Genealogie van Leudfried. Generatie II

35
1 Genealogie van Leudfried. Generatie I I. Leudfried, zoon van Leuthar, hertog van Allemanië 588-90, een zoon. 1. Leuthar II, volgt II [blz. 1]. Generatie II II. Leuthar II, zoon van Leudfried (I) [blz. 1], hertog van Allemanië 642, een zoon. 1. Ethico I, geboren in 595, overleden (ongeveer 95 jaar oud) in 690, volgt III [blz. 1]. Generatie III III. Ethico I, zoon van Leuthar II (II) [blz. 1], geboren in 595, overleden (ongeveer 95 jaar oud) in 690, trouwde met Berswinde der Merovingen, dochter van Sigibert III der Merovingen en Immichilde. Uit dit huwelijk 2 zonen. 1. Ethico II van de Elzas, overleden omstreeks 720, volgt IVa [blz. 1]. 2. Adalbert van de Elzas, volgt IVb [blz. 1]. Generatie IV IVa. Ethico II van de Elzas, zoon van Ethico I (III) [blz. 1] en Berswinde der Merovingen, overleden omstreeks 720, een zoon. 1. Alberic I, overleden omstreeks 760, volgt Va [blz. 1]. IVb. Adalbert van de Elzas, zoon van Ethico I (III) [blz. 1] en Berswinde der Merovingen, trouwde met Gerlinde. Uit dit huwelijk een zoon. 1. Leutfried I, volgt Vb [blz. 1]. Generatie V Va. Alberic I, zoon van Ethico II van de Elzas (IVa) [blz. 1], overleden omstreeks 760, een zoon. 1. Gerard I van Parijs, geboren omstreeks 728, overleden (ongeveer 51 jaar oud) in 779, volgt VIa [blz. 2]. Vb. Leutfried I hertog van de Elzas, zoon van Adalbert van de Elzas (IVb) [blz. 1] en Gerlinde, trouwde met Edith. Uit dit huwelijk een zoon. 1. Leutfried II, overleden in 802, volgt VIb [blz. 2]. Generatie VI

Transcript of Genealogie van Leudfried. Generatie II

Page 1: Genealogie van Leudfried. Generatie II

1

Genealogie van Leudfried.

Generatie I I. Leudfried, zoon van Leuthar, hertog van Allemanië 588-90, een zoon.

1. Leuthar II, volgt II [blz. 1].

Generatie II II. Leuthar II, zoon van Leudfried (I) [blz. 1], hertog van Allemanië 642, een zoon.

1. Ethico I, geboren in 595, overleden (ongeveer 95 jaar oud) in 690, volgt III [blz. 1].

Generatie III III. Ethico I, zoon van Leuthar II (II) [blz. 1], geboren in 595, overleden (ongeveer 95 jaar

oud) in 690, trouwde met Berswinde der Merovingen, dochter van Sigibert III der Merovingen en Immichilde.

Uit dit huwelijk 2 zonen. 1. Ethico II van de Elzas, overleden omstreeks 720, volgt IVa [blz. 1]. 2. Adalbert van de Elzas, volgt IVb [blz. 1].

Generatie IV IVa. Ethico II van de Elzas, zoon van Ethico I (III) [blz. 1] en Berswinde der Merovingen,

overleden omstreeks 720, een zoon.

1. Alberic I, overleden omstreeks 760, volgt Va [blz. 1]. IVb. Adalbert van de Elzas, zoon van Ethico I (III) [blz. 1] en Berswinde der Merovingen,

trouwde met Gerlinde. Uit dit huwelijk een zoon.

1. Leutfried I, volgt Vb [blz. 1].

Generatie V Va. Alberic I, zoon van Ethico II van de Elzas (IVa) [blz. 1], overleden omstreeks 760, een zoon.

1. Gerard I van Parijs, geboren omstreeks 728, overleden (ongeveer 51 jaar oud) in 779, volgt VIa [blz. 2].

Vb. Leutfried I hertog van de Elzas, zoon van Adalbert van de Elzas (IVb) [blz. 1] en

Gerlinde, trouwde met Edith. Uit dit huwelijk een zoon.

1. Leutfried II, overleden in 802, volgt VIb [blz. 2].

Generatie VI

Page 2: Genealogie van Leudfried. Generatie II

2

VIa. Gerard I graaf van Parijs, zoon van Alberic I (Va) [blz. 1], geboren omstreeks 728, overleden (ongeveer 51 jaar oud) in 779, trouwde met Rotrude.

Uit dit huwelijk 4 zonen. 1. Beggo van Toulouse, geboren omstreeks 770, overleden (ongeveer 46 jaar

oud) in Breggo [Frankrijk] op zondag 28 oktober 816, volgt VIIa [blz. 2]. 2. Bego II, overleden in 816, volgt VIIb [blz. 2]. 3. Étienne, geboren in 754, overleden (minstens 57 jaar oud) tussen 811 en

815. 4. Leuthard I, volgt VIIc [blz. 2].

VIb. Leutfried II hertog van de Elzas, zoon van Leutfried I hertog van de Elzas

(Vb) [blz. 1] en Edith, overleden in 802, trouwde met Hiltrud. Uit dit huwelijk een zoon.

1. Hugues, Graaf van Opperelzas, volgt VIId [blz. 3].

Generatie VII VIIa. Beggo van Toulouse, zoon van Gerard I graaf van Parijs (VIa) [blz. 2] en Rotrude,

geboren omstreeks 770, overleden (ongeveer 46 jaar oud) in Breggo [Frankrijk] op zondag 28 oktober 816, trouwde (respectievelijk ongeveer 36 en hoogstens 41 jaar oud) omstreeks 806 met Alpais der Franken, dochter van Karel de Grote en Himiltrude der Franken, geboren tussen 765 en 770, overleden (hoogstens 87 jaar oud) op vrijdag 23 juli 852.

Uit dit huwelijk 3 kinderen. 1. Eberhard II van Parijs, geboren omstreeks 806, overleden (minstens 58 jaar

oud) tussen 864 en 884, volgt VIIIa [blz. 3]. 2. Susanna van Parijs, geboren omstreeks 810, overleden (ongeveer 55 jaar

oud) in Parijs [val-d’oise, Frankrijk] omstreeks 865, volgt VIIIb [blz. 3]. 3. Landrea van Parijs, geboren omstreeks 810, volgt VIIIc [blz. 3].

Beggo van Toulouse. Vanaf 806 graaf van Toulouse. Hertog van Septimanië, Aquitanië. Markgraaf van de Spaanse Mark. Graaf van Barcelona, Gerona, Rouergue, Quercy, Albi, Rodez. Graaf van Parijs vanaf 815. Stichtte de abdij van Saint-Maur-des-Fossés bij Parijs. Alpais der Franken. Stichtte de abdij van Saint-Maur-des-Fossés bij Parijs. Als weduwe werd zij abdis van Saint-Pierre te Reims. VIIb. Bego II, zoon van Gerard I graaf van Parijs (VIa) [blz. 2] en Rotrude, graaf van Parijs en

van de Nordgau, overleden in 816, trouwde (Alpeidis Van Franken ongeveer 12 jaar oud) omstreeks 806 met Alpeidis Van Franken Karolinger, dochter van Lodewijk I der Franken (de Vrome), geboren omstreeks 794, overleden (minstens 58 jaar oud) na 852.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Eberhard II van de Elzas, volgt VIIId [blz. 4].

VIIc. Leuthard I graaf van Parijs, zoon van Gerard I graaf van Parijs (VIa) [blz. 2] en

Rotrude, graaf van Fézensac, trouwde met Grimildis van Acquitanië. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

1. Engeltrude, geboren omstreeks 790, overleden (ongeveer 60 jaar oud) in 850, volgt VIIIe [blz. 4].

2. Adalhard de Seneschalk, geboren voor 817, overleden (minstens 48 jaar oud) na 865, volgt VIIIf [blz. 6].

Leuthard I graaf van Parijs.

Page 3: Genealogie van Leudfried. Generatie II

3

In 781 werd Leuthard lid van de koninklijke hofhouding van Lodewijk de Vrome in Aquitanië. Daar werd hij in 801 benoemd tot graaf van Fézensac en had hij in 803 deel aan de verovering van Barcelona en in 809 aan de belegering van Tortosa. In 816 werd hij graaf van Parijs, als opvolger van zijn broer Bego van Toulouse. VIId. Hugues, Graaf van Opperelzas, zoon van Leutfried II hertog van de Elzas

(VIb) [blz. 2] en Hiltrud, relatie met Bava. Uit deze relatie een dochter.

1. Irmgard van Tours, geboren omstreeks 805, overleden (ongeveer 46 jaar oud) in Erstein [rhin (bas), Frankrijk] op 20 maart 851, volgt VIIIg [blz. 7].

Generatie VIII VIIIa. Eberhard II van Parijs, zoon van Beggo van Toulouse (VIIa) [blz. 2] en Alpais der

Franken, geboren omstreeks 806, overleden (minstens 58 jaar oud) tussen 864 en 884, trouwde met Evesna van Duitsland, geboren in 811.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Eberhard III van Nordgau, geboren in 837, overleden (ongeveer 61 jaar oud)

in 898, volgt IXa [blz. 8]. VIIIb. Susanna van Parijs, dochter van Beggo van Toulouse (VIIa) [blz. 2] en Alpais der

Franken, geboren omstreeks 810, overleden (ongeveer 55 jaar oud) in Parijs [val-d’oise, Frankrijk] omstreeks 865, trouwde (1) met Ulrich II van Auergau, zoon van Ulrich I van Auergau-Linzgau, geboren omstreeks 800.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Ulrich III, geboren in 829, overleden (ongeveer 61 jaar oud) in 890, trouwde

met Bertha. Uit dit huwelijk een zoon. Susanna van Parijs, trouwde (respectievelijk ongeveer 20 en ongeveer 35 jaar oud)

(2) in 830 (omstreeks 827) met Wulfhard van Flavigny, zoon van van Angoulême-Perigord en van Angoulême, geboren omstreeks 795, overleden (minstens 66 jaar oud) tussen 861 en 871.

Uit dit huwelijk 2 zonen. 1. Wulfgrin van Angoulême-Perigord graaf van Angoulême, Périgord, geboren

omstreeks 830, overleden (ongeveer 56 jaar oud) op vrijdag 3 mei 886, trouwde (respectievelijk ongeveer 33 en ongeveer 28 jaar oud) (1) in 863 met Rogelinde van Rouergue gravin van Agen, dochter van Raymond I van Rouergue-Toulouse en Bertha van Reims, geboren omstreeks 835, overleden (ongeveer 51 jaar oud) op vrijdag 3 mei 886. Uit dit huwelijk 3 kinderen, trouwde (2) met Sanchia van Toulouse, dochter van Bernard I van Auvergne en Dhuoda (Liegarde) van Gascogne, geboren omstreeks 840. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend.

2. Adalhard van Parijs van Angoulême Perigord, geboren in 830, overleden (ongeveer 60 jaar oud) op 10 oktober 890, trouwde (respectievelijk ongeveer 29 en ongeveer 42 jaar oud) omstreeks 859 met Alpais Elfride van Parijs, geboren omstreeks 817, overleden (ongeveer 53 jaar oud) omstreeks 870. Uit dit huwelijk een dochter.

VIIIc. Landrea van Parijs, dochter van Beggo van Toulouse (VIIa) [blz. 2] en Alpais der

Franken, geboren omstreeks 810, trouwde met haar halfneef Donat I van Maine Graaf van Melun, zoon van Goslin II van Maine en Adaltrude der Franken, geboren omstreeks 810, overleden (ongeveer 50 jaar oud) omstreeks 860.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Joscelin van Melun, geboren omstreeks 830, overleden (ongeveer 31 jaar

oud) omstreeks 861, een zoon.

Page 4: Genealogie van Leudfried. Generatie II

4

VIIId. Eberhard II van de Elzas, zoon van Bego II (VIIb) [blz. 2] en Alpeidis Van Franken Karolinger, graaf van Parijs en van de Nordgau,

een zoon. 1. Eberhard III, overleden omstreeks 900, volgt IXb [blz. 8].

VIIIe. Engeltrude van Parijs, dochter van Leuthard I graaf van Parijs (VIIc) [blz. 2] en

Grimildis van Acquitanië, geboren omstreeks 790, overleden (ongeveer 60 jaar oud) in 850, trouwde met Odo van Orléans, zoon van Hadrian graaf van Orléans en Waldrada, geboren omstreeks 780, overleden (ongeveer 54 jaar oud) in juni 834.

Uit dit huwelijk een dochter. 1. Ermentrudis, geboren omstreeks 830, overleden (ongeveer 39 jaar oud) in

Saint-Denis-le-Ferment [eure, Frankrijk] op 6 oktober 869, trouwde (respectievelijk ongeveer 12 en 19 jaar oud) in Quierzy [aisne, Frankrijk] op woensdag 13 december 842 met Karel II der Franken (de Kale), zoon van Lodewijk I der Franken (de Vrome) en Judith van Beieren, geboren in Frankfurt Am Main [hessen, Duitsland] op vrijdag 13 juni 823, overleden (54 jaar oud) in Avrieux [savoie, Frankrijk] op 6 oktober 877, begraven in Nantua [ain, Frankrijk] later Saint-Denis (Fr). Uit dit huwelijk 12 kinderen.

Odo van Orléans. In 810 was hij keizerlijk gezant naar Oost-Saksen en werd gevangengenomen door de Wilzen (een Slavische stam). Een jaar later maakte hij deel uit van delegatie die vrede sloot met de Denen. In 821 werd hij benoemd tot graaf van de Lahngouw. In 826 werd hij opperschenker van de palts te Ingelheim. Een jaar later werd hij graaf van Orléans als opvolger van Matfried, die samen met Hugo van Tours was afgezet wegens lafheid. Odo werd een bondgenoot van Bernhard van Septimanië. In mei 830 werd Odo verslagen door de opstandige Pepijn I van Aquitanië. Door Lotharius I werd hij verbannen naar Italië. Matfried werd hersteld als graaf van Orléans. In oktober van datzelfde jaar wist Lodewijk de Vrome de macht terug te winnen en herstelde hij Odo in zijn ambt. In zijn poging om zijn macht te doen gelden krijgt hij te maken met veel verzet over zijn politiek ten aanzien van kerkelijke bezittingen. In 834 gaf Odo leiding aan een veldtocht van de strijdkrachten uit Neustrië die trouw waren aan Lodewijk, tegen de aanhangers van Lotharius: Matfried en Lambert van Nantes. Bij de grens met Bretagne wordt Odo bij een verrassingsaanval verslagen. Zelf komt hij om het leven en met hem sneuvelen zijn broer Willem, Wido van Maine en Theodo, abt van St Martin te Tours en keizerlijk kanselier. Odo wordt als schuldige aan deze nederlaag beschouwd. Karel II der Franken (de Kale). Karel de Kale was koning van West-Francië, het westelijk deel van het Frankische Rijk waaruit later Frankrijk zou ontstaan. Jeugd Karel werd geboren in Frankfurt aan de Main als jongste zoon van keizer Lodewijk de Vrome, de enige uit diens tweede huwelijk, met Judith van Beieren. Karel werd opgevoed in het klooster van Reichenau door Walahfrid Strabo, een bekende intellectuevan zijn tijd. In 817 had Lodewijk zijn rijk al verdeeld tussen de drie zoons uit zijn eerste huwelijk door de Ordinatio Imperii. Judith zette zich uit alle macht in om ook haar zoon Karel een erfdeel te geven, en werd daarbij gesteund door een invloedrijke frace van hovelingen. In die periode kreeg Karel zijn bijnaam 'de Kale', wat in deze context 'zonder bezit' betekent. In 829 had Judith succes en kreeg Karel Allemanië toegewezen, vermoedelijk omdat hij dat jaar 16 werd en als meerderjarig werd bescho. Dit was een inbreuk op het evenwicht van de Ordinatio Imperii, wat leidde tot onvrede bij zijn halfbroers - vooral bij Lotharius I die het meest werd benadeeld door de nieuwe verdeling. De halfbroers van Karel en andere tegenstanders van Judith, Karel en hun fractie aan het hof, hebben voortdurend geruchten verspreid dat Karel het kind zou zijn uit overspel van Judith met Bernard van Septimanië. Bernard was de leider van Judithsctie aan het hof. Conflict en deling van het Rijk In 832 waren de spanningen zo hoog opgelopen dat Pepijn I van Aquitanië in opstand kwam tegen zijn vader. Lodewijk ontnam Pepijn zijn koninkrijk en gaf het aan Karel. Nu kwamen Lotharius en Lodewijk de Duitser, de broers van Pepijn, ook in opstandn 834 was Lodewijk de Vrome gedwongen om de situatie van voor 832 te herstellen. In 837 vroeg Lodewijk de Vrome de landdag van Crémieux om Karel als koning tussen Friesland en de Seine te erkennen, wat leidde

Page 5: Genealogie van Leudfried. Generatie II

5

tot een nieuwe opstand. Na de dood vanpijn in 838, werd Karel in 839 op de landdag van Worms tot koning van West-Francië benoemd. Na de dood van Lodewijk de Vrome in 840 brandde de strijd om de verdeling van het rijk echt los. Lotharius en Pepijn II van Aquitanië vielen Karel aan, die een bondgenootschap met Lodewijk de Duitser sloot. Op 25 juni 841 versloegen Karel en Lodewk hun tegenstanders bij Fontenay. Lotharius moest zich terugtrekken op Aken maar moest later ook die stad opgeven. In 842 bevestigden Karel en Lodewijk hun verbond te Straatsburg met de eed van Straatsburg. Karel werd datzelfde jaar in Aken tot kog van West-Francië benoemd. 14 februari 843 sloten Karel, Lodewijk en Lotharius het verdrag van Verdun. Dat bevestigde Karel als geheel zelfstandige koning van West-Francië. Consolidatie van West-Francië In november 843 sloot Karel het verdrag van Coulaines met de adel en de geestelijkheid van West-Francië waarin de rechten en plichten van de drie partijen ten opzichte van elkaar werden vastgelegd. Dit document wordt beschouwd als een eerste 'gront' van feodaal Europa. Later zou hij in 864 met het Edict van Pîtres een aantal belangrijke sociaal-economische hervormingen doorvoeren (beperkt lijfeigenschap door schuld, hervormt het muntwezen en verbiedt het op eigen gezag bouwen van vestingeneeft opdracht om in alle riviersteden versterkte bruggen aan te leggen om de Vikingen te kunnen tegenhouden, en verplicht alle eigenaren van paarden tot militaire diensten en legt zo de kiem voor de ridderstand).Karel, die in een klooster was opged, vestigde zijn bestuur op de geestelijkheid. Bernard van Septimanië werd in 844 op bevel van Karel geëxecuteerd omdat hij tijdens de burgeroorlog zijn beloften aan Karel had gebroken en uiteindelijk de kant van Pepijn II had gekozen. Bretagne wist de onafhankelijk van West-Francië veilig tellen doordat de hertogen Nominoë (845) en Erispoë (851) Karel wisten te verslaan. In 848 wist Karel definitief Aquitanië te verwerven toen Pepijn II werd afgezet en gevangengenomen. Op uitnodiging van Aquitaanse edelen stuurde Lodewijk de Duitser in 854 zijn zoon Lodewijk III 'de jonge' met een leger, om koning te worden in Aquitanië. Lodewijk III bereikte zonder tegenstand Limoges. Karel liet als tegenzet Pepijn II van Aquitanvrij uit zijn gevangenschap. Pepijn wist een grote aanhang te mobiliseren in Aquitanië en Lodewijk moet zich terugtrekken. [bewerken]Crisis door aanvallen van de Vikingen De regering van Karel werd geplaagd door plundertochten van Vikingen. Karel was meerdere malen gedwongen om een dreigende inval met grote geldbedragen af te kopen. In de ogen van veel leidende edelen was dit een gebrek aan daadkracht. In 858 brachit een grote groep edelen onder Robert IV de Sterke ertoe om een beroep op Lodewijk de Duitser te doen. Die was er namelijk wel in geslaagd om zijn koninkrijk van te vrijwaren van de Vikingen. Lodewijk wist Karel te verslaan bij Brienne. Lodewijkk met zijn leger naar Orléans en werd daar gehuldigd door de meeste edelen van Aquitanië, Bretagne en Neustrië. Karel vluchtte naar Bourgondië. De bisschoppen eisten echter dat Lodewijk zich zou terugtrekken en om hen tegemoet te komen, zond hij edeel van zijn leger terug naar Oost-Francië. Toen het daarna bij Soissons tot een confrontatie tussen Karel en Lodewijk kwam, zag Lodewijk dat Karel een overmacht had en trok hij zich terug. Ook hierna bleven de plundertochten van de Vikingen aanhouden. Verdeling van het Middenrijk De decennia na de dood van Lotharius (855) werden gedomineerd door het onvermogen van zijn zoons om in Midden-Francië een duurzame staat te vestigen, en door hun onvermogen om tige mannelijke nakomelingen te produceren. Uiteindelijk leidde ditoe dat Karel en Lodewijk de Duitser het gehele Middenrijk onder elkaar verdeelden. Vooral het opportunisme dat Karel daarbij aan de dag legde, zorgde ervoor dat Karel en Lodewijk regelmatig met elkaar in conflict kwamen: 859 Lotharius II gaf de gebieden ten zuiden van de Jura, die werden gedomineerd door de opstandige hertog Hugbert, aan Lodewijk de Duitser. Toen Lodewijk probeerde om Hugbert te onderwerpen, ging Karel Hugbert steunen. 860 na het kinderloos overlijden van Karel van Provence probeerde Karel om diens koninkrijk te annexeren. Dit mislukte door het verzet onder leiding van Girard II van Roussillon en dreiging van Lodewijk de Duitser. Uiteindelijk erfde Lotharius IIt grootste deel van het koninkrijk van Karel van Provence, Lodewijk van Italië kreeg de rest. Karel en Lodewijk de Duitser sloten in Koblenz een verdrag om hun geschillen bij te leggen. Karel en Lodewijk frustreerden eendrachtig de pogingen van Lotharius II om van zijn kinderloze echtgenote te scheiden en te trouwen met zijn minnares om haar kinderen te echten. In 868 sloten Karel en Lodewijk een verdrag over de verdeling van zijoninkrijk, indien Lotharius inderdaad zonder kinderen zou komen te overlijden. 869 na het overlijden van Lotharius annexeerde Karel diens gehele koninkrijk omdat Lodewijk ziek was en zijn leger door oorlogen aan zijn oostelijke grenzen was gebonden. 870 onder dreiging van oorlog stemde Karel op 22 januari toe in het verdrag van Meerssen waarbij alsnog een verdeling van Lotharingen en het koninkrijk van Karel van Provence, dat Lotharius II had geërfd, werd geregeld. De grens liep van langs des, Ourthe en Moezel in Lotharingen en in het zuiden langs de Saône en de Rhône (hoewel Karel ook de graafschappen Besançon, Lyon en

Page 6: Genealogie van Leudfried. Generatie II

6

Vienne, op de oostelijke oevers van deze rivieren kreeg). 875 na het overlijden van Lodewijk van Italië bood de Italiaanse adel aan Karel de koningstitel aan, ondanks de afspraken die Lodewijk van Italië met Lodewijk de Duitser had gemaakt dat diens zoon Karloman zijn erfgenaam zou zijn. Op 25 december wd Karel te Rome door paus Johannes VIII keizer gekroond. 876 Karel werd in Pavia uitgeroepen tot koning van Italië. Lodewijk de Duitser viel met zijn leger West-Francië binnen. Karel haastte zich terug. Na het overlijden van Lodewijk probeerde Karel door een snelle veldtocht Oost-Francië te veroveren mahij werd op 8 oktober verslagen bij Andernach, een oversteekplaats van de Rijn. Dood en begrafenis Op verzoek van de paus keerde Karel terug naar Italië om de dreiging van de Saracenen het hoofd te bieden. Hij wist dat hij bij zijn vertrek West-Francië in de zwakke handen van zijn zoon Lodewijk de Stamelaar achterliet, daarom verklaarde hij vooe periode van zijn afwezigheid alle titels en functies erfelijk. Zo hoopte hij tijdens zijn afwezigheid twisten tussen edelen te voorkomen als er edelen bij de veldtocht in Italië om het leven zouden komen. Achteraf gezien was dit een belangrijkep in de ontwikkeling van het feodale stelsel. Karels eigen edelen (ook Boso, zijn onderkoning in Italië) verzetten zich tegen de veldtocht en tegelijk trok Karloman ook naar Italië. Onder deze omstandigheden besloot Karel om terug te keren maar oveed bij het overtrekken van de Col du Mont Cenis aan een plotselinge ziekte. Zowel zijn joodse lijfarts als zijn tweede echtgenote werden ervan verdacht Karel te hebben vergiftigd. Het lukte niet zijn lichaam terug naar Parijs te brengen omdat degers de stank van zijn rottende lichaam niet konden verdragen, ook niet toen het in een met leer gevoerd vat werd gestopt. Karel werd met vat en al begraven in Nantua. Later werd hij herbegraven in Saint-Denis. Huwelijken en kinderen Karel trouwde op 13 december 842 met Ermentrudis van Orléans. Nadat haar broer Willem in 866 in conflict met Karel was gedood, verliet zij Karel en trad in een klooster. Zij hadden de volgende kinderen: Judith (ca. 844-na 870), was eerst gehuwd met twee Engelse koningen (Ethelwulf en Ethelbald van Wessex) en leefde als weduwe aan het hof van haar vader. Werd daar in 861 (ze was dus nog geen 20 jaar oud) geschaakt door Boudewijn I van Vlaanderen.el wendde al zijn invloed aan om te voorkomen dat ze ergens onderdak zouden krijgen. Uiteindelijk vluchtten Judith en Boudewijn naar Rome, waarna de paus een verzoening wist te bemiddelen. Lodewijk II van West-Francië (846-879). Karel (ca. 847 - Buzzancais, 29 september 866) begraven te Bourges. 855 gekozen tot koning van Aquitanië, trouwde 862 tegen de zin van zijn vader met de weduwe van de graaf van Bourges. Verloor daarom zijn titel maar kreeg die terug nadat het huwek was geannuleerd. Kreeg ernstig hersenletsel en overleed daaraan na twee jaar Carloman de Blinde ( - Echternach, ca. 877), in 854 ingetreden in de geestelijke stand. abt van de Sint-Medardus te Soissons in 860. Nam deel aan een samenzwering tegen zijn vader in 870, verloor zijn abdijen en moest vluchten. In 873 door West-Frische bisschoppen uit de kerk gezet en daarna werden op bevel van Karel zijn ogen uitgestoken. Hij werd opgesloten in de abdij van Corbie maar ontsnapte naar Lodewijk de Duitser, die hem abt van Echternach maakte. Lotharius ( - Auxerre, 865), vanaf zijn geboorte verlamd, abt van Moutier-Saint-Jean en later van de Abdij van Sint-Germanus van Auxerre. Hildegardis. Ermentrudis, ( - na 877) abdis van Hasnon en Oostervant. Gisela. Rothrudis ( - na 889), abdis van Sainte-Radégonde te Poitiers en van Andlau. Op 12 oktober 869 (vijf dagen na het overlijden van zijn eerste vrouw) trouwde Karel met Richildis, dochter van Bivinus van Metz. Het huwelijk werd 22 juni 870 te Aken bevestigd. Ze kregen de volgende kinderen: Rothildis (871-929), in 890 gehuwd met Roger van Maine, verwerft de abdijen van Notre-Dame en St Jan te Laon en de Abdij van Chelles. Trok zich in 922 terug in Chelles. Toen ze deze abdij moest afstaan op bevel van Karel de Eenvoudige was dat de aeiding voor een opstand onder Robert van Bourgondië (vader van een schoonzoon van Rothildis), die in plaats van Karel koning werd. tweeling: Drogo en Pepijn, (ca. 873) allebei ongeveer een jaar oud overleden, begraven in de Abdij van Sint-Amand zoon (23 maart 875), kort na zijn doop overleden Karel (10 oktober 876 - voor 7 april 877), begraven te Saint-Denis. VIIIf. Adalhard de Seneschalk, zoon van Leuthard I graaf van Parijs (VIIc) [blz. 2] en

Grimildis van Acquitanië, geboren voor 817, overleden (minstens 48 jaar oud) na 865, 2 zonen.

1. Etienne, overleden na 882. 2. Adalhard IV van Metz, geboren omstreeks 850, overleden (ongeveer 40 jaar

oud) in 890, volgt IXc [blz. 8]. Adalhard de Seneschalk.

Page 7: Genealogie van Leudfried. Generatie II

7

Adalard, was seneschalk van keizer Lodewijk de Vrome en zijn tweede vrouw Judith van Beieren, en was aan hun zijde een van de machtigste mannen van de Franken ten tijde van de regering van keizer Lodewijk de Vrome. Frankische opvolgingsstrijd. Adalhard was een van de drie hooggeplaatste gezanten die in het jaar 842 door Karel de Kale en zijn broer Lodewijk de Duitser werden belast met buitengewone bevoegdheden om met hun derde broer Lotharius I te onderhandelen over de verdeling van het Karolingische Rijk en om aan Lotharius het door hen bepaalde derde deel van het rijk aan te bieden (de andere twee gezanten waren vooreerst graaf Koenraad I van Auxerre, broer van keizerin Judith van Beieren, en ook nog graaf Cobbo de Oudere). Na de deling van het Karolingische rijk was hij een van de meest invloedrijke groten in het rijk van Lotharius. Hij was lekenabt van de abdijen van Echternach, St. Maximin te Trier en Stavelot. Vlucht naar Westelijke Rijk. Op de Rijksdag van april 861 in Regensburg werden de broers Udo, graaf van Lahngouw, Waldo (abt van Schwarzach aan de Boven-Rijn en van Sint-Maximinusabdij te Trier) en Berengarius (graaf van de Hessengouw) veroordeeld voor ontrouw, omdat zij een opstand van Karloman van Beieren hadden gesteund. Hun ambten en leengoederen werden hen ontnomen en zij namen hun toevlucht bij hun verwant Adalhard in het Midden-Koninkrijk van Lotharius II. Wanneer Lodewijk de Duitser en Lotharius II zich kort daarna met elkaar verzoenden, vluchtten zij samen met Adalhard naar het westen in het koninkrijk van Karel de Kale, wiens vrouw Ermentrudis van Orleans een nicht was van Adalhard en mogelijk ook verwant was aan de drie broers via hun vader Gebhard. Karel de Kale compenseerde hen voor hun verliezen, en Adalhard werd belast met de opvoeding van Lodewijk, de zoon van Karel de Kale. Daarnaast werd hij lekenabt in verschillende kloosters, waaronder de Abdij van Sint-Maarten in Tours en de Abdij van Sint-Vaast. Ook werd Adalhard belast met de verdediging van Neustrië tegen de Noormannen. In 862 was hij zendgraaf in Bourgondië. Ondergang. In zijn functie als markgraaf moest Adalhard niet alleen vechten tegen de Vikingen maar ook tegen de lokale adel, die hem als een indringer beschouwde en zich met het onafhankelijke Bretagne tegen hem had verbonden. Toen hij in 865 de plundering van Saint-Denis in Parijs niet kon verhinderen, viel hij in ongenade bij Karel de Kale. Ook Udo en Berengarius verloren hun posities en de verloving van Adalhards dochter met Lodewijk III de Jonge, de tweede zoon van Lodewijk de Duitser, werd verbroken. In middeleeuwse kronieken wordt Adalhard ongunstig beoordeeld. Hij had volgens deze bronnen geen gevoel voor het algemeen belang maar probeerde iedereen te vriend te houden en bracht het koninkrijk grote schade toe. VIIIg. De Heilige Irmgard van Tours, dochter van Hugues, Graaf van Opperelzas

(VIId) [blz. 3] en Bava, geboren omstreeks 805, overleden (ongeveer 46 jaar oud) in Erstein [rhin (bas), Frankrijk] op 20 maart 851, relatie met Lothar I Karolinger, zoon van Lodewijk I der Franken (de Vrome) en Irmingard van Haspengouw, geboren in 795, overleden (ongeveer 60 jaar oud) in 855.

Uit deze relatie 2 kinderen. 1. Irmgard van Lombardije Karolinger, geboren omstreeks 830, trouwde

(respectievelijk ongeveer 16 en ongeveer 21 jaar oud) in 846 met Giselbert I graaf van Maasgouw, zoon van Reginar, geboren omstreeks 825, overleden (minstens 60 jaar oud) na dinsdag 6 september 885. Uit dit huwelijk 2 zonen.

2. Lothar Ii, geboren omstreeks 835, overleden (ongeveer 34 jaar oud) in 869, trouwde (ongeveer 27 jaar oud) in 862 met Waldrada, overleden na 868. Uit dit huwelijk een dochter.

De Heilige Irmgard van Tours. Zij zou abdis van de abdij van Bolzano worden. 15 november 821 trad zij echter in Thionville in het huwelijk met keizer Lotharius I en daarna werd ze voogdes van Bolzano. Een van haar kinderen was een dochter, Rotrude. In 849 stichtte zij samen met haar dochter in Erstein (Elzas) een vrouwenklooster. Rotrude werd de eerste abdis van het klooster. Irmgard kreeg vanuit Rome een groot aantal relieken geschonken voor het klooster. Sindsdien waren alle rijksvorstinnen ook abdis

Page 8: Genealogie van Leudfried. Generatie II

8

van dit klooster. Irmgard is begraven in Erstein. Haar feestdag is op 20 maart.

Generatie IX IXa. Eberhard III van Nordgau graaf in Nordgau, zoon van Eberhard II van Parijs

(VIIIa) [blz. 3] en Evesna van Duitsland, geboren in 837, overleden (ongeveer 61 jaar oud) in 898, trouwde met Adelheid van Vermandois, dochter van Pippijn II van Parijs der Franken en Rothaïde van Bobbio, geboren omstreeks 842, overleden (ongeveer 56 jaar oud) in 898.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Hugo III van de Elzas, geboren in 868, overleden (ongeveer 72 jaar oud) in

940, volgt Xa [blz. 8]. IXb. Eberhard III van de Elzas, zoon van Eberhard II van de Elzas (VIIId) [blz. 4], graaf van

Nordgau, Ortenau, Aargau, voogd van Lure, overleden omstreeks 900, relatie met Adelinde van Vermandois.

Uit deze relatie een zoon. 1. Hugo I, overleden in 940, volgt Xb [blz. 9].

IXc. Adalhard IV van Metz, zoon van Adalhard de Seneschalk (VIIIf) [blz. 6], geboren

omstreeks 850, graaf van Metz, overleden (ongeveer 40 jaar oud) in 890, een zoon.

1. Gerard van de Metzgau, geboren omstreeks 875, overleden (ongeveer 35 jaar oud) op woensdag 22 juni 910, volgt Xc [blz. 9].

Adalhard IV van Metz. Gerard kwam in 897 in conflict met koning Zwentibold van Lotharingen. Die ontnam hem eerst zijn positie maar Gerard en Zwentibold verzoenden zich weer. Het conflict was echter niet opgelost en Gerard en zijn broer Matfried (graaf van de Eiffel) namen de leiding op zich van een opstand, en versloegen en doodden Zwentibold in 900 in een veldslag bij Susteren. Gerard trouwde direct met Zwentibolds weduwe Oda van Saksen (ca. 880 – na 952), een dochter van Otto I van Saksen, maar het lukte Gerard en Matfried niet om hun gezag over Lotharingen te vestigen. In 903 werd Gebhard van Franconië tot hertog van Lotharingen benoemd. Gerard was in 906 in conflict met een graaf Koenraad, vermoedelijk Koenraad I van Franken (een neef van Gebhard) die door Koenraad de Oudere (een broer van Gebhard) met een leger was gezonden om Gebhard te ondersteunen. Gerard sneuvelde in 910 in gevecht met een Beiers leger. Gerard was zoon van Adelhard van Metz (ca. 850 – 2 januari 890), graaf van Metz en lekenabt van Echternach, die zoon was van Adalhard de Seneschalk, en van een dochter van Matfried van de Eifelgouw (ca. 820 – na 18 september 882). Matfried wordt in 843 al genoemd als graaf van de Eifelgouw en in 877 staat hij op een lijst van edelen die de koning van West-Francië zullen bijstaan als die de Maas zou oversteken.

Generatie X Xa. Hugo III van de Elzas graaf in de Nordgouw, Elzas, Eguisheim, Ortenau, Argau,

Hohenberg, zoon van Eberhard III van Nordgau (IXa) [blz. 8] en Adelheid van Vermandois, geboren in 868, overleden (ongeveer 72 jaar oud) in 940, trouwde (1) met Hildegarde van Ferrette, dochter van Lotharius II der Franken en Waldrada van Auxerre, geboren in 869, overleden (ongeveer 71 jaar oud) in 940.

Uit dit huwelijk 2 zonen. 1. Guntram van Habsburg, geboren in 898, overleden (ongeveer 77 jaar oud)

in 975, volgt XIa [blz. 10]. 2. Eberhard IV van Nordgau, geboren in 900, overleden (ongeveer 73 jaar oud)

Page 9: Genealogie van Leudfried. Generatie II

9

op donderdag 18 december 973, volgt XIb [blz. 10]. Hugo III van de Elzas graaf in de Nordgouw, Elzas, Eguisheim, Ortenau, Argau,

Hohenberg, trouwde (2) met Hildegard van de Betuwe, dochter van Ricfried Teisterbant-Betuwe en Hesewindis (Hereswint) van Loos-Kleef, geboren in 900, overleden (ongeveer 40 jaar oud) in 940.

Uit dit huwelijk een dochter. 1. Adele Adeydis d' Equisheim-Dagsbourg-Nordgau, geboren in

Dachsbourg [baden-württemberg, Duitsland] in 927, overleden (ongeveer 38 jaar oud) in 965, volgt XIc [blz. 10].

Xb. Hugo I van de Elzas, zoon van Eberhard III van de Elzas (IXb) [blz. 8] en Adelinde van

Vermandois, graaf van Elzas en Ferette 925, van Nordgau, Ortenau, Aargau en Hohenberg, overleden in 940, relatie met Hildegarde van Ferette, overleden in 940.

Uit deze relatie een zoon. 1. Eberhard IV, overleden in 966, volgt XId [blz. 10].

Xc. Gerard van de Metzgau, zoon van Adalhard IV van Metz (IXc) [blz. 8], geboren

omstreeks 875, graaf van Metz, overleden (ongeveer 35 jaar oud) op woensdag 22 juni 910, trouwde met Oda van Saksen, dochter van Otto I hertog van Saksen (de Illustere) en Hedwig van Babenberg, geboren omstreeks 884, overleden (ongeveer 68 jaar oud) op zondag 2 juli 952.

Uit dit huwelijk 4 kinderen, waaronder: 1. Wigfried, geboren in 901, geestelijke uit de middeleeuwen, die onder andere

aartsbisschop van Keulen was, overleden (ongeveer 52 jaar oud) op vrijdag 9 juli 953, begraven in Keulen [nordrhein-westfalen, Duitsland] in de Sint-Gereonskerk.

2. Uda van Metz, geboren omstreeks 910, overleden (ongeveer 53 jaar oud) op 10 april 963, volgt XIe [blz. 11].

3. Godfried van Gulik, paltsgraaf van Lotharingen, overleden in 949. Gerard van de Metzgau. Gerard kwam in 897 in conflict met koning Zwentibold van Lotharingen. Die ontnam hem eerst zijn positie maar Gerard en Zwentibold verzoenden zich weer. Het conflict was echter niet opgelost en Gerard en zijn broer Matfried (graaf van de Eiffel) namen de leiding op zich van een opstand, en versloegen en doodden Zwentibold in 900 in een veldslag bij Susteren. Gerard trouwde direct met Zwentibolds weduwe Oda van Saksen (ca. 880 – na 952), een dochter van Otto I van Saksen, maar het lukte Gerard en Matfried niet om hun gezag over Lotharingen te vestigen. In 903 werd Gebhard van Franconië tot hertog van Lotharingen benoemd. Gerard was in 906 in conflict met een graaf Koenraad, vermoedelijk Koenraad I van Franken (een neef van Gebhard) die door Koenraad de Oudere (een broer van Gebhard) met een leger was gezonden om Gebhard te ondersteunen. Gerard sneuvelde in 910 in gevecht met een Beiers leger. Gerard was zoon van Adelhard van Metz (ca. 850 – 2 januari 890), graaf van Metz en lekenabt van Echternach, die zoon was van Adalhard de Seneschalk, en van een dochter van Matfried van de Eifelgouw (ca. 820 – na 18 september 882). Matfried wordt in 843 al genoemd als graaf van de Eifelgouw en in 877 staat hij op een lijst van edelen die de koning van West-Francië zullen bijstaan als die de Maas zou oversteken. Wigfried van de Metzgau. Wigfried was een zoon van graaf Gerard van de Metzgau en Oda van Saksen en bijgevolg een neef van Hendrik I de Vogelaar. Zijn jongere broer was Godfried van Gulik en een jongere zus was Uda van Metz, die in 930 trouwde met Gozelo van de Ardennen, die legeraanvoerder was van zijn broer, bisschop Adalbero I van Metz. Onder het bewind van keizer Otto I de Grote was Wigfried aartskapelaan en aartskanselier. In 924 werd hij aartsbisschop van Keulen. Daarvoor was hij al lid van het Keulse Domkapittel. Hij begunstigde de kloosters en kapittels in zijn aartsbisdom. Zo schonk hij in 927 aan het Keulse Sint-Ursulakapittel de inkomsten van de Mariakerk, eveneens in Keulen. In 935 begiftigde hij

Page 10: Genealogie van Leudfried. Generatie II

10

hetzelfde kapittel met het landgoed Rurdorf(?). In 941 schonk hij zowel aan het Sint-Ceciliakapittel als aan het Sint-Ursulakapittel inkomsten van een aantal kerken, hoeven en wijngaarden. Hoewel hij daar als aartsbisschop van Keulen het alleenrecht op had, moest hij de koningskroning van Otto in 936 in Aken delen met de aartsbisschoppen van Trier en Mainz. Hij stierf na een lang ziekbed op 9 juli 953 en werd begraven in de Sint-Gereonskerk in Keulen. Oda van Saksen, dochter van Otto I hertog van Saksen (de Illustere) en Hedwig van

Babenberg, trouwde (1) met Zwentibold koning van Lotharingen, geboren tussen 870 en 871, tweede en laatste koning, overleden (hoogstens 30 jaar oud) in Susteren op zondag 13 augustus 900.

Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend. Oda van Saksen, trouwde (3) met Eberhard van de Opper-Lahngouw. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend.

Generatie XI XIa. Guntram 'de Rijke' van Habsburg, zoon van Hugo III van de Elzas (Xa) [blz. 8] en

Hildegarde van Ferrette, geboren in 898, overleden (ongeveer 77 jaar oud) in 975, trouwde met Ida van Calw, dochter van Koenraad van Calw, geboren omstreeks 903.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Lanzelin, geboren omstreeks 926, overleden (ongeveer 65 jaar oud) in 991,

volgt XIIa [blz. 11]. XIb. Eberhard IV van Nordgau, zoon van Hugo III van de Elzas (Xa) [blz. 8] en Hildegarde

van Ferrette, geboren in 900, overleden (ongeveer 73 jaar oud) op donderdag 18 december 973, trouwde (respectievelijk ongeveer 20 en ongeveer 15 jaar oud) omstreeks 920 met Luitgard van Lotharingen, dochter van Wigerik paltsgraaf van Lotharingen en Kundegonde van Henegouwen, geboren omstreeks 905, overleden (ongeveer 70 jaar oud) omstreeks 975.

Uit dit huwelijk 5 kinderen. 1. Hugo V Raucus, geboren omstreeks 920, overleden (minstens 65 jaar oud)

na 985, volgt XIIb [blz. 11]. 2. Hedwig, geboren omstreeks 930, overleden (ongeveer 67 jaar oud) op

woensdag 13 december 997, volgt XIIc [blz. 11]. 3. Wigburg van Beieren, geboren omstreeks 930, volgt XIId [blz. 11]. 4. Albert II van de Elzas, geboren omstreeks 940, volgt XIIe [blz. 12]. 5. Gerard van Metz, geboren omstreeks 950, overleden (ongeveer 76 jaar oud)

omstreeks 1026, volgt XIIf [blz. 12]. XIc. Adele Adeydis d' Equisheim-Dagsbourg-Nordgau, dochter van Hugo III van de Elzas

(Xa) [blz. 8] en Hildegard van de Betuwe, geboren in Dachsbourg [baden-württemberg, Duitsland] in 927, overleden (ongeveer 38 jaar oud) in 965, trouwde met haar neef Rudolf van Haspengau-Betuwe, zoon van Nevelong in de Betuwe en Luitgarde Tour, geboren in 928.

Uit dit huwelijk een dochter. 1. Hereswint van Strijen-Betuwe, geboren in 948, overleden (ongeveer 46 jaar

oud) in Hilvarenbeek in 994, trouwde met Ansfried van Teisterbant de Ringelheim, zoon van Lambert van Leuven-Ringelheim en Adele van Hereswinth-Betuwe, geboren in Amersfoort in 931, overleden (ongeveer 79 jaar oud) in Leusden in 1010. Uit dit huwelijk een zoon.

XId. Eberhard IV graaf van de Elzas, zoon van Hugo I van de Elzas (Xb) [blz. 9] en

Hildegarde van Ferette, overleden in 966, relatie met Bertha van Metz. Uit deze relatie een zoon.

1. Gerhard I, overleden na 980, volgt XIIg [blz. 12].

Page 11: Genealogie van Leudfried. Generatie II

11

XIe. Uda van Metz, dochter van Gerard van de Metzgau (Xc) [blz. 9] en Oda van Saksen,

geboren omstreeks 910, overleden (ongeveer 53 jaar oud) op 10 april 963, trouwde (respectievelijk ongeveer 20 en ongeveer 19 jaar oud) in 930 met Gozelo van Ardennen, zoon van Wigerik paltsgraaf van Lotharingen en Kundegonde van Henegouwen, geboren in 911, graaf van de Ardennengouw en de Bidgouw legeraanvoerder van zijn broer, bisschop Adalbero I van Metz, overleden (ongeveer 31 jaar oud) op dinsdag 19 oktober 942, begraven op zaterdag 16 februari 943.

Uit dit huwelijk 2 kinderen. 1. Gerberga, relatie met Megingoz Avalgau, overleden in 1001. Uit deze relatie

een dochter. 2. Gottfried, geboren omstreeks 932, overleden (ongeveer 73 jaar oud) in 1005,

trouwde (ongeveer 31 jaar oud) omstreeks 963 met Mathilde van Saksen, dochter van Herman Billung en Hildegard van Westerburg, overleden op woensdag 25 mei 1008. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

Generatie XII XIIa. Lanzelin van Habsburg, zoon van Guntram 'de Rijke' van Habsburg (XIa) [blz. 10] en

Ida van Calw, geboren omstreeks 926, overleden (ongeveer 65 jaar oud) in 991, trouwde met Luitgard van Nellenburg, dochter van Eberhard III van Thurgau, geboren omstreeks 936, overleden (ongeveer 55 jaar oud) in 991.

Uit dit huwelijk 2 zonen. 1. Radbout, geboren omstreeks 970, overleden (ongeveer 57 jaar oud) in 1027. 2. Liutgard, geboren omstreeks 977.

XIIb. Hugo V Raucus van Nordgau, zoon van Eberhard IV van Nordgau (XIb) [blz. 10] en

Luitgard van Lotharingen, geboren omstreeks 920, overleden (minstens 65 jaar oud) na 985, trouwde met Eadiva Berlinde van Metz, dochter van Gerhard van Metz en Adelheid van Mæon, geboren omstreeks 940.

Uit dit huwelijk 2 zonen. 1. Hugo VI van Egisheim, geboren omstreeks 970, overleden (ongeveer 79 jaar

oud) omstreeks 1049. 2. Gerhard van de Elzas, geboren omstreeks 970, overleden (hoogstens 34

jaar oud) voor 1004. XIIc. Hedwig van Nordgau, dochter van Eberhard IV van Nordgau (XIb) [blz. 10] en Luitgard

van Lotharingen, geboren omstreeks 930, overleden (ongeveer 67 jaar oud) op woensdag 13 december 997, trouwde met haar oom Siegfried I van Luxemburg, zoon van Wigerik paltsgraaf van Lotharingen en Kundegonde van Henegouwen, geboren in 915, overleden (ongeveer 83 jaar oud) op dinsdag 15 augustus 998.

Uit dit huwelijk 4 kinderen. 1. Lutgardis, geboren omstreeks 960, overleden (ongeveer 45 jaar oud) op

zaterdag 14 september 1005, trouwde met Arnulf graaf van Holland, zoon van Dirk II van Gent en Hildegard van Vlaanderen, geboren in Gent [oost-vlaanderen, België] in 951, overleden (ongeveer 42 jaar oud) in Winkel (te Mond van de Maas) op donderdag 18 september 993, begraven in Egmond. Uit dit huwelijk een zoon.

2. Frederik I, geboren in 965, graaf in de Moezelgouw, voogd van Stavelot, trouwde met Irmentrud van Gleiberg. Uit dit huwelijk een zoon.

3. Eva, geboren omstreeks 955, overleden (ongeveer 51 jaar oud) omstreeks 1006, trouwde met haar oom Gerard van Metz, zoon van Eberhard IV van Nordgau (XIb) [blz. 10] en Luitgard van Lotharingen (zie XIIf [blz. 12] ). Uit dit huwelijk een dochter.

4. Luitgarde Van van Kleef, geboren omstreeks 965. XIId. Wigburg van Beieren, dochter van Eberhard IV van Nordgau (XIb) [blz. 10] en Luitgard

Page 12: Genealogie van Leudfried. Generatie II

12

van Lotharingen, geboren omstreeks 930, trouwde met Hartwig II van Isengau, zoon van Kadalhoh II van Isengau en Hildegarde, geboren in 930, overleden (ongeveer 55 jaar oud) in 985.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Aribo I van Beieren, geboren in 955.

XIIe. Albert II van de Elzas, zoon van Eberhard IV van Nordgau (XIb) [blz. 10] en Luitgard

van Lotharingen, geboren omstreeks 940, trouwde met zijn nicht Jutta van Luxemburg, dochter van Siegfried graaf van Luxemburg en Hedwig Nordgau, geboren omstreeks 969, overleden (ongeveer 69 jaar oud) omstreeks 1038.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Gerard III van Lotharingen, geboren omstreeks 985, overleden (ongeveer 85

jaar oud) in Remiremont [luxemburg, België] op zondag 6 maart 1070, volgt XIIIa [blz. 12].

XIIf. Gerard van Metz, zoon van Eberhard IV van Nordgau (XIb) [blz. 10] en Luitgard van

Lotharingen, geboren omstreeks 950, overleden (ongeveer 76 jaar oud) omstreeks 1026, trouwde met zijn nicht Eva van Luxemburg, dochter van Siegfried I van Luxemburg en Hedwig van Nordgau (XIIc) [blz. 11].

Uit dit huwelijk een dochter. 1. Gisela, geboren omstreeks 970, overleden (ongeveer 75 jaar oud)

omstreeks 1045, volgt XIIIb [blz. 12]. XIIg. Gerhard I van de Elzas, zoon van Eberhard IV graaf van de Elzas (XId) [blz. 10] en

Bertha van Metz, graaf van Elzas, voogd van Remiremont 980, overleden na 980, een zoon.

1. Adalbert II, geboren voor 1005, overleden (minstens 21 jaar oud) na 1026, volgt XIIIc [blz. 12].

Generatie XIII XIIIa. Gerard III van Lotharingen (XIIIa) [blz. 12] , zoon van Albert II van de Elzas

(XIIe) [blz. 12] en Jutta van Luxemburg, geboren omstreeks 985, overleden (ongeveer 85 jaar oud) in Remiremont [luxemburg, België] op zondag 6 maart 1070, trouwde met zijn nicht Gisela van Metz, dochter van Gerard van Metz (XIIf) [blz. 12] en Eva van Luxemburg (zie XIIIb [blz. 12] ).

XIIIb. Gisela van Metz, dochter van Gerard van Metz (XIIf) [blz. 12] en Eva van Luxemburg,

geboren omstreeks 970, overleden (ongeveer 75 jaar oud) omstreeks 1045, trouwde met haar neef Gerard III van Lotharingen (zie XIIIa [blz. 12] ).

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Adalbert III van Longwy, geboren omstreeks 1005, overleden (ongeveer 43

jaar oud) in Thuin [henegouwen, België] op zaterdag 11 november 1048, volgt XIVa [blz. 12].

XIIIc. Adalbert II van de Elzas, zoon van Gerhard I van de Elzas (XIIg) [blz. 12], geboren

voor 1005, graaf in Saargau 1005, van Metz 1020-60, overleden (minstens 21 jaar oud) na 1026, relatie met Jutta van Verdun-Luxemburg, dochter van Wigerik paltsgraaf van Lotharingen en Kundegonde van Henegouwen, overleden omstreeks 1037.

Uit deze relatie een zoon. 1. Gerhard III, overleden in 1045, volgt XIVb [blz. 13].

Generatie XIV XIVa. Adalbert III van Longwy, zoon van Gerard III van Lotharingen (XIIIa) [blz. 12] en

Gisela van Metz (XIIIb) [blz. 12], geboren omstreeks 1005, overleden (ongeveer 43 jaar

Page 13: Genealogie van Leudfried. Generatie II

13

oud) in Thuin [henegouwen, België] op zaterdag 11 november 1048, relatie met Clémence van Foix.

Uit deze relatie 2 dochters. 1. Ermesinde de Longwy, overleden na 1058, volgt XVa [blz. 13]. 2. Etiennette de Longwy, overleden na 1092, volgt XVb [blz. 13].

XIVb. Gerhard III van de Elzas, zoon van Adalbert II van de Elzas (XIIIc) [blz. 12] en Jutta

van Verdun-Luxemburg, graaf van Elzas, overleden in 1045, relatie met Gisela van Luxemburg.

Uit deze relatie een zoon. 1. Gerhard IV, overleden in 1070, volgt XVc [blz. 14].

Generatie XV XVa. Ermesinde de Longwy, dochter van Adalbert III van Longwy (XIVa) [blz. 12] en

Clémence van Foix, overleden na 1058, relatie met Willem VII van Poitou, zoon van Guillaume V van Poitou en Agnes Van BoergondiÙ Ivrea, geboren omstreeks 1023, overleden (ongeveer 35 jaar oud) in 1058.

Uit deze relatie een dochter. 1. Clementia van Poitiers, geboren omstreeks 1045, overleden (ongeveer 97

jaar oud) op zondag 4 januari 1142, een dochter, trouwde (1) met Gerard I graaf van Gelre (de Lange), zoon van Gerard III Flamens, geboren omstreeks 1060. Uit dit huwelijk 3 kinderen, trouwde (ongeveer 30 jaar oud) (2) omstreeks 1075 met Konrad van Luxemburg, zoon van Giselbert van Luxemburg, overleden in 1088. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Gerard I graaf van Gelre (de Lange). Geschiedenis. Gerard was een zoon van graaf Gerard III Flamens die ca. 1076 overleed, toen Gerard en zijn broer Hendrik van Kriekenbeek nog minderjarig waren. Hij werd opgevoed door zijn oom Dirk 'van de Veluwe', die zelf bezittingen had in de zuidoostelijke Veluwe, en die tevens het beheer op zich nam over de grafelijke rechten die op Gerard vererfd waren.. Gerard was heer van Wassenberg van 1085 - 1129. In 1096 werd hij, als Gerard I, ook graaf van Gelre. Hij werd in 1096 ook als landgraaf geattesteerd in een keizerlijke oorkonde: MGH Diplomata Henrici IV nr. 459: Gerardus lantgrave, waarschijnlijk met betrekking tot een rijksleen in de Teisterbant. Daarnaast was hij voogd van Erkelenz, Roermond en Utrecht. Gerard was een van de machtigste edelen van Neder-Lotharingen en probeerde zijn bezit vooral ten koste van de bisschop van Utrecht te vergroten. Dit leidde tot conflicten met Utrecht maar ook met de aartsbisschop van Keulen en de graven van Holland. Op rijksniveau was Gerard een trouw bondgenoot van Hendrik IV (keizer). Samen met zijn neef/broer Gosewijn I van Valkenburg dwong hij de benoeming van Hendriks kandidaat af, als abt van Sint-Truiden. Van Gerard is ook de 'schenking' van de kerk van Echt bekend aan het kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, hoewel dat kapittel zich de rechtmatige eigenaar van die kerk waande. XVb. Etiennette de Longwy, dochter van Adalbert III van Longwy (XIVa) [blz. 12] en

Clémence van Foix, overleden na 1092, relatie met Willem van Bourgondië (de Grote), zoon van Renaud van Bourgondië en Adelheid van Normandië, geboren in 1025, overleden (ongeveer 62 jaar oud) in 1087.

Uit deze relatie 2 kinderen. 1. Etienne van Boergondië, geboren omstreeks 1055, overleden (ongeveer 47

jaar oud) in 1102, relatie met Béatrix van de Elzas, dochter van Gerhard IV van de Elzas (XVc) [blz. 14] en Hedwige van Namen, overleden na 1116. Uit deze relatie geen kinderen.

2. Gisèle (van Boergondië), geboren omstreeks 1075, overleden (minstens 58 jaar oud) na 1133, begraven in 1135, trouwde (respectievelijk ongeveer 15 en ongeveer 18 jaar oud) (1) in 1090 (omstreeks 1090) met Humbert II graaf van

Page 14: Genealogie van Leudfried. Generatie II

14

Savoye (de Sterke of de Dikke), zoon van Amadeus II graaf van Savoye en Johanna van Genève, geboren omstreeks 1072, was de zesde graaf van Savoye, overleden (ongeveer 31 jaar oud) in Moûtiers [savoie, Frankrijk] op woensdag 14 oktober 1103, begraven in de kathedraal van Moûtiers. Uit dit huwelijk 7 kinderen, trouwde (respectievelijk ongeveer 30 en ongeveer 21 jaar oud) (2) in 1105 met Reinier markgraaf van Monferrato, geboren omstreeks 1084, overleden (ongeveer 51 jaar oud) in mei 1135. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend.

Gisèle van Bourgondië. Rond 1100 volgde hij zijn vader op als markgraaf van Monferrato. Met zijn regering wierp het huis der Aleramiden in Monferrato zijn schaduw van obscuriteit af en begon de dynastie een invloedrijke rol te krijgen in de Italiaanse politiek. Hij was een trouwe aanhanger van keizer Hendrik V. In 1111 kreeg hij van hem een keizerlijke concessie voor de inwoners van Turijn, betreffende de Via Francigena die door de stad liep. Hetzelfde jaar doneerde hij samen met zijn neef Oberto I van Occimiano de kerk van San Martino di Zenzano in het kasteel van Occimiano aan de kapittel van het Sint-Evasiusklooster in Casale. In 1113 doneerde Reinier een deel van Langiano aan het klooster San Secondo di Terra Rossa, dat verbonden was aan de Abdij van Fruttuaria. Ook stichtte hij tussen 1126 en 1133 samen met enkele andere familieleden het cisterciënzersklooster van Santa Maria di Lucedio nabij Trino. Humbert II graaf van Savoye (de Sterke of de Dikke). In 1080 overleed zijn vader en werd Humbert graaf van Savoye, hertog van Turijn, Valle d'Aosta en Susa (Italië), heer van Maurienne, Tarentaise en de Chablais. Omdat hij nog maar amper acht jaar was, trad zijn grootmoeder Adelheid van Susa op als regentes. Na haar dood in 1091 verloor Humbert wel zijn Italiaanse bezittingen, met uitzondering van Susa. Humbert concentreerde zich op de consolidatie van zijn resterende gebieden. Hij organiseerde het bestuur rondom een stelsel van burggraafschappen. Humbert brak samen met zijn vazallen de macht van aartsbisschop Heraclius van de Tarentaise. Wel moest hij na zware gevechten delen van zijn bezit in de Piëmont opgeven aan lokale edelen. Humbert stichtte de abdij van Saint-Jean-d'Aulps in 1094 en deed in datzelfde jaar een schenking aan de Mariakerk van Ivrea. XVc. Gerhard IV van de Elzas, zoon van Gerhard III van de Elzas (XIVb) [blz. 13] en Gisela

van Luxemburg, overleden in 1070, relatie met zijn achternicht Hedwige van Namen, dochter van Albert I graaf van Namen en Adelheid Van Nederlotharingen Karolinger.

Uit deze relatie 2 kinderen. 1. Dietrich I, overleden in 1115, volgt XVI [blz. 14]. 2. Béatrix, overleden na 1116, relatie met Etienne van Boergondië, zoon van

Willem van Bourgondië (de Grote) en Etiennette de Longwy (XVb) [blz. 13]. Uit deze relatie geen kinderen.

Generatie XVI XVI. Dietrich I van de Elzas, zoon van Gerhard IV van de Elzas (XVc) [blz. 14] en Hedwige

van Namen, hertog van Opper-Lotharingen, overleden in 1115, trouwde (1) in 1096 met Geertrui van Vlaanderen, dochter van Robrecht van Vlaanderen en Geertruid van Saksen, overleden in 1117.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Diederik, geboren in 1100, overleden (ongeveer 68 jaar oud) in

Gravelines [pas-de-calais, Frankrijk] op donderdag 4 januari 1168, volgt XVIIa [blz. 15].

Geertrui van Vlaanderen, dochter van Robrecht van Vlaanderen en Geertruid van

Saksen, trouwde (1) met Hendrik III van Leuven was graaf van Leuven en Brussel

Page 15: Genealogie van Leudfried. Generatie II

15

tussen 1078 en 1095, zoon van Hendrik II van Leuven en Adela van de Betuwe, geboren voor 1059, overleden (minstens 36 jaar oud) in Tournay [pyrénées (hautes), Frankrijk] op dinsdag 5 februari 1095, begraven in Nijvel in de abdij.

Uit dit huwelijk geen kinderen. Dietrich I van de Elzas, trouwde (Hedwig ongeveer 17 jaar oud) (2) omstreeks 1075

met Hedwig van Formbach, dochter van Friedrich van Formbach en Gertrud van de Noordmark, geboren in 1058, overleden (ongeveer 39 jaar oud) omstreeks 1097.

Uit dit huwelijk 3 kinderen. 1. Simon I, overleden in Stürzelbronn [west midlands, Groot Brittanië] op

zaterdag 14 januari 1139, volgt XVIIb [blz. 18]. 2. Geertruid, overleden in 1144, volgt XVIIc [blz. 19]. 3. Gertrud, volgt XVIId [blz. 19].

Generatie XVII XVIIa. Diederik van de Elzas, zoon van Dietrich I van de Elzas (XVI) [blz. 14] en Geertrui van

Vlaanderen, geboren in 1100, graaf van Vlaanderen, overleden (ongeveer 68 jaar oud) in Gravelines [pas-de-calais, Frankrijk] op donderdag 4 januari 1168, trouwde (1) met Swanhilde, overleden op zondag 4 september 1132.

Uit dit huwelijk een dochter. 1. Laureta van Vlaanderen, trouwde (1) met Iwein van Aalst (de Kale),

vermoord. Uit dit huwelijk geen kinderen, trouwde (2), (gescheiden) met Hendrik II hertog van Limburg, zoon van Walram I van Limburg en Jutta van Gelre, geboren omstreeks 1110, hertog van Limburg en graaf van Arel, overleden (ongeveer 57 jaar oud) in Italië aan de pest op dinsdag 1 augustus 1167, begraven begraven in de crypte van de abdijkerk van Kloosterrade. Uit dit huwelijk geen kinderen, trouwde (3) met Rudolf I (de Dappere, de Eenogige) graaf van Vermandois, geboren in 1085, overleden (ongeveer 67 jaar oud) op dinsdag 14 oktober 1152. Uit dit huwelijk geen kinderen, trouwde (4), (gescheiden) met Hendrik I van Namen (de Blinde), geboren in 1112, overleden (ongeveer 84 jaar oud) op woensdag 14 augustus 1196. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Iwein van Aalst (de Kale) en Laureta van Vlaanderen Iwein van Aalst was net als zijn broer Boudewijn III van Gent, Peer van Vlaanderen en advocaat van de Sint-Pietersabdij van Gent. Beiden waren ze de zonen van Boudewijn II van Gent. In 1127 ontnam hij de bezittingen van zijn nichtje Beatrice en werd heer van Aalst. Hij noemde zich later zelfs "comes Alostanus" of graaf van Aalst. Hij werd vermoord op 8 augustus 1145. Zijn weduwe Lauretta van de Elzas, dochter van de graaf van Vlaanderen, overleed als non te Vorst rond 1175. Warlop somde een lijst op van de bezittingen van Iwein van Aalst. Naast Aalst had hij ook Waas, Drongen, Deinze en Ruiselede en was hij ook leenman van Liedekerke. Verder bezat hij gronden en rechten te Ronse, Deelstreep Brugge, Westvleteren, Ieper, Bikschote, Langemark, Komen, Veurne, Pollinkhove, Horebeke en Tourcoing. Hoe kwam het huis van Aalst aan deze bezittingen? Enkel van Waas, Drongen en Ruiselede weten we dat zijn voorouders ze ontvingen van de graaf van Vlaanderen. Het andere kunnen we slechts gissen. Tot de mogelijkheden behoren erfenis, huwelijk, giften of inbezitneming door geweld. Rond Aalst zelf bezat het huis heel wat allodiale goederen. We mogen gerust veronderstellen dat Erembodegem, Hofstade, Gijzegem, Nieuwerkerken en Lede zijn bezit waren. Deze dorpen zijn later in bezit gekomen van de Graaf van Vlaanderen als erfgenaam van het huis van Aalst. Iwein en het conflict met Willem Clito Als Peer van Vlaanderen steunde hij Diederik van de Elzas als kandidaat-graaf. Niettemin werd

Page 16: Genealogie van Leudfried. Generatie II

16

Willem Clito van Normandië gekozen. In 1128 was er een conflict tussen de Gentenaars en graaf Willem Clito. Iwein van Aalst probeerde te bemiddelen. Omdat Iwein te vaak de zijde koos van de burgers, kwam hij in conflict met de graaf. Nadat de graaf eigenmachtig een eerder afgeschafte belasting had heringevoerd, verweet Iwein hem tijdens een volksvergadering op de Vrijdagmarkt in Gent op 16 februari 1128 dat hij de wederzijdse band tussen hemzelf en het volk had verbroken. Geen vorst die de wet had geschonden, kon rechtmatig verder regeren, aldus Iwein. Galbert van Brugge vertelt dat Iwein eiste dat zijn beschuldiging voorgelegd zou worden aan een onpartijdige rechtbank. Die moest, aldus Iwein, samengesteld worden uit "baronnen van beide partijen, en onze heren en al de verantwoordelijke mannen uit de clerus en het volk" en moest zetelen in Ieper, "dat gelegen is in het midden van ons land", om aldus "rustig en na rijp beraad, zonder bedrog of kwade trouw, het oordeel te vellen" of de graaf al dan niet de wet gebroken had, en als dit zo was, dan moest hij aftreden en de plaats ruimen voor een vorst die de wet wél zou respecteren. Volgens Raoul van Caenegem formuleerde Iwein daarmee het principe van de rule of law, dat daardoor voor het eerst in Vlaanderen tot uiting kwam. Dit staat bekend als een van de eerste pleidooien voor het constitutionalisme: de doctrine dat de uitoefening van de politieke macht gebaseerd is op een overeenkomst tussen de vorst en het volk. Door te stellen dat "gij niets moogt doen in dit graafschap dat tegen onze Raad en de eer van het land ingaat" kan Iwein van Aelst beschouwd worden als de eerste pleitbezorger van het parlementarisme avant la lettre. Willem daagde Iwein uit tot een duel. Iwein weigerde het duel op basis dat ze niet van gelijke stand waren. Hij verbrak zijn leenmanschap en erkende Dirk van den Elzas als nieuwe graaf. Dirk werd op 21 juni 1128 verslagen en zocht zijn toevlucht tot Iwein en Daniël van Dendermonde. Het conflict escaleerde tot Willem met zijn leger optrok naar Aalst waarbij hij sneuvelde door een pijl, afgeschoten door een Aalstenaar. Diederik van de Elzas werd de nieuwe graaf. (1128) Iwein en het conflict met de clan Bourbourg Arnold II, graaf van Ardres, huwde daarna Gertrude de tante van Iwein. De geschiedschrijver Lambert van Ardres vertelde dat Iwein en Arnold van Ardres goede vrienden waren. In een tent tijdens een toernooi bedisselden ze samen het huwelijk. Hierdoor ontstond er een geducht machtsblok: Ardres-Waas-Gent-Aalst. Iwein was de grote triomfator en held van Vlaanderen, maar hij had twee grote vijanden: de clan Bourbourg en de clan Beveren. Deze laatste pleitte recht te hebben op de bezittingen van Iwein in het Waasland. Diederik van Beveren maakte zijn aanspraak mogelijk door zijn huwelijk met een dochter van Boudewijn III van Aalst. De naam van het meisje is echter onbekend omdat geen enkele historische bron dit bevestigt. De ruzie met de clan Bourbourg zou Iwein zijn dood worden: Rogier van Kortrijk, een bondgenoot van Bourbourg, zou hem vermoord hebben. Het kwam al een eerste maal tot een treffen in Aken, waar beide ridders de baden bezochten. Rogier zou er blijvend verwond geraken aan de handen door messteken. Bij een verzoeningspoging te Kassel werd Iwein door Rogier of door zijn toedoen vermoord in 1145. Hij werd opgevolgd door zijn minderjarige zoon Diederik van Aalst. Iwein van Aalst (de Kale). Iwein van Aalst was net als zijn broer Boudewijn III van Gent, Peer van Vlaanderen en advocaat van de Sint-Pietersabdij van Gent. Beiden waren ze de zonen van Boudewijn II van Gent. In 1127 ontnam hij de bezittingen van zijn nichtje Beatrice en werd heer van Aalst. Hij noemde zich later zelfs "comes Alostanus" of graaf van Aalst. Hij werd vermoord op 8 augustus 1145. Zijn weduwe Lauretta van de Elzas, dochter van de graaf van Vlaanderen, overleed als non te Vorst rond 1175. Warlop somde een lijst op van de bezittingen van Iwein van Aalst. Naast Aalst had hij ook Waas, Drongen, Deinze en Ruiselede en was hij ook leenman van Liedekerke. Verder bezat hij gronden en rechten te Ronse, Deelstreep Brugge, Westvleteren, Ieper, Bikschote, Langemark, Komen, Veurne, Pollinkhove, Horebeke en Tourcoing. Hoe kwam het huis van Aalst aan deze bezittingen? Enkel van Waas, Drongen en Ruiselede weten we dat zijn voorouders ze ontvingen van de graaf van Vlaanderen. Het andere kunnen we slechts gissen. Tot de mogelijkheden behoren erfenis, huwelijk, giften of inbezitneming door geweld. Rond Aalst zelf bezat het huis heel wat allodiale goederen. We mogen gerust veronderstellen dat Erembodegem, Hofstade, Gijzegem, Nieuwerkerken en Lede zijn bezit waren. Deze dorpen zijn later in bezit gekomen van de Graaf van Vlaanderen als erfgenaam van het huis van Aalst.

Page 17: Genealogie van Leudfried. Generatie II

17

Iwein en het conflict met Willem Clito. Als Peer van Vlaanderen steunde hij Diederik van de Elzas als kandidaat-graaf. Niettemin werd Willem Clito van Normandië gekozen. In 1128 was er een conflict tussen de Gentenaars en graaf Willem Clito. Iwein van Aalst probeerde te bemiddelen. Omdat Iwein te vaak de zijde koos van de burgers, kwam hij in conflict met de graaf. Nadat de graaf eigenmachtig een eerder afgeschafte belasting had heringevoerd, verweet Iwein hem tijdens een volksvergadering op de Vrijdagmarkt in Gent op 16 februari 1128 dat hij de wederzijdse band tussen hemzelf en het volk had verbroken. Geen vorst die de wet had geschonden, kon rechtmatig verder regeren, aldus Iwein. Galbert van Brugge vertelt dat Iwein eiste dat zijn beschuldiging voorgelegd zou worden aan een onpartijdige rechtbank. Die moest, aldus Iwein, samengesteld worden uit "baronnen van beide partijen, en onze heren en al de verantwoordelijke mannen uit de clerus en het volk" en moest zetelen in Ieper, "dat gelegen is in het midden van ons land", om aldus "rustig en na rijp beraad, zonder bedrog of kwade trouw, het oordeel te vellen" of de graaf al dan niet de wet gebroken had, en als dit zo was, dan moest hij aftreden en de plaats ruimen voor een vorst die de wet wél zou respecteren. Volgens Raoul van Caenegem formuleerde Iwein daarmee het principe van de rule of law, dat daardoor voor het eerst in Vlaanderen tot uiting kwam. Dit staat bekend als een van de eerste pleidooien voor het constitutionalisme: de doctrine dat de uitoefening van de politieke macht gebaseerd is op een overeenkomst tussen de vorst en het volk. Door te stellen dat "gij niets moogt doen in dit graafschap dat tegen onze Raad en de eer van het land ingaat" kan Iwein van Aelst beschouwd worden als de eerste pleitbezorger van het parlementarisme avant la lettre. Willem daagde Iwein uit tot een duel. Iwein weigerde het duel op basis dat ze niet van gelijke stand waren. Hij verbrak zijn leenmanschap en erkende Dirk van den Elzas als nieuwe graaf. Dirk werd op 21 juni 1128 verslagen en zocht zijn toevlucht tot Iwein en Daniël van Dendermonde. Het conflict escaleerde tot Willem met zijn leger optrok naar Aalst waarbij hij sneuvelde door een pijl, afgeschoten door een Aalstenaar. Diederik van de Elzas werd de nieuwe graaf. (1128). Iwein en het conflict met de clan Bourbourg. Arnold II, graaf van Ardres, huwde daarna Gertrude de tante van Iwein. De geschiedschrijver Lambert van Ardres vertelde dat Iwein en Arnold van Ardres goede vrienden waren. In een tent tijdens een toernooi bedisselden ze samen het huwelijk. Hierdoor ontstond er een geducht machtsblok: Ardres-Waas-Gent-Aalst. Iwein was de grote triomfator en held van Vlaanderen, maar hij had twee grote vijanden: de clan Bourbourg en de clan Beveren. Deze laatste pleitte recht te hebben op de bezittingen van Iwein in het Waasland. Diederik van Beveren maakte zijn aanspraak mogelijk door zijn huwelijk met een dochter van Boudewijn III van Aalst. De naam van het meisje is echter onbekend omdat geen enkele historische bron dit bevestigt. De ruzie met de clan Bourbourg zou Iwein zijn dood worden: Rogier van Kortrijk, een bondgenoot van Bourbourg, zou hem vermoord hebben. Het kwam al een eerste maal tot een treffen in Aken, waar beide ridders de baden bezochten. Rogier zou er blijvend verwond geraken aan de handen door messteken. Bij een verzoeningspoging te Kassel werd Iwein door Rogier of door zijn toedoen vermoord in 1145. Hij werd opgevolgd door zijn minderjarige zoon Diederik van Aalst. Hendrik II hertog van Limburg. Na de dood van zijn vader (1139) verloor hij het conflict met Godfried II van Leuven om de functie van hertog van Neder-Lotharingen, die zowel door Walram als door Godfrieds vader was bekleed. Hendrik erfde dus alleen het graafschap Limburg, maar noemde zichzelf wel hertog. De hertog richtte in 1144 verwoestingen in Heinsberg aan namens koning Koenraad III vanwege een geschil tussen Gosewijn II van Valkenburg-Heinsberg en de koning. In 1147 erfde hij het graafschap Aarlen na het overlijden van zijn jongere broer Walram II van Aarlen. Hendrik vocht nog een oorlog uit met Hendrik I van Namen en nam deel aan de Italiaanse campagnes van Keizer Frederik I Barbarossa. Rudolf I (de Dappere, de Eenogige) graaf van Vermandois. In 1102 volgde hij zijn vader op als graaf van Vermandois en Valois. Rond 1120 huwde hij met zijn eerste echtgenote Eleonora (overleden na 1148), dochter van graaf

Page 18: Genealogie van Leudfried. Generatie II

18

Stefanus II van Blois. Ze kregen een zoon Hugo II (1127-1212), die zijn vader opvolgde als graaf van Vermandois. Later was Hugo onder de naam Felix van Valois medestichter van de Trinitariërs en werd hij heilig verklaard door de Rooms-Katholieke Kerk. Hij ondersteunde koning Lodewijk VI van Frankrijk en diens opvolger Lodewijk VII in hun strijd tegen opstandige edelen. Bij de inname van Livry in 1129 verloor hij een oog. Het jaar daarop doodde hij heer Thomas I van Coucy bij de belegering van Coucy. In 1131 werd Rudolf als dank voor zijn verdiensten benoemd tot seneschalk van het koninkrijk Frankrijk. Aan het Franse hof leerde Rudolf Petronella van Aquitanië (1125-1193) kennen, dochter van hertog Willem X van Aquitanië en zus van de Franse koningin Eleonora van Aquitanië. In de zomer van 1141 begonnen de twee een relatie. Vervolgens schakelde de Franse koning Lodewijk VII drie bevriende bisschoppen in om zijn huwelijk met Eleonora van Blois ongeldig te laten verklaren wegens bloedverwantschap. Nadat dit was gelukt, huwde Rudolf in de winter van 1141-1142 met Petronella. Eleonora's broer Theobald IV van Blois kon dit niet verkroppen en protesteerde bij paus Innocentius II tegen Lodewijks bemoeienis in een zaak die enkel de kerk aanging. Theobald vond steun bij Bernardus van Clairvaux, die de zaak als een schending van het huwelijkssacrament beschouwde. In juni 1142 riep paus Innocentius II een concilie samen, dat een bij de huwelijksannulering betrokken bisschop excommuniceerde en twee anderen uit hun ambt ontzetten. Ook werd geëist dat Rudolf terugkeerde naar zijn eerste echtgenote. Toen Rudolf weigerde, werden zowel hij als Petronella geëxcommuniceerd en werd zijn gebied onder interdict geplaatst. Lodewijk VII, die het vonnis van het concilie verwierp en als een schending van zijn autoriteit beschouwde, begon daarop een oorlog tegen Theobald IV van Blois. Het conflict rond het huwelijk werd in 1148 bijgelegd, toen het Franse koningspaar op kruistocht vertrok. Rudolf kreeg vervolgens absolutie en zijn huwelijk met Petronella van Aquitanië werd erkend. Terwijl Lodewijk VII deelnam aan de Tweede Kruistocht traden Rudolf I van Vermandois en abt Suger van Saint-Denis vanaf 1147 op als regenten. Na deze kruistocht verstootte Lodewijk in 1152 Eleonora van Aquitanië, waarop Rudolf hetzelfde deed met Petronella. Later dat jaar hertrouwde hij met Laureta van Vlaanderen (1131-1198), dochter van Diederik van de Elzas, graaf van Vlaanderen. Rudolf I overleed enkele maanden later, in oktober 1152. Diederik van de Elzas, trouwde (respectievelijk ongeveer 34 en ongeveer 18 jaar oud)

(2) in 1134 met Sibylle van Anjou, dochter van Fulco V van Anjou (de Jonge) en Ermengarde van Maine, geboren omstreeks 1116, overleden (ongeveer 49 jaar oud) in 1165.

Uit dit huwelijk 5 kinderen. 1. Boudewijn, overleden voor 1154. 2. Mattheüs I, geboren omstreeks 1138, overleden (ongeveer 35 jaar oud) in

Driencourt [somme, Frankrijk] op woensdag 25 juli 1173, volgt XVIIIa [blz. 19]. 3. Margaretha van Vlaanderen, geboren tussen 1140 en 1145, overleden

(hoogstens 54 jaar oud) in Brugge [west-vlaanderen, België] op dinsdag 15 november 1194, volgt XVIIIb [blz. 20].

4. Simon Hénin-Liètard, volgt XVIIIc [blz. 23]. 5. Pieter van Vlaanderen, overleden in 1176, volgt XVIIId [blz. 23].

XVIIb. Simon I van de Elzas, zoon van Dietrich I van de Elzas (XVI) [blz. 14] en Hedwig van

Formbach, hertog van Lotharingen, overleden in Stürzelbronn [west midlands, Groot Brittanië] op zaterdag 14 januari 1139, trouwde met Adelheid van Henegouwen, dochter van Boudewijn II van Henegouwen en Ida van Leuven.

Uit dit huwelijk 6 kinderen. 1. Matthaeus I van Lotharingen, overleden op donderdag 13 mei 1176, volgt

XVIIIe [blz. 23]. 2. Agatha, volgt XVIIIf [blz. 23]. 3. Robert van Lotharingen, overleden voor 1208, volgt XVIIIg [blz. 24]. 4. Mathilde van Lotharingen, geboren omstreeks 1115, volgt XVIIIh [blz. 24]. 5. Gisela, volgt XVIIIi [blz. 24]. 6. Mathilde van Lotharingen, volgt XVIIIj [blz. 24].

Page 19: Genealogie van Leudfried. Generatie II

19

XVIIc. Geertruid van de Elzas, dochter van Dietrich I van de Elzas (XVI) [blz. 14] en Hedwig

van Formbach, overleden in 1144, trouwde (Floris ongeveer 30 jaar oud) omstreeks 1110 met Floris van Holland, zoon van Dirk V van Holland en Odelhild van Saksen, geboren omstreeks 1080, overleden (ongeveer 41 jaar oud) op woensdag 2 maart 1121, begraven in Egmond.

Uit dit huwelijk een dochter. 1. Gertrudis, relatie met Gerard van Gelre. Uit deze relatie een zoon.

XVIId. Gertrud van de Elzas, dochter van Dietrich I van de Elzas (XVI) [blz. 14] en Hedwig

van Formbach, relatie met Lambert van Montaigu, zoon van Conon van Montaigu en Ida van Voeren, graaf van Montaigu, Clermont en Rochefort 1096-1147, voogd van Dinant 1106-47.

Uit deze relatie een dochter. 1. Gertrude, relatie (1) met Everhard Radulf III van Mortagne, zoon van

Everhard II van Mortagne en Richilde van Henegouwen, ridder, heer van Mortagne en Feignies, burggraaf van Doornik, overleden na 1189. Uit deze relatie een zoon, trouwde (2) voor 1143 met Raoul II van Nesle, zoon van Raoul I van Nesle, overleden voor 1157. Uit dit huwelijk een zoon.

Generatie XVIII XVIIIa. Mattheüs I van de Elzas, zoon van Diederik van de Elzas (XVIIa) [blz. 15] en Sibylle

van Anjou, geboren omstreeks 1138, jure uxoris graaf van Boulogne, overleden (ongeveer 35 jaar oud) in Driencourt [somme, Frankrijk] op woensdag 25 juli 1173, trouwde (1), (gescheiden) met Maria van Boulogne, geboren in 1136, overleden (ongeveer 46 jaar oud) in Montreuil-Sur-Mer [pas-de-calais, Frankrijk] op zondag 25 juli 1182.

Uit dit huwelijk 2 dochters. 1. Ida van Boulogne, geboren in 1160, overleden (ongeveer 56 jaar oud) in

1216, volgt XIXa [blz. 24]. 2. Mathilde van Boulogne, geboren tussen 1161 en 1165, overleden

(hoogstens 49 jaar oud) in Leuven [vlaams-brabant, België] op zaterdag 16 oktober 1210, volgt XIXb [blz. 25].

Mattheüs I van de Elzas. Hij trouwde in 1160 met Maria van Boulogne, erfgename van het graafschap Boulogne en uitgestrekte bezittingen in Engeland sinds de dood van haar laatste broer in 1159. Dit huwelijk werd gearrangeerd door Hendrik II van Engeland, en niemand trok zich er iets van aan dat Maria in 1159 abdis was van de abdij van Romsey. In 1162 vroeg Mattheüs aan de paus om een bisschop aan te stellen in Boulogne. De paus weigerde en in de volgende ruzie excommuniceerde de paus Mattheüs en Maria, met als grond dat hun huwelijk niet geldig was omdat Maria als non geestelijke geloften had afgelegd die ze nu niet meer trouw was. Aanvankelijk trok niemand hier zich veel van aan en Mattheüs nam in 1166 deel aan een Vlaamse expeditie tegen Holland. Maar in 1168 volgde een interdict voor het graafschap Boulogne. In 1170 werd er met hulp van keizer Frederik I van Hohenstaufen een regeling getroffen waarbij Mattheüs en Maria scheidden en de excommunicatie werd opgeheven. Maria trad weer in het klooster en Mattheüs mocht het graafschap Boulogne behouden. Mattheüs was een trouw volgeling van koning Hendrik II en ontving van hem grote goederen in Normandië en Engeland. Hij gaf stadsrechten aan Calais. Mattheüs overleed aan verwondingen door een kruisboog, tijdens het beleg van Dri(e)ncourt (Neufchâtel-en-Bray). Maria van Boulogne. Ze werd al op jonge leeftijd novice in een klooster in Kent voor ze werd overgeplaatst naar de Abdij van Romsey in Hampshire. In het jaar 1155 werd ze verkozen tot abdis van het klooster. Toen haar oudere broer Willem veertien jaar later overleed werd zij de jure gravin van Boulogne.

Page 20: Genealogie van Leudfried. Generatie II

20

Vanwege die nieuwe macht werd Maria van Boulogne een jaar later uit het klooster ontvoerd door Mattheüs I van de Elzas en dwong hij haar met hem te trouwen. Tien jaar na hun huwelijk werd het huwelijk geannuleerd en hierop trad Maria weer in het klooster in, ditmaal in de benedictijnse abdij te Montreuil waar ze in 1182 overleed. Mattheüs I van de Elzas, trouwde (2) met Eleonora van Vermandois, geboren tussen

1148 en 1149, van 1185 tot aan haar dood gravin van Vermandois en Valois, overleden (hoogstens 65 jaar oud) op woensdag 19 juni 1213.

Uit dit huwelijk geen kinderen. Eleonora van Vermandois. In 1182 overleed Eleonora's zus Elisabeth van Vermandois, gehuwd met Filips van de Elzas, graaf van Vlaanderen. Eleonora probeerde haar erfenis te bemachtigen, maar Filips van de Elzas weigerde Vermandois en Valois af te staan. Haar aanspraken werden echter ondersteund door koning Filips II van Frankrijk, die hoopte om na de dood van de kinderloze Eleonora beide graafschappen te erven. Als gevolg kwam het tot een oorlog tussen de koning van Frankrijk en de graaf van Vlaanderen, die meerdere jaren zou aanslepen. Filips II won de oorlog en bij het Verdrag van Boves, dat in juli 1185 werd gesloten, moest Filips van de Elzas aanzienlijke gebieden afstaan. Eleonora kreeg het onderste deel van Vermandois en Valois toegewezen, maar moest de heerlijkheden Saint-Quentin, Péronne en Ham afstaan. Het nutsgebruik van deze domeinen mocht Filips van de Elzas behouden. Na diens dood in 1191 kreeg ze opnieuw het bezit over Saint-Quentin en Péronne. Eleonora gold als een geestrijke en vrome vorstin. Ze stichtte de Abdij van Parc-aux-Dames in Auger-Saint-Vincent, hield van de dichtkunst en gaf de opdracht voor het schrijven van het manuscript Roman de Sainte-Geneviève. Ze stierf in 1213 en werd bijgezet in de Abdij van Longpont. Na haar dood werden Vermandois en Valois opgenomen in de Franse kroondomeinen. XVIIIb. Margaretha van Vlaanderen, dochter van Diederik van de Elzas (XVIIa) [blz. 15] en

Sibylle van Anjou, geboren tussen 1140 en 1145, overleden (hoogstens 54 jaar oud) in Brugge [west-vlaanderen, België] op dinsdag 15 november 1194, trouwde (respectievelijk hoogstens 29 en ongeveer 21 jaar oud) in Le Quesnoy [nord, Frankrijk] in april 1169 met Boudewijn V van Henegouwen, zoon van Boudewijn IV graaf van Henegouwen en Adelheid (Alice) van Namen, geboren omstreeks 1148, graaf van Henegouwen markgraaf van Namen en nomine uxoris VIII graaf van Vlaanderen, overleden (ongeveer 47 jaar oud) in Bergen [henegouwen, België] op zondag 17 december 1195.

Uit dit huwelijk 4 kinderen. 1. Isabella van Henegouwen-Vlaanderen, geboren in april 1170, overleden (19

jaar oud) in Parijs [val-d’oise, Frankrijk] op donderdag 15 maart 1190, trouwde (respectievelijk 10 en 14 jaar oud) in Bapaume [pas-de-calais, Frankrijk] op maandag 28 april 1180 met Filips II van Frankrijk August, zoon van Lodewijk VII koning van Frankrijk en Adelheid (Alix) van Champagne, geboren in Parijs [val-d’oise, Frankrijk] op zaterdag 21 augustus 1165, overleden (57 jaar oud) in Mantes [yvelines, Frankrijk] op vrijdag 14 juli 1223, begraven in Sint Dénis [val-d’oise, Frankrijk]. Uit dit huwelijk een zoon.

2. Boudewijn VI van Henegouwen-Vlaanderen, geboren in Valenciennes in juli 1171, overleden (34 jaar oud) in Bulgaria in gevangenschap op woensdag 20 juli 1205, trouwde (respectievelijk 14 en ongeveer 12 jaar oud) in Chateau-Thiery [aisne, Frankrijk] op maandag 13 januari 1186 met Maria van Champagne, dochter van Hendrik I van Champagne "de Vrijgevige" en Maria van Frankrijk, geboren omstreeks 1174, overleden (ongeveer 30 jaar oud) in Akko [Israël] op maandag 9 augustus 1204. Uit dit huwelijk een dochter.

3. Jolante erfdochter en gravin van Namen 1212-16, geboren voor 1194, overleden (minstens 25 jaar oud) in Constantinopel [Turkije] in augustus 1219,

Page 21: Genealogie van Leudfried. Generatie II

21

trouwde (Pierre II minstens 38 jaar oud) in Soissons [aisne, Frankrijk] tussen donderdag 24 juni 1193 en donderdag 1 juli 1193 met Pierre II van Courtenay graaf van Courtenay 1183, van Nevers 1184, van Auxerre en Tonnerre 1199, markgraaf van Namen 1212-16, keizer van Constantinopel 1217, zoon van Pierre I van Courtenay en Elisabeth van Courtenay, geboren omstreeks 1155, overleden (ongeveer 63 jaar oud) in Epirus [Duitsland] in januari 1218. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

4. Sybille, overleden op maandag 9 januari 1217, trouwde na 1195 met Guichard IV van Beaujeu (de Grote), zoon van Humbert IV van Beaujeu en Agnes van Thiern, overleden op dinsdag 27 september 1216. Uit dit huwelijk een zoon.

Filips II van Frankrijk August. Filips II, bijgenaamd August(us) was van 1180 tot 1223 koning van Frankrijk uit het Huis Capet. Filips werd reeds op 1 november 1179 in afwezigheid van zijn zieke vader Lodewijk VII in Reims gekroond en tot medekoning aangesteld. Bij diens dood, op 18 september 1180, volgde hij hem officieel als koning van Frankrijk op. In 1180 huwde hij Isabella van Henegouwen (1170-1190), nicht van de Vlaamse graaf Filips van de Elzas (dochter van zijn zus Margaretha), en zo verwierf hij Artesië als huwelijksgift. Lodewijk VIII was hun zoon. Isabella stierf in 1190 en in 1193 huwde hij met Ingeborg van Denemarken, die hij kort nadien verstootte. In 1194 huwde hij met Agnes van Meranië, maar dit huwelijk werd niet erkend door de paus en Filips erkende in 1213 opnieuw Ingeborg als koningin. Van bij de aanvang van zijn bewind voerde hij een politiek van territoriale expansie. Om die te bekostigen, vulde hij de koninklijke schatkist met de geconfisqueerde bezittingen van kapitaalkrachtige Joden. Toen deze strategie tot eerste resultaten had geleid, stelde hij zich tot doel de macht te breken van de Engelse koning, die tot zijn ergernis bijna geheel Zuidwest-Frankrijk van hem in leen hield. Zijn positie als leenheer trachtte hij wel uit te buiten door de familieruzies binnen het Engelse koningshuis Plantagenet verder aan te wakkeren en de jonge prinsen tegen elkaar op te zetten. In 1190 vertrokken Filips II, de jonge Engelse koning Richard Leeuwenhart en de Duitse keizer Frederik Barbarossa broederlijk samen voor de Derde Kruistocht, waaraan Filips zelf slechts kortstondig deelnam. De vorsten kregen het met elkaar aan de stok en gingen elk hun eigen weg. Filips keerde onverwijld naar Frankrijk terug en spande samen met Richards broer, prins Jan. Richard Leeuwenhart zelf werd tijdens zijn terugkeer uit het oosten in Oostenrijk gevangengezet werd. Met behulp van prins Jan wist Filips intussen (tijdelijk) Normandië in te palmen (1192-1193). Na Richards terugkeer in Engeland (maart 1194) keerden de krijgskansen echter voor Filips II, die een reeks nederlagen leed. Een groot deel van Artesië moest hij weer aan de graaf van Vlaanderen afstaan. Ook met Rome kwam de koning in conflict, omdat hij in 1193 zijn tweede vrouw Ingeborg van Denemarken verstoten had om in 1196 te hertrouwen met Agnes van Merano. Ondanks pauselijke dreiging met excommunicatie, weigerde de koning aanvankelijk zijn nieuwe echtgenote te verlaten, maar gaf uiteindelijk toch toe. Agnes stierf in haar kasteel van Poissy (1201). Toen de Engelse troon in 1199 vacant werd, steunde Filips de aanspraken van Arthur I van Bretagne, neef van de nieuwe koning Jan zonder Land. Toen deze laatste het vertikte om aan het Franse hof leenhulde te komen brengen, confisqueerde Filips als vergelding alle Engelse leenbezittingen op het continent (1202). Hij annexeerde ook Normandië (1204), Anjou, Maine, Touraine (1205) en Poitou (1208), tot uiteindelijk slechts de zuidelijke Poitou en Guyenne in Engelse handen bleven. Paus Innocentius III droeg Filips een kruistocht tegen Engeland op die echter verviel daar de Engelse vorst zich in extremis aan de paus onderwierp. De Franse expeditie werd naar het Engels georiënteerde Vlaanderen afgeleid, waar de Franse vloot bij Damme een nederlaag opliep (30 mei 1213). Om de Franse expansie een halt toe te roepen stuurde de Engelse koning aan op een grote anti-Franse Europese coalitie, waarbij weldra aansloten: zijn neef keizer Otto IV en de graven van Vlaanderen, Holland en Boulogne. Het coalitieleger, dat Noord-Frankrijk wilde binnenvallen, werd echter door het Franse leger (versterkt door hulptroepen van keizer Frederik II van Hohenstaufen) op beslissende wijze verslagen in de Slag bij Bouvines op 27 juli 1214. Door deze overwinning kwam Vlaanderen onder Franse controle en verbeurde de Engelse koning definitief zijn laatste

Page 22: Genealogie van Leudfried. Generatie II

22

Franse lenen. Filips II verviervoudigde in één klap zijn kroondomein en de Engelse koning behield alleen de kuststrook van Aquitanië (Guyenne). Filips II was erin geslaagd het oorspronkelijke kroondomein zo uit te breiden en het koninklijke gezag zodanig te verstevigen, dat het voortaan niet meer nodig was de troonopvolger nog vóór de dood van de regerende vorst te laten kronen. De steden kreeg hij aan zijn zijde, door het verlenen van gunstige handelsprivileges, bijvoorbeeld stapelrecht te Parijs en Rouen. Hij maakte van Parijs de hoofdstad van Frankrijk, en een waar bestuurscentrum, door de aanleg van geplaveide straten, van nieuwe wijken aan de linkeroever van de Seine, van openbare markthallen en door de bouw van de koningsburcht het Louvre en een nieuwe omwalling (waarvan nog delen bestaan). Van groot belang waren ook zijn herstructureringen van het bestuur. Hij verdeelde zijn grondgebied in districten en stelde er koninklijke ambtenaren in aan die verantwoordelijk waren voor rechtspraak en de inning van de belastingen. Hij gebruikte hiervoor twee types ambtenaren: baljuws en seneschalken. Seneschalken stelde hij voornamelijk aan in grensgebieden en hadden bovenop hun andere bevoegdheden ook een militaire functie. Boudewijn VI van Henegouwen-Vlaanderen. Boudewijn was als Boudewijn IX graaf van Vlaanderen van 1194 tot 1205, als Boudewijn VI graaf van Henegouwen van 1195 tot 1205, en als Boudewijn I in de jaren 1204 en 1205 de eerste keizer van het Latijns Keizerrijk van Constantinopel. Familie. Hij was de oudste zoon van graaf Boudewijn V van Henegouwen en van Margaretha van de Elzas, zus en erfgename van Filips van de Elzas, graaf van Vlaanderen. Hij trouwde in 1186 met Maria, dochter van Hendrik I van Champagne. Bij de dood van zijn moeder (15 november 1194) werd hij graaf van Vlaanderen en na het overlijden van zijn vader (17 december 1195) erfde hij ook het graafschap Henegouwen. Aldus waren beide graafschappen weer voor het eerst verenigd sinds Robrecht I de Fries zijn voorganger Arnulf III van Vlaanderen had verslagen. Graaf. Als jonge man sloot Boudewijn zich aan bij koning Filips II van Frankrijk en vocht met hem tegen Richard I van Engeland in de veldslagen van Issoudun en Aumale. Toen hij zelf aan de macht was gekomen veranderde hij zijn beleid echter en sloot in 1197 een verbond met Richard in diens hoofdzetel kasteel Gaillard. Vervolgens veroverde Boudewijn het grootste deel van de Artesië. In 1191 had graaf Boudewijn de Moedige de rechten op Atrecht, Lens, Sint-Omaars en Boulogne (het latere graafschap Artesië) afgestaan aan Filips II August van Frankrijk om diens toestemming te verkrijgen als graaf te worden erkend. Boudewijn steunde (1198) de verkiezing van Otto IV van Brunswijk tot Duitse koning en verwierf (1199) het graafschap Namen. Bij de Vrede van Péronne (1199) werd Filips verplicht een deel van de Artois terug te geven. Op 23 februari 1200 legden Boudewijn en zijn echtgenote Maria van Champagne in de Sint-Donaaskathedraal te Brugge de kruisvaartgelofte af. Op 14 april 1202 verliet Boudewijn zijn graafschap om zich aan te sluiten bij de vierde Kruistocht. Maria was zwanger en bleef daarom achter als regentes. Graafschap Vlaanderen, AR maille of kleine denarius, geslagen in Ieper onder Boudewijn IX, Graaf van Vlaanderen (1191-1202). Keizer. In november 1199 nam Boudewijn deel aan een tornooi in het kasteel van Ecry, georganiseerd door Theobald III van Champagne. Gegrepen door een vlaag van vroomheid, besloten de aanwezige ridders hun spelen te beëindigen en het Heilige Land te heroveren. De kruisridders vonden de Venetiaanse vloot bereid om hen over te zetten en proviand te verschaffen in ruil voor de helft van de buit die ze zouden maken. De vierde kruistocht was in de greep van de economische belangen van de Republiek Venetië. Daarom nam Boudewijn eerst deel aan de verovering van Zadar, een opkomende concurrent van Venetië. Vervolgens trokken de kruisvaarders naar Constantinopel om in 1203 de pro-Venetiaanse Alexios IV Angelos te helpen om keizer te worden. Alexios werd in 1204 door een binnenlandse staatsgreep verdreven en dat was voor de kruisvaarders aanleiding om de stad te bestormen en te plunderen. Zij boden de keizerskroon aan de Doge van Venetië, Enrico Dandolo, maar die weigerde. Daarop kozen ze een keizer uit hun midden. Een commissie bestaande uit zes kruisvaarders en zes Venetianen verkoos Boudewijn op 9 mei 1204 unaniem tot keizer, boven Bonifatius I van Monferrato. Deze laatste stond voor de Venetianen te dicht bij hun aartsrivaal

Page 23: Genealogie van Leudfried. Generatie II

23

Genua. Op 16 mei werd Boudewijn gekroond in de Hagia Sophia. Hij kreeg de stad Constantinopel en de gebieden ter weerszijden van de Bosporus en de Dardanellen toegewezen als persoonlijk bezit, naast enkele eilanden. Het grootste gebied, soms nog onveroverd, viel toe aan de Venetianen. Als keizer probeerde Boudewijn samen met de paus om het Oosters Schisma te beëindigen. Politiek werd hij geconfronteerd met Bonifatius van Monferrato, die een zelfstandig koninkrijk vestigde rond Thessaloniki. Een onderlinge oorlog tussen de kruisvaarders kon met veel moeite worden voorkomen. In 1205 kwam de Griekse bevolking van Thracië in opstand en veroverde met Bulgaarse steun Adrianopel. Boudewijn belegerde de stad maar werd in april verslagen. Hij werd gevangengenomen en was sindsdien spoorloos. In 1206 ontving de paus een brief uit Bulgarije waarin werd medegedeeld dat Boudewijn was overleden. Zijn broer Hendrik volgde hem op als keizer. Volgens de lokale folklore in Veliko Tarnovo, hoofdstad van het Tweede Bulgaarse Koninkrijk, werd Boudewijn gevangengezet in een toren in de muur van de vesting Tsarevets. Dit torentje is nog altijd (in herstelde staat) te zien en wordt lokaal Boudewijns Toren genoemd. Alberik van Trois-Fontaines verhaalt voorts dat Boudewijn de avances van een Bulgaarse koningin afsloeg, die hem prompt van poging tot verkrachting beschuldigde en hem liet executeren. De Bulgaarse vorst Joannitsa zou opdracht hebben gegeven Boudewijns lichaam in stukken te hakken en aan de honden te voederen. De honden zouden echter geweigerd hebben zijn lichaam te eten. Twintig jaar later verscheen er in Vlaanderen een kluizenaar ten tonele die beweerde de verloren gewaande Boudewijn te zijn. Deze Valse Boudewijn (waarschijnlijk ene Bertrand van Rais) slaagde erin enige volgelingen om zich heen te verzamelen, maar werd uiteindelijk ontmaskerd en in 1225 als bedrieger terechtgesteld. XVIIIc. Simon Hénin-Liètard, zoon van Diederik van de Elzas (XVIIa) [blz. 15] en Sibylle van

Anjou, trouwde omstreeks 1170 met Marguerite Hénin-Liètard. Uit dit huwelijk een zoon.

1. Baudouin II, volgt XIXc [blz. 29]. XVIIId. Pieter van Vlaanderen, zoon van Diederik van de Elzas (XVIIa) [blz. 15] en Sibylle van

Anjou, bisschop van Cambrai 1167, graaf van Nevers 1175, overleden in 1176, trouwde omstreeks 1175 met Mahaut van Boergondië, dochter van Raymond van Boergondië en Agnes van Montpensier Thiern, overleden in 1192.

Uit dit huwelijk een dochter. 1. Sibylle van de Elzas, geboren in 1176, overleden (ongeveer 44 jaar oud)

omstreeks 1220, volgt XIXd [blz. 29]. XVIIIe. Matthaeus I van Lotharingen hertog van Lotharingen 1139, zoon van Simon I van de

Elzas (XVIIb) [blz. 18] en Adelheid van Henegouwen, overleden op donderdag 13 mei 1176, begraven in Clairlieu [meurthe-et-moselle, Frankrijk] in de abdij op vrijdag 14 mei 1176, trouwde met Bertha (Judith) van Staufen (Zwaben), dochter van Frederik II hertog van Zwaben en Judith van Beieren, geboren omstreeks 1125, overleden (minstens 69 jaar oud) tussen dinsdag 18 oktober 1194 en zaterdag 25 maart 1195.

Uit dit huwelijk 3 kinderen. 1. Frederik I, geboren in 1150, overleden (ongeveer 56 jaar oud) in

Stürzelbronn [west midlands, Groot Brittanië] op vrijdag 7 april 1206, volgt XIXe [blz. 29].

2. Adelheid, geboren omstreeks 1145, overleden (ongeveer 55 jaar oud) omstreeks 1200, volgt XIXf [blz. 30].

3. Judith, geboren tussen 1152 en 1155, volgt XIXg [blz. 30]. XVIIIf. Agatha van de Elzas, dochter van Simon I van de Elzas (XVIIb) [blz. 18] en Adelheid

van Henegouwen, trouwde (Reinoud III graaf minstens 52 jaar oud) na 1142 met Reinoud III graaf van Bourgondië-Mâcon, zoon van Stephan I van Bourgondië-Mâcon (de Dolkop) en Beatrix van Leuven, geboren omstreeks 1090, overleden (ongeveer 58 jaar oud) op donderdag 22 januari 1148.

Page 24: Genealogie van Leudfried. Generatie II

24

Uit dit huwelijk een dochter. 1. Beatrix, geboren tussen 1142 en 1144, overleden (hoogstens 42 jaar oud) op

donderdag 15 november 1184, begraven in Spiers [rheinland-pfalz, Duitsland], trouwde (respectievelijk hoogstens 14 en hoogstens 34 jaar oud) in Würzburg [nordrhein-westfalen, Duitsland] op zaterdag 16 juni 1156 met Frederik III van Zwaben (Roodbaard), zoon van Frederik II hertog van Zwaben en Judith van Beieren, geboren tussen 1122 en 1125, hertog van Zwaben 1147-52 kruisvaarder 1147-48 en 1189, gekozen en gekroond tot Duits koning 1152, tot keizer gekroond in Rome 18-06-1155, overleden (hoogstens 68 jaar oud) op zondag 10 juni 1190, begraven in Antiochie [aisne, Frankrijk]. Uit dit huwelijk 2 zonen.

XVIIIg. Robert van Lotharingen, zoon van Simon I van de Elzas (XVIIb) [blz. 18] en Adelheid

van Henegouwen, overleden voor 1208, trouwde met Euphemia. Uit dit huwelijk een zoon.

1. Philip van Flörchingen, volgt XIXh [blz. 30]. XVIIIh. Mathilde van Lotharingen, dochter van Simon I van de Elzas (XVIIb) [blz. 18] en

Adelheid van Henegouwen, geboren omstreeks 1115, trouwde met Godfried I van Sponheim, zoon van Steven II van Sponheim en Adelheid van Vianden, geboren omstreeks 1100, overleden (ongeveer 60 jaar oud) omstreeks 1160.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Godfried II, geboren omstreeks 1135, overleden (ongeveer 48 jaar oud)

omstreeks 1183, trouwde met van Veldenz. Uit dit huwelijk een zoon. XVIIIi. Gisela van de Elzas, dochter van Simon I van de Elzas (XVIIb) [blz. 18] en Adelheid

van Henegouwen, relatie met Friedrich van Saarbrücken, zoon van Siegbert II van Luxemburg.

Uit deze relatie een zoon. 1. Simon I, overleden omstreeks 1181, trouwde met zijn nicht Mathilde van

Sponheim, dochter van Gottfried I van Sponheim en Mathilde van Lotharingen (XVIIIj) [blz. 24]. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

XVIIIj. Mathilde van Lotharingen, dochter van Simon I van de Elzas (XVIIb) [blz. 18] en

Adelheid van Henegouwen, relatie met Gottfried I van Sponheim, zoon van Meinhard van Sponheim en Mechthild van Mörsberg.

Uit deze relatie een dochter. 1. Mathilde, trouwde met haar neef Simon I van Saarbrücken, zoon van

Friedrich van Saarbrücken en Gisela van de Elzas (XVIIIi) [blz. 24]. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

Generatie XIX XIXa. Ida van Boulogne, dochter van Mattheüs I van de Elzas (XVIIIa) [blz. 19] en Maria van

Boulogne, geboren in 1160, suo jure gravin van Boulogne, overleden (ongeveer 56 jaar oud) in 1216, trouwde met Reinoud van Dammartin, geboren omstreeks 1165, overleden (ongeveer 62 jaar oud) in Péronne [somme, Frankrijk] in 1227.

Uit dit huwelijk een dochter. 1. Mathilde II van Boulogne, geboren omstreeks 1202, van 1216 tot aan haar

dood gravin van Boulogne van 1248 tot 1253 koningin-gemalin van Portugal, overleden (ongeveer 57 jaar oud) in januari 1259.

Ida van Boulogne. Het huwelijk van hun ouders werd in 1170 door de paus nietigverklaard omdat hun moeder Maria door hun vader Mathias uit een abdij was geschaakt. Maria keerde terug tot het nonnenleven, maar Mathias, die enkel jure uxoris graaf was geworden, bleef regeren tot hij in 1173 sneuvelde. Ida volgde hem op in naam, zij het aanvankelijk onder de voogdij van haar moeder, die

Page 25: Genealogie van Leudfried. Generatie II

25

terugkeerde uit de abdij van Sainte-Austreberthe. De werkelijke heerser was Ida's oom, de Vlaamse graaf Filips van de Elzas. In 1181 trouwde Ida met Gerard van Gelre. Het huwelijk was tot stand gebracht door Filips van de Elzas. Gerard stierf nog in hetzelfde jaar, waarna Ida in 1186 hertrouwde met hertog Berthold IV van Zähringen. Opnieuw stierf de man in het eerste huwelijksjaar. Na enkele lustige jaren liet Ida in 1190 haar oog vallen op Arnoud van Ardres, wiens erfdeel het graafschap Guînes was. De Vlaams-Engelse sympathieën van Arnoud waren niet naar de zin van de Franse koning Filips Augustus, voor wie Boulogne belangrijk was. Hij spiegelde de edelman Reinoud van Dammartin een huwelijk met Ida voor, waarvoor hij dan wel zijn echtgenote zou moeten verstoten. Ida schijnt hier enige tijd in mee te zijn gegaan, maar merkend dat haar oom Filips zich ertegen verzette, keerde ze terug naar Arnoud. Vervolgens werd Ida net als haar moeder geschaakt. Reinoud van Dammartin, die tenslotte zijn vrouw had verstoten, ontvoerde haar naar het afgelegen kasteel Rista in Homécourt.[1] Arnoud, die nog liefdesberichten kreeg van Ida, reed uit om haar te redden maar werd door vrienden van Reinoud gevat en opgesloten in Verdun. Volgens sommigen had Ida alsnog Reinoud verkozen en hem alles bekend. Hun huwelijk werd in 1191 gewettigd. Reinoud werd in 1192 graaf van Boulogne jura uxoris en in 1200 volgde hij zijn vader op als graaf van Dammartin. Het volgende jaar namen Reinoud en Ida het kruis aan. Ontgoocheld zagen ze uiteindelijk af van deelname aan de Vierde Kruistocht, omdat andere kruisvaarders de ambitieuze Reinoud de leiding niet wilden geven. Nadat Reinoud en Ida Boulogne van de Vlaamse naar de Franse invloedssfeer hadden gebracht, nam Reinoud vanaf 1211 meer afstand van de Franse koning. Hij weigerde te verschijnen in een geschil met graaf-bisschop Philippe de Dreux en zocht in 1212 toenadering tot Jan zonder Land. Dit bracht hem in het Engels-Duitse kamp tijdens de Slag bij Bouvines (1214). Reinoud werd door de winnende Fransen gevangen genomen en zou geen vrijheid meer kennen. Ida trok zich terug in de Nonnebosabdij van Zonnebeke, waar ze op 55-jarige leeftijd stierf (kort na 21 april 1216). Haar lichaam werd begraven in de Notre-Dame van Boulogne. Het graf ging teloor toen de Engelsen de stad veroverden en plunderden in 1544. Het enige kind van Ida en Reinoud, Mathilde (1202-1259), werd in 1218 door Filips Augustus uitgehuwelijkt aan zijn zoon Philippe Hurepel de Clermont. Reinoud van Dammartin. hij groeide op aan het Franse hof waar hij een jeugdvriend was van prins Filips Augustus. Onder zijn vader vocht hij voor de Plantagenets tegen de Franse koning, maar door huwelijkspolitiek werd hij toch een vazal van Filips II. Onder diens druk huwde hij met Ida van Boulogne en werd hij graaf van Boulogne. In 1204 benoemde de Franse koning Reinoud ook tot graaf van Aumale en na de verovering van Normandië in dat jaar verkreeg hij ook Mortain. In 1211 weigerde hij voor het hof van Filips te verschijnen vanwege een geschil met bisschop Filips van Beauvais. Hierop ontnam de koning de bezittingen van Reinoud en dreef hem daarmee in het kamp van de Engelse koning Jan zonder Land en gezamenlijk sloten zij het Verdrag van Lambeth (1212). Reinoud nam daarop gezamenlijk met Keizer Otto IV en Ferdinand van Vlaanderen deel aan de slag bij Bouvines en zij werden daar verslagen door koning Filips II. Reinoud werd daar gevangen genomen en gevangen gezet te Péronne alwaar hij in 1227 overleed. Reinoud van Dammartin, trouwde (1) met Maria van Chatîllon. Uit dit huwelijk geen kinderen. XIXb. Mathilde van Boulogne, dochter van Mattheüs I van de Elzas (XVIIIa) [blz. 19] en

Maria van Boulogne, geboren tussen 1161 en 1165, overleden (hoogstens 49 jaar oud) in Leuven [vlaams-brabant, België] op zaterdag 16 oktober 1210, begraven aldaar in de Sint Pieter, trouwde (respectievelijk hoogstens 19 en hoogstens 15 jaar oud) voor zondag 30 maart 1180 met Hendrik I van Brabant hertog van Brabant vanaf 1183 en hertog van Neder-Lotharingen vanaf 1190, zoon van Godfried III van Brabant (de Moedige) en Margaretha van Limburg, geboren in Leuven [vlaams-brabant, België] omstreeks 1165, overleden (ongeveer 70 jaar oud) in

Page 26: Genealogie van Leudfried. Generatie II

26

Keulen [nordrhein-westfalen, Duitsland] op maandag 3 september 1235, begraven in Leuven [vlaams-brabant, België] in de Sint Pieter op maandag 5 november 1235.

Uit dit huwelijk 6 kinderen. 1. Maria, geboren omstreeks 1191, overleden (minstens 69 jaar oud) tussen

dinsdag 9 maart 1260 en maandag 14 juni 1260, begraven in Leuven [vlaams-brabant, België] in de Sint Pieter, trouwde (respectievelijk ongeveer 23 en ongeveer 37 jaar oud) (1) in Maastricht op maandag 19 mei 1214, kerk.huw. (RK) met Otto IV van Brunswijk, zoon van Hendrik graaf van Beieren (de Leeuw) en Mathilde van Engeland, geboren in 1177, rooms-koning 1198, keizer 1209-15, overleden (ongeveer 41 jaar oud) in Harzburg [niedersachsen, Duitsland] op zaterdag 19 mei 1218. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend, trouwde (2) met Willem I van Holland, zoon van Floris III van Holland en Ada van Huntingdon, geboren omstreeks 1168, overleden (ongeveer 54 jaar oud) op vrijdag 4 februari 1222, begraven in Rijnsburg. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend.

2. Margaretha, geboren omstreeks 1192, overleden (ongeveer 39 jaar oud) op zondag 21 september 1231, begraven in Roermond in de Munsterkerk, trouwde (respectievelijk ongeveer 16 en ongeveer 23 jaar oud) omstreeks 1208 met Gerard IV van Gelre graaf van Gelre en Zutphen 1207-1229, zoon van Otto I van Gelre en Richardis van Scheyern-Wittelsbach, geboren in 1185, overleden (ongeveer 44 jaar oud) op maandag 22 oktober 1229, begraven in Roermond in de Munsterkerk. Uit dit huwelijk 4 kinderen.

3. Adelheid, geboren omstreeks 1193, overleden (minstens 68 jaar oud) tussen 1261 en 1278, trouwde (ongeveer 13 jaar oud) (1) in 1206 met Arnold (Arnulf) van Loon graaf van Rieneck 1213 en Loon 1218, zoon van Gerard II van Loon en Adelheid van Gelre, overleden tussen vrijdag 12 februari 1221 en maandag 20 september 1221. Uit dit huwelijk 2 dochters, trouwde (hoogstens 32 jaar oud) (2) voor 1225 met Willem IX van Auvergne graaf van Clermont en Auvergne, zoon van Guy II van Auvergne en Pernelle van Chambon, overleden na 1246. Uit dit huwelijk een dochter, trouwde (hoogstens 58 jaar oud) (3) voor 1251 met Arnold II van Wezemaal, zoon van Arnold I van Wezemaal en Clementia van Montferrant, overleden tussen 1240 en 1251. Uit dit huwelijk geen kinderen.

4. Hendrik II (de Grootmoedige), geboren omstreeks 1194, hertog van Lotharingen en Brabant, markgraaf van Antwerpen 1235, overleden (ongeveer 54 jaar oud) in Leuven [vlaams-brabant, België] op zaterdag 1 februari 1248, begraven in Villers-la-Ville [waals-brabant, België] in de Cisterciënserabdij, trouwde (respectievelijk hoogstens 21 en hoogstens 19 jaar oud) (1) voor zaterdag 22 augustus 1215 met Maria van Zwaben, dochter van Philipp I van Zwaben en Irene (Maria) van Angelos-Byzantium, geboren in Arezzo [toscana, Italië] in april 1196 (omstreeks 1201), overleden (ongeveer 38 jaar oud) in Leuven [vlaams-brabant, België] in 1235. Uit dit huwelijk 6 kinderen, trouwde (respectievelijk ongeveer 46 en ongeveer 15 jaar oud) (2) omstreeks 1240 met Sofia van Thüringen landgravin van Thüringen, dochter van Lodewijk IV 'de Heilige' van Thüringen en Elisabeth van Hongarije, geboren in Wartburg [bavaria, Duitsland] op woensdag 20 maart 1224, overleden (51 jaar oud) in Marburg [somme, Frankrijk] op woensdag 29 mei 1275, begraven in Villers-la-Ville [waals-brabant, België]. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

5. Mathilde, geboren omstreeks 1197, overleden (ongeveer 70 jaar oud) op donderdag 22 december 1267, begraven in Loosduinen, trouwde (respectievelijk hoogstens 27 en hoogstens 14 jaar oud) (1) voor vrijdag 6 december 1224 met Floris IV graaf van Holland, zoon van Willem I van Holland en Aleida van Gelre, geboren op donderdag 24 juni 1210, van 1222 tot 1234 graaf van Holland, overleden (24 jaar oud) in Corbie [somme, Frankrijk] op woensdag 19 juli 1234, begraven in Rijnsburg. Uit dit huwelijk 4 kinderen, trouwde (respectievelijk ongeveer 15 en

Page 27: Genealogie van Leudfried. Generatie II

27

ongeveer 16 jaar oud) (2) in 1212 met Hendrik VI van Brunswijk (de Jongere), zoon van Hendrik V van Brunswijk (de Oudere) en Agnes van Lausitz, geboren omstreeks 1196, van 1212 tot 1214 paltsgraaf aan de Rijn, overleden (ongeveer 18 jaar oud) op woensdag 16 april 1214. Uit dit huwelijk geen kinderen.

6. Godfried van Leuven-Gaasbeek ridder, heer van Baucignies 1246, Leeuw 1251 en Gaasbeek 1251, geboren in 1209, overleden (ongeveer 44 jaar oud) op dinsdag 21 januari 1253, begraven in Affligem [vlaams-brabant, België], trouwde (minstens 31 jaar oud) tussen 1240 en vrijdag 7 augustus 1243 met Maria van Oudenaarde, dochter van Arnulf IV van Oudenaarde en Adelheid van Rosoy, overleden na maandag 24 augustus 1293. Uit dit huwelijk 5 kinderen.

Hendrik I van Brabant. Hendrik kreeg vanaf 1172 bestuurlijke taken van zijn vader. Toen hij in 1179 trouwde kreeg Hendrik het graafschap Brussel (deel van de Brabantgouw) van zijn vader Godfried. Toen zijn vader van 1182 tot 1184 in het Heilige Land verbleef, trad Hendrik op als regent. Als compensatie voor de verdediging van Jeruzalem tegen de inval van de Egyptische sultan Saladin (1183/1184) werd de zoon van Godfried III, Hendrik I door keizer Frederik Barbarossa in het landgraafschap Brabant (het deel van de Brabantgouw tussen Dender en Zenne) tot hertog verheven. Het landgraafschap Brabant wordt een hertogdom en Hendrik wordt de eerste hertog van Brabant. Hendrik nam deel aan de Derde Kruistocht (1189-1192) en was bevelhebber bij de belegeringen van Sidon en Beiroet. Hij zag echter af van een beleg van Jaffa na het nieuws van de dood van koning Hendrik II van Jeruzalem. In 1190 volgde hij zijn vader op als eerste met de titel hertog van Brabant en Neder-Lotharingen (hoewel dat laatste vooral een ceremoniële titel aan het worden was), graaf van Leuven en markgraaf van Antwerpen. In 1191 liet hij zijn broer Albert benoemen tot bisschop van Luik. In 1192 verleende Hendrik als hertog van Brabant een vrijheidskeure aan de stad Vilvoorde om zich te verzekeren van de steun van de bewoners in de conflicten met het machtige graafschap Vlaanderen. Wanneer zijn broer in datzelfde jaar vermoord wordt, hield Hendrik de Duitse keizer Hendrik VI verantwoordelijk en werd hij een van de leiders van de opstanden tegen de keizer. Er volgde een periode van onrust en lokale conflicten, en nog in 1199 wist Hendrik de kroning van de volgende Duitse koning (Filips van Zwaben, broer van de overleden koning) te Aken te voorkomen. Hendrik sloot in 1204 vrede met Filips van Zwaben en werd beloond met de voogdij over de abdij van Nijvel en het kapittel van Sint-Servaas, het medebestuur over Maastricht en het recht zijn hertogdom aan een vrouwelijke erfgenaam na te laten (Hendrik had in 1204 alleen nog dochters). Koning Filips II van Frankrijk wilde Hendrik in 1208 steunen om zelf koning van Duitsland te worden, maar Hendrik koos ervoor om de kandidatuur van Otto van Brunswijk te steunen. In 1212 kwam Hendrik in conflict met de bisschop van Luik over de opvolging van het graafschap Moha. Hendrik verwoestte de stad Luik in 1212 maar werd in 1213 verslagen in Steps. In 1214 was Hendrik verplicht om mee te vechten in de Slag bij Bouvines tegen zijn persoonlijke vriend Filips II van Frankrijk. Direct na de slag verzoende hij zich weer met Filips. In 1229 kreeg Brussel stadsrechten van Hendrik I. Onder zijn toezijn wordt gestart met de bouw van de kathedraal van Sint-Michiels en Sint-Goedele. In hetzelfde jaar gaf hij zijn aanspraken op Moha op. Keizer Frederik II van Hohenstaufen gaf Hendrik in 1235 de eervolle opdracht om naar Engeland te reizen en zijn verloofde Isabella Plantagenet op te halen, maar Hendrik werd ziek en overleed in Keulen. Volgens de overlevering heeft hertog Hendrik I in 1185 de stad 's-Hertogenbosch gesticht. Zijn praalgraf is te vinden in de Leuvense Sint-Pieterskerk, alsook dat van Mathilde van Boulogne en zijn dochter Maria van Brabant. Willem I van Holland. Willem I was de tweede zoon van graaf Floris III en Ada van Schotland. Waarschijnlijk heeft Willem zijn jeugd aan het Schotse hof doorgebracht. Voor de eerste maal is de naam van Willem vermeld als hij in 1189 met zijn vader graaf Floris III deelneemt aan de Derde Kruistocht onder leiding van de Duitse keizer Frederik Barbarossa. Zijn vader en de keizer overleden tijdens de kruistocht. Willem sloot zich toen aan bij het kruisleger van de zoon van de keizer. Hij was in juli 1191

Page 28: Genealogie van Leudfried. Generatie II

28

aanwezig bij de verovering van Akko (ook Acre genoemd, een havenstad in het noorden van het huidige Israël). In september 1191 keerde Willem naar Holland terug. Terug in Holland kreeg hij al direct grote conflicten met zijn broer graaf Dirk VII. Willem I zocht steun bij opstandige bewoners van West-Friesland. Het kwam in 1195 tot een ware veldslag tussen de legers van de beide broers bij Alkmaar. Graaf Dirk VII behaalde de overwinning en Willem I sloeg op de vlucht. Na veel onderhandelingen legden de broers de strijdbijl neer. Willem trouwde in 1197 met Aleida van Gelre, de dochter van Otto I, graaf van Gelre en Zutphen, met wie hij aan de Derde Kruistocht (1189-1192) heeft deelgenomen. De moeder van Aleida was Richarda, dochter van de hertog van Beieren. Willem en Aleida kregen vijf kinderen: Ricardis, Ada, Floris (de latere graaf Floris IV), Otto en Willem. In 1203 overeed Willems broer graaf Dirk VII. Dirk’s echtgenote Aleid wilde dat hun dochter en enige kind Ada de nieuwe gravin werd. Direct na de dood van Dirk VII liet zij daarom haar dochter Ada trouwen met graaf Lodewijk van Loon. Willem I accepteerde dit niet omdat hij wil zelf graaf wilde worden. Hij beschouwde zichzelf na de dood van zijn broer als Willem, graaf van Holland. Er volgde een strijd tussen de familieleden en hun helpers. Deze strijd noemen we de ‘Loonse Oorlog’. Willem I leek snel aan de winnende hand. Lodewijk van Loon en Aleid, de echtgenote van de overleden graaf Dirk III, vluchtten in 1203 naar Utrecht. Ada werd in 1203 als gevangene naar Engeland gestuurd, waar ze bijna vier jaar zou blijven. Maar Lodewijk van Loon had nog niet opgegeven. De strijd duurde voort tot 1206. Pas na nieuwe onderhandelingen stopte deze oorlog. Zeven jaar later - in 1213 - was Willem I voor de eerste maal onbetwist graaf van heel Holland. Internationaal had Willem I veel aanzien. Hij probeerde meer macht te krijgen en steunde de Duitse keizer Otto IV. Met zijn schoonvader, de Gelderse graaf Otto I, nam hij in 1214 met een leger deel aan de strijd tussen keizer Otto IV en Frederik II. Maar de tegenstander won en graaf Willem I en zijn schoonvader Otto I worden gevangen genomen en pas vrijgelaten na betaling van een hoog losgeld. Willem I koos hierna de zijde van keizer Frederik II en nam een onverstandige beslissing door zich aan te sluiten bij het keizerlijk leger, dat ten strijde trok tegen de Engelse koning. De Engelse koning was woedend en verklaarde dat hij niet langer Willem I als graaf van Holland beschouwde, maar zijn steun gaf aan Lodewijk van Loon. Zelfs de paus was boos op Willem I. Om weer in een goed blaadje bij de paus te komen, besloot Willem I in 1215 opnieuw op kruistocht te gaan. Hij stond aan het hoofd van een vloot van 220 schepen afkomstig uit Holland, Friesland en de omgeving van Keulen. Met zijn vloot hielp Willem I mee aan de verovering van de havenstad Damiate (nu heet de stad Damietta en ligt in Egypte). De graaf, die inmiddels al ongeveer vijftig jaar was, ging in 1218 opnieuw terug naar Holland. Tijdens zijn kruistocht was zijn vrouw Aleid in 1218 overleden. Hij besoot opnieuw te trouwen en koos in 1220 als zijn nieuwe vrouw Maria, de weduwe van keizer Otto IV en dochter van de Brabantse hertog. Dit huwelijk gaf graaf Willem I zeer veel aanzien: hij trouwde met de weduwe van de Duitse keizer! Zij kregen geen kinderen. In Holland en Zeeland steunde graaf Willem I de opkomst van de eerste steden. Hij gaf sommige steden stadsrechten. Zijn echte belangstelling heeft echter zijn hele leven in het buitenland gelegen. Graaf Willem I overleed op 12 februari 1222 en is begraven bij zijn eerste vrouw Aleida van Gelre in het klooster van Rijnsburg. Mathilde van Brabant. Na de dood van Floris IV in 1234 kwam ze in conflict met haar zwager Willem over het regentschap. In 1235 werd met hulp van de aartsbisschop van Keulen een regeling getroffen waarbij Willem regent van Holland werd. Na de meerderjarigheid van haar zoon Willem II trok zij zich terug op haar bezittingen in het Westland. Ze woonde in 's-Gravenzande en gaf die plaats stadsrechten. Ze stichtte daar ook een kerk en begijnhof. Machteld werd begraven in het cisterciënzer klooster in Loosduinen, dat zij in 1230 samen met haar man had gesticht. Dit ondanks dat ze in een akte van 1244 had aangegeven dat zij en haar dochters in de abdij van Affligem moesten worden begraven. Hendrik VI van Brunswijk (de Jongere).

Page 29: Genealogie van Leudfried. Generatie II

29

Hendrik werd opgevoed aan het hof van zijn oom, koning Jan zonder Land van Engeland en het was pas in 1211 of in 1212 dat hij naar Duitsland terugkeerde. Kort daarna deed zijn vader om politieke redenen troonsafstand als paltsgraaf aan de Rijn, waarna Hendrik VI hem opvolgde. Op de Rijksdag in Aken van november 1212, koos Hendrik de zijde van zijn oom Otto IV in zijn strijd om de Heilig Roomse troon tegen Frederik II uit het huis Hohenstaufen. Kort daarna veranderde hij echter van zijde en begon Hendrik VI Frederik II te steunen. In 1214 overleed Hendrik VI. Omdat hij kinderloos was gebleven, volgde de vader van zijn schoonbroer, hertog Lodewijk de Kelheimer van Beieren, hem op als paltsgraaf aan de Rijn. Hendrik VI werd begraven in de abdij Schönau nabij de stad Heidelberg. Hendrik I van Brabant hertog van Brabant vanaf 1183 en hertog van

Neder-Lotharingen vanaf 1190, zoon van Godfried III van Brabant (de Moedige) en Margaretha van Limburg, trouwde (respectievelijk ongeveer 48 en ongeveer 15 jaar oud) (2) in Soissons [aisne, Frankrijk] op maandag 22 april 1213 met Maria van Frankrijk, dochter van Filips II van Frankrijk August en Agnes van Meran, geboren in 1198, overleden (ongeveer 26 jaar oud) in Affligem [vlaams-brabant, België] op donderdag 15 augustus 1224.

Uit dit huwelijk 2 dochters. 1. Elisabeth, overleden op maandag 23 oktober 1273, trouwde (Dirck ongeveer

19 jaar oud) (1) in 1233 met Dirck van Kleef-Dinslaken, zoon van Diederik V van Kleef en Mathilde van Dinslaken, geboren omstreeks 1214, heer van Wesel en Dinslaken, overleden (ongeveer 31 jaar oud) in Wissel [nordrhein-westfalen, Duitsland] op vrijdag 24 maart 1245. Uit dit huwelijk 2 dochters, trouwde (2) met Gerard II van Limburg, zoon van Gerard I van Limburg en Beatrix van Merheim, overleden tussen dinsdag 10 maart 1254 en dinsdag 1 september 1254. Uit dit huwelijk een dochter.

2. Maria, geboren na 1213 jong overleden. Hendrik I van Brabant hertog van Brabant vanaf 1183 en hertog van

Neder-Lotharingen vanaf 1190, een zoon.

1. Gerard buitenechtelijk, ridder, nuntius van hertog Hendrik II, een zoon. XIXc. Baudouin II Hénin-Liètard, zoon van Simon Hénin-Liètard (XVIIIc) [blz. 23] en

Marguerite Hénin-Liètard, relatie met Isabeau, Erfgename Van SÚbourg 'Vlaander, dochter van Philippe van Henegouwen en Marie van StrÚpy.

Uit deze relatie een zoon. 1. Baudouin III, volgt XXa [blz. 31].

XIXd. Sibylle van de Elzas, dochter van Pieter van Vlaanderen (XVIIId) [blz. 23] en Mahaut

van Boergondië, geboren in 1176, overleden (ongeveer 44 jaar oud) omstreeks 1220, trouwde (ongeveer 16 jaar oud) omstreeks 1192 met Robert I van Wavrin, zoon van Hellin I van Wavrin en Torsella, heer van Wavrin en Haponlieu, seneschalk van Vlaanderen, overleden voor 1192.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Hellin II, overleden voor 1223, relatie met Elisabeth van Montmirail, dochter

van Jean van Montmirail en Helvide van Dampierre. Uit deze relatie een zoon. Hellin II van Wavrin. heer van Wavrin, seneschalk van Vlaanderen, ridder. XIXe. Frederik I van Lotharingen hertog van Boven-Lotharingen 1179, van geheel

Lotharingen 1205, graaf van Bitsch 1172, zoon van Matthaeus I van Lotharingen (XVIIIe) [blz. 23] en Bertha van Staufen, geboren in 1150, overleden (ongeveer 56 jaar oud) in Stürzelbronn [west midlands, Groot Brittanië] op vrijdag 7 april 1206, trouwde

Page 30: Genealogie van Leudfried. Generatie II

30

(respectievelijk ongeveer 10 en minstens 7 jaar oud) omstreeks 1160 met Wierzchloslawa Ludmilla van Polen, dochter van Miecislaw III van Polen en Elisabeth van Hongarije, geboren voor 1153, overleden (ongeveer 58 jaar oud) in Poland voor 1211.

Uit dit huwelijk 4 kinderen. 1. Frederik II, geboren omstreeks 1170, overleden (ongeveer 43 jaar oud) in

Nancy [loire-atlantique, Frankrijk] op dinsdag 8 oktober 1213, volgt XXb [blz. 31].

2. Judith, overleden na 1224, volgt XXc [blz. 31]. 3. Kunigunde van Lotharingen-Monschau, overleden voor 1213, volgt

XXd [blz. 31]. 4. Hedwig, volgt XXe [blz. 32].

XIXf. Adelheid van Lotharingen, dochter van Matthaeus I van Lotharingen

(XVIIIe) [blz. 23] en Bertha van Staufen, geboren omstreeks 1145, overleden (ongeveer 55 jaar oud) omstreeks 1200, trouwde (respectievelijk minstens 19 en minstens 16 jaar oud) tussen 1164 en 1165, (gescheiden in 1183) met Hugo III van Bourgondië, zoon van Odo II van Bourgondië en Maria van Blois, geboren in 1148, gesneuveld (ongeveer 44 jaar oud) in Akko [Israël] op dinsdag 25 augustus 1192, begraven in Citeaux [loir-et-cher, Frankrijk].

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Odo III (Eudo, Uit het Huis van Capet) hertog van Bourgondië 1192,

geboren in 1166, overleden (ongeveer 52 jaar oud) in Lyon [sachsen-anhalt, Duitsland] op vrijdag 6 juli 1218, begraven in Citeaux [loir-et-cher, Frankrijk], trouwde (respectievelijk ongeveer 33 en ongeveer 17 jaar oud) in 1199 met Alix van Vergy, dochter van Hugo van Vergy en Aegidia van Trainel, geboren omstreeks 1182, overleden (ongeveer 69 jaar oud) op woensdag 8 maart 1251, begraven in Vizille [isère, Frankrijk]. Uit dit huwelijk een zoon.

Hugo III van Bourgondië, zoon van Odo II van Bourgondië en Maria van Blois, relatie

(2) met Beatrix van Albon. Uit deze relatie een dochter.

1. Mathilde, geboren omstreeks 1190, overleden (ongeveer 52 jaar oud) op woensdag 26 maart 1242, trouwde met Johan van Chalon, zoon van Stephanus III van Auxonne en Beatrix van Chalon, geboren omstreeks 1190, graaf van Chalon 1227-37, van Bourgondië 1233, heer van Salins 1237, overleden (ongeveer 77 jaar oud) op zaterdag 30 juli 1267. Uit dit huwelijk een zoon.

XIXg. Judith van Lotharingen, dochter van Matthaeus I van Lotharingen (XVIIIe) [blz. 23] en

Bertha van Staufen, geboren tussen 1152 en 1155, trouwde (hoogstens 18 jaar oud) in 1170 met Stephanus II van Auxonne Graaf van Bourgondië en Auxonne 1156, heer van Traves, overleden in Clairefontaine [yvelines, Frankrijk] na zondag 21 januari 1173.

Uit dit huwelijk 2 kinderen. 1. Agnes, overleden in 1223, trouwde met Richard III van Montfaucon graaf

van Mompelgard, zoon van Amadeus van Montfaucon en Beatrix van Grandson, geboren voor 1186, overleden (minstens 40 jaar oud) tussen 1226 en 1228. Uit dit huwelijk een zoon.

2. Stephanus III graaf van Bourgondië en Auxonne, overleden op zaterdag 16 maart 1241, trouwde (Beatrix ongeveer 16 jaar oud) (1) in 1186, (gescheiden na 1197) met Beatrix van Chalon erfdochter van Chalon 1202, dochter van Willem III van Chalon en Beatrix van Hohenstaufen, geboren in 1170, overleden (ongeveer 57 jaar oud) op woensdag 7 april 1227, begraven abdij La Ferté aan de Grosne. Uit dit huwelijk een zoon, trouwde (2) voor 1212 met Agnes van Dreux, overleden op donderdag 19 september 1258. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Page 31: Genealogie van Leudfried. Generatie II

31

XIXh. Philip van Flörchingen, zoon van Robert van Lotharingen (XVIIIg) [blz. 24] en Euphemia, relatie met Mathilde.

Uit deze relatie een zoon. 1. Robert, overleden omstreeks 1250, volgt XXf [blz. 33].

Generatie XX XXa. Baudouin III Hénin-Liètard, zoon van Baudouin II Hénin-Liètard (XIXc) [blz. 29] en

Isabeau, Erfgename Van SÚbourg 'Vlaander, relatie met Mahaut Boussu, dochter van Wauthier van Fontaine en Mahaut Van Boussu 'Mons'.

Uit deze relatie een zoon. 1. Badouin IV, volgt XXIa [blz. 33].

XXb. Frederik II van Lotharingen hertog van Lotharingen 1202, zoon van Frederik I van

Lotharingen (XIXe) [blz. 29] en Wierzchloslawa Ludmilla van Polen, geboren omstreeks 1170, overleden (ongeveer 43 jaar oud) in Nancy [loire-atlantique, Frankrijk] op dinsdag 8 oktober 1213, trouwde (ongeveer 18 jaar oud) in 1188 met Agnes van Bar erfdochter van Amance, dochter van Theobald I van Bar en Aleid (Laurette) van Loon, overleden op zondag 21 juni 1226.

Uit dit huwelijk 2 kinderen. 1. Adelheid (Bertha), overleden na 1250, volgt XXIb [blz. 33]. 2. Mattheus II, overleden op donderdag 9 november 1251, volgt XXIc [blz. 33].

XXc. Judith (Joatte) van Lotharingen, dochter van Frederik I van Lotharingen

(XIXe) [blz. 29] en Wierzchloslawa Ludmilla van Polen, overleden na 1224, trouwde met Hendrik II van Salm graaf van Salm in de Ardennen, bouwde de burcht Salm in de Elzas 1204, heer van Blankenberg, zoon van Hendrik I van Salm en Clementia van Egisheim, overleden na 1244.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Hendrik III heer van Viviers, geboren voor 1186, overleden (minstens 42 jaar

oud) na vrijdag 22 september 1228, trouwde (ongeveer 35 jaar oud) voor augustus 1221 met Margaretha van Bar, dochter van Theobald I van Bar en Ermesinde II van Namen-Luxemburg, overleden na 1259. Uit dit huwelijk een zoon.

XXd. Kunigunde van Lotharingen-Monschau, dochter van Frederik I van Lotharingen

(XIXe) [blz. 29] en Wierzchloslawa Ludmilla van Polen, overleden voor 1213, trouwde (Walram IV minstens 14 jaar oud) tussen 1190 en 1197 met Walram IV van Limburg (Arlon) graaf in de Ardennengouw, markgraaf van Arlon 1198, jure uxoris graaf van Luxemburg 1214, hertog van Limburg 1221, zoon van Hendrik III van Limburg 'de Oude' en Sophia van Saarbrücken, geboren in 1176, overleden (ongeveer 50 jaar oud) in Rolduc (Abdij) op donderdag 2 juli 1226.

Uit dit huwelijk 4 kinderen. 1. Sophia, overleden in 1227, trouwde met Frederik II van Altena-Isenberg

domkanunnik te Keulen (1205), resigneert, graaf van Altena 1209 en Isenberg 1216, voogd van de abdij Essen (1222), verantwoordelijk gesteld voor de overval op en gevolgde doodslag van de aartsbisschop van Keulen Engelbert van Berg 1225-11-7, waarop vervolgens hem zijn leenbezit en allodia werden ontnomen, zoon van Arnold van Altena-Isenberg en Mechtild, geboren voor 1196, overleden (minstens 30 jaar oud) in Keulen [nordrhein-westfalen, Duitsland] op zaterdag 14 november 1226. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

2. Hendrik IV, hertog van Limburg a/d Maas 1226, jure uxoris graaf van Berg 1228, overleden op maandag 25 februari 1247, trouwde in 1217 met Irmgard van Berg, dochter van Adolf V 'Berg' en Bertha van Sayn, erfdochter van Berg, overleden op dinsdag 11 augustus 1248. Uit dit huwelijk een zoon.

3. Walram V 'de Lange' van Limburg-Monschau, hertog van Limburg, heer van

Page 32: Genealogie van Leudfried. Generatie II

32

Monschau, Poilvache en Valkenburg, overleden tussen zondag 20 april 1242 en donderdag 9 november 1245, trouwde (Elisabeth (Isabella) minstens 8 jaar oud) omstreeks 1218 met Elisabeth (Isabella) van Bar, dochter van Theobald I van Bar en Ermesinde II van Namen-Luxemburg, geboren voor 1210, overleden (minstens 52 jaar oud) in Poilvache [namen, België] tussen dinsdag 11 april 1262 en dinsdag 1 augustus 1262. Uit dit huwelijk een dochter.

4. Mathilde, geboren voor 1170, overleden (minstens 64 jaar oud) na zaterdag 1 april 1234, trouwde met Willem III van Gulik (Hengebach) graaf van Gulik 1208, zoon van Eberhard I van Heimbach en Jutta van Gulik, geboren voor 1190, overleden (minstens 28 jaar oud) in Damiate [Egypte] in 1218. Uit dit huwelijk een zoon.

Walram IV van Limburg. Walram IV van Limburg (1180 - 2 juli 1226) was een zoon van Hendrik III van Limburg en Sophie van Saarbrücken. Samen met zijn tweede echtgenote Eremesinde wordt hij in 1214 graaf van Luxemburg. In 1221 wordt hij hertog van Limburg in opvolging van zijn vader. [bewerken]Huwelijken en kinderen Hij was een eerste maal gehuwd met Cunegonde (-1214), dochter van Ferry I van Lotharingen. Hun kinderen waren: Mathildis, gehuwd met graaf Willem III van Gulik (zoon van Everhard van Hengenbach en Judith van Gulik), Hendrik IV (1195-1247), hertog van Limburg en graaf van Berg door huwelijk, Walram (-1242), heer van Monschau en Valkenburg, In 1214 huwde hij Ermesinde en hun kinderen waren: Catharina (-1255), in 1229 gehuwd met hertog Mattheus II van Lotharingen (-1251). Hendrik V van Luxemburg (1216-1281) Margaretha Gerard (-1276), graaf van Durbuy. Walram IV van Limburg graaf in de Ardennengouw, markgraaf van Arlon 1198, jure

uxoris graaf van Luxemburg 1214, hertog van Limburg 1221, zoon van Hendrik III van Limburg 'de Oude' en Sophia van Saarbrücken, trouwde (2) met Ermesinde II van Namen-Luxemburg gravin van Luxemburg 1196-1247, dochter van Hendrik I van Namen en Agnes van Gelre, geboren in juli 1186, overleden (61 jaar oud) op dinsdag 17 december 1247 (zondag 17 feb 1247).

Uit dit huwelijk 3 kinderen. 1. Hendrik V van Luxemburg (de Blonde) bij deling graaf van Luxemburg

1247-4-23, geboren in 1221, overleden (ongeveer 60 jaar oud) in Mainz [rheinland-pfalz, Duitsland] op woensdag 24 december 1281, trouwde (ongeveer 19 jaar oud) op maandag 4 juni 1240 met Margaretha van Bar, dochter van Hendrik II van Bar en Philippa van Dreux, overleden op zaterdag 23 november 1275. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

2. Gerard III van Durbuy-Luxemburg, geboren in 1223, heer van Durbuy, overleden (ongeveer 67 jaar oud) in 1290, trouwde (ongeveer 30 jaar oud) omstreeks 1253 met Mechtild van Kleef, dochter van Dirck van Kleef-Dinslaken en Elisabeth van Brabant, overleden op vrijdag 28 maart 1304. Uit dit huwelijk 3 dochters.

3. Katharina, overleden op zondag 18 april 1255, begraven in Beaupré [oise, Frankrijk], trouwde met Mattheus II van Lotharingen, zoon van Frederik II van Lotharingen (XXb) [blz. 31] en Agnes van Bar (zie XXIc [blz. 33] ). Uit dit huwelijk een zoon.

XXe. Hedwig van Lotharingen, dochter van Frederik I van Lotharingen (XIXe) [blz. 29] en

Wierzchloslawa Ludmilla van Polen, trouwde met haar achterneef Hendrik I van Zweibrücken graaf van Saarbrücken 1189 en van Zweibrücken 1190, zoon van Simon I van Saarbrücken en Mathilde van Sponheim, overleden in 1228.

Uit dit huwelijk 2 dochters. 1. Agnes, overleden na 1261, trouwde voor 1223 met Lodewijk III van

Saarwerden, zoon van Lodewijk II graaf van Saarwerden en Gertrud van Dagsburg, overleden na 1264. Uit dit huwelijk een zoon.

2. Dochter, overleden na 1250, trouwde voor 1215 met Frederik I van

Page 33: Genealogie van Leudfried. Generatie II

33

Reifferscheid heer van Reifferscheid en Bedburg, zoon van Gerhard van Reifferscheid en Beatrix van Hunscheid, overleden tussen 1247 en 1249. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

XXf. Robert van Flörchingen heer van Ennery 1228, zoon van Philip van Flörchingen

(XIXh) [blz. 30] en Mathilde, overleden omstreeks 1250, trouwde voor maandag 20 november 1228 met Demuedis van Ennery, overleden na 1236.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Philip, overleden tussen vrijdag 1 januari 1283 en zondag 12 december 1283,

volgt XXId [blz. 33].

Generatie XXI XXIa. Badouin IV Hénin-Liètard, zoon van Baudouin III Hénin-Liètard (XXa) [blz. 31] en

Mahaut Boussu, relatie met zijn achternicht Mahaut van Bousies, dochter van Wouter VI van Bousies en Alix van Henegouwen.

Uit deze relatie een zoon. 1. Baudouin V, overleden in 1295, volgt XXIIa [blz. 34].

XXIb. Adelheid (Bertha) van Lotharingen, dochter van Frederik II van Lotharingen

(XXb) [blz. 31] en Agnes van Bar, vrouwe van Ormes, overleden na 1250, trouwde (1) in 1200 met Werner van Kyburg graaf van Kyburg 1227, heer van Thun, overleden in Akko [Israël] gesneuveld tijdens kruistocht op maandag 31 juli 1228, begraven op zondag 18 februari 1229.

Uit dit huwelijk 2 kinderen. 1. Hartmann V, overleden op maandag 3 september 1263, trouwde (1) in

1248, (gescheiden voor 1254) met Anna van Rapperswil. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend, trouwde (Elisabeth ongeveer 14 jaar oud) (2) in 1254 met Elisabeth van Chalon, dochter van Hugo van Chalon en Alix van Méran, geboren in 1240, overleden (ongeveer 35 jaar oud) in Soria [castillay leon, Spanje] op dinsdag 9 juli 1275. Uit dit huwelijk een dochter.

2. Udahild, trouwde met Frederik III van Leiningen graaf van Leiningen 1237, van Dagsburg 1239, landgraaf in de Speyergouw 1275, Pfalzisch burchtheer te Alzey 1278, burggraaf van Hagenau 1280, zoon van Frederik II van Leiningen en Agnes van Eberstein, overleden in 1287, begraven in Epirus [Duitsland]. Uit dit huwelijk een zoon.

Adelheid (Bertha) van Lotharingen, trouwde (2) in 1229 met Walter van Vignory. Uit dit huwelijk geen kinderen. XXIc. Mattheus II van Lotharingen, zoon van Frederik II van Lotharingen (XXb) [blz. 31] en

Agnes van Bar, overleden op donderdag 9 november 1251, begraven in Beaupré [oise, Frankrijk], trouwde met Katharina van Limburg, dochter van Walram IV van Limburg en Ermesinde II van Namen-Luxemburg (zie XXd [blz. 31] ).

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Frederik III, geboren in 1240, overleden (ongeveer 63 jaar oud) op

maandag 31 december 1303, volgt XXIIb [blz. 34]. XXId. Philip van Flörchingen, zoon van Robert van Flörchingen (XXf) [blz. 33] en Demuedis

van Ennery, overleden tussen vrijdag 1 januari 1283 en zondag 12 december 1283, trouwde met Lucie van Rodemachern, overleden na 1283.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Gilles, overleden op zaterdag 29 januari 1301, volgt XXIIc [blz. 34].

Generatie XXII

Page 34: Genealogie van Leudfried. Generatie II

34

XXIIa. Baudouin V Hénin-Liètard, zoon van Badouin IV Hénin-Liètard (XXIa) [blz. 33] en

Mahaut van Bousies, overleden in 1295, relatie met Mahaut van Luxemburg, dochter van Gerard III van Durbuy-Luxemburg en Mechtild van Kleef.

Uit deze relatie een dochter. 1. Marie van Boulogne, volgt XXIIIa [blz. 34].

XXIIb. Frederik III van Lotharingen, zoon van Mattheus II van Lotharingen (XXIc) [blz. 33] en

Katharina van Limburg, geboren in 1240, overleden (ongeveer 63 jaar oud) op maandag 31 december 1303, trouwde (respectievelijk ongeveer 15 en minstens 15 jaar oud) op zaterdag 10 juli 1255 met Margaretha van Champagne, dochter van Theobald I van Navarra (de Grote) en Margaretha van Bourbon-Dampierre, geboren voor 1240, overleden (minstens 67 jaar oud) op maandag 3 oktober 1307, begraven in Nancy [loire-atlantique, Frankrijk].

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Dietbald II, overleden op vrijdag 13 mei 1312, volgt XXIIIb [blz. 34].

XXIIc. Gilles van Flörchingen, zoon van Philip van Flörchingen (XXId) [blz. 33] en Lucie van

Rodemachern, overleden op zaterdag 29 januari 1301, trouwde met Lise. Uit dit huwelijk een zoon.

1. Robert, overleden voor maandag 12 juli 1323, volgt XXIIIc [blz. 34].

Generatie XXIII XXIIIa. Marie van Boulogne, dochter van Baudouin V Hénin-Liètard (XXIIa) [blz. 34] en

Mahaut van Luxemburg, relatie met Jan I van Berlaer, zoon van Louis I Bertoud van Berlaer en Sophia van Gavere, heer van Berlaar, Grammene, O.L.V. Waver en Nekkerspoel, overleden in 1288.

Uit deze relatie een dochter. 1. Beatrijs, overleden in 1335, relatie met Gillis van Boechout, zoon van

Daneel van Boechout, heer van Boechout, Zaventem en Sterrebeek 1336, ridder, overleden op maandag 5 november 1359. Uit deze relatie 2 kinderen.

XXIIIb. Dietbald II van Lotharingen, zoon van Frederik III van Lotharingen (XXIIb) [blz. 34] en

Margaretha van Champagne, overleden op vrijdag 13 mei 1312, trouwde met Isabella van Rumigny, dochter van Hugo II van Rumigny en Philippine, overleden in 1322.

Uit dit huwelijk een dochter. 1. Isabella, geboren in 1264, overleden (ongeveer 89 jaar oud) op

woensdag 12 december 1353, volgt XXIV [blz. 34]. XXIIIc. Robert van Flörchingen, zoon van Gilles van Flörchingen (XXIIc) [blz. 34] en Lise,

overleden voor maandag 12 juli 1323, trouwde met Helvis. Uit dit huwelijk een zoon.

1. Philip, overleden voor juli 1346.

Generatie XXIV XXIV. Isabella van Lotharingen, dochter van Dietbald II van Lotharingen (XXIIIb) [blz. 34] en

Isabella van Rumigny, geboren in 1264, overleden (ongeveer 89 jaar oud) op woensdag 12 december 1353, onbekende lijkbezorging, trouwde (1) met Erhard van Bar, zoon van Theobald II van Bar en Johanna van Toucy, overleden in 1335.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Theobald, overleden omstreeks 1354, trouwde met Maria Flandrina van

Dampierre-Namen, dochter van Jan I van Dampierre-Namen en Maria van Artois, geboren in 1320, overleden (hoogstens 33 jaar oud)

Page 35: Genealogie van Leudfried. Generatie II

35

voor maandag 29 oktober 1353. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend. Isabella van Lotharingen, trouwde (2) met Walter V van Châtillon-Sur-Marne, zoon

van Walter IV van Châtillon-Sur-Marne en Isabella van Villehardouin, heer van Châtillon-sur-Marne, overleden in 1329, onbekende lijkbezorging.

Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend. Walter V van Châtillon-Sur-Marne, zoon van Walter IV van Châtillon-Sur-Marne en

Isabella van Villehardouin, trouwde (Isabella ongeveer 12 jaar oud) (1) in 1276 met Isabella van Dreux, dochter van Robert I van Dreux en Isabella van Villebéon, geboren in 1264, overleden (ongeveer 36 jaar oud) op donderdag 29 april 1300, onbekende lijkbezorging.

Uit dit huwelijk een zoon. 1. Hugo, overleden in augustus 1336.

Walter V van Châtillon-Sur-Marne, trouwde (2) in februari 1301 met Hélissent van

Vergy, dochter van Johan van Vergy en Margaretha van Noyers, overleden in 1312, onbekende lijkbezorging.

Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend.