Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt...

15
Jeremia. ‘De Brug’ – Commentarenreeks op het Oude Testament, H. Lalleman-de Winkel, Groen Heerenveen 2004, 296 blz., 27,50 Met het boek van dr. Hetty Lalleman heeft uitgeverij Groen, onder de naam ‘De Brug’ een nieuwe reeks bijbelcommenta- ren op het Oude Testament in de markt gezet. Tijdens een bescheiden bijeenkomst in Apeldoorn vond op 15 september jl. de presentatie van dit ambitieuze project plaats. Het bijzondere van deze nieuwe serie is dat zij zich niet op bijbelweten- schappers en andere theologen richt, ten- minste niet primair, maar ‘op kringleiders, godsdienstleerkrachten en iedereen die een bijbelstudie, een les of een preek voor- bereidt.’ Dr. Lalleman begint haar boek met een algemene inleiding. Hierin worden belangrijke dingen gezegd, die min of meer als leeswijzer fungeren. De belang- rijkste vraag voor het verstaan van het boek Jeremia, komt volgens haar aan de orde in Jer. 3,1: wil God zijn volk nog terugnemen als bruid, nadat het zich van Hem heeft afgekeerd? Dat is niet vanzelf- sprekend het geval. Lalleman constateert in dit verband een belangrijke verschui- ving in Jeremia’s boodschap, vanaf het moment dat koning Jojakim de boekrol met Jeremia’s profetieën verbrand heeft (Jer. 36). Eerst heeft Jeremia nog tot beke- ring opgeroepen, na deze gebeurtenis is het oordeel echter onafwendbaar gewor- den en mag Jeremia zelfs geen voorbede meer doen. Toch klinken op dat moment ook woorden van hoop. Waar de verande- ring van de kant van het volk uitblijft, kondigt Jeremia aan dat God zelf het ini- tiatief zal nemen om het volk van binnen- uit te veranderen. Uitgaande van deze ontwikkeling in Jeremia’s prediking dateert Lalleman zijn profetieën op een doorgaans plausibele wijze steeds vóór of nà de genoemde boekverbranding. Of de complexe structuur van het boek Jeremia de aanwijzing van een dergelijk exact scharnierpunt toelaat, is wel een vraag die ik heb overgehouden. Is ook Jeremia’s ei- gen worsteling daarvoor niet te complex? Na deze algemene inleiding krijgt de lezer per bijbelhoofdstuk een korte vers-voor- vers verklaring, voorafgegaan door een historische situering, enkele opmerkingen over de literaire opbouw en een aan de boodschap gewijde passage. Bij elk van deze onderdelen worden steeds herkenba- re pictogrammen gebruikt, die de toegan- kelijkheid moeten bevorderen. Kenmerkend voor de werkwijze van dit nieuwe bijbelcommentaar is dat bij de uit- leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling met elkaar worden vergeleken. Het voordeel van deze werk- wijze is dat de knelpunten van een tekst- vers vanzelf in beeld komen. Toch brengt de verschijningsdatum mee dat de Nieuwe Bijbel Vertaling nog niet in de bespreking kon worden meegenomen. Dat is jammer, want daardoor is dit eerst ver- schenen deel bij voorbaat al gedateerd en zal het spoedig om een herziene editie vragen. De uitleg die dr. Lalleman geeft is overi- gens goed leesbaar en ‘to the point’. Voor bespreking van andere opvattingen is in de opzet van deze commentarenreeks helaas geen plaats, maar daar staat tegen- over dat er vooral inhoudelijke informatie kan worden gegeven. Bescheiden en voor- zichtig maakt ze daarbij haar keuzes. Het is in alles te merken dat de auteur respect heeft voor de bijbeltekst en deze ook voor vandaag als gezaghebbend beschouwt. Dit laatste komt met name tot uitdrukking in de korte passages ter inleiding van elk bijbelhoofdstuk. Daarin zoekt ze naar de betekenis van een bijbelwoord voor chris- tenen vandaag en legt ze zonder schroom verbanden met het evangelie. Niet voor niets heeft deze nieuwe commentaren- reeks als naam ‘De Brug’ gekregen. Daaruit spreekt de bedoeling om vanuit de bijbeltekst steeds een brug te slaan naar onze huidige situatie. Daarbij wordt vooral gekeken naar mogelijke bruggen- hoofden die in het Nieuwe Testament worden aangereikt. Dat levert doorgaans 74 Soteria maart 2005 Recensies www.soteria.nl

Transcript of Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt...

Page 1: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

Jeremia. ‘De Brug’ – Commentarenreeksop het Oude Testament, H. Lalleman-deWinkel, Groen Heerenveen 2004, 296 blz., € 27,50

Met het boek van dr. Hetty Lalleman heeftuitgeverij Groen, onder de naam ‘DeBrug’ een nieuwe reeks bijbelcommenta-ren op het Oude Testament in de marktgezet. Tijdens een bescheiden bijeenkomstin Apeldoorn vond op 15 september jl. depresentatie van dit ambitieuze projectplaats. Het bijzondere van deze nieuweserie is dat zij zich niet op bijbelweten-schappers en andere theologen richt, ten-minste niet primair, maar ‘op kringleiders,godsdienstleerkrachten en iedereen dieeen bijbelstudie, een les of een preek voor-bereidt.’Dr. Lalleman begint haar boek met eenalgemene inleiding. Hierin wordenbelangrijke dingen gezegd, die min ofmeer als leeswijzer fungeren. De belang-rijkste vraag voor het verstaan van hetboek Jeremia, komt volgens haar aan deorde in Jer. 3,1: wil God zijn volk nogterugnemen als bruid, nadat het zich vanHem heeft afgekeerd? Dat is niet vanzelf-sprekend het geval. Lalleman constateertin dit verband een belangrijke verschui-ving in Jeremia’s boodschap, vanaf hetmoment dat koning Jojakim de boekrolmet Jeremia’s profetieën verbrand heeft(Jer. 36). Eerst heeft Jeremia nog tot beke-ring opgeroepen, na deze gebeurtenis ishet oordeel echter onafwendbaar gewor-den en mag Jeremia zelfs geen voorbedemeer doen. Toch klinken op dat momentook woorden van hoop. Waar de verande-ring van de kant van het volk uitblijft,kondigt Jeremia aan dat God zelf het ini-tiatief zal nemen om het volk van binnen-uit te veranderen. Uitgaande van dezeontwikkeling in Jeremia’s predikingdateert Lalleman zijn profetieën op eendoorgaans plausibele wijze steeds vóór ofnà de genoemde boekverbranding. Of decomplexe structuur van het boek Jeremiade aanwijzing van een dergelijk exactscharnierpunt toelaat, is wel een vraag dieik heb overgehouden. Is ook Jeremia’s ei-

gen worsteling daarvoor niet te complex?Na deze algemene inleiding krijgt de lezerper bijbelhoofdstuk een korte vers-voor-vers verklaring, voorafgegaan door eenhistorische situering, enkele opmerkingenover de literaire opbouw en een aan deboodschap gewijde passage. Bij elk vandeze onderdelen worden steeds herkenba-re pictogrammen gebruikt, die de toegan-kelijkheid moeten bevorderen.Kenmerkend voor de werkwijze van ditnieuwe bijbelcommentaar is dat bij de uit-leg niet op de Hebreeuwse tekst wordtteruggegrepen, maar dat daarbij vaak detekst van de Statenvertaling, NBG- enWillibrordvertaling met elkaar wordenvergeleken. Het voordeel van deze werk-wijze is dat de knelpunten van een tekst-vers vanzelf in beeld komen. Toch brengtde verschijningsdatum mee dat deNieuwe Bijbel Vertaling nog niet in debespreking kon worden meegenomen. Datis jammer, want daardoor is dit eerst ver-schenen deel bij voorbaat al gedateerd enzal het spoedig om een herziene editievragen. De uitleg die dr. Lalleman geeft is overi-gens goed leesbaar en ‘to the point’. Voorbespreking van andere opvattingen is inde opzet van deze commentarenreekshelaas geen plaats, maar daar staat tegen-over dat er vooral inhoudelijke informatiekan worden gegeven. Bescheiden en voor-zichtig maakt ze daarbij haar keuzes. Hetis in alles te merken dat de auteur respectheeft voor de bijbeltekst en deze ook voorvandaag als gezaghebbend beschouwt.Dit laatste komt met name tot uitdrukkingin de korte passages ter inleiding van elkbijbelhoofdstuk. Daarin zoekt ze naar debetekenis van een bijbelwoord voor chris-tenen vandaag en legt ze zonder schroomverbanden met het evangelie. Niet voorniets heeft deze nieuwe commentaren-reeks als naam ‘De Brug’ gekregen.Daaruit spreekt de bedoeling om vanuitde bijbeltekst steeds een brug te slaannaar onze huidige situatie. Daarbij wordtvooral gekeken naar mogelijke bruggen-hoofden die in het Nieuwe Testamentworden aangereikt. Dat levert doorgaans

74 Soteria maart 2005

Recensies

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74

www.soteria.nl

Page 2: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

zinvolle verwijzingen op, waarmee kring-leiders bij de voorbereiding van een bij-belstudie zeker hun winst zullen doen.Een enkele keer zijn de gegeven toepass-ingen wat voorspelbaar en associatief.Bijvoorbeeld in het geval van Jer. 16, waarJeremia het huwelijk ontzegd wordt.Terecht legt Lalleman dit uit als een visu-alisering van wat Gods oordeel voor zijnvolk zal inhouden: een hopeloos isole-ment. Maar als zij vervolgt met ‘In hetNieuwe Testament is Jezus niet getrouwd,evenmin als Paulus. Dat was heel onge-bruikelijk. In hoeverre zijn christenen“merkwaardig”?...’ dan verdwijnt hetteken-karakter van Jeremia’s leven uitbeeld en ebt de diepte van de gegeven uit-leg wat te snel weg.Ik heb intussen alle waardering voor deprestatie die Lalleman met haar boek gele-verd heeft. Het zal zijn weg naar debeoogde doelgroep wel vinden. Ik heb algezien dat het volgende deel van ‘DeBrug’ aan het boek Jesaja zal zijn gewijden ben benieuwd in welke richting dezenieuwe reeks zich zal ontwikkelen.

Dr. J. Dekker (Ned. Geref. predikant teAmstelveen en theologisch studiebegeleiderbijbelvakken voor de Ned. Geref. Kerken)

De rotsvaste fundering van Sion. Een exe-getisch onderzoek naar het Sionswoordvan Jesaja 28,16. Dr. J. Dekker, Boekencen-trum Zoetermeer 2004, 328 blz., € 27,50

Een buitengewoon grondig, systematischopgebouwd proefschrift. Dat is mijn con-clusie na het lezen van de dissertatie vanJaap Dekker, predikant van de Neder-lands Gereformeerde Kerk te Amstelveenen verantwoordelijk voor de bijbelsevakken binnen de Theologische Studiebe-geleiding van de Nederlands Gerefor-meerde Kerken. Dekker is vorig jaar cumlaude gepromoveerd aan de TheologischeUniversiteit van de ChristelijkeGereformeerde Kerken in Apeldoorn.De rotsvaste fundering van Sion is een zeeruitgebreid exegetisch onderzoek naarJesaja 28:16, waarin onder andere staat:‘Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag… een kostbare hoeksteen…; hij die

gelooft, haast niet.’ Dekker gaat na hoedeze tekst is uitgelegd en toegepast in hetNieuwe Testament, zoals in Rom. 9:32b-33; 10:11 en 1 Petr. 2:6, waarbij denieuwtestamentische schrijvers zichvooral baseren op een Griekse versie dieinhoudelijk duidelijk verschilt van deHebreeuwse. Vervolgens behandeltDekker ook de uitleg in het Jodendom, deVroege Kerk, Middeleeuwen, deReformatie en die in recentere tijden.Opvallend is de overwegend positieve,Messiaanse uitleg die door velen aan Jes.28:16 is gegeven. In zijn eigen exegese – het hoofddeel vandeze dissertatie - toont Dekker echter aandat de perikoop Jes. 28:14-22 vooralgerichtsprofetie is. Het Hebreeuws geefteerder aanleiding het ‘leggen van desteen’ in het verleden en niet in detoekomst te plaatsen; de tekst is dan eenverwijzing naar Gods heilshandelen in degeschiedenis met betrekking tot Sion.Gods volk negeert dat verleden echterdoor in plaats van op God te vertrouwen,een bondgenoot als Egypte te zoeken inde strijd tegen het oprukkende Assur. Alshistorische context van Jes. 28:16 kannamelijk de tijd vóór het optrekken vande Assyrische koning Sanherib tegenJeruzalem gelden (zie ook 2 Kon. 18-19).Toch hebben de nieuwtestamentischeschrijvers de plank niet totaal misgesla-gen, wat de moderne lezer misschien zouzeggen, want in de eerste plaats ging menin die tijd heel anders met teksten om danwij in onze exegese van nu plegen te doenen in de tweede plaats geeft Jes. 28:16 welzoveel perspectief op een hoopvolletoekomst, waarin God zijn geschiedenisvan heil voor zijn volk niet zal vergeten,dat toepassing op Christus wel degelijk indie lijn past. Bovendien bevat de contextvan Rom. 8:32b-33 wel degelijk eengerichtselement, namelijk met betrekkingtot Israël.Interessant is wat Dekker schrijft overprofetische geschiedschrijving naar aanlei-ding van 2 Kon. 18-19, de historischeachtergrond voor Jes. 28. Verder trekt hijwijde kringen rondom het vers dat in zijnwerk centraal staat en geeft knappe analy-ses binnen Jes. 28-33, waarbij hij vaststeltdat Jes. 28 de ouverture vormt op deze

75Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 75

www.soteria.nl

Page 3: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

hoofdstukken en dat Jes. 28:14-22 binnendat hoofdstuk als kerntekst fungeert. Ookkomt de Sionstraditie in Jes. 1-39 tersprake. Dekker werkt methodisch gezienzowel synchroon als diachroon, hij heeftoog voor historische en redactionele vra-gen, maar ook voor literaire structuren.Daarbij maakt hij onder andere gebruikvan de methode van de Kamper hoogler-aar prof. De Moor en diens leerling MarjoKorpel, die bij de uitleg van tekstenwerken met de verschillende accenten inde Hebreeuwse tekst. Ook concludeertDekker tot het auteurschap van de profeetJesaja voor de behandelde teksten en indiscussies daarover kiest hij op eenweloverwogen manier behoudende stand-punten. Dekker laat in dit proefschrift veel kantenvan de oudtestamentische wetenschapzien: Hebreeuws, de Griekse vertaling vanhet Oude Testament, de Targum, hetJodendom, geschiedenis van de exegese,literair onderzoek, hermeneutische vra-gen, historische vragen… al deze zakenkomen uitvoerig aan bod. Al met al eenschoolvoorbeeld van een uitgebalanceerd,nauwkeurig proefschrift – een uitstekende‘proeve van exegese’!

dr. Hetty Lalleman-de Winkel (docent aan hetSpurgeon’s College London)

God is God. Zes voordrachten uit 1930-1936 verzameld, vertaald en ingeleiddoor Nico T. Bakker. Karl Barth, KokKampen 2004, 133 blz., €12,50

In dit boek zijn zes nooit eerder vertaaldevoordrachten van Karl Barth in eenNederlandse vertaling samengebracht. Ikwil graag duidelijk maken dat we vertalerén uitgever bijzonder dankbaar moetenzijn voor dit initiatief. Wie dit boek leestkomt van twee dingen diep onder deindruk: van de profetische moed van KarlBarth in de jaren dertig én van de actuali-teit daarvan anno 2004. Dat blijkt al directin het eerste artikel (Vragen aan het ‘chris-tendom’), want wie al in 1931(!) het com-munisme, fascisme, amerikanisme en deislam op één rij zet als ‘de nieuwe religiesdie het christendom bedreigen’ en in díe

periode al voorziet dat we in het amerika-nisme ‘met zijn indiscutabele godhedenals gezondheid en behaaglijkheid, zijn hel-ogig egoïsme en zijn briljante techniek’waarschijnlijk ‘de machtigste van dezereligies voor ogen hebben’, die is een pro-feet. Dat wordt nog duidelijker waar hijhet spreken over ‘secularisatie’ en ‘ont-goddelijkte wereld’ een ‘noodlottig mis-verstand’ noemt, omdat we naar zijnmening veeleer staan tegenover eenwereld die Paulus op de Areopagusbeschreef als in alle opzichten een buiten-gewoon ontzag hebbend voor godheden.Met een uiterst profetische scherpte laatBarth zien hoe het ‘christendom’ alle god-heden ter discussie stelt, of het nu gaatom arbeidersklasse, ras en volk of hetgezonde, tevreden, menselijke individu.Waar zij worden ingebouwd in het sys-teem en een waarde krijgen toebedeelddie alleen toekomt aan de ene God, daardienen alle verkeerslichten op rood tespringen. En dat doen ze dan ook in dezevoordrachten! Onvermoeibaar hamertBarth erop dat het er steeds weer om gaat‘dat de mens hoort en dat God spreekt’.Niets meer en niets minder. Daarom kande theologie haar grond nergens anders invinden dan in het geopenbaarde Woordvan God en staat zij ‘aanhoudend in debeslissing tussen gehoorzaamheid enongehoorzaamheid’. Zij moet niet sprekenover het gehoorde, maar altijd uit hetgehoorde. ‘Ook en juist de theologie zaltelkens weer worden gevraagd waar zijnu eigenlijk haar hart, haar intentie enhaar interesse heeft, en of dat hart mis-schien niet heimelijk een tussen God enandere goden verdeeld hart is’ (58). In hethameren op dit aambeeld zit ook Barthsprofetische moed. In zijn voordracht ‘Heteerste gebod als theologisch axioma’ uit1933 verzet hij zich met kracht tegen alle‘en-theologie’ van openbaring én rede,openbaring én religieus bewustzijn, open-baring én cultuur-ethos, openbaring énreligie-geschiedenis en vervolgens gaanvele voorgangers én huidige collega’s éénvoor één over de knie. Het verwijt dat hentreft is vooral dat zij ‘proberen met eenschijnwerper vanaf de aarde de hemel afte zoeken’ in plaats van te proberen ‘deaarde te verstaan in het licht van de

76 Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 76

www.soteria.nl

Page 4: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

hemel’ (61): ‘Heeft deze theologie al nietvanaf het begin de openbaring onder con-trole gesteld van de menselijke rede en dierede tenslotte gemaakt tot maatstaf waar-aan de openbaring moest worden geme-ten en beoordeeld?’ (62). Wat zijn pleidooides te krachtiger en geloofwaardigermaakt, is dat hij alle theologie – ook zijn‘eigen’! – oproept altijd open te blijvenvoor de tegenspraak die haar juist vanuithet eerste gebod tegemoet treedt: ‘Elketheologie heeft ook “andere goden” enzeker daar het meest, waar zij dat hetminst merkt’ (66). Het gaat Barth er dusniet om de theologie te binden aan eenbepaalde opvatting of godsbeeld en haarzo haar vrijheid te ontnemen. Hij wil juistduidelijk maken dat alle theologie zichaltijd ergens aan bindt en dat dus devraag steeds weer is: vanuit welke keuzebedrijf je theologie en w(W)ie dien je dus?!Je kunt maar één God dienen. Er staatimmers niet dat je God én Mammon nietbeide mág dienen, maar niet beide kúntdienen! Het gaat hem daarbij ook om devrijheid van God: als wij kunnen kiezenuit verschillende mogelijkheden, wintonze vrijheid het van zijn vrijheid. God isGod, daar veranderen wij (gelukkig!) nietsaan. Dit wordt in zijn voordracht bij de400 jaar Luther-herdenking in 1933 indrin-gend geïllustreerd aan de hand van dereformatorische leer: ‘God is door onsmensen daar te vinden, waar het Hembehaagt heeft ons te zoeken’ (curs. van mij,TvdL). En op dezelfde bladzijde: ‘Nietdaar waar wij in onze wijsheid menenover Hem te moeten spreken, maar daarwaar Hij in zijn wijsheid gesproken heefttot ons. (…) Daarom mag en kan de ver-kondiging van de christelijke kerk geens-zins een filosofie worden, een zelf gevon-den wereld- of levensbeschouwing, maaris zij gebonden aan de uitleg van deSchrift’ (79). Voor de theologie betekentdit dat zij ‘de meest vrije, maar ook demeest gebondene van alle wetenschap-pen’ is.Dit is het soort theologie dat wij nodig hebben,óók anno 2004. Karl Barth is niet ‘passé’,omdat dezelfde gevaren die kerk en theo-logie bedreigden in de jaren dertig van devorige eeuw ook niet ‘passé’ zijn. God isGod en als we niet ‘van bovenaf’ bij Hem

beginnen, komen we ‘beneden’ ook nooitbij Hem uit. Tegelijk houdt deze wijze vantheologiseren de theologie altijd weeropen en (dus) ook spannend. Op bladzijde61 stelt Barth een voor hem typerendevraag aan de (toen) ‘nieuwere theologie’:‘Waar wordt deze theologie welsprekendof toornig of blij, waar wordt zij nadruk-kelijk of indrukwekkend? Waar levert zijhaar beslissende slagen?’ Laten wij dievraag ook vandaag (steeds weer) stellenaan ónze theologie!

Teun van der Leer

For the sake of the world. Karl Barth andthe Future of Ecclesial Theology, GeorgeHunsinger (ed.), William B. EerdmansPublishing Company, Grand Rapids/Cambridge 2004, 214 blz., $ 36,00

Met toenemend plezier heb ik me door ditboek heen gewerkt; aanvankelijke scepsismaakte plaats voor enthousiasme.Daarom wil ik het nu ook graag ter bestu-dering aanbevelen aan lezers van Soteriadie aan het denken gezet willen worden.Er wordt geen gemakkelijke stof in aange-reikt. Ook treft men er niet echt evangeli-sche theologie in aan. Maar dit is wel zo’nboek dat je het gevoel geeft dat er ramenworden opengezet, met als gevolg dat erverrassend frisse lucht binnenstroomt. Datis altijd gezond.Het betreft de schriftelijke neerslag vaneen in 1999 gehouden conferentie over detheologie van Karl Barth. Organisator washet Center for Barth Studies aan hetAmerikaanse Princeton TheologicalSeminary. De tekst van zes lezingen is indeze bundel opgenomen, steeds gevolgddoor een korte inhoudelijke reactie vaneen respondent. Het boek wordt ingeleiddoor George Hunsinger, die hoogleraar isaan Princeton en zelf ook een lezing ver-zorgd heeft. Het laatste hoofdstuk gaatterug op een causerie over het onderwerp‘Barth als (hoog)leraar’ van de hand vanJohn D. Godsey, die zelf bij Barth studeer-de en promoveerde. Wat voor onderwer-pen komen zo al aan de orde? Ik som zein volgorde van bespreking op. Deberoemde discussie van Barth met

77Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 77

www.soteria.nl

Page 5: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

Brunner over ‘het aanknopingspunt’, naaraanleiding van de correspondentie tussenbeiden; Barths kijk op het jodendom enzijn relatie tot het antisemitisme; Barthsvoorkeur voor het socialisme en zijn kri-tiek op het liberalisme; de voorzienig-heidsleer; het motief ‘naastenliefde’ alsethisch beginsel; het verband tussenBarths triniteitsleer en zijn concept van‘eeuwigheid’. Men ziet: dit is theologie voor insiders.Onder de auteurs bevinden zich gerenom-meerde Barth-kenners, van wie EberhardBusch voor Europese lezers wellicht debekendste is. De ene studie is toegankelij-ker dan de andere; zo is Hunsingers eigenbijdrage Mysterium Trinitatis: Barth’sConception of Eternity de meest abstracte,terwijl die van Caroline J. Simon WhatWondrous Love Is This? Meditations onBarth, Christian Love, and the Future ofChristian Ethics zich naar verhouding vlotlaat lezen. De vraag is natuurlijk, ofzóveel Barth niet wat veel van het goedeis. Zoals gezegd: zelf moest ik enige scep-sis bedwingen toen ik aan de bestuderingbegon. Bij dit soort theologie-beoefeningvrees ik altijd in een ivoren toren terechtte komen, of – erger nog - in een klimaatvan bewieroking. De causerie van Godseykomt bij mij inderdaad als zodanig over.Als ik hem geloven mag, liep er in Baselgeen aimabeler en humoristischer mensrond dan Karl Barth. Zou het? Het inci-dent waarvan John W. Hart meldingmaakt in zijn bijdrage over The Barth-Brunner Correspondence doet anders ver-moeden. Op een zondag kreeg Brunnerbezoek van Barth en Thurneysen. Brunnerhad gepreekt, en wat gebeurde er? Detwee heren kraakten zijn preek genade-loos af: ‘Brunner had preached “cheaply,psychologically, boringly, churchly, wit-hout distance, etc.”’ (24) Nee, Barth kononaangenaam en scherp uit de hoekkomen; er is geen reden om met de mante dwepen. Dat geldt ook voor zijn theologie. Gezegdmoet worden dat dat in deze bundel ookniet gebeurt. De meeste auteurs voelenhem in theologisch opzicht stevig aan detand. Zij maken ook duidelijk hoe zeerzijn theologie bepaald is door de context.Zo toont Busch aan, hoezeer Barths verzet

tegen de Lutherse tweerijkenleer recht-streeks verband hield met de spagaat diehij waarnam bij de Duitse christenen: zijwilden zich in de kerk niet afscheiden vangedoopte Joden, maar steunden intussende Nazi-politiek tegen de Joden. (57)Tegelijk blijkt uit al de lezingen, hoe veelBarth nog altijd te zeggen heeft. Al lezen-de kwam ik daarvan onder de indruk.Wat een oorspronkelijkheid! Wat een ver-rassende perspectieven! Wat geeft hij eenchristen veel stof tot nadenken. Ik geefeen paar staaltjes daarvan door. Zo vatHart het verschil tussen Barth en Brunnerals volgt samen: ‘In Brunner’s thinking,the great disturbance in life – the ‘crisis’ –is the fact of human sin, whereas for Barththe ‘crisis’ is the disturbance caused byGod’s grace.’ (41) Caroline Schröder haaltin haar bijdrage over de voorzienigheids-leer (‘I See Something You Don’t See’) eenzin aan uit KD III/3 die mij al eerder trofals een juweeltje: ‘In obedience theChristian is the servant, in faith he is thechild, but in prayer, as the servant and thechild, he is the friend of God, called to theside of God and at the side of God, livingand ruling and reigning with him.’ (131;in de oorspronkelijke Duitse uitgave vande KD op p. 324). En dan de blik vol ver-wachting waarmee we volgens Barthmogen kijken naar de niet-christen als depotentiële broeder van morgen! (153; KDIV/2 917). De auteurs van deze studienodigen je uit om (weer) in de KD te gaanlezen, en maken attent op de vele intrige-rende inzichten die verborgen zijn in dielange Duitse zinnen. Op mij had deze stu-die het effect, dat ik me weer scherpbewust werd van de superieure kwaliteitvan Barths theologiseren. Je hoeft het nietmet hem eens te zijn, om te onderkennenhoe diep en vruchtbaar hier is nagedachtover het evangelie. Dat maakt mij uiteindelijk zo enthousiastover dit boek. Er verschijnen vandaag dedag veel theologische boeken en boekjesdie naar mijn gevoel niet wezenlijk verderhelpen. Op z’n slechtst gaan ze te kortdoor de bocht; op z’n best staat er geenwoord verkeerd in. Maar theologischeliteratuur die je aan het denken zet, die jeuitdaagt, die de discussie op hoger niveautilt, die je hart weer sneller doet kloppen

78 Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 78

www.soteria.nl

Page 6: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

voor het evangelie – die is zeldzaam. Hoeje het ook wendt of keert: de stroom boe-ken die Barth gepubliceerd heeft, behorentot deze laatste categorie. Het is goed datdeskundige auteurs die schatten ontslui-ten. Hoe nuchterder en kritischer ze datdoen, des te beter het is. Want ook Barthheeft het laatste woord natuurlijk nietgesproken – verre van dat. Maar dat hijeen meesterlijke en inspirerende bijdrageaan het theologisch gesprek heeft gele-verd, daarvan ben ik na lezing van dezebundel weer eens te meer overtuigd.

dr. Ad van der Dussen

Ik houd van de kerk. Erik Veenhuizen,Medema Vaassen 2004, 111 blz., € 9,95

Dit boek is verschenen ter gelegenheidvan de uitreiking van de Helix-prijs aands. Erik Veenhuizen op 26 november 2004.Omdat ik Erik al ken vanaf de oprichtingvan de Evangelische Alliantie inNederland, waarin hij een prominente rolspeelde, en weet van zijn onvermoeibareinspanningen op het gebied van gemeen-teopbouw, had ik mij er al eens eerderover verbaasd dat anderen al wel in aan-merking kwamen om deze jaarlijkse prijsvan verdienste in ontvangst te nemen,maar hij nog niet. Ik denk dat men bij deEA lange tijd gewoon te ver weg om zichheen heeft gekeken naar geschikte kandi-daat-laureanten en toen waarschijnlijk meteen schok tot de ontdekking kwam datErik Veenhuizen zeer ten onrechte overhet hoofd werd gezien. Deze omissie iseind vorig jaar goedgemaakt met de toe-kenning van de prijs aan de man die meerdan iemand anders aan de wieg heeftgestaan aan de verbreiding van degemeenteopbouwbeweging in ons land.Erik Veenhuizen was en is een gemeente-opbouwman avant la lettre. Al vanaf zijnvroegste publicaties gaf hij er blijk van datde groei en bloei van de gemeente vanJezus Christus hem na aan het hart lag. Indit boek is een groot aantal van zijn publi-caties op dit terrein samengebracht. Voorhen die hem in de loop van al die jarenhebben gevolgd, is in dit boek veel her-kenning. Veel van wat hierin op papier

staat, heeft al her en der in bladen enperiodieken gestaan en bij sommige vandeze artikelen hoor je zelfs Erik spreken.Je ziet hem dan in gedachten op een podi-um staan en uit zijn hoofd zo’n geweldigevoordracht houden als ‘Gods plan met mij’.In dit boek staan verder nog bijdragenvan Arnold van Heusden, Hans Eschbach,Christian Schwarz en een interview metKoos van Noppen. Het interview is warmvan toonzetting, omdat Erik daarin hard-op zijn dromen droomt over de kerk vande toekomst. Zinnen als: ‘Ik droom vaneen kerk die haar leden helpt om te groei-en in liefde, in gehoorzaamheid, in over-gave, in toewijding, in navolging, in disci-pelschap, in groei naar volwassenheid’geven iets weer van zijn passie voor eenconcrete, functionerende kerk, waarin debedoelingen van God op een verrassendemanier worden verwerkelijkt. Erg grappigvond ik de bijdrage van ChristianSchwarz, die bij de uitreiking van deHelix-prijs de feestrede zou houden onderde titel ‘Ieder land heeft een Erik nodig’.Helaas was Christian Schwarz toen zieken is deze rede niet uitgesproken. ‘Eenechte Erik (in tegenstelling tot een ‘pseu-do-Erik’, een ‘would-be-Erik’ en een‘zeepbel-Erik’) voldoet aan drie criteria: a.Hij deelt de visie van de natuurlijkegemeenteontwikkeling, die hij van harteinnerlijk omarmt; b. Hij is in staat dezevisie te communiceren en in iemandswerk te ondersteunen. Hij is een netwerk-mens; c. Hij is koppig in zijn vasthou-dendheid aan het oorspronkelijke concept.Deze koppigheid kleurt Schwarz in alshartstocht. Het boek is een aanrader voorieder die betrokken is bij gemeenteop-bouw, omdat in kort bestek alle belangrij-ke elementen van de gemeentegroei en degemeenteopbouw de revue passeren. Jevolgt in alle artikelen de ontwikkelings-gang van de gemeenteopbouwbewegingin Nederland en wie wil dit niet nog eenslezen en overwegen?

drs. Yme Horjus

79Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 79

www.soteria.nl

Page 7: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

Spreken over Preken, met gemeente, ker-kenraad en collega’s. Passie voor PrekenReeks II, Rolf Robbe, BoekencentrumZoetermeer 2004, 92 blz., € 11,50

De beweging Passie voor Preken timmertmet vaart en vaardigheid aan de weg. Datis goed en belangrijk, want aansprekendeverkondiging geeft God eer en helpt zijnkinderen aanstekelijke volgelingen vanJezus te zijn. In de Passie voor Preken Reeksverscheen onlangs van Rolf Robbe Sprekenover Preken. Dit boek biedt predikanten enkerkenraden een methodiek om over pre-ken en preekkwaliteiten in gesprek tekomen. Te vaak komt de reactie op prekenniet verder dan ‘Dat hebt u mooi gezegd’,‘Het heeft me geraakt’ of een dodelijk ‘Erwas geen speld tussen te krijgen’. Daarheb je als prediker dus niets aan. Gelukkigde getrouwden die van hun echtgenote ofechtgenoot stevige inhoudelijke reactiekrijgen. Een leergesprek - en daar gaat dit boeksteeds weer over – zou echter meer kun-nen inhouden, om met de prediker na tegaan wat beter of anders kan (en somsecht moet!) In de methodiek voor dat leer-gesprek komen aan de orde: de situatievan de prediker, diens gedrag tijdens depreek, overtuigingen, beroepsidentiteit enspiritualiteit. Robbe schrijft zijn metho-diek uit voor het toevallige contact metgemeenteleden, het kerkenraadsgesprekover de preek, het gesprek met een preek-voorbereidings- en evaluatiegroep en hetgesprek met een collega-prediker. Alsbegeleider van predikanten en docentbrengt hij voorwaarden en vraagstellinggoed in kaart, zodat een veilig en inhou-delijk nauwkeurig gesprek goed gevoerdkan worden. Hij kiest daarbij meer vooreen technisch-agogische dan spirituelebenadering, ook al eindigt het boek meteen weergave van de wijze waarop Jezuspreekte. Hij is ‘het fantastische voorbeeldvan het communiceren van het evangelie’.Dat kan natuurlijk ook niet anders, wantHij ís het evangelie. Ik word er niet geluk-kig van Hem te benoemen als de super-homileet, zoals Hij ook de super-exegeetof super-systematicus zou kunnen zijn,want wat je ook meldt – het is altijd waarén te weinig. Daarvoor is mijn Heer mij

eigenlijk te hoog. Het verbeteren van bestaande en ontwik-kelen van nieuwe vaardigheden is vooralgethematiseerd in het advies- en experi-menteergesprek dat met collega’s gevoerdwordt. Dat past binnen het kader van ditboek, maar een (niet genoemde) goedepreek- of vertelcursus is natuurlijk ookheel helpend. Een definitie van wat eenpreek is ontbreekt overigens, jammergenoeg. De schrijver legt vooral denadruk op gedragsverandering die deprediker bij zijn gehoor beoogt.Verkondiging, die primair God eert, troostof hoop biedt, de gemeente leert, zalmogelijk niet leiden tot zichtbare gedrags-verandering, maar lijkt me wel degelijk tepassen binnen het kader van wat eengoede preek kan zijn … ook al zie je aande mensen daarna niet zoveel. Dat ele-ment mag voor mij ook in het gesprekbetrokken. Het boek biedt een goedehandleiding voor een belangrijk gesprek.Daar heeft de kerk profijt van.

Douwe Visser (agoog en lekeprediker)

Leren ademhalen. Lessen van de joodsesjabbat. P.A. Siebesma e.a., Medema Vaassen2003, 78 blz., € 8,75

In de Midden-Oosten reeks die doorMedema wordt uitgegeven in samenwer-king met de Near East Ministry inVoorthuizen, verscheen dit 29e deeltje datover de joodse sjabbat handelt. In het eer-ste hoofdstuk een uiteenzetting van debetekenis van de sjabbat in het OT(Siebesma), vervolgens een prachtige uit-eenzetting van de betekenis in het joden-dom (Keegstra). Keegstra is goed inge-voerd en weet je mee te nemen en in tewijden in de brede symboliek die aanwe-zig is in de diverse onderdelen van desjabbatviering. Zijn bespreking creëertrespect en liefde voor de wijze waarop deJoden de sjabbat vieren. Er wordt na dithoofdstuk zelfs een hele liturgie in hetHebreeuws met vertaling afgedrukt.Daarna volgen twee hoofdstukjes over desjabbat in de evangeliën (hfst.3, Davidse)en in het Nieuwe Testament (Lammertsvan Bueren). Een typische verdeling, alsof

80 Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 80

www.soteria.nl

Page 8: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

de evangeliën niet tot het NT behoren?!De drie pagina’s van Davidse voegen wei-nig toe. We wisten toch al dat Jezus eenJood was die de sjabbat vierde. Nu horenwe ook dat hij een rabbi was, die eenmeer liberale opvatting hanteerde. Dit lijktme allemaal toch echt te minimaal. Hierwordt toch beslist de persoon van deMessias Jezus geen recht gedaan (kan m.i.ook niet in 3 pagina’s.). Hoofdstuk 4 en 5bespreken wat teksten uit de rest van hetNT waar de sjabbat (hfst.4) en de zondag(hfst.5) ter sprake komen. Het blijft wathangen in het bespreken van losse tek-sten. De grote vragen met betrekking totde heilshistorische plaats van de sjabbatna de komst van de Messias Jezus komenniet aan de orde. Het boekje sluit af mettwee persoonlijke getuigenissen van sjab-batvieringen door niet-Joden.Na lezing van het boekje heb ik tochgemengde gevoelens. Het is geschrevenmet veel liefde voor en verbondenheidmet het joodse volk. Die deel ik van harte.Maar moet de christelijke gemeente uit deheidenen nu vanuit hun verbondenheidmet Israël met evenveel liefde zich ookgaan interesseren voor de joodse sjabbat-viering? Hier liggen voor mij nog wel eenaantal vragen. De tekstbespreking in ditboekje had moet leiden tot een heilshisto-rische theologische bespreking van hetonderwerp en die mist. Toch heb ik hetboekje met interesse gelezen.

drs. Gijs van den Brink

Treasure in Clay Jars - Patterns in Missio-nal Faithfulness. Lois Y. Barrett (et al), Eerd-mans Grand Rapids 2004, 186 blz, $ 18,00

Met hoge verwachtingen ben ik aan ditboek begonnen in het kader van de voor-bereiding van een serie colleges gemeen-teopbouw. Het boek is er een uit de serie‘The Gospel and our Cultures’ die reflec-teert op de relatie tussen de Noord-Amerikaanse cultuur en de missionairegemeente. In de serie verscheen een aantalandere boeken waaronder het bekendeboek van Darrell L. Guder, The ContinuingConversion of the Church (2000). ‘Treasurein Clay Jars’ werd geschreven als een ver-

volg op het boek Missional Church: AVision for the Sending of the Church in NorthAmerica (1998). Het is een case-study ach-tig boek geworden waarin de processenvan een aantal gemeenten in de richtingvan een meer missionair functionerenworden beschreven en uitgewerkt. Dezevoorbeelden uit de praktijk worden nietneergezet als ‘ideaalbeelden’ (inleiding,ix). Het zijn ‘aarden vaten’ om in debeeldspraak van 2 Korintiërs 4 te blijven. In de inleiding en ook in de appendixwordt een verantwoording gegeven vanhet proces dat de auteurs in het kader vanhet project ‘The Gospel and Our CultureNetwork’ hebben doorgemaakt. Eenonderzoeksgroep onderzocht een grootaantal gemeenten op ‘missionaire indica-toren’ (vgl. p.162-172). Uit dit onderzoekkwamen twaalf indicatoren die richting-gevend zouden zijn voor de ontwikkelingvan missionaire gemeenten. Uit naderebestudering en het testen van deze indica-toren bleek dat ze niet zo adequaat warenals men aanvankelijk dacht en dit deed deonderzoekers besluiten om te sprekenover acht patronen: patronen die zichtbaarin gemeenten aanwezig zijn en die hetmissionaire gehalte van de gemeente tast-baar maken. Achtereenvolgens komen deverschillende patronen aan de orde: mis-sionaire roeping, discipelschap en bijbelsevorming, contrast gemeenschap zijn enrisico’s durven nemen, een gemeentelijkepraktijk die Gods intentie met de wereldweerspiegelt, eredienst als publiek getui-genis, afhankelijkheid van de heiligeGeest, de gemeente verwijst naar hetKoninkrijk van God en het missionairegezag van de gemeente. Opvallend hierbij is dat een aantal patro-nen grote gelijkenis vertonen met de eer-der genoemde indicatoren. Verder blijft debeschrijving van de patronen op een aan-tal punten onhelder en overlappen sommi-ge elkaar. Ik ben van mening dat ditgeheel niet sterk overkomt, zeker niet aanhet begin van een boek. In het vervolgwordt nu een beschrijving gegeven vaneen groot aantal gemeenten van verschil-lende signatuur. Deze gemeenten werdenbezocht en onderzocht op de aanwezig-heid van de onderscheiden patronen. In devolgende hoofdstukken worden de acht

81Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 81

www.soteria.nl

Page 9: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

patronen beschreven waarbij telkens uit deonderzochte gemeenten materiaal ter illus-tratie wordt aangeboden dat de patronenondersteunt. Dit levert zonder enige twij-fel een veelkleurig en boeiend palet aangegevens op. Het is bemoedigend om tezien hoe in de sterk veranderende Noord-Amerikaanse samenleving gemeenten zoe-ken naar een nieuwe invulling vangemeente zijn. Dat is de kracht van hetboek naast de inhoudelijk sterk theologi-sche verwoording van de Missio Dei. Het geheel overziend vind ik het tochteleurstellend. Steeds opnieuw blijkt hoemoeizaam het is om concreet praktijkge-richt empirisch onderzoek te doen naarfunctionerende gemeenteopbouwproces-sen. Dit boek bevestigt deze stellingname.Het blijft teveel tentatief van aard op dezemanier. De recente ontwikkelingen op hetgebied van gemeenteopbouw rechtvaardi-gen nu juist verdergaand onderzoek. Zozou het raadzaam zijn een aantal gemeen-ten te onderzoeken die in de afgelopenperiode met het Purpose Driven Churchmodel aan de slag gegaan zijn. Wie gaathet doen?

dr. René Erwich (rector baptistenseminariumen o.m. docent gemeenteopbouw)

Theodicy in the World of the Bible, A.Laato & J.C. de Moor, Brill Leiden, 2003, 830blz., € 119,00

Waarom overkomt mij dit kwaad? Is Goddan niet bij machte dit kwaad te vermij-den of op te lossen? Is God dan niet eenliefdevolle God? Drie vragen die als eenkluwen in iemands leven kunnen voorko-men en schijnbaar onontwarbaar zijn: devraag naar het kwaad, Gods almacht enGods liefde; de uiteindelijke vraag of Godwel rechtvaardig is (= theodicee). Overdeze vragen heeft een keur aan auteursnagedacht en geschreven vanuit teksten inen rondom de Bijbel. De artikelen zijn toteen geheel gesmeed door de redacteurs,die eerst zelf een inleiding geven over allemogelijke antwoorden op de vraag naarhet kwaad en daarna Marcel Sarot aan hetwoord laten in een inleiding over dezevraag in de moderne tijd. Alleen al deze

inleidingen zijn zeer de moeite waard.Van daaruit kan de lezer ook heel goedkiezen welke artikelen hij of zij in het bij-zonder zou willen lezen.De inleiding van de redacteurs behandelteerst een aantal oplossingen voor het pro-bleem van het kwaad die een van debovenstaande vragen wegredeneren. Jekunt het bestaan van God ontkennen, ofgeloven in meer goden die elkaar bestrij-den, terwijl de mens daarvan de dupewordt. Je kunt Gods almacht ontkennen,of juist zijn goedheid. Of je kunt hetkwaad ontkennen, wat niet vaak in hetWesten gebeurt, wel in bepaalde hindoeï-stische stromingen. Daarna worden eenaantal antwoorden besproken die telkensweer terugkomen in de verschillende arti-kelen. De Bijbel blijkt niet één antwoordaan te reiken, maar verschillende. Waartijden en omstandigheden veranderen,zijn nieuwe antwoorden nodig. WaarGods volk wegen gaat van Gods wet van-daan, grijpt God in op een andere manierdan eerst. Al die antwoorden zijn verschil-lende facetten van de bijbelse theologie.De inleiding van Marcel Sarot behandelthet vraagstuk of deze moderne vragenwel terug te vinden zijn in de Bijbel en dewereld daaromheen. Het denken van demoderne tijd is namelijk zeer verschillendvan de tijd daarvoor. Het kwaad is nietmeer een probleem binnen het christen-dom, je kunt nu atheïst worden. Mensentwijfelen niet meer direct aan hun eigenoordeel, maar aan Gods integriteit of aanzijn bestaan. Met grote belezenheid toontSarot aan dat ook in vroeger tijden men-sen zich dezelfde vragen stelden. DeGriek Epicurus stelde ze, zonder kennisvan het christendom. Mensen in het OudeTestament twijfelden soms ook aan Godsoordeel (Richt. 6:13) en hadden wel dege-lijk een alternatief. Je kon andere godenvereren, zoals blijkt uit de vele aanklach-ten van de profeten tegen het godsvolk.God kon zelfs in het beklaagdenbankjekomen te zitten, zoals in het boek Job.Na de twee inleidingen volgen 23 artike-len over bijbelse antwoorden en die van-uit de wereld rondom. Die twee houdenelkaar ongeveer in evenwicht: het oudeNabije Oosten, de boeken uit de intertes-tamentaire periode en het rabbijnse joden-

82 Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 82

www.soteria.nl

Page 10: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

dom zijn evenzeer vertegenwoordigd alshet Oude en Nieuwe Testament. Waarbijwel gezegd moet worden dat het zwaarte-punt in de Hebreeuwse Bijbel ligt en hetNieuwe Testament er met twee artikelen(‘Theodicean Motifs in the NewTestament’ en ‘The Book of Revelation’)wat bekaaid vanaf komt. Dat zal deels lig-gen aan het feit dat beide redacteurs zichintensief met het Oude Testament hebbenbeziggehouden.Van de artikelen over het oude NabijeOosten zal De Moors ‘Theodicy in theTexts of Ugarit’ zeer aanspreken, omdatdit de achtergrond van Kanaän en deBaälcultus schetst. In de laatste decenniavan de rijke en machtige stadstaat Ugaritschreef de priester Ilimalku verhalen overde godenwereld van zijn godsdienst.Leven en dood hielden elkaar in even-wicht, omdat de goden die daarover gin-gen elkaar in evenwicht hielden. De zwak-heid van die goden wordt uitgebreid ge-schetst, omdat juist de ondergang vansommige goden het voortleven van denatuur bevorderde. In een later stadiumstaan ze weer op om de andere goden tedimmen. Het is een telkens weerkerendecirkel van dood en leven. Het is alsof jeElia hoort roepen: ‘Roep toch wat harder;hij is immers een god? Hij is zeker in ge-dachten verzonken of heeft zich afgezon-derd of is op reis; misschien slaapt hij welen moet hij gewekt worden’ (I Kon. 18:27).In de artikelen over de bijbelse antwoor-den komen vele facetten aan bod. Laat iker een paar noemen. Kwaad kan gezienworden als vergelding voor slechte daden,zoals dat sterk naar voren komt in het ver-bondsboek Deuteronomium en degeschiedschrijving van Israël. Sara Japhetlaat zien dat dit standpunt nog sterker inde boeken Kronieken wordt gebezigd,maar altijd gekoppeld aan de hoop op eengoede toekomst, omdat God uiteindelijkde touwtjes in handen heeft. Kwaad enverdriet als opvoedend element komennaar voren in de persoonlijk getintehoofdstukken (confessiones) van Jeremiaen in het boek Ruth. Naomi moet niet tevlug concluderen dat God haar verkeerdbehandeld heeft, want Hij overziet veelmeer de lijn van de geschiedenis dan zij. Het meest passend bij onze cultuur zijn

waarschijnlijk de artikelen over Psalmenen Klaagliederen, waarin het kwaad tochvooral een mysterie blijft. Beide boekenhebben wel weet van vergelding enopvoeding, maar in beide boeken komtook sterk naar voren dat de dichters somshelemaal niets meer begrepen van Godsbeleid voor de wereld en voor hen. Heelboeiend schetst Lindström hoe een psal-mist een beroep op God doet om te kijkennaar zijn ellendige situatie, of juist nietmeer te kijken en hem met rust te laten(Ps. 39:14). Ook Renkema komt tot de con-clusie dat de schrijvers van deKlaagliederen een beroep op God doentegen God in. Ze dichtten ook over vergel-ding en schuld, maar evengoed verlangenze hartstochtelijk naar Gods nabijheid.Het grote artikel over het NieuweTestament door Tom Holmén gaat vooralover het lijden van Jezus Christus en onslijden in het verlengde daarvan. Holménrubriceert daarbij twaalf verschillendemogelijkheden binnen het NieuweTestament om Christus’ lijden te interpre-teren. Dat varieert van de inmiddels klas-siek geworden voldoeningsleer viaChristus als leraar of hogepriester tot aande dood van Christus als een nieuwemanier om naar macht te kijken. Alletwaalf mogelijkheden gaan gepaard metduidelijk Schriftbewijs. Daarna volgennog zes motieven die bij ons eigen lijdenhoren: lijden met Christus om met Hemverheerlijkt te worden, het lijden alsgeboortepijn voor de nieuwe wereld, geenenkel lijden kan ons scheiden van de lief-de van Christus, Christus leed voor ons enwij gaan slechts in zijn voetstappen, Hijleeft met ons mee en ‘mijn genade is ugenoeg’. Na zo’n artikel vraag je je nog afwaarom christenen soms zo op genezingen heelheid gefixeerd zijn en niet op hetlijden om Christus’ wil ...De artikelen zijn vooral beschrijvend: wel-ke antwoorden en vragen staan er in deteksten? De filosofische en godsdiensthis-torische achtergronden zullen elders ge-zocht moeten worden. De breedte van ditboek en de relevantie van het onderwerpmaken het een waardevolle aanvulling opeen goede theologische bibliotheek.

dr. Eveline van Staalduine-Sulman

83Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 83

www.soteria.nl

Page 11: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

Kennis van het Kwaad. Zeven visies uitjodendom en christendom. B.J. LietaertPeerbolte en E. Tigchelaar (red.), MeinemaZoetermeer 2004, 175 blz., € 15,90

Kennis van het Kwaad is een bundel vanartikelen over het Kwaad in de joods-christelijke traditie. De bijdragen, van dehand van zeven theologen, bieden eenmin of meer chronologisch overzicht vanverschillende visies op het Kwaad. Deinhoud in vogelvlucht: Het eerste artikel,geschreven door Ed Noort behandelt hetKwaad in het Oude Testament. Noort gaatvooral in op de rol die God speelt bij deervaring van het Kwaad. Het leeuwendeelvan de tweede bijdrage, van EibertTigchelaar, behandelt de drie belangrijksteQumranteksten m.b.t. het Kwaad: het Boekvan de Wachters, het Traktaat van de TweeGeesten en het Damascusgeschrift.Het derde artikel gaat over 2 Korintiërs11:13-15 en dan met name over de literairegeschiedenis van vers 14: Satan doet zichvoor als een ‘engel des lichts’. Verder kijktde schrijver, Bert Jan Lietaert Peerbolte,naar het Kwaad in andere Paulijnse ver-zen en vergelijkt Paulus’ ideeën met dievan Johannes en Qumran. Geurt Henkvan Kooten schrijft over het ‘kosmischekwaad’ bij Paulus. Van Kooten stelt datnieuwtestamentische referenties naar ‘deelementen van de kosmos’ gelezen moe-ten worden vanuit de kosmologischetheorieën van Griekse wijsgeren. Grootstegemene deler in deze theorieën lijkt dat ersprake is van het Kwaad doordat de ele-menten (aarde, water, lucht en vuur) ver-anderen. Ook de mens is onderworpenaan de elementen en daarmee ook aan hetKwaad, maar door Christus is er bevrij-ding van die elementen (Gal 4:3). Aan dehand van het Apocryphon van Johannesbeschrijft Gerard Luttikhuizen de gnos-tisch-christelijke scheppingsmythe en dedaaruit voortvloeiende visie op de oor-sprong van het Kwaad en op het Kwaadin het hier en nu. De ideeën van Origenesworden behandeld door RiemerRoukema. Allereerst traceert hij de bron-nen van Origenes’ denken en vervolgensbehandelt hij diens theorie van preëxisten-te ‘zielenval’. Tenslotte schrijft LieveTeugels over de symboliek van het Kwaad

in een rabbijnse tekst uit de 10e-11e eeuw:Aggadat Beresjit. Teugels meent dat‘Babylon’ in deze tekst een pseudoniem isvoor ‘christendom’.Stuk voor stuk zijn de artikelen van hoogniveau. De auteurs zijn vaak specialist ophet gebied van hun artikel. Zo isTigchelaar een internationaal gekendQumran specialist, promoveerde VanKooten op het kosmische aspect vanPaulus’ theologie en verzorgde Teugels deeerste Engelse vertaling van AggadatBeresjit. Sommige bijdragen hebben voor-onderstellingen waar niet iedereen zichonmiddellijk in zal kunnen vinden. Eenillustratie is de opmerking van VanKooten dat de kosmologie vanKolossenzen en Efeze resultaat is van ‘deontwikkeling die de kosmologie vanPaulus doormaakte na zijn dood.’Kennis van het Kwaad is ondanks het hogeniveau van de bijdragen een zeer toegan-kelijk boekje gebleven en dat strekt deauteurs tot eer. De lezer krijgt, geheel vol-gens de opzet, een mooi overzicht van dediversiteit aan ideeën over het Kwaad bin-nen de joods-christelijke traditie. Diediversiteit is soms wel erg duidelijk aan-wezig, ook binnen de bundel zelf. Deredacteurs merken in hun voorwoord zelfal op dat er niet gekozen is voor één syste-matische beschrijving van het Kwaad,maar dat de schrijvers vooral veel vrijheidis gegund. Dat gezegd zijnde had er welmeer aandacht besteed mogen wordenaan redactiewerk. Het boekje bevat te veelonnodige spel-, zet- en stijlfouten.Kwalijker is dat het artikel van Roukemaerg veel herhaalt van wat er in de vooraf-gaande artikelen gezegd is. Het is de taakvan de redactie om dat te voorkomen. Hetboekje geeft nu de indruk een samenraap-sel van artikelen te zijn, in plaats van ééngeheel. Desalniettemin is het uitstekendeniveau van de individuele artikelen redengenoeg om dit boekje van harte aan teraden aan de geïnteresseerde.

Matthijs den Dulk (student theologie en wijs-begeerte in Leuven, België)

84 Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 84

www.soteria.nl

Page 12: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

The Message of Mission, Howard Pesketten Vinoth Ramachandra, IVP Leicester 2003,288 blz., £ 9,99

Om maar meteen met de deur in huis tevallen: het is lang geleden dat ik zo ent-housiast was over een missiologisch boek.Dit boek, verschenen in de serie ‘The Biblespeaks today’, geeft vijftien boeiendestudies uit de hele breedte van de Bijbel,en slaagt er dan ook nog in om deze stu-dies te betrekken op de missionaire prak-tijk. Het is een goede greep geweest omvoor een dergelijk boek twee auteurs tekiezen. Zo kunnen Oost en West elkaar inde bezinning aanvullen en wordt ookduidelijk hoe vruchtbaar dat is. Peskett,Engelsman van geboorte en nu docent inBristol, was jarenlang verbonden aan dezendingsorganisatie OMF en doceerde inSingapore. Ramachandra is afkomstig vanen woonachtig op Sri Lanka en is werk-zaam als Azië-secretaris voor de studen-tenbeweging IFES. De studies zijn verdeeld in vier delen:Deel 1: World horizons, met twee studiesuit het Oude Testament en twee studiesover de pre-existentie van Christus alshoofd van de nieuwe schepping. In deel 2gaat het over zending en verkiezing, en erkomen in dat licht ook actuele thema’saan de orde als culturele identiteit ennationalisme. Deel 3 baseert zich voor-namelijk op Lucas 4 (the ‘Nazareth mani-festo’), de vrijheid die Jezus brengt en deopdracht en belofte die Hij geeft. En deel4 sluit dan af met twee studies over dox-ologie: Psalm 104 en het slot van deApocalyps. Steeds weer wordt de linkgelegd naar de missionaire praktijk enbeide auteurs hebben een dusdanig ruimeervaring dat er altijd wel wat te melden ofte verhelderen valt. Soms dreigt de studiezelfs een beetje te verdrinken in de prak-tijk-verhalen, maar dat is maar zelden hin-derlijk. Peskett heeft daar overigens ietsmeer last van dan Ramachandra. Een paar citaten die fundamenteel zijnvoor dit boek: ‘Christian mission leads usagain and again to the foot of the cross: allChristian mission must be shaped by thecross; the cross must never be behind us,but always in front of us’. De zending isvan Christus, en Christus is de

gekruisigde. Vandaar dat er een lijn looptvan zending naar lijden en zelfs marte-laarschap en dat zending per definitiezeer kritisch staat tegenover demachtsstructuren van de tegenwoordigewereld. De term ‘mission’ wordt breedgeïnterpreteerd, vanuit een loyale en diep-gaande reflectie op de bijbeltekst zelf. Destudies concentreren zich op de uniekeChristus; de ondertitel van het boek is nietvoor niets ‘The glory of Christ in all timeand space’, en vanuit die concentratiewaaiert de thematiek breed uit en gaat hetook over mensenrechten en socialegerechtigheid en over het behoud van deschepping. Opvallend, met name in de bij-dragen van Ramachandra, is de aandachtdie hij geeft aan de eenheid van de kerkals missionair moment: het ene lichaamwaardoor de wereld een glimp opvangtvan de nieuwe eschatologische mensheid. De bijgevoegde studievragen maken hetboek ook geschikt voor (werk)groepen.Kortom: dit boek hoort verplichte litera-tuur te zijn voor alle (a.s.) zendingswerk-ers, waar ook ter wereld.

drs. Nelly van Kampen-Boot.

Whose Religion is Christianity? The Gos-pel beyond the West. Lamin Sanneh, Eerd-mans Grand Rapids 2003, 138 blz., $12,00

Lamin Sanneh (Gambia), hoogleraar in degeschiedenis van zending en wereldchris-tendom, schreef een prachtig boekje. Devraag- en antwoordvorm waarin hetgegoten is, maakt het toegankelijk en pret-tig leesbaar. Vertrekpunt is dat het chris-tendom vandaag zijn meest vitale uit-drukking vindt in de niet-westersewereld. De auteur geeft een analyse vande stormachtige groei van het christen-dom en hij geeft aan wat de implicatieszijn. Er ontwikkelt zich een ‘post-christe-lijk Westen’, met als keerzijde een ‘post-westers christendom’. Tegelijk met deteruggang in het Westen doet zich eenmondiale opleving van het christendomvoor buiten de westerse organisatiestruc-turen om, doorgaans zonder academischeerkenning. Positieve berichtgeving overhet christendom en zending past niet in

85Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 85

www.soteria.nl

Page 13: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

het politiek correcte beeld. De westerseintellectueel denkt immers tolerant eninclusief. En zending staat voor intoleran-tie en opdringerige exclusiviteit. Ookchristelijke wetenschappers en missiolo-gen reageren nog wel eens sceptisch en innegatieve termen op deze ongekendegroei, of menen er gewoon aan voorbij tekunnen gaan. Daarachter bespeurt Sanneheen westers schuldcomplex over het kolo-niale verleden, dat verhindert het waregezicht van het wereldchristendom tezien. Hij vindt dat dit nu eens over moetzijn.Lamin Sanneh is bepaald niet blind voorde kwalijke effecten van de invloedrijke‘theologie van de voorspoed’, die de con-sumptiecultuur legitimeert en onrecht enarmoede bevestigt. Hij is beducht vooreen soort christendom dat in feite de oudekoloniale structuren met andere middelenin stand houdt. Dat type geloof wordtvooral gedreven vanuit de witte ‘evangeli-cal’ wereld van de Verenigde Staten. Inhaar kruistochtmentaliteit dient het inveel gevallen getrouw de belangen van‘God’s own country’. Sanneh vat datchristendom samen onder de noemerGlobal Christianity. Het loopt in grote lij-nen parallel met de economische globali-sering en is er de godsdienstige uitdruk-king van. Maar het zou fout zijn zichdaarop blind te staren.De aandacht van Sanneh gaat uit naar wathij noemt: World Christianity. En dat is eenander verhaal. Daarin staat – weer zo’nmooie zin- de inheemse ontdekking vanchristelijk geloof voorop, in plaats van dechristelijke ontdekking van inheemse cul-turen. Bijbelvertaling in meer dan 2.000lokale talen heeft koloniale structurenopengebroken en geleid tot bewaring vanlokale culturen. In meer talen dan welkereligie ook maar telt, bidden mensen enprijzen zij God. Het evangelie heeft ver-rassend wortel geschoten in samenlevin-gen die niet door de Verlichting zijngestempeld; uitgerekend op plekken waarde ongeletterden en underdogs(over)leven. Zij hebben het meest te lijdenonder de effecten van de globalisering,maar weigeren zich bij de doem daarvanneer te leggen. Hun onafhankelijke kerkenen geloofsgemeenschappen aan de onder-

kant van het ‘Empire’ zouden wel eenshet meest effectieve antwoord kunnen zijnop een globalisering die alle cultureleidentiteiten vervlakt tot een uniformiteit,opgelegd door dominante politieke, eco-nomische en sociale krachten. Zij verte-genwoordigen een pluraliteit van cultu-ren. In die pluraliteit ziet Sanneh al ietsvan een nieuwe humaniteit aan het lichtkomen, die niet door ras, sociale klasse,politieke positie of economische machtbepaald wordt, maar door de erkenningvan Jezus Christus als Heer. Door Hemaangeraakt dragen mensen een boodschapvan hoop; zij delen het goede nieuws metvreugde en op wervende wijze met hunomgeving. Deze christenen vervullen nietde Droom van Bevrijding of deConservatieve Droom, maar gaan iedereen eigen weg in het oplossen van huneigen problemen (Philip Jenkins).Voor de zendingstheologie valt er heelwat inspiratie op te doen. Dat is watLamin Sanneh wil overbrengen: als julliewesterse christenen weigeren je te latenmeenemen door deze nieuwe ontwikke-lingen in de geschiedenis van het christen-dom, worden jullie de verliezers. Degedachte die na het lezen van dit boekjeachterblijft, is dat er westerse benaderin-gen van missiologie zijn die bevrijdingnodig hebben uit de omstrengeling vaneen geseculariseerde cultuur. Tegen detrendy cultuur in, die geen raad weet metde onverwachte opkomst van religie enchristelijk geloof, zouden ook de institu-ten voor missiologie in ons land meermoeten uitdagen, durven voorop te gaan.Het gaat erom tegen opkomend seculierfundamentalisme in, de feiten serieus tesignaleren, de kerken een weg te wijzen,in de hoop dat zij, bemoedigd door deontdekking dat het ‘vol wonderen is omhen heen’, de sense of urgency terugvinden.Die kerken blijken nog niet bij machte omin te spelen op de nieuwe mondiale ver-houdingen. Zij hebben zich te zeer gecon-formeerd aan de schema’s van dezewereld en weerspiegelen gewillig de stijlen waarden van de ‘vrije markt’ (onzeeigen variant op de ‘theologie van devoorspoed’). Vanuit Afrika en andere niet-westerse gebieden worden wij bevraagdop onze levensstijl, breder nog: op de

86 Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 86

www.soteria.nl

Page 14: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

vooronderstellingen van de Verlichting.Wij worden uitgedaagd om de ontmoetingmet hen die buiten de moderniteit staanniet uit de weg te gaan. We zouden in dieontmoeting wel eens nieuwe ervaring vanGod op kunnen doen. Houdt de Geestvan Christus zich niet bij voorkeur op inde marges? Een ware testcase vormen de migranten-kerken. In hun groeiende missionaire aan-wezigheid onder ons weerspiegelen zij demondiale kerk van de toekomst. Strakszullen de kerken in Europa grotendeelsbestaan uit christenen uit het zuidelijkhalfrond. Hoe lang houden geseculariseer-de christenen het vol van hen te vragendat zij eerst hun ‘conservatieve’ theologieen ‘zendingsdrang’ moeten afleggen omvervolgens op ‘progressief’ niveau te wor-den bijgespijkerd, alvorens wij bereid zijnhen zoals zij zich presenteren als volwaar-dige partner te ontmoeten teneinde henruimte te geven binnen de ene zendingvan God?

drs. Wout van Laar (directeur NederlandseZendingsraad)

De Bijbel in context. Oecumenische toe-nadering rond de Schriften. M. vanLeeuwen (red.), Meinema Zoetermeer 2004, 64 blz. € 9,90

Het betreft een dun boekje, maar heelwaardevol. In 1998 publiceerde deWereldraad van Kerken de notitie ATreasure in Earthen Vessels (‘Een schat inaarden vaten’). De beraadgroep ‘Gelovenen kerkelijke gemeenschap’ van de Raadvan Kerken in Nederland maakte hiervaneen uitgebreide bewerking, die uitmond-de in dit boek. Binnen verschillende ker-ken (Orthodox, Rooms-Katholiek,Protestants, Evangelisch) wordt op ver-schillende manieren met de Bijbel omge-gaan. Dit boek wil bijdragen om vanelkaar te leren, om te zien waar verschil-len liggen en waar we elkaar vinden. Hetthema betreft dus het oecumenischgesprek tussen de kerken over hunomgang met de Bijbel.Het eerste hoofdstuk beschrijft drie con-texten waarin de Bijbel wordt gelezen: de

vierende gemeente, de cultuur en de aca-demie met haar wetenschap. Wat betreftcultuur wordt bijvoorbeeld gewezen opde hellenisering van het christendom inde vroege kerk en de hellenistischeinvloed van de allegorische bijbeluitleg,die eeuwenlang in de interpretatiemetho-de domineerde.In hoofdstuk 2 worden in vogelvlucht deinterpretatiemethoden en benaderingswij-zen besproken. Ze worden ingedeeld inzes hoofdgroepen: 1. de historisch-kriti-sche methode, 2. methoden van literaireanalyse, 3. op traditie gebaseerde benade-ringswijzen, 4. menswetenschappelijkebenaderingen, 5. contextuele benaderings-wijzen en 6. de fundamentalistische wijzevan bijbellezing. Deze benaderingen wor-den stuk voor stuk kort, maar helder uit-eengezet. Helaas worden de evangelicalsop pg. 39 in één adem met de fundamen-talisten genoemd. Dit is een misser! Ikdenk dat er in Nederland hoegenaamdgeen fundamentalist en zeker geen evan-gelical te vinden is die zich in de gegevenomschrijving zal herkennen: ‘Men leest inwat helemaal niet historisch is bedoeldtoch iets historisch en houdt geen reke-ning met symbolische of figuratieve bete-kenissen’ (pg.29). Daarom had het oordeelover deze groep (volgens de statistiekenvan Barrett ongeveer 66% van alle christe-nen wereldwijd!) niet neergeschrevenmogen worden: ‘Zij bedriegt mensen diebijbelse antwoorden zoeken voor hunlevensproblemen door hun vrome maarbedrieglijke verklaringen aan te bieden, inplaats van te zeggen dat de Bijbel niet perse een onmiddellijk antwoord heeft voorelk van die problemen’ (pg.30). Hier blijkthelaas dat er nog een behoorlijke verzui-ling in Nederland bestaat tussen ‘oecu-menischen’ en ‘evangelischen’.Hoofdstuk 3 ‘Naar een oecumenische her-meneutiek’ bespreekt vragen met betrek-king tot Schrift en traditie, canon en gezagen laat zien dat in al deze vragen de ver-schillende tradities door wetenschappelijkonderzoek dichter tot elkaar zijn geko-men. Een interessante kwestie die wordtopgeworpen is deze: zou de canon die wekennen nog kunnen worden uitgebreid?Bijv. wanneer er een verloren brief vanPaulus teruggevonden zou worden. In dit

87Soteria maart 2005

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 87

www.soteria.nl

Page 15: Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 74 Recensies · leg niet op de Hebreeuwse tekst wordt teruggegrepen, maar dat daarbij vaak de tekst van de Statenvertaling, NBG- en Willibrordvertaling

gedeelte ook een prachtige uiteenzettingover hoe men in de verschillende traditiesin verleden en heden de relatie OT – NTziet. Onomwonden wordt gesproken overhet unieke en het ‘tegoed’ van het OT.Hier leren we God kennen als de Heervan de geschiedenis en de Rechter die derechten van armen en verdruktenbeschermt.In het laatste hoofdstuk komt de spanningtussen contextualiteit en katholiciteit aande orde. Geloof krijgt in wisselende con-texten wisselende accenten, maar het iswel het éne geloof in Christus. En dan iser nog het punt van de hermeneutischegemeenschap, wat verweven is met hetthema ‘gezag’. Hoe wordt bepaald welke

interpretatie de juiste is? Men eindigt mette zeggen dat ondanks alle toenaderingvan de laatste decennia, het nog een heelkarwei zal zijn om gemeenschappelijkegrond te vinden waarop de kwestie vanhet leergezag door de kerken kan wordenbesproken op een manier die iets van con-sensus belooft (pg.62).Ondanks het hier en daar denigrerendspreken over ‘fundamentalisten’ en ‘evan-gelischen’ is dit boekje toch zeker demoeite waard om te lezen. Het stelt degrote vragen m.b.t. lezing en gezag van deSchrift aan de orde en helpt je om begripte hebben voor andere tradities.

drs. Gijs van den Brink

88 Soteria maart 2005

Wij ontvingen en komen mogelijk terug op:

De Naardense Bijbel. De volledige tekst vande Hebreeuwse Bijbel en het NieuweTestament, vertaald door Pieter Oussoren,Skandalon & Plantijn, Vugt, 1656 blz., € 66,00Axis of Peace; Christian Faith in Times ofViolence and War, S. Wesley Ariarajah, WCCPubl., Genève, 137 blz., € 12,30Rethinking Ecumenism; Strategies for the21st century, Freek L. Bakker (red.), MeinemaZoetermeer, 300 blz., € 29,90Een leger van licht; Hoop op vrede in hetMidden-Oosten, Anne van der Bijl en Al Janssen,Ark Boeken Amsterdam, 341 blz., € 17,95Intimiteit, illusie of werkelijkheid; Hoe deleegte in je hart wordt vervuld, SignaBodishbaugh, Coconut Almere, 225 blz., € 17,90Mission: the Soul of Ecumenism, Jan vanButselaar, Boekencentrum Zoetermeer, 134 blz.,€ 19,50Israël, volk, land en staat; Terugblik en per-spectief, drs. M. van Campen en dr. G.C. denHertog (red.), Boekencentrum Zoetermeer 2005, 247blz., € 16,90Wiens beloofde land? De voortdurende crisisrond Israël en Palestina, Colin Chapman, KokKampen, 464 blz., € 34,90The message of Trinity. Serie The BibleSpeaks Today, Brian Edgar, IVP Leicester,336 blz., £ 9,99Seeking Cultures of Peace; A peace churchconversation, Fernando Enns, Scott Holland &Ann K. Riggs, WCC Publ., Genève, 260 blz.,€ 19,00Leiderschap in de stijl van de Heer, AjithFernando, Medema Vaassen, 317 blz., € 19,95Profetie, M.D. Geuze, Gideon Hoornaar, 168 blz.,€ 9,95

Adam en Eva in het Paradijs; Actuele visiesop man en vrouw uit 2000 jaar christelijketheologie, Harm Goris en Susanne Hennecke(red.), Meinema Zoetermeer 2005, 200 blz., € 18,50Tijd voor de waarheid; Onafhankelijk levenin een wereld van leugens, hypes en rumoer,Os Guinness, Kok Kampen, 128 blz., € 12,90Demonstrant, lobbyist of gesprekspartner?De presentie van de kerk in de samenleving,A.A van Houwelingen e.a. (red.), Kok Kampen,199 blz., € 24,90Verklaring van de Hebreeuwse Bijbel - 1Koningen 1-11. Commentaar voor bijbelstu-die, onderwijs en prediking, H. Jagersma, KokKampen, 256 blz., € 29,90New Testament Theology; Many witnesses,one Gospel, I. Howard Marshall, IVP DownersGrove, Ill., 765 blz., £ 24,99De vastheid van het gesproken Woord, B.J.E.van Noort, Teologia Dordrecht, 270 blz., € 19,95The Story of Israel; a Biblical Theology, C.Marvin Pate e.a., IVP Downers Grove, Ill.,320 blz., £ 14,99Christian Zionism; Road-map toArmageddon?, Stephen Sizer, IVP Leicester,298 blz., £ 14,99Is geloven redelijk?, Wessel Stoker, MeinemaZoetermeer, 264, blz., € 27,50Kijk op geloof; Christelijk geloof uitgelegd,Henri Veldhuis, Boekencentrum Zoetermeer,287 blz., € 16,50Tegendraads lezen; De Schrift vanuit joodsperspectief, Kees Waaijman, Kok Kampen,151 blz., € 14,90De wereld, onze woning; Christen tussenschepping en herschepping, C. v.d. Waal, VanBerkun Graphics b.v., Zwaag, 126 blz., € 12,95

Sotrec.maart2005 23-02-2005 16:47 Pagina 88

www.soteria.nl