25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

35
25 jaar Centrale Biblio theek Rotterdam Centrale Bibliotheek Rotterdam 25 jaar

description

25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Transcript of 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Page 1: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

25 jaar

CentraleBibliotheekRotterdam

Centrale B

ibliotheek Rotterdam

25 jaarIn 1983 opende Bibliotheek Rotterdam de nieuwe Centrale Bibliotheek aan de Hoogstraat. Open, uitnodigend en toegankelijk waren de kernbegrippen op basis waarvan architecten -bureau Van den Broek en Bakema het gebouw ontwierp. Dit boek gaat over de ontwerp- enbouwgeschiedenis, over het gebruik, de herinrichting en alle overwegingen die hierbij een rolhebben gespeeld en de bibliotheek hebben voorbereid op de 21e eeuw.

www.bibliotheek.rotterdam.nl

BGR001-01_Cover_NW:Cover DEF. 18-11-2008 17:24 Pagina 1

Page 2: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

CentraleBibliotheekRotterdam 25 jaar

Irma Thoen

Stad en Bedrijf 2008

Page 3: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

CentraleBibliotheekRotterdam 25 jaar

Irma Thoen

Stad en Bedrijf 2008

Page 4: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

< Balie in de oude CentraleBibliotheek aan de Nieuwemarkt, 8 oktober 1981.

‘Sedert 1604 bouwt de stadRotterdam aan haar boekerij. Thans is deze uitgegroeid tot eenmoderne openbare leeszaal. Zij ishet gemeenschappelijk bezit alleRotterdammers waaruit ieder hetzijne kan putten. Boeken geven antwoord op vragen, verdieping van inzicht en ontspanning van de geest.’ Folder oude bibliotheekRotterdam.

9 Op weg naar een nieuwe bibliotheek - 1

1 Interview I. Thoen met P. Schoots, 10 september 2008.2 ‘Op weg naar een nieuwe bibliotheek. Rapport van de

bouwcommissie voor de Centrale Bibliotheek van deGemeentebibliotheek Rotterdam’, mei 1976.

Dit rapport bevatte tevens het programma van eisen(PVE) voor de nieuw te bouwen bibliotheek.

3 PVE ‘Op weg naar een nieuwe bibliotheek’, 10.

8 Op weg naar een nieuwe bibliotheek - 1

De aanzetDe bibliotheek aan de Nieuwemarkt was ‘een schitterend gebouw, maargeen bibliotheek’.1 In de jaren zeventig hingen in de publieke ruimten nogaltijd kroonluchters en statige schilderijen van oud-directeuren. In deleeszaal zag een dame met een bril erop toe dat het publiek zich netjesgedroeg. Het ruimtegebrek was zo groot, dat er slechts zevenduizendboeken in de open opstelling stonden. Alle andere boeken moesten dooréén van de achttien medewerkers uit het magazijn worden gehaald. De directeurskamer stond zo vol met boeken dat er nauwelijks ruimte was voor een stoel voor directeur Bart van Gulik, die alle boeken die debibliotheek aanschafte nog persoonlijk goedkeurde. In de krantenzaalwerd het publiek geacht staande de krant te lezen, want gelegenheid tot zitten was er niet. Kortom, de bibliotheek was toe aan vernieuwing.

Van Gulik suggereerde wethouder Jan van der Ploeg om Piet Schootsvoor te dragen als zijn opvolger. Schoots was op dat moment hoofd van de bibliotheek- en informatieafdeling bij Brocades. Dit was een verras-sende keuze, aangezien de werelden van openbare bibliotheken enbedrijfsbibliotheken volledig van elkaar gescheiden waren. Een overstapvan de ene naar de andere wereld was zeer ongebruikelijk. Schoots vondhet Rotterdamse voorstel in eerste instantie ook niet bijzonder aanlok -kelijk, totdat de wethouder meldde dat er plannen waren met de biblio-theek. De gemeente wilde meer geld beschikbaar stellen en een nieuweCentrale Bibliotheek bouwen. Deze uitdaging ging Schoots graag aan. In 1974 ging Van Gulik met pensioen, waarna Schoots hem opvolgde.Schoots begon met het opstellen van een vijftienjarenplan, waarin de toekomst van de gemeentelijke bibliotheek werd geschetst en met hetschrijven van een programma van eisen, waaraan een nieuw te bouwenbibliotheek zou moeten voldoen.

In het rapport Op weg naar een nieuwe bibliotheek somde Schoots debezwaren tegen het bestaande gebouw aan de Nieuwemarkt op.2 Hetgebouw voldeed niet aan de veiligheidseisen en was niet erg publieks-vriendelijk. ‘Het maakt op bezoekers een ouderwetse, monumentale, deftige indruk, waardoor drempelvrees een veelvuldig voorkomend ver-schijnsel is.’3 Voor mindervaliden en invaliden was de drempel letterlijk te hoog. De eerste groep kon met moeite de bibliotheek bezoeken, terwijlhet voor de tweede groep ronduit onmogelijk was. Bezoekers moestenvoor vrijwel ieder boek dat ze wilden inzien een schriftelijke aanvraagindienen, omdat het overgrote deel van de boeken in magazijnen wasopgeslagen. De magazijnen waren overvol, ondanks het feit dat het aan-koopbudget voor boeken veel te klein was. Daarom was de bibliotheek al jaren genoodzaakt elders opslagruimte te huren. Ook de CentraleTechnische Bibliotheek, de Centrale Jeugd bibliotheek, de bejaarden -afdeling en de schoolbibliotheekdienst bevonden zich op andere locatiesin de stad.

Op wegnaar eennieuwebibliotheek

Page 5: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

< Balie in de oude CentraleBibliotheek aan de Nieuwemarkt, 8 oktober 1981.

‘Sedert 1604 bouwt de stadRotterdam aan haar boekerij. Thans is deze uitgegroeid tot eenmoderne openbare leeszaal. Zij ishet gemeenschappelijk bezit alleRotterdammers waaruit ieder hetzijne kan putten. Boeken geven antwoord op vragen, verdieping van inzicht en ontspanning van de geest.’ Folder oude bibliotheekRotterdam.

9 Op weg naar een nieuwe bibliotheek - 1

1 Interview I. Thoen met P. Schoots, 10 september 2008.2 ‘Op weg naar een nieuwe bibliotheek. Rapport van de

bouwcommissie voor de Centrale Bibliotheek van deGemeentebibliotheek Rotterdam’, mei 1976.

Dit rapport bevatte tevens het programma van eisen(PVE) voor de nieuw te bouwen bibliotheek.

3 PVE ‘Op weg naar een nieuwe bibliotheek’, 10.

8 Op weg naar een nieuwe bibliotheek - 1

De aanzetDe bibliotheek aan de Nieuwemarkt was ‘een schitterend gebouw, maargeen bibliotheek’.1 In de jaren zeventig hingen in de publieke ruimten nogaltijd kroonluchters en statige schilderijen van oud-directeuren. In deleeszaal zag een dame met een bril erop toe dat het publiek zich netjesgedroeg. Het ruimtegebrek was zo groot, dat er slechts zevenduizendboeken in de open opstelling stonden. Alle andere boeken moesten dooréén van de achttien medewerkers uit het magazijn worden gehaald. De directeurskamer stond zo vol met boeken dat er nauwelijks ruimte was voor een stoel voor directeur Bart van Gulik, die alle boeken die debibliotheek aanschafte nog persoonlijk goedkeurde. In de krantenzaalwerd het publiek geacht staande de krant te lezen, want gelegenheid tot zitten was er niet. Kortom, de bibliotheek was toe aan vernieuwing.

Van Gulik suggereerde wethouder Jan van der Ploeg om Piet Schootsvoor te dragen als zijn opvolger. Schoots was op dat moment hoofd van de bibliotheek- en informatieafdeling bij Brocades. Dit was een verras-sende keuze, aangezien de werelden van openbare bibliotheken enbedrijfsbibliotheken volledig van elkaar gescheiden waren. Een overstapvan de ene naar de andere wereld was zeer ongebruikelijk. Schoots vondhet Rotterdamse voorstel in eerste instantie ook niet bijzonder aanlok -kelijk, totdat de wethouder meldde dat er plannen waren met de biblio-theek. De gemeente wilde meer geld beschikbaar stellen en een nieuweCentrale Bibliotheek bouwen. Deze uitdaging ging Schoots graag aan. In 1974 ging Van Gulik met pensioen, waarna Schoots hem opvolgde.Schoots begon met het opstellen van een vijftienjarenplan, waarin de toekomst van de gemeentelijke bibliotheek werd geschetst en met hetschrijven van een programma van eisen, waaraan een nieuw te bouwenbibliotheek zou moeten voldoen.

In het rapport Op weg naar een nieuwe bibliotheek somde Schoots debezwaren tegen het bestaande gebouw aan de Nieuwemarkt op.2 Hetgebouw voldeed niet aan de veiligheidseisen en was niet erg publieks-vriendelijk. ‘Het maakt op bezoekers een ouderwetse, monumentale, deftige indruk, waardoor drempelvrees een veelvuldig voorkomend ver-schijnsel is.’3 Voor mindervaliden en invaliden was de drempel letterlijk te hoog. De eerste groep kon met moeite de bibliotheek bezoeken, terwijlhet voor de tweede groep ronduit onmogelijk was. Bezoekers moestenvoor vrijwel ieder boek dat ze wilden inzien een schriftelijke aanvraagindienen, omdat het overgrote deel van de boeken in magazijnen wasopgeslagen. De magazijnen waren overvol, ondanks het feit dat het aan-koopbudget voor boeken veel te klein was. Daarom was de bibliotheek al jaren genoodzaakt elders opslagruimte te huren. Ook de CentraleTechnische Bibliotheek, de Centrale Jeugd bibliotheek, de bejaarden -afdeling en de schoolbibliotheekdienst bevonden zich op andere locatiesin de stad.

Op wegnaar eennieuwebibliotheek

Page 6: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

dat gedaan kon worden. Zij had zich slechts laten leiden door de functievan het gebouw en de uitvoerbaarheid van het ontwerp. Eén van de aan-wezigen betwijfelde zelfs of een bibliotheekdirecteur wel de aangewezenpersoon was om het ontwerp te beoordelen. Schoots vond dit onzin. Hij voegde de spreker toe dat als hij ooit zijn geld wilde verdienen alsarchitect, hij beter een andere houding kon aannemen. Een architectheeft tenslotte wel klanten nodig.38

Aldo van Eyck en bibliotheekdirecteur Schoots aanwezig waren. Zo’n zes-honderd belangstellenden kwamen de strijd aanschouwen. Beide archi-tecten kregen de gelegenheid om hun ontwerp toe te lichten. Weeber ver-telde dat hij zich - voor hij met het ontwerpen van de bibliotheek begon -had afgevraagd wat de relatie moest zijn tussen het programma van eisenen het ontwerp. Hij was tot de conclusie gekomen dat ‘het programma van eisen niet meer [is] dan een randvoorwaarde, de marge waarin eengebouw kan worden ontworpen’.33 In zijn beleving ging het ontwerpprocesom het maken van een gebouw, niet om het tot stand brengen van hetprogramma. Deze aanpak stond in schril contrast met het ontwerpprocesvan Boot. Hij en zijn team hadden uitvoerig onderzoek gedaan voor zij aanhet ontwerp begonnen en hadden het programma van eisen als uitgangs-punt genomen.

Het verschil zat niet alleen in de werkwijze, maar ook in de verschil -lende visies ‘op het gebouw en het functioneren ervan in een stedelijkecontext’.34 In het tijdschrift Wonen-TA/BK werd het verschil in visie alsvolgt omschreven: ‘Past de visie van Bakema binnen de ideeën vanForum, een herbergzame architectuur binnen een stad die herkenbaar is en tot ontmoeting leidt, het ontwerp van Weeber sluit meer aan bij de recente stroming van het realisme. Weebers stad functioneert alsmetropool, gebeurtenissen en gebruikers zijn indifferent ten opzichte van elkaar, de vormgeving van een gebouw dient om de vluchtige blik vande voorbijganger te vangen. De confrontatie met de harde werkelijkheiddus tegenover een idealistisch humanisme’.35

Schoots verbaasde zich jaren later nog over de heftigheid van hetdebat.36 De felheid waarmee de discussie gevoerd werd, paste deels in de Delftse traditie bij de afdeling Bouwkunde, maar er speelde meer. De afdeling Bouwkunde had recentelijk een crisis achter de rug waarbijzes hoogleraren besloten hadden te vertrekken. Eén van hen was Aldo van Eyck geweest. Carel Weeber was op dat moment decaan. De hoog -leraren waren weliswaar teruggekeerd op de afdeling, maar de verhou -dingen bleven gespannen. Ten slotte speelde er een generatieconflict.Bakema behoorde tot de oude garde, terwijl Carel Weeber tot de groep‘jonge’ architecten behoorde.

Terwijl de meeste studenten op de hand van Carel Weeber waren, gingAldo van Eyck zelfs zo ver diens ontwerp te vergelijken met een theepotwaaruit men geen thee kon schenken. Een architect ‘heeft ervoor te zorgen dat als er gevraagd wordt om een theepot, dat hij er een maaktwaar thee in kan en die thee schenkt. Als hij er een gebouw van maakt dat geen thee schenkt….’.37 Volgens andere aanwezigen was dit een oneigenlijk argument. Zolang de boeken in beide gebouwen niet omvielen,voldeden ze beide aan hun functionele verplichting. De volgende stap wasdan om het ontwerp van het gebouw op waarde te schatten. Volgens deaanwezigen had de jury te weinig criteria omschreven op basis waarvan

23 Op weg naar een nieuwe bibliotheek - 1

Opengewerkte tekening met daaropde verschillende afdelingen van debibliotheek, 1983.

22 Op weg naar een nieuwe bibliotheek - 1

38 Interview I. Thoen met P. Schoots, 10 september 2008.33 Ibidem, 9.34 Ibidem, 31.35 Ibidem, 5.

36 Interview I. Thoen met P. Schoots, 10 september 2008.37 Wonen-TA/BK, 19.

Page 7: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

dat gedaan kon worden. Zij had zich slechts laten leiden door de functievan het gebouw en de uitvoerbaarheid van het ontwerp. Eén van de aan-wezigen betwijfelde zelfs of een bibliotheekdirecteur wel de aangewezenpersoon was om het ontwerp te beoordelen. Schoots vond dit onzin. Hij voegde de spreker toe dat als hij ooit zijn geld wilde verdienen alsarchitect, hij beter een andere houding kon aannemen. Een architectheeft tenslotte wel klanten nodig.38

Aldo van Eyck en bibliotheekdirecteur Schoots aanwezig waren. Zo’n zes-honderd belangstellenden kwamen de strijd aanschouwen. Beide archi-tecten kregen de gelegenheid om hun ontwerp toe te lichten. Weeber ver-telde dat hij zich - voor hij met het ontwerpen van de bibliotheek begon -had afgevraagd wat de relatie moest zijn tussen het programma van eisenen het ontwerp. Hij was tot de conclusie gekomen dat ‘het programma van eisen niet meer [is] dan een randvoorwaarde, de marge waarin eengebouw kan worden ontworpen’.33 In zijn beleving ging het ontwerpprocesom het maken van een gebouw, niet om het tot stand brengen van hetprogramma. Deze aanpak stond in schril contrast met het ontwerpprocesvan Boot. Hij en zijn team hadden uitvoerig onderzoek gedaan voor zij aanhet ontwerp begonnen en hadden het programma van eisen als uitgangs-punt genomen.

Het verschil zat niet alleen in de werkwijze, maar ook in de verschil -lende visies ‘op het gebouw en het functioneren ervan in een stedelijkecontext’.34 In het tijdschrift Wonen-TA/BK werd het verschil in visie alsvolgt omschreven: ‘Past de visie van Bakema binnen de ideeën vanForum, een herbergzame architectuur binnen een stad die herkenbaar is en tot ontmoeting leidt, het ontwerp van Weeber sluit meer aan bij de recente stroming van het realisme. Weebers stad functioneert alsmetropool, gebeurtenissen en gebruikers zijn indifferent ten opzichte van elkaar, de vormgeving van een gebouw dient om de vluchtige blik vande voorbijganger te vangen. De confrontatie met de harde werkelijkheiddus tegenover een idealistisch humanisme’.35

Schoots verbaasde zich jaren later nog over de heftigheid van hetdebat.36 De felheid waarmee de discussie gevoerd werd, paste deels in de Delftse traditie bij de afdeling Bouwkunde, maar er speelde meer. De afdeling Bouwkunde had recentelijk een crisis achter de rug waarbijzes hoogleraren besloten hadden te vertrekken. Eén van hen was Aldo van Eyck geweest. Carel Weeber was op dat moment decaan. De hoog -leraren waren weliswaar teruggekeerd op de afdeling, maar de verhou -dingen bleven gespannen. Ten slotte speelde er een generatieconflict.Bakema behoorde tot de oude garde, terwijl Carel Weeber tot de groep‘jonge’ architecten behoorde.

Terwijl de meeste studenten op de hand van Carel Weeber waren, gingAldo van Eyck zelfs zo ver diens ontwerp te vergelijken met een theepotwaaruit men geen thee kon schenken. Een architect ‘heeft ervoor te zorgen dat als er gevraagd wordt om een theepot, dat hij er een maaktwaar thee in kan en die thee schenkt. Als hij er een gebouw van maakt dat geen thee schenkt….’.37 Volgens andere aanwezigen was dit een oneigenlijk argument. Zolang de boeken in beide gebouwen niet omvielen,voldeden ze beide aan hun functionele verplichting. De volgende stap wasdan om het ontwerp van het gebouw op waarde te schatten. Volgens deaanwezigen had de jury te weinig criteria omschreven op basis waarvan

23 Op weg naar een nieuwe bibliotheek - 1

Opengewerkte tekening met daaropde verschillende afdelingen van debibliotheek, 1983.

22 Op weg naar een nieuwe bibliotheek - 1

38 Interview I. Thoen met P. Schoots, 10 september 2008.33 Ibidem, 9.34 Ibidem, 31.35 Ibidem, 5.

36 Interview I. Thoen met P. Schoots, 10 september 2008.37 Wonen-TA/BK, 19.

Page 8: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

2524

Uitzicht vanaf de bibliotheek in aanbouw met op devoorgrond de fundamenten van de kubuswoningen van architect Piet Blom, 11 maart 1983.

Page 9: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

2524

Uitzicht vanaf de bibliotheek in aanbouw met op devoorgrond de fundamenten van de kubuswoningen van architect Piet Blom, 11 maart 1983.

Page 10: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Niet zeuren over een paar miljoenNadat architect Boot op 31 juli zijn definitieve ontwerp voor de nieuwebibliotheek had voltooid, werd de prijs van het gebouw berekend. Hetresultaat was dat enkele wethouders nogal nerveus werden over de kos-ten voor de nieuwbouw van de bibliotheek. Ze stelden eerst nog meerderebezuinigingen voor, zoals het weglaten van het theater of de roltrappen,maar gingen uiteindelijk toch akkoord met de plannen. ‘Als we nou echtiets moois neer willen zetten, dan moeten we toch niet zeuren over eenpaar miljoen?’, aldus één van de wethouders.39

Ondertussen was de bouw aanbesteed. Zes grote Nederlandse bouw-bedrijven hadden hierop ingeschreven. Het Rotterdamse bedrijf Durableek de laagste inschrijver en kreeg dus de opdracht de nieuwe CentraleBibliotheek te bouwen. Op 18 oktober 1980 werden de nieuwbouwplannengoedgekeurd door de gemeenteraad. Een kleine twee maanden later, op12 december, sloeg wethouder Pim Vermeulen de eerste paal. Bij de toe-spraak die hij ter ere van deze gelegenheid hield, schetste hij zijn visie op het functioneren van de nieuwe bibliotheek: ‘De hier te bouwen biblio-theek zal een grote mate van levendigheid uitstralen. Een gebouw draagthet stempel van de tijd waarin het is ontstaan. De opvattingen van nu zijnanders dan de opvattingen in 1923 (toen het gebouw aan de Nieuwemarktin gebruik werd genomen). Die opvattingen worden niet alleen weerspie-geld in de architectuur, maar ook in de gebruiksmogelijkheden. De nieuwebibliotheek wordt een gebouw zonder drempels, letterlijk en figuurlijk.

< De Centrale Bibliotheek, 13 juli 1983.

27 Een opmerkelijk bouwwerk - 226 Een opmerkelijk bouwwerk - 2

39 Interview I. Thoen met P. Schoots, 10 september 2008.

Een opmerkelijkbouwwerk Het plaatsen van

de fundamenten, 6 maart 1981.

Page 11: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Niet zeuren over een paar miljoenNadat architect Boot op 31 juli zijn definitieve ontwerp voor de nieuwebibliotheek had voltooid, werd de prijs van het gebouw berekend. Hetresultaat was dat enkele wethouders nogal nerveus werden over de kos-ten voor de nieuwbouw van de bibliotheek. Ze stelden eerst nog meerderebezuinigingen voor, zoals het weglaten van het theater of de roltrappen,maar gingen uiteindelijk toch akkoord met de plannen. ‘Als we nou echtiets moois neer willen zetten, dan moeten we toch niet zeuren over eenpaar miljoen?’, aldus één van de wethouders.39

Ondertussen was de bouw aanbesteed. Zes grote Nederlandse bouw-bedrijven hadden hierop ingeschreven. Het Rotterdamse bedrijf Durableek de laagste inschrijver en kreeg dus de opdracht de nieuwe CentraleBibliotheek te bouwen. Op 18 oktober 1980 werden de nieuwbouwplannengoedgekeurd door de gemeenteraad. Een kleine twee maanden later, op12 december, sloeg wethouder Pim Vermeulen de eerste paal. Bij de toe-spraak die hij ter ere van deze gelegenheid hield, schetste hij zijn visie op het functioneren van de nieuwe bibliotheek: ‘De hier te bouwen biblio-theek zal een grote mate van levendigheid uitstralen. Een gebouw draagthet stempel van de tijd waarin het is ontstaan. De opvattingen van nu zijnanders dan de opvattingen in 1923 (toen het gebouw aan de Nieuwemarktin gebruik werd genomen). Die opvattingen worden niet alleen weerspie-geld in de architectuur, maar ook in de gebruiksmogelijkheden. De nieuwebibliotheek wordt een gebouw zonder drempels, letterlijk en figuurlijk.

< De Centrale Bibliotheek, 13 juli 1983.

27 Een opmerkelijk bouwwerk - 226 Een opmerkelijk bouwwerk - 2

39 Interview I. Thoen met P. Schoots, 10 september 2008.

Een opmerkelijkbouwwerk Het plaatsen van

de fundamenten, 6 maart 1981.

Page 12: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

31 Een opmerkelijk bouwwerk - 2

Een sociaal-cultureel centrum met verbindingen naar alle kanten, ooknaar de kunstinstellingen in Rotterdam. Elke vorm van plechtstatigheidmoet worden vermeden. Het wordt een gebouw waar niets hoeft en allesmag’.40

Tijdens de bouw moesten enkele tegenslagen worden verwerkt. Zobleek na aanbesteding de gevel vier miljoen gulden duurder dan oor-spronkelijk begroot. Hoewel de architect en gemeentewerken meendendat dit onvermijdelijk was, wilde Schoots pertinent binnen het bouw -budget blijven, ‘want dat is goed voor gemeente en de bibliotheek. Dan krijgen we later ook krediet, want we zijn nog lang niet klaar’.41

Boot moest terug naar de tekentafel. Drie maanden later leverde hij een eenvoudiger gevelontwerp op, dat slechts een ton duurder was danhet eerdere ontwerp. Daar kon Schoots mee leven.

Een ander incident deed zich voor toen aannemer Dura de tegels in deentreehal legde. Volgens Schoots lagen ze zo scheef, dat het leek alsof er een olifant gepasseerd was. De werklui hielden echter vol dat het nietanders kon, aangezien de tegel van zichzelf niet helemaal recht was. In het Sint Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg was echter dezelfde tegel toe-gepast en het kon toch niet zo zijn dat men in een ziekenhuis een hobbe-lige vloer zou aanleggen met alle rolstoelen, brancards en ziekenhuisbed-den die daar overheen moesten. Toen Schoots en Boot het ziekenhuis inTilburg bezochten, werd al snel duidelijk dat de vloer echt anders kon enmoest. Meters tegels werden vervolgens uit de hal gebikt om opnieuw teworden gelegd.

De Centrale Bibliotheek in aanbouw.

30 Een opmerkelijk bouwwerk - 2

De Centrale Bibliotheekgezien vanaf de PTT-toren,maart 1984.

40 Als geciteerd in Keyser, Gemeentebibliotheek, 41.41 Interview I. Thoen met P. Schoots, 10 september 2008.

Page 13: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

31 Een opmerkelijk bouwwerk - 2

Een sociaal-cultureel centrum met verbindingen naar alle kanten, ooknaar de kunstinstellingen in Rotterdam. Elke vorm van plechtstatigheidmoet worden vermeden. Het wordt een gebouw waar niets hoeft en allesmag’.40

Tijdens de bouw moesten enkele tegenslagen worden verwerkt. Zobleek na aanbesteding de gevel vier miljoen gulden duurder dan oor-spronkelijk begroot. Hoewel de architect en gemeentewerken meendendat dit onvermijdelijk was, wilde Schoots pertinent binnen het bouw -budget blijven, ‘want dat is goed voor gemeente en de bibliotheek. Dan krijgen we later ook krediet, want we zijn nog lang niet klaar’.41

Boot moest terug naar de tekentafel. Drie maanden later leverde hij een eenvoudiger gevelontwerp op, dat slechts een ton duurder was danhet eerdere ontwerp. Daar kon Schoots mee leven.

Een ander incident deed zich voor toen aannemer Dura de tegels in deentreehal legde. Volgens Schoots lagen ze zo scheef, dat het leek alsof er een olifant gepasseerd was. De werklui hielden echter vol dat het nietanders kon, aangezien de tegel van zichzelf niet helemaal recht was. In het Sint Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg was echter dezelfde tegel toe-gepast en het kon toch niet zo zijn dat men in een ziekenhuis een hobbe-lige vloer zou aanleggen met alle rolstoelen, brancards en ziekenhuisbed-den die daar overheen moesten. Toen Schoots en Boot het ziekenhuis inTilburg bezochten, werd al snel duidelijk dat de vloer echt anders kon enmoest. Meters tegels werden vervolgens uit de hal gebikt om opnieuw teworden gelegd.

De Centrale Bibliotheek in aanbouw.

30 Een opmerkelijk bouwwerk - 2

De Centrale Bibliotheekgezien vanaf de PTT-toren,maart 1984.

40 Als geciteerd in Keyser, Gemeentebibliotheek, 41.41 Interview I. Thoen met P. Schoots, 10 september 2008.

Page 14: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Vindmachine‘Stilstand is achteruitgang. De maatschappij verandert, dus de bibliotheekmoet mee veranderen. Dat gold voor de organisatie maar ook voor hetgebouw’, aldus Frans Meijer, die in 1995 Piet Schoots was opgevolgd alsbibliotheekdirecteur.51 Evenals de aanstelling van Schoots in 1974, wasde aanstelling van Meijer een verrassing. Meijer had bouwkunde gestu-deerd in Delft en had zich voor de gemeente jarenlang bezig gehouden metstadsvernieuwing en volkshuisvesting. Het directoraat van een open barebibliotheek lag dus niet in de lijn der verwachting, maar Meijer koosbewust voor de bibliotheek. Zelf was hij toe aan wat anders en voor debibliotheekorganisatie was een frisse blik ook gezond, zo meende hij.

De maatschappij was in twintig jaar tijd aanzienlijk veranderd. Er hadeen proces van individualisering plaatsgevonden, wat ten koste ging vande sociale cohesie. De welvaart was gestegen.Steeds meer mensen kon-den het zich veroorloven om boeken aan te schaffen in plaats van te lenen.Bibliotheken zagen zodoende hun leencijfers teruglopen. Grote groepenimmigranten als Chinezen, Turken en Marokkanen hadden zich in Neder -land gevestigd en vormden een nieuwe doelgroep voor de bibliotheek.

De consument, en daarmee ook de bibliotheekbezoeker, was zelfstan -diger en veeleisender geworden. Hij raakte gewend aan de 24-uursecono-mie, wat implicaties had voor de openingstijden van bibliotheken. Hetrecreatieve lezen had steeds meer concurrentie gekregen van andere vormen van vermaak, zoals commerciële televisie. Voortschrijdende auto-matisering en digitalisering brachten grote veranderingen op maatschap-pelijk, bibliothecair en individueel niveau. Kortom, de lezer was een zap-per geworden, in een samenleving die voortdurend complexer en cultureeldiverser werd.

Deze ontwikkelingen hadden vanzelfsprekend gevolgen voor het functi-oneren van de bibliotheek. Aan de onmisbare positie van de bibliotheek in de samenleving twijfelde Meijer niet, maar er zou wel sprake zijn vaneen taakverschuiving. De oorspronkelijke taak van de bibliotheek om degebruiker een collectie boeken, en later ook video’s, cd’s, cd-roms endvd’s, aan te bieden, zou zeker blijven bestaan, evenals de mogelijkheidom in de bibliotheek kosteloos een krant of tijdschrift te lezen. Daarnaastmoest de bibliotheek de informatievoorziening met betrekking tot wijk,gemeente en overheid op peil houden. Maar er was meer: de bibliotheekkreeg in toenemende mate een rol als een maatschappelijke en socialebasisvoorziening in steden en wijken. Zij zou daarom een ontmoetings-plek voor mensen moeten zijn en zo bij moeten dragen aan de socialecohesie. Op die manier kon de bibliotheek een belangrijke rol spelen in deinburgering van nieuwe Neder landers. Bovendien zou zij een belangrijkeeducatieve taak kunnen vervullen door mensen te helpen bij het vindenvan gedrukte en digitale informatie en de omgang met nieuwe media,zoals internet.52

< Tentoonstelling in de centrale hal,7 juli 2003.

39 Stilstand is achteruitgang - 338 Stilstand is achteruitgang - 3

51 Interview I. Thoen met F. Meijer, 17 september 2008.52 Een nieuwe bibliotheek! Programma van eisen voor bouw

en inrichting (Leidschendam 2003), voorwoord door FransMeijer, 7.

Stilstandisachteruit-gang

Page 15: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Vindmachine‘Stilstand is achteruitgang. De maatschappij verandert, dus de bibliotheekmoet mee veranderen. Dat gold voor de organisatie maar ook voor hetgebouw’, aldus Frans Meijer, die in 1995 Piet Schoots was opgevolgd alsbibliotheekdirecteur.51 Evenals de aanstelling van Schoots in 1974, wasde aanstelling van Meijer een verrassing. Meijer had bouwkunde gestu-deerd in Delft en had zich voor de gemeente jarenlang bezig gehouden metstadsvernieuwing en volkshuisvesting. Het directoraat van een open barebibliotheek lag dus niet in de lijn der verwachting, maar Meijer koosbewust voor de bibliotheek. Zelf was hij toe aan wat anders en voor debibliotheekorganisatie was een frisse blik ook gezond, zo meende hij.

De maatschappij was in twintig jaar tijd aanzienlijk veranderd. Er hadeen proces van individualisering plaatsgevonden, wat ten koste ging vande sociale cohesie. De welvaart was gestegen.Steeds meer mensen kon-den het zich veroorloven om boeken aan te schaffen in plaats van te lenen.Bibliotheken zagen zodoende hun leencijfers teruglopen. Grote groepenimmigranten als Chinezen, Turken en Marokkanen hadden zich in Neder -land gevestigd en vormden een nieuwe doelgroep voor de bibliotheek.

De consument, en daarmee ook de bibliotheekbezoeker, was zelfstan -diger en veeleisender geworden. Hij raakte gewend aan de 24-uursecono-mie, wat implicaties had voor de openingstijden van bibliotheken. Hetrecreatieve lezen had steeds meer concurrentie gekregen van andere vormen van vermaak, zoals commerciële televisie. Voortschrijdende auto-matisering en digitalisering brachten grote veranderingen op maatschap-pelijk, bibliothecair en individueel niveau. Kortom, de lezer was een zap-per geworden, in een samenleving die voortdurend complexer en cultureeldiverser werd.

Deze ontwikkelingen hadden vanzelfsprekend gevolgen voor het functi-oneren van de bibliotheek. Aan de onmisbare positie van de bibliotheek in de samenleving twijfelde Meijer niet, maar er zou wel sprake zijn vaneen taakverschuiving. De oorspronkelijke taak van de bibliotheek om degebruiker een collectie boeken, en later ook video’s, cd’s, cd-roms endvd’s, aan te bieden, zou zeker blijven bestaan, evenals de mogelijkheidom in de bibliotheek kosteloos een krant of tijdschrift te lezen. Daarnaastmoest de bibliotheek de informatievoorziening met betrekking tot wijk,gemeente en overheid op peil houden. Maar er was meer: de bibliotheekkreeg in toenemende mate een rol als een maatschappelijke en socialebasisvoorziening in steden en wijken. Zij zou daarom een ontmoetings-plek voor mensen moeten zijn en zo bij moeten dragen aan de socialecohesie. Op die manier kon de bibliotheek een belangrijke rol spelen in deinburgering van nieuwe Neder landers. Bovendien zou zij een belangrijkeeducatieve taak kunnen vervullen door mensen te helpen bij het vindenvan gedrukte en digitale informatie en de omgang met nieuwe media,zoals internet.52

< Tentoonstelling in de centrale hal,7 juli 2003.

39 Stilstand is achteruitgang - 338 Stilstand is achteruitgang - 3

51 Interview I. Thoen met F. Meijer, 17 september 2008.52 Een nieuwe bibliotheek! Programma van eisen voor bouw

en inrichting (Leidschendam 2003), voorwoord door FransMeijer, 7.

Stilstandisachteruit-gang

Page 16: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

stonden, kregen een bescheidener plaats. Voor het overige werd de nieu-we hal zo ingericht dat ze functioneerde als een groot informatieplein en ontmoetingsplaats die geschikt was voor evenementen en tentoon-stellingen.

Een andere belangrijke verandering was de komst van de CentraleDiscotheek. De Centrale Bibliotheek en de Centrale Discotheek kendeneen moeizame geschiedenis. In 1985 had een dispuut tussen beide ervoorgezorgd dat de Centrale Bibliotheek niet langer geluidsdragers mocht uit-lenen. Meijer wilde de strijdbijl begraven en bood de Centrale Discotheekonderdak aan in de vernieuwde hal, in de hoek waar eens het Rotterdamshulp- en informatiecentrum had gezeten. Het mes sneed aan twee kan-ten: de Discotheek kreeg de beschikking over een goede locatie met veelaanloop en de Bibliotheek was in één klap een grote muziekcollectie rijker. In 1997 werden de nieuwe entree en de centrale hal opgeleverd.

Hip en huiselijkNaast bouwkundige aanpassingen werd ook de inrichting onder handengenomen. Het interieur deed alweer geruime tijd dienst en was door dehoge bezoekersaantallen sneller versleten dan was voorzien. De bestaan-de inrichting sloot bovendien niet aan bij het concept van de bibliotheekals plek van ‘ontmoeting en beleving’. De herinrichting vond plaats tussen2002 en 2004 en stond onder leiding van Wim La Feber van bureau Van

Dit alles moest plaatsvinden in een uitnodigende en laagdrempeligeomgeving. De Centrale Bibliotheek moest een ‘vindmachine’ worden, waar de bezoeker met digitale middelen én hulp van een bibliothecarisantwoorden kon vinden op uiteenlopende vragen. Het boekenaanbodmoest bovendien aantrekkelijker worden gepresenteerd door, zoals ook in boekhandels gebeurde, de boeken rond thema’s te groeperen.

Het motto voor de Rotterdamse bibliotheken werd ‘beter bereiken,beter bedienen’.53 Dit hield onder andere in dat het personeel van debibliotheek zich nog klantvriendelijker en toegankelijker moest opstellen.Om meer mensen te bereiken werden in Rotterdam, in een tijd dat in veelandere steden wijkbibliotheken haar deuren sloten, juist veel nieuwe filialen geopend om zo tot optimale spreiding van het bibliotheekaanbodte komen. Het doel was dat iedere Rotterdammer binnen een straal vaneen kilometer van zijn woonplek gebruik kon maken van bibliotheek -faciliteiten, in de vorm van een filiaal of een bibliobus.

De Gemeentebibliotheek Rotterdam kwam, kortom, onder Meijerterecht in een proces van vernieuwing. Dit gold voor zowel de producten,de dienstverlening als de organisatiestructuur. Ook het gebouw waarin de Centrale Bibliotheek gehuisvest was, werd onderdeel van het proces.Het leed niet alleen aan achterstallig onderhoud, maar had bovendien een interne restyling nodig om aan zijn nieuwe taken te kunnen voldoen.

Een nieuwe entreeVolgens Meijer moest het gebouw op een aantal punten worden aange-past. Hij zocht daarom contact met Van den Broek en Bakema. Het archi-tectenbureau reageerde positief en was blij dat het een aantal onvolko-menheden aan het gebouw kon herstellen. Deze waren deels het gevolgvan veranderingen in de stedelijke omgeving. Zo was het spoor inmiddelsondergronds gegaan, waardoor het gebouw veel beter zichtbaar wasgeworden. Dit voordeel werd echter tenietgedaan, doordat de ingang nuwat ongelukkig lag. De entree aan de zijde van de Hoogstraat moestgezien de nieuwe looplijn worden verplaatst. Het was de wens om dekrantenleeszaal, die zich in een vooruitgeschoven eiland bevond, aan hetgebouw te verbinden. Zo kon een indrukwekkender en zichtbaarder toe-gang tot de bibliotheek worden gecreëerd en kon het ‘pisstraatje’, zoals dedoorgang tussen de leeszaal en de bibliotheek inmiddels werd genoemd,worden opgeheven. Bovendien werd de centrale hal vele malen groter, watnieuwe mogelijkheden met zich meebracht. ‘We pakken het zo stevig aandat we in één keer in de 21e eeuw belanden’, verkondigde Meijer.54

De krantenzaal verhuisde van de begane grond naar de eerste verdie-ping en de centrale hal werd overzichtelijker ingericht. De roltrap naar deeerste verdieping, die tijdens de bouw wat ongelukkig achterin de halterecht was gekomen, sprong in de nieuwe situatie bij binnenkomst directin het oog. De grote inlever- en uitleenbalie die in het midden van de hal

Verbouwingswerkzaamhedenaan de centrale hal, april-mei 1997.

41 Stilstand is achteruitgang - 340 Stilstand is achteruitgang - 3

53 Aan de lezer van de stad (Rotterdam 2002) 25.54 Quote Meijer in Maasstad, 5 maart 1997.

Page 17: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

stonden, kregen een bescheidener plaats. Voor het overige werd de nieu-we hal zo ingericht dat ze functioneerde als een groot informatieplein en ontmoetingsplaats die geschikt was voor evenementen en tentoon-stellingen.

Een andere belangrijke verandering was de komst van de CentraleDiscotheek. De Centrale Bibliotheek en de Centrale Discotheek kendeneen moeizame geschiedenis. In 1985 had een dispuut tussen beide ervoorgezorgd dat de Centrale Bibliotheek niet langer geluidsdragers mocht uit-lenen. Meijer wilde de strijdbijl begraven en bood de Centrale Discotheekonderdak aan in de vernieuwde hal, in de hoek waar eens het Rotterdamshulp- en informatiecentrum had gezeten. Het mes sneed aan twee kan-ten: de Discotheek kreeg de beschikking over een goede locatie met veelaanloop en de Bibliotheek was in één klap een grote muziekcollectie rijker. In 1997 werden de nieuwe entree en de centrale hal opgeleverd.

Hip en huiselijkNaast bouwkundige aanpassingen werd ook de inrichting onder handengenomen. Het interieur deed alweer geruime tijd dienst en was door dehoge bezoekersaantallen sneller versleten dan was voorzien. De bestaan-de inrichting sloot bovendien niet aan bij het concept van de bibliotheekals plek van ‘ontmoeting en beleving’. De herinrichting vond plaats tussen2002 en 2004 en stond onder leiding van Wim La Feber van bureau Van

Dit alles moest plaatsvinden in een uitnodigende en laagdrempeligeomgeving. De Centrale Bibliotheek moest een ‘vindmachine’ worden, waar de bezoeker met digitale middelen én hulp van een bibliothecarisantwoorden kon vinden op uiteenlopende vragen. Het boekenaanbodmoest bovendien aantrekkelijker worden gepresenteerd door, zoals ook in boekhandels gebeurde, de boeken rond thema’s te groeperen.

Het motto voor de Rotterdamse bibliotheken werd ‘beter bereiken,beter bedienen’.53 Dit hield onder andere in dat het personeel van debibliotheek zich nog klantvriendelijker en toegankelijker moest opstellen.Om meer mensen te bereiken werden in Rotterdam, in een tijd dat in veelandere steden wijkbibliotheken haar deuren sloten, juist veel nieuwe filialen geopend om zo tot optimale spreiding van het bibliotheekaanbodte komen. Het doel was dat iedere Rotterdammer binnen een straal vaneen kilometer van zijn woonplek gebruik kon maken van bibliotheek -faciliteiten, in de vorm van een filiaal of een bibliobus.

De Gemeentebibliotheek Rotterdam kwam, kortom, onder Meijerterecht in een proces van vernieuwing. Dit gold voor zowel de producten,de dienstverlening als de organisatiestructuur. Ook het gebouw waarin de Centrale Bibliotheek gehuisvest was, werd onderdeel van het proces.Het leed niet alleen aan achterstallig onderhoud, maar had bovendien een interne restyling nodig om aan zijn nieuwe taken te kunnen voldoen.

Een nieuwe entreeVolgens Meijer moest het gebouw op een aantal punten worden aange-past. Hij zocht daarom contact met Van den Broek en Bakema. Het archi-tectenbureau reageerde positief en was blij dat het een aantal onvolko-menheden aan het gebouw kon herstellen. Deze waren deels het gevolgvan veranderingen in de stedelijke omgeving. Zo was het spoor inmiddelsondergronds gegaan, waardoor het gebouw veel beter zichtbaar wasgeworden. Dit voordeel werd echter tenietgedaan, doordat de ingang nuwat ongelukkig lag. De entree aan de zijde van de Hoogstraat moestgezien de nieuwe looplijn worden verplaatst. Het was de wens om dekrantenleeszaal, die zich in een vooruitgeschoven eiland bevond, aan hetgebouw te verbinden. Zo kon een indrukwekkender en zichtbaarder toe-gang tot de bibliotheek worden gecreëerd en kon het ‘pisstraatje’, zoals dedoorgang tussen de leeszaal en de bibliotheek inmiddels werd genoemd,worden opgeheven. Bovendien werd de centrale hal vele malen groter, watnieuwe mogelijkheden met zich meebracht. ‘We pakken het zo stevig aandat we in één keer in de 21e eeuw belanden’, verkondigde Meijer.54

De krantenzaal verhuisde van de begane grond naar de eerste verdie-ping en de centrale hal werd overzichtelijker ingericht. De roltrap naar deeerste verdieping, die tijdens de bouw wat ongelukkig achterin de halterecht was gekomen, sprong in de nieuwe situatie bij binnenkomst directin het oog. De grote inlever- en uitleenbalie die in het midden van de hal

Verbouwingswerkzaamhedenaan de centrale hal, april-mei 1997.

41 Stilstand is achteruitgang - 340 Stilstand is achteruitgang - 3

53 Aan de lezer van de stad (Rotterdam 2002) 25.54 Quote Meijer in Maasstad, 5 maart 1997.

Page 18: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

4948

Page 19: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

4948

Page 20: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

5150

Page 21: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

5150

Page 22: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

De bibliotheek in de 21e eeuwDe herinrichting heeft de Centrale Bibliotheek weliswaar in de 21e eeuwgebracht, maar het blijft de vraag wat de toekomst brengt en hoe debiblio theek daarop zal reageren. Het bestaansrecht van de bibliotheek alsinstituut staat niet ter discussie. In een manifest van de Unesco van 1994wordt de bibliotheek omschreven als ‘de plaatselijke toegangspoort totkennis, die een essentiële voorwaarde schept voor levenslang leren, onaf-hankelijke besluitvorming en de culturele ontwikkeling van individuen enmaatschappelijke groeperingen’ en dat zal voor lopig zo blijven.68 De biblio-theek is bovendien de meest gebruikte culturele instelling in de stad, diewellicht minder leden teltdan vroeger, maar die toch nog steeds bijna dehelft van de Rotterdamse bevolking over de vloer krijgt. Jaarlijks bezoe-ken 3,4 miljoen mensen de bibliotheek, waarvan een derde de CentraleBibliotheek aan de Hoogstraat. Van de Rotterdamse schoolkinderen komtzelfs 100 procent in de Centrale Bibliotheek of één van de 23 wijkbiblio-theken.69 Toch zal de bibliotheek met de tijd mee moeten blijven gaan, zois de overtuiging van de huidige directeur Gerard Reussink, die eind 2004werd benoemd als opvolger van Frans Meijer.

Hij beschouwt de bezoekers veel meer dan voorheen als klanten.Hoewel Reussink ‘klant’ niet de meest geschikte term vindt, wil hij er meeaangeven dat de bibliotheek meer mensen verwelkomt dan alleen dege-nen die komen lezen of lenen. In een tijd waarin de samenleving almaarsneller en drukker wordt, moet de bibliotheek een plek zijn waar je totrust kan komen, maar ook wat kunt leren en beleven.70

Het huidige bibliotheekbeleid spitst zich toe op een aantal program-ma’s: ‘collectie’, ‘kennis en informatie’ en ‘ontmoeting en participatie’.

In 2004 werd op de zesde verdiepinghet stadsstudiecentrum in ge bruikgenomen, een studiezaal met vergader- en groepswerkruimtes en96 individuele werkplekken.

53 Meer dan boeken alleen- 452 Meer dan boeken alleen - 4

68 http://www.ifla.org/VII/s8/unesco/dutch.htm 10 oktober 2008.69 Interview I. Thoen met F. Meijer, 17 september 2008.70 Interview I. Thoen met G. Reussink, 4 september 2008.

Meer dan boekenalleen

Page 23: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

De bibliotheek in de 21e eeuwDe herinrichting heeft de Centrale Bibliotheek weliswaar in de 21e eeuwgebracht, maar het blijft de vraag wat de toekomst brengt en hoe debiblio theek daarop zal reageren. Het bestaansrecht van de bibliotheek alsinstituut staat niet ter discussie. In een manifest van de Unesco van 1994wordt de bibliotheek omschreven als ‘de plaatselijke toegangspoort totkennis, die een essentiële voorwaarde schept voor levenslang leren, onaf-hankelijke besluitvorming en de culturele ontwikkeling van individuen enmaatschappelijke groeperingen’ en dat zal voor lopig zo blijven.68 De biblio-theek is bovendien de meest gebruikte culturele instelling in de stad, diewellicht minder leden teltdan vroeger, maar die toch nog steeds bijna dehelft van de Rotterdamse bevolking over de vloer krijgt. Jaarlijks bezoe-ken 3,4 miljoen mensen de bibliotheek, waarvan een derde de CentraleBibliotheek aan de Hoogstraat. Van de Rotterdamse schoolkinderen komtzelfs 100 procent in de Centrale Bibliotheek of één van de 23 wijkbiblio-theken.69 Toch zal de bibliotheek met de tijd mee moeten blijven gaan, zois de overtuiging van de huidige directeur Gerard Reussink, die eind 2004werd benoemd als opvolger van Frans Meijer.

Hij beschouwt de bezoekers veel meer dan voorheen als klanten.Hoewel Reussink ‘klant’ niet de meest geschikte term vindt, wil hij er meeaangeven dat de bibliotheek meer mensen verwelkomt dan alleen dege-nen die komen lezen of lenen. In een tijd waarin de samenleving almaarsneller en drukker wordt, moet de bibliotheek een plek zijn waar je totrust kan komen, maar ook wat kunt leren en beleven.70

Het huidige bibliotheekbeleid spitst zich toe op een aantal program-ma’s: ‘collectie’, ‘kennis en informatie’ en ‘ontmoeting en participatie’.

In 2004 werd op de zesde verdiepinghet stadsstudiecentrum in ge bruikgenomen, een studiezaal met vergader- en groepswerkruimtes en96 individuele werkplekken.

53 Meer dan boeken alleen- 452 Meer dan boeken alleen - 4

68 http://www.ifla.org/VII/s8/unesco/dutch.htm 10 oktober 2008.69 Interview I. Thoen met F. Meijer, 17 september 2008.70 Interview I. Thoen met G. Reussink, 4 september 2008.

Meer dan boekenalleen

Page 24: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Onder: De nieuwe innamebalie.

55 Meer dan boeken alleen - 454 Meer dan boeken alleen - 4

> Ook na de herinrichting kreeg hetschaakbord een prominente plaatsin de centrale hal.

Page 25: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Onder: De nieuwe innamebalie.

55 Meer dan boeken alleen - 454 Meer dan boeken alleen - 4

> Ook na de herinrichting kreeg hetschaakbord een prominente plaatsin de centrale hal.

Page 26: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Een bibliotheek voor de toekomst Zo blijft de bibliotheek in beweging. In 2008 bestaat de Centrale Biblio -theek aan de Hoogstraat 25 jaar. Dat is feestelijk, maar ook ‘verontrus-tend’ nieuws. Volgens het programma van eisen moest het gebouw name-lijk dertig tot veertig jaar mee kunnen.73 In dat licht bezien zouden deeerste plannen voor nieuwbouw nu al in de maak moeten zijn, maar nietsis minder waar. De gemeente noch de bibliotheek voelt de behoefte eennieuwe bibliotheek te bouwen. Het huidige bibliotheekgebouw functio-neert nog altijd naar wens. Het ontwerp van Boot is zowel duurzaam alsflexibel gebleken en heeft verschillende aanpassingen goed doorstaan.

Het succes van het gebouw is mede het gevolg van het oorspronkelijkeprogramma van eisen dat de standaard heeft gezet voor bibliotheken inbinnen- en buitenland. Zo beschikt de bibliotheek over voldoende opper-vlakte om ruimte te bieden aan uiteenlopende activiteiten, van lenen enlezen tot schaken en studeren. Het interieur is dankzij de laatste herin-richting weer helemaal up to date. Zoals architect Boot voor ogen stond,spelen licht, openheid en beweging hierin nog altijd een belangrijke rol.Door de kolommenconstructie is de ruimte open en vrij en kunnen de verdiepingen op ieder moment opnieuw worden ingedeeld. Kortom: hetgebouw biedt voldoende mogelijkheden voor de toekomst.

Alom heerst tevredenheid over de locatie van de Centrale Biblio theek.Het gebouw is nog immer centraal gelegen en goed bereikbaar. De markt,die twee keer per week op het plein voor de bibliotheek plaatsvindt, geldtals een pluspunt. De markt en de bibliotheek delen een belangrijke doel-groep. Vele marktgangers brengen na het halen van de wekelijkse bood-schappen ook een bezoekje aan de bibliotheek.74 De eventuele bouw vaneen markthal, waar anno 2008 over wordt gesproken, ziet de bibliotheek-directie dan ook met genoegen tegemoet. Hetzelfde geldt voor het strevenvan de gemeente om het Laurenskwartier om te vormen tot een aantrek-kelijk gebied met een uitgebreid winkel-, markt- en horeca-aanbod.

De Centrale Bibliotheek past zodoende nog prima in haar jas én haaromgeving. Ten aanzien van het gebouw heeft Reussink nog één explicietewens: het gebouw kan milieuvriendelijker en energiezuiniger. De biblio-theek doet al mee aan het groene daken-project van de gemeente, maarhet zou mooi zijn als op termijn gebruik gemaakt kon worden van zonne-energie of restwarmte uit de haven. Voor het overige is de huidige direc-teur tevreden: ‘Mijn ambitie dient vooral het maximaal uitbuiten van ditmooie gebouw, de mooie inrichting, het publieksvriendelijke en het laag-drempelige, en er dan voor zorgen dat die burger die dat nodig heeft hetook weet te vinden’.75

59 Meer dan boeken alleen - 458 Meer dan boeken alleen - 4

73 PVE ‘Op weg naar een nieuwe bibliotheek’, 1976.74 Interview I. Thoen met F. Meijer, 17 september 2008.75 Interview I. Thoen met G. Reussink, 4 september 2008.

Page 27: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Een bibliotheek voor de toekomst Zo blijft de bibliotheek in beweging. In 2008 bestaat de Centrale Biblio -theek aan de Hoogstraat 25 jaar. Dat is feestelijk, maar ook ‘verontrus-tend’ nieuws. Volgens het programma van eisen moest het gebouw name-lijk dertig tot veertig jaar mee kunnen.73 In dat licht bezien zouden deeerste plannen voor nieuwbouw nu al in de maak moeten zijn, maar nietsis minder waar. De gemeente noch de bibliotheek voelt de behoefte eennieuwe bibliotheek te bouwen. Het huidige bibliotheekgebouw functio-neert nog altijd naar wens. Het ontwerp van Boot is zowel duurzaam alsflexibel gebleken en heeft verschillende aanpassingen goed doorstaan.

Het succes van het gebouw is mede het gevolg van het oorspronkelijkeprogramma van eisen dat de standaard heeft gezet voor bibliotheken inbinnen- en buitenland. Zo beschikt de bibliotheek over voldoende opper-vlakte om ruimte te bieden aan uiteenlopende activiteiten, van lenen enlezen tot schaken en studeren. Het interieur is dankzij de laatste herin-richting weer helemaal up to date. Zoals architect Boot voor ogen stond,spelen licht, openheid en beweging hierin nog altijd een belangrijke rol.Door de kolommenconstructie is de ruimte open en vrij en kunnen de verdiepingen op ieder moment opnieuw worden ingedeeld. Kortom: hetgebouw biedt voldoende mogelijkheden voor de toekomst.

Alom heerst tevredenheid over de locatie van de Centrale Biblio theek.Het gebouw is nog immer centraal gelegen en goed bereikbaar. De markt,die twee keer per week op het plein voor de bibliotheek plaatsvindt, geldtals een pluspunt. De markt en de bibliotheek delen een belangrijke doel-groep. Vele marktgangers brengen na het halen van de wekelijkse bood-schappen ook een bezoekje aan de bibliotheek.74 De eventuele bouw vaneen markthal, waar anno 2008 over wordt gesproken, ziet de bibliotheek-directie dan ook met genoegen tegemoet. Hetzelfde geldt voor het strevenvan de gemeente om het Laurenskwartier om te vormen tot een aantrek-kelijk gebied met een uitgebreid winkel-, markt- en horeca-aanbod.

De Centrale Bibliotheek past zodoende nog prima in haar jas én haaromgeving. Ten aanzien van het gebouw heeft Reussink nog één explicietewens: het gebouw kan milieuvriendelijker en energiezuiniger. De biblio-theek doet al mee aan het groene daken-project van de gemeente, maarhet zou mooi zijn als op termijn gebruik gemaakt kon worden van zonne-energie of restwarmte uit de haven. Voor het overige is de huidige direc-teur tevreden: ‘Mijn ambitie dient vooral het maximaal uitbuiten van ditmooie gebouw, de mooie inrichting, het publieksvriendelijke en het laag-drempelige, en er dan voor zorgen dat die burger die dat nodig heeft hetook weet te vinden’.75

59 Meer dan boeken alleen - 458 Meer dan boeken alleen - 4

73 PVE ‘Op weg naar een nieuwe bibliotheek’, 1976.74 Interview I. Thoen met F. Meijer, 17 september 2008.75 Interview I. Thoen met G. Reussink, 4 september 2008.

Page 28: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

6362

Het Rotterdams Uitburo met rechts de balie van de Rotterdampaswinkel.

Page 29: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

6362

Het Rotterdams Uitburo met rechts de balie van de Rotterdampaswinkel.

Page 30: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Het moge duidelijk zijn dat het ontwerp van Boot zich de afgelopen 25 jaar bewezen heeft. Toch zijn in 2008 stedenbouwkundige plannen voorhet Laurenskwartier gepresenteerd, waarin gesproken wordt over gevelslangs de rooilijn van de Hoogstraat en de Binnenrotte. Dit zou betekenendat het bibliotheekgebouw tussen dertig meter hoge gevels zou komen testaan en dat het zicht op het bibliotheekgebouw volledig zou verdwijnen.Dit zou te gek voor woorden zijn. De tijd heeft bewezen dat het stadsbe-stuur de juiste keuze gemaakt door niet te kiezen voor het gesloten ont-werp van Weeber, maar voor het open gebouw van Boot. En dat succes,moet gekoesterd en geëtaleerd worden. Een dergelijk gebouw mag, neemoet gezien worden!

De achtereenvolgende directeuren van de bibliotheek hebben hetgebouw gekoesterd, zoals de Rotterdammers dat deden. Er is in geïnves-teerd om de bibliotheek bij de tijd te houden en bezoekers aangenaam teblijven verrassen. Ik ben ervan overtuigd dat ze dat ook in de toekomstzullen doen.

Gerard ReussinkDirecteur Bibliotheek Rotterdam

67 Epiloog66 Epiloog

Page 31: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

Het moge duidelijk zijn dat het ontwerp van Boot zich de afgelopen 25 jaar bewezen heeft. Toch zijn in 2008 stedenbouwkundige plannen voorhet Laurenskwartier gepresenteerd, waarin gesproken wordt over gevelslangs de rooilijn van de Hoogstraat en de Binnenrotte. Dit zou betekenendat het bibliotheekgebouw tussen dertig meter hoge gevels zou komen testaan en dat het zicht op het bibliotheekgebouw volledig zou verdwijnen.Dit zou te gek voor woorden zijn. De tijd heeft bewezen dat het stadsbe-stuur de juiste keuze gemaakt door niet te kiezen voor het gesloten ont-werp van Weeber, maar voor het open gebouw van Boot. En dat succes,moet gekoesterd en geëtaleerd worden. Een dergelijk gebouw mag, neemoet gezien worden!

De achtereenvolgende directeuren van de bibliotheek hebben hetgebouw gekoesterd, zoals de Rotterdammers dat deden. Er is in geïnves-teerd om de bibliotheek bij de tijd te houden en bezoekers aangenaam teblijven verrassen. Ik ben ervan overtuigd dat ze dat ook in de toekomstzullen doen.

Gerard ReussinkDirecteur Bibliotheek Rotterdam

67 Epiloog66 Epiloog

Page 32: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

6968

Page 33: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

6968

Page 34: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

7574

Page 35: 25 jaar Centrale Bibliotheek Rotterdam

7574