moerbintsleutelstuk van eiken

Afbeelding 12 Een

samengestelde balklaag met vloerbinten,

ondersteund met een moerbint en

een standvink met sleutelstukken en

korbelen.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Behoud en herstelVoor het herstellen en aanhelen van balkhout met de verbindingen wordt verwezen naar moduul 2.1.1 Kapconstructies – hout. Als aanvulling hierop passeren hierna een aantal mogelijkheden om balklagen te verstijven of te versterken.

Verstijven bestaande balklagenIn de loop van de 19e eeuw werden steeds vaker dunne en hoge balken toegepast. Deze waren vaak onvoldoende stijf. Bij de bouw werd dit al vaak opgevangen door het aanbrengen van andreaskruizen of spanplanken.Als dit verzuimd is en toch een grotere stijfheid is vereist, kunnen tussen de balken op hartafstanden van circa 2 meter andreaskruizen worden aangebracht. Voor de zijdelingse druk die door deze kruizen wordt uitgeoefend, worden tussen strijkbalk en muur klossen aangebracht Een andere mogelijkheid is het aanbrengen tussen de balken van spanplanken, ook wel schoor- of klemplanken genoemd, en deze tussen de balken klem te slaan en te bevestigen. De zijdelingse druk wordt hier opgevangen door een metalen strip die met wiggen op spanning wordt gebracht. Voor deze planken wordt een dikte aangehouden van minimaal 38 mm. Het aanbrengen van spanplanken om oude uitgewerkte balklagen aan te brengen is een relatief eenvoudige methode. Andreaskruizen zijn lastiger en bewerkelijker.

Versterken van bestaande balklagenVersterken is vaak nodig in verband met herbestemming van een gebouw of een ruimte. Ook een gewijzigde meubilering van vertrekken kan verstijving noodzakelijk maken. Het versterken van balklagen kan op verschillende manieren:- Verzwaren van bestaande balklagen. Bij ziende balklagen kan dit uitgevoerd worden door aan beide zijden de balk op te dikken met een deel van 22 of 28 mm. Als de onderzijde van deze delen voorzien wordt van een iets terugliggende profilering, dan valt de staande naad van het opdikken nauwelijks op. Een voordeel bij deze methode is dat de vloer niet verwijderd behoeft te worden.

12

krammenziendschootankerhaakanker

voor

zijd

e ge

vel

knoop

voor

zijd

e ge

vel

veer

blind schootanker

veer

kramhaakanker

blad ingekroost

haakanker

tegen de balk doorgebout

schoot of schieter

strijkbalkanker

ingelaten

kruisschootanker

wervelanker

strip

gelaststrip

draadeind met moer

gietijzeren rozet

rozetanker aan stalen balk

koppelijzer

onderslagbalk

ingekroost

Afbeelding 13Diverse soorten

ziende en blinde ankers voor de

verankering van muren aan

balklagen.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

- Bij balklagen in minder belangrijke ruimtes, kan de balklaag versterkt worden door de nieuwe balken aan één of twee zijden met bouten tegen de bestaande balken te bevestigen. Meestal zijn dit niet ziende balklagen. Afhankelijk van de situatie moet bepaald worden wat het meest waardevol is: de vloer of het plafond. Is dit het plafond dan moet de vloer verwijderd worden, zie voor het verwijderen van vloeren paragraaf 0.5.

13

bestaande balken

versterking balklaag door opdikken

klos tussen muur en strijkbalk

bevestiging met verzonken schroeven

draadeinden + moeren

houtdraadbouten

35 x 50 mm

ingekeept

plank met kwartrond pro�el

versterking balklaag door planken met kwartrondpro�el

doorsnede verstijving door andreaskruizen bij hoge slappe en scheluwe balken

doorsnede verstijving door span- of schoorplanken

spanplank spanplank

spanplank spanplank

wiggenijzeren strip 10x50 mm

draadeinden + moeren

onderslagbalk

doorsnede balkverstijving

A d.m.v. trekstaven

B d.m.v. onderslag en trekstaven

trekstaafdetails van A en B

balk

draadspannerø ¾” - 1”

Afbeelding 15Het verstijven van

begane grond balklagen voor het

verhogen van de nuttige belasting

bij herbestemming door middel van

trekstaven.

Afbeelding 14Het versterken van

balklagen door het aanbrengen

van platen tegen de bestaande

balken en deze doorbouten of het aan beide

zijden aanbrengen van dunnere

opdikstukken met een profiel. Linksonder het

verstijven van balklagen met

Andreaskruizen en rechtsboven

het verstijven door middel van schoor-

of spanplanken.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

- Tussenleggen van nieuwe balken. Dit is een stevige ingreep, waarbij of de vloer of het plafond verwijderd moet worden. Ook moeten dan diepe gaten in de muur gehakt worden die naderhand weer aangeheeld moeten worden. Aan één zijde moeten de gaten dubbel diep worden ingehakt om de balken in te laten en te stellen. Een eenvoudiger maar voor monu- menten minder passende methode is de nieuwe balken in draagschoenen tussen de muren op te leggen.- Ophogen van balken, mits de hoogte van de erboven gelegen verdieping dit toelaat. Dit heeft echter vérgaande consequenties, omdat alle kozijnen, deuren en betimmeringen hierop aangepast moeten worden. Het wordt alleen in bijzondere situaties toegepast. Een voordeel is wel dat het aanleggen van installaties, geluidsisolatie en thermische isolatie betrekkelijk eenvoudig is. Het verhogen kan uitgevoerd worden door een balk op de bestaande balk te bevestigen met bouten. Het aanbrengen van scheiklossen gaat het verschuiven van de balken onderling tegen. Naast scheiklossen en bouten kan ook gekozen worden voor het verlijmen van de balken met epoxy en te verankeren met fiberstaven. - Onderspannen van bestaande balken. Dit kan toegepast worden bij begane grondvloeren als een onderslag met poeren in een kruipruimte niet mogelijk is. Het onderspannen wordt uitgevoerd door middel van trekstaven die in het midden van de balk bij elkaar komen bij een schoen met draadspanner. Door de draadspanner uit te draaien wordt de balklaag met de trekstaven op spanning gebracht, zie afbeelding 15.

KoolstofEen veelbelovende methode die sinds kort gebruikt wordt voor het verstijven van balklagen, is het verlijmen van koolstof lamellen. Voor de lamellen worden zeer smalle sleuven op beide zijden in het balkhout gezaagd, waarin de lamellen worden verlijmd, met behoud van de oorspronkelijke balk. De balk kan hiermee een aanzienlijk grotere nuttige belasting aan, zonder dat het uiterlijk verandert of vloeren aangepast hoeven te worden. Wel kan de ingreep niet meer naderhand ongedaan gemaakt worden.

14

verlijmde koolsto�amel

moerbint

kinderbinten

verlijmde koolsto�amel

spreidsel

brandwerende isolatieplaat

opdekstuk

Afbeelding 16Aan beide zijden

inbrengen van een verlijmde koolstoflamel,

waardoor de draagkracht

van moerbinten aanzienlijk wordt verhoogd zonder wijziging van het

uiterlijk en de zwaarte van de

balk.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

VariaDoor krimp of verminderde belasting bij herbestemming van bovenliggende ruimten komen standvinken soms los van de onderliggende balken. Het draagvermogen wordt dan hersteld door het opwiggen en het onderschuiven van een dun peulhout onder de standvink.Door de konische vorm van gemetselde molenrompen zijn balkkoppen zeer kwetsbaar voor aantasting door schimmels en insecten. Bijna altijd zijn deze balkkoppen in het verleden al eens gerepareerd door het onderschuiven van sleutelstukken. Als deze sleutelstukken weer aangetast blijken te zijn, kan volstaan worden met weer aanbrengen van een nieuwe sleutelstuk. Zijn de balkkoppen zeer ernstig aangetast dan kan van buitenaf door een te maken gat een nieuwe balk naar binnen worden geschoven.

Benamingen en begrippen

Alternerende Afwisseling van zwaardere en lichtere balken in een balklaag.balklagen

Hangstijl Een korte stijl waarmee een lichtere balk opgehangen is aan de bovenliggende stijlplaat.

Muurstijl In of tegen de muur geplaatste stijl die een trek- of moerbalk ondersteunt.

Raveelbalk Dwarsbalk in een balklaag, aangebracht om één of meer niet van muur tot muur lopende kreupele balken of staartbalken op te vangen, onder andere bij schoor- stenen, trapgaten en dakkapellen.

Raveling Samenstel van balken rond een gat in een balklaag onder andere voor schoor- steenkanalen en trappen.

15

raveelbalk

oplegging in muur

raveling

staart- of kreupelen balk

Afbeelding 17Benamingen bij

een raveling in een balklaag.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Schei Een zwaluwstaartvormige wig die klemmend aangeslagen kan worden tussen balken en onderliggende sleutelstukken of sloffen.

Spanplank Ook schoor- of klemplank genoemd. Een dwarse plank die ter verstijving tussen de balken wordt aangedreven en vastgespijkerd

Spreidsel Kwartiers gezaagd eiken wagenschot van circa 6 mm dik, dat in de lengterichting over kinderbinten wordt aangebracht.

Tandklos Een klos op een standvink, waarmee de uiteinden van de twee erop liggende balken gekoppeld worden.

Zeeg Het opzettelijk gebogen zagen van een vloerbalk om te voorkomen dat deze voor het zicht doorhangt.

0.3 Dragende constructies in ijzer en staal

Algemeen Deze paragraaf is bedoeld als aanvulling op de moduul 2.1.2 Kapconstructies – ijzer. In deze moduul worden ook de verschillende soorten ijzer en staal behandeld, bevestigingsmethoden, corrosiegevoeligheid etc. In deze paragraaf gaat het in hoofdzaak over dragende constructies met kolommen en balklagen.

Historische ontwikkelingToepassing van ijzer voor dragende constructies kwam in Nederland vrij laat op gang in vergelijking met de ons omringende landen. Pas in 1849 deden geheel ijzeren constructies hun

16

Afbeelding 19De bijzondere

ondersteuning van de toegang

tot de Winkel van Sinkel in Utrecht door gietijzeren

karyatides.

Afbeelding 18Een gietijzeren

kolom met dobbelsteen-

kapiteel en gietijzeren

consoles die samengestelde liggers van ijzer ondersteunen.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

intrede, waarbij gietijzer de belangrijkste plaats innam. Heel bekend en curieus zijn de dragende karyatiden in gietijzer van de Winkel van Sinkel op de Oudegracht in Utrecht uit 1837. Gietijzeren kolommen werden voor het eerst toegepast in de pakhuizen van het Entrepotdok in Amsterdam in 1839. Gietijzer bleef overigens tot 1925 populair voor kolommen. Verder werden gietijzeren balken en liggers toegepast onder andere bij diverse Twentse textielfabrieken in de 2e helft van de 19e eeuw. Na 1900 werden draagconstructies steeds meer vervangen door staal.

In 1825 werden al de eerste gewalste profielen in Engeland toegepast als spoorrails.Vanaf 1875 werden gewalste balken ook steeds meer toegepast in vloerconstructies:- Als moerbalken ter ondersteuning van houten balklagen, maar ook verwerkt in gemetselde troggewelfjes, zie moduul 3.3 Gewelven en plafonds.- Sinds het begin van de 20e eeuw werden gewapend betonvloeren op ijzeren balken toege- past.

Diverse constructies

KolommenOmdat gietijzer goed bestand is tegen drukkrachten, is dit materiaal heel veel en lang toegepast voor kolommen in alle maten en uitvoeringen. Van de courante maten werden catalogi gemaakt waaruit besteld kon worden. Kolommen samengesteld uit profielijzer, dateren van na 1875. Vanaf 1900 worden voor kolommen ook breedflensprofielen gebruikt. Volledige ijzerskeletten, waarbij de dragende constructie van de muren werd overgenomen, deden in Nederland pas na de Eerste Wereldoorlog (1914 - ‘18) hun intrede. Een uitzondering was het Paleis van Volksvlijt (1864). De skeletten werden met brandwerend materiaal bekleed. Gewalste ijzerprofielen die in Nederland werden toegepast waren hoofdzakelijk afkomstig uit Duitsland, België en Luxemburg.

Balken en liggersBeide benamingen worden vaak door elkaar gebruikt, toch is er verschil. Een balk is uit één stuk vervaardigd, zonder openingen in de dwarsrichting en meestal van beperkte afmetingen. Een ligger is opengewerkt met evenwijdig lopende onder- en bovenranden, samengesteld uit delen, denk aan vakwerkliggers.

17

Afbeelding 20Drucomplex

Ulft gietijzeren kolommen die ijzeren

onderslagbalken ondersteunen. Op

deze onderslag balken zijn de

houten balken met kikkerplaatjes

vastgezet.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Balken en liggers werden samengesteld uit platen en diverse profielen, zoals I-profielen, U-profielen, kwadrantprofielen of T-profielen. De profielen werden vanaf 1855 tot in de jaren ’30 van de 20e eeuw bevestigd met klinknagels. Daarna vond het lassen van balken en liggers algemeen ingang.

18

randplaat

kokerbint met lijfplaten, randplaten en hoekpro elen

geconstrueerde ligger zonder randplaten

geconstrueerde ligger met enkele randplaten

randplaat

lijfplaat lijfplaat

hoekpro elhoekpro el

Afbeelding 23Uit diverse

profielen samengestelde

balken met benamingen.

Afbeelding 22Speciale kolom-

profielen en breedflens-

profielen, aanvankelijk

geklonken maar na 1920 steeds

meer gelast.

Afbeelding 21Doorsnedes van

kolommen die samengesteld

zijn uit profielen en platen. Deze samengestelde

kolommen werden geklonken.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Stalen balken werden zonder speciale maatregelen opgelegd in steens of anderhalfssteens metselwerk. De balken werden aan het metselwerk verankerd met een rozetanker waarvan de veer met bouten aan het lijf van de balk was bevestigd of met een wervelanker blind was verankerd, zie afbeelding 13. Door het krimpen en uitzetten van de stalen balken en roestvorming van blindankers worden scherven metselwerk ter plaatse van de oplegging naar buiten gedrukt.

19

DetailleringDe wijze waarop onderdelen zijn gedetailleerd en met elkaar zijn verbonden bepaalt de gevoeligheid voor corrosie.- Funest zijn details die leiden tot opeenhoping en insluiting van water. Het water wordt steeds agressiever als gevolg van het corrosieproces en de door indamping hogere concentratie aan verontreinigende stoffen.- Oriëntatie. De onderzijde van concentraties lijken minder gevoelig maar dit blijkt onjuist. De onderzijde droogt minder dan de bovenzijde, daarom is daar vaak de corrosie erger dan aan de bovenzijde.- Samenstelling van het ijzer of staal, zie hiervoor moduul 2.1.2 Kapconstructies – ijzer.- Milieu onder andere door hoge concentraties dioxides in rookgassen en van het verkeer. Verder veroorzaken chloriden in de zilte lucht aan zee voor ernstige corrosieschade.

Afbeelding 25 Roestvorming en

uitzetting bij de oplegging van een

stalen balk met blinde verankering in een steensmuur uit 1930. In het gat

is het roestende blindanker te zien.

Afbeelding 24Lokhorstkerk

in Leiden met gietijzeren kolommen

waartussen gietijzeren liggers

zijn geplaatst.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Behoud en herstelHerstellen van ijzerconstructies is geen eenvoudige zaak. Vaak komt het neer op een ingrijpende restauratie om de levensduur te verlengen. Hierbij wordt de ijzerconstructie getoetst op sterkte, stijfheid en stabiliteit. Restauratie betekent vaak meer renovatie omdat veel details herzien moeten worden om te voldoen aan de huidige eisen.Roestvorming is een groot probleem als gevolg van de destijds uitgevoerde details met samengestelde spanten, liggers, balken en kolommen. Uitgangspunten zijn:- Aanpassen of herzien van de detaillering om roestvorming te voorkomen en de constructie beter te kunnen onderhouden.- Herzien van de detaillering gericht op het zoveel handhaven van de verschijningsvorm en het vermijden van spleten en kieren, waar water zich verzamelt- Toegankelijkheid van alle delen van de constructie om tijdig roestvorming te signaleren, roest te kunnen verwijderen en verflagen aan te kunnen brengen.

0.4 Casco’s en vloeren in gewapend beton

AlgemeenHet overgrote deel van gewapend beton is uitgevoerd als dragende constructie. Hoewel de grens niet scherp te trekken is, komen kapconstructies in gewapend beton minder voor. Vandaar dat in deze paragraaf naast de historische ontwikkeling ook de materialen, verwerking en reparatiemethoden uitvoerig aan bod komen.

20

Historische ontwikkelingAan het begin van de 20e eeuw werd geëxperimenteerd met gietbouw bij een woonhuis in Alkmaar en gewapend beton. Een heel vroeg bewaard gebleven voorbeeld van een casco in gewapend beton is een pakhuis aan de Nieuweburen in Leeuwarden uit 1910-’11. Casco’s in gewapend beton namen een grote vlucht bij het Nieuwe Bouwen, die radicaal koos voor een splitsing van “dragende” en “scheidende” constructies van gebouwen. Deze splitsing leidde in de vroege jaren ’20 tot de introductie van skeletbouw, waarbij de gevels niet langer dragend hoefden te zijn en naar behoefte van “licht en lucht” voorzien konden worden.Vroege gewapend betonconstructies leken nog sterk op constructies in hout en gietijzer, door de toepassing van kolommen met moer- en kinderbinten, onder andere bij het voormalig sanatorium

Afbeelding 26Het beroemde

sanatorium “Zonnestraal” in Hilversum, gebouwd in

1926-’28 door Bijvoet en

Wiebenga met een splitsing

tussen dragende en scheidende

constructies.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

“Zonnestraal” in Hilversum tussen 1926 en “28 ontworpen door Jan Duiker en Bernard Bijvoet en berekend door de constructeur en betonpionier van het eerste uur Jan Gerko Wiebenga. Materiaalbesparing laat zich aflezen aan het verjongen van de balken vanaf de kolommen. Deze balken belemmerden de lichtinval, zodat de paddestoel kolommen hun intrede deden onder andere bij de Van-Nellefabriek, gebouwd door Van de Vlugt en Brinkman in 1925-‘30. Ook kon zo bij verdiepingen op de constructiehoogte worden bespaard. Het bevestigen van andere bouwonderdelen was wel lastig, vandaar dat van te voren zorgvuldig klossen en kanaalijzers meegestort werden. Beton werd voor de oorlog bijna altijd afgewerkt. Zodoende konden alle grindnesten en stortnaden worden weggewerkt.

21

Betonconstructies

Materialen en begrippen

CementAls over beton gesproken dan wordt cementbeton bedoeld. Dit is een samenstel van cement en water met de toeslagmaterialen zand en grind. Cement is een hydraulisch bindmiddel dat onder toevoeging van water verhardt. Aanvankelijk was dit alleen Portlandcement, in 1934 kwam ook Hoogovencement op de markt.In de Voorschriften Beton Technologie zijn milieuklassen opgenomen, waarin eisen opgenomen zijn voor cementgehalte, watercementfactor (W.C.F.) en dekking

VulstoffenAanvankelijk werd in Nederland het zogenaamde ongewapende brikkenbeton toegepast, onder andere voor enkele forten van de Stelling van Amsterdam. Dit was samengesteld uit kalk, tras en brokken hardgrauwe baksteen als vulmiddel, vandaar de naam brikkenbeton. Naderhand werd bij de bouw van deze forten gekozen voor de nog steeds ongewapende cementbeton met steenslag dat door de hoekige vorm voor een betere hechting zorgde. Omdat steenslag uit het buitenland duur was, werd in 1909 overgestapt op het ronde grind met een bescheiden wapening. Het ronde grind is sindsdien steeds toegepast in gewapend beton. Dit grind werd gewonnen uit de uiterwaarden en oude rivierbeddingen. Naast grind werd, naast grinderig zand standaard scherp rivierzand toegepast als vulstof. De samenstelling van de vulstoffen was van groot belang om de krimp van het beton zoveel mogelijk tegen te gaan.

Afbeelding 27 De Van

Nellefabriek gebouwd in

1925-’30 met de karakteristieke

paddenstoel-kolommen,

waardoor de lichtinval verbeterde.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Water – Cement - FactorOm het beton goed te laten vloeien is bij de vroege betonconstructies een naar de huidige inzichten veel te hoge W.C.F gehanteerd. De W.C.F. heeft echter grote invloed op de kwaliteit van het beton. Des te lager de W.C.F. des te beter de kwaliteit! Vroege betonconstructies hebben dus een lage kwaliteit. Hierbij komt nog dat het beton ook een relatief hoge porositeit bezat in vergelijking met het hedendaagse beton.

Dekking Het belang van voldoende dekking om het roesten van de wapening tegen te gaan werd al vroeg ingezien. In de Gewapend Beton Voorschriften (GBV) van 1918 werd dit al geregeld, nl. 25 mm voor balken en zelfs 35 mm voor kolommen. Om de verharding te versnellen voegde men de hulpstof calciumchloride toe. Nu is bekend dat deze ernstige putcorrosie kan veroorzaken. Tegenwoordig is, afhankelijk van de milieuklasse, een dekking vereist van 30 tot 50 mm.

WapeningKenmerkend voor het gewapend beton is de wapening van ijzeren staven, profielen of draden. Door deze combinatie kunnen zowel druk als trekkrachten worden opgenomen. Deze combinatie is mogelijk omdat beton zich goed hecht aan ijzer, de lengteverandering bij temperatuurwisselingen nagenoeg even groot is en het ijzer bij voldoende dekking niet roest. Na vele experimenten met diverse vormen van wapeningsijzer, werden deze na 1910 algemeen verdrongen door ronde al of niet geribbelde staven in gestandaardiseerde dikten van 5 tot 32 mm.

22

verdeelwapening

bijlegwapening(extra staven)

hoofdwapening

bijlegwapening(extra staven)

kortste overspanning

ø 12 mm

ø 12 mm

ø 12 mm

ø 12 mm

ø 12 mm

ø 10 mm

ø 10 mm

Vervaardiging van betonconstructies

BekistingDe traditionele bekisting werd opgebouwd uit houten delen ondersteund en bijeengehouden door houten balken. Hierdoor werden de langsnaden in het gestorte beton zichtbaar. Om deze naden tegen te gaan werd de bekisting vooraf natgespoten zodat de naden zoveel mogelijk

Afbeelding 28Een plaat beton met de diverse

benamingen van de aangebrachte

wapening.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

dichttrokken. Het opbouwen van de bekisting was zeer arbeidsintensief. Men streefde naar eenvoudiger constructies. Dit verklaart ook de ontwikkeling naar de zogenaamde vlakke plaatvloeren

Aanbrengen van wapeningDoor gebrekkige afstandhouders en ontbreken van behoorlijke beugels, zakte de hoofdwapening vaak door met een minimale dekking aan de onderzijde tot gevolg. Ook de staven in vloeren waren vaak ongelijkmatig verdeeld, zie afbeelding 29.

23

Storten van het betonHet mengen en storten gebeurde op de bouwplaats. Het beton werd aangebracht in lagen van 15 à 20 cm en aanvankelijk handmatig per laag aangestampt. Later werden pneumatische stampers toegepast. Een probleem was om het beton goed om en tussen de wapening te krijgen. Door meer water toe te voegen probeerde men de verwerking sneller en beter te laten verlopen, met achteraf een te hoge W.C.F. en een minder goede kwaliteit beton.

Afbeelding 30Het storten van

beton gebeurde tot in de jaren

’20 van de vorige eeuw handmatig,

waardoor het beton zeer

wisselend van kwaliteit werd.

Afbeelding 29Betonvloeren

waren vaak heel dun en voorzien

van een primitief soort wapening

en nog niet van de wapeningsnetten

die wij gewend zijn.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

BetonconstructiesHet gaat hierbij steeds om in het werk gestorte beton monolitische constructies.

VloerplatenVlakke gewapende vloerplaten behoren samen met troggewelven tot de eerste beton-constructies voor verdiepingsvloeren. De massieve vloerplaten dragen direct op het metselwerk, al dan niet ondersteund door ijzeren balken met een maximale overspanning van circa 5 meter.

BalkenvloerenEen balkenvloer is een geheel betonnen vloerconstructie waarbij balken en vloerplaten met de ondersteunende kolommen één monolitisch geheel vormen. Op deze monoliete bouwwijze kreeg de Fransman Hennebique in 1892 een patent. Daarom is deze bouwwijze lange tijd naar hem vernoemd. De balkenvloer is tot in de jaren ’50 en ’60 de meest gebruikte betonnen vloerconstructie geweest. Er bestaan diverse typen balkenvloeren zie afbeelding 31. Aanvankelijk varieerde de afstand tussen balken en kolommen tussen de 4 en 6 mtr. De afstand tussen de kolommen nam toe, zodat tussen 1920 en 1940 overspanningen gerealiseerd werden van 10 meter.

24

Raamwerkligger (A) en vakwerkligger (B)

A

BA

B

A

C

B

Balkenvloeren: (A) balken in één richting, (B) balken in twee richtingen van ongelijke afmetingen (moer- en kinderbalken), (C) balken in twee richtingen met gelijke afmetingen (balkrooster).

Het betonskelet: (A) inwendig skelet met een dragende gevel van metselwerk, (B) volledig skelet met een niet-dragende gevel als invulling van het skelet.

dragende muur

vulling

Er bestaan drie typen balkenvloeren:1. Balken van de dezelfde zwaarte lopen in één richting – de enkelvoudige balklaag – met een vrij dunne vloerplaat.2. Balken in twee richtingen – de samengestelde balklaag – waarbij sprake van een zware onderslag of moerbalk en lichtere balken of kinderbinten haaks er op.3. Balken in twee richtingen, maar in beide richtingen even zwaar zodat een rooster ontstaat, het zogenaamde balkrooster.De aansluiting van de balken op kolommen, maar ook van moerbalken op kinderbinten was van een afgeschuinde, getande of gebogen verzwaring voorzien. Deze verzwaring verdween geleidelijk in de jaren ’30, zie afbeelding 33.

Afbeelding 31Diverse

benamingen bij vroege

betonconstructies.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

De balken van het betonskelet konden op dragend metselwerk rusten, maar ook als volledig betonskelet achter de niet-dragende gevels schuilgaan.

PaddenstoelvloerenDe paddenstoelvloer is omstreeks 1905 in de Verenigde Staten ontwikkeld als economisch alternatief voor de balkenvloer. Paddenstoelvloeren bestaan uit vlakke betonnen vloerplaten, ondersteund door betonnen kolommen. De overgang tussen de kolommen en de plaat wordt gevormd door een kolomkop en een kolomplaat. Deze hebben tot doel om de overspanning van de vloerplaat te verkleinen en de belasting beter op de kolom te kunnen overdragen.

Soms ontbrak de kolomplaat en ging de kolomkop direct over in de vloerplaat. Naast vierkante kolommen werden ook ronde en achthoekige kolommen toegepast.

25

aansluiting balken en kolommen

A recht B afgeschuind

C afgerond D getrapt of getand

vloerplaat

kolomplaat

kolomkop

kolom

kolomplaat

kolom

vloerplaat

Afbeelding 33Vormen van

kolommen met de juiste benamingen

en de aansluiting van balken op

kolommen.

Afbeelding 32Een vroege

betonconstructie uit de jaren

’20, waarbij de aansluiting van

de balken en kolommen nog

is verzwaard. De plaatvloeren zijn

slechts 12 cm dikt!

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Vlakke plaatvloerenVlakke plaatvloeren zijn ontstaan uit de paddenstoelvloeren door het weglaten van alle kolomkoppen en kolomplaten. De kolommen sluiten direct aan op de veel dikkere vloerplaat. Ook de kolommen zijn dan zwaarder uitgevoerd. In Nederland is dit type vloer voor het eerst in de jaren ’30 van de twintigste eeuw toegepast.

Aantasting van betonCorrosie van de wapening is de belangrijkste vorm van aantasting. Door corrosie neemt de werkzame doorsnede van de wapening af en kan deze minder trekkrachten opnemen. Bovendien neemt het volume door roestvorming sterk toe en het beton scheurt. De wapening is gepassiveerd in een alkalisch milieu. Twee processen doorbreken deze passivering:1. Carbonatatie, waardoor het beton door het indringen van koolzuur als het ware “verzuurd”. De oorspronkelijk pH-graad van 13,5 zakt tot onder de 10 en de roestvorming begint.2. Chloride-ionen. Deze kunnen van buitenaf binnendringen door dooizouten, zeewater of al in het beton gemengd zijn voor het versnellen van de verharding. Chloride-ionen kunnen de passivering zeer plaatselijk doorbreken en een diepe put in de wapening slaan die hierdoor ernstig verzwakt.Verder kan beton nog aangetast worden door vorstdooischade en door zuren en zouten, hoewel dat bij dragende constructies in het interieur nauwelijks een rol speelt.Voor een beschermende afwerking geldt dat deze de wateropname zoveel mogelijk beperkt en waterdamp zoveel mogelijk laat diffunderen.

Vloeren in gewapend beton

OntwikkelingVanaf 1890 werden mogelijkheden onderzocht om dragende bouwelementen – balken en platen – te prefabriceren. Men had al enige ervaring met het gieten van prefab-elementen ten behoeve van neostijlen zoals consoles, sluitstenen, balusters etc. Rond 1900 viel dit afzetgebied weg, maar dit werd enerzijds gecompenseerd door prefab rioolbuizen, putten en kolken, en anderzijds de nieuwe mogelijkheden van gewapend beton. Hierdoor werd het mogelijk om balken, platen en dragende bouwelementen te prefabriceren.Een bekend fabrikant was Van Waning & Co uit Rotterdam. Eveneens bekend was de Firma F.J. Stulemeyer & Co uit Breda.Tot 1940 bleef prefabriceren een uitzondering. De voordelen van snellere bouw en hogere kwaliteit wogen niet op tegen de hogere kosten.De eerste prefab betonelementen worden in 1896 toegepast voor het Koninklijk Huisarchief in ’s Gravenhage (betonbalken)Vanuit Duitsland vonden voornamelijk drie systemen in ons land toepassing:- Siegwart-vloer (1901) - Normaal-profielvloer (1910)- Herbst (1903)

Siegwart-vloerDe naam is ontleend aan de Zwitserse architect Hans Siegwart die er in 1901 een patent op kreeg. Deze vloer bestaat uit kokervormige balken met een rechthoekige doorsnede, waarbij de onderzijde breder is dan de bovenzijde. De zijkanten zijn voorzien van halfronde taps toelopende groeven onder een hoek van 45°, zie afbeelding 34. In Nederland zijn meestal balken toegepast van 26 cm breed met een hoogte die begon bij 13 cm en met 3 cm opliep tot 25 cm. De maximale lengte bedroeg 6.5 meter. De balken werden zowel direct op metselwerk gelegd als op breedflensbalken. De groeven werden gevuld met cementmortel en zorgden voor spreiding van de belasting over meerdere balken. Over de balken werden een cementdekvloer aangebracht.

26

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Normaal-profiel vloerDeze vloer is omstreeks 1910 ontstaan en was eigenlijk de vertaling in beton van de destijds bekende ijzeren I-ligger. Het oudst was de normaalprofiel balk NP van 16,5 cm breed en 16,5 cm hoog. De jongere variant was de woningprofielbalk WP, 25 cm breed en slechts 10 cm hoog. Deze was specifiek bedoeld voor de woningbouw . De balken werden in diverse lengtes geleverd onder de merknaam Norma.

HerbstRond 1903 bedacht de Duitser W. Herbst het naar hem genoemde vloersysteem. Het systeem bestaat uit hoge balken met een smal lijf en een iets bredere onderflens. De hoogte van de balken was 16, 20 of 24 cm al naar gelang de overspanning en belasting. Eerst werden deze balken gesteld en vervolgens werden hiertussen de vulelementen geplaatst. Deze waren 50 cm lang en vervaardigd van een lichte beton-soort. De elementen werden gekoppeld door het storten van een cementdekvloer.

Afbeelding 35Boven de balken in normaalprofiel NP

en onder de balken in woningprofiel

WP. Over de balken kwam een

cementdekvloer van 4 cm dik.

Afbeelding 34Balken voor het

samenstellen van een Siegwart-vloer.

27

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Behoud en herstelBeton is een materiaal dat sinds de introductie een kleine 100 jaar geleden, op steeds grotere schaal is gebruikt. Door diverse problemen, bekend onder de verzamelnaam “betonrot”, is inmiddels veel kennis verzameld over restauratie, reparatie en onderhoud van monumentale betonconstructies. Structurele problemen vergen een andere aanpak, die in deze moduul niet wordt behandeld. Het gaat hier om de meest voorkomende schade namelijk afgedrukte betondekking door roestende wapening. Bij goed beton treedt carbonatatie slechts in de buitenste centimeters op. Vroege betonconstructies kennen door onvoldoende verdichting veel poriën en grindnesten. De carbonatatie verloopt hier snel tot zeer snel met roestende wapening als gevolg.

Uitgangspunten voor het herstelWaarin verschillen de vroege betonconstructies nu van de huidige constructies? Welke uitgangspunten hanteren we bij herstel van deze vroege betonconstructies?- Het verlengen van de levensduur tot veel langer dan de oorspronkelijk beoogde 50 of 60 jaar. Dit betekent niet 2 of 3 keer een reparatie tot het einde van de beoogde levensduur, maar vele malen repareren op basis van een reversibele methode.- Behoud van zoveel mogelijk oorspronkelijk materiaal. Het opdikken ervan gebeurt alleen in bijzondere gevallen als dit voor de sterkte onvermijdelijk is. In een droog milieu zoals in het interieur hoeft niet alle gecarbonateerde beton verwijderd te worden. - Kathodische bescherming is ook een mogelijke toepassing om het verwijderen van materiaal zoveel mogelijk te beperken. - Waar mogelijk herstellen met het oorspronkelijke materiaal, maar wel met in het achterhoofd dat de samenstelling van het oorspronkelijke beton slecht is! Bij vroeg beton is dit nagenoeg onmogelijk omdat dezelfde cement niet meer voorhanden is en voor een goede vulling korrelafmetingen van 2 tot 5 mm vereist zijn in plaats van de oorspronkelijke korrelafmetingen van 16 tot 32 mm. Kunstharsgebonden mortels zijn slechts zelden geschikt voor herstel. Kies daarom voor een mortel die niet te sterk is en vergelijkbaar met de oude kwaliteit.- Het handhaven van de oorspronkelijke structuur of bij reparaties weer terug te brengen. Denk hierbij aan de afdruk van het bekistingshout. Bij kleine reparaties is dit nog mogelijk. Bij grote reparaties is dit heel lastig. - Het zichtbaar zijn van reparaties is niet erg en in sommige gevallen zelfs wenselijk. Op kleur brengen is nagenoeg onmogelijk. Het toevoegen van pigment is tijdelijk en verzwakt de betonmortel. Op den duur bleken deze pigmenten uit en worden de reparaties weer zichtbaar.- Behoud of herstel van de oorspronkelijke afwerking. Vaak werden vroege betonconstructies afgewerkt met een enkele mm’s dikke cementpap of een coating, die het beton heel lang

Afbeelding 36Het systeem van een Herbstvloer

smalle balken met ertussen

vulelementen van lichtbeton,

afgewerkt met een cementdekvloer.

28

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

beschermde. Verwaarlozing heeft vaak tot de huidige problemen geleid. Herstel is van belang, mits dit voldoende dampopen is.- Probeer het opdikken van constructies door het opbrengen van extra dekking zoveel mogelijk te voorkomen. Zeker in een droog milieu lukt dit mits het beton wordt voorzien van een goede dampopen afwerking van het oppervlak.

Oude en ziende betonconstructie werden afgewerkt met een dunne pleisterlaag om alle ongerechtigheden zoals grindnesten en stortnaden netjes af te werken. Voor het aanbrengen van een dergelijke afwerking geldt hetgeen beschreven is in moduul 3.7 Binnenpleisterwerk. In deze moduul gaat het om beton in een binnenklimaat. Er zijn dus geen technische redenen om het beton af te werken. Als dit wel gewenst is, geldt zoals gezegd een dampopen systeem.

Herstel carbonatatieschadeCUR is een onafhankelijke non-profit organisatie, die zich bezig houdt met ontwikkeling, vergaring en overdracht van kennis en ervaring op het terrein van de civiele techniek. Deze organisatie heeft in Aanbeveling 54 de volgende algemeen geaccepteerde werkwijze geformuleerd:- Alle gecarbonateerde beton rond roestende wapening verwijderen. Afhankelijk van de ernst tot achter de wapening het beton verwijderen, minimaal de dikte van de wapeningsstaaf.- Het oppervlak grondig stralen op losse betonschilfers en losse roest te verwijderen.- De gesaneerde ondergrond bevochtigen om opzuigen van water te voorkomen, tot deze net mat slaat.- Bescherming van de wapening mag, maar hoeft bij zorgvuldig werken met een hoogalkalisch middel niet. In ieder geval geen filmvormende coating aanbrengen, omdat dan de kans op nieuwe schade groot is.- Met behulp van een cementgebonden, eventueel polymeer gemodificeerde reparatiemortel voldoende dekking aanbrengen. De wapening zeer goed omsluiten, vooral aan de achter- zijde.- De reparaties afhankelijk van het type mortel 4 tot 7 dagen voortdurend vochtig houden of met folie afplakken.

N.B. Een methode die steeds meer wordt toegepast om betonconstructies te versterken is het verlijmen van koolstoflamellen aan de onderzijde van balken en platen.

Kathodische bescherming (KB)Bij deze bescherming wordt de wapening op elektrische wijze tegen corrosie beschermd. Minder edel materiaal zoals zink offert zich op aan het staal. Meestal is dit een zinklaag. Deze techniek streeft behoud van materiaal na en past daardoor goed bij het uitgangspunt “behouden gaat voor vernieuwen”.Een andere mogelijkheid is het zink vervangen door een gelijkspanningsbron. Deze verbindt de wapening met een kathode die op het beton wordt aangebracht, zoals een geleidende coating, een staalplaat of in spuitbeton verwerkt kippengaas.Bij KB is een periodieke inspectie noodzakelijk om te controleren of het systeem nog functioneert. Het functioneert alleen als de wapening één elektrisch geheel is. Dit is bij oude gevlochten constructies meestal niet het geval.

VerwijderenVerwijderen is belangrijk om omvang en intensiteit van de aantasting vast te stellen. Hiervoor kan al naar gelang de situatie voor de volgende werkwijze gekozen worden:- Het verwijderen met pneumatische hakhamers. Bezwaar zijn de trillingen waardoor micro- scheurtjes ontstaan.- Het onder hoge druk saneren van aangetast beton met een druk van 200 tot 300 bar.- Het hoge druk waterreinigen waarbij ook stoom wordt gebruik met een druk van 150 tot 400 bar.

29

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

- Het stralen met diverse soorten grit. Dit is wel gebonden aan strenge milieuvoorschriften.Voor het ontroesten van de wapening kan gritstralen gebruikt worden of het mechanisch borstelen. Hierdoor ontstaat een beeld hoe sterk de wapening is aangetast. Belangrijk is ook het voldoende diep en rechthoekig uithalen, zodat de herstelmortel voldoende massa krijgt en niet op niets uitloopt, waardoor het gemakkelijk verbrandt of loskrimpt.

Voorbehandeling van de ondergrondMet een goede voorbehandeling van de ondergrond staat of valt een duurzame reparatie. Het volgende verdient aandacht:- Voldoende bevochtigen. Oud beton is vaak poreus en zeker in een binnenmilieu kurkdroog. Al het aanmaakwater verdwijnt dan te snel in de ondergrond.- Een hechtbrug door het aanbrengen van een aanbrandlaag. Vooral bij een erg poreuze poederachtige ondergrond is een voorstrijkmiddel noodzakelijk voor een betere hechting.

Toepassing van reparatiemortelsDe eigenschappen van de reparatiemortel moeten zoveel mogelijk gelijk zijn aan het oorspronkelijke beton wat betreft thermisch gedrag, stijfheid en waterdampdoorlatendheid. Voor het repareren van beton worden diverse soorten mortels toegepast:- CC-mortels (cementmortels). Deze worden toepgepast bij omvangrijk herstel, maar zijn extra gevoelig voor “verbranden” bij onvoldoende vocht. Langdurig vochtig houden door afdekken is belangrijk.- PC-mortels (kunstharsgebonden mortels). Niet geschikt voor grote reparaties met het risico dat deze loskomen en hernieuwde corrosie van de wapening ontstaat. Alleen geschikt voor kleine reparaties 10 x 10 cm, bij voorkeur zonder wapening.- PCC-mortels (polymeergemodificeerde cementmortels) Hierin zit een kleine hoeveelheid polymeer. Cement zorgt echter voor de verharding en hierdoor wordt het staal beschermd door een hoge alkaliteit. De mortel is minder gevoelig voor uitdrogen en maakt de reparatie minder uitvoeringsgevoelig.Heel belangrijk is het verkrijgen van een goede hechting op het oude beton. Veel problemen ontstaan naderhand door onvoldoende hechting als gevolg van onjuiste materiaalkeuze en het niet zorgvuldig aanbrengen van de reparatiemortel.

ReparatiemethodenAfhankelijk van de ernst, omvang en de aard van de schade kan gekozen worden uit de volgende methoden:1. Handmatig repareren. Alleen toe te passen als het gaat om kleine reparaties, aanhelen van hoeken en beschadigingen. PCC-mortels zijn hiervoor goed geschikt.2. Aangieten of aanstorten. Dit vereist een bekisting die qua structuur aansluit op het bestaande werk. Belangrijk is dan een lage W.C.F. en soms een plastificeerder om krimp zoveel mogelijk te beperken.3. Injecteren, toegepast bij scheurvorming om het beton weer tot een samenhangend geheel te “verlijmen”. Pas zinvol als uit onderzoek de werkelijke oorzaak bekend is.4. Spuitbeton voor reparatie van uitgebreide schade. Geschikt voor het herstellen of vergroten van de oorspronkelijke betondekking. In tegenstelling tot het oorspronkelijke materiaal, geldt voor spuitbeton een kleinere korrelgrootte van 4 tot 8 mm. Als richtlijn geldt: korrelgrootte 1/3 van de laagdikte; 1/3 van de te spuiten betondekking en 1/4 van de ruimte tussen wapeningsstaven en de ondergrond. Meestal wordt gespoten met CC-mortels. Het verwerken en daarmee de kwaliteit is zeer sterk afhankelijk van vakmanschap en ervaring. Het grootste risico is krimp. Daarom aanbrengen in lagen van maximaal 5 cm en per laag minstens 7 werkdagen vochtig houden. Voorkeur heeft de wat duurdere natte methode waarbij de mortel vooraf met water wordt gemengd en niet pas bij de spuitmond.

30

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Tabel typering scheuren in beton

Type scheur

Letter Onderverdeling Meest voorko-mende locatie

Oorzaken (behalve ver-hinderde vorming)

Moment waarop het zich voordoet

Plastische zetting

A Bovenwapening Dikte secties Overmatig uitbloeien, snelle vroege droging

10 minuten tot 3 uurB Boogvorming Top van

kolommen

C Verandering in dikte

Geprofileerde platen

Plastische krimp

D Diagonaal Betonwegen en platen

Snelle vroege droging 30 minuten tot 6 uur

E Willekeurig Gewapende betonplaten

F Bovenwapening Gewapende betonplaten

Snelle vroege droging + staal dicht bij oppervlak

Vroege thermische samen-trekking

G Uitwendig verhinderde vervorming

Dikke wanden Overmatige warmte-ontwikkeling

1 dag tot 2 of 3 weken

H Inwendige verhinderde vervorming

Dikke platen Grote temperatuur-gradiënt, snelle koeling

Droog-krimp

I Dunne wanden en vloeren

Onvoldoende dilatatie, grote droge krimp, on-voldoende nabehandeling

Verscheidene weken tot maanden

Corrosie van wapen-ing

J Carbonatatie Kolommen en balken

Onvoldoende dekking, slechte kwaliteit beton

Meer dan 2 jaar

K Chloride Prefab beton tot 1970

Toevoeging calcium, chloride of chloride-indringing

Alkali reac-tie toeslag-materiaal

L Vochtige locaties

Reactief materiaal Meer dan 5 jaar

scheuren bij sluitvoegen inclusief

roestsporen

trek/ buig-scheurenniet-eectieve voeg

A

B

A

B

B

C

D

E

F

G

G

H

H

I

I

II

I

JJ

K

L

Afbeelding 37Karakteristieke

scheurvorming in monoliet beton,

dat wil zeggen beton dat als één

geheel gemaakt is.

31

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Reparatiesystemen zijn qua bewerking en materiaal op elkaar afgestemd. Een compleet systeem bestaat uit: voorstrijken / impregneren —› hechtbrug / aanbrandlaag aanbrengen —› eventueel bescherming van de wapening —› reparatiemortel aanbrengen. Geen mix toepassen van systemen van twee leveranciers. Bij problemen geven beide niet thuis en de garantie vervalt.

Reparaties moeten voldoen aan de zogenaamde CUR-aanbevelingen, afhankelijk van materiaal en reparatiemethode. Dit zijn:- CUR-aanbeveling nr 24: Krimparme cementgebonden mortels- CUR-aanbeveling nr 53: Spuitbeton en gespoten cementgebonden mortels- CUR-aanbeveling nr 54: Betonreparatie met handmatig aangebrachte of gegoten cement- gebonden mortels

Benamingen en begrippen

Brikkenbeton Ongewapend beton, toegepast in het 1e kwart van de 20e eeuw met als toeslag- middel gebroken puin van baksteen in hardgrauw of harde natuursteen zoals porfier.

Bleeding Het afscheiden van water na het storten en verdichten van betonspecie. Overmatige afscheiding van water wijst op instabiele specie. Carbonatatie Het proces waarbij de zuurgraad uitgedrukt in pH van beton daalt van alkalisch naar zuur onder invloed van koolzuur uit de lucht. Hierdoor ontstaat roest- vorming van de wapening. Kruip Het verschijnsel van het in de tijd toenemen van de materiaal-vervorming als gevolg van een constant zware belasting. Monoliet Een eén geheel vormend in één keer gemaakte beton-constructie zonder naden van kolommen of vloervelden. pH-graad Drukt een zuurgraad uit in een getal van 0 t/m 14, van een sterk zuur, zoals of -waarde zoutzuur Ph 0, water dat neutraal is met een Ph van 7 tot beton dat alkalisch is met een Ph van 12 t/m 13,5 Water- Afgekort w.c.f, is de verhouding tussen de hoeveelheid water in het mengsel en cementfactor daarin aanwezige hoeveelheid cement.

0.5 Vloeren van hout

Houten vloerenBij houten vloeren maken we een onderscheid naar de functie die de vloer heeft:- Constructieve vloeren over balklagen voor het dichtleggen van ruimten als onderdeel van het casco. Als deze vloer in het zicht blijft wordt het een ziende vloer genoemd.- Dekvloeren als afwerking van constructieve vloeren. De constructieve vloer wordt dan een blinde vloer of ondervloer genoemd.In bijzondere gevallen fungeert de vloer tevens als balklaag. Dit is het geval bij de relatief zeldzame plaatvloeren in het westen van Nederland.

N.B. Dekvloeren in hout kunnen ook toegepast worden op een betonnen dekvloer

32

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Constructieve vloeren

Historische ontwikkelingHouten vloeren op de verdiepingsbalklagen werden sinds de Middeleeuwen toegepast als constructieve vloer, meestal voor opslag, later ook om op de verdieping te kunnen wonen. Pas in de late 17e eeuw wordt de constructieve vloer een blinde vloer met een slijtlaag van parket. In de 18e eeuw nam het gebruik van kamerbrede tapijten toe, verscheept uit het Turkse Smyrna, evenals diverse soorten matten, karpetten, lopers. Op kostbare tapijten en vloerkleden lag men aparte morskleden van koehaar onder de tafel met de stoelen. In de loop van 19e eeuw vonden zeildoek en diverse soorten breed zeil toepassing. De soort bedekking was afhankelijk van status, functie, belasting en slijtage. Aan het eind van de 19e eeuw kwam ook linoleum in zwang, gebaseerd op een Amerikaans patent. Linoleum, gebaseerd op gemalen kurk en lijnolie aangebracht op een ondergrond van jute, was glad, afwasbaar en daardoor goed schoon te houden. In de loop van de 20e eeuw deden diverse soorten zeil hun intrede. Diverse van deze zeilsoorten kunnen asbest bevatten. Zachte vloerbedekking van wol, katoen of synthetische garens nam een grote vlucht in de jaren ’70 van de 20e eeuw.

kinderbinten ingelaten in moerbint

losse veer

vloerdelen

vloerdelenspreidsel

spreidsel

moerbint

Constructieve vloeren

Leggen en bevestigenConstructieve vloeren bestaan uit brede delen die haaks op de balklaag bevestigd worden. We onderscheiden planken bij eiken en delen bij naaldhout. In de 1e helft van de 17e eeuw werden steeds meer vloeren aangebracht van grenen delen de zogenaamde “drooge Pruysen deelen” door het schaarser worden van eikenhout.Om kostbaar materiaal te sparen werden gekantrechte planken in de tapse vorm van de stam om en om aangebracht, het de zogenaamde kop-staart leggen. De naden verlopen dus niet evenwijdig. Later werden grenen en vuren delen recht gezaagd met windmolens, maar wel in verschillende breedtes. Pas in de late 18e en 19e eeuw werden de breedtematen gestandaardiseerd.

Afbeelding 38Moer- en

kinderbalken, waarbij onder de vloeren spreidsel

is aangebracht om de naden af te

dichten.

33

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Vloeren van eiken planken varieerden in dikte van 28 tot 32 mm en breedtes die op konden lopen tot boven de 350 mm. Bij moer- en kinderbalken in representatieve vertrekken werden de planken in de lengterichting over de kinderbalken aangebracht, waarbij de planken zo breed waren dat de naden boven de kinderbalk uitkwamen. Werden de planken dwars over de kinderbalken aangebracht dan werden de naden door wagenschot – het zogenaamde spreidsel – aan het zicht onttrokken. Uit bouwhistorisch onderzoek blijkt dat de onderzijde van balklagen en vloeren vaak rijk beschilderd waren met ranken en sjabloonmotieven.

Veel vloeren van naaldhout hebben een dikte van 28 mm. Bij eenvoudige huisjes werd dit gereduceerd tot 22 mm. De breedte liep van 280 mm en 220 mm terug naar 180 tot 140 mm aan het einde van de 19e eeuw. Om krimp zoveel mogelijk tegen te gaan, werden de delen hol en bol gelegd. Vloerdelen krimpen, waardoor naden ontstaan. Om open naden tegen te gaan werden de delen tot in de 19e eeuw voorzien van een groef met een losse zolder- of kelderveer, vaak van eiken. In de loop van de 19e eeuw werd de delen met messing en groef steeds meer toegepast. Soms komen we vloeren tegen waarbij eiken planken voorzien zijn van over elkaar vallende sponningen, zoals in een woonhuis uit de 15e eeuw in Zwolle.Vloeren werden vroeger zo strak mogelijk aangedreven en dan bij een ziende vloer los gehecht, de losse hechting. Pas na verloop van 2 jaar, als het hout volledig gekrompen was, werden de delen stevig aangedreven en definitief vastgespijkerd. Om te zorgen voor meer stijfheid liet men bij grote vertrekken waar de delen niet lang genoeg waren de stuiknaden om de 5 à 6 delen verspringen. Bij eenvoudige vloeren werden de delen in het zicht bevestigd met gesmede taaie nagels de zogenaamde duikers. In de 19e eeuw werden steeds vaker draadnagels gebruikt.

Verdekt bevestigenAls gevolg van de 19e en 20e eeuwse restauratiepraktijk genieten natuurstenen vloeren meestal een hogere waardering, ten onrechte! Uit onderzoek blijkt dat ziende vloeren van brede grenen delen in de 17e eeuw bijzonder gewaardeerd werden. De best bewaarde vloer bevindt zich in Kasteel Amerongen met delen van 13 meter lengte, foutloos rift gezaagd en ruim 21 tot bijna 38 cm breed. Een andere vloer is bewaard gebleven in landhuis “Nijenburgh” in Heiloo.Deze vloeren waren zeer kostbaar en werden, zoals blijkt uit de hierover gevoerde correspon-dentie, als statussymbool beschouwd. Deze kostbare vloeren werden verdekt bevestigd door middel van zwaluwstaartvormige eiken wiggen die op de balken werden gespijkerd. In de grenen

Afbeelding 39Grenen vloerdelen,

toegepast als ziende

onbehandelde delen in een slaapkamer.

34

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

delen werd een contravorm uitgehakt om de delen op de wiggen te schuiven. In de lengterichting werden de delen aan elkaar verbonden door een losse veer of smeedijzeren pennetjes.Houten vloeren konden in de 17e en 18e eeuw ook verdekt bevestigd worden tegen de zijkant van de balken met smeedijzeren houvasten die met een dwarspin in de naad tussen twee vloerdelen steken, onder andere bij de Hof van Flodorf in Zutphen en bij een woonhuis aan de Papengracht te Leiden.

AfwerkingHouten vloeren werden wel geschaafd, maar bleven op zolders en op verdiepingen voor opslag onbehandeld.. In woonvertrekken werden de vloeren behandeld met lijnolie of ook wel beschilderd in een egale kleur, meestal okergeel of bruinrood. Soms werd de vloer als imitatie van een houtsoort of marmer beschilderd. Bekend is ook het “blote voetjes” marmer, waarbij met kindervoetjes in de verse lijnolie getreden is.

PlatenvloerEen bijzondere vloer uit de 16e en het begin van de 17e eeuw is de platenvloer die zowel vloer als balklaag is. Een platenvloer bestaat uit vloerdelen van circa 6 tot 14 cm dikte. De dikte van deze platen maakt relatief grote vrije overspanningen mogelijk zonder balken. De platen zijn rondom opgelegd op een versnijding van het metselwerk. Deze vloeren komen in Amsterdam veel voor boven kelders, maar zijn ook aangetroffen in de Kop van Noord-Holland, de Alblasserwaard en Groningen. Vaak liggen er vloeren met plavuizen of marmertegels op deze platenvloeren. Een bekend voorbeeld is te vinden in het Huis met de Hoofden op de Keizersbracht 123 in Amsterdam.

Wener vloerEen bijzondere constructieve vloer is de zogenaamde Wener vloer, die oppervlakkig lijkt op een vloer met stroken parket. Het is echter een constructieve dekvloer, die bestaat uit korte dekplanken die onder een hoek van 45° met de balkrichting wordt gelegd en die slechts van balk tot balk in een visgraat model wordt bevestigd. Deze vloerplankjes van eiken, lengte circa 60 cm, breedte 9 à 11 cm en 25 mm dikte, zijn zowel aan de zijkanten als de kopeinden van een messing en groef voorzien. Hierbij worden eiken stroken direct op de vloerbalken gespijkerd onder een hoek van 45° in keper of visgraatmotief. Soms werden Weenervloeren ook toegepast op een blinde vloer, eveneens in een visgraatmodel. Er is dan feitelijke sprake van parket. Behalve eikenhout werd hiervoor ook wel gestoomd beukenhout gebruikt.

Afbeelding 40Afwerking van

een constructieve vloer door het

schilderen van de vloer. In patroon

gemarmerde vloer in de Zaanse

buurt van het Openluchtmuseum

in Arnhem.

35

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

DekvloerenDekvloeren worden toegepast als afwerking van constructieve vloeren. Tot in het begin van de 20e eeuw bestonden deze constructieve vloeren uit hout. Met de introductie van gewapend beton komen dekvloeren op betonnen plaatvloeren voor.

ParketvloerenParket werd in de 2e helft van de 17e eeuw populair voor representatieve ruimten. Eerst in paleizen en kastelen, later ook in woonhuizen. Door de invoer van harde uitheemse houtsoorten kwam in heel Europa een parketcultuur tot ontwikkeling met zeer bijzonder inlegwerk van de diverse houtsoorten om aparte effecten op te roepen. Veel gebruikte houtsoorten waren eiken, beuken en esdoorn. Van de tropische houtsoorten waren Rio-palissander, Ceylon-ebben en Cuba-mahonie gewild. Door verschillen in hardheid slijten de houtsoorten ongelijkmatig en treden oneffenheden op. Parket kan samengesteld zijn uit massief hout of als fineer verlijmd zijn op kruislings verlijmd naaldhout. Tot circa 1875 werd gezaagd fineer gebruikt van 1 tot 5 mm dikte, aanvankelijk met de hand gezaagd, maar later ook machinaal gezaagd. Gesneden fineer vond na 1875 steeds meer ingang.

Parket als vierkante platen uitgevoerdAanvankelijk werd parket als dekvloer samengesteld uit vierkante platen of panelen, met zijden die varieerden van 35 tot wel 60 cm, onder een hoek van 45°. De grootte van de platen was afgestemd op de grootte van het vertrek. Langs de wanden werden de platen afgezoomd door een fries, vaak voorzien van een meander met inlegwerk of marqueterie. De platen waren ongeveer 24 mm dik en samengesteld uit verschillende houtsoorten en patronen. De platen werden met losse veren aan elkaar gevoegd en met steekspijkers verdekt vernageld. De randstroken met de vulstukken sluiten op elkaar aan met messing en groef of met losse eiken veren, verlijmd met huiden- of beenderlijm.

Parket als stroken uitgevoerdDit parket, vooral in de late 19e eeuw veel toegepast, werd gelegd in lopend, keper- of elleboogverband met rondom messing en groef en verdekt vernageld. De stroken varieerden in lengte van 30 tot 60 cm. Het beste soort parket was kwartiers of rift gezaagd massief parket in stroken van 9 cm breed met een dikte van circa 23 mm. De stroken sloten op elkaar aan met messing en groef. In het begin van de 20e eeuw kwam ook goedkoper parket op de markt met een dikte van 10 mm, verlijmd op naaldhout.

Afbeelding 41Parketvloer

samengesteld uit vierkante platen in

Fogelsanghstate Veenklooster (Fr).

36

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Parket als tapis uitgevoerdTapis is afgeleid van het Franse woord voor tapijt. Gangbare afmetingen zijn: lengte 20 tot 35 cm, breedte 6 tot 9 cm en een dikte die varieert van 6,3 mm tot 10 mm. Het werd ook in stroken gelegd, maar dan korter, zonder messing en groef. De strookjes werden gelijmd en genageld op de contructievloer met verloren kopspijkertjes, nagedreveld en afgestopt.

Bijzondere houten vloerenDoor Bruijnzeel werd mozaïekparket op de markt gebracht dat bestond uit een zestal dunne latjes of lamellen in blokjes verlijmd op een ondervloer of steenachtige vloer.Verder kennen we strokenvloeren met stroken van massief hout van 20 mm dik met een zwaluwstaart aan de onderzijde die in warme asfalt werden gedrukt en zich opsluit. Bij houten constructievloeren werd eerst een laag zand als scheiding aangebracht. Ook een bijzondere vloer is de blokkenvloer, samengesteld uit blokjes rechthoekig kops naaldhout in elleboog of visgraatverband gelegd. Omdat het vonkvorming tegen ging en geluid dempte is het veel toegepast in lokalen van Technische Scholen, laboratoria en werkplaatsen. Ook aanspanplaatsen bij koetshuizen werden er van voorzien.

Benamingen en begrippen

Blinde vloer Een constructieve vloer waarop een dekvloer is aangebracht van parket, stroken, blokjes of terrazzo. Blokjesvloer Vloer uit kopse blokjes hout op een constructieve vloer op zand gelegd, toege- past in werkplaatsen, koetshuizen en laboratoria. Blote voeten- Marmerimitatie op houten vloer door met blote voeten over de 2e laag natte verf marmer te lopen. Fineer Hout met een dikte van 1 tot 5 mm, gezaagd of gesneden ten behoeve van parket en meubels. Fries Bij parket een bandvormige afsluiting rondom langs de wanden of als verdeling van grote vlakken.

Kop- en Planken met het tapse verloop van een boomstam, brede onderzijde en smal staartdelen topeinde, om en om gelegd.

Afbeelding 42Blokjes van kops

gezaagd cederhout in visgraatmotief

als vloer van de aanspanplaats

van de Koninklijke stallen van

Paleis Het Loo in Apeldoorn.

37

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Kwartiers Zaagwijze waarbij de jaarringen ongeveer haaks op de boven- en onderzijde gezaagd staan. Bij rift gezaagd is dit zuiver haaks. Messing Houtverbinding waarbij de ene zijde van een vloerdeel een messing of rand heeft en groef die in een groef valt van de aansluitende vloerdeel. Ondervloer Zie Blinde vloer Plaatvloer Constructieve vloer, tevens balklaag, die bestaat uit platen van 6 tot 14 cm dikte. Rift gezaagd Zie kwartiers gezaagd Riftvloer Ook wel strokenvloer of schipvloer, zeer slijtvaste vloer uit smalle lange planken, die rift of kwartiers gezaagd zijn. Stolpen Het dichtleggen van een vloer met de laatste planken of delen, op 2 planken of delen vanaf de muur. Veer Dunne lat van 1,65 of 1,95 meter lengte, men onderscheidt: kelderveer 5 x 22 mm, twijfelaar 4 x 20 mm en zolderveer 3 x 17 mm

Behoud en herstel

Behouden en herstellen van vloerenProbeer het uitnemen van vloerdelen zoveel mogelijk te voorkomen. Als het wel beslist noodzakelijk is, bijvoorbeeld voor installaties, zorg dan voor een uitgekiende aanleg en bundeling van pijpen en doorvoeren. Zoek slimme oplossingen, dit kan ook door de ruimte achter betimmeringen te

Afbeelding 44Ruw losgehaalde delen parket, niet gecodeerd en op

z’n kant in de hoek gezet waardoor het

beschadigd is.

Afbeelding 43Reparatie van

grenen vloerdelen. Let erop dat de strookjes hout

per vloerdeel ingeschoten en opgesloten zijn.

38

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

benutten, waardoor vloerdelen niet uitgenomen behoeven te worden. Het vergt vindingrijkheid en kennis van zaken gecombineerd met ruimtelijk inzicht.

Enkele voorbeelden van problemen en schade:- Overmatige vochtbelasting. Zorg daarom voor geventileerde constructies. Bij begane grond- vloeren zorgen dat de kruipruimte voldoende trekt door het openhouden van ventilatie- roosters. Bij vloeren op klokkenzolders houdt dit in dat zwaardere gestreken vloerdelen van 28 of 32 mm worden toegepast die 10 tot 12 mm vrij van elkaar worden gehouden. - Radiatoren zorgen op twee manieren voor problemen. Door de warmte die deze afgeven krimpt hout en parket sterk en trekt los. Door lekkages ontstaat onder parket een vergrote kans op zwamvorming met alle gevolgen van dien. - Krakende vloeren ontstaan door krimp van onvoldoende droog hout bij vervanging of ver- nieuwing of door het feit dat delen niet voldoende gespijkerd zijn. Dit is te verhelpen door het toepassen van dikkere of getordeerde draadnagels met een groter wrijvingsoppervlak en schuin naar buiten bevestigd.

Isoleren van begane grondvloerenHouten vloeren boven een kruipruimte zijn de afgelopen jaren veel geïsoleerd door middel van PUR-schuim tegen de onderzijde van de vloer. Zeker in een vochtig klimaat verstikt het hout van de vloer. Een veel luchtiger alternatief is het toepassen van isolatie door middel van luchtgevulde kussens van TonZon. Deze kussens worden tussen de balklagen bevestigd en verstikken het hout niet.

ParketvloerenOvermatig vocht door onjuiste schoonmaak, begieten van planten en dergelijk zijn desastreus voor parket. Plantenpotten zijn berucht, aardewerk in combinatie met vocht laat niet meer te verwijderen kringen na. Bij messing op het eiken van parket geeft dit een blauwe kleur en bij ijzer op eiken geeft dit zwarte kringen. Ook het schuren van eiken met staalwol laat zwarte spikkels na op het eiken. Bij reparatie voor het verlijmen van oud parket altijd huiden- of beenderlijm toepassen. Zure lijmen en kitten mogen niet toegepast worden. Overigens is het herstellen van parketvloeren het werk van een gespecialiseerde parqueteur met bewezen ervaring in het restaureren van parketvloeren.

Onderhoud van vloerenRegelmatig onderhoud is het behoud van houten vloeren. Tegenwoordig worden veel houten vloeren verzegeld met een zeer harde laklaag. Om deze te verwijderen is intensief schuren noodzakelijk, waarbij 2 tot 4 mm hout verdwijnt! Vervuilde vloeren kunnen goed gereinigd worden met gomterpentijn. Is de vloer zwaar vervuild dan kunnen de vervuilde plekken behoedzaam met een schraapstaal worden weggehaald. Op deze wijze blijft de uitstraling als oude vloer behouden. Vochtkringen door water kunnen met behulp van oxaalzuur zo goed mogelijk verwijderd worden.

Blanke grenen vloeren zijn nog steeds populair. Bij een grenen vloer die in Amsterdam werd blootgelegd, werd bij het schoonmaken teruggegrepen op een traditionele techniek: zilverzand. Om het wegschuren van vele millimeters houtdikte van de prachtige vloer te voorkomen, werd gekozen voor “natschuren”met “slijp”van zilverzand met behulp van een gecombineerde schuurschrob en wrijfmachine. Een vrij langzaam roterende schijf, waaronder dik nylon schuurvlies gelegd kan worden, maakt bij het draaien onmiddellijk een dikke schurende brij van zilverzand, vuil, losse houtvezels en vocht. De flexibele “pad” en de zandbrij volgen de oneffenheden van de vloer, zodat niet te veel hout wordt weggeschuurd. Het vuil laat zich gemakkelijk wegscheppen of drogen na het wegvegen. De vloer werd nog eenmaal droog nagepolijst en tweemaal in de was gezet met behulp van dezelfde machine.

39

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

0.6 Vloeren in leem, steen en terrazzo

Vloeren in leem en mortel

LeemLemen vloeren zijn vanouds toegepast en vonden tot aan de Tweede Wereldoorlog toepassing op de dorsdeel van hallehuisboerderijen in oosten van ons land. Het leem was door zijn veerkracht juist uitstekend geschikt om graan te dorsen, zonder dat de korrels verbrijzeld werden. Wel moest elk najaar de lemen vloer aangeheeld en uitgestukt worden. Bij opgravingen binnen Middeleeuwse kerken zijn vloeren van voorgangers uit de 11e en 12e eeuw gevonden die ook samengesteld bleken uit leem vermengd met tras. De lemen vloer in de Ridderzaal in Den Haag werd pas in 1342 vervangen door een vloer van plavuizen!

MortelDe Romeinen pasten op ruime schaal de zogenaamde mortelvloeren toe, onder toevoeging van pannengruis. Bij archeologisch onderzoek zijn diverse mortelvloeren uit de 9e tot de 11e eeuw blootgelegd, onder andere in de crypt van de Lebuïnuskerk te Deventer. Deze mortelvloeren bestonden uit een mengsel van kalk en zand van circa 10 cm dik. Bij de opgraving van een woonhuis uit het einde van de 14e eeuw in Amsterdam werd zelfs een vloer aangetroffen van harde turven om een relatief wat warmer vloeroppervlak te verkrijgen.

Vloeren van baksteen en bijzondere materialen

BaksteenRond 1200, met de opkomst van de baksteenproductie, werd baksteen toegepast in decoratieve patronen in blindnissen, vooral in het noorden van het land bij kerken uit de Romano-Gotiek uit het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw. Deze grote bakstenen werden ook op z’n plat gevleid als vloeren toegepast.Baksteen voor de bevloering was in de 15e en 16e eeuw wijd verbreid, staand in visgraatmotief, maar ook als sierpatroon met rode en gele baksteen. Een bijzondere toepassing, met een concentratie in de stad Groningen, is het gebruik om vloeren te beleggen baksteen op z’n plat ondersteund door een balklaag met eiken ribben. Dit type vloeren komen we ook tegen boven kelders en op eestvloeren in bierbrouwerijen. Uit bouwsporen valt af te leiden dat de vloeren boven kelders vervolgens afgewerkt werden met plavuizen.

Afbeelding 45Lemen vloer in een bijkeuken

van eenvoudige arbeiderswoning

uit Groningen.

40

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Baksteen als bestrating, staand of op z’n plat bleef in gebruik bij het plaveien van stallen, de deel, koetshuizen en bouwhuizen. Ook gele ijsselsteentjes in kalktras gemetseld komen veel voor. Klinkerbestrating bleek in paardenstallen goed te voldoen, gelegd in cement, slijtvast en voldoende ruw voor de met ijzer beslagen paardenhoeven en tevens goed bestand tegen urine en mest. In koetshuizen werden gladde klinkers toegepast om het rangeren van rijtuigen te vergemakkelijken.Bestrating vond ook toepassing in koestallen met grup, zowel op z’n kant als op z’n plat.Een bijzondere ontdekking bij een opgraving was de toepassing van hergebruikte op z’n kant gezette daktegels in de Hekelsteeg te Utrecht bij een haardpartij.

Bijzondere materialen

Vloeren van potscheurenIn het oostelijk deel van de Achterhoek komen in boerderijen vloeren voor van potscheuren, ook wel kannenschroot genoemd. Feitelijk een afvalproduct uit de pottenbakkerijen in en rond Vreden net over de grens in Duitsland.

Afbeelding 47 Een vloer van

potscheuren of kannenschroot

in een boerderij afkomstig uit

Beltrum die zich nu in het

Openluchtmuseum bevindt.

Afbeelding 46Bestrating met

kleine klinkertjes in visgraatverband in de noorderzijbeuk van de Hervormde kerk te Hattem Gld.

41

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Het zijn meestal aardenwerkstaafjes van 2 bij 2 cm en ongeveer 10 cm lang. Grotere staafjes kwamen ook voor. Deze staafjes fungeerden als afstandshouders tussen de potten en kannen bij het stoken in de oven. Deze staafjes werden meegebakken tot een geelachtig tot grijs grésachtig materiaal en waren als vloerafwerking geliefd vanwege de grote slijtvastheid. De staafjes werden koud tegen elkaar gelegd in visgraatpatronen of vakken in de heerd van de boerderijen. Ook worden ze bij het ontmantelen aangetroffen onder later er overheen gelegde houten vloeren.

Gres de RaerenIn het zuiden van Limburg werden in de 16e en 17e eeuw vloeren van boerderijen bedekt met “gres de Raeren”, tegels van een geelachtigbakkende klei, afkomstig uit het pottenbakkerscentrum Raeren in België ten zuiden van Vaals.

Vloeren van keitjesDeze vloeren komen langs de gehele oostgrens voor van Limburg tot Drenthe. Een concentratie bevindt zich in de driehoek Almelo – Winterswijk – Lochem. In Limburg dateren deze vloeren voornamelijk uit de 18e eeuw. In de overige provincies vooral uit de 19e eeuw. De vloeren bestaan uit ronde kiezels, die in vakken werden gelegd, vaak ingelegd met een jaartal en initialen in witte kiezels. Platte kiezels komen minder vaak voor en werden gelegd in een visgraatmotief. De keitjes werden in de leem gelegd of in een kalktrasmortel. Veel van deze vloeren zijn in de late 19e eeuw overdekt met een vlakkere vloer van plavuizen of cementtegels.

Graniver vloertegelsGraniver wordt ook wel glasgraniet genoemd. Graniver werd gemaakt door Glasfabriek Leerdam in de periode 1921-1930 van gemalen flessenglas, zand, sintels en kleine hoeveelheden bruinsteen en kobalt. Toevoeging van beendermeel of kaoline (porseleinaarde) verhoogde de ondoorzichtigheid en verminderde het glasachtige karakter. De tegeltjes hebben een afmeting van 5 x 5 cm, maar zijn kwetsbaar voor mechanische toepassing. Heel bekend is de toepassing in Jachtslot St-Hubertus op de Hoge Veluwe. Een aardig detail is dat de tegels alleen langs de randen van de zaal werden toegepast en niet onder het vloerkleed. Hiermee schreef de architect Berlage feitelijk een vloerkleed dwingend voor. Een andere vloer van graniver in zwart en goudkleurig glasmozaïek is de synagoge aan het Obrechtplein in Amsterdam en de synagoge in Utrecht gebouwd in 1927-’28.

Vloeren van gebakken tegels

Middeleeuwse tegelsIn ons land pasten de Romeinen voor het eerst op grote schaal gebakken vloertegels toe. Op de Holdeurn in Berg en Dal bij Nijmegen is een oven opgegraven waarin deze tegels werden gebakken. De techniek ging verloren en pas laat in de 12e en het begin van de 13e eeuw vonden tegelvloeren weer toepassing in klooster- en kapittelkerken, onder andere bij de inmiddels verdwenen St. . Walburgkerk te Groningen. Heel veel is in de loop der eeuwen verdwenen bij sloop en vergrotingen. Op het koor van de Lebuïnuskerk te Deventer is nog een zeldzaam voorbeeld bewaard gebleven uit het 1e kwart van de 13e eeuw. Een bijzondere en kostbare toepassing waren de tweekleurig geglazuurde slibtegels met voorstellingen van mensen, dieren en fabelwezens. In het midden van de 14e eeuw kwam aan het bakken van deze tegels een abrupt einde, mogelijk als gevolg van de heersende pestepidemie.In de 16e waren majolicategels zeer geliefd bij de hoge adel en geestelijkheid. Deze veelkleurige tegels vonden hun oorsprong in Italië en werden in de Noordelijke Nederlanden geïntroduceerd door Antwerpse pottenbakkers. Bekend is dat het Kasteel van Breda bevloerd was met deze tegels die er in 1826 – 1828 uitgebroken zijn bij de herbestemming tot Koninklijke Militaire Academie.

42

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Majolicatechniek maakte kleurrijke beschilderingen mogelijk, afgedekt door tinglazuur. Omdat de tinglazuur niet slijtvast bleek, waren deze tegels minder geschikt als vloerafwerking.

Plavuizen en estrikenOnder de naam plavuizen werden zowel gebakken als natuursteen tegels verstaan. Het gaat in deze paragraaf alleen over gebakken tegels. Hiervoor zijn heel veel tijd- en streekgebonden benamingen in omloop, zoals plavuis, estrik, tegel, tuimelaar of vloerbak.Plavuizen werden vooral voor vloeren gebruikt maar komen we ook tegen als bekleding van waterkelders. Plavuizen variëren in formaat, dikte en kleur al naar gelang de tijd.Ze vonden vooral toepassing als vloer van de begane grond en in kelders. Veel gebruikte ruimten als keukens en gangen, die gemakkelijk schoongemaakt moesten worden, werden het eerst voorzien van plavuizen. Plavuizen vonden pas een bredere toepassing in de 2e helft van de 16e eeuw. Kleuren konden wisselen, afhankelijk van de kleisoort, bakproces en soort glazuur.

Afbeelding 49Vloer met rode ongeglazuurde plavuizen. Deze

plavuizen zijn vaak minder

goed doorbakken en gevoelig

voor slijtage en verpoedering

onder vloerkleden.

Afbeelding 48Gerestaureerde Middeleeuwse

tegelvoer uit de eerste helft van de 14e eeuw in de Kloosterkerk

in Middelburg met geel en zwart

geglazuurde kleine tegeltjes.

43

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Rode plavuizen zijn heel veel toegepast. Gesmoorde plavuizen verkreeg men door het stoppen of verminderen van zuurstof, tot grijs of grijsblauw.Roodbakkende klei met loodglazuur op de gedroogde klei gaf een donkerroodbruine plavuis. Voegde men aan het loodglazuur koperoxide toe, dan werden de plavuizen donkergroen tot zwartpaars. Roodbakkende klei met een laagje witte slib op de gedroogde klei afgestreken met loodglazuur werd bij het bakken een geel geglazuurde plavuis.Plavuizen werden meestal in rechte banen gelegd, al dan niet in halfsteensverband. Bij een halfsteensverband werden de plavuizen nauwkeurig op één breedte gesorteerd. Maar legpatronen, waarbij de plavuizen onder een hoek van 45° werden gelegd met een rand langs de wanden komen ook voor.Van 1300 tot circa 1500 werden zeer veel formaten toegepast van 9 en 10 cm in het vierkant tot 22,5 en zelfs 26 cm in het vierkant. Uit opgravingen blijkt dat grote plavuizen door middel van kraslijnen in kleinere plavuisjes werden gebroken. Ook varieerde de dikte sterk van nauwelijks 1,5 cm tot 3,5 en 4,5 cm.In de periode tot 1500 tot 1650 werd een dikte van 2,0 tot 2,5 cm aangehouden met nog vrij veel maatverschillen. Een veel voorkomende maat was 16 cm in het vierkant. In de 16e eeuw kwamen de heldergroene plavuizen in zwang, afgewisseld met gele plavuizen. De heldergroene kleur ontstond bij het bakken door het toevoegen van een laag witte slib met koperoxide, afgestreken met loodglazuur.Vanaf 1650 tot 1800 trad een verdere standaardisatie op met een dikte van 2,6 en 3,2 cm en een vaste maat van 22,5 cm in het vierkant en een kleiner formaat van 11 cm in het vierkant.

Industrieel vervaardigde tegels

OntwikkelingIn Engeland werden door Minton vanaf 1840 op basis van een patent van Prosser zeer maatvaste drooggeperste tegels uit gemalen kleistof met een vochtpercentage van 2 tot 6% gemaakt en sinterend gebakken tussen 1000 en 1350 °C. Deze tegels werden industrieel en in massa vervaardigd tegen een gunstige prijs. Ook bleken deze tegels glashard en zeer slijtvast te zijn. Het gevolg was dat deze tegels een grote opgang maakten in Europa en ook in Nederland op bescheiden schaal werden nagevolgd. Andere bekende firma’s waren Mac & Co en Dunnill. De firma Craven Dunnill Jackfield Ltd bestaat nog steeds als onderdeel van het Ironbridge Gorge Museum in Shropshire in Engeland. Daar worden de tegels nog op de oorspronkelijke wijze geproduceerd. De beschikbaarheid van deze tegels viel dus precies samen met de bouw van enorme aantallen neogotische kerken. Hierbij werden vooral de tegels toegepast van Mac & Co en Dunnill.

Afbeelding 50Vloer met een

combinatie van geometrische en

encoustic tegels als een tapijt in het

koor van de Rk. St. Lambertuskerk

te Lith (N-Br).

44

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Soorten tegelsDe industrieel vervaardigde tegels maakten in de loop van de tijd een ontwikkeling door en we onderscheidden:- Geometrische tegels die werden vervaardigd als vierkante, rechthoekige en driehoekige effen vloertegels, waarmee in verschillende kleuren geometrische patronen werden samengesteld. In winkels en woonhuizen bleef het meestal bij sobere geometrische vormen. Veel toegepast zijn de achtkantige of octogonale tegels met een vierkante inlage.- Encaustic tegels zijn gedecoreerde tegels met een motief in 2 kleuren, vaak steenrood en geel. Encaustic tegels werden in kerken vaak gecombineerd met geometrische tegels tot een kleurrijk tegeltapijt, zie afbeelding 50.- In Frankrijk en België werden gepatroneerde ceramiektegels geproduceerd. Hiervoor werden nieuwe soorten majolica-glazuren ontwikkeld. Gepatroneerde ceramiektegels zijn voorzien van een veelkleurige toplaag. De vierkante tegels werden tegen de wanden afgezoomd met bijpassende randtegels.

- Na de Eerste Wereldoorlog werden steeds vaker vierkante tegels toegepast in kleinere for- maten 10 x 10 cm en 15 x 15 cm, die in patronen werden gelegd. Ook werd gezocht naar

Afbeelding 52Tegelvloer van

dubbelhard-gebakken tegels in egale kleuren uit 1927, gelegd

in patroon, afgezoomd door

een rand.

Afbeelding 51Vloer van geperste

vloertegels in het koor van de

Rk kerk te Geffen (N-Br), waarbij in een patroon van

4 tegels een grote cirkel zichtbaar

wordt.

45

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

andere kleurstructuren, bekend onder porfier en gevlamd. Deze tegels staan ook bekend als dubbelhard gebakken tegels. Opmerkelijk is dat deze tegels steeds meer gelegd werden met een voeg van 2 tot 5 mm om het lijnenspel te accentueren. Deze vloeren werden zeer strak gelegd en begrensd door een strook donkere tegels, die tevens als plinttegel tegen de wanden werd gezet. Door de zeer scherpe kanten zijn deze tegelvloeren extra gevoelig voor beschadigingen door ijzeren en harde kunststofwielen.

Vloeren van cementtegels

Historische ontwikkelingTot in de ’80-er jaren van de 20e eeuw werden cementtegels door monumentenzorgers beschouwd als een minderwaardig materiaal. Het ging bij woonhuisrestauraties zondermeer de puinbak in. Het materiaal werd dan vervangen door plavuizen voor het herwinnen van een vermeende 17e eeuwse inrichting. Deze tegels krijgen sinds kort de aandacht die ze verdienen. Cementtegels waren vanaf het midden van de 19e eeuw zeer populair. De meeste tegels waren afkomstig uit België. Een bekende Nederlandse fabriek was Oosthoek uit Alphen aan de Rijn, die in 1908 met de productie van cementtegels begon. Aanvankelijk werden cementtegels in één kleur gemaakt. Tegels met patronen kwamen pas op de markt met de versnelling van het productieproces door middel van schroefpersen, mechanische persen en later de hydraulische persen. Motieven in geometrische vormen met ingenieuze legpatronen die tot grotere gehelen samengevoegd konden worden.

MateriaalCementtegels waren iets minder slijtvast, maar wel veel goedkoper en soms nauwelijks te onderscheiden van de drooggeperste gebakken tegels. Motieven waren geïnspireerd door de neo-gotiek en neo renaissance en later ook art-deco. Zeshoekige tegels met 3 kleurvlakken werden heel populair. De tegels werden gemaakt in formaten van 20 x 20 cm en 25 x 25 cm. Bij cementegels onderscheidden we:- Geperste tegels met een mengsel van kleurstof / marmergruis of steenmeel. Na het persen 24 tot 48 uur onder water om uit te harden. De tegels bestaan eigenlijk uit een grove onder- laag en een fijne dunne bovenlaag. De hechting van deze lagen vormt vaak een probleem, zichtbaar in craquelé van de bovenlaag die dan loslaat of afschilfert. Door de druk op te voeren tot 150 kg/cm² probeerde men dit te voorkomen.

Afbeelding 53Belgische

cementtegels toegepast op

een vloer in een woonhuis te

Vijlen (L).

46

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

- Gegoten tegels met een rijker cementmengsel, onder een druk van maximaal 50 kg/m². Deze werden ook geleverd als granitotegels met granietkorreltjes of als terrazzotegels met marmerkorreltjes. De korreltjes werden op een 2 cm dikke cementspecie gestrooid en na verharding geslepen en gepolijst. Bij grote marmerkorrels van 8 tot 25 mm spreken we over marmer-mozaïektegels.

Behoud en herstel van tegelvloeren

PreventiePreventieve conservering. Hieronder verstaan we alle maatregelen en acties die gericht zijn op het voorkomen van schade en het vertragen van verval en het beheersen van omgevingsfactoren. Veel schade ontstaat sluipenderwijs door slijtage:- Bij musea ontstaat overmatige slijtage door het intensief belopen door toeristen. Het aan- passen van de routing of het leggen van lopers kan dit sterk beperken.- Voorkomen van langzame slijtage. Uit ervaring blijkt dat een schoonloopmat van 3 meter lengte al 95% van het vuil wegvangt.- Incidentele mechanische schade in steen door krassen, het slepen van voorwerpen of het constant verplaatsen van stoelen. Ook verhuizingen zijn berucht.- Deuken door puntbelasting van metalen zwenkwieltjes, naaldhakken en dunne pootjes. Een goede maatregel is alle stoelpoten voorzien van vilt aan de onderzijde. - Vocht van schoonmaken en condensatie reageert met metalen. De kringen en vlekken trekken in de steen en zijn niet meer te verwijderen. Dus ook metalen voorwerpen voorzien van vilt aan de onderzijde.

OnderhoudHistorische vloeren vragen wat extra aandacht bij het beheer en onderhoud. Belangrijk is het tijdig nemen van maatregelen om schade te voorkomen.- Historische tegelvloeren verdragen geen zware mechanische belasting van de huidige schrob- en boemachines, zoals krassen van borstels en de aantasting van voegen.- Droog stofzuigen met een rubberen mondstuk en vochtig dweilen of moppen is voldoende. In ieder geval de hoeveelheid water beperken!- Bij ernstige vervuiling of vlekken Ph-neutrale zeep gebruiken. Beslist geen bleekwater ge- bruiken. Dit leidt tot de vorming van zouten.

Afbeelding 54Behouden gaat

voor vernieuwen. Dat geldt ook

voor de simpele Belgische

cementtegels! Een behouden vloer in Kasteel

Waardenburg te Waardenburg (Gld).

47

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

- Vlekken verwijderen vergt veel kennis en ervaring. Gebruik van zuren zijn uit den boze. Ook krabben en schuren vermijden omdat dit leidt tot krassen en doffe plekken die niet goed meer te verwijderen zijn.

HerstelBehalve slijtage van de tegels zelf, zijn het vooral de voegen die gebreken vertonen. Hieronder enkele aandachtspunten:- Belangrijk is het tijdig herstel van uitgespoelde en losse voegen om te voorkomen dat tegels hierdoor losraken. Om te voorkomen dat een te lichte kleur detoneert, is het belangrijk om een proefstukje te zetten die de (vervuilde) kleur van de bestaande voegen zo goed mogelijk benadert.- Plavuizen werden tot in de 19e eeuw gelegd in een kalkmortel zonder voegen. Dit kon omdat de plavuizen naar onderen arm waren. - Met de komst van cement in de tweede helft van de 19e eeuw kreeg de belijning door voegen meer aandacht in samenhang met de vorm van de tegels.

Herstel van historische tegelvloeren vereist zorgvuldige voorbereiding. Het probleem is vooral het vinden van de juiste kleur en afmeting tegels, zelfs bij vloeren uit de Wederopbouwperiode. Uitgangspunten voor een verantwoord herstel:- Is veel schade aanwezig dan past een uitgebreid onderzoek naar de oorzaken, een plan van aanpak en alternatieven door een deskundige met bewezen ervaring.- Nieuw gebakken tegels nooit invoegen in een bestaande vloer. Dit blijft hinderlijk zichtbaar. Beter is om te zoeken naar een logische begrenzing tussen bestaand en nieuw of bij een beperkt aantal beschadigde tegels ter aanvulling oude tegels onder kasten, lopers of kleden weg te halen.

- Bij zeer druk belopen vloeren slijt het patroon van encoustic tegels uit. Dit is slechts 2 mm dik. Als deze slijtage zichtbaar wordt, de tegels niet vervangen maar deze slijtage accepteren zolang de vloer functioneel blijft. - Het uitnemen van bestaande tegels is specialistenwerk en vereist hierop aangepaste zaag- en freesgereedschappen.- De toe te passen mortel voor het leggen van plavuizen en tegels moet zachter zijn dan de tegel of plavuis. Ga er altijd vanuit dat – om welke reden dan ook – de plavuizen of tegels weer te verwijderen moeten zijn. Voor gesmoorde plavuizen geldt een stevige kalkmortel. Bij rode plavuizen een zeer zachte kalkmortel toepassen en bij 19e eeuwse geperste tegels voldoet een hydraulische kalk goed.

Afbeelding 55Een vloer van

cementtegels in de gang van een boerderij. Bij de

restauratie zijn de tegels uitgenomen

en met de slijtagepatronen

weer teruggelegd.

48

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

N.B. In de 19e eeuw was het gebruik van sterke mortels met 1 deel Portland cement en 2 delen zand heel gebruikelijk. Na 1950 nam het gebruik van tegellijmen en additieven aan de mortel zoals epoxy steeds meer toe ter verhoging van de hechtkracht.

Vloeren van natuursteen

Historische ontwikkelingVloeren van natuursteen waren zeer kostbaar en verhoogden daardoor de status van een gebouw en de eigenaar. Een zeer vroege vermelding betreft de vloer in de oude Domkerk te Utrecht uit het begin van de 11e eeuw met tegels van 17 x 17 cm. Er werden vooral soorten toegepast die gemakkelijk over water aangevoerd konden worden, zoals blauwe en witte steen over de Maas, Ölandsteen uit de Oostzee en marmer uit Italië. Zelfs basaltlava, aangevoerd via de Rijn werd toegepast voor een vloer bij Brink 68 in Deventer.

Kerkvloeren

Historische ontwikkelingKerkvloeren in middeleeuwse kerken zijn samengesteld uit grafzerken en tegels, die soms nog in het oorspronkelijk patroon aanwezig zijn en in combinatie met nog aanwezige begrafenisboeken een hoge cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen omdat zij inzicht verstrekken in geneologie en begrafenisgebruiken uit de tijd dat in de kerk begraven werd. Deze kerkvloeren verdienen bijzondere aandacht en zorg.Het begraven in kerken dateert al uit de vroegchristelijke periode. Tegen einde van de 18e eeuw groeide het verzet tegen dit gebruik. Er ontstonden aparte begraafplaatsen met namen als “Ter Navolging”, onder andere in Scheveningen in 1779 en Tiel in 1786. Met de begrafeniswet van 1 januari 1829 behoorde het begraven in kerken definitief tot het verleden, met uitzondering van leden van de Koninklijke familie in de Nieuwe Kerk te Delft.Zoals uit opgravingen blijkt, werd in de Middeleeuwen begraven in boomkisten, gemaakt van een uitgeholde boomstam; in stolpgraven uit wanden met tufsteen en schuin geplaatste stukken tuf als afdekking; in sarcofagen voorzien van deksels van rode zandsteen afkomstig uit het stroomgebied van de Weser en in kleine gemetselde keldertjes. Vanaf de 15e eeuw werden grotere grafkelders gebouwd en in houten kisten begraven. Bedenk dus dat de ondergrond, voor zover niet opgegraven en gesaneerd bij een restauratie een bonte verzameling is van grafkelders, diepe gaten met geroerde grond en weggehakte stukken fundering van voorgangers van het huidige kerkgebouw.

Afbeelding 56Een monumentale

zerk uit 1581 van ongeveer 3,3 ton in

het gangpad van de Hervormde kerk

van Weidum (Fr).

49

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Zerken liggen altijd “geoost”, dat wil zeggen in de oost-west as van de kerk, waarbij in de Middeleeuwen de parochianen met de voeten naar het oosten lagen en de priesters met de voeten naar het westen, zodat in het Laatste Oordeel de priester tegenover zijn parochie op zou staan. Als je vanuit de westzijde de kerk binnenkomt, liggen de zerken voor je gevoel verkeerd om!

Typologie van zerkenGrafzerken hebben bijna altijd een rechthoekige vorm en kunnen een enkel of dubbel graf bedekken. Voor een enkel graf ongeveer 60 tot 70 cm breed en 190 tot 200 cm lang. De zerken, meestal van hardsteen, soms van een andere steensoort, waren circa 10 cm dik. Adellijke families lagen onder aanzienlijk grotere zerken begraven. Zerken van 200 x 300 cm en een dikte van ruim 20 cm zijn geen uitzondering. We spreken dan over een gewicht van ruim 3300 kg! Naast zerken werden ook tegels toegepast, waarbij 3 tegels pasten in het stramien van een enkel graf, onder andere in de Westerkerk in Enkhuizen is dit nog goed te zien.

MateriaalIn chronologische volgorde werden de volgende soorten natuursteen voor de grafzerken en tegels het meest toegepast:- 11e tot de 15e eeuw rode zandsteen afkomstig uit het stroomgebied van de Weser of de Main- 13e tot de 14e eeuw Doornikse steen uit de omgeving van Doornik- 14e tot de 17e eeuw Naamse steen in kleinere maten- 14e en 15e eeuw Ledesteen in kleiner maten- 15e en 16e eeuw Bentheimer zandsteen, ook wel Baumberger kalkzandsteen in Oost-Nederland- Sinds het einde van de 15e eeuw blauwe arduin, later hardsteen genoemd- 17e eeuw in het westen van Nederland Ölandsteen van het Zweedse eiland ÖlandVoor kerkvloeren werden ook andere materialen toegepast, zoals eerder beschreven onder leem, mortel, baksteen, diverse kleine geglazuurde tegeltjes in patronen en plavuizen. Na het verbod tot begraven in de kerk werden in de loop van de 19e eeuw grote vaste bankopstellingen geïntroduceerd. Hierbij werden vaak zerken en tegels herlegd en ter plaatse van de banken de vloer aangewerkt met een cementdekvloer. Bij het ontmantelen van houten vlonders in Middeleeuwse kerken worden soms zeer waardevolle restanten aangetroffen van vroegere vloeren met zerken.

Behoud en herstelBij restauraties in het verleden is enorm veel gesleept en geschoven met grafzerken, zodat deze meestal niet meer op de oorspronkelijke plaats liggen. Een andere merkwaardige gewoonte om slijtage te voorkomen was de grafzerken tegen de muren te plaatsen. Veel kerken zijn bevloerd met hardsteen die qua uiterlijk, voegen en afmetingen de historische werkelijkheid geweld aan doen.Bij recente restauraties wordt de vloer eerst grondig ingemeten en gedocumenteerd. Zerken worden na restauratie of reparatie steeds weer op de oorspronkelijke plaats teruggelegd. Enkele uitgangspunten voor behoud en herstel:- Grafzerken keren terug op de aangetroffen plaats in de kerk of grafplaats.- Grafzerken moeten beschouwd worden als een primaire gestolde geschiedenis van stad en land.- Aangetroffen grafkelders en resten ervan worden gehandhaafd en geconsolideerd. Eventueel nader onderzoek wordt uitgevoerd door archeologen.- Het verplaatsen en uitnemen van zerken vindt plaats door een gekwalificeerd bedrijf met bewezen ervaring.- Zerken wordt op de juiste wijze uitgenomen, opgeslagen en afgeschermd, zie afbeelding 57. Tegels worden schuin overeind tegen elkaar gezet met tussen de tegels stro of stukjes tengel.- Bij restauratie of onderhoud van het interieur, wordt de vloer met zerken volledig afgedekt met zand en/of underlayment platen.

50

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

- Behouden gaat voor vernieuwen. Dit houdt in dat scheuren verlijmd worden en ontbrekende stukken worden aangevuld in dezelfde steensoort, dikte en bewerking.- Zerken worden integraal gehandhaafd. Dit betekent dat de dikte van zerken niet aangepast wordt aan bijvoorbeeld een vloerverwarming.

N.B. Aanpassen of wijzigen van een kerkvloer wordt beschouwd als een ingreep die vergunningplichtig is volgens de Monumentenwet of de gemeentelijke erfgoedverordening.

Voor het herplaatsen van zerken zijn de volgende punten van belang:- In gestabiliseerd zand. Dit zand moet goed verdicht worden, bij voorkeur in lagen van 10 cm dikte aanbrengen en handmatig verdichten. Mechanisch verdichten veroorzaakt te veel trillingen in het gebouw. Ook inwateren moet sterk worden afgeraden. Het water kan nergens heen!- Op een gemetselde grafkelder. Vooraf controleren of het metselwerk met het tongewelf in goede staat verkeert. Om de spatkrachten tegen te gaan de zijden van het tongewelf zeer goed verdichten en vervolgens in lagen ophogen. Het zand naast de ton mag niet zakken! Tussen de bovenzijde van de grafkelder en de onderzijde van de zerk minimaal een laag van 6 cm aanhouden.- De voegen tussen de zerken en tegels volvegen met fijn zand. Dit moet periodiek herhaald worden, omdat bij het schoonmaken zand verdwijnt.- Op een betonvloer. Hierbij rekening houden met de verschillen in dikte per zerk en tussen zerken en tegels. Bij zeer dikke zerken een royale uitsparing in de betonvloer aanbrengen. Zerken en tegels stellen in een schrale kalkmortel, zodat men ze naderhand kan lichten.

Kerkvloeren in gewapend betonKerken werden na de Tweede Wereldoorlog bij restauraties te gemakkelijk voorzien van gewapend betonvloeren. Deze vloeren zijn niet buigslap en zijn ongunstig voor de akoestiek. In verband met de gewenste vloerverwarming worden deze vloeren nog steeds toegepast maar dan geïsoleerd. Hierbij dient men zich te realiseren dat vloerverwarming een maximale levensduur 50 jaar kent en met het verstrijken van de levensduur een steeds grotere kans op lekkages. Bij vernieuwing

ijzeren manchet met steekgaten voor het verrollen

houtsteekgat

rol voor het verrollen van de zerken

goede stapeling vlakke ondergrond

onjuiste stapeling

Afbeelding 57Bovenin een rol

voor het verrollen van zerken. Onder het juist en onjuist

stapelen van zerken bij het

ontmantelen van een kerkvloer.

Vloertegels behoren iets

schuin en rechtop geplaatst te

worden.

51

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

van de verwarming moet de hele vloer ontmanteld worden en altijd met verlies aan historisch materiaal.Doorzagen van zerken omdat deze te dik zijn voor een effectieve vloerverwarming, met het argument “je ziet er toch niets van”, is niet toegestaan. Ook dit valt onder de noemer van verlies aan historisch materiaal.

N.B. Als men bij het aanbrengen van een vloerpakket in een nog niet eerder opgegraven kerkinterieur dieper gaat dan circa 30 cm, dan vallen de activiteiten onder de definitie van een archeologische opgraving, die alleen door een gekwalificeerd bedrijf uitgevoerd mag worden.

Tegelvloeren

AlgemeenAmsterdam werd aan het einde van de 16e en in de 17e eeuw de doorvoerhaven voor natuursteen en marmer. Niet alleen voorhuizen en gangen werden belegd met tegelvloeren, maar ook representatieve vertrekken zoals eetkamers en salons. In de 17e eeuw zelfs op de verdiepingen. Omdat marmer veel kostbaarder was dan blauwe steen, werd in de 17e eeuw in omschrijvingen vastgelegd hoe de verhouding in het patroon moest zijn. Bijvoorbeeld 1 marmertegel op 3 blauwe tegels. Bekend zijn de schilderijen van De Hoogh en anderen van interieurs waarin deze patronen te zien zijn. Dit soort vloeren maakte zo’n diepe indruk dat deze ook bij restauraties in de ’60-er en ’70-er jaren bij restauraties gereconstrueerd werden, onder andere bij de Nieuwe Doelen in Alkmaar.In de 18e eeuw werden steeds meer complete vloeren, met de lambriseringen in marmer gelegd. Dit had te maken met de uitvinding van een zekere Willem de Goyer die in 1663 patent kreeg op een molen met raamzaag waardoor in één keer een aantal platen marmer gezaagd konden worden van circa 4 cm dikte. Toen kreeg ook het zogenaamde “à livre ouvert” ingang. Hierbij zijn platen marmer met hun tekening gespiegeld en als bladzijden van een boek tegen elkaar aangelegd. Aan het einde van de 17e eeuw was men in staat om platen marmer tot 3 meter lengte te zagen en te stellen. Des te groter de platen, des te meer status! Een goed voorbeeld is te vinden in het Huis Van Loon aan de Keizersgracht in Amsterdam. Nadat de populariteit van marmervloeren in representatieve vertrekken daalde, werd het marmer bij verbouwingen hergebruikt voor het vernieuwen van plavuizenvloeren in keukens en souterrains. Vandaar dat we in deze ruimten nog relatieve oude marmervloeren aantreffen. Sporadisch zijn vloerontwerpen bewaard gebleven. Een zeldzame uitzondering is de vloer in het stadhuis van Weesp, ontworpen door Jacob Otten Husly in 1773 in 4 steensoorten: boek gezaagd wit marmer Carrara venato en statuara, rode Belgische St-Rémy en zwarte Naamse steen, zie afbeelding 59.

Afbeelding 58Alkmaar Grote

Kerk, schade ontstaat ook

door overmatig schoonmaken

met water.

52

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Gebruikte soorten natuursteenHieronder de meest belangrijke soorten steen voor tegelvloeren:

HardsteenOorspronkelijk blauwe steen genoemd. De steen is heel veel gebruikt voor zerken. De steen is lichtblauw met verpulverde resten van fossielen.

Naamse steen (Belges Bleu)Een vrij donkere blauwzwarte steen waarin fossielen nagenoeg ontbreken, die vanuit Namen werd verhandeld, vandaar de naam. De steen komt ook voor met smalle witte adertjes.

Belgische marmersoortenRode marmers afkomstig uit de omgeving van Philippeville, Couvin en Rochefort. Op een bruinrode tot grijsrode ondergrond komen grijze vlekken voor en lichtgrijze tot witte aders. Bekend is de rouge St-Rémy uit de omgeving van Rochefort toegepast in de vloer van het stadhuis te Weesp. Zwarte marmers komen uit groeves langs de Maas en Sambre, gepolijst diep blauwzwart met vrij rechte dunne witte aders en plekken. De geheel zwarte marmers zijn Noir de Golzinne en Noir de Mazy. Deze laatste kan nog geleverd worden uit de groeve bij Bossière in de omgeving van Namen.

Witte steenBeter bekend als Gobertanger steen, afkomstig uit België en veel toegepast als tegels in de late Middeleeuwen, soms in combinatie met donkere blauwe steen. Het materiaal wordt nog steeds gedolven bij het dorp Melin. De tegels werden toegepast in een geschuurde afwerking.

Afbeelding 60Vloer in kasteel

Schaffelaer bij Barneveld. Een

diagonaal patroon van zwarte Naamse

steen en geaderd wit marmer.

Afbeelding 59Een vloer

waarvan het vloerontwerp met

bestek bewaard is gebleven in

het stadhuis van Weesp, uitgevoerd

door Jacob Otten Husly in 1773.

53

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

ZandsteenVooral in de oostelijke provincies is veel Bentheimer zandsteen toegepast. Deze is echter niet zeer slijtvast. Voor zeer slijtvaste vloeren en trappen werd de fijnkorreliger Obernkirchner zandsteen toegepast. Deze vloeren zijn te herkennen aan de blonde wat gelige kleur, soms met wat bruinachtige banen. Een zandige kalksteen, die ook niet slijtvast bleek, was de Baumberger steen afkomstig uit de omgeving van Havixbeck.

Italiaanse marmersoortenDe witte marmers zijn afkomstig uit de omgeving van de Italiaanse stad Carrara, gelegen in Toscane. Amsterdam verwierf hiervoor als doorvoerhaven zelfs het monopolie vanaf circa 1630 tot in de 18e eeuw. Rond het jaar 1660 ging het om een productie van 800.000 marmertegels!. Marmer is heel veel toegepast vanaf de late 16e eeuw t/m de 19e eeuw als vloertegels en platen in gangen, hallen en representatieve ruimten van openbare gebouwen en woonhuizen. Het is opnieuw toegepast bij reconstructies van vloeren in veel restauraties van na de Tweede Wereldoorlog. De marmers komen onder veel benamingen voor. Men legde marmertegels graag in patronen met de blauwzwarte Naamse steen.Een andere toepassing in de 18e eeuw was het zagen van platen in het zogenaamde “à livre ouvert”.

ÖlandsteenDeze steen is afkomstig van het Zweedse eiland Öland. Het is veel toegepast in de 17e eeuw omdat het in grote hoeveelheden als ballast met houtschepen in Amsterdam werd aangevoerd. In archiefbronnen benoemd als “Zweedse steen”. Er is een rode en een grijsgroene variant. Voor zerken werd hoofdzakelijk de grijsgroene variant toegepast. Voor tegelvloeren werd ook de rode variant gelegd in combinatie met marmer tegels of als overhoekse kleine tegels tussen achthoekige marmertegels.

TravertinEen poreuze crèmekleurige kalksteen, afkomstig uit Italië, die veel toegepast werd als vloertegel in de periode van de Wederopbouw tot circa 1965. De vloeren werden dan vaak gelegd in stroken met variërende maten. Een nadeel is dat de poreuze structuur gemakkelijk vuil opneemt.

ComblanchienEveneens tijdens de Wederopbouw is Comblanchien veel toegepast als vloertegel. Het is een harde dichte en slijtvaste kalksteen uit Noord-Frankrijk.

Afbeelding 61Vloer van travertin uit Wederopbouw-periode 1940-1965

in de voormalige Rechtbank te Utrecht. Ook

een waardevolle historische vloer!

54

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Behoud en herstelVeel vloeren zijn met natuursteen gereconstrueerd, vaak naar vermeende historische situaties. Achteraf bezien zijn deze reconstructies terug te voeren op een modegril. Een aardig voorbeeld is de ridderzaal van het Muiderslot die in de afgelopen 100 jaar al driemaal is gewijzigd.Natuurstenen vloeren in onze monumenten kunnen zeer duurzaam zijn, mits op de juiste wijze hersteld en verzorgd. Hieronder een aantal aanwijzingen voor duurzaam behoud:- Vloertegels werden gelegd op een bed van gestampte schelpen. Deze bleken ook nog eens sterk vochtregulerend. Een methode die nog uitstekend werkt, maar wel de nodige vaardig- heid bij het leggen vergt.- Een andere mogelijkheid is het leggen in gestabiliseerd zand onder toevoeging van kalk in een verhouding van 1 : 10. De tegels of platen zijn dan altijd weer op te nemen en terug te leggen. In het verleden werden marmertegels en platen ook veel gesteld op 5 dotjes kalk. - Bij marmer is het erg belangrijk om de ondergrond zeer zorgvuldig te reinigen van vuil en organische resten zoals modder en zuur eikenblad. Marmer zuigt als suiker de verontreini- gingen op. Anders ontstaan gegarandeerd niet meer te verwijderen verkleuringen en vlekken in het marmer. Om verkleuring te voorkomen mag marmer nooit gesteld worden met een mortel op cementbasis.- Bij het restaureren van natuursteenvloeren de deskundige van RCE raadplegen, o.a. over de mogelijkheden voor herstel, reparatie en vervangende steensoorten.- Het gebruik van reparatiemortels is de laatste decennia sterk toegenomen. Het moet dan wel gaan om reparaties en niet om het vervangen van steen. Dan zal blijken dat de duurzaamheid beperkt is. Voor grotere ontbrekende stukken is het beter om in te boeten met dezelfde natuur- steen. Zie verder moduul 1.2.2 Gevels – natuursteen voor het verlijmen van natuursteen.

Terrazzo

Historische ontwikkelingHet aanbrengen van terrazzo bereikte een hoogtepunt in de periode 1890 tot circa 1920. Terrazzo is ontstaan uit de mozaïekkunst en dateert al van 1600 voor Chr. De Romeinen waren meesters in het vervaardigen van deze mozaïeken. Italianen ontwikkelden terrazzo tot wat het nu is. Vooral de uitvinding van portlandcement was een sterke stimulans, omdat een goed bindmiddel steeds een probleem geweest was! De bakerrmat van terrazzo is Friuli in het noordoosten van Italië. Terrazzovloeren werden zeer populair als naadloze vloeren in gangen en hallen van veel openbare gebouwen, ziekenhuizen, scholen en kerken. Het vervaardigen en herstellen van terrazzo is nog steeds in handen van Italiaanse families, die aan het einde van de 19e eeuw naar Nederland kwamen. In 1890 vestigde Gobeschi zich als eerste Italiaan in ’s Gravenhage.

Afbeelding 62Een grote ster

verwerkt op het ontmoetingspunt

van de passages in de Haagse Passage,

gebouwd in 1884-’85.

55

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Terrazzovloeren werden vaak verrijkt met motieven van mozaïeksteentjes. Deze werden als negatieve vorm met arabisch gom op papier geplakt en in de vochtige specie gedrukt. Deze motieven waren via catalogi op bestelling verkrijgbaar. Tijdens de Wederopbouw beleefde terrazzo een sterke opleving in de woningbouw voor het vervaardigen van douchevloeren en rondgezette plinten.

SamenstellingTerrazzo bestaat uit veelkleurige natuursteenkorrels die samen met het bindmiddel een soort beton vormen. Vaak zijn de vloeren ingelegd met randen mozaïek, die de verschillende kleuren afzomen, zie afbeelding 63. Voor het bindmiddel wordt cement gebruikt. De oude benamingen zijn recent omgezet in in de volgende Europese classificatie:- Portlandcement klasse A —› nu CEM I 32,5 R- Portlandcement klasse B —› nu CEM I 42,5 R- Portlandcement klasse C —› nu CEM I 52,5 R- Hoogovencement —› nu CEM III / A of B (meer of minder klinker) 42,5 RDe sterkte van het bindmiddel in samenhang met de hardheid van de steenkorrels bepaalt de grens aan de slijtvastheid van het terrazzo. De korrels worden gebroken uit diverse soorten marmer, hardsteen, kalksteen en graniet. Goede korrels mogen geen stof bevatten. De sterkte wordt pas bereikt na 28 dagen. Dit geldt ook voor reparaties!Banden worden uitgevoerd in mozaïek of zogenaamde zetsteentjes:- In natuursteen, bekend zijn de afwisselend zwart – wit geplaatste steentjes- Dubbelhardgebakken steentjes van 5 x 5 cm en 10 x 10 cm.- Glas – aardewerksteentjes, vervaardigd van smalt ontkleurd glas onder toevoeging van metaal- oxiden.

Uitvoering In de norm NEN 1042 “Terrazzo” zijn de eisen vastgelegd voor kwaliteit en uitvoering. Om krimp te voorkomen wordt een lage watercementfactor van 0,35 aangehouden (w.c.f. 0,35 = 35 liter water op 100 kg cement/mortel. Voor de dilataties van vloervelden worden messing strippen van 30 x 3 mm toegepast. Soms komen ook loden strippen voor. Voor de tussenlaag wordt minimaal 50 mm aangehouden met als vulmiddel grinderig zand met goed korrelopbouw. Voor de deklaag wordt Deklaag 30 mm minimaal aangehouden. Voor het aanbrengen van de deklaag kan de tussenlaag ingekrast worden voor een goede hechting. Beter is deze tussenlaag aan te branden met cementwater. Hoe grover de korrels, hoe magerder de specie en hoe groter de slijtvastheid.

Afbeelding 63Terrazzo met meanderend patroon van

zetsteentjes in de Beurs van Berlage

te Amsterdam.

56

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Grove korrels van 30 mm worden met de hand ingestrooid en ingeklopt. Lang en intensief walsen bepaalt de verdichting en daarmee de kwaliteit van de vloer. Walsen wordt ook wel terrazzeren genoemd. Voor 20 m2 vloeroppervlak wordt gerekend op 4 uur walsen met een wals van 100 kg. In de basiliek van Oudenbosch (N-Br) zijn gangpaden gemaakt van 25 meter zonder een scheur! De deklaag moet 1 mm boven strippen uitsteken in verband met het schuren van de terrazzo. Veel terazzovloeren worden opgezet met een holle plint van circa 100 mm hoog. Hiervoor wordt een holle hoekspaan gebruikt. Het goed vochtighouden van nieuw en hersteld werk is heel belangrijk voor het goed afbinden van de mortel. Aangehouden wordt om de vloer minstens 3 tot 5 dagen af te dekken met plastic.

Terrazzo werd ook toegepast op houten vloeren. De dikte van de vloerdelen dient dan minimaal 22 mm te zijn bij een breedte van maximaal 150 mm, in verband met de krimp van het hout. Op houten vloeren werd een glijlaag aangebracht van 2 lagen bitumenpapier. Tegenwoordig wordt hiervoor een zware kwaliteit kunststoffolie toegepast. Was de tussenlaag in het verleden ongewapend, tegenwoordig wordt de tussenlaag altijd van een wapeningsnet voorzien.

Door middel van schuren, slijpen en polijsten ontstaat het beoogde uiterlijk. Grofschuren, daarna fijnschuren, vervolgens spachtelen met 1 op 1 cement / steenmeel om poriën af te sluiten en dan naslijpen.

Behoud en herstelBehouden en wel zo lang mogelijk geldt ook voor terrazzovloeren. De uitstraling van de oude vloer door slijtage en belopen is niet te evenaren door een nieuwe vloer!Veel voorkomend is het optreden van scheuren in het terrazzo. Voor een duurzaam herstel enkele uitgangspunten:- Vastleggen op een schets of tekening waar de scheuren voorkomen en speuren naar mogelijk opvallende patronen of bijzonderheden zoals scheurwijdte, verschuiving of ongelijkheid van de vloer. Op zo’n schets kunnen ook door middel van arcering hol klinkende delen worden aangegeven.- Opbouw van de vloer bij ernstige scheurvorming en omvangrijke schade door middel van boorproefjes.- Bepalen van de samenstelling van de terrazzolaag, onder andere het bindmiddel, korrelsoort, kleur en grootte.Aan de hand van het onderzoek kunnen proefjes met enkele variaties gezet worden, voordat de

Afbeelding 64Nieuw tussen gevoegd vak

terrazzo en reparatie van de bestaande

scheurvorming. Exact gelijkend

is door allerlei oorzaken niet

mogelijk.

57

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

schade wordt hersteld. Het is belangrijk om de gekozen proef als referentie tot de beëindiging van de werkzaamheden te handhaven.

Als de ondergrond sterke zetting vertoont, kan tegenwoordig de vloer tot op millimeters gelift worden met behulp van een twee-componentenschuim. Onthechting van tussenlaag en deklaag komt niet veel voor. Afhankelijk van de grootte van de holtes kunnen deze bij kleine holtes gevuld worden met epoxy met als voordeel een grote hechtkracht, of bij groter holtes door dun vloeibare cement.

Niet alle scheurtjes die in terrazzo zichtbaar zijn behoeven hersteld of dichtgezet te worden. Wat grotere haarscheuren kunnen in cement gezet worden en daarna worden geslepen. Gaat het echt om grotere scheuren, dan is het verstandig deze al naar gelang de korrelgrootte breder uit te halen als deze grillig verloopt. Bij rechte scheuren loont het wel de moeite om deze als dilatatie te voorzien van een messing strip en daarna zo goed mogelijk te vullen met gelijkend materiaal. Het is overigens belangrijk om te bedenken dat exact gelijkend bijna nooit mogelijk is door de wittere cement van tegenwoordig, andere korrels dan in het verleden en vervuiling van de vloer in de loop van de tijd, zie afbeelding 64.Om scheurvorming in de toekomst te voorkomen, kunnen oude vloeren worden voorzien van dilataties. Zoek hierbij naar een logische afbakening van de vloervelden, zoals bij trappen, podia of overgangen van de ene kleur naar de andere kleur.

Het juiste onderhoud van terrazzo bestaat uit het regelmatig boenen met groene zeep (lijnolie) of zachte zeep (sojaolie). Dit verdicht het oppervlak door de vorming van kalkzouten en geeft een satijnachtige glans. Boenwas is uit den boze, het maakt de vloer glad. Beperk verder het gebruik van water zoveel mogelijk.

Benamingen en begrippen

Aanbranden Een vloervlak met dunne specie behandelen om de hechting van een daarop aan te brengen specielaag te verbeteren. Deklaag Als dekvloer op een tussenlaag aangebracht, bestaande uit bindmiddelen en vulstoffen. Dilatatievoeg Een volledige doorsnijding van de constructies en afwerking zodat de vloer- velden onafhankelijk van elkaar kunnen werken. In het cement Opvullen van resterende gaatjes en poriën met een cementpasta.zetten Inwalsen Het door middel van een zware rollende cilinder samenpersen van de onver- harde mortel. MoHs hard- Gebruikt om de hardheid van een materiaal aan te geven in een schaal van 0 tot heidsschaal 10. Talk geldt als 1, Gips als 2, maar kwarts als 7 en diamant als 10. Sanitaire plint Men spreekt hiervan als vloer en plint naadloos in elkaar overgaan. Spachtelen Onjuiste benaming en Germanisme voor pleisteren of in het cement zetten. Tussenlaag De laag die zich bevindt tussen de constructievloer en de deklaag.

58

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Vloervelden Segmenten waarin een vloer wordt gedeeld om de krimpspanningen op te vangen. Zetstenen Tegeltjes of blokjes van keramiek, glas of natuursteen, gezet als banden in het terrazzo.

0.7 Literatuur

Baeck, M, e.a. Industriële tegels 1840-1940, Nederlands Tegelmuseum Otterlo, 2004. Korte overzichten van vloer- en wandtegels uit Engeland / Duitsland / België / Frankrijk / Nederland.

Berends, G, Historische houtconstructies in Nederland, Stichting Historisch Boerderij Onderzoek, Arnhem, 1996.

Bijen, prof. dr. J., Beton, Het materiaal beton in monumenten: schade en herstel, Restauratie- vademecum RVblad 01/1992.

Bot, Piet, Vademecum historische bouwmaterialen, installaties en infrastructuur, Alphen a/d Maas, 2009.

Durbin, Lesley, Architectural Tiles Conservation en Restoration, from de Medieval Period to the Twentieth Century, Elsvier Oxford 2005.

Eldik, ir C.H. van, Betonconstructie Prefabricage in beton, Restauratievademecum RVblad 01/1989.

Fawcett, J.e.d. Historic Floors, Their History and Conservation, Oxford: Butterworth-Heinemann, 1998.

Fock, C.W., (red) Het Nederlandse interieur in beeld 1600 – 1900, Zwolle 2001.

Groeneveld, Inger, Steinböden im Amsterdamer Wohnhaus 1620 – 1770, uit Hausbau in Holland, Jahrbuch für Hausforschung Band 61, Marburg 2010.

Hemert, M. van, Houtconstructies, balklagen, gebinten, kapconstructies, handboek voor timmer- lieden betrokken bij restauratie van monumenten, NRC Amserdam 2005.

Hermans, Taco e.a. (red), Monumenten in Beton, ontwikkeling en herstel van historisch beton, RACM Zeist 2006.

Metman, Pim W.A., Het terrazzoboek, Bedrijfschap STS Rijswijk, 3e gew.druk 2000.

Meul, Veerle, Onderhoud van natuursteen vloeren, Monumentenwacht Vlaanderen, Antwerpen 2007.

Oosterhoff, J, e.a., Bouwtechniek in Nederland, Constructies van ijzer en beton. Gebouwen van 1800-1940 Overzicht en typologie, Delft 1988.

Over de vloer, met voeten getreden erfgoed, bijdragen van symposium over historische vloeren, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Waanders Zwolle, 2008.

59

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

RCE, brochure Techniek, nr 23 Herstel en onderhoud van terrazzovloeren, 2001.RCE, brochure Techniek, nr 26 Houten vloeren, 2008.RCE, brochure Techniek, nr 40 Beton Schade en analyse, 2004.RCE, brochure Techniek, nr 44 Beton Onderhoud en herstel, 2006.RCE, brochure Techniek, nr 45 Beton Herstel en uitvoering, 2006.RCE, brochure Techniek, nr 49 Keramische vloertegels uit de twintigste eeuw, 2008.

Scholten, G.A., Onze Betimmeringen, Leiden A.W. Sijthoff, 1903, blz 98-113: uitvoerige verhande- ling over vloeren en parketvloeren uit het einde van de 19e eeuw.

Straalen, Th. van, en H.Th.D. Dijkstra, Stenen vloeren in kerken, Restauratie-vademecum, RV 01/1991 RDMZ Zeist.

Nationaal Trust, The, Manual of Housekeeping, The care of collections in historic houses open to the public, Butterworth-Heinemann, Oxford first edition 2006.

Verweij, M.S., en M.W.J. van Rooden, Instandhouding van terrazzo in monumenten, Restauratie- vademecum, RV 01/1994 RDMZ Zeist.

Wihr, R., Fussboden – Stein, Mosaik, Keramik, Estrich, Geschichte, Herstellung, Restaurierung, München 1985.

60

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

3.2.1 Inspectie

1.1 Methode en aanwijzingen

AlgemeenDragende constructies en vloeren behoren tot het casco van een gebouw. Als deze structurele gebreken vertonen, is het herstel ervan een ingrijpende en kostbare aangelegenheid voor de eigenaar. Toch is het zorgvuldig inspecteren van dragende constructies om een aantal redenen lastig:- Niet alles is zichtbaar. Veel dragende constructies zijn aan de onderzijde afgewerkt met plafonds. Aan de bovenzijde zijn de vloeren vaak voorzien van vloerbedekking. Ook kunnen balken die van hout lijken te zijn, feitelijk bestaan uit omtimmerde stalen balken.- Niet alles is bereikbaar. Door de soms grote hoogte van balklagen, onder andere in torens is controle van balklagen met behulp van een ladder niet mogelijk. Een ander probleem is dat veel vertrekken volledig ingericht zijn met soms zeer kostbaar meubilair. Ondanks grote twijfel, zichtbare of door overmatig trillen voelbare problemen is destructief onderzoek voor de monumentenwachters geen optie.- Niet alles is toegankelijk. Sommige balklagen zijn door schotten volledig weggetimmerd. Vooral bij aanbouwen kunnen kleine kappen er boven niet toegankelijk zijn of gemaakt worden om balklagen en vloeren goed te inspecteren.- Privacygevoeligheid. Dit speelt regelmatig bij de inspectie van woonhuizen. Belangrijk is om met enige terughoudendheid toch overal een globale indruk van dragende constructies en vloeren te kunnen krijgen.

Risico’s bij het inspecteren van dragende constructies- Besloten ruimtes. Meestal gaat het om kruipruimten onder de begane grondvloer, maar het kan ook gaan om een ruimte tussen een vloer en een later aangebrachte balklaag met plafond of zeer grote keldercomplexen met maar één uitgang. Voor de inspectie hiervan gelden de voorschriften uit moduul 0.3 Arbo wet- en regelgeving, werkwijzer 6 uit bijlage III. Verder gelden voor de uitrusting de voorschriften uit moduul 0.5 Bijzondere richtlijnen en voorschriften, paragraaf 5.5. - Stucplafonds die kunnen beschadigen bij inspectie van bovenaf. Er mag nooit op de latten worden gestaan of gesteund.

61

Afbeelding 65Kruipruimten

gelden als besloten ruimten. Deze mogen alleen

geïnspecteerd worden als

één persoon bij de toegang

aanwezig blijft. Wel inspecteren

in overleg met de eigenaar.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Risico’s bij het inspecteren van vloeren- Gladde natuursteenvloeren bij het opzetten van een ladder om balkkoppen te kunnen inspecteren. Hierbij altijd een ladderstop toepassen. Door condensatie van vloeren bij sterke wisseling van de temperatuur in het voor- of najaar kunnen deze vloeren spiegelglad worden.- Sterk verzwakte balkkoppen of delen van vloeren, waardoor vloeren niet meer beloopbaar zijn. Vloeren boven koestallen waar lang hooi of stro op gelegen heeft, zijn vaak sterk aangetast door houtworm en hierdoor gevaarlijk. Dampen van ammoniak/urine zorgen van aantasting van het hout.

Inspectie van dragende constructies in houtZie hiervoor moduul 2.1.1 Kapconstructies – hout, hoofdstuk Inspectie onder 1. stabiliteit. Let bij korbeelstellen van samengestelde balklagen speciaal op de stabiliteit en vormvastheid. Door sterk ingerotte en uitgeholde muurstijlen treedt sterke vervorming van de constructie op. Muurstijlen zijn aan de muur verankerd met schootankers. Controleer of deze nog functioneren. Houdt er ook rekening mee dat bij woonhuizen in steden van beide zijden balklagen in een gemeenschappelijke muur “ingebalkt” kunnen zijn.Bij balklagen dient bijzondere zorg besteed te worden aan het controleren van de verankeringen. Door sterk aangetaste balkkoppen verliezen verankeringen hun functie en buiken muren door spatkrachten uit. Bij gevelankers is dit zichtbaar door het wijken van de schieters. Vanaf de late 17e eeuw werden steeds vaker blindankers toegepast. Let speciaal op afschervend metselwerk ter hoogte van balklagen. Wees er op bedacht dat bij gebouwen uit de 19e en 20e eeuw ijzeren en betonnen balken geheel omtimmerd kunnen zijn met houten delen. Als de balken bereikbaar zijn, kan dit door kloppen vastgesteld worden. Soms is dit zichtbaar door opengetrokken naden aan de onderzijde van de balken.

Inspectie van dragende constructies in ijzer en staalVeel problemen doen zich voor bij de oplegging door kruip en roestvorming. IJzeren en stalen balken werden direct opgelegd in vaak massief metselwerk. Door verschillende uitzetting van metselwerk en ijzer of staal scheurt het metselwerk. De kwaliteit van het ijzer of staal zorgt in vochtbelast massief metselwerk bijna altijd voor ernstige roestvorming. Let speciaal op vervorming van balken of liggers en scheurvorming rond de oplegging. Dit duidt op ernstige problemen. Ook is het zinnig om de buitenzijde van het gebouw te controleren op scheurvorming, waarbij metselwerk door roestende balk-einden omhoog wordt gedrukt. Veel dragende constructies in ijzer en staal werden samengesteld uit profielen en platen. Deze samengestelde balken en

62

Afbeelding 66Controleer eerst

of de balkkoppen en het vloerhout niet te sterk zijn

verzwakt. Probeer bij enige twijfel de vloeren te belopen

op het deel waar een balk onder ligt.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

kokerbinten zijn te herkennen aan de hoekprofielen en de klinknagels waarmee de constructie is samengesteld. Geef ook aan als vervorming van de constructie waar te nemen is.

Inspectie van betonconstructies

Aanwijzingen voor de inspectieTot in de jaren ’80 van de vorige eeuw ging men er vanuit dat betonconstructies heel lang mee konden en niet of nauwelijks onderhoud nodig hadden. Inmiddels weten we beter, zeker waar het gaat om de vroege betonconstructies. De term ‘betonrot” was een verzamelnaam voor alle soorten schade aan beton. Tot hoever gaat de inspectie van de Monumentenwacht en wanneer moeten deskundigen ingeschakeld worden? Afhankelijk van het doel en de diepgang onderscheidden we:1. Inspectie naar de aanwezigheid van zichtbare schade. Het betreft een globale opname van de toestand van de constructie, waarbij de zichtbare schade wordt opgenomen. Belangrijk is het periodiek inspecteren zodat informatie beschik- baar komt over de schade in de loop van de tijd. Neemt de schade snel toe of is een toename nauwelijks merkbaar.2. Onderzoek naar de oorzaak van de zichtbare schade. Soms is de oorzaak gemakkelijk vast te stellen, bijvoorbeeld bij een geringe dekking van de wapening van het beton. In andere gevallen, zoals diepe verticale scheuren, is dit niet mogelijk, al kan wel een vermoeden worden geuit. Verder onderzoek is een zaak voor deskundigen. Wel is het belangrijk de oorzaak vast te (laten) stellen, in verband met de juiste aanpak.3. Onderzoek naar de aanwezigheid van niet-zichtbare schade. Hierbij gaat het om verborgen delen van een betonconstructie, achter metselwerk of plafonds. Hiervoor is altijd destructief onderzoek nodig. Ook hiervoor moeten deskundigen worden ingeschakeld. Wel kan de Monumentenwacht hiervoor een aanbeveling doen als het sterke vermoeden bestaat dat er meer aan de hand is dan alleen de zichtbare schade.4. Onderzoek naar de mogelijkheid van toekomstige schade. Meestal is dit een vervolg op de bovenstaande onderzoeken, genoemd onder 2 en 3. Het gaan dan om metingen op nog niet beschadigde onderdelen van de constructie om te bepalen of hieraan ook in de nabije toekomst schade zal ontstaan.5. Beoordelen van de constructieve veiligheid. Dit speelt vooral als het monument een andere bestemming krijgt met andere en vaak zwaardere belastingen, bijvoorbeeld een fabriekshal die herbestemd wordt tot apparte- menten. Dit is voer voor constructeurs die de constructie zal toetsen aan de eisen van het Bouwbesluit.

Van de bovenstaande vormen van inspectie en onderzoek, inspecteert de Monumentenwacht alleen de aanwezigheid van zichtbare schade en geeft indien mogelijk de oorzaak ervan aan. Voor alle andere vormen van onderzoek moet worden verwezen naar deskundigen.

Hulpmiddelen en meetmethodenBij de visuele inspectie van beton gaat het voornamelijk om het afkloppen van betonconstructies. Bij duidelijk afscherven kan het gaan om het weghalen van een scherf beton om de wapening met de dekking nader te bekijken.Verder onderzoek moet overgelaten worden aan deskundigen, die hiervoor de volgende meetmethoden ter beschikking hebben:- Voor het meten van de betondekking een elektro-magnetische veldsterktemeter (dekkings- meter).- Meten van de carbonatatiediepte aan een vers breukvlak door de indicatorvloeistof fenolftaleïne. Gecarbonateerd (aangetast) beton behoudt zijn kleur. Niet gecarbonateerd beton kleurt paars.

63

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

- Meten van chloridegehalte, inclusief het chlorideprofiel op verschillende diepten.- Met potentiaalmetingen, elektrische spanning, kan de ernst van wapeningscorrosie en plaats ervan worden vastgesteld.- Nemen van monsters om diverse eigenschappen van het beton te bepalen, onder andere druk- en treksterkte en porositeit.- Maken van dunne doorsnedes van betonmonsters voor het bepalen van de samenstelling van het beton, met behulp van polarisatie- en fluorescentie-microscopie (PFM).Omdat vroege betonconstructies door de wijze van storten plaatselijk sterk kunnen verschillen moeten veel meer metingen worden verricht om een goed beeld te verkrijgen van de kwaliteit van de gehele constructie!

64

Herkennen van gebrekenVoor onze inspectie is het herkennen van de volgende gebreken van belang:- Scheurvorming, waar bevindt deze zich en wat is de oorzaak van de scheurvorming? Dit kan overbelasting zijn, maar ook schade door roestvorming.- Carbonatatie. Dit is te herkennen door scheurtjes en loszittende schollen beton. Bij verwij- deren van de schollen is roestende wapening zichtbaar. Beginnende roestvorming is te herkenning aan lichtbruine vlekjes rond de scheurtjes.- Schade door zouten (chloriden) Deze schade is te herkennen aan donkerbruine roestvlekken op het oppervlak van het beton. De roest komt uit poriën of scheuren. Hierbij bedacht zijn op plaatselijk sterke verzwakking van de wapening. - Uitbloeien van witte stoffen. Komt voor bij beton dat langdurig nat blijft. Meestal is sprake van expansief ettringiet. Ettringiet is te herkennen aan kleine scheurtjes in het beton en verlies van samenhang. Het beton krijgt een witte waas en verpulvert. Bij ernstige aantasting ontstaan in de scheuren kalkranden, zie afbeelding 70.

Inspectie van houten vloeren

Houten vloeren Zoals gezegd zijn veel vloeren niet of zeer beperkt zichtbaar. Probeer toch een beeld te vormen waar deze vloeren wel zichtbaar zijn. Geef vooral aandacht aan overmatige krimp, slijtage, vlekken van lekkages en metalen voorwerpen.Bij parket kan het zinvol zijn om te letten op losliggende of gekrompen delen, vooral onder radiatoren.

Afbeelding 67Een volledig,

maar ontmanteld betonskelet in het

Scheepvaarthuis in Amsterdam

tijdens de restauratie, terwijl de gevels van het Scheepvaarthuis

in baksteen opgetrokken zijn.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Inspectie van tegelvloeren en plavuizen

Gebakken tegelsOude plavuizen werden zonder voegen gelegd in kalkspecie, maar ook wel op een zandbed of bed van gebroken schelpen. Bij restauraties werden plavuizen vaak herlegd met een voeg. Let vooral op ongelijk liggende plavuizen, waardoor breuk op kan treden en losliggend of uitgespoeld voegwerk. Moeilijker te beoordelen is de kwaliteit van de plavuizen zelf. Slijtagesporen vertellen het verhaal van het gebruik van een ruimte, maar behoeven functioneel geen probleem te zijn. Bij geglazuurde plavuizen is het glazuur bijna altijd in meer of mindere mate gesleten of verdwenen. Ook dit mag geen reden zijn om de plavuizen als matig of slecht te bestempelen. Bij industrieel vervaardigde tegels werden weer voegen toegepast. Let bij deze vloeren vooral op breuk en hol klinkende delen. Door de scherpe randen zijn deze tegels extra gevoelig voor mechanische schade door ijzeren of harde kunststof wielen van karren en machines.

Vloeren van natuursteenNaast originele vloeren met natuursteen tegels, zijn veel tegelvloeren die we nu aantreffen in monumenten een reconstructie die aangebracht is bij een ingrijpende restauratie uit de tweede helft van de 20e eeuw, onder andere bij de Sebastiaansdoelen in Alkmaar en bij de Markiezenhof in Bergen op Zoom.Let bij deze vloeren vooral op schade door het gebruik zoals krassen, afgeboerde randen en scheurvorming door te zware belasting.

Inspectie van terrazzovloerenHet meest voorkomende gebrek aan deze vloeren is scheurvorming. Dit kan diverse oorzaken hebben. Er is bijna geen terrazzovloer die niet in meer of mindere mate scheurvorming vertoont. Bij de inspectie is het belangrijk de oorzaak te achterhalen van de scheurvorming. Ligt dit aan de onderconstructie of zijn het dilatatiescheuren? In de onderconstructie kan bijvoorbeeld sprake zijn van roestende liggers van een troggewelf in een kelder.

1.2 Gebreken aan dragende constructies in hout

Zie voor aantasting door schimmels (zwammen) en insecten de uitvoerige behandeling in moduul 2.1 Kapconstructies – hout en daar genoemde gebreken.

Afbeelding 68Als de stabiliteit ernstige gevaar

loopt, is het zinvol de eigenaar te

adviseren de zwaar aangetaste

moerbalken te onderstempelen

als tijdelijke maatregel. Let dan

wel op het goed doorstempelen!

65

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Een deel van de andere problemen wordt behandeld in moduul 2.1.1 Houtconstructies – hout. Als aanvulling hierop het volgende:- Wijzigingen van bestaande balklagen. Niet alleen in het verleden bij herbestemming, maar ook bij recente restauraties is in verband met hogere belastingen vaak sterk gesleuteld aan balklagen. Het meest beruchte voorbeeld is Paleis Het Loo, waar hele eiken balklagen verzaagd zijn en ingepast zijn tussen de flenzen van zware stalen balken om aan de extreme eisen van een museumfunctie te voldoen.- Wijzigingen betreffen ook ravelingen die gemaakt zijn of dichtgelegd zijn voor een verwijderde schoorsteen. Meestal is hier niets meer van te zien.- Sterk ingerotte balkkoppen met korbeelstellen, waardoor vervorming en uitbuiking optreedt. Vaak te herkennen aan openstaande borsten bij de pen-en-gaten en randen pleisterwerk op de balkkoppen bij muren die uitbuiken.- Niet meer functionerende verankeringen door weggeroeste veren of een vergane balkkop.- Herstelde balkkoppen door middel van met glasfiber gewapende epoxy. Rond 1973 is deze methode van herstellen voor het eerst toegepast.

1.3 Gebreken aan constructies in ijzer en staal

Enkele veel voorkomende gebreken zijn:- Vervorming en zelfs bezwijken van ijzeren balken of liggers door ernstige roestvorming bij de oplegging.- Haarscheurtjes bij de koppen van gietijzeren kolommen door een te hoge belasting.- Scheuren in consoles bij de aansluiting op kolommen door sterk roestende bouten met moeren.- Bij samengestelde kolommen, balken en liggers roestvorming van binnenuit of door opeen- hoping van vuil, waardoor deze vervormen of in zeer ernstige situaties kunnen bezwijken.

Afbeelding 69Onvoldoende

dekking van het beton en forse

grindnesten bij een betonnen balk uit

1920. Vooral vroege betonconstructies

hebben onvoldoende

dekking.

66

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

1.4 Gebreken aan casco’s in beton

Globaal spelen de volgende schademechanismen bij gebreken aan betonconstructies een rol:

Corrosie van de wapening- De wapening in het beton wordt tegen corrosie beschermd door een dichte passiveringslaag, die gevormd wordt in contact met het cement. Door grindnesten kan de wapening ter plaatse wel corroderen. De snelheid waarmee dit gebeurt, is sterk afhankelijk van het aanbod van vocht. Vooral bij beton dat aan het buitenmilieu wordt blootgesteld is dit het geval.- De passiveringslaag kan afgebroken worden door carbonatatie van het beton. Het beton verzuurt als het ware. Door de corrosie neemt de doorsnede en daarmee de sterkte van de wapening af. Dit leidt tot scheurvorming en het afdrukken van de betondekking. Vooral bij vroege betonconstructies komt dit veel voor.- De passiveringslaag kan ook afgebroken worden door het indringen van chloriden (zouten). Door chloride-ionen kan de wapening zeer plaatselijk worden aangetast, ook bekend als putcorrosie.

Aantasting van het beton- Aantasting door sulfaten. Hierbij reageren de sulfaten op bestanddelen van de cementsteen waardoor gips of expansief ettringiet wordt gevormd. Door de uitzetting van dit ettringiet ontstaat scheurvorming. Voor het ontstaan hiervan is veel water nodig. Bij voortdurende lekkages in een zwavelhoudend milieu komt deze vorm van aantasting voor.- Alkali-silica-reactie ontstaat als reactief toeslagmateriaal in het beton reageert met bestand- delen van de cementsteen, waardoor een expansieve gel ontstaat, waardoor scheurvorming ontstaan. Het ontstaat alleen bij nat beton.- Aantasting door sterke zuren, waardoor het beton een uitgewassen grindstructuur krijgt. Dit kan het geval zijn in fabriekshallen of laboratoria. Aantasting ontstaat ook door zwavelzuur in afvalwaterinstallaties of mestsilo’s.

ScheurvormingBehalve veel voorkomende scheurvorming door schadelijke stoffen of carbonatatie kunnen scheuren ook een dieperliggende constructieve oorzaak hebben:- Verhinderde vervorming als gevolg van temperatuurverschillen tussen binnen en buiten. Dit treedt op bij betonskeletten die ook in de gevel zichtbaar zijn.

Afbeelding 70Scheurvorming

door alkali-silica-reactie in beton

dat voortdurend nat wordt bij de kazematten van

Kornwerderzand (Fr). De kazematten

zijn gebouwd in 1935 ter

verdediging van de Afsluitdijk.

67

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

- Als de trekspanningen in het beton groter worden dan de sterkte van het beton, bij voorbeeld bij te grote overspanningen en uitkragende balkons. - Wijzen van wapenen bij vroege betonconstructies door het ontbreken van beugels, het op- buigen van de veldwapening ter plaatse van steunpunten of het ophangen van de onder- wapening aan stalen haken.- Veranderingen in het gebruik van de betonconstructie, waardoor deze anders en zwaarder wordt belast.

1.5 Gebreken aan vloeren in hout

Verzakte vloerenVerzakte vloeren zijn meestal terug te voeren op de volgende gebreken:- Balkkoppen zijn verrot, zie moduul 2.1.1 Kapconstructies. Bij massieve muren nieuwe balk- koppen geventileerd opleggen en de bovenzijde afdekken met een kapje van DPC of lood. In ieder geval niet geheel inpakken in lood om condensatie te voorkomen.- Krimpen van de balklaag, zodat er 6 tot 8 mm ruimte onder de plint ontstaat. Komt voor bij nieuwe of herlegde balklagen bij ingrijpende restauraties.- Zetting van de fundering, verzakken, zie moduul 1.1 Fundering. Een iets aflopende vloer is meestal niet bezwaarlijk. Zuiver horizontaal laten rijzen van de vloer maakt het probleem ten opzichte van de scheefstand van kozijnen hinderlijk zichtbaar.- Verzakken van poeren onder de onderslagbalken van begane grondvloeren. Te herstellen door het opstoppen met een plavuis of wiggen.- Oplegging van balken is onvoldoende. Dit moet minimum 110 mm zijn. Ook door het wijken of uitbuiken van muren, bijvoorbeeld bij zijgevels van boerderijen, kan onvoldoende op- legging ontstaan. Voor verder herstel moet eerst de scheefstand van de muren gecorrigeerd of gestabiliseerd worden. Het aanbrengen van sleutelstukken kan een oplossing zijn.

Andere gebreken- Sterk aangetaste vloerdelen van vlonders in kerken zijn te herkennen door uitvliegopeningen van de bonte knaagkever die de eiken liggers heeft aangetast.- Sterk aangetaste vloerdelen door aantasting van de huiszwam als gevolg van onvoldoende ventilatie van de onderliggende ruimte. Dit komt regelmatig voor bij (kerk)vloeren die op zand of een vlijlaag liggen. - Aantasting van de vloerdelen door sterke condensatie boven een kruipruimte waarin water staat door grondwater of lekkage van een riool. Dit wordt zichtbaar in sterke roestvorming of vergaan van de draadnagels waarmee de delen zijn bevestigd.- Opbollen of sterke krimp van parketvloeren of blokjesvloeren. Deze gebreken ontstaan door te grote temperatuurwisseling in de ruimte of plaatselijk bij een verwarming of lekkage.

1.6 Gebreken aan vloeren in steen en terrazzo

Tegelvloeren en plavuizen

Gebreken die veel voorkomen zijn:- Overmatige slijtage, vooral in looproutes. Roodgebakken plavuizen hebben hier meer last van dan gesmoorde plavuizen. Bij hardstenen grafzerken die in een pad liggen kan dit ook het geval zijn. Soms is het verleggen van de looproute mogelijk of het begrenzen door een koord.- Uitgesleten voegwerk. Vloeren van plavuizen zijn, als het goed is, gelegd in een kalkmortel. Door agressieve reiniging met zure schoonmaakmiddelen worden de voegen aangetast. Het

68

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

verstoffen van rode plavuizen door een te vochtig milieu onder intensief belopen matten, lopers of vloerkleden.- Beschadiging door scheuren en afgeboerde randen. Scheuren kunnen ontstaan door oneffen- heden in de ondergrond en een hoge of ongelijkmatige (punt)belasting. Kleine metalen wieltjes zijn hiervan vaak de oorzaak. Bij vergruizing van het materiaal langs de scheur is de oorzaak vaak zetting, zakking of vervorming van de onderliggende constructie. - Vlekvorming in natuurstenen tegels. De oorzaken voor vlekken kan zeer verschillend zijn zoals: bruine vlekken door roestvormend pyriet, groene vlekken door koperoxide van messing of koperen voorwerpen, verkleuring of donkere randen bij stellen van marmer of hardsteen met cementmortel. Denk ook aan verontreinigingen in de specie zoals spijkers, sigaretten- peuken en eikenbladeren.

Terrazzo

Gebreken door een instabiele ondergrond- Verzakking door gebreken aan de fundering of ongelijkmatige zetting van het gebouw door ongelijke aanlegdiepte van de fundering, waarbij bijvoorbeeld de terrazovloer doorloopt in een aanbouw.- Inklinken van het grondpakket waarop de terrazzovloer ligt, waardoor de vloer op de versnijding van de fundering gaat “hangen”. Inklinken kan ook een gevolg zijn van een lekkend riool waarbij grond wegspoelt onder de vloer.

ScheurvormingScheurvorming kan allerlei oorzaken hebben. De meest voorkomende zijn:- Diepe scheuren die door de dikte van de vloer gaan. Deze gaan altijd terug op gebreken in de ondergrond.- Ondiepe meestal lijnvormige scheuren die het gevolg zijn van thermische fluctuaties door het ontbreken van dilataties. Vaak zijn al eerdere reparaties zichtbaar. Opnieuw repareren zonder dilateren is dan niet zinvol.- Netvormige scheuren. Deze zijn bijna altijd het gevolg van een onjuiste verwerking en behandeling. Deze ontstaan door krimp van het materiaal door bijvoorbeeld een te hoge watercementfactor (W.C.F). Soms is het een gevolg van onthechting tussen toplaag en tussenlaag.

Afbeelding 71Ogenschijnlijk een

dilatatiescheur in de terrazzovloer.

Toch bleek de oorzaak te liggen

in een sterk roestende balk van

het troggewelf in de kelder die zich

onder de vloer bevond.

69

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Andere veel voorkomende gebreken- Onthechting van de tussenlaag en toplaag. De vloer klinkt dan over grote delen hol. - Soms is de tussenlaag door middel van asfaltbitumenpapier in het verleden gescheiden van de onderconstructies. De bitumen kunnen bij een overmatig schoonmaken met water leiden tot bruinverkleuring.- Sterk afgeven of verstoffen door een onjuiste samenstelling van de toplaag. Van de specie mag maximaal 5% van het gewicht aan cement als kleurstof worden toegevoegd.- Sterke uitloging van het oppervlak door het gebruik van agressieve schoonmaakmiddelen of het overvloedig gebruik van chloorhoudende middelen bij badkamers en keukenvloeren.

70

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

3.2.2 Rapportage

2.1 Algemeen

Enkele aanwijzingenDe aanwijzingen zoals deze gegeven zijn in moduul 2.1.1 Kapconstructies – hout, moduul 2.1.2 Kapconstructies – ijzer en staal en moduul 2.1.3 Kapconstructies – beton, gelden ook voor de rapportage van dragende constructies. Als aanvulling verdient het volgende aandacht. Onderschat problemen met dragende constructies niet. Het zijn belangrijke onderdelen van het casco en herstel vergt vaak grote financiële offers. Laat dit in het rapport duidelijk naar voren komen. Balklagen en vloeren zijn niet altijd goed zichtbaar of bereikbaar. Probeer de rubriek toch voldoende te specificeren, zodat een duidelijk beeld ontstaat. Vooral bij dragende constructies is het van belang dat nauwkeurig aangegeven wordt of deze daadwerkelijk geïnspecteerd zijn. Om aansprakelijkheid te voorkomen wel vermelden “voor zover zichtbaar en redelijk bereikbaar”. Geef duidelijk aan als een verder onderzoek noodzakelijk is. Bij houten balklagen gaat het vaak om het loshalen van vloeren en het vrijhakken van de balkkoppen en beoordelen van de stabiliteit. Bij ernstige gebreken aan ijzer- of betonconstructies vereist dit bijna altijd een diepergaand onderzoek. Historische vloeren zijn tot heden sterk ondergewaardeerd. Omdat de belangstelling hiervoor sterk toeneemt, is het ook voor ons van belang hieraan in de rapporten meer aandacht te besteden. Heel veel gebouwen hebben een keur aan bijzondere vloeren. Door hieraan meer aandacht te besteden in de rapporten, zal ook de eigenaar of beheerder hieraan meer zorg besteden of gebreken laten verhelpen. Een mondelinge toelichting tijdens de inspectie kan hierbij helpen. In ieder geval leg het duidelijk in het rapport vast.

Rapportage- Als sprake is van dragende constructies met verschillende materialen, houd dan de volgorde van deze moduul aan: hout, ijzer of staal of beton.- Als sprake is van diverse soorten vloeren of afwerking, houd dan ook de volgorde van deze moduul aan: vloeren in hout, steen en terrazzo.- Als het materiaal bekend is, dit zoveel mogelijk vermelden. Het stimuleert de materialen- kennis. Dit geldt vooral bij het benoemen van vloeren. Het maakt verschil of een vloer belegd is met gesmoorde plavuizen of met hardstenen tegels.

71

Afbeelding 72Een alternerende balklaag met een

zwanenhalskorbeel in een woonhuis in de Warmoesstraat

te Amsterdam. Belangrijk om deze

in het rapport als zodanig te typeren!

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

- Bij boerderijen en schuren de kwaliteit van ankerbalk- of dekbalkgebinten met gebintstijlen onder deze rubriek aangeven. Hetzelfde geldt voor standvinkconstructies en balklagen in magazijnen en pakhuizen.- Bij torens ook de kwaliteit van de verschillende balklagen met vloeren in deze rubriek verwoorden. Afhankelijk van de situatie kan het zinvol zijn de balklaag die uitgevoerd is als tafelement in de spitsvoet in de rubriek kapconstructies te vermelden. De scheiding is niet altijd duidelijk te geven. Soms kan ook een verwijzing van de ene rubriek naar de andere volstaan.

2.2 Kwaliteitsomschrijving dragende constructies en vloeren

Beoordeling dragende constructies - houtBij de beoordeling van de kwaliteit spelen de volgende factoren een rol.

A. Stabiliteit (sterkte, stijfheid en vormvast) van de dragende constructie

B. Kwaliteit en sterkte van het hout, al dan niet aangetast

C. Kwaliteit van de verbindingen, opsluitingen met stroppen, pen en gaten

D. Preventieve maatregelen, geventileerde oplegging

Hieronder volgen de omschrijvingen van de kwaliteitsbeelden met de hieraan gekoppelde maatregelen voor herstel en onderhoud.

KwaliteitsbeeldenGoed: Zeer incidenteel een klein gebrek Geen herstel in zicht, onderhoud bij gelegenheid gewenst.

Kenmerken: - De dragende constructie is stabiel en voldoende zwaar en vormvast inclusief oplegging en verankering. - De constructie is volledig intact, alle verbindingen zijn gesloten, geen zware droog/ krimpscheuren. Aanhelingen van balkkoppen (traditioneel of gewapende epoxy) zijn zorgvuldig en op de juiste wijze uitgevoerd. - De gebinten en balklagen zijn vrij van actieve aantasting door schimmels en/of insecten, voor zover noodzakelijk is actieve aantasting op de juiste wijze afdoende behandeld. - Er zijn, waar mogelijk en zinvol, voldoende preventieve maatregelen getroffen met betrekking tot de ventilatie van balkkoppen en balkhout.

Redelijk: Incidenteel komen wat kleine gebreken of lichte houtaantastingen voor. Herstel/onderhoud bij gelegenheid noodzakelijk.

Kenmerken: - De dragende constructie is voldoende stabiel, zwaar en vormvast. Incidenteel is een oplegging of verankering onvoldoende. - De constructie is intact, plaatselijk een duidelijke droog- of krimpscheur. Aanhelen (traditioneel of gewapende epoxy) van balkkoppen is wel voldoende maar niet voldoende zorgvuldig uitgevoerd. - De gebinten en balklagen intact behoudens incidenteel enige actieve aan- tasting door schimmels en/of insecten. - Niet overal zijn preventieve maatregelen getroffen wat betreft de ventilatie van balkkoppen en balkhout.

72

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Matig: Er komen plaatselijk min of meer ernstige gebreken voor, Herstel/plaatselijke vernieuwing binnen 5-10 jaar noodzakelijk.

Kenmerken: - Op een aantal plaatsen komen zodanige ingerotte of verzwakte onderdelen voor, dat de stabiliteit van de balklagen en gebinten op termijn gevaar loopt door onvoldoende oplegging, ondersteuning en/of verankering. - Constructie is niet meer intact, op diverse plaatsen zware droog- of krimp- scheuren. Aanhelen (traditioneel of gewapende epoxy) van balkkoppen is onvoldoende en slordig uitgevoerd. - De gebinten en balklagen zijn niet meer intact en waarneembaar ingerot. Deze worden op veel plaatsen aangetast door schimmels en/of insecten, zodat een algehele bestrijding noodzakelijk is. - Preventieve maatregelen wat betreft de ventilatie van balkkoppen en balkhout zijn, waar dit mogelijk of zinvol was, niet of onvoldoende getroffen.

Slecht: In de gehele constructie komen ernstige gebreken voor. Algehele vernieuwing/restauratie binnen 2-5 jaar noodzakelijk.

Kenmerken: - Op veel plaatsen komen zodanig ingerotte of verzwakte onderdelen voor, dat de stabiliteit van balklagen, gebinten en casco gevaar loopt door onvoldoende oplegging, ondersteuning en/of verankering. - De verankeringen zijn slecht, onvolledig en ontbreken. Hierdoor treedt uit- buiking en scheurvorming van de gevels op. - Overal zijn delen van de balklagen en gebinten sterk ingerot, verzwakt of sterk door schimmels en/of insecten aangetast. - Preventieve maatregelen wat betreft de ventilatie van balkkoppen en balkhout zijn niet getroffen.

73

Afbeelding 73Een eerste

aanwijzing voor het uitbuiken

van gevels door sterk aangetaste

balkkoppen wordt zichtbaar

bij randen pleisterwerk die bij

de oplegging op de balkkop blijven

staan.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Beoordeling dragende constructies – ijzer en staalBij de beoordeling van de kwaliteit spelen de volgende factoren een rol.

A. Stabiliteit (stijfheid en vormvast) van de dragende constructie

B. Kwaliteit en sterkte van het ijzer of staal en de mate van roestvorming

C. Kwaliteit van de verbindingen, zoals bouten, klinknagels en lassen

Voor de kwaliteit van het schilderwerk op ijzer en staal wordt verwezen naar de kwaliteitsbeelden in moduul 1.7.2 Schilderwerk.

Kwaliteitsbeelden Goed: Geen herstel in zicht Kenmerken: - De dragende constructie is stabiel en voldoende stijf en vormvast, inclusief oplegging en verankering. - Er zijn geen gebreken zichtbaar aan het materiaal. Er is geen scheurvorming zichtbaar. Incidenteel is wat zeer lichte roestvorming zichtbaar. - Alle verbindingen met klinknagels, bouten of lassen zijn intact.

Redelijk: Herstel in zicht, maar duurt nog langer dan 10 jaar

Kenmerken: - De dragende constructie is voldoende stabiel. Wat stijfheid en vormvastheid betreft, is plaatselijk wat lichte vervorming zichtbaar. Oplegging en verankering is voldoende. - Er zijn geen gebreken zichtbaar aan het materiaal. Incidenteel kan een lichte haarscheur zichtbaar zijn. Plaatselijk is duidelijke roestvorming aanwezig. - Verbindingen met klinknagels, bouten of lassen zijn intact. Incidenteel is een klinknagels aangetast, zit een bout los of is een haarscheur in een las zichtbaar.

Matig: Herstel binnen 5-10 jaar Consoliderende maatregelen noodzakelijk

Kenmerken: - Op een aantal plaatsen komen zodanig verzwakte onderdelen voor, dat de stabiliteit van de kolommen, balken en liggers op termijn gevaar loopt door onvoldoende oplegging, ondersteuning en/of verankering. Vervorming is duidelijk zichtbaar. - Overal is ernstige roestvorming aanwezig, waardoor op termijn de sterkte van het materiaal gevaar loopt. Waar vervorming optreedt, zijn lichte scheuren zichtbaar. - Verbindingen met klinknagels, bouten of lassen zijn plaatselijk niet meer intact. Klinknagels of bouten zijn losgekomen en bij lassen zijn scheuren zichtbaar.

Slecht: Herstel binnen 2-5 jaar Consoliderende maatregelen urgent

Kenmerken: - Op veel plaatsen komen ernstig verzwakte onderdelen voor, die de stabiliteit van kolommen, balken en liggers direct bedreigen. Er is ernstige vervorming zichtbaar. - Overal is zodanig zware roestvorming zichtbaar, dat de sterkte van het

74

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

materiaal ernstig is aangetast. Ter plaatse van de vervorming zijn duidelijke scheuren zichtbaar. - Veel verbindingen met klinknagels, bouten of lassen zijn niet meer intact. Gelaste verbindingen scheuren los.

Dragende constructie - betonDragende constructie in beton is meestal een combinatie van kolommen met een ribbenstelsel en vloeren als één samenhangend geheel. De kwaliteitsomschrijving is hierop gebaseerd.

Beoordeling dragende constructies – betonBij de beoordeling van de kwaliteit spelen de volgende factoren een rol.

A. Stabiliteit (sterkte, stijfheid en vormvast) van de dragende constructie

B. Kwaliteit van het beton en zichtbare gebreken door roestende wapening

C. Kwaliteit van uitgevoerd herstel

Kwaliteitsbeelden Goed: Geen herstel in zicht Kenmerken: - Betonconstructie vertoont geen zichtbare vervorming en zware doorgaande scheuren aan de onderzijde van balken of vloeren en bij opleggingen, die duiden op overbelasting of onvoldoende oplegging. - Er zijn geen gebreken zichtbaar zoals roestplekken of afschervende delen die duiden op roestvorming of putcorrosie van de wapening. - Herstel is zorgvuldig uitgevoerd. Er zijn geen gebreken of krimpnaden zichtbaar. Ook zijn geen hol klinkende onthechte delen aanwezig.

Redelijk: Herstel in zicht, maar duurt nog langer dan 10 jaar

Kenmerken: - Zeer lichte vervorming zichtbaar. Bij opleggingen plaatselijk enige scheur- vorming zichtbaar, die mogelijk op overbelasting of onvoldoende oplegging wijst. - Er zijn incidenteel wat gebreken zichtbaar zoals roestplekken of afschervende delen die mogelijk duiden op roestvorming of putcorrosie van de wapening. - Herstel is in het algemeen netjes uitgevoerd. Incidenteel is een krimpnaad zichtbaar of is een hol klinkend stukje aanwezig.

Matig: Herstel binnen 5-10 jaar Consoliderende maatregelen noodzakelijk

Kenmerken: - Plaatselijk duidelijke vervorming zichtbaar of zware doorgaande scheuren aan de onderzijde van balken of vloeren en bij opleggingen, die duiden op overbelasting en onvoldoende oplegging. - Er zijn overal gebreken zichtbaar zoals duidelijke roestplekken of afschervende delen die duiden op roestvorming of putcorrosie van de wapening. - Herstel is slordig uitgevoerd. Er zijn duidelijke krimpnaden zichtbaar en op veel plaatsen zijn hol klinkende onthechte delen aanwezig.

75

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Slecht: Herstel binnen 2-5 jaar Consoliderende maatregelen urgent

Kenmerken: - Ernstige vervorming zichtbaar met zware doorgaande scheuren aan de onder- zijde van balken of vloeren en bij de oplegging, waardoor de stabiliteit van de betonconstructie gevaar loopt. - Er zijn ernstige gebreken zichtbaar zoals overal grote roestplekken en grote afschervende delen die duiden op ernstige roestvorming of putcorrosie van de wapening. - Herstel is zeer slordig uitgevoerd. Veel herstelwerk krimpt los of is al onthecht. Plaatselijk zijn al delen weggevallen.

Beoordeling vloerenBij de beoordeling van de kwaliteit spelen de volgende factoren een rol.

A. Opbouw, sterkte en slijtage van de vloeren

B. Zichtbare gebreken zoals losliggende delen of aantasting door lekkages, schimmels en insecten

C. Kwaliteit van uitgevoerd herstel

Vloeren in houtHieronder zijn behalve vloerdelen ook parket- en blokjesvloeren begrepen. Hanteer daarom de genoemde kenmerken naar bevind van zaken.

Goed: Geen herstel in zicht Alleen periodiek schoonmaken

Kenmerken: - Correcte opbouw en sterkte van de vloeren. Er is geen duidelijke slijtage of beschadiging zichtbaar. - Alle delen zijn zorgvuldig bevestigd. Er zijn geen losliggende delen aanwezig of aantasting door lekkages, schimmels of insecten - Herstel is zorgvuldig uitgevoerd met de juiste houtsoorten, juiste wijze van aanhelen en bevestiging.

Redelijk: Algeheel herstel in zicht, maar duurt nog langer dan 10 jaar Regelmatig klein onderhoud zoals het vastzetten van losliggende delen en periodiek schoonmaken

Kenmerken: - Correcte opbouw en sterkte van de vloeren. Plaatselijk is enige slijtage of beschadiging zichtbaar. - Delen zijn voldoende bevestigd met incidenteel een losliggende deel. Plaatselijk is een lekkage zichtbaar of aantasting door schimmels of insecten. - Herstel is uitgevoerd, maar niet met juiste houtsoorten, niet geheel correcte wijze van aanhelen en bevestiging.

Matig: Herstel binnen 5-10 jaar Consoliderende maatregelen noodzakelijk om verdere aantasting en beschadi- ging te voorkomen.

Kenmerken: - Opbouw van vloeren en sterkte van vloeren is zwak en plaatselijk onvoldoende. Op veel plaatsen is ernstige slijtage, krimp of beschadiging zichtbaar.

76

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

- Veel delen onvoldoende bevestigd met losliggende delen. Op diverse plaatsen zijn lekkages zichtbaar of duidelijke aantasting door schimmels of insecten. - Herstel is slordig uitgevoerd met andere houtsoorten, onjuiste wijze van aan- helen en bevestiging.

Slecht: Herstel binnen 2-5 jaar Consoliderende maatregelen urgent om teloorgang van de vloer te voorkomen.

Kenmerken: - Opbouw van vloeren en sterkte van vloeren is onvoldoende en zodanig aan- getast dat delen niet meer beloopbaar zijn. Overal is zeer ernstige slijtage, krimp of beschadiging zichtbaar. - Overal zijn delen onvoldoende bevestigd en liggen los. Er zijn veel lekkages zichtbaar en/of ernstige aantasting door schimmels of insecten. - Herstel is provisorisch uitgevoerd met ander hout, onjuiste wijze van aanhelen en ondeugdelijke bevestigingsmiddelen.

Vloeren in steenHieronder zijn zowel vloeren met plavuizen en industrieel vervaardigde tegels begrepen als vloeren met natuursteen tegels en zerkenvloeren. Hanteer daarom de genoemde kenmerken naar bevind van zaken.

Goed: Geen herstel in zicht Alleen periodiek schoonmaken

Kenmerken: - Correcte onderconstructie en samenstelling van de tegelvloer. Er zijn geen overmatige slijtage, gebreken of beschadigingen zichtbaar. - Alle tegels of zerken zijn zorgvuldig gelegd en voldoende vlak, geen los- liggende tegels of zerken, geen aantasting van voegwerk of aantasting door vocht of zouten. - Herstel is zorgvuldig uitgevoerd met juiste tegels of soort natuursteen, patroon en mortelsoorten.

Redelijk: Algeheel herstel in zicht, maar duurt nog langer dan 10 jaar Regelmatig klein onderhoud zoals vastleggen losliggende of gescheurde tegels, dichthouden van voegen en schoonmaken

Kenmerken: - Correcte onderconstructie en samenstelling van de tegelvloer. Incidenteel is sprake van overmatige slijtage of is een gebrek of beschadiging zichtbaar. - Alle tegels of zerken zijn voldoende zorgvuldig gelegd, incidenteel een oneffenheid, een losliggende of gescheurde tegel of zerk. Plaatselijk zijn voegen licht uitgesleten of verdwenen. Incidenteel is aantasting door vocht en zouten zichtbaar. - Herstel is uitgevoerd maar niet overal met de juiste tegels of soort natuursteen, in het juiste patroon en mortelsoorten.

Matig: Herstel binnen 5-10 jaar Consoliderende maatregelen noodzakelijk om verdere aantasting en beschadi- ging te voorkomen.

77

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Kenmerken: - Samenstelling en onderconstructie van de tegelvloer zijn onjuist en leiden tot problemen. Op veel plaatsen is sprake van overmatige slijtage. Ook zijn gebreken en ernstige beschadigingen zichtbaar. - Tegels of zerken zijn niet zorgvuldig gelegd, onvoldoende vlak met veel los- liggende tegels of zerken. Overal zijn voegen uitgesleten of verdwenen. Aantasting door vocht en zouten is op verschillende plaatsen duidelijk zichtbaar. - Herstel is niet zorgvuldig uitgevoerd met afwijkende tegels of soort natuur- steen, patroon en niet geëigende mortelsoorten.

Slecht: Herstel binnen 2-5 jaar Consoliderende maatregelen zijn urgent om teloorgang van de vloer te voor- komen.

Kenmerken: - Samenstelling en onderconstructie van de vloer zijn onjuist en leiden tot ernstige problemen. Overal is sprake van overmatige slijtage. Ook zijn ernstige gebreken of beschadigingen zichtbaar. - Tegels of zerken slordig en ongelijk gelegd. Veel tegels of zerken liggen los en plaatselijk ontbreken deze. Veel voegwerk is diep uitgesleten of verdwenen. Er is sprake van ernstige aantasting door vocht of zouten. - Herstel is provisorisch uitgevoerd met niet passende tegels of soort natuur- steen, patroon en onjuiste mortelsoorten.

Vloeren in terrazzo

Goed: Geen herstel in zicht Alleen periodiek schoonmaken

Kenmerken: - Correcte opbouw en onderconstructie van terrazzo. Geen beschadigingen zichtbaar. Incidenteel is zeer lichte scheurvorming zichtbaar. - Terrazzo is zorgvuldig aangebracht, inclusief zetsteentjes of sanitaire plinten. Geen aantasting of verzanden van het oppervalk zichtbaar. - Herstel van gebreken in de onderconstructie en scheuren is zorgvuldig uitgevoerd met de juiste steentjes, grootte en mortelkleur. Reparaties niet storend zichtbaar.

Redelijk: Herstel in zicht, maar duurt nog langer dan 10 jaar Regelmatig klein onderhoud zoals dichthouden van scheurtjes en periodiek schoonmaken

Kenmerken: - Correcte opbouw en onderconstructie van terrazzo. Incidenteel is een kleine beschadiging zichtbaar. Plaatselijk wat lichte scheuren aanwezig. - Terrazzo is zorgvuldig aangebracht, inclusief zetsteentjes of sanitaire plinten. Plaatselijk is wat lichte aantasting of verzanden van het oppervlak zichtbaar. - Herstel van gebreken in de onderconstructie en scheuren is niet zorgvuldig uitgevoerd. Steentjes, grootte en mortelkleur wijken af en reparaties zijn zichtbaar.

78

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Matig: Herstel binnen 5-10 jaar Consoliderende maatregelen noodzakelijk om verdere aantasting of beschadiging te voorkomen

Kenmerken: - Gebreken aan onderconstructie zichtbaar door breuken en zetting. Plaatselijk zijn beschadigingen en dilatatiescheuren aanwezig. - Terrazzo is niet overal zorgvuldig aangebracht met plaatselijk weggevallen of loszittende zetsteentjes, ook zijn delen weggevallen van een sanitaire plint. Oppervlak is uitgeloogd door agressieve schoonmaakmiddelen. - Herstel is slordig uitgevoerd met afwijkende steentjes, onjuiste grootte en mortelkleur juiste tegels of soort natuursteen, patroon en mortelsoorten, waardoor reparaties storend zichtbaar zijn.

Slecht: Herstel binnen 2-5 jaar Consoliderende maatregelen urgent om teloorgang van de vloer te voorkomen.

Kenmerken: - Ernstige gebreken aan onderconstructie door breuken, zetting en onthechting. Op veel plaatsen zijn beschadigingen en dilatatiescheuren aanwezig. - Terrazzo is slordig aangebracht, met veel loszittende of weggevallen steentjes. Grote delen van sanitaire plint zijn beschadigd of weggevallen. Het oppervlak is ernstig uitgeloogd door agressieve schoonmaakmiddelen. - Herstel is provisorisch uitgevoerd met een sterk afwijkende mortelkleur en te grote steentjes, dichtgesmeerde stukjes. Reparaties zijn storend zichtbaar en krimpen los.

79

herstelde breukbreuk door inklinken bodem en “hangen” op een versnijding

liften d.m.v. injecteren

versnijding fundering

gelifte en gestabiliseerde ondergrond versnijding

fundering

verstijven ondergrond d.m.v. injecteren met waterglas

stampbetononderlaag 6 cm

terrazzo 3 cm

scheuren verlijmen m.b.v. epoxy

losgekomen terrazzo t.g.v. krimp

gewapend betonvloer

terrazzo 30 mm

rondgezette sanitairplint

messing strip 3 mm langer

messing strips als dilatatie

messing strip vlak geschuurd

folie

folie

Afbeelding 74Enkele gebreken

die veel voorkomen bij

terrazzovloeren.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

2.3 Adviezen voor onderhoud en herstel

AlgemeenWat betreft adviezen voor onderhoud en herstel van gebinten en balklagen in hout wordt verwezen naar moduul 2.1.1 Kapconstructie – hout. In deze moduul worden de mogelijkheden uitvoerig behandeld, inclusief de aanpak van actieve aantasting door schimmels en insecten. Bij ernstige problemen bij dragende constructies in ijzer en staal is het bijna altijd noodzakelijk dat hierbij een constructeur betrokken wordt met affiniteit voor monumenten en kennis van deze constructies. Deze kan concrete maatregelen bepalen voor een verantwoord herstel. Voor het schilderen van ijzer en staal wordt verwezen naar moduul 1.7.2 Schilderwerk.Bij betonconstructies met ernstige scheurvorming of carbonatieverschijnselen is altijd een grondig onderzoek noodzakelijk door een hierin gespecialiseerd bedrijf om de juiste aanpak van de problemen te bepalen. Adviezen voor onderhoud en herstel hebben betrekking op onderhoud en herstel van historische vloeren.

80

Preventieve maatregelen bij historische vloerenIn het verleden werd veel zorg besteed om onnodige slijtage van vloeren in hout en steen te voorkomen. Men bereikte dit door het leggen van matten, lopers of onderleggers.Historische vloeren moeten voldoende kunnen ademen en hierdoor opgenomen vocht kwijtraken. Daarom is het belangrijk om bij schoonmaken het gebruik van water zoveel mogelijk te beperken. Laat onvermijdelijk vocht zo snel mogelijk verdwijnen. Een andere vochtbron die tot ernstige problemen en vlekken kan leiden zijn uitdruipende paraplu’s, jassen of natte voeten. Door vuil en zand ontstaan bij toegangen ontoelaatbare beschadigingen en krassen. Goede schoonloopmatten over de volle breedte van een gang of vestibule beperken dit sterk. Een schoonloopmat van 3 meter lengte vangt al 95% van het vuil weg. Periodiek reinigen van deze matten is natuurlijk wel noodzakelijk.Bij intensief belopen ruimten zoals bij musea verdient het aanbeveling een goed schoonmaakplan te maken en een routing te kiezen die schade aan de historische vloeren vermijdt.

Onderhoud houten vloerenVoor het onderhoud van een parketvloer geldt vooral regelmatig schoonmaken, vooral in hoeken en langs plinten om overmatig aanhechting van vuil te voorkomen. Hardnekkige vervuiling kan goed verwijderd worden met wasbenzine. Voor alle vloeren geldt overigens om te reinigen zonder

Afbeelding 75Bij de herbestem-ming en behoud van de dragende

constructies is op voorstel van de constructeur een onderspan-nen stalen balk

aangebracht om een kolom die in de weg stond te

ondervangen.

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

water. Als parket afgewerkt wordt dient dit door een parqueteur uitgevoerd te worden met kennis van zaken van historisch parket. Verder is het belangrijk om regelmatig te controleren of nergens delen los liggen of loskrimpen. Besteed ook aandacht aan vilt als onderleggers voor metalen voorwerpen of de beruchte ijzeren wieletjes onder oude verrijdbare tafeltjes en leunstoelen. Als er toch vlekken zijn ontstaan, dan dienen deze zo snel mogelijk met geëigende middelen verwijderd te worden. Om blanke vloeren van vuren of grenen te beschermen tegen vlekken, kunnen deze in de blanke lijnolie gezet worden. Meestal wordt hiervoor 1 deel gekookte en 1 deel rauwe lijnolie toegepast. Wil men de vloer iets bijkleuren dan kan pigment van aardkleuren toegevoegd worden.

Onderhoud van tegelvloerenOnderhoud van tegelvloeren en vloeren met zerken bestaat allereerst in een regelmatige inspectie op zetting, waardoor tegels ongelijk gaan liggen met het risico op breuk. Verder kan gekeken worden naar het uitslijten van voegen. Houd voegen goed dicht door deze in te wassen met kalkmortel. Let ook op met welke machines vloeren worden schoongemaakt. Veel van deze machines zorgen voor een zware mechanische belasting en verbrijzelen tegels en tegelranden. Vermijdt de inzet van boen- en schrobmachines. Bijna altijd zorgen deze voor krassen. Ook bij tegelvloeren geldt het zoveel mogelijk beperken van overvloedige hoeveelheden water. Vochtig dweilen of moppen is vaak al voldoende. Ernstige vervuiling of vlekken mogen alleen verwijderd worden door een Ph-neutrale zeep. Bleekwater is agressief en zorgt voor schadelijke zoutvorming. Bij zeer druk belopen tegelvloeren kan het zinvol zijn de looproute af te dekken met een loper. Deze moet wel zeer frequent worden gereinigd, anders wordt de loper schuurpapier.

Onderhoud terrazzoAls terrazzo regelmatig schoon gehouden wordt door het boenen met groene zeep op basis van lijnolie of zachte zeep op basis van sojaolie dan ontstaat een dicht oppervlak met een lichte glans. Schoonmaken met boenwas zorgt voor een spiegelgladde vloer. Ook hier geldt dat water zoveel mogelijk beperkt moet worden. Agressieve schoonmaak middelen op basis van zuren en logen vreten in en tasten het granulaat (korrels) van het kalkgesteente en het bindmiddel aan. Veel terrazzo kent scheurtjes. Kleine scheurtjes behoeven niet gerepareerd te worden. Bij het herstel van grotere scheuren is het kiezen van grondstoffen vaak een probleem omdat de destijds gebruikte korrels niet meer verkrijgbaar zijn. Er moet dan gezocht worden naar vervangende steensoorten. Hetzelfde geldt voor cement dat in diverse grijstinten verkrijgbaar is en een groot effect heeft op de kleur bij het repareren van scheuren.

81

Afbeelding 76Hardstenen

zerken uit de loop gelegd om

overmatige slijtage te voorkomen.

De oorspronkelijk plaats is

gedocumenteerd en met messing

strippen gemarkeerd.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

2.4 Voorbeeldomschrijvingen

AlgemeenHieronder volgt een aantal voorbeelden van omschrijvingen zoals die - per situatie aangepast -gebruikt kunnen worden in de rapporten:Zie voor algemene aanwijzingen moduul 0.7 Rapportage.De omschrijvingen zijn volgens de algemene aanwijzingen als volgt opgebouwd:

1. algemene kwalificatie

2. nadere bijzonderhedenzoals uitgevoerd herstel, speciale maatregelen etc.

3. eventuele vervangingstermijn en prioriteit

4. nadere adviezen en oplossingen

Tussen [ ] geplaatste cijfers in de onderstaande omschrijvingen verwijzen naar de hierboven genoemde opbouw.

Voorbeelden

Rubriek Kwalificatie Toelichting

3.2.1 Dragende constructies hout

Balklaag onder de klokkenstoel [2] Eiken in verschillende afmetingen.

- westelijke strijkbalk (onderslag) S [2] Grotendeels door houtrot aangetast (60-70%). [4] Deze balk geheel vervangen.

- onderslagbalk R [2] Aan noordzijde in lichte mate bij muuroplegging door houtrot aangetast.

- oostelijke strijkbalk (onderslag) R Idem

- opgelegde balklaag (5 stuks) S [2] Alle balkkoppen zijn aan weerszijden bij de op-legging geheel afgerot. [4] N.B. De dragende functie van de balklaag is zeer twijfelachtig. Stutten is noodzakelijk! Gehele balklaag restaureren.

Eiken balklaag uurwerkzolder (5 stuks)

M [2] Balkkoppen aan noordzijde vrij zwaar ingerot. [4] Herstel in samenhang met balklaag onder klokkenstoel.

Boerderij

Eiken ankerbalkgebinten

- vrij in de ruimte achterhuis (4 stuks)

R [2] Onderzijde bij poeren plaatselijk erg dun en verzwakt. Er is geen verzakking geconstateerd. [4] Op termijn rekenen op aanhelen van ondereinden.

- voorhuis (2 stuks) G Voorzover waarneembaar.

Hildebalklagen achterhuis

- balklaag noordzijde + vloer R [2] Circa 6 balkjes zijn in lichte mate bij de oplegging aangetast. Vloer vertoont lichte houtwormaan-tasting door gebrek aan ventilatie. Herstel is nog niet noodzakelijk.

- balklaag zuidzijde M [2] Bijna alle balkjes zijn zwaar aangetast bij de op-legging door eerdere lekkages in de dakvoet.

- vloer zuidzijde S [2] Ernstig aangetast door houtworm en niet meer begaanbaar! [4] Erop rekenen dat gehele vloer vervangen moet worden.

82

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

Rubriek Kwalificatie Toelichting

- zoldervloer, brede grenen delen

M [2] Veel delen liggen los, zijn onbetrouwbaar of in het verleden zeer slordig aangeheeld. [4] Plaatselijk vloerdelen vernieuwen.

Woonhuis

- alternerende balklaag, eiken in voorhuis

M [2] Diverse balkkoppen zijn in het verleden zwaar aangetast door bonte knaagkever. Bij 2 aangekruiste balkkoppen is nauwelijks meer sprake van op-legging. Door overbelasting is tevens te sterke doorbuiging ontstaan.

- korbeelstellen + muurstijlen S [2] Veel muurstijlen zijn ernstig verzwakt door oude aantasting van de bonte knaagkever. Bij 2 muurstijlen zat de verankering los! [3] Rekenen op restauratie binnen 2 – 5 jaar. [4] Dringend onderzoek noodzakelijk naar stabiliteit van het casco.

3.2.1 Dragende constructies ijzer

- gietijzeren kolommen G [2] Inclusief gietijzeren consoles en boutverbin-dingen.

- geklinknagelde liggers (16 st) M [2] Er is duidelijke vervorming bij de oplegging zichtbaar, vermoedelijk overbelasting. Er is ook sprake van zware roestvorming. [3] Binnen een termijn van 5-7 jaar rekenen op algeheel herstel.

3.2.1 Dragende constructies ijzer

- samengestelde kolommen (3 stuks)

R [2] Aan de onderzijde van een kolom zijn klinknagels verdwenen. Op diverse plaatsen is sprake van roestvorming.

- samengestelde onderslag G [2] De onderslag is geklinknageld.

- balklaag IPE (20 stuks) R [2] De koppelijzers boven de onderslag zijn plaatse-lijk losgetrokken.

3.2.1 Dragende constructies ijzer

- gietijzeren kolommen (8 st) M [2] Alle kolomvoeten zijn gescheurd en de bouten zijn zwaar aangetast door roest. Mogelijk treedt te grote thermische spanning op. [3] Rekenen op uitgebreid herstel binnen een termijn van 5-10 jaar. [4] Nader onderzoek is noodzakelijk.

- grenen balklaag R [2] Het spinthout is licht aangetast. Er is geen sprake van actieve aantasting. [4] Bestrijding is niet nood-zakelijk.

3.2.1 Dragende constructies beton

- kolommen en draagbalken G [2] Inclusief de paddestoelvormige oplegging.

83

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

Rubriek Kwalificatie Toelichting

- plaatvloeren R [2] Aan de onderzijde scherven incidenteel stukjes beton af door onvoldoende dekking en licht geroeste wapening.

3.2.1 Dragende constructies beton

- draagbalken (6 stuks) R [2] Incidenteel scherft het beton af en is roest-vorming zichtbaar. De donkerbruine roest duidt op aantasting door chloriden en mogelijk putcorrosie van de wapening.

- plaatvloeren S [2] Aan de bovenzijde zijn lichte doorgaande scheuren zichtbaar. Aan de onderzijde vallen scherven weg en zijn grote grindnesten aanwezig. [3] Herstel binnen 2 tot 5 jaar. [4] Nader onderzoek naar sterkte is noodzakelijk.

3.2.2 Houten vloer voorkamer

- vloer, brede vuren delen M [2] Vloer helt sterk naar één zijde (voorgevel), vermoedelijk ingerotte oplegging balken. Kruipruimte niet toegankelijk. [3] Rekenen op herstel binnen 5-10 jaar.

3.2.2 Houten vlonder kerkbanken

- houten vloer, balklaag in zand S [2] Ter plaatse van eiken balkjes gaatjes van actieve aantasting bonte knaagkever. Vuren delen door schimmel en vocht sterk aangetast. [3] Rekenen op algehele vernieuwing binnen 2 tot 5 jaar.

3.2.2 Vloer plavuizen

- gesmoorde en rode plavuizen in dambordpatroon

R [2] Voor zover waarneembaar vanwege kleden en meubilair. Plaatselijk is wat licht uitgesleten voegwerk zichtbaar. Rode plavuizen verpoederen enigszins.

3.2.2 Vloer natuursteen tegels

- witte marmer tegels gang M [2] Door zetting liggen tegels los, langs de wanden zijn tegels gebroken. In het verleden slordig hersteld met andere kleur tegels. [3] Rekenen op herleggen grote delen van de gangvloer binnen 5 à 6 jaar.

3.2.2 Zerkenvloer

- vlakke zerken G [2] Voor zover waarneembaar, incidenteel een weggevallen voeg.

- gebeeldhouwde zerken R [2] Er is sprake van lichte slijtage omdat de zerken in het looppad van de kerk liggen.

3.2.2 Terrazzo

- vloer keuken R [2] Er is lichte scheurvorming zichtbaar, maar niet verontrustend. Herstel is niet noodzakelijk.

84

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

3.2.3 Herstel

3.1 Algemeen

Het vakkundig en duurzaam herstellen of restaureren van dragende constructies in hout, ijzer en staal of beton bij ernstige gebreken, kan alleen uitgevoerd worden door gekwalificeerde aannemers met aantoonbare ervaring. Dit geldt zeker voor dragende constructies in ijzer en staal of beton. Omdat dragende constructies een integraal onderdeel uitmaken van het casco, is een goede voorbereiding het halve werk. Dit houdt in dat gespecialiseerde adviseurs, architecten en constructeurs hiervoor een goed plan op moeten stellen en dit voor een duurzaam resultaat ook moeten begeleiden. Ook voor eenvoudige werkzaamheden en minder ingrijpend herstel verdient het sterke aanbeveling om hiervoor gekwalificeerde bedrijven in te schakelen. Herstellen van vloeren in hout en steenachtige materialen vereist een grondige kennis van de historische technieken, materialen en afwerking. Slechts een beperkt aantal bedrijven is in staat om tot een verantwoord en duurzaam resultaat te komen. Bij herstel en behoud van historische vloeren is het van groot belang om zich vooraf uitgebreid te oriënteren en referenties na te trekken en te bezoeken.Erkenning en herkenning van het belang van historische binnenruimten is de laatste jaren sterk toegenomen. De oprichting van een Interieurwacht is hier, naast een sterk gegroeide belangstelling, het gevolg van. Als het niet alleen gaat om een incidentele historische vloer, maar om complete historische interieurs, dan is het verstandig om een opname te laten uitvoeren door de Interieurwacht. Aan de hand van deze opname met adviezen kan dan een concreet plan van aanpak worden opgesteld voor onderhoud en herstel.

85

Afbeelding 77Fraaie 19e eeuwse parketvloer in het

Goethe Instituut te Amserdam. Maak

altijd melding in je rapport van deze

vloeren en besteed er voldoende

aandacht aan.

3.2 Werkzaamheden

Binnen het raam van onze inspecties zijn op zeer bescheiden wijze werkzaamheden mogelijk in overleg met de eigenaar of beheerder. Enkele suggesties:- Markeren met roodwit lint van niet begaanbare delen van verdiepingsvloeren en zolders.- Het tijdelijk stutten van zwaar ingerotte balkkoppen of een sterk verzwakte onderslagbalk van een begane grond vloer. - Het verbeteren van de ventilatie onder een begane grond vloer door het openen van dicht- gezette ventilatieroostertjes.

2012

3.2 DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN

- Het controleren en zo nodig aandraaien van stalen stroppen en beugels bij dragende constructies in hout zoals gebinten, standvinken en balklagen.- Onderstoppen van losliggende plavuizen of natuurstenen tegels om breuk te voorkomen.

3.3 Nuttige adressen

- Bedrijfschap Afbouw, afdeling Techniek Postbus 546, 3900 AM Veenendaal Telefoon 0318-505602 www.bedrijfschapafbouw.nl , [email protected] Adviseert over aanpak bij problemen met terrazzovloeren.

- Betonvereniging Ir P. Bloklandhuis, Postbus 411, 2800 AK Gouda Telefoon 0182-539233 www.betonvereniging.nl, [email protected] Algemene informatie over verwerking van beton, betonkwaliteit, nieuwe Eurocodes voor berekeningen en CUR-aanbevelingen. www.betonlexicon.nl Uitgebreide begrippenlijst met uitleg en verklaring en eventuele maatregelen om problemen te voorkomen.

- CURNET Groningenweg 10, 2803 PV Gouda Telefoon 0182-540600 www.curnet.nl, [email protected] Instituut dat zorgdraagt voor kennisoverdracht in de ruimste zin van het woord inzake civiele techniek.

- Staalbouwkundig Genootschap p/a Bouwmetstaal, Boerhavelaan 40, 2713 HX Zoetermeer Telefoon 079-3531277 www.bouwenmetstaal.nl, [email protected] Het Genootschap is een onderdeel van de Vereniging Bouw met staal. Het Genootschap belegt regelmatig symposia en geeft publicaties uit die de historische ontwikkeling betreffen van constructies in ijzer en staal.

- Stichting Het Nederlandse interieur Postbus 15599, 1001 NB Amsterdam www.shni.nl, [email protected] Probeert belangstelling te wekken voor historische binnenruimten waaronder vloeren en wandafwerking. Geeft hierover voorlichting en organiseert symposia.

- Stichting Hout Research Nieuwe Kanaal 9B, 6709 PA Wageningen Telefoon 0317-467366 www.shrl.nl, [email protected] De stichting verricht onderzoek naar de kwaliteit van hout en houtconstructies en voert ook opnames uit.

86

2012

DRAGENDE CONSTRUCTIES EN VLOEREN3.2

87

- Vereniging Adviseurs Beton Onderhoud (VABOR) Postbus 267, 4100 AG Culemborg Telefoon 0345-570179 www.vabor.nl, [email protected] Bij deze vereniging zijn bedrijven aangesloten die zich gespecialiseerd hebben in het onder- houd en herstellen van beton. Een beperkt aantal heeft deskundigheid opgebouwd bij herstel van historische betonconstructies.

Verantwoording afbeeldingenJ. Bakker: afbeelding 15K. Boeder: afbeelding 1, 5, 6, 9, 13, 14, 16 t/m 20, 24 t/m 27, 29, 32, 38 t/m 56, 58 en 60 t/m 77Bewerkt naar Fundeon: afbeelding 28Bewerkt naar M. van Hemert, Houtconstructies: afbeelding 7, 8 en 10 t/m 12 Oosterhof, Bouwtechniek: afbeelding 31 en 33 t/m 36Bewerkt naar Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: afbeelding 2 t/m 4, 30, 37, 57 en 59 J. F. Wattjes: afbeelding 21 t/m 23

Alle aanvullingen en waardevolle opmerkingen zijn voorzover mogelijk verwerkt in de tekst.