24 april 2018 - Kind en Gezin

44
C o n f e r e n t i e J o n g i n d e b u u r t Samen voor een lokaal gezinsbeleid 24 april 2018

Transcript of 24 april 2018 - Kind en Gezin

Page 1: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Conferentie Jong in de buurt

Samen voor een lokaal gezinsbeleid 24 april 2018

Page 2: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Inhoud

Samen voor een lokaal gezinsbeleid

Het verhaal van Mechelen Kinderstad

Abstracts van de keynote-sprekers

Meten en weten, een kader voor impactmeting

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm

Tussen thuis, kinderopvang en kleuterschool

Duurzaam samenwerken in een buurtgericht netwerk voor kinderen en gezinnen

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Het Huis van het Kind voor iedereen

Aan de slag rond de sociale functie op het lokaal overleg kinderopvang

Een speelse wandeling door Mechelen kinderstad

3

5

7

12

15

19

24

29

34

39

43

2#lokaalgezinsbeleid #jongindebuurt #toekomstisjong

Page 3: 24 april 2018 - Kind en Gezin

3

Samen voor een lokaal gezinsbeleid

In oktober 2016 bracht de conferentie “De toekomst is jong” tal van aanbevelingen voor de ontwikkeling van het lokale en Vlaamse gezinsbeleid. De conferentie “Jong in de buurt, samen voor een lokaal gezinsbeleid” schetst een beeld van hoe deze aanbevelingen in het beleid vorm krijgen. Het gaat hierbij om het stimuleren van buurtgerichte netwerken voor kinderen en gezinnen, de aandacht voor de transitie van thuis naar de kinderopvang en de kleuterschool, het dichterbij brengen van de jeugdhulp, de verdere uitbouw van de Huizen van het Kind en de opvang van baby’s en peuters, de initiatieven voor de opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen en het in kaart brengen van de impact van de lokale inspanningen voor gezinnen en kinderen. Hiermee ontwikkelen we voor Vlaanderen een brede waaier van instrumenten om te komen tot een geïntegreerd gezinsbeleid binnen een ruimer sociaal beleid. Lokale besturen zijn hierin cruciale partners. Ze ontwikkelen een integraal en inclusief lokaal sociaal beleid in nauwe samenwerking met de lokale actoren en de bevolking, dragen binnen hun regie- en verbindingsrol de coördinatie van vraag naar en aanbod van de lokale sociale hulp- en dienstverlening en waken over de toegankelijkheid ervan voor alle burgers.

Met het aantreden van de nieuwe gemeentebesturen dient zich ook de opmaak aan van een nieuwe meerjarenplanning voor de lokale besturen. Het lokaal sociaal beleid maakt deel uit van die meerjarenplanning en het nieuwe decreet betreffende dit beleid schets het kader waarbinnen dit vorm kan krijgen. Het lokaal geïntegreerd gezinsbeleid neemt een belangrijke plaats in binnen het lokaal sociaal beleid. We zetten hiervoor o.a. verder in op het geïntegreerd breed onthaal en de uitbouw van de Huizen van het Kind. Voor de Huizen van het Kind kwam recent een oproep zodat er vanaf 2019 in elke gemeente en stad een Huis van het Kind operationeel kan zijn. Tevens scheppen we het kader voor de lokale loketten kinderopvang. Op die manier versterken we de lokale netwerken van voorzieningen en organisaties. Zo kunnen zij voor alle gezinnen met kinderen dichtbij en afgestemd op hun noden en behoeften een betekenisvolle rol spelen.

Page 4: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Het werken in netwerken, waarbij verschillende actoren werken aan gemeenschappelijke doelstellingen en daarbij beroep doen op elkaars expertise werpt zijn vruchten af. Kansen van kinderen en gezinnen worden verhoogd en meer sociale grondrechten worden gerealiseerd. Zowel de projecten geïntegreerd breed onthaal als de buurtgerichte netwerken zijn inspirerend en gidsend om op deze weg voort te gaan. Ook hierrond wordt in 2018 vanuit Vlaanderen verder initiatief genomen.

In elk van deze ontwikkelingen staat de nauwe samenwerking tussen lokale actoren centraal. Tijdens de conferentie Jong in de buurt die georganiseerd wordt in een samenwerking tussen Kind en Gezin, de stad Mechelen en de VVSG gaan verschillende sprekers en praktijkgerichte workshops dieper in op hoe die samenwerking vorm kan krijgen, wat daarin werkzame elementen zijn en hoe de resultaten van die netwerken zichtbaar kunnen gemaakt worden.

Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

4

Page 5: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Het verhaal van Mechelen Kinderstad

“Mechelen Kinderstad“ heeft zich afgelopen jaren op de kaart gezet en is op het gebied van kindvriendelijkheid een voortrekker en begrip in Vlaanderen geworden.

Kinderen als volwaardige medeburgersWe zien kinderen als volwaardige medeburgers en stemmen het beleid af op de noden en leefwereld van kinderen en gezinnen. Mechelen Kinderstad vindt het belangrijk om alle kinderen het recht te geven kind te kunnen zijn. Het welbevinden van kinderen en jongeren vormt de ultieme barometer voor een gezonde woonomgeving, een democratische gemeenschap en een goed bestuur. Beleid voor kinderen en jongeren voeren, daar plukt de hele samenleving de vruchten van.

Geïntegreerd en stadsbreed beleidKindvriendelijkheid is in Mechelen een organisatiedoelstelling. De bewuste keuze om zo stadsbreed beleidsmatig te werken, is noodzakelijk. Zo kunnen er linken worden gelegd en de vertaalslag van strategie naar programma’s en projecten die bijdragen tot deze doelstelling, is makkelijker te overzien. Het aanreiken van instrumenten, adviseren, diensten aansporen, acties ondersteunen en niet voor de hand liggende samenwerkingen opzetten tussen interne en externe partners, behoren tot de taken. Kinderrechten integreren in de praktijk en projecten realiseren die niet altijd voor de hand liggen qua thematiek, vormen een meerwaarde. Enkele voorbeelden van projecten zijn een gezinsvriendelijke rouwplek op de begraafplaats, gezinsvriendelijke horeca, kindvriendelijke installaties die architectuur en beleving samen brengen in de binnenstad, talententickets om kinderen te stimuleren hun talenten te ontdekken via de lokale verenigingen, kleutertoiletbrillen in alle stadsgebouwen en bij enkele partners, Speeldag, enz.

5

Page 6: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Niet alleen de stadsbrede werking over alle stadsdiensten en beleidsthema’s heen maken dit verhaal. De samenwerking rond kwetsbare thema’s vanuit het Sociaal Huis en het Huis van het Kind en de evenementen via de Jeugddienst vormen samen hiermee één geheel.Het is niet alleen belangrijk dat Mechelen Kinderstad door stedelijke diensten wordt gedragen. Ook externe partners zorgen voor een boeiend aanbod én dragen de gezinsvriendelijkheid van Mechelen uit. Het aanbod aan gezinsvriendelijke activiteiten en permanente werkingen is indrukwekkend en gevarieerd in Mechelen. Ook andere steden in Vlaanderen hebben een breed aanbod. Wat Mechelen uniek maakt, is de uitzonderlijke concentratie van grote, gezinsvriendelijke spelers die niet enkel voor de eigen bewoners, maar ook voor de bezoekende gezinnen, een begrip zijn. Het gaat om Planckendael, het Speelgoedmuseum en Technopolis.

Kinderen zelf aan het woordWe willen de kinderen zelf ook graag een stem geven en toetsen daarom om de paar weken met de kinderen uit de Kinderraad af hoe zij denken over de kindvriendelijkheid binnen de diverse beleidsdomeinen. Hoe zij, vanuit hun jonge leefwereld Mechelen ervaren en we de stad kunnen verbeteren, vernieuwen, aanpassen. We proberen hiervoor hun gezamenlijke kindercharter met 10 actiepunten als uitgangspunt te nemen.

Kindgerichte communicatieOnze activiteiten en evenementen promoten we op een aantrekkelijke, originele en speelse manier naar de doelgroep toe, met onze echte mascotte: Rommy Rombouts.

Label kindvriendelijke stadIn 2014 ontvingen we het label van kindvriendelijke steden en gemeenten. Een kindvriendelijke stad of gemeente is een gemeenschap die zich ertoe verbindt de rechten van het kind te realiseren en te implementeren. Tegelijk kan kindvriendelijkheid gehanteerd worden als barometer voor goed lokaal beleid dat de leefbaarheid voor iedereen verhoogt.

Bart Somers, burgemeester - Greet Geypen, schepen Jeugd en Gezin - Koen Anciaux, voorzitter Sociaal Huis

6

Page 7: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Samenwerken op lokaal niveau voor een betere dienstverlening aan gezinnen

Michel Vandenbroeck Hoofddocent gezinspedagogiek, Universiteit Gent

Het is duidelijk een internationale tendens, van de Sure Start Centra in Engeland tot de Familjecentralen in Zweden en de REAPP in Frankrijk. Overal komt men tot het besef dat de historisch gegroeide versnippering van de dienstverlening aan gezinnen omgekeerd moet worden. Sommigen noemen het integratie, anderen netwerking, nog anderen samenwerking, maar overal zien we dezelfde tendensen: het zoeken naar hoe we de versnippering kunnen tegengaan en voor de gezinnen een holistische en integrale dienstverlening kunnen bieden. Steeds meer kijkt men dan naar het lokale niveau om die tendens vorm te geven. Vooral in contexten van diversiteit en van een toenemend aantal kinderen dat geboren wordt in kansarmoede is dat belangrijk.Het lijkt echter makkelijker gezegd dan gedaan. Zo is iedereen het er over eens dat we best uitgaan van het principe van progressief universalisme. Maar hoe zet je dat om in de praktijk? Volstaat het om een consultatiebureau te koppelen aan een inloopteam om voor elk wat wils te hebben?Iedereen is het er ook over eens dat we materiële en immateriële behoeften niet los van elkaar kunnen koppelen. Maar tegelijk botsen heel wat lokale overheden op een schrijnend tekort aan middelen om in de materiële behoeften van hun inwoners te kunnen voorzien. Het recht op wonen bv. lijkt één van de grote knelpunten te zijn. Bij schaarse middelen blijkt dat het principe van progressief universalisme sterk onder druk komt te staan. Bovendien is er ook een tendens (geweest) dat lokale besturen hun dienstverlening uitbesteden. Hoe voer je de regie als je de hefbomen niet in handen hebt? Een andere moeilijkheid ligt in de manier waarop die samenwerkende diensten met de privacy van de burgers omgaan. Hier kan de zorg om efficiëntie recht tegenover de zorg voor de rechten van de burger staan. Op basis van lopend onderzoek kunnen we al een paar voorlopige aandachtspunten oplijsten. Zo blijkt de rol van de coördinatie (of leiderschap) erg belangrijk. Ook een eengemaakte plek waar ouders voor allerlei zaken terecht kunnen, helpt. Maar dan moet die plek wel meer zijn dan een dispatching naar de verschillende diensten. Overal in Vlaanderen duiken inspirerende praktijken op, waarbij mensen verregaande stappen zetten om hun werking op elkaar af te stemmen en vooral om ze op de uiteenlopende behoeften van de gezinnen af te stemmen. Van verregaande integratie tussen kinderopvang en kleuterschool, over intensieve samenwerking tussen school en OCMW of tussen OCMW en Kind en Gezin tot het samenbrengen van alle opvoedingsondersteuning onder één dak. Nu is het tijd dat we luisteren naar deze pioniers om verdere stappen in deze richting te zetten.

7

Page 8: 24 april 2018 - Kind en Gezin

De stad en wijk als motor voor sociale mobiliteitStijn Oosterlynck

Hoofddocent StadsociologieOnderzoekscentrum OASeS & Antwerp Urban Studies Institute

De modale Vlaming vereenzelvigt steden met armoede en etnisch-culturele diversiteit. Zoals te zien is aan de hoge cijfers van gekleurde armoede lijken armoede en diversiteit ook steeds meer samen te vallen. Sinds de diepe economische crisis van de late jaren 1970 en de massale vlucht van de witte middenklasse uit de steden kampt de stad met sociaaleconomische problemen die elkaar versterken en die het eigenlijk nog altijd niet te boven gekomen is. Maar de stad is niet enkel een oord van problemen. De stad biedt ook hefbomen aan om tot oplossingen te komen, al hangt veel af van de mate waarin beleidsmakers en middenveldorganisaties die hefbomen willen hanteren. Die hefbomen hebben te maken met de kracht van plaats en ruimtelijke nabijheid.

Aan gebiedsgericht werken rond armoede en diversiteit en wijkontwikkeling kleeft nogal vaak het beeld dat het rommelen in de marge van de welvaartstaat is. En inderdaad, de grondoorzaken van armoede, uitsluiting en samenlevingsproblemen bevinden zich op een niveau dat de stad en haar wijken ver overstijgt. Toch valt er naast nationaal en Europees sociaal beleid ook op stedelijk- en wijkniveau iets te doen. Vanuit de nabijheid in stadswijken kunnen sociale problemen in hun samenhang aangepakt worden, met allianties tussen actoren en sectoren die elkaar op hogere niveaus moeilijker vinden, aansluitend bij de leefwereld van mensen zelf en op basis van relaties van vertrouwen die gemakkelijker gedijen in nabijheid.

Aan de hand van een aantal inspirerende voorbeelden wordt het potentieel van steden en wijken om te fungeren als dragers van sociale mobiliteit en platformen voor samenleven in diversiteit duidelijk. Maar er zijn randvoorwaarden. Erg belangrijk is de aanwezigheid van professionals, al dan niet betaald, om processen van wijkontwikkeling mee te ondersteunen en overbruggende relaties te smeden tussen burgers onderling en met en tussen sociale organisaties. Daarnaast kan de stad en wijk maar werken als een motor voor sociale mobiliteit als nationale en Europese overheden en private economische spelers hun verantwoordelijkheid nemen om een maatschappij en economie te creëren waar plaats en werk is voor iedereen.

8

Page 9: 24 april 2018 - Kind en Gezin

We doen het niet alleenPeter Cousaert

Stafmedewerker Lokaal Sociaal Beleid en Activeringsbeleid VVSG

De plaats en het belang van de lokale besturen in de beleidsontwikkeling en - uitvoering is de voorbije jaren gestaag gegroeid. Er is een geleidelijke shift van centraal naar lokaal, vaak zonder dat de middelen volgen of zonder dat de lokale besturen de instrumenten krijgen om lokale bestuurskracht te ontwikkelen. De lokale verantwoordelijkheid wordt dus groter. Dat is ook terecht, want voor de aanpak van zeer complexe problemen zijn de lokale besturen zeer goed geplaatst om een essentiële rol te spelen in het zoeken naar oplossingen. Dat mag echter niet de indruk wekken dat lokale besturen alles alleen kunnen. Integendeel, het is omdat ze zo nabij zijn dat ze beleidskruispunten kunnen aanleggen. Dat wil zeggen dat verschillende expertises, uit verschillende disciplines, sectoren en beleidsdomeinen worden gekoppeld op zoek naar oplossingen. Daarenboven is het lokaal bestuur de bestuurslaag die het best in staat is om het maatschappelijk middenveld en niet-georganiseerde burgers te betrekken bij de beleidsontwikkeling en (zelfs) – uitvoering.

Verschillende organisaties leveren dus onderdelen van de oplossing. De plaats waar organisaties de oplossing produceren verplaatst zich van één organisatie naar een verband van verschillende organisaties. Met andere woorden: er wordt in een netwerk iets gerealiseerd dat de individuele organisaties niet kunnen produceren. De situatie zou er dus slechter uitzien als de betrokken organisaties niet samenwerken.

Het is aan de centrale overheden om de welvaartsstaat sterk genoeg te maken. Zij moeten instaan voor welzijn en voor welvaartsverdeling via belastingen en uitkeringen (sociale zekerheid). En ook op het niveau van de diensten moeten ze voldoende middelen voorzien om een goede basisdienstverlening te realiseren. Deze basisdienstverlening afstemmen op de noden van specifieke buurten en individuen, vereist betrokken lokale besturen. Met een voorbeeld: het is de centrale overheid die moet voorzien in voldoende aanbod van kinderopvang, want deze is tot op vandaag nog ontoereikend. Het is aan de lokale overheid om te sturen waar die middelen het beste worden ingezet (bv. in een buurt met veel kwetsbare gezinnen). Ze doen dit bij voorkeur op basis van goede indicatoren. Het lokaal bestuur kan inzetten op nabijheid, proactiviteit en de complexiteit zo laag mogelijk houden. Deze rolverdeling is een vertaling van het principe van de proportionele universaliteit.

9

Page 10: 24 april 2018 - Kind en Gezin

De rol die lokale besturen in netwerken opnemen is niet te vatten in decreten en ligt in principe open. Het zijn de lokale besturen die daar zelf keuzes moeten in (kunnen) maken. Dat kan op een heel sturende manier, maar evengoed op een terughoudende wijze. De keuzevrijheid van een bestuur ligt in de politieke legitimiteit die de besturen hebben. Maar minstens even belangrijk is de doelmatigheid van de sturing van het bestuur. De rol kan anders ingevuld worden per vraagstuk dat voorligt. Er is een verschil tussen netwerken naargelang bijvoorbeeld de mate waarin het netwerk ook meerwaarde creëert voor de partners zelf of de diversiteit in een netwerk. De positionering van het lokaal bestuur hangt dus af van het veld waarin het zich beweegt. Het valt niet in één wettelijk kader te vatten welke rol een lokaal bestuur nu precies moet spelen. Als centrale overheid moet je wel alle rollen mogelijk maken. De rol van het lokaal bestuur gaat zowel over de stijl en positie, maar ook over de instrumenten die het heeft om regie te voeren.

Om dit te realiseren hebben we ook nood aan een ander bestuurlijk arrangement, waarbij het lokaal bestuur de ruimte krijgt om richting te geven, maar ook gedeeltelijk verantwoordelijk wordt voor de resultaten en verantwoording aflegt tegenover de Vlaamse overheid. Hetzelfde moet ons inziens gebeuren tussen de lokale besturen en de partners waarmee het samenwerkt.

De lokale besturen moeten nog meer investeren in de capaciteit om regie te voeren en zich in netwerken te positioneren. Ze verhogen best hun kennis over wat er in haar omgeving gebeurt, ze zet in op burgerparticipatie, doet stakeholdersanalyses om te zien met wie het moet samenwerken voor een thema, investeert in netwerkbeheer, verhoogt haar luisterkwaliteit en geeft (een mate van) openheid over de koers, het handelen en de middelen. Van de Vlaamse overheid verwachten we dat het meer controleert op hoofdlijnen en minder micro-reguleert (ook ten aanzien van partners waarmee het lokaal bestuur moet samenwerken).

10

Page 11: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Jaarlijks investeren de Vlaamse lokale besturen meer dan 100 miljoen euro in de kinderopvang op hun grondgebied. Lokale investeringen die de Vlaamse middelen aanvullen en mee het Vlaams beleid helpen realiseren: voldoende, betaalbare, toegankelijke en kwaliteitsvolle kinderopvang voor baby’s, kleuters en schoolgaande kinderen. De lokale besturen zijn trekker in 9 van de 10 Huizen van het Kind. Zonder het lokaal bestuur geen Huis van het Kind.

Maar het werk zit er niet op. De samenlevingsproblemen van vandaag en morgen vragen een sterk sociaal beleid en vooral een lokaal beleid: lokaal maatwerk, met lokale partners en een sterk lokaal bestuur die de handen in elkaar slaan om een veilige, speelse leefwereld te maken voor kinderen. En die de gezinnen ondersteunt in hun rol als ouder.

Laat ons als lokaal bestuur die verantwoordelijkheid opnemen. Voor de mensen: de gezinnen en de kinderen. Want de gemeenten, dat zijn niet de straten, de riolen, de gebouwen en de huizen, maar dat zijn de mensen die in die gemeenten wonen. Voor hen zijn we als lokaal bestuur verplicht een sterk sociaal lokaal beleid te voeren.

Mieck Vos, Algemeen Directeur VVSG

11

Page 12: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Meten en wetenEen kader voor impactmeting

Welke uitdagingen liggen er?

Heel wat actoren in de brede welzijnssector hebben nood aan meer competenties op het vlak van evaluatie en monitoring. Tegelijk groeit de vraag naar concrete verantwoording van middelen door subsidiërende instanties.Het is geen vraag naar evalueren om te evalueren, wel om te leren en te evolueren. Het einddoel is het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening om zo je doelstellingen zo goed mogelijk te realiseren. Of om je doelstellingen in vraag te stellen en te wijzigen, als zou blijken dat de context of de noden van gebruikers veranderd zijn. Monitoring en evaluatie zijn instrumenten voor organisaties om hun kwaliteit van dienstverlening te bewaken en te versterken. Ze brengen zwaktes en sterktes aan het licht. Of leemtes en gebreken waar iets aan gedaan kan worden.

De Koning Boudewijnstichting, Kind en Gezin en 20 praktijkorganisaties ontwikkelden binnen het project ‘Kleine kinderen, grote kansen’ een stappenplan voor zelfevaluatie. Daarin zijn monitoring en evaluatie twee belangrijke fasen in een cyclus die je steeds opnieuw doorloopt als je impactgericht wil werken.

Vaak vinden we het vanzelfsprekend dat we een verschil maken. Je buikgevoel zegt dat of je ziet elke dag positieve veranderingen bij de doelgroep waarvoor je werkt. Maar heb je zekerheid over die impact? En hoe en bij wie er een impact is? Evaluatie helpt om daar zicht op te krijgen en om unieke impact zichtbaar te maken.

Met dit stappenplan wordt gekozen voor zelfevaluatie. Als organisatie zelf de kwaliteit van je dienstverlening beoordelen, zorgt voor meer betrokkenheid en engagement. Het is voor de meeste organisaties haalbaar. En sluit externe evaluaties niet uit.

12

Page 13: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Als organisatie zelf je impact evalueren vergt een grondig proces met de hele organisatie, van bestuur tot praktijkwerker. Gaan voor impact inbedden in de cultuur van een organisatie, vraagt dat je alle collega’s meekrijgt. Op de werkvloer worden evaluatie en impactgericht werken immers vaak gezien als extra’s, als dingen die er bovenop komen op het gewone werk. Evaluatie roept bij sommigen ook het gevoel op dat men in vraag stelt of ze goed bezig zijn. Wil je dat impact centraal staat voor alle medewerkers binnen een organisatie, dan is het belangrijk dat zij zien hoe hun werk bijdraagt in het verschil dat je als organisatie probeert te maken. En dat zij zich hierin aangesproken voelen.

Evaluatie is een geheel van stappen die je systematisch zet, een cyclus die je steeds opnieuw doorloopt. Dat vraagt tijd, maar die tijd wint een organisatie terug. Er zijn geen kant-en-klare formules, maar met dit stappenplan wordt inspiratie geboden en worden handvatten aangereikt om het proces van zelfevaluatie te doorlopen.

Wat kan je doen als lokaal bestuur?

Investeren in de eerste levensjaren van jonge kinderen is essentieel. Talrijke onderzoeken tonen aan dat die investeringen positieve effecten hebben op de ontwikkeling van kinderen. Dit geldt nog meer als het gaat om de meest kwetsbare kinderen. Om kinderen ten volle te laten ontwikkelen, is een rijke, stimulerende omgeving nodig. Omgeving wordt hierbij ruim bekeken: niet alleen de thuisomgeving, maar ook de ruimere familie, de woon- en arbeidssituatie van het gezin, de buurt, de kinderopvang, de school, de vrijetijdsmogelijkheden, gezondheidsdiensten, het milieu,… Naast structurele maatregelen (op vlak van huisvesting, werkgelegenheid, sociale zekerheid,…) is ook het aanbod van kwaliteitsvolle en toegankelijke dienstverlening voor jonge kinderen en hun gezin van cruciaal belang om voor elk kind zoveel mogelijk kansen te creëren.

Hoe krijg je zicht op die kwaliteit en toegankelijkheid? En hoe kan je het geheel van die dienstverlening continu evalueren en bijsturen?Als lokaal bestuur kan je de cultuur van zelfevaluatie mee ondersteunen. Je kan vanuit partnerschappen en netwerken het werken met zelfevaluatie promoten en dit proces initiëren met partners. Je kan bv. starten met een concrete werking en later overgaan naar zelfevaluatie op netwerkniveau, waarvoor dit stappenplan heel wat handvatten biedt.

13

Page 14: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Wanneer verschillende lokale actoren vanuit ditzelfde stappenplan werken aan zelfevaluatie en monitoring, kan dit je impact op lokaal niveau enorm verhogen. Door het aanbod als geheel te analyseren, door gezamenlijk noden bij gezinnen te detecteren, door een gedeelde visie over participatief werken met gezinnen te ontwikkelen,… zullen je basisvoorzieningen in staat zijn om betekenisvolle impact te realiseren voor gezinnen in je stad of gemeente.

Als het gaat over het voortdurend evalueren en bijsturen van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de dienstverlening voor jonge kinderen en hun gezin, zijn een groot aantal lokale partners en samenwerkingsverbanden betrokken. Als lokaal bestuur speel je hierin een cruciale rol als regisseur, maar tegelijk ook vaak als aanbieder.

De lokale samenwerkingsverbanden zoals de Huizen van het Kind, het Lokaal overleg Kinderopvang, het Lokaal overlegplatform (LOP), netwerken Integrale Jeugdhulp,… kunnen deze uitdaging mee opnemen.

De actoren die hierin een rol spelen situeren zich op heel wat verschillende levensdomeinen. Het Huis van het Kind kan een verbindende rol opnemen om over de levensdomeinen heen met een gezamenlijke bril naar zelfevaluatie en monitoring te kijken op lokaal niveau.

Inspirerende voorbeelden

Op 28 mei 2018 wordt de publicatie met het stappenplan zelfevaluatie voorgesteld op een studiedag in het Vlaams Parlement. Vanaf dan zal de publicatie online en op papier beschikbaar zijn.

http://www.grotekansen.be/

14

Hoe kunnen lokale partners en samenwerkingsverbanden de uitdaging mee opnemen?

Page 15: 24 april 2018 - Kind en Gezin

De opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal

Welke uitdagingen liggen er?

Vandaag is er op lokaal vlak een heel grote diversiteit aan buitenschoolse activiteiten voor kinderen. Alhoewel er al heel wat naar elkaar wordt toegewerkt, is er zeker marge om nog meer af te stemmen en samen te werken. De versterking van de lokale regie in een regelluw decretaal kader moet het mogelijk maken om lokaal te komen tot een meer geïntegreerd aanbod buitenschoolse activiteiten op maat van de gezinnen met kinderen. Het decreet buitenschoolse activiteiten (in voorbereiding) vertrekt vanuit de volgende doelstellingen:• Kinderen ontplooiingskansen en mogelijkheden bieden een leuke vrije tijd te

hebben• Ouders toelaten te participeren aan de arbeidsmarkt, een (beroeps)opleiding te

volgen en/of deel te nemen aan activiteit die bijdragen aan hun persoonlijke ontplooiing

• Het bevorderen van sociale cohesie en gelijke kansen

Rode draad doorheen het decreet is de bijzondere aandacht voor kwetsbare gezinnen (sociale functie) en voor kinderen met een specifieke zorgbehoefte (inclusie).

Bedoeling is om de komende jaren op basis van objectieve parameters en in een zorgzame transitie, geleidelijk over te gaan van een financiering van voorzieningen naar een financiering van de lokale besturen.

15

Page 16: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Het lokaal bestuur staat voor de uitdaging om deze doelstellingen te vertalen naar en te realiseren in de specifieke lokale omgeving.Een goede tandem vormen met het werkveld (relevante actoren) in de brede zin staat daarbij voorop. Het lokaal bestuur neemt de regie op, door het ontwikkelen van een lokaal beleid dat deel uitmaakt van de meerjarenplanning en door het beslissen over de besteding van de beschikbare financiële, personele, logistieke en infrastructurele middelen. Een lokaal samenwerkingsverband zorgt voor een gedeelde visie en voor de afstemming van vraag en aanbod.

Wat kan je doen als lokaal bestuur?

Het lokaal bestuur moet/kan een rol spelen:• op het vlak van regie (en ondersteuning):

- omgevingsanalyse: vraag en aanbod in kaart brengen - inspraak/participatie: overleg met ouders, kinderen en relevante actoren - visie, doelstellingen en acties bepalen - beslissen over de beschikbare middelen - op termijn: financiering aanbod (in plaats van Kind en Gezin) - stimuleren van het multifunctioneel gebruik van infrastructuur - (gelijke) ondersteuning van alle actoren / organisatoren - faciliteren / organiseren van lokaal samenwerkingsverband (actoren) - rapportage aan de Vlaamse overheid (cfr ‘planlastendecreet’)

• als organisator van activiteiten

16

Page 17: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Alle lokale actoren van buitenschoolse activiteiten (vb. IBO, onthaalouder, onderwijs, sportdienst, jeugddienst, cultuurdienst, academies, zelfstandige aanbieders van activiteiten, jeugdwerk …).

Het lokaal samenwerkingsverband buitenschoolse activiteiten sluit nauw aan bij het Huis van het Kind (samenstelling en opdrachten), zonder er noodzakelijk mee samen te vallen. Voldoende samenspraak tussen beiden is belangrijk.

Nog enkele concrete tips rond samenwerken :• Zorg voor een gezamenlijke gedragen visie• Start van nul met een leeg blad en denk ‘outside the box’• Respecteer de eigenheid en identiteit van de partners• Geef het tijd: samenwerken vraagt tijd. Wat nog niet is, kan nog komen.• Communiceer open en transparant • Begin klein en fijn vb. per wijk, per school, per vereniging, gezamenlijk

project, event (vb. buitenspeeldag), …• Denk ruim en breed in soort partners en aanbod

- Structureel: speelplein, bib, sport, jeugd, onderwijs, cultuur, deeltijds kunstonderwijs, …

- Occasioneel: buurt, projecten - Publiek: binnen gemeentelijke diensten (lokaal over de verschillende

sectoren heen) - Privaat: externe partners (vb. fitnessclub, kampen, …)

• Wees flexibel bij het samenwerken: logistiek, infrastructuur, personeel, …

17

Hoe kunnen lokale partners en samenwerkingsverbanden de uitdaging mee opnemen?

Page 18: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Inspirerende voorbeelden

Met KinderKuren helpt de stad Leuven de basisscholen om na schooltijd opvang te organiseren. KinderKuren organiseert ook leuke en leerrijke activiteiten. Zo is er per trimester een hele menukaart aan mogelijkheden beschikbaar. www.vvsg.be/praktijkenbank

Kinderopvang is een prioriteit voor het stadsbestuur van Beringen. Zij tonen hoe inclusieve opvang ook in een buitenschoolse context kan slagen. www.vvsg.be/zorg-en-welzijn/publiekezorg/

Vaktijdschrift Kiddo (nr. 2, 2018) neemt een kijkje bij vijf verschillende IBO’s over hoe zij samenwerken met lokale vrijetijdspartners en elkaar versterken. Het gaat over Tessenderlo, Gistel, Willebroek, Anzegem en Puurs. Heel uiteenlopende partners en projecten, maar de conclusie is steevast: als we samenwerken kan er meer.http://www.kiddo.net/op-lokaal-niveau-de-handen-in-elkaar-voor-de-buitenschoolse-opvang/1027892

De film “Knopjesman, keuzes maken in de buitenschoolse opvang” toont de ruime speel- en leermogelijkheden in de buitenschoolse opvang in Brussel. Er is te zien hoe de IBO’s, samen met organisaties en scholen uit de buurt een brede waaier aan activiteiten mogelijk maken, om vrije tijd voor kinderen boeiend te maken. https://vimeo.com/55445064

Regelgevend kader https://www.kindengezin.be/kinderopvang/sector-schoolkinderen/regelgeving/https://www.kindengezin.be/kinderopvang/sector-schoolkinderen/toekomst/

18

Page 19: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

Welke uitdagingen liggen er?

De kwaliteit van de overgang tussen thuis, kinderopvang en kleuterschool is cruciaal voor jonge kinderen. Onderzoek toont aan hoe deze overgangen te zien zijn als ‘transitie’, of een proces van continuïteit en verandering. Het is geen gebeurtenis van één dag, maar start ruim voor de gebeurtenis en duurt tot het moment waarop kinderen en gezinnen een gevoel van betrokkenheid hebben en in deze transitie erkend worden.

Transities vormen immers een ingrijpend gebeuren voor elk kind, waarbij kinderen en ouders ernstige moeilijkheden kunnen ondervinden die de latere schoolloopbaan kunnen hypothekeren. De sociale en culturele achtergrond van de kinderen en de gezinnen heeft een invloed op de aansluiting of matching tussen kinderopvang of kleuterschool en de gezinnen. Het gebrek aan het ‘eigenaarschap’ over de transitie, waarbij niemand zich verantwoordelijk voelt voor de aanpassingsproblemen bij het kind, en het gebrek aan afstemming in de verwachte vaardigheden bij kinderen zijn bijkomende risicofactoren die de transitie kunnen bemoeilijken. Als kinderen een moeilijke transitie ervaren, krijg je problemen op vlak van welbevinden en betrokkenheid en verlagen de leerkansen van de kinderen.

Kinderopvang en kleuterschool zijn in Vlaanderen daarenboven georganiseerd in een split system, en hebben dus elk een eigen administratie en eigen beleid. Deze opdeling leidt tot een accentbreuk tussen zorg (thuis, kinderopvang) en leren (kleuterschool). Dit houdt extra risico’s in voor kwetsbare kinderen omdat er een extra transitie op vroege leeftijd bijkomt.

Voor goede transities kijken we naar ouders, voorzieningen en gemeenschap. Transities zullen succesvoller zijn wanneer zowel gezin als gemeenschap ‘betrokken’ zijn op de overgang en voorzieningen klaar zijn om het kind te ontvangen.

19

Page 20: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Transities voor alle kinderen op een positieve manier ondersteunen en begeleiden, betekent dat er werk gemaakt wordt van continuïteit op vier domeinen. 1. Structurele continuïteit: een hechte samenwerking tussen de verschillende voorzieningen (gezinsondersteuning - kinderopvang – kleuterschool ) en administraties Dit kan bv. door de Vlaamse en lokale samenwerking te stimuleren en te verankeren en inspirerende praktijken te ontsluiten, met specifieke aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen zoals lage SES, gezinnen in armoede, vluchtelingen, nieuwkomers, kinderen van inburgeraars, anderstalige kleuters, kinderen met specifieke zorgbehoefte, kinderen zonder papieren, Rom en Roma, …2. Pedagogische continuïteit en een continuïteit in het curriculum; Dit kan bv. door het thema “transitie” een plaats te geven in de huidige relevante opleidingen en pedagogische kaders. Maar ook door bv. pedagogische kaders te delen.3. Professionele continuïteit; Dit kan bv. door de opbouw van lerende netwerken voor huidige en toekomstige medewerkers, leerkrachten, opvoedingsondersteuners, kindbegeleiders, ... 4. Continuïteit met thuis, buurt en gemeenschap versterken. Bv. door de lokale samenwerkingsverbanden verder uit te bouwen en in te zetten op ouderbetrokkenheid en participatie.

Wat kan je doen als lokaal bestuur?

Lokale besturen kunnen inzetten op een warme transitie door het thema op de agenda te zetten. Bv. door: • Te wijzen op de noodzaak om met zijn allen werk van te maken van een

warme transitie tussen thuis, kinderopvang en kleuterschool.• In informatie- en communicatiecampagnes die de deelname aan formeel

georganiseerde zorg en leervoorzieningen promoten voldoende aandacht te besteden aan een warme transitie.

20

Page 21: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Lokale actoren kunnen inzetten op de warme transitie door samen te werken met andere relevante partners (over beleidsdomeinen heen) om de transitie en daarmee gepaard gaande thema’s te bespreken en af te stemmen, en door in te zetten op een gedeelde lokale aanpak.Dit kan bv. door: • Een doordachte ‘educare’-visie opbouwen die ook een warme transitie naar

het kleuteronderwijs omvat.• Afstemmen m.b.t. sociaal-pedagogische thema’s zoals o.a. wennen in

de kinderopvang en de kleuterschool, taalstimulering en meertaligheid, ondersteunen van het zindelijkheidsproces,…

• Organiseren van verschillende activiteiten voor kinderen en gezinnen in de ondersteuning van deze transitie van thuis, kinderopvang naar kleuterschool. Dit zowel binnen een universeel aanbod als proportioneel uitgewerkt volgens de noden en behoeften van de gezinnen in al hun diversiteit.

En door lokale actoren over beleidsdomeinen heen samen te brengen en te verbinden in bestaande of nieuwe netwerken (o.a. LOP, LOK, Huizen van het Kind,…) om samen in te zetten op een warme transitie voor alle gezinnen. Dit kan door: • De lokale diversiteit van gezinnen in beeld te brengen en hun perspectief

(noden, behoeften) in te brengen• Uit te zoeken hoe scholen en andere lokale dienstverleners en sociale

organisaties over beleidsdomeinen heen verbonden kunnen worden om gezamenlijk een doordachte ‘educare’-visie en aanpak op te bouwen die ook een warme transitie naar het kleuteronderwijs omvat.

• Te bevragen hoe scholen, kinderopvang en andere organisaties vanuit zinvolle lokale partnerschappen beter ondersteund kunnen worden in een wederkerige dialoog met ouders.

• Uit te wisselen en af te stemmen over een gedeelde aanpak in de ondersteuning van ouders in sociaal-pedagogische thema’s zoals wennen in de kinderopvang en de kleuterschool, taalstimulering en meertaligheid, ondersteunen van het zindelijkheidsproces, …

Als lokaal bestuur kan je ook (projectmatige) initiatieven tot concrete samenwerking over beleidsdomeinen heen stimuleren en ondersteunen.

21

Hoe kunnen lokale partners en samenwerkingsverbanden de uitdaging mee opnemen?

Page 22: 24 april 2018 - Kind en Gezin

We denken onder meer aan volgende lokale actoren: • Kinderopvangvoorzieningen en kleuterscholen • Samenwerkingsverbanden: netwerk Huis van het Kind, LOP, LOK, netwerk

kinderarmoede, …• Dienstverleners: regio- en CB-werking Kind en Gezin, Inloopteams,

Inburgering en integratie, OCMW, bibliotheek, spelotheek, spel – en ontmoetingsinitiatieven, …

• Sociale organisaties zoals samenlevingsopbouw, buurtwerk, verenigingen waar armen het woord nemen, zelforganisaties, …

Inspirerende voorbeelden

Het AMIF-project “Proeftuinen duurzame kwalitatieve kleuterparticipatie via ouderbetrokkenheid” heeft als doel om de kleuterparticipatie bij mensen uit derde landen te verhogen en te verbeteren. Bijzondere aandacht gaat naar ouderbetrokkenheid en transities tussen thuis, kinderopvang en kleuterschool. https://www.esf-vlaanderen.be/nl/project/oproepen

KOALA is een ambitieus 10-jaren project. Het letterwoord staat voor Kind- en OuderActiviteiten voor Lokale Armoedebestrijding. De oproep beoogt structureel aanbod te creëren voor aanstaande gezinnen en gezinnen met kinderen tussen 0 en 3 jaar vanuit een samenwerkingsverband. Het aanbod heeft opdrachten ten aanzien van maatschappelijk kwetsbare ouders en kinderen van -9 tot 3 jaar en wil ouders en kinderen samenbrengen binnen een geïntegreerd aanbod van ontmoeting, themagerichte groepsactiviteiten, oefenmogelijkheden en kinderopvang binnen één setting. Tegelijk worden extra kinderopvangplaatsen (met de plussubsidie trap 3) voorzien in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Met de oproep worden transities naar kinderopvang en kleuteronderwijs ondersteund. Pedagogische en professionele continuïteit wordt gecreëerd tussen verschillende actoren die met gezinnen met jonge kinderen werken. Het lokaal sociaal beleid wordt versterkt en er wordt verbindend gewerkt naar basisvoorzieningen in de buurt.https://www.kindengezin.be/img/koala-persbericht.pdf

22

Page 23: 24 april 2018 - Kind en Gezin

“Kleine kinderen, grote kansen.” Een versterkte professionaliteit in het omgaan met diversiteit en kinder- en kansarmoede in het kleuteronderwijs. (Samenwerking tussen het Vlaamse ministerie van onderwijs; de Koning Boudewijnstichting; alle Vlaamse lerarenopleidingen kleuteronderwijs en de pedagogische begeleidingsdiensten.)Het project is gericht op de integratie van de competenties voor het omgaan met diversiteit, kinder- en kansarmoede in het curriculum van de Vlaamse lerarenopleidingen Kleuteronderwijs en om startende leraren kleuteronderwijs op de schoolvloer te ondersteunen met concrete methodieken en tools. http://www.grotekansen.be/

23

Page 24: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Duurzaam samenwerken in een buurtgericht netwerk voor kinderen en gezinnen

Welke uitdagingen liggen er?

Het lokaal geïntegreerd gezinsbeleid neemt een belangrijke plaats in binnen het lokaal sociaal beleid, bv. door in te zetten op de verdere uitbouw van de Huizen van het Kind en buurtgericht werken, dicht bij de burger. Op vele plaatsen in Vlaanderen wordt nu al nauw samengewerkt in netwerken voor kinderen en gezinnen op buurtniveau. Een netwerk actief binnen een buurt of een voldoende kleine schaal biedt de mogelijkheid om zeer dichtbij voor en met gezinnen en kinderen te zijn en te werken. Het verhoogt ook de betrokkenheid van kinderen en gezinnen. Het netwerk dat zich voor een geïntegreerde buurtaanpak engageert, houdt een vinger aan de pols in de buurt en heeft sterke linken met andere netwerken die lokaal/stadsbreed werken. Ook in andere domeinen komen het belang en de kracht van de buurt meer in focus, bv. in de visietekst Buurtgerichte zorg.

Een buurtgericht netwerk kan uiteraard verder bouwen op de dynamiek van de Huizen van het Kind, lokale netwerken kinderarmoede, Brede school, kindvriendelijke gemeente enz. Een buurtgericht netwerk kan een stuk verder gaan en op een fijnmazige en nabije manier aansluiten op de noden, verwachtingen en mogelijkheden in de buurt. Bij de concrete vormgeving van zo een buurtgericht netwerk speelt de lokale context en dynamiek een erg belangrijke rol. Elke buurt in Vlaanderen is immers anders qua omvang, sfeer, bewoners, welvaart, aantal voorzieningen, … Initiatieven en actoren in de buurt vinden elkaar en kunnen samenwerken aan een rijke en gevarieerde omgeving voor kinderen en hun gezinnen en zo alle essentiële functies die voor kinderen en gezinnen belangrijk zijn verenigen en integreren.Een rijke omgeving is gericht op de verbreding van de leefwereld van kinderen en op verbinding met een diversiteit van kinderen en gezinnen en met de buurt waar kinderen opgroeien. Dit vraagt verbindende elementen en sociale cohesie in de snel diverser wordende leefomgevingen van kinderen en gezinnen.

24

Page 25: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Rijke en gevarieerde ontplooiingskansen voor elk kind betekent in de eerste plaats goede basisvoorzieningen voor kinderen en hun gezinnen. Maar het betekent ook dat dit niet alleen gerealiseerd kan worden in afgeschermde ‘reservaten voor kinderen’ of ‘jeugdeilanden’. Zowel de kwaliteit van de fysieke ruimte en de sociale leefomgeving als van de basisvoorzieningen voor jonge kinderen en hun gezin bepalen in grote mate hoe rijk of arm de ontplooiingskansen van kinderen zijn.

Met buurt bedoelen we een gebied (buurt, dorpskern, wijk, deelgemeente, …) dat bewoners als ‘dicht bij huis’ kunnen ervaren, een woonomgeving waarmee ze een binding hebben. Een concrete buurt, een aanwijsbaar afgebakend gebied, maakt het mogelijk dat professionals sterker kunnen vertrekken vanuit en aansluiten bij de leefwereld van de mensen waar het om gaat. Het biedt mogelijkheden om de kansen voor alle kinderen en gezinnen in een buurt te verhogen.

In 2017 gingen tien pioniers buurtgerichte netwerken vanuit hun praktijk en ervaring aan de slag om een referentiekader voor buurtgerichte netwerken te ontwikkelen. Deze pioniers zijn actief in Gent, Eeklo, Leuven, Dilbeek, Deurne Noord, Boom, Genk, Merksplas, Lokeren en Brussel. Een gedeeld referentiekader kan inspirerend en ondersteunend zijn om op buurtniveau samen te werken aan een rijke omgeving voor alle kinderen en hun gezinnen met participatie van kinderen en ouders als een van de kernelementen. De focus ligt in de eerste plaats op gezinnen met kinderen van 0 tot 12 jaar, maar kan naar wens breder ingevuld worden.

Wat kan je doen als lokaal bestuur?

Het lokaal bestuur kan zelf het initiatief nemen om een buurtgericht netwerk voor kinderen en gezinnen op te starten i.s.m. lokale partners. Naast onthaal en maatschappelijke dienstverlening investeer je als lokaal bestuur nu vaak al in buurtwerk, buurtscholen, kinderopvang, … én in de samenwerking met lokale actoren. Je beschikt bovendien over brede informatie over hoe het gesteld is met een buurt en haar bewoners. Het lokaal bestuur neemt vandaag al de regierol op voor tal van netwerken die een sterke link hebben met de doelstellingen van een buurtgericht netwerk van voorzieningen en diensten voor kinderen en gezinnen (zoals Huizen van het Kind, kinderarmoede, jeugd, sport en bewegen, sociaal beleid, kinderopvang, Geïntegreerd breed onthaal,…). Het lokaal bestuur heeft bijgevolg vele troeven om ook voor de buurtgerichte netwerken de regierol op te nemen.Binnen het lokaal sociaal beleid staat ook het versterken van informele zorg en ondersteunen van vrijwilligers op het lokale niveau centraal. Investeren in buurtgerichte netwerken maakt dit mee mogelijk. 25

Page 26: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Buurtorganisaties, buurtwerkingen en buurtopbouwwerkHeel wat buurtorganisaties en het gemeentelijk buurtwerk dragen elke dag bij tot het buurtleven, de leefbaarheid en het sociale weefsel binnen een buurt. Door in te spelen op de aanwezige dynamiek en de gangmakers in de buurt, kan je krachten bundelen en breng je burgerparticipatie in de praktijk.

Gezinnen, bewonersgroepen en sociaal-culturele verenigingenCentraal in een buurtgericht netwerk staat het inzetten op de actieve betrokkenheid van kinderen en gezinnen. Een netwerk actief binnen een buurt of een voldoende kleine schaal biedt de mogelijkheid om zeer dichtbij voor en met gezinnen en kinderen te zijn en te werken.

Als lokaal bestuur kan je ook acties ondernemen om organisaties te overtuigen en te ondersteunen om het trekkerschap van een buurtgericht netwerk op te nemen. De uitvoering van de gedeelde doelstellingen van het netwerk is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle partners.Het initiatief voor dergelijk buurtgericht netwerk kan dus door diverse actoren opgenomen worden: een buurtschool, gezinsondersteunende diensten, vrijetijdsinitiatief, kinderopvang, buurtcomité, lokaal bestuur, …. Belangrijk is om oog te hebben voor waar er energie en dynamiek zit in de buurten of waar er gangmakers zijn die bewoners en organisaties in de buurt kunnen enthousiasmeren en dit ondersteunen.

De voorzieningen en diensten die werken voor kinderen en gezinnen worden op vandaag aangestuurd en/of gefinancierd vanuit verschillende beleidsinstanties met elk hun eigen criteria en doelstellingen. Door dit kader te delen met lokale partners en te ondersteunen vanuit het lokaal bestuur, kan je de dynamiek op buurtniveau stimuleren en versterken. Dit kan ook bijdragen tot het verduurzamen van de dynamiek binnen de Huizen van het Kind in Vlaanderen en de noodzakelijke aandacht hierin voor een geïntegreerd netwerk tot op het niveau van een buurt.

26

Hoe kunnen lokale partners en samenwerkingsverbanden de uitdaging mee opnemen?

Page 27: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Lokale actoren die functies opnemen die belangrijk zijn voor kinderen en gezinnen:• Ondersteuning van de uitoefening van grondrechten (onderwijs, arbeid,

huisvesting, gezondheid, bijstand, cultuur,…) onthaal en maatschappelijke dienstverlening

• Ontmoeting en versterken van sociale cohesie• Basisonderwijs en buitenschoolse opvang, opvang baby’s en peuters• Spel en vrijetijdsbeleving• Culturele, sportieve en artistieke ontplooiing voor kinderen en hun gezinnen• (Preventieve) gezinsondersteuning en (preventieve) gezondheidszorg• Plaats voor kinderen en gezinnen in de publieke ruimte• Belangenverdediging van kinderen en gezinnen en signaalfunctie naar andere

organisaties en bestuursniveausEen buurtgerichte netwerk verenigt allerlei functies die voor kinderen en gezinnen belangrijk zijn. Ook diensten, die zich niet specifiek tot kinderen richten of zich uitsluitend tot volwassenen richten, kunnen belangrijke repercussies hebben voor kinderen. Dat geldt bv. (maar niet alleen) voor diensten die zich bezighouden met gezondheid, maatschappelijke dienstverlening, tewerkstelling en huisvesting.

Huis van het kindEen buurtgericht netwerk kan verder bouwen op de dynamiek van het Huis van het Kind, de lokale informatie- en ontmoetingsplaats voor ouders die onderdak biedt aan alle kind gerelateerde diensten.

Andere lokale netwerken Lokale netwerken kinderarmoede, Brede Scholen, Geïntegreerd breed onthaal, Netwerk Kindvriendelijke gemeente, Lokaal overleg Kinderopvang, Lokaal Onderwijsplatform(LOP), …

27

Page 28: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Inspirerende voorbeelden

De pioniers werkten een referentiekader uit m.b.t. opdrachten, kernprincipes en bouwstenen. Ze ontwikkelden ook een overzicht van concrete inspirerende praktijken:http://www.expoo.be/buurtgerichte-netwerken

Regelgevend kader Dit referentiekader buurtgerichte netwerken wil het vertalen van een lokaal geïntegreerd gezinsbeleid naar buurtniveau mee ondersteunen. Via een oproep wil minister Vandeurzen besturen stimuleren en ondersteunen om met dit referentiekader aan de slag te gaan verder bouwend op de dynamiek van de Huizen van het Kind. In de oproep zullen sterke linken gelegd worden naar het decreet Lokaal Sociaal Beleid en de Huizen van het Kind. De buurtgerichte netwerken zullen starten als pilootprojecten met voldoende ruimte om zaken uit te proberen en te leren.

Financieel kader De oproep voor pilootprojecten buurtgerichte netwerken wordt uitgestuurd naar lokale besturen en Huizen van het Kind in de loop van 2018.

28

Page 29: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Welke uitdagingen liggen er?

Een samenleving neemt zorg op voor en biedt bescherming aan haar kinderen. Ze biedt ondersteuning aan de diversiteit van gezinnen die hun kinderen in deze samenleving grootbrengen en heeft vanuit een proportioneel universeel beleid specifieke aandacht voor kinderen die opgroeien in verontrustende situaties.

Op lokaal niveau worden hierin belangrijke stappen genomen. Meer en meer wordt geïnvesteerd in samenwerking, o.a. via de Huizen van het Kind en via samenwerking in de jeugdhulp. Zo streeft men er naar om hulp en ondersteuning zo goed mogelijk en vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid, te organiseren. Op Vlaams niveau wordt dit gestimuleerd via onder meer de oproep van de Huizen van het Kind, de oproep tot uitbreidingen in de jeugdhulp, de regelgeving rond het lokaal sociaal beleid, en de onderlinge koppelingen tussen deze bewegingen.

Om het gezin als belangrijke hefboom voor een goede ontwikkeling van kinderen maximaal alle kansen te bieden, is een goed uitgebouwde, proportioneel universele, lokale publieke dienstverlening onontbeerlijk. Deze dienstverlening dient als basis en is verrijkend en ondersteunend voor ieder gezin. Vanuit een preventieve logica bekeken, helpt deze basisondersteuning heel wat verontrustende situaties voorkomen en verhelpen. De Huizen van het Kind vormen daarbij in Vlaanderen een belangrijk lokaal instrument.

29

Page 30: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Deze basisdienstverlening verdwijnt best niet uit beeld van zodra een gezin nood heeft aan jeugdhulp of zich in een verontrustende situatie bevindt. De jeugdhulpverlening heeft aanvullend een specifieke opdracht om de integriteit en de ontwikkelingskansen van (jonge) kinderen te borgen wanneer zich problemen voordoen of wanneer zich extra noden stellen.

In een geïntegreerd gezinsbeleid wordt dan gezocht naar ondersteunings- en hulpbronnen die de naaste context van het gezin en het kind zelf versterken. Het oog hebben voor materiële en immateriële noden is dan cruciaal. In het merendeel van de situaties waarbij de goede ontwikkeling en welzijn van kinderen en gezinnen onder druk staat, is immers vaak sprake van een samenloop van moeilijkheden op verschillende levensdomeinen.

Op dit vlak bevinden zich echter nog wel wat uitdagingen. Er komen nogal wat signalen uit het werkveld en de cliënten dat de wereld van de lokale dienstverlening en jeugdhulp nog te gescheiden werelden zijn. Zowel vanuit het perspectief van de lokale dienstverlening als vanuit het perspectief van de jeugdhulp wordt aangegeven dat een betere afstemming en toegankelijkheid noodzakelijk is, maar dat men zoekt hoe dit te realiseren. Het gaat hierbij niet om grenzen van het ene t.o.v. de andere, maar om de gepaste linken die op het gepaste moment noodzakelijk zijn. Een veel gehoorde zorg bij partners in de lokale dienstverlening is dat de problematiek bij gezinnen waarmee ze in aanraking komen, steeds zwaarder en complexer wordt. Een samenwerking met jeugdhulp is dan cruciaal zodat gezinnen zo tijdig mogelijk hulp krijgen. De hulpmogelijkheden vanuit o.a. OCMW, mutualiteiten, Huizen van het Kind e.d. kunnen ten volle renderen als dit in samenwerking gebeurt met een jeugdhulp die kennis en expertise inbrengt en extra omkadering voor een gezin realiseert.

Omgekeerd geldt dat door vanuit jeugdhulp in te zetten op een blijvende link met lokale dienstverlening, de kans vergroot op aansluiting bij de leefwereld van gezinnen. Wil men binnen jeugdhulp werken aan een goede en tijdige toegang, een vlottere doorstroom en een geruststellende uitstroom dan is lokale samenwerking cruciaal.

30

Page 31: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Wat kan je doen als lokaal bestuur?

Het decreet Lokaal Sociaal Beleid en de hervorming van de eerstelijnszorg zetten de toon in het volmondig erkennen van de lokale besturen als cruciale partners in het welzijns-, gezondheids-, en gezinsbeleid. De regierol wordt hierbij sterk naar voren geschoven op verschillende niveaus:• Strategisch niveau: het voorbereiden, nemen, evalueren en bijsturen van lokale

sociale beleidsdoelstellingen die deel uitmaken van de meerjarenplannen van de lokale besturen. Dit betreft het ontwikkelen van een integraal en inclusief lokaal sociaal beleid door het lokaal bestuur in samenwerking met de lokale actoren en de bevolking binnen de contouren van de beleids- en beheerscyclus en de daarbij horende rapportering die zullen worden bepaald in het decreet Lokaal Bestuur;

• Tactisch niveau: de coördinatie van vraag naar en aanbod van de lokale sociale hulp- en dienstverlening;

• Operationeel niveau: de toegankelijkheid van de lokale sociale hulp- en dienstverlening voor de burgers, m.n. via het sociaal huis, het geïntegreerd breed onthaal en de preventieve gezinsondersteuning in de Huizen van het Kind.

Specifiek voor de afstemming met jeugdhulp heeft deze regiorol een groot potentieel. De mogelijkheden en voorbeelden zijn legio: vanuit een neutrale rol de samenwerking tussen actoren bevorderen, noden in kaart brengen en detecteren, aanbod en projecten samen vorm geven en toegankelijk maken, infrastructuur en logistieke middelen efficiënt inzetten en delen, een signaalfunctie vertolken,... In de evoluties die er zijn om jeugdhulp dichter bij de gezinnen te organiseren, zijn jeugdhulpactoren ook op zoek naar lokale structuren om zich op te enten. Een lokaal bestuur kan dit bespoedigen door eigen structuren naar voor te schuiven, waarop deze enting kan gebeuren. De winst die een lokaal bestuur daardoor heeft, is betere toegang tot jeugdhulpactoren die zich op regionaal niveau organiseren.

31

Page 32: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Opgroeien raakt aan zowat alle levensdomeinen. In situaties waarbij de ontwikkeling van jonge kinderen onder druk staat, stellen zich vaak op veel van die domeinen extra noden. Het kan gaan om vrije tijd, cultuur, sport, opvang, onderwijs, armoede, preventieve gezinsondersteuning, gezondheidszorg, enz.Geïntegreerd en integraal werken impliceert dat vele lokale partners en samenwerkingsverbanden een rol kunnen spelen. Cruciale actoren zijn het sociaal huis, het geïntegreerd breed onthaal, de Huizen van het Kind en actoren jeugdhulp. Hun belangrijkste mogelijkheid is het in verbinding brengen van hun aanbod en zorgafstemming realiseren. Het kan gaan om het verhogen van kennis van elkaars werking, het samen bepalen van noden, samen expertise en aanbod inzetten en uitwerken, en de toegang tot elkaars aanbod verhogen. Het beter toegang hebben tot elkaars aanbod en expertise maakt het mogelijk dat je als netwerk zaken kan bereiken voor gezinnen die je als individuele actor niet kan bereiken, en verhoogt de kans dat je de doelstellingen van de eigen organisatie beter kan bereiken.

Inspirerende voorbeelden

In de tekst “De Huizen van het Kind en Integrale Jeugdhulp: een zoektocht naar verbinding via inspirerende praktijkvoorbeelden (concepttekst)” worden heel wat relevante inspirerende praktijken gebundeld. www.huizenvanhetkind.be

Ook via jeugdhulp.be valt heel wat informatie en links naar goede praktijkvoorbeelden te vinden. Meer specifiek is er informatie te vinden over nieuwe samenwerkingsverbanden die zich aan het vormen zijn tussen het voorveld en de jeugdhulp naar aanleiding van het Vlaamse uitbreidingsbeleid Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp onder de naam ‘1 gezin 1 plan’. www.jeugdhulp.be/uitbreidingsbeleid-jeugdhulp

32

Hoe kunnen lokale partners en samenwerkingsverbanden de uitdaging mee opnemen?

Page 33: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Regelgevend kader Decreet Integrale Jeugdhulp van 12 juli 2013 - uitvoeringsbesluit 21 februari 2014 (jongerenwelzijn.be/over-ons/regelgeving/) Decreet Preventieve Gezinsondersteuning van 29 november 2013 – uitvoeringsbesluit 28 maart 2014 (www.huizenvanhetkind.be/hk/Regelgeving/definitievegoedkeuringbvr/) Decreet Lokaal Sociaal Beleid van 26 februari 2018 (www.departementwvg.be/lokaal-sociaal-beleid)

Financieel kader Uitbreidingsbeleid Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp 1 gezin 1 plan – subsidieoproep. (www.jeugdhulp.be/uitbreidingsbeleid-jeugdhulp) Uitbreidingsbeleid Huizen van het Kind – subsidieoproep. (www.huizenvanhetkind.be/hk/formulieren/subsidieoproep2018/default.jsp)

33

Page 34: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Het Huis van het Kind voor iedereen

Welke uitdagingen liggen er?

Vandaag zijn er in Vlaanderen 153 Huizen van het Kind die samen 210 gemeenten bereiken. De subsidieoproep van eind februari en de ‘Roadmap Huizen van het Kind’ hebben de ambitie om in 2019 overal in Vlaanderen en Brussel Huizen van het Kind te hebben die op hun eigen tempo verder kunnen uitgroeien tot volwaardige laagdrempelige basisvoorzieningen waar je terecht kan voor alles wat te maken heeft met opvoeden en opgroeien.

De Huizen van het Kind vormen het speerpunt van het geïntegreerd lokaal gezinsbeleid. Sinds 2014 groeien de Huizen van het Kind uit tot laagdrempelige basisvoorzieningen waar (aanstaande) gezinnen met kinderen en kinderen terecht kunnen voor alles wat te maken heeft met opgroeien en opvoeden. De Huizen van het Kind doen dit elk op hun eigen tempo en op een manier die aansluit op de opportuniteiten en noden die er lokaal zijn. Ze groeien op basis van het lokale DNA en worden mee gevoed door het Vlaamse beleid. Steeds meer beleidsinitiatieven en -domeinen maken de koppeling met de Huizen van het Kind. Denk maar aan het lokaal sociaal beleid en de koppeling met het geïntegreerd breed onthaal, het partnerschap in de eerstelijnszones, de koppeling met het lokaal loket kinderopvang, … Kortom, het wordt ondenkbaar om nog een lokaal geïntegreerd gezinsbeleid te voeren zonder een Huis van het Kind.

Een ’Roadmap Huizen van het Kind’ ondersteunt dit proces en biedt een aantal handvatten om de belangrijkste werkingsprincipes van het Huis van het Kind, zoals geïntegreerd werken, proportioneel universalisme enz. lokaal vorm te geven. De roadmap schetst ook een aantal Vlaamse evoluties op de domeinen die te maken hebben met opvoeden en opgroeien. Zo kunnen de Huizen van het Kind linken leggen tussen verschillende domeinen en de actoren op die domeinen ondersteunen in het waarmaken van hun ambities. De Huizen van het Kind als samenwerkingsverband zijn nl. een belangrijke vindplaats voor gezinnen met kinderen en professionals die werken met gezinnen met kinderen. 34

Page 35: 24 april 2018 - Kind en Gezin

De domeinen die gevat worden zijn:• Onderwijs• Gezondheidszorg• Kinderopvang• Geestelijk welbevinden• Cultuur/sport/jeugd• Socio-economische determinanten• Sociale cohesie• Ouderschap en partnerschap• Gezins- en kraamzorg• Jeugdhulp

Wat kan je doen als lokaal bestuur?

In de meeste Huizen van het Kind is het lokaal bestuur de trekker van het samenwerkingsverband. In een samenwerking met tal van middenveldorganisaties en private actoren zoals vroedvrouwen, laten de lokale besturen de Huizen van het Kind aansluiten bij het lokaal sociaal beleid. Evengoed beschouwen de lokale besturen het Huis van het Kind door het brede potentieel van de samenwerkingsverbanden als een belangrijk instrument om het lokaal sociaal beleid vorm te geven .

De Huizen van het Kind bestaan dankzij het poolen van middelen van verschillende lokale organisaties, dus ook de lokale besturen, en het Vlaamse niveau. De synergiën die daardoor ontstaan, leiden tot efficiëntiewinsten, waardoor hier en daar leemtes ingevuld worden. Ook op het vlak van infrastructuur zien we dat lokale besturen een belangrijke rol spelen. Alhoewel het geen voorwaarde is om een fysiek Huis van het Kind te hebben, krijgt een Huis van het Kind op heel wat plaatsen op deze manier vorm in de infrastructuur van lokale overheden. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de visibiliteit en de toegankelijkheid voor de burger, maar ook efficiëntiewinsten en schaalgrootte spelen een belangrijke rol.

35

Page 36: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Elke actor en elk samenwerkingsverband die zich inzetten voor (aanstaande) gezinnen met kinderen en kinderen en jongeren, zowel op lokaal als op bovenlokaal vlak, bieden een meerwaarde voor de vormgeving van de Huizen van het Kind.

Samenwerkingsverbanden waarmee reeds samengewerkt wordt of samengewerkt kan worden zijn buurtgerichte netwerken, Lokale netwerken kinderarmoede, Brede Scholen, Geïntegreerd breed onthaal, Netwerk Kindvriendelijke gemeente, Lokaal overleg Kinderopvang, Lokaal Onderwijsplatform(LOP), …

Inspirerende voorbeelden

De bevraging die Kind en Gezin in 2016 bij de Huizen van het Kind deed, bracht heel wat mooie praktijkvoorbeelden van samenwerking op elk van de domeinen die te maken hebben met opvoeden en opgroeien aan het licht. Zo’n voorbeelden over hoe de Huizen van het Kind aan de slag gaan op deze levensdomeinen kregen ook een plaats in de Roadmap. https://www.expoo.be/huizen-van-het-kind

Regelgevend kader Het regelgevend kader is te vinden op http://www.huizenvanhetkind.be/hk/

Financieel kader Het financieel kader, met inbegrip van de subsidieoproep, is te vinden op http://www.huizenvanhetkind.be/hk/

36

Hoe kunnen lokale partners en samenwerkingsverbanden de uitdaging mee opnemen?

Page 37: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Praktijkbezoek Huis van het Kind Mechelen

“Als ouder/opvoeder sta je er niet alleen voor” Het samenwerkingsverband Huis van het Kind Mechelen heeft een duidelijke mis-sie : “Door samen te werken, versterken en ondersteunen we ouders/opvoeders in hun ouderrol en bevorderen we de ontwikkeling van kinderen/ jongeren én het welbevinden van kinderen en gezinnen”. De feitelijke vereniging Huis van het Kind bestaat uit: regioteam Kind en Gezin, Kind en Preventie, vzw Thuishulp, Inloopteam De Nieuwe Weg, Samenlevingsop-bouw (project Schoolstart), de Lage Drempel (vereniging waar armen het woord nemen- project Steun Op Maat), Sociaal Huis en de Opvoedingswinkel. In het ruimere samenwerkingsverband zijn partners betrokken zoals Gezinsbond, mutualiteiten, Jeugdzorg, CLB’s, CAW, CGG, J@M Kinder- en tienerwerking, Mechelen Kinderstad, Onderwijs Overleg Mechelen, vroedvrouwen, AZ St-Maar-ten,…

In Mechelen is expliciet gekozen voor een fysieke locatie. Het Huis van het Kind is sinds het najaar 2014 gehuisvest in het Sociaal Huis.

Mechelse (aanstaande) gezinnen kunnen er terecht voor onthaal, gezins- en opvoedingsondersteuning, ontmoeting, preventieve gezondheid én praktische ondersteuning.

37

Page 38: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Verschillende diensten hebben een aanbod in de fysieke locatie.• Consultatiebureau voor het Jonge Kind: consulten op afspraak • Pedagogisch advies bij Kind en Gezin (0-3 jaar) en Opvoedingswinkel (0-24

jaar) • Spreekuur Kinderopvang: elke woensdag van 13u en 16u• Spreekuur ‘Zwangerschap & Geboorte’ i.s.m. Expertisecentrum De Kraamvo-

gel: elke donderdag van 13u tot 16u• Speelgoed- en boekenruilkast i.s.m. Mechelen Kinderstad• Pamperbank i.s.m. Sociaal Huis• Ontmoeting:

- De Kleurdoos, elke dinsdagmiddag, een ontmoetingsmoment voor ouders en hun kinderen van 0 tot 2,5 jaar i.s.m. Inloopteam De Nieuwe Weg

- Café Bébé, elke 2de zaterdagvoormiddag van de maand, ontmoeten (aanstaande) gezinnen met jonge kinderen elkaar

- Infomomenten over opvoedingsthema’s i.s.m. opvoedingswinkel, Kind en Gezin,…

- Infosessies en vormingen voor (aanstaande) ouders i.s.m. Mechelse vroedvrouwen

- Workshops ‘opvoeding’ in de wijken i.s.m. Centrum Basiseducatie

Meer info

Huis van het Kind - Sociaal HuisLange Schipstraat 27

2800 Mechelen015 44 52 42

[email protected] www.mechelenkinderstad.be (Kinderwelzijn)

38

Page 39: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Aan de slag rond de sociale functie op het lokaal overleg kinderopvangMet het Doe-pakket ‘Kinderopvang voor iedereen’

Welke uitdagingen liggen er?

Kinderopvang staat vandaag hoog op de maatschappelijke en politieke agenda. Er is een groeiende tendens om kinderopvang te zien als een recht en een basisvoorziening. Voor elk gezin dat dat wenst, zou het niet alleen de combinatie tussen arbeid en gezin moeten mogelijk maken, maar ook de opvoeding en het gezin moeten ondersteunen en bijdragen tot een optimale persoonlijke en sociale ontwikkeling voor elk kind. Internationaal wetenschappelijk onderzoek toont aan dat kwaliteitsvolle kinderopvang essentieel is om kinderen alle kansen te geven en dat het positieve effecten heeft op de verstandelijke, sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen.

In België wordt algemeen aanvaard dat kinderopvang verschillende functies en belangen combineert. Het gaat om de:Economische functie: omdat kinderopvang ouders in staat kan stellen om aan het arbeidsproces deel te nemen of een opleiding te volgen. Educatieve functie: de kinderopvang en de opvoeding thuis kunnen als complementair beschouwd worden.Sociale functie: het gaat hier over het bieden van ontwikkelingskansen en socialiserende kansen aan kinderen en over het bieden van steun aan ouders.

De toegang tot de kinderopvang is, door het tekort aan plaats, voor vele ouders echter problematisch. Dit is zeker zo voor die ouders die niet of onregelmatig werken. Voor sommige van deze ouders is het absoluut wenselijk en noodzakelijk dat zij ook op kinderopvang beroep kunnen doen. Kinderopvang kan een belangrijke bijdrage leveren aan het streven naar een sociaal rechtvaardige maatschappij door de uitsluiting van kansengroepen tegen te gaan en hun integratie helpen bevorderen. Kinderopvang kan dus van grote betekenis zijn voor kinderen in armoede en bijgevolg een belangrijke rol spelen in de strijd tegen armoede.

39

Page 40: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Zo houdt de sociale functie van kinderopvang in dat kinderopvangvoorzieningen voor alle ouders toegankelijk moeten zijn. Het is dus belangrijk om te onderzoeken welke drempels de toegankelijkheid bemoeilijken.Sommige van die drempels zijn moeilijk om als individuele kinderopvangvoorziening aan te pakken. Zo is het noodzakelijk om een netwerk tot stand brengen met organisaties die in contact staan met deze groepen ouders zodat gezamenlijk werk gemaakt kan worden van de aanpak van drempels en van een duurzame toeleiding naar de kinderopvang.

Toeleiders kunnen ouders wegwijs maken in de opvangvoorzieningen, kunnen contact leggen met de kinderopvang, informatie geven, gericht doorverwijzen,… Deze toeleiders fungeren vaak als vertrouwenspersoon. De drempel om de kinderopvang binnen te stappen, kan dus vaak verlaagd worden wanneer een vertrouwenspersoon samen met de ouder op intakegesprek komt. Anderzijds kunnen deze toeleiders de opvangvoorzieningen ook helpen om drempels op te sporen en kritisch te kijken naar de eigen werking. Er kunnen zich drempels voordoen in het opvangaanbod, het opnamebeleid, de bereikbaarheid, de opvangprijs, in het zich niet welkom voelen, in contacten met derden, enz.

Wat kan je doen als lokaal bestuur?

Naast het organiseren van kinderopvang en het aanpakken van drempels binnen de eigen opvangvoorzieningen, kan een lokaal bestuur vanuit de regierol ook heel wat doen om te zorgen voor voldoende, betaalbare en toegankelijke kinderopvang in de gemeente. De sociale functie realiseren is immers een gedeelde verantwoordelijkheid: het lokaal bestuur vormt de ideale draaischijf om alle organisaties en betrokken actoren te verbinden. In partnerschap met kinderopvangvoorzieningen en organisaties, zoals OCMW, vrijetijdsdiensten, buurtcentra, Huis van het Kind, thuiszorg, armoedeverenigingen, VDAB, enz. kan een lokaal bestuur werk maken van een toegankelijke kinderopvang als onderdeel van het lokaal sociaal beleid. Dit beleid verhoogt zijn slaagkansen door in te zetten op een geïntegreerde werking met partners uit verschillende sectoren. Kinderopvang vormt dan een radar in het groter geheel.

40

Page 41: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Het lokaal bestuur is ook dé partner van de betrokken actoren om de beschikbare plaatsen in de kinderopvang op een rechtvaardige manier te helpen verdelen en om kwetsbare gezinnen te ondersteunen in hun zoektocht naar kinderopvang. Door duidelijke, toegankelijke informatie over de bestaande en beschikbare kinderopvang te verstrekken, door hen te helpen in hun zoektocht naar vrije plaatsen, door het OCMW-tarief toe te kennen, door sociale tarieven die voorzieningen toekennen aan ouders te compenseren, door met partners in te zetten op een warme doorverwijzing van gezinnen naar de kinderopvang, door diensten met elkaar te verbinden, enz. kan kinderopvang lokaal een krachtig instrument worden in de strijd tegen kinderarmoede. Tot slot kan het lokaal bestuur ook bijdragen tot de ondersteuning en professionalisering van de kinderopvang door bv. vorming of een lerend netwerk te organiseren.

Deze uitdaging kan opgenomen worden binnen het Huis van het Kind, het Lokaal overleg Kinderopvang of een lokaal lerend netwerk. Lokaal kan gezocht worden naar het optimale forum om een goede samenwerking tot stand te brengen tussen kinderopvang en organisaties die in contact staan met de gezinnen die moeilijk bereikt worden.Organisaties die met kinderen of gezinnen werken zijn belangrijke partners. Vaak vervullen zij de rol van vertrouwenspersoon en kunnen dus een verschil maken om ouders wegwijs maken in de opvangvoorzieningen, eerste contacten te leggen met de kinderopvang, informatie te geven of gericht te verwijzen. Zeker organisaties die met kwetsbare gezinnen werken of deze gezinnen vertegenwoordigen, zoals de verenigingen waar armen het woord nemen of Kind en Gezin, kunnen een belangrijke bijdrage leveren.Door in te zetten op meer samenwerking wordt niet alleen de toegang tot de bestaande voorzieningen versterkt. De onderlinge uitwisseling kan ook hiaten in het lokale aanbod aan het licht brengen zodat dit nog beter wordt afgestemd op de noden van de gezinnen.

Het doe-pakket ‘Kinderopvang voor iedereen – samen aan de slag’ is een hulpmiddel om de sociale functie van kinderopvang bespreekbaar te maken binnen het lokaal samenwerkingsverband. Het reikt concrete methodieken en inspirerend materiaal aan om gezamenlijke reflectie te voeden en te komen tot gezamenlijke acties.

41

Hoe kunnen lokale partners en samenwerkingsverbanden de uitdaging mee opnemen?

Page 42: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Inspirerende voorbeelden

Draaiboek van het AMIF-project ‘Inburgering op maat van laaggeletterde vrouwen met jonge kinderen’https://www.kindengezin.be/ img/2016-12-21DraaiboekAMIF.pdf

VVSG bundelde 10 praktijken die inzetten op toegankelijke dienstverleninghttp://www.vvsg.be

Het doe-pakket ‘Kinderopvang voor iedereen samen aan de slag’zal vanaf mei beschikbaar zijn op www.kindengezin.be

Regelgevend kader https://www.kindengezin.be/kinderopvang/lokaal

42

Page 43: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Een speelse wandeling door Mechelen Kinderstad Mechelen zet al jaren in op de ontwikkeling als kindvriendelijke stad onder de noemer, Mechelen Kinderstad. In de binnenstad is er een écht ‘speelweefsel’ uitgebouwd. Sinds eind april 2016 verschenen er zes kindvriendelijke installaties in de Mechelse binnenstad. Geen klassieke speeltoestellen maar eigentijdse ingrepen in de openbare ruimte die kinderen en gezinnen een interactieve totaalbeleving bieden. Met deze installaties wilde het stadsbestuur bewust ver blijven van traditionele speeltuintoestellen. In de kern van een kunststad vol historische gebouwen, die zorgvuldig omgaat met haar openbare ruimte, mag het iets meer zijn. Daarom werd gekozen voor ontwerpen die aanzetten tot interactieve beleving van een plek. Het gaat om ingrepen die esthetisch verantwoord een link leggen met de omgeving én met het gezinsvriendelijke aanbod van de vrijetijdspartners in de stad. Elke installatie geeft aanleiding tot spelen in en met de openbare ruimte. Het gelijktijdig realiseren van de kindvriendelijke installaties betekende een stevige ‘boost’ voor het bestaande speelweefsel, waaraan al jaren werd gewerkt vanuit verschillende beleidsdomeinen: bv.. het realiseren van publieke tuinen binnen woonblokken, autoluwe binnenstad, speelse pleintjes,…

Voor meer infowww.mechelenkinderstad.be www.kindensamenleving.be

43

Page 44: 24 april 2018 - Kind en Gezin

Gastvrouw: Katrien Verhegge, Kind en Gezin

8.45 uur Onthaal

9.30 uur Verwelkoming door Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Bart Somers, burgemeester van Mechelen

10 uur Samenwerken op lokaal niveau voor een betere dienstverlening aan gezinnen Michel Vandenbroeck, Universiteit Gent

10.30 uur De stad en wijk als motor voor sociale mobiliteit Stijn Oosterlynck, Onderzoekscentrum OASeS & Antwerp Urban Studies Institute

11 uur Koffiepauze

11.30 uur Keuzeblok 1 – Workshops en site-visits

12.45 uur Lunchpauze

13.45 uur Keuzeblok 2 – Workshops en site-visits

15.15 uur Videovignet – Enkele reflecties over lokaal gezinsbeleid

15.30 uur We doen het niet alleen Peter Cousaert, VVSG

16 uur Mechelen Kinderstad maakt samen het verhaal Greet Geypen, schepen voor Jeugd en Gezin Mechelen

16.15 uur Netwerkmoment

De conferentie wordt georganiseerd in een partnerschap tussen Kind en Gezin, VVSG en gaststad Mechelen

Programma