315 Ontzegging Vorderingsrecht Wegens Fraude In Strijd Met Redelijkheid En Billijkheid

2
stelsel 54 3-2005 > zorg & financiering De Rechtbank Utrecht wees op 4 november 2004, onder nummer 183830/KG ZA 04-866/YT, in een geschil tussen een kraamcentrum en zie- kenfonds Agis over de door het ziekenfonds gevolgde aanbestedingsprocedure. Het kraamcentrum vorderde het ziekenfonds te gebieden de aanbestedingsprocedure in te trek- ken en tot heraanbesteding over te gaan op basis van gunningscriteria die voldoen aan de Richt- lijn diensten. Verder vorderde het kraamcen- trum op straffe van verbeurte van een dwang- som, de lopende overeenkomst met het kraam- centrum betreffende het leveren van kraamzorg voort te zetten totdat de heraanbestedingsproce- dure heeft plaatsgevonden en de aan te besteden diensten zijn gegund, doch in ieder geval tot 31 december 2005. De rechtbank overwoog dat de stelling van het kraamcentrum dat de gunningscriteria die door Agis waren gesteld in de offerteaanvraag in strijd zijn met de Richtlijn diensten omdat deze criteria niet op de dienstverlening zelf maar op de inschrijver betrekking hebben en derhalve als selectiecriteria zijn aan te merken kon volgens de rechtbank niet worden aanvaard. Allereerst heeft te gelden dat een selectiecriterium in het aanbestedingsrecht een voorwaarde vormt waar- aan de inschrijver op straffe van uitsluiting moet voldoen om aan de aanbestedingsprocedure in kwestie deel te kunnen nemen. Uit de nadere omschrijving en wijze van beoordelen van de criteria bleek dat daaraan geen uitsluitende wer- king was verbonden, nu uitdrukkelijk op meer dan één wijze en in mindere of meerdere mate aan die criteria kon worden voldaan. Voorts kon ten aanzien van de inhoud van de criteria, anders dan het kraamcentrum stelde, niet wor- den geoordeeld dat deze criteria enkel dan wel voornamelijk betrekking hadden op de inschrij- vers zelf, dat wil zeggen hun organisatie. Dit volgt voor de basiskwaliteitseisen uit de inhoud van de brochure ‘Basiskwaliteitseisen kraam- zorg’. De gevorderde intrekking van de aanbe- stedingsprocedure was volgens de rechtbank niet voor toewijzing vatbaar. Bron: RZA 2005, 29< 314 gunningscriteria geen selectiecriteria bij aanbesteding kraamzorg De Rechtbank Groningen wees op 25 augustus 2004, onder 64453/HA ZA 03-283 vonnis in een geschil tussen verzekerde en diens ziekte- kostenverzekeraar over de weigering kosten te vergoeden van medische behandeling tijdens het verblijf in de Dominicaanse Republiek. De verzekeraar weigerde de kosten te vergoeden wegens een vermoeden van fraude. De rechtbank overwoog dat niet ontkend kon worden dat er bij het indienen van declaraties door verzekerde sprake was geweest van onzorgvuldigheden. Evenmin kon worden uit- gesloten dat er door hulpverleners in de Dominicaanse Republiek onregelmatigheden hadden plaatsgevonden en dat door hen meer was gedeclareerd dan de werkelijk verschuldig- de vergoedingen. Niettemin, boden de in het rapport van VIDI genoemde feiten en omstan- digheden onvoldoende grondslag om op grond daarvan uit te gaan van fraude of bedrog die (de zoon van) verzekerde kon worden toegerekend. Gelet daarop en op het feit dat vaststond dat ver- zekerde in de Dominicaanse Republiek ernstig ziek was geweest zodat zij aldaar een aantal weken op de intensive care moest worden opge- 315 ontzegging vorderingsrecht wegens fraude in strijd met redelijkheid en billijkheid

Transcript of 315 Ontzegging Vorderingsrecht Wegens Fraude In Strijd Met Redelijkheid En Billijkheid

Page 1: 315 Ontzegging Vorderingsrecht Wegens Fraude In Strijd Met Redelijkheid En Billijkheid

stelsel

54 3-2005 > zorg & financiering

De Rechtbank Utrecht wees op 4 november2004, onder nummer 183830/KG ZA 04-866/YT,in een geschil tussen een kraamcentrum en zie-kenfonds Agis over de door het ziekenfondsgevolgde aanbestedingsprocedure.

Het kraamcentrum vorderde het ziekenfonds tegebieden de aanbestedingsprocedure in te trek-ken en tot heraanbesteding over te gaan op basisvan gunningscriteria die voldoen aan de Richt-lijn diensten. Verder vorderde het kraamcen-trum op straffe van verbeurte van een dwang-som, de lopende overeenkomst met het kraam-centrum betreffende het leveren van kraamzorgvoort te zetten totdat de heraanbestedingsproce-dure heeft plaatsgevonden en de aan te bestedendiensten zijn gegund, doch in ieder geval tot31 december 2005.De rechtbank overwoog dat de stelling van hetkraamcentrum dat de gunningscriteria die doorAgis waren gesteld in de offerteaanvraag instrijd zijn met de Richtlijn diensten omdat dezecriteria niet op de dienstverlening zelf maar opde inschrijver betrekking hebben en derhalve als

selectiecriteria zijn aan te merken kon volgensde rechtbank niet worden aanvaard. Allereerstheeft te gelden dat een selectiecriterium in hetaanbestedingsrecht een voorwaarde vormt waar-aan de inschrijver op straffe van uitsluiting moetvoldoen om aan de aanbestedingsprocedure inkwestie deel te kunnen nemen. Uit de nadereomschrijving en wijze van beoordelen van decriteria bleek dat daaraan geen uitsluitende wer-king was verbonden, nu uitdrukkelijk op meerdan één wijze en in mindere of meerdere mateaan die criteria kon worden voldaan. Voorts konten aanzien van de inhoud van de criteria,anders dan het kraamcentrum stelde, niet wor-den geoordeeld dat deze criteria enkel dan welvoornamelijk betrekking hadden op de inschrij-vers zelf, dat wil zeggen hun organisatie. Ditvolgt voor de basiskwaliteitseisen uit de inhoudvan de brochure ‘Basiskwaliteitseisen kraam-zorg’. De gevorderde intrekking van de aanbe-stedingsprocedure was volgens de rechtbankniet voor toewijzing vatbaar. Bron: RZA 2005, 29<

314 gunningscriteria geen selectiecriteria bij aanbesteding kraamzorg

De Rechtbank Groningen wees op 25 augustus2004, onder 64453/HA ZA 03-283 vonnis in eengeschil tussen verzekerde en diens ziekte-kostenverzekeraar over de weigering kosten tevergoeden van medische behandeling tijdenshet verblijf in de Dominicaanse Republiek. Deverzekeraar weigerde de kosten te vergoedenwegens een vermoeden van fraude.

De rechtbank overwoog dat niet ontkend konworden dat er bij het indienen van declaratiesdoor verzekerde sprake was geweest vanonzorgvuldigheden. Evenmin kon worden uit-

gesloten dat er door hulpverleners in deDominicaanse Republiek onregelmatighedenhadden plaatsgevonden en dat door hen meerwas gedeclareerd dan de werkelijk verschuldig-de vergoedingen. Niettemin, boden de in hetrapport van VIDI genoemde feiten en omstan-digheden onvoldoende grondslag om op gronddaarvan uit te gaan van fraude of bedrog die (dezoon van) verzekerde kon worden toegerekend.Gelet daarop en op het feit dat vaststond dat ver-zekerde in de Dominicaanse Republiek ernstigziek was geweest zodat zij aldaar een aantalweken op de intensive care moest worden opge-

315 ontzegging vorderingsrecht wegens fraude in strijd met redelijkheid en billijkheid

ZenF-0305 cyaan.qxd 14-4-2005 11:08 Pagina 54

Page 2: 315 Ontzegging Vorderingsrecht Wegens Fraude In Strijd Met Redelijkheid En Billijkheid

jurisprudentie

55zorg & financiering > 3-2005

nomen, uit welke hoofde aanzienlijke medischekosten waren gemaakt, verzette de redelijkheiden billijkheid zich er tegen om aan verzekerde

op grond van de polisvoorwaarden ieder vorde-ringsrecht te ontzeggen.Bron: RZA 2005, 32<

De Codecommissie Code voor de Publieksrecla-me voor Geneesmiddelen deed op 29 oktober2003, onder nummer K04.013, uitspraak op eenklacht van de Koninklijke Nederlandse Maat-schappij ter bevordering der Pharmacie tegeneFarma Online Services BV over reclame-uitin-gen van eFarma.

De codecommissie overwoog dat als een feit vanalgemene bekendheid mag worden aangeno-men dat het aanbieden van premies of het verle-nen van kortingen consumenten aanzet totgedrag om dergelijke premies of kortingen teverkrijgen. In het onderhavige geval zal het inhet vooruitzicht stellen van de hierbovengenoemde premies en het tijdig waarschuwenvan patiënten dat de medicatie opraakt de pati-enten aanzetten of stimuleren tot het dagelijksegebruik van medicijnen en de voortzetting daar-van gedurende langere periode. De patiënt weet

immers dat hij anders niet voor de vaste klanten-premie in aanmerking komt en dat de kans ophet verkrijgen van de rendementspremie en deomvang van die premie groter wordt naarmateer meer medicijnen door eFarma aan vaste klan-ten wordt verkocht. Deze handelwijze vaneFarma kon volgens de commissie niet andersgezien worden dan als een vorm van stimuleringdie bedoeld is om de verkoop, het afleveren, hetvoorschrijven en het verbruik van geneesmidde-len te bevorderen en dus als reclame in de zinvan artikel 1, sub a, van het Reclamebesluitgeneesmiddelen. Volgens de definitie van hetReclamebesluit geneesmiddelen is niet slechtsvan reclame voor een geneesmiddel sprake wan-neer de reclame gericht is op een specifiekgeneesmiddel, maar evenzeer bij reclame voorgeneesmiddelen in het algemeen of groependaarvan.Bron: RZA 2005, 33<

316 geneesmiddelenfolder in strijd met reclamebesluit geneesmiddelen

De Nationale ombudsman deed op 8 oktober2004, onder nummer 2004/394, uitspraak opeen klacht van een verzekerde over de notabe-handeling door een ziekenfonds.

De ombudsman overwoog dat bij de behande-ling van klagers declaraties telkens dezelfde foutwerd gemaakt. Zelfs nadat er, naar aanleidingvan klagers klacht bij de Nationale ombudsman,intern een maatregel was genomen was hetopnieuw verkeerd gegaan. Het ziekenfonds had

aldus gehandeld in strijd met het vereiste vanadministratieve nauwkeurigheid. Voorts had hetziekenfonds bij de afwijzing van declaratiever-zoeken nagelaten een rechtsmiddelenverwijzingop te nemen. Door dat na te laten had het zie-kenfonds gehandeld in strijd met het vereistevan administratieve nauwkeurigheid. De onder-zochte gedraging was niet behoorlijk wegensstrijd met het vereiste van administratieve nauw-keurigheid en actieve informatieverstrekking.Bron: RZA 2005, 34<

317 herhaalde administratieve fout en achterwege laten vanrechtsmiddelenverwijzing niet behoorlijk

ZenF-0305 cyaan.qxd 14-4-2005 11:08 Pagina 55