2960 Fotografen - Rooseboom - Genealogie Mrt2011

2

Click here to load reader

description

Artikel van Hans Rooseboom, verschenen in kwartaalblad Genealogie van maart 2011. Zie ook: http://cbg-methodiek.blogspot.com/

Transcript of 2960 Fotografen - Rooseboom - Genealogie Mrt2011

Page 1: 2960 Fotografen - Rooseboom - Genealogie Mrt2011

W ie op zoek is naar biografische gegevens van kunstschilders, kan naar een flink

aantal naslagwerken grijpen. Voor Nederland is voor-al het lexicon van Pieter A. Scheen bekend. De eerste editie verscheen in 1946 onder de titel Honderd jaren Nederlandsche Schilder- en Teekenkunst, maar de faam van het naslagwerk berust vooral op de herziene edi-ties uit 1969-1970 en 1981, beide Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars geheten. De ‘Scheen’ is niet de enige of eerste in zijn soort. Integendeel, het is een relatief laat voorbeeld van een oud kunsthistorisch genre, dat in Nederland begon met Karel van Manders Schilder-boeck uit 1604. Dat was geïnspireerd door een buitenlands voorbeeld, Le vite van de Italiaan Giorgio Vasari, waarvan het eerste deel in 1550 verscheen. Inmiddels zijn er in zoveel landen zoveel van derge-lijke kunstenaarslexicons met biografische gegevens verschenen – soms in vele delen – dat alleen kunste-naars erin lijken te ontbreken die òf alleen van lokaal belang waren, òf heel weinig sporen hebben achterge-laten, òf hun kunst niet als beroep uitoefenden, alleen als liefhebberij. Ook over andere beroepsbeoefenaren is vaak wel een biografisch woordenboek voorhanden, zoals over acteurs of artsen.

Wachten op een ‘Scheen’ Hoe anders is het met fotografen gesteld! Wie op zoek is naar gegevens over een bepaalde Nederlandse fotograaf, kan niet terugvallen op één dik, naar com-pleetheid neigend boek, maar moet het doen met een handvol publicaties van meestal bescheiden omvang. En moet vervolgens vaak vaststellen dat de gezochte persoon ontbreekt. Wat er op fotografengebied ver-schenen is, is beknopt en fragmentarisch. Voor een aantal Nederlandse steden bestaat een kort overzicht van fotografen die er – vooral in de negentiende eeuw – werkzaam waren, maar van compleetheid is abso-luut geen sprake. Vergeleken met de weelde aan infor-matie over schilders, tekenaars, graveurs en beeldhou-wers is het uiterst pover gesteld met de geboekstaafde biografische kennis over fotografen. Daar komt binnenkort verandering in. De Utrechtse fotografiehistoricus Steven Wachlin heeft de af-gelopen decennia uitgebreid onderzoek gedaan in de burgerlijke stand, bevolkingsregisters en kranten om van zoveel mogelijk fotografen die in Nederland actief zijn geweest en geboren zijn vóór 1900 persoonsgegevens te vinden. Die naspeuringen resulteren nu in twee banden, uitgegeven door het Centraal Bureau voor Genealogie, het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie en het Neder-lands Fotomuseum onder de titel Photo graphers in the

met 2960 foto grafen

In twee banden verschijnt deze maand Photographers in the Netherlands van Steven Wachlin. Al jarenlang wordt

reikhalzend uitgekeken naar de publicatie van dit standaardwerk. Het meer dan zevenhonderd pagina’s tellende,

schitterend geïllustreerde werk is niet alleen voor fotografiehistorici van belang, maar zeker ook voor genealogen.

Naar verwachting zal het een onontbeerlijk instrument vormen om dichter bij de identiteit van onbekende perso-

nen op oude familiefoto’s te komen.

Hans Rooseboom Groeps po rtret

‘Photographie de Jong’, Nieuw-Stad 53 te Leeuwarden, het fotoatelier van Aaltje de Jong. Zij assisteerde aanvankelijk haar broer Hendrik maar nam na diens dood in 1895 de zaak over (coll. Henk van Horssen)

Genealogie 17 - 2011 12

Page 2: 2960 Fotografen - Rooseboom - Genealogie Mrt2011

met 2960 foto grafenNetherlands. A survey of commercial photographers born before 1900 based on data from the Dutch population administration, city directories and newspapers. Naar dat boek, de ‘Scheen voor de fotografie’, wordt al jaren reikhalzend uitgezien, temeer daar in kleine kring al heel lang bekend was dat Steven Wachlin al geduren-de zoveel jaren zoveel biografische gegevens bijeen-gegaard had die voor velen nuttig of zelfs onmisbaar zijn. Het ontbrak tot nu toe echter aan publicatie van al die gegevens. Het onderzoek dat ik zelf gedurende een jaar of tien ondernam naar het wel en wee van Nederlandse beroepsfotografen in de eerste vijftig jaar dat de foto-grafie bestond – van 1839 tot 1889 – was ondenkbaar geweest zonder Steven Wachlins gegevens. Ik was in de ge lukkige omstandigheid Wachlin persoonlijk te kennen en zo nu en dan met hem samen te werken aan artikelen. Daardoor hoefde ik niet te wachten tot-dat zijn biografische gegevens geopenbaard zouden worden, maar kon ik uit de bij hem thuis aanwezige schriftjes en ordners alvast allerlei gegevens over-nemen.

Fotografen als beroepsgroepZonder de biografische gegevens die Steven Wachlin me zo ruimhartig ter beschikking stelde, had ik nooit de namen gekend van al die fotografen die in de pe-riode 1839-1889 actief waren geweest in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Delft en Dordrecht. Dat waren de vijf steden waar ik van zoveel mogelijk fotografen naging wat ze verdienden, met wie ze trouwden, welke nevenberoepen ze uitoefenden, van welke verenigingen ze lid waren, en of er van hen boedel-inventarissen, notariële akten of bouwtekeningen van hun atelier bewaard waren gebleven. Toen ik die gegevens eenmaal had gevonden, kon ik er een beeld mee schetsen van de ‘beroepsgroep fotograaf’ (in 2006 verdedigd als proefschrift en twee jaar later gepubliceerd als De schaduw van de fotograaf. Positie en status van een nieuw beroep, 1839-1889). Ik had dat onderzoek nooit op die schaal kunnen uitvoeren zonder van voldoende fotografen de naam te kennen. Zonder die namen had ik hen nooit kun-nen traceren in de diverse door mij onderzochte archieven – en dus evenmin de uiteindelijk gevonden gegevens kunnen analyseren. En het ging niet alleen

om hun naam. Het kwam namelijk zo nu en dan voor dat er meer dan één persoon met die naam gevestigd was in een van de vijf steden die ik onderzocht; dan brachten de door Steven Wachlin verzamelde gege-vens zoals geboortedatum of adres vaak uitkomst en kon ik vaststellen welke in de archieven voorkomen-de persoon de door mij gezochte fotograaf was. Al beperkte mijn onderzoek zich hoofdzakelijk tot de archivalia in vijf negentiende-eeuwse steden, de uitkomsten waren zo eenduidig dat ik durfde aan te nemen dat ze representatief zijn voor de gehele Nederlandse fotografengroep. Het waren in het al-gemeen mannen van eenvoudige komaf: hun vaders waren arbeiders, kantoorbedienden, of werkten in de handel en nijverheid. Hetzelfde geldt voor hun schoonvaders: onder de bruiden vinden we geen enkele dochter van een burgemeester, notaris of ad-vocaat. Het aanzien van hun beroep – geen onbelang-rijke factor op de huwelijksmarkt – was kennelijk niet hoog genoeg om hen kans te laten maken bij meisjes uit die kringen. Ook de beroepen die de fotografen zelf voordien of tegelijkertijd beoefenden, zijn een indicatie dat zij niet tot de ‘betere kringen’ behoor-den: opnieuw vinden we veel beroepen uit handel en nijverheid. De bewaard gebleven belastinggegevens bijvoorbeeld laten zien dat fotografen soms aardig verdienden, maar dat zij ver verwijderd bleven van echte rijkdom.

Hulpmiddel bij identifcatieDe door Steven Wachlin bijeengebrachte biografische gegevens bewezen niet alleen hun nut voor mijn ei-gen onderzoek. Al jarenlang wordt hij geregeld door collega-fotografiehistorici om gegevens gevraagd over bepaalde fotografen die onderwerp zijn van een artikel of boek. Nu de gegevens handzaam in twee kloeke banden voor iedereen toegankelijk zijn, kun-nen veel meer personen ervan profiteren – en niet alleen fotografiehistorici. Iedereen die een foto wil dateren, kan voortaan bij Wachlin nagaan in welke ja-ren de fotograaf in kwestie gevestigd was op het adres dat onder of achterop de foto is vermeld. Daarvan zullen zeker genealogen profiteren, die vaak foto’s bezitten waarvan niet zeker is wanneer ze gemaakt zijn of waarvan zelfs niet zeker is wie de afgebeelde persoon is. Met de datering die aan Photographers in the Netherlands kan worden ontleend, zal in veel ge-vallen duidelijker zijn om welke generatie het moet gaan. Vooral de vele afbeeldingen in Wachlins werk van de logo’s die de achterzijde van (vooral) cartes de visite sierden, kunnen identificatie een stuk dichterbij brengen. Het aantal potentiële gebruikers van dit nieuwe foto-grafenlexicon is bijzonder groot, het aantal mensen dat Wachlin een plezier doet met het openbaar ma-ken van zijn gegevens dus óók. En last but not least zal Steven Wachlin ook zelf voldoening beleven aan het feit dat zijn levenswerk – of in ieder geval één van zijn grootschalige en langdurige onderzoeksprojecten – nu eindelijk in papieren vorm verschijnt.

Hans Rooseboom is conservator fotografie bij het Rijksmuseum in Amsterdam.

Bestellen

Photographers in the Netherlands van Steven Wachlin is te bestellen bij het Centraal Bu-reau voor Genealogie (070-3150500); De prijs bedraagt € 99,- (incl. verzendkosten).

Voor- en achterzijde van een fotoportret, vervaardigd door de Arnhemse fotograaf Hermanus Arnoldus Mens (part. coll.)

Groeps po rtret

Genealogie 17 - 2011 13