2019 - 2020...Studenten voor te bereiden op de ‘leerstage’ in het laatste opleidingsjaar...
Transcript of 2019 - 2020...Studenten voor te bereiden op de ‘leerstage’ in het laatste opleidingsjaar...
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 1
KENNISMAKINGSSTAGE IN EEN APOTHEEK
2019 - 2020
KU Leuven
__________________________
Prof. Veerle Foulon – Apr. Karlien Van Heuverswyn – Ann Verhulst
Laatste update: april 2020 (n.a.v. COVID 19)
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 2
INHOUDSTAFEL
Inhoudstafel ..................................................................................................................... 2 Inleiding ........................................................................................................................... 3 Syllabus: De belangrijkste elementen ivm dit opleidingsonderdeel op een rijtje .............. 6 Achtergrond: Wat je over dit opleidingsonderdeel moet weten ...................................... 10
Afspraken ...................................................................................................................... 11 Opdrachten .................................................................................................................... 12 Portfolio ......................................................................................................................... 12 Evaluatie ........................................................................................................................ 13 Als start enkele tips ....................................................................................................... 15
Introductiesessie ............................................................................................................ 17 Stage in een officina-apotheek ...................................................................................... 21
Algemene gegevens: de apotheek waar je stage loopt .............................................. 22 Thema 1: Afleveren aan de balie ................................................................................... 23
1. Farmacokinetiek en –dynamiek in de praktijk.............................................. 23 2. Anticonceptie en noodanticonceptie ............................................................ 26 3. Verschillende toedieningsvormen en galenische formulaties ................... 28
4. Interacties tussen geneesmiddelen .............................................................. 30 5. Medicatiehistoriek .......................................................................................... 32
6. Planten als bron van geneesmiddelen ......................................................... 33 7. Zelfzorgaflevering bij misselijkheid, hoest of neusverstopping ................ 35 8. Zelfzorgaflevering bij pijn en/of koorts ......................................................... 37
9. Zelfzorgaflevering bij diarree of obstipatie .................................................. 39 10. Geneesmiddelen bij allergie .......................................................................... 40
Thema 2: Magistrale en officinale bereidingen .............................................................. 41 Thema 3: Parafarmacie en randassortiment in de apotheek ......................................... 42
Thema 4: Communicatie in de apotheek ....................................................................... 43 Thema 5: Farmaceutische zorg - organisatie - logistiek – wetgeving - reclame ............ 45 Thema 6: Onder de loep ................................................................................................ 46
Kritische reflectie* .......................................................................................................... 48
PATIENTENINTERVIEW ............................................................................................... 50
INTERVIEW MET EEN APOTHEKER ........................................................................... 57 INTERVIEW MET EEN HUISARTS ............................................................................... 59
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 3
INLEIDING
Stage lopen is een belangrijk en essentieel onderdeel van de opleidingen aan de Faculteit Farmaceutische
Wetenschappen. Deze stages kaderen in de leerlijn ‘farmaceutisch werkveld’, die doorheen het hele
curriculum loopt.
In eerste bachelor kregen jullie een inleiding op de rol van de apotheker van bij de ontwikkeling van
geneesmiddelen tot bij de aflevering ervan. De stage in tweede bachelor laat jullie kennis maken met de
beroepsomgeving van de apotheker in een openbare apotheek. In derde bachelor kunnen jullie kiezen voor
een stage in een ziekenhuisapotheek, in een farmaceutisch bedrijf of in een klinisch laboratorium.
In de master in de farmaceutische zorg lopen studenten in het eerste jaar een werkveldstage in het eerste
semester en 4 weken stage in een ziekenhuisapotheek of op een klinische afdeling van een ziekenhuis in
het tweede semester; in het tweede jaar van de masteropleiding lopen ze een jaar stage in een openbare
apotheek, wat hen toelaat na afstuderen de titel van apotheker te dragen.
Studenten in de master in de geneesmiddelenontwikkeling lopen in hun tweede jaar een volledig
academiejaar stage in een farmaceutisch bedrijf.
Het is de bedoeling dat je doorheen al deze stages je eigen leerproces in handen neemt en geleidelijk
aan zicht krijgt op je persoonlijk functioneren. Je zal tijdens deze stages immers heel wat ervaringen
opdoen en hierdoor veel te weten komen over jezelf als stagiair, over je eigen kunnen en beperktheden,
over je unieke kwaliteiten, over je toekomstige beroepsomgeving, … We wensen jullie alvast een boeiende
tijd toe!
Overzicht van ondersteunende momenten voor het keuzeproces:
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 4
Deze stagemap is een leidraad bij de kennismakingsstage in de apotheek. In een eerste deel wordt
voornamelijk praktische informatie gegeven over het opzet en het verloop van deze stage. Vervolgens vind
je uitleg bij de verschillende opdrachten. Bij deze opdrachten is telkens ook ruimte voorzien om je eigen
ervaringen te noteren, zowel tijdens de stage als tijdens de terugkomsessies.
Deze stagemap is er in de eerste plaats voor jou. Door het nauwgezet bundelen van je ervaringen zal je
zicht krijgen op je eigen functioneren en je persoonlijke groei. Dankzij de concrete opdrachten zal je ook
een zicht krijgen op wat de faculteit van jou verwacht tijdens deze stage (het leggen van verbanden tussen
theorie en praktijk). De verwerking van je opdrachten zal nagekeken worden door je stagebegeleider (een
laatstejaarsstudent), moderatoren van de terugkomsessies (eveneens laatstejaarsstudenten) en door het
begeleidingsteam betrokken bij dit OPO.
Geheimhouding
Wie en wat je ziet, hoort en leest op stage valt onder het beroepsgeheim. Je anonimiseert patiëntengegevens als je hierover rapporteert of vertelt tijdens de terugkomdagen. Ook bij vrienden en familie is dit beroepsgeheim van toepassing.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 5
DEEL 1:
ACHTERGROND PRAKTISCHE INFORMATIE
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 6
SYLLABUS: DE BELANGRIJKSTE ELEMENTEN IVM DIT OPLEIDINGSONDERDEEL OP EEN RIJTJE
Dit opleidingsonderdeel heeft tot doel:
Studenten te laten kennismaken met de beroepsomgeving van de officina-apotheker (exploreren van
de beroepsomgeving, kennismaking met expertgedrag)
Studenten een zicht te geven op de rol van de apotheker en die van andere deskundigen in de
gezondheidszorg (m.i.v. de maatschappelijke relevantie van het apothekersberoep)
Studenten voor te bereiden op de ‘leerstage’ in het laatste opleidingsjaar
Studenten te laten kennismaken met een praktijksituatie waarop theorie, die in het curriculum
gedoceerd wordt, kan geënt worden (verduidelijking van de authenticiteit van de leerstof)
Studenten te motiveren voor de opleiding in de farmaceutische wetenschappen
Studenten verantwoordelijkheid te laten opnemen voor het eigen leerproces
Studenten te leren reflecteren en rapporteren over het eigen leerproces, over keuzes en toekomstige
oriëntaties
Studenten in groep ervaringen te laten uitwisselen en eigen inzichten te toetsen aan die van anderen
Dit veronderstelt dat studenten:
Geïnteresseerd zijn in het werkveld van de apotheker
Gemotiveerd zijn om in een korte tijdsspanne en gedeeltelijk op eigen initiatief, een heel aantal facetten
van de functie van officina-apotheker te leren kennen
Bereid zijn om ervaringen uit te wisselen in groep en standpunten te toetsen aan die van anderen
Bereid zijn om verantwoordelijkheid op te nemen voor het eigen leerproces en hierover te rapporteren
Het opleidingsonderdeel bestaat uit 3 dagen kennismakingsstage in een officina-apotheek (voor of
tijdens de paasvakantie), een aantal voorbereidings- en verwerkingsopdrachten en twee
terugkomsessies op de faculteit. Omwille van de corona-pandemie wordt in 2019-2020 de stage
uitgesteld naar de zomermaanden, en zijn deze eigenlijke stagedagen facultatief. De
terugkomsessies zullen allemaal via Skype verlopen.
Het opleidingsonderdeel heeft geen eindexamen tijdens de juni-zittijd, maar kent een OPO-
benadering doorheen het semester, m.a.w. van jou als student wordt gedurende het semester inzet,
participatie en een actieve inbreng aan het opleidingsonderdeel verwacht.
Planning:
1. Introductiesessie + sessie Quick Quotes 3 uur 30 12/02/2020 en 18/02/2020
2. Interview arts of apotheker 6u vanaf 18/02/2020
3. Les Patiëntenperspectief 2u 19/02/2020
4. Patiëntinterview 7u vanaf 20/02/2020
5. Stage in een officina-apotheek (vrijblijvend): 24 uur tussen 29 juni en 4 september 2020
6. Terugkommoment 1 3 uur 30 27 of 28 april 2020
7. Terugkommoment 2 3 uur 30 11 of 12 mei 2020
8. Opdrachten/ Portfolio 16 uur doorlopend
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 7
1. Introductiesessie + sessie Quick Quotes
Voorafgaand aan de stage wonen de studenten een introductiesessie bij waarin doelstellingen en
opdrachten van de stage toegelicht worden. Er wordt ook aandacht geschonken aan praktische
aspecten zoals deadlines, afspraken, het gebruik van het portfolio, evaluatiecriteria, etc.
Na de introductiesessie vindt de sessie Quick Quotes plaats. Tijdens deze sessie wordt in kleine
groepjes van gedachten gewisseld over de rol van de apotheker, de invulling van het beroep anno 2020,
de perceptie van studenten hieromtrent, de persoonlijke studiekeuze voor farmaceutische
wetenschappen, ideeën over masterkeuze etc. Het format van een World Café wordt gebruikt om een
aantal stellingen te bediscussiëren. De sessie zal in goede banen geleid worden door begeleiders
betrokken bij dit opleidingsonderdeel.
2. Start interview arts of apotheker
De student neemt individueel een kort interview af van de eigen huisarts of van de eigen apotheker. De
focus van het interview ligt op het omschrijven van de rol van de apotheker. Hoe ziet een arts de rol
van de apotheker? Welke samenwerkingsmogelijkheden ziet hij/zij? Hoe zien apothekers hun rol
evolueren? De richtvragen voor de interviews worden vooraf met de studenten overlopen.
De studenten nemen deze interviews bij voorkeur op en tikken ze verbatim (woord per woord) uit. Dit
interview verloopt telefonisch of via Skype/ Zoom / Teams,…
3. Les “Patiëntenperspectief” i.k.v. patiënteninterview
Studenten krijgen een inleiding op het gebruik van geneesmiddelen, vanuit het patiëntenperspectief.
Vanuit deze achtergrond worden vragen voor het patiënteninterview voorbereid.
4. Start patiënteninterview
Elke student neemt, individueel, een kort interview af van een patiënt met een chronische aandoening
(familielid, buur, vriend, …). De focus van het interview ligt op het omschrijven van de rol van de
apotheker. Wat verwacht een patiënt van de apotheker? Welke begeleiding wil hij/zij bij het gebruik
van de medicatie? De studenten nemen deze interviews bij voorkeur op en tikken ze verbatim uit. Dit
interview verloopt telefonisch of via Skype/ Zoom / Teams,…
5. Stage in een officina-apotheek
Studenten lopen drie dagen stage in een officina-apotheek. In 2019-2020 is deze stage facultatief. Ze
vindt plaats in de zomer, tussen 29 juni en 4 september. Een student wordt bij voorkeur toegewezen
aan een apotheek waar een student van het laatste jaar stage doet. De verdeling gebeurt op basis van
de woonplaats van de student. Het hoofdaccent ligt op het kijken naar de verschillende aspecten van
het beroep van officina-apotheker. Sommige studenten zullen de mogelijkheid krijgen eenvoudige taken
uit te voeren.
De studenten leren van ‘peers’ die al verder geëvolueerd zijn in het leerproces.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 8
Thema’s observatie- en verwerkingsopdrachten:
Aflevering van geneesmiddelen: geneesmiddelen op voorschrift en OTC-geneesmiddelen
Bereiding van geneesmiddelen: op voorschrift, huisbereidingen
Parafarmacie en randassortiment in de apotheek
Communicatie: met patiënten, met artsen, …
Farmaceutische zorg - organisatie – logistiek – wetgeving – reclame: aankoop en verkoop,
terugbetaling, wetgeving, deontologie van het apothekersberoep, …
Verslavingsproblematiek (benzodiazepines)
Kritische reflectie
De observatieopdrachten werden zo gekozen dat ze studenten in staat stellen om de verschillende
aspecten van het beroep van officina-apotheker te leren kennen en vormen het startpunt voor de
verwerkingsopdrachten die verbonden zijn aan dit opleidingsonderdeel.
De studenten krijgen een duidelijke handleiding bij deze opdrachten, zodat ze weten wat van hen
verwacht wordt. Omdat in 2019-2020 de stage niet voorafgaat aan de terugkomdagen, werden de
opdrachten enigzins herwerkt. In de map staat duidelijk aangegeven wat van studenten verwacht wordt.
De studenten gebruiken deze stagemap tegelijk als een logboek waarin ze enerzijds hun observaties
noteren en anderzijds bedenkingen, ideeën en vaststellingen opschrijven die gebruikt kunnen worden
bij de verwerking.
Na de stage heeft de student:
De link leren leggen tussen reeds verworven theoretische kennis en de praktijkomgeving
Kennis verworven over de verschillende aspecten van het beroep van officina-apotheker
(aflevering, bereiding, administratie, overleg, …)
Een praktijkbasis verworven waarop nieuwe theoretische kennis kan geënt worden
Een kennisbasis verworven waarop de latere ‘leerstage’ in het vijfde opleidingsjaar kan verder
bouwen
6. Terugkommoment 1
De studenten worden ingedeeld in groepjes van een 8-tal studenten.
Per groepje wisselen de studenten, op basis van de observaties en de bijhorende opdrachten,
ervaringen uit. Tijdens terugkommoment 1 zal aandacht besteed worden aan de verwerking van de
patiënteninterviews, zal ingegaan worden op communicatie in de apotheek en zullen een aantal
specifieke oefeningen i.v.m. apotheekpraktijk overlopen worden. Er worden ook afspraken gemaakt
over wie welke opdrachten verder uitwerkt tegen terugkomsessie 2.
De studenten worden tijdens de sessies begeleid door een tweetal studenten van het laatste jaar master
farmaceutische zorg.
7. Terugkommoment 2
De studenten worden ingedeeld in groepjes van een 8-tal studenten.
Tijdens terugkommoment 2 wordt vooral aandacht besteed aan de opdrachten. De theoretische
achtergrond waar de opdrachten bij aanleunen komt hier uitdrukkelijk aan bod. Daarnaast wordt
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 9
ingezoomd op de interviews met zorgverleners (artsen en apothekers). De studenten worden tijdens de
sessies begeleid door een tweetal studenten van het laatste jaar master farmaceutische zorg.
Door actieve deelname aan de terugkommomenten heeft de student:
Het belang van de theoretische OPO’s leren inzien
Op een constructieve manier verbanden leren leggen tussen de theoretische principes en
praktijkvoorbeelden
Inzicht verworven in de verschillende aspecten van het beroep van officina-apotheker
Een (beperkt) overzicht van de rol van de apotheker en die van andere deskundigen in de
gezondheidszorg
Geleerd ervaringen uit te wisselen in groep en eigen inzichten te toetsen aan die van anderen
8. Map/ Portfolio
Studenten maken, op basis van het logboek of stagemap, een eerste deel van een (elektronisch)
portfolio aan dat tijdens de verdere opleiding gebruikt zal worden. Het portfolio heeft als taak een
uitwisselings- en archiveringsmedium te zijn.
In het kader van de kennismakingsstage in de apotheek verzamelt de student binnen zijn of haar
portfolio-omgeving op overzichtelijke wijze de verwerkingsopdrachten. Daarnaast wordt ook aandacht
besteed aan het opstellen van leerdoelen en kritisch reflecteren over de eigen stage-ervaringen en over
de wijze waarop die ervaringen een rol spelen in de motivatie en oriëntaties voor de verdere opleiding.
Door het werken aan het portfolio leert de student:
Reflecteren over het eigen leerproces
Verantwoordelijkheid opnemen voor het eigen leerproces
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 10
ACHTERGROND: WAT JE OVER DIT OPLEIDINGSONDERDEEL MOET WETEN
Bij het vormgeven van het OPO ‘Kennismakingsstage in een apotheek’ werd vertrokken vanuit de idee om
de theoretische kennis meer te laten integreren in de praktijk. Een kennismakingsstage als eerste
praktijkervaring leent zich hier zeer goed toe.
Voor dit OPO betekent dit concreet dat tijdens de stage en terugkomdagen verbanden gelegd zullen
worden met inhouden van enkele theoretische OPO’s uit de tweede studiefase. Op die manier kan
ingezien worden dat datgene wat in de cursussen wordt aangeboden van belang is in het werkveld.
Anderzijds zal de kruisbestuiving van theorie en praktijk studenten extra oefenen in het onder de knie krijgen
van de theoretische principes en termen.
De link tussen de theorie en de praktijk wordt gelegd doordat de opdrachten aansluiten bij volgende vijf
OPO’s:
1. OPO Algemene farmacologie en farmacokinetiek (Prof. P. Annaert)
2. OPO Farmaceutische hulpstoffen (Prof. J. Rozenski)
3. OPO Algemene ziekteleer (Prof. P. Gillard)
4. OPO Medicinale chemie (antibiotica) (Prof. E. Lescrinier)
5. OPO Farmaceutische biologie (Prof. P. De Witte)
Een evenwichtige verdeling van de cursusinhouden over de opdrachten werd nagestreefd, al lenen
bepaalde onderwerpen zich uiteraard beter tot praktische invulling.
Sommige studenten zullen bij het volgen van dit opleidingsonderdeel nog niet alle bovenstaande OPO’s
gevolgd hebben. We trachten hier rekening mee te houden. Zo zijn er bij een aantal opdrachten
keuzemogelijkheden (niet elk geneesmiddel dient besproken te worden), terwijl andere opdrachten dan
weer een grote persoonlijke vrijheid laten aan de student wat de invulling van de vraag betreft. Wanneer
toch theoretische principes besproken dienen te worden die de student nog niet gezien heeft, zal hij of zij
door het zelfstandig opzoeken een voorsprong opbouwen met het oog op het afleggen van dat
opleidingsonderdeel later in zijn curriculum.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 11
AFSPRAKEN Het is belangrijk om vóór de start van de kennismakingsstage de stagemap grondig door te nemen!
Wat zijn de verschillende observatie- en verwerkingsopdrachten?
Wat moet ik zeker lezen of opzoeken vooraf aan de stage (bv. artikels, cursussen OPO’s, ...)?
Welke opdrachten moet ik vooraf aan de stage reeds oplossen?
Waar moet ik tijdens de stage op letten?
Heb ik bepaalde vragen voor de stagiair of stagemeester?
Het vooraf doornemen van de map samen met het opzoeken van informatie zal je heel wat voordelen bieden
tijdens je driedaagse ontdekkingstocht door de apotheek. Je zal je hopelijk ook meer bewust zijn van de
theoretische principes waar de opdrachten op steunen. Je zal bijgevolg meer tijd kunnen besteden aan het
opdoen van praktijkgerichte ervaringen, zodat je op een onbewuste, maar effectieve manier de theorie met
de praktijk integreert.
Informatie opzoeken kan je doen gebruik makend van internetbronnen. Daarnaast zal het (vooraf)
raadplegen van cursusmateriaal van de beschreven opleidingsonderdelen waarmee een link werd
ingebouwd heel nuttig – en misschien zelfs noodzakelijk – zijn. In de opdrachten wordt gevraagd om de link
aan te geven met het theoretische onderdeel waar de opdracht over gaat, bv. een farmacokinetische
parameter, een hulpstof, een antibioticum, … Naar deze achterliggende theoretische principes wordt tijdens
de terugkommomenten specifiek gepeild (= een onderdeel van de evaluatie).
Dit vooraf opzoeken van informatie betekent niet dat informatie opzoeken in informatiebronnen die
voorhanden zijn in de apotheek verboden is. Bij het uitschrijven van de opdrachten na de stage zal het
opzoeken van informatie eveneens onontbeerlijk zijn.
Naast een degelijke voorbereiding wordt een actieve en open houding verwacht tijdens de aanwezigheid in
de apotheek. Andere te verwachten competenties zijn onder andere stiptheid, beleefdheid, leergierigheid,
nieuwsgierigheid, interesse, orde, afspraken naleven, …
Verderop wordt ter illustratie een overzicht gegeven van mogelijke bronnen die gebruikt kunnen worden ter
voorbereiding of afwerking van de opdrachten.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 12
OPDRACHTEN
Bij het opstellen van de opdrachten werd veel belang gehecht aan het diverse takenpakket van de officina-
apotheker. De opdrachten zijn richtinggevend en zouden er moeten voor zorgen dat jij als student tijdens je
stage met al deze facetten in contact komt.
Bij de invulling van de opdrachten werd dan weer getracht om enerzijds linken te leggen met de vijf
theoretische opleidingsonderdelen en anderzijds de actuele praktijkcontext te betrekken. De link met de
OPO’s is soms misschien minder duidelijk, maar het is jouw taak om deze link te achterhalen.
De opdrachten post je op je portfolio. Bij de specifieke opdracht wordt vermeld in welke map je het document
bewaart. Gelieve rekening te houden met deze uploadplaatsen om zo het voorbereidingswerk van de
stagiairs in het kader van de terugkomsessie zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.
Er is in de opdrachten hier en daar een keuzecomponent terug te vinden. Hiermee bedoelen we dat je niet
altijd alle geneesmiddelen die vermeld staan moet bespreken of opzoeken. Het is de bedoeling dat je die
dingen die jou interessant lijken extra aandacht geeft.
Om ervoor te zorgen dat elke student kennis heeft gemaakt met de diverse onderwerpen in een apotheek
is elk thema verplicht maar is er binnen elk thema ruimte voor een specifieke invulling.
Deadlines voor het posten van de stage-opdrachten op je portfolio:
Beknopte voorbereiding van de verschillende opdrachten (zie verder) en interview met patiënt:
23 april 2020, 23h59
Uitgebreide voorbereiding (ppt-formaat) van een 2-tal opdrachten (af te spreken op de eerste
terugkomdag) en interview met zorgverlener:
7 mei 2020, 23h59
Vergeet het portfolio niet te delen met moderatoren en groepsleden – dit is mogelijk vanaf het moment dat
de groepsindeling van de terugkomdagen op Toledo verschenen is.
PORTFOLIO Zoals hierboven vermeld, worden de antwoorden op de opdrachten per thema uitgewerkt in een word-
document dat in de juiste map op je portfolio geplaatst wordt. Geef aandacht aan het gebruik van de juiste
bestandsnaam!
Als al je opdrachten klaar zijn en gepost werden op je portfolio, post je het portfolio (o.v.v. zip-bestand)
als assignment in de course ‘Kennismakingsstage in een apotheek’ (deadline: 31 mei 2020, 23h59).
Zonder het uploaden van je portfolio als zip-bestand kan je niet slagen voor het opleidingsonderdeel.
Op Toledo vind je binnen de course ‘Kennismakingsstage in een apotheek’ meer informatie over hoe om te
gaan met het portfolio.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 13
EVALUATIE
De evaluatie gebeurt aan de hand van meerdere parameters en wordt finaal uitgedrukt in een pass of fail.
Allereerst zullen de moderatoren van de terugkomdagen een beoordeling invullen over jouw
medewerking én jouw kwalitatieve inbreng. Enkel en alleen aanwezig zijn tijdens de contactmomenten
is dus niet voldoende om een pass te krijgen! Tijdens de terugkomsessies zal inhoudelijk dieper ingegaan
worden op indicaties, kinetische parameters, … We verwachten van studenten dat ze de opdrachten
grondig uitwerken en hierover in dialoog kunnen gaan met medestudenten en begeleiders.
Daarnaast zal je portfolio beoordeeld worden door de moderatoren en het begeleidingsteam.
De evaluatieroosters worden hieronder weergegeven.
Belangrijk: het is niet de bedoeling dat studenten info of voorbereidingen van elkaar ‘kopiëren’.
Uiteraard mag je bij de eerste, beknopte, voorbereiding een aantal elementen kopiëren uit bronnen
die je raadpleegt (als achtergrondmateriaal), maar bij de eigenlijke uitwerking (tussen terugkomdag
1 en 2) verwachten we een grondige verwerking. Je selecteert de informatie die je nodig hebt om een
opdracht op te lossen en verwerkt deze informatie op een zodanige manier dat je beknopt, efficiënt en in je
eigen woorden de vraag beantwoordt. Vergeet niet te refereren naar de gebruikte bronnen!
Taken
Opmerkingen
(bv. niet alle opdrachten ingestuurd, ... )
Aanwezig
Opdrachten
(tijdig en allemaal ingestuurd, toegang
portfolio)
Afwezig
0
Ondermaats
1
Matig
2
Goed
3
Heel goed
4
Uitmuntend
5
Motivatie
Leergierigheid
Stiptheid
Communicatie
Professioneel voorkomen
Deelname gesprek
(Kritische) reflectie
Kwaliteit voorbereiding
Inhoudelijke kennis
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 14
Wanneer een van bovenstaande voorwaarden geschonden wordt, kan dit een fail tot gevolg hebben.
De pass of fail wordt toegekend in de tweede examenperiode (juni).
Studenten die een pass kregen kunnen na afloop van het OPO nog bijkomende persoonlijke feedback
krijgen. Op die manier wordt geprobeerd om het individuele leerproces zo goed mogelijk te sturen zodat je
in de toekomst op een constructieve manier kan blijven groeien.
Heb je een fail voor dit opleidingsonderdeel, contacteer zo snel mogelijk de verantwoordelijke docent
(veerle.foulon@ kuleuven.be).
Bij het niet slagen voor dit opleidingsonderdeel zal door het begeleidingsteam een remediëringsopdracht
(herexamen) voorgesteld worden die schriftelijk moet ingediend worden tegen uiterlijk 1 september 2020
via mail aan veerle.foulon@ kuleuven.be en stagefarmaceutischewetenschappen@ kuleuven.be.
De beoordeling van je functioneren op de stageplaats gebeurt door de stagemeester. Deze beoordeling
is vooral bedoeld om jou feedback te geven op je functioneren, en er voor te zorgen dat je hieruit kan leren
voor volgende stages en andere opleidingsonderdelen. Deze beoordeling volgt na de tweede
examenperiode en zal dus niet in rekening gebracht worden voor het bepalen van de pass/fail. De
elementen waarop de stagemeester feedback zal geven, zijn: medewerking, stiptheid, beleefdheid,
leergierigheid, nieuwsgierigheid, interesse, orde, afspraken naleven, ....
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 15
ALS START ENKELE TIPS
Omwille van de corona-pandemie wordt de eigenlijke stage uitgesteld naar de zomer (juli-augustus
2020). De opdrachten in deze map vormen nog steeds een leidraad voor deze stage.
Bij elk van de opdrachten wordt aangeduid hoe studenten deze opdrachten kunnen uitwerken
voorafgaand aan de eigenlijke stage-ervaringen. De geel gemarkeerde delen geven duidelijk aan
wat we verwachten tegen de terugkomdagen.
Studenten kunnen tijdens de eigenlijke stage (in de zomer) verder aan de slag met deze opdrachten.
De verder uitgewerkte opdrachten mogen toegevoegd worden aan het portfolio, maar worden niet meer
beoordeeld.
“Bezint eer ge begint!” Voorbereiding op de stage is onontbeerlijk!
Haal de cursussen van de hierboven beschreven OPOs van onder het stof en gebruik deze ook echt.
Maak vooraf een duidelijk overzicht van de observatieopdrachten. Een oplijsting van de
voorbeeldgeneesmiddelen die vermeld werden in de stagemap kan helpen om efficiënt te observeren.
Probeer de link met de cursus te vinden en beperk je niet tot een oppervlakkige vergelijking. Gebruik
de termen zoals deze in de theoretische opleidingsonderdelen gezien werden, bv. flip-flop kinetiek,
immuunsuppresivum, zonnefilter, therapeutische index, …
Beperk je zeker niet tot het cursusmateriaal. Gebruik informatiebronnen die via internet en in de
stageapotheek ter beschikking zijn. Achtergrondinformatie is nuttig en kan aan bod komen tijdens de
terugkommomenten.
Probeer tijdens de stage zoveel mogelijk je ogen de kost te geven. De verwerking van opdrachten kan
gemakkelijk later thuis plaatsvinden.
De bespreking van opdrachtjes met de stagiair/stagemeester hoeft niet per se lang te duren. Dit kan
evengoed tussen twee afleveringen gebeuren of tijdens een pauze.
En vooral… de driedaagse stage is en blijft een kennismaking met de praktijk en een unieke kans om
het werkveld te ontdekken! Gebruik deze opportuniteit!
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 16
DEEL 2:
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN VAN DE
KENNISMAKINGSSTAGE
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 17
INTRODUCTIESESSIE
De rol van de apotheker Traditioneel wordt de apotheker gezien als diegene die geneesmiddelen bereidt en ze aflevert aan het
publiek. Dat doet een apotheker nog steeds, en hij/zij streeft daarbij uitstekende kwaliteit na. De apotheker
doet echter ook meer dan dat.
In de jaren negentig werd door Hepler en Strand in de Verenigde Staten het concept ‘pharmaceutical care’
geïntroduceerd: ‘pharmaceutical care is the responsible provision of drug therapy for the purpose of
achieving definite outcomes which improve a patients’ quality of life’. Het behelst een patiëntgeoriënteerde
manier van werken met als doel een veilige, doeltreffende en kosteneffectieve geneesmiddelentherapie te
verzekeren. Niet langer het product staat centraal in de apotheekpraktijk, wel de patiënt en de relatie tussen
de patiënt en het geneesmiddel. De abstract van het oorspronkelijke artikel vind je hierna.
Het concept Farmaceutische zorg werd vooral in de Verenigde Staten, Australië, Scandinavië en
Nederland snel opgepikt en geïmplementeerd in de praktijk. Hoewel ook in België verschillende aspecten
van Farmaceutische zorg door universiteiten en beroepsorganisaties werden gepromoot en ondersteund,
was het wachten tot mei 2006 voor dit concept in de Wet werd opgenomen. Het gewijzigde KB78 betreffende
de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen geeft de apotheker nu een duidelijke verantwoordelijkheid
in de begeleiding van de patiënt bij het gebruik van geneesmiddelen. Deze verantwoordelijkheid omvat
zowel de begeleiding van de patiënt bij de eerste aflevering van een nieuw geneesmiddel, als de opvolging
van de behandeling bij een tweede of volgende aflevering. De focus ligt daarbij op het voorkomen,
identificeren en oplossen van geneesmiddelgebonden problemen. Daarnaast wordt de rol van de apotheker
in het afleveren van zelfzorggeneesmiddelen bevestigd. Het is aan de apotheker om in overleg met de
patiënt na te gaan of de klachten in aanmerking komen voor zelfzorg en welk geneesmiddel, in functie van
de gezondheidstoestand van de patiënt, het meest geschikt is. In de omschrijving van het takenpakket van
de apotheker wordt verder veel belang gehecht aan het overleg met andere zorgverleners. Ook voor dit
overleg is er nu een wettelijk kader: het Medische Farmaceutisch Overleg (MFO).
In deze map vind je een artikel uit het Apothekersblad (2006) waarin (voor het eerst) dieper ingegaan werd
op de rol van de apotheker. Sindsdien is er al heel wat gebeurd wat de implementatie van (voortgezette)
farmaceutische zorg betreft en toch zijn we er nog lang niet. De toekomst ligt open!
Van de afgestudeerde Master in de Farmaceutische Zorg (Apotheker) wordt in elk geval verwacht dat hij/zij
niet alleen geneesmiddelen kan bereiden, maar ook dat hij/zij het geneesmiddelengebruik van
patiënten kan opvolgen, interacties kan opsporen, verantwoord advies kan geven, in staat is om te
overleggen met artsen en andere zorgverleners, antwoorden kan formuleren op
farmacotherapeutische vragen, … en bij dit alles vlot gebruik kan maken van evidentie.
Omdat we weten dat leren veel beter lukt als je een goed beeld hebt van het uiteindelijke doel van al deze
kennis en vaardigheden, is er deze kennismakingsstage. We hopen dat deze stage je een goed beeld geeft
van het takenpakket van de openbare apotheker en dat ze motiverend is voor je verdere opleiding.
Ook voor wie later niet in een openbare apotheek gaat werken, is deze stage belangrijk. Het perspectief
van de patiënt, diegene die uiteindelijk de geneesmiddelen gebruikt en van de zorgverleners in de eerste
lijn (artsen, apothekers, …) is immers oriënterend en essentieel voor elke deskundige in de farmaceutische
wetenschappen, waar die ook terecht komt.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 18
Opportunities and responsibilities in pharmaceutical care. Hepler CD, Strand LM. Am J Hosp Pharm 1990; 47: 533-43. Abstract:
Pharmacy's opportunity to mature as a profession by accepting its social responsibility to
reduce preventable drug-related morbidity and mortality is explored. Pharmacy has shed
the apothecary role but has not yet been restored to its erst-while importance in medical
care. It is not enough to dispense the correct drug or to provide sophisticated
pharmaceutical services; nor will it be sufficient to devise new technical functions.
Pharmacists and their institutions must stop looking inward and start redirecting their
energies to the greater social good. Some 12,000 deaths and 15,000 hospitalizations due
to adverse drug reactions (ADRs) were reported to the FDA in 1987, and many went
unreported. Drug-related morbidity and mortality are often preventable, and
pharmaceutical services can reduce the number of ADRs, the length of hospital stays, and
the cost of care. Pharmacists must abandon factionalism and adopt patient-centered
pharmaceutical care as their philosophy of practice. Changing the focus of practice from
products and biological systems to ensuring the best drug therapy and patient safety will
raise pharmacy's level of responsibility and require philosophical, organizational, and
functional changes. It will be necessary to set new practice standards, establish
cooperative relationships with other health-care professions, and determine strategies for
marketing pharmaceutical care. Pharmacy's reprofessionalization will be completed only
when all pharmacists accept their social mandate to ensure the safe and effective drug
therapy of the individual patient.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 19
FUNDAMENTELE BOUWSTENEN VOOR DE MODERNE ROL VAN DE APOTHEKER
Uit het apothekersblad, april 2006
De wettekst betreffende farmaceutische zorg bevat een aantal nieuwe bepalingen, die voor de moderne
apotheker misschien niet zo revolutionair klinken, maar die voor het eerst zeer duidelijk omschrijven wat
de wetgever van de apotheker verwacht. De samenwerkingsrelatie met de arts, aandacht voor het
opsporen van geneesmiddelengebonden problemen, focus op rationeel en optimaal
geneesmiddelengebruik… het staat er allemaal duidelijk in. En boven al krijgen de Belgische apothekers
eindelijk de wettelijke opdracht om farmaceutische zorg effectief uit te bouwen. Historisch gezien, is deze
wet minstens even belangrijk als de Vestigingswet van het begin van de jaren ’70 of de wet die het
geneesmiddelenmonopolie vastlegt, de twee andere “hoekstenen” van het beroep.
Farmaceutische Zorg gedefinieerd
Hoewel de eigenlijke wettekst nogal stroef en ingewikkeld is, bevat hij toch alle elementen om een sterke
wettelijke basis te vormen voor de moderne taken van de apotheker.
De farmaceutische handelingen in de uitoefening van de functie van de apotheker inzake de verstrekking
van farmaceutische zorg omvatten de verantwoordelijke aflevering van voorgeschreven geneesmiddelen of
van geneesmiddelen die zonder voorschrift kunnen afgeleverd worden, met het oog op, in overleg met
andere zorgverstrekkers en de patiënt, het bereiken van algemene gezondheidsdoelstellingen zoals het
voorkomen, het identificeren, en het oplossen van problemen verbonden aan het geneesmiddelengebruik.
De farmaceutische zorg is erop gericht om op een continue wijze het gebruik van geneesmiddelen te
verbeteren en de levenskwaliteit van de patiënt te bewaren of verbeteren. Het interprofessioneel overleg
omvat onder meer het eventuele terugsturen naar een arts en het informeren van de behandelende arts.
Te dien einde legt de Koning de Principes en de Richtsnoeren voor de Goede Farmaceutische Praktijken
vast, welk de farmaceutische handelingen omvat die de apotheker stelt binnen de uitoefening van zijn
beroep.
In de memorie van toelichting staan een aantal elementen van de wet duidelijker verwoord:
De farmaceutische zorg focust op geneesmiddelgebonden problemen van allerlei aard op het terrein van
gezondheidsgebonden leefkwaliteit. Ze omvat het opsporen en oplossen van geneesmiddelengebonden
problemen, in overleg met de patiënt en in nauwe samenwerking met de arts. Verder beoogt farmaceutische
zorg de informatie- en adviesvoorziening aan de patiënt tijdens en na de aflevering van het geneesmiddel
met het oog op het optimaal, doelmatig en veilig gebruik van het geneesmiddel.
De farmaceutische zorg impliceert het overleg en de samenwerking met de behandelende arts in functie
van gedetecteerde geneesmiddelengebonden problemen en dit met respect voor de therapeutische keuze
van de arts. De opdrachten van de apotheker en van de arts zijn complementair, De voorschrijver en de
apotheker vormen een team ter ondersteuning van de patiënt in het kader van de farmacotherapeutische
behandeling.
De aangepaste universitaire opleiding van de apotheker en de specifieke, permanente navorming – zowel
op het farmacotherapeutische terrein als op het terrein van het begeleiden van patiënten – zijn essentieel.
Het verzekeren van wachtdiensten, het uitvoeren van administratieve controles inzake het
geneesmiddelengebruik, en het toepassen van programma’s met het oog op een adequate
geneesmiddelenverstrekking behoren eveneens tot de voorwaarden voor een kwaliteitsvolle
farmaceutische zorg.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 20
Aangezien de farmaceutische zorg ook bedoeld is om het gebruik van het geneesmiddel op te volgen, is
het noodzakelijk de gegevens over de patiënt en zijn geneesmiddelengebruik bij te houden. Uiteraard moet
dit met respect voor het beroepsgeheim en de private levenssfeer van de patiënt gebeuren.
De beoogde volksgezondheidsdoelstellingen van de farmaceutische zorg zijn onder andere het
verminderen van het aantal ziekenhuisopnames tengevolge van een slecht gebruik van geneesmiddelen.
De taak van de apotheker richt zich ook meer op het rationeel en optimaal gebruik van geneesmiddelen.
Het ligt in de bedoeling om deze verduidelijking van de rol van de apotheker verdere inhoud te geven door
de Koning goede praktijken terzake te laten bepalen.
Alle belangrijke kerntaken en principes staan nu dus duidelijk in de wet:
Aandacht voor verstandig kiezen van het juiste geneesmiddel (rationeel gebruik) en vervolgens ook
voor het doelmatig en veilig gebruik ervan (optimaal gebruik).
Focus op het opsporen van geneesmiddelengebonden problemen, teneinde het risico van het
gebruik van geneesmiddelen te beperken en hospitalisaties te voorkomen.
Noodzaak om daarvoor voldoende gegevens over de patiënt en zijn geneesmiddelengebruik bij te
houden.
Overleg en samenwerking met de arts, op basis van respect. Doorverwijzen, telkens wanneer
nodig. Beide beroepen worden als complementair omschreven. Arts en apotheker vormen een team
bij de verzorging van de patiënt.
Noodzaak van een aangepaste universitaire vorming en een permanente navorming.
Een wettelijke basis voor de Goede Apotheek Praktijken.
Door deze tekst krijgen apothekers meteen een wettelijke basis voor samenwerking en lokaal of individueel
overleg met de arts. Tevens zorgt deze wet voor de erkenning van het patiëntendossier. Daardoor worden
een aantal problemen ten aanzien van de wet op de Privacy impliciet opgelost: de apotheker kan zich, bij
zijn aangifte van bijgehouden bestanden, voortaan ook op deze wet beroepen.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 21
STAGE IN EEN OFFICINA-APOTHEEK Om de stage in de apotheek concreet vorm te geven, stellen we een aantal opdrachten voor. Deze
opdrachten zijn richtinggevend, zowel voor de student als voor de stagiair en stagemeester.
De activiteiten in de apotheek hoeven zich echter niet tot deze opdrachten te beperken! Wie veel
initiatief neemt en veel vragen stelt, komt ook veel te weten en ontdekt vast boeiende aspecten die niet in
deze bundel worden aangehaald. Voor deze studenten is een stage van 3 dagen mogelijk te kort.
Voor wie weinig onderneemt, en weinig vragen stelt, is een stage van 3 dagen mogelijk te lang. Deze bundel
kan dan helpen om de aanwezigheid in de apotheek te structureren en om in contact te komen met een
aantal belangrijke facetten.
Deze bundel is jouw werkinstrument. Gebruik hem om jouw ervaringen of vragen te noteren, documenten
bij te houden, ...
Vooraf aan de stage zal je wat voorbereidingswerk hebben.
Zoek in de cursusteksten van de OPO’s die hierboven vermeld werden. Deze kennismakingsstage is zoals
gezegd bedoeld om verbanden te leggen met de theorie uit diverse OPO’s.
Daarnaast kan je kijken op de website van het BCFI, het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische
Informatie: www.bcfi.be (of in het ‘geel-groene’ boekje).
Via de website van het BCFI kan je doorklikken naar allerlei andere interessante websites waar je bruikbare
informatie kan vinden (klik hiervoor op de homepage op ‘Het BCFI’ > ‘Bronnen en links’).
Hieronder volgt een overzicht van een aantal mogelijke bronnen die je tijdens de stage kan gebruiken:
o Phil (https://phil.apb.be/nl-BE/) >> met wachtwoord van de stagiair/stagemeester
o Farmacotherapeutisch Kompas (https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/) o Wetenschappelijke bijsluiter (Samenvatting van de Kenmerken van het Product, SKP) (via de
website van het BCFI of het FAGG1)
o Therapeutisch Magistraal Formularium (TMF) – via website van het mfk
o Cybele.be, Lareb.nl, Lecrat.fr (zwangerschap & borstvoeding)
o www.pletmedicatie.be
o www.kinderformularium.nl
o Vraagbox magistrale bereidingen (http://www.qualenica.be/vraagbox)
o Wetenschappelijke artikels (Pubmed, Embase, ...)
o Schriftelijke naslagwerken in de apotheek (Commentaren Medicatiebewaking, Memento,
Zelfzorgadvies in de apotheek, ...)
o ...
1 Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 22
Algemene gegevens: de apotheek waar je stage loopt
1. Hoe is het apotheekteam samengesteld?
Aantal apothekers: ………, waarvan………fulltime en ………parttime.
Aantal assistenten: ………, waarvan………fulltime en ………parttime.
2. Hoeveel patiënten komen er dagelijks naar de apotheek?
Gemiddeld aantal patiënten per dag: ………
Gemiddeld aantal voorschriften per dag: ………
3. Hoe zou je de apotheek omschrijven?
Kruis aan wat van toepassing is.
Ligging Publiek Cliënteel Genre Infrastructuur
Stadscentrum Alle leeftijden Trouw Zorggericht Meerdere aflevertogen
Stadsrand Voornamelijk ouderen Veel passanten Nadruk op galenica tablets aan de balie
Dorp Voornamelijk jongeren Veel parafarmacie Ruimte voor vertrouwelijk gesprek met patiënt
……… ……………… ………………… …………………… ………………………………
Andere karakteristieken eigen aan de stageapotheek:
……………………………………………………………………………………
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 23
THEMA 1: AFLEVEREN AAN DE BALIE
Probeer bij de observaties aan de balie zo veel mogelijk van onderstaande aspecten op te pikken. Denk daarbij breed: het hoeft niet per sé te gaan over dezelfde situatie. Een vergelijkbare situatie, waarbij een link gelegd kan worden met dezelfde theoretische basis, is uiteraard even waardevol. Lees ter voorbereiding van de eerste terugkomdag de achtergrond bij elke opdracht uit dit thema en werk uit zoals gespecifieerd. Probeer (waar relevant) ook de extra verdiepingsvragen te verwerken. Post je (beknopte) voorbereiding op je portfolio binnen de map ‘Thema 1 Afleveren aan de balie’ tegen 23 april 2020, 23h59. Op terugkomdag 1 spreek je dan af wie welk type opdracht uit dit thema grondiger uitwerkt aan de hand van een ppt en post op het portfolio ter voorbereiding van terugkomdag 2.
1. Farmacokinetiek en –dynamiek in de praktijk
Farmacokinetische en farmacodynamische parameters beïnvloeden (on)rechtstreeks het advies dat de
apotheker aan de patiënt zal meegeven. Biologische beschikbaarheid, halfwaardetijd, metabolisatie, slow
release, complexatie met twee- of driewaardige ionen, ... In de apotheek wordt dit alles vertaald in eenvoudig
verstaanbare boodschappen als “los van de maaltijd, 3 x per dag 1 tablet, ‘s avonds voor het slapengaan 1
capsule, 1 x per week 3 tabletten, ...”.
Het tijdstip van inname: een slaapmiddel (Zolpidem) zal je niet ’s morgens innemen voor je naar
het werk vertrekt.
De werkingsduur van geneesmiddelen: je zal geen drie dagen moeten wachten vooraleer je nog
een tablet paracetamol tegen je hoofdpijn mag innemen (paracetamol werkt geen drie dagen).
Deze onderwerpen komen ter sprake in de cursus van ‘Algemene farmacologie en farmacokinetiek’ van
prof. Annaert (met vermelding van voorbeeldgeneesmiddelen).
Om het belang van farmacokinetische en –dynamische eigenschappen te vertalen naar de praktijkcontext
werden volgende vijf onderwerpen geselecteerd:
Antibiotica en voeding
Pompelmoessap en geneesmiddelen
Het tijdstip van inname
De werkingsduur van geneesmiddelen
Specifieke gebruiksadviezen
Voor elk van deze vijf onderwerpen worden in de tekst een aantal voorbeeldgeneesmiddelen vermeld
waarbij het advies dat de apotheker zou moeten geven gebaseerd is op de farmacokinetiek of –dynamiek
van het geneesmiddel. Er wordt soms ook verwezen naar specifieke literatuur.
Het doel van deze opdracht is dat je zelf adviezen probeert te formuleren (wanneer en hoe vaak zou de
patiënt dit geneesmiddel moeten innemen?) en dit linkt met theoretische farmacokinetische of -
dynamische eigenschappen van het molecule/geneesmiddel. Werkt dit uit voor één concreet
voorbeeld voor twee van de vijf onderwerpen. Kies daarbij een geneesmiddel uit de lijst dat je
interesseert, dat je zelf al hebt genomen, of dat wordt gebruikt door de patiënt die je geïnterviewd hebt.
Observatie (zomer)
Je volgt aan de balie het afleveren van geneesmiddelen op voorschrift. Let hier vooral op de adviezen
die de apotheker aan de patiënt vertelt bij een specifiek geneesmiddel.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 24
Verwerking (na de stage - vrijblijvend) Beschrijf per onderwerp kort één aflevering van een geneesmiddel. Dit hoeft helemaal geen
geneesmiddel te zijn dat opgenomen werd in de lijst van voorbeeldgeneesmiddelen. Gebruik de rijkdom
van je persoonlijke stage-omgeving!
Vermeld:
1) Het afgeleverde geneesmiddel (specialiteitsnaam, actief product, dosis, ...)
2) Het advies dat de apotheker gaf bij dit geneesmiddel (posologie, gebruik, …)
3) De (farmacokinetische of –dynamische) ‘oorzaak’ waarom de apotheker dit advies gaf. Bij
farmacokinetische oorzaak vermeld je de specifieke parameter!
Voorbeeld:
De apotheker levert zolpidem 10mg tabletten af en geeft het advies om een halve tablet in te nemen 30
minuten voor het slapengaan (en liefst zonder gelijktijdig gebruik van alcoholische dranken). In je verwerking
zeg je dat dit komt omdat zolpidem gebruikt wordt om te slapen (farmacodynamisch effect), dat een versterkt
effect optreedt in combinatie met alcohol (farmacodynamisch effect) en dat het gebruikt wordt om in te
slapen en niet om door te slapen (o.a. farmacokinetische reden wegens korte halfwaardetijd en dus kort
effect).
Om de verwerking succesvol te doorlopen kan het nodig zijn om bijkomende informatie op te zoeken, bv. in
de cursus van prof. Annaert of op de website van het BCFI. Ook ander bronmateriaal kan zorgen voor
verdieping. Zo kan interessante informatie over de farmacokinetische parameters van een specifiek
geneesmiddel teruggevonden worden in de wetenschappelijke bijsluiter van dit geneesmiddel (SKP), te
raadplegen via de website van het BCFI of het FAGG. Vraag hierover meer informatie aan je stagiair!
1.1 Antibiotica en voeding
o Amoxicilline-clavulaanzuur (Augmentin, Amoclane)
o Flucloxacilline (Staphycid, Floxapen)
o Nitrofurantoïne (Furandantine MC)
o Ciprofloxacine (Ciproxine, Ciprofloxacine EG), levofloxacine (Tavanic)
1.2 Pompelmoessap en geneesmiddelen
o Felodipine (Plendil, Logimat), nifedipine (Adalat, Hypan)
o Simvastatine (Zocor, Simvastatine Mylan), atorvastatine (Lipitor, Totalip, Atorstatin)
o Tacrolimus (Advagraf, Prograft)
Hier verwijzen we naar de artikels ‘Grapefruit juice-felodipine interaction in the elderly’ en ‘Grapefruit juice-
drug interactions’ (zie Toledo). Lees deze artikels zeker eens door! Ze zullen je helpen om de antwoorden
te vinden op deze vraag. Tevens zullen ze zorgen voor een beter begrip van het interactiepotentieel van
pompelmoessap met de mogelijke bijhorende gevaren.
1.3 Het tijdstip van inname (cfr. begrippen chronofarmacologie, bloed-hersenbarrière, ...)
o Omeprazole (Sedacid), simvastatine (Zocor), atorvastatine (Lipitor, Totalip)
o L-thyroxine (L-thyroxine Christiaens)
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 25
o Methylprednisolon (Medrol)
o Furosemide (Lasix), bumetanide (Burinex), spironolactone (Aldactone)
o Levocetirizine (Xyzall) vs. dimetindeen (Fenistil), ketotifen (Zaditen)
1.4 De werkingsduur van een geneesmiddel (cfr. type product, formulatie)
o Nabumeton (Gambaran), piroxicam (Feldene), meloxicam (Mobic) vs. ibuprofen (bv. Brufen)
o Depakine Chrono, Rilatine MR, Biclar Uno, Augmentin Retard, Adalat Oros, ...
Meer informatie over het gebruik en de indicatie van Gambaran is te vinden op de q-box van IPSA (http://q-
box.be/node/304). De farmacokinetiek van nabumeton lijkt niet enkel de posologie te beïnvloeden, maar
ook de indicatie waarvoor het gebruikt wordt.
1.5 Specifieke gebruiksadviezen
o Alendronaat (Fosamax, Fosavance), ibandronaat (Bonviva), risedronaat (Actonel)
o Methothrexaat (Ledertrexate)
o Lariam, Malarone, … (cfr. Tabel in BCFI en www.itg.be (reisgeneeskunde))
o Copaxone, Avonex, Betaferon, …
Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij een opdracht uit dit thema zal voorstellen
op terugkomdag 2, werk dit dan uit als ppt en sla je bestand op onder volgende naam:
‘Farmacokinetiek en –dynamiek in de praktijk_NaamVoornaam’. Post dit op je portfolio
binnen de map Thema 1 Afleveren aan de balie.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 26
2. Anticonceptie en noodanticonceptie
Afgelopen jaren is er heel wat te doen geweest over het voorschrijven en gebruik van verschillende types
anticonceptie (http://www.test-aankoop.be/gezondheid/geneesmiddelen/nieuws/te-weinig-huisartsen-
schrijven-juiste-pil-voor).
Zoals blijkt uit de tabel die terug te vinden is op de website van het BCFI via onderstaande link, bestaan er
‘pillen’ van de 1ste, 2de, 3de en 4de generatie, afhankelijk van het type progestageen.
(http://www.bcfi.be/Folia/Index.cfm?FoliaWelk=F40N02G)
In onderstaand artikel wordt de problematiek van een mogelijk verhoogd risico op veneuze thrombose bij
bepaalde combinaties van oestroprogestativa belicht en concluderen de auteurs welke anticonceptiva meer
risico zouden geven op veneuze thrombose.
(http://geneesmiddelenbulletin.com/artikel/orale-anticonceptiva-en-tromboserisico/)
Naast anticonceptie wordt in de apotheek ook geregeld noodanticonceptie afgeleverd (Norlevo®, Postinor®,
Levodonna®, Ellaone®). De apotheker speelt een belangrijke rol bij het correct en professioneel begeleiden
van deze vrouwen.
Ella-one® is sinds 1 april 2015 zonder voorschrift verkrijgbaar in de apotheek. Vraag gerust na op je
stageplaats of ze Norlevo of eerder Ella-One afleveren. Beide geneesmiddelen werken niet helemaal
hetzelfde, dus dit argument kan naast het prijsverschil in overweging genomen worden bij de finale keuze.
Observatie aan de balie (zomer)
Let tijdens je aanwezigheid aan de balie op afleveringen van anticonceptie of noodanticonceptie.
Verwerking
(1) Beschrijf één aflevering waarbij anticonceptie of noodanticonceptie afgeleverd werd. Vermeld de naam
van de specialiteit, de leeftijd van de vrouw, welk type arts het voorschrift geschreven heeft (huisarts,
gynaecoloog, dermatoloog, ...) en of het om een eerste of herhaalde uitgifte gaat. (na de stage - vrijblijvend)
(2) Formuleer een antwoord op volgende verdiepingsvragen:
o Welke generaties anticonceptiva zouden best afgeleverd worden aan jonge vrouwen? Waarom?
o Wat zou de apotheker moeten vertellen bij de eerste aflevering van anticonceptie?
o Welke vragen/advies zouden aan bod moeten komen bij de aflevering van noodanticonceptie?
Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij deze opdracht zal voorstellen op terugkomdag 2, vat je bevindingen dan samen in een ppt, geef het bestand als titel ‘(Nood)anticonceptie_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio binnen de map Thema 1 Afleveren aan de balie.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 27
EXTRA VERDIEPING (zomer – vrijblijvend)
Houd gedurende de stage bij welke generatie progestagenen afgeleverd worden. Je maakt op papier
bijvoorbeeld 4 categorieën (1, 2, 3 en 4) en je schrijft bij elke aflevering van een anticonceptiepil de leeftijd
van de patiënte in de categorie van het afgeleverde progestageen (welke generatie). Uit deze mini-
steekproef kan je geen sluitende besluiten trekken, maar het geeft je al wel een (beperkt) idee.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 28
3. Verschillende toedieningsvormen en galenische formulaties
Er bestaan verschillende manieren om geneesmiddelen toe te dienen: oraal, rectaal, subcutane injectie,
intramusculair, inhalatie, nasaal met lokaal effect, nasaal met systemisch effect, topisch lokaal effect,
topisch systemisch effect (transdermale toepassing), oculair, vaginaal, ...
Voor eenzelfde geneesmiddel, bv. diclofenac (NSAID) bestaat de keuze om lokaal of systemisch te
behandelen. Wanneer gekozen wordt om lokaal te behandelen, dient nog de keuze gemaakt te worden
welke (galenische) formulatie hiervoor gebruik wordt: emulgel, spray, patch.
Diclofenac formulaties bestaan als immediate release tabletten, retard tabletten, suppo’s of ampullen.
Afhankelijk van de lokalisatie van de pijn of ontsteking, de tijd waarbinnen therapeutische concentraties
bereikt én behouden dienen te worden ter hoogte van het targetweefsel, het beperken van potentiële
neveneffecten, het rekening houden met eventuele contra-indicaties, zal de voorschrijvende arts kunnen
kiezen tussen de verschillende toedieningsvormen en formulaties. In sommige gevallen zal de apotheker
diclofenac zonder voorschrift afleveren; ook op dat ogenblik zal de apotheker de meest geschikte formulatie
kiezen.
Een artikel op Toledo beschrijft het mogelijke voordeel om diclofenac lokaal aan te brengen, gebruik makend
van een (nieuwe) gelformulatie. Vóór je stage lees je dit artikel ‘Favourable dermal penetration of diclofenac
after administration to the skin using a novel spray gel formulation’.
Noot: orale toediening van diclofenac wordt vaak toegepast bij ontstekingen. Op te merken valt dat diclofenac oraal
voorschriftplichtig is in tegenstelling tot diclofenac als emulgel, patch of spray. Het vergelijken van de afleverstatistieken
van diclofenac tabletten met diclofenac lokaal verderop in dit hoofdstuk geeft met andere woorden geen goed beeld
van het afleverbeleid van de apotheker; als een arts diclofenac oraal voorschrijft zal de apotheker weinig (of niet)
geneigd zijn om dit te switchen naar een lokale behandeling (opgelet bij contra-indicaties voor diclofenac uiteraard).
Ter info: substitutie tussen verschillende geneesmiddelen onderling is bij wet niet toegestaan in België, behalve als het
gaat over substitutie van antibiotica of antimycotica van het azole-type (bv. itraconazole).
Bekijk onderstaande drie filmpjes. Beschrijf voor één van de toedieningsvormen hoe je aan een patiënt
zonder medische achtergond zou uitleggen hoe deze toedieningsvorm correct gebruikt moet worden.
o Hoe een pleister aan te brengen? https://www.youtube.com/watch?v=ySCFLhWyI0I o Hoe een puffer gebruiken? https://www.youtube.com/watch?v=s4BqyZa1f34 o Hoe een subcutane injectie geven?
https://www.youtube.com/watch?v=2xqeQR2s0CI&has_verified=1
Observatie aan de balie (zomer)
Focus je tijdens het afleveren op de verschillende toedieningsvormen en het advies dat de apotheker
hierover geeft, bijvoorbeeld:
o Hoe een pleister aan te brengen?
o Hoe een puffer gebruiken?
o Hoe een subcutane injectie geven?
Opdrachten tijdens de stage
(1) Zoek in de apotheeksoftware op hoeveel verpakkingen de afgelopen 3 maanden afgeleverd werden
van volgende producten: Diclofenac Retard 75 mg EG 60 tabletten, Voltaren Retard 75 mg 60 tabletten,
Voltaren 1% emulgel (60 en 120 g) en Voltaren 2% emulgel (100 g en 150 g). Vergelijk de opgezochte
afleverstatistieken met de inhoud van het artikel op Toledo. Wordt er vooral gebruik gemaakt van lokale
of systemische behandeling van ontstekingen? (zomer – vrijblijvend)
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 29
(2) Ga na of in OTC (over-the-counter) bij (ontstekings)pijnen de voorkeur moet worden gegeven aan
diclofenac lokaal (Voltaren emulgel 1% of 2% of Voltapatch) of eerder aan orale NSAID (Niet-steroidale
anti-inflammatoire drugs) die vrij van voorschrift zijn zoals bv. ibuprofen 200 of 400mg. Welke factoren
beïnvloeden deze keuze? Wat zouden voor- of nadelen kunnen zijn? Werk uit.
Verwerking na de stage (zomer – vrijblijvend)
(3) Beschrijf voor twee specifieke toedieningsvormen (puffer, subcutane injectie, neusspray, oogdruppel,
transdermale pleister, ...) de begeleiding en het advies van de apotheker. Beschrijf de casus die aanleiding
gaf tot deze aflevering. Vermeld zeker de specialiteit, het gegeven advies en de relevantie
patiëntkenmerken.
Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij deze opdracht zal voorstellen op
terugkomdag 2, vat je bevindingen dan samen in een ppt, geef dit bestand als titel
‘Toedieningsvormen_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio binnen de map
Thema 1 Afleveren aan de balie.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 30
4. Interacties tussen geneesmiddelen Wanneer patiënten veel geneesmiddelen innemen vergroot de kans dat sommige combinaties niet aan te
raden of zelfs tegenaangewezen zijn. Als apotheker krijg je tijdens het afleveren geregeld te maken met
waarschuwingsschermen van zogenaamde ‘interacties’. Het ene geneesmiddel kan de werking van het
ander verminderen of versterken en dat is niet altijd zonder gevaar!
Kijk maar naar het voorbeeld van pompelmoessap en felodipine. Een ander voorbeeld is de interactie tussen
simvastatine (cholesterolverlager) en itraconazole (geneesmiddel tegen schimmel):
Itraconazole remt het enzym CYP3A4 terwijl simvastatine voor zijn afbraak aangewezen is op dit enzym.
Door inhibitie van CYP3A4 door itraconazole zal simvastatine minder afgebroken worden en kunnen
toxische bloedspiegels bereikt worden. Klinisch kan dit resulteren in spierafbraak en spierpijnen. Deze
combinatie dient bijgevolg vermeden te worden!
Interacties afhandelen vraagt een weloverwogen, gedocumenteerde benadering. Het handboek
‘Commentaren Medicatiebewaking’ is hiervoor een prima naslagwerk (vraag naar dit boek op stage).
Beslissingsondersteuning, klinische betekenis van de interactie en aanvullende informatie over case-reports
zijn hierin opgenomen en zorgen samen met de intellectuele act van de apotheker voor het juiste besluit.
Ook via Phil kan informatie ingewonnen worden om de interactie adequaat af te handelen.
Observatie aan de balie (zomer)
Tijdens het observeren aan de balie zal ongetwijfeld meer dan één interactiescherm verschijnen. Noteer
van één waarschuwingsscherm de geneesmiddelen die volgens de software een probleem geven en hoe
de apotheker gereageerd heeft (oplossing, advies, ...).
Opdracht tijdens de stage
(1) Zoek in de apotheeksoftware de laatste drie patiënten op aan wie itraconazole werd afgeleverd
(Sporanox en generieken). Ga in hun medicatiehistoriek op zoek naar gecombineerd statinegebruik
(simvastatine, atorvastatine). Zo ja, hoe werd hier toen op gereageerd? (zomer – vrijblijvend)
(2) Zijn er afspraken gemaakt met huisartsen in verband met het afhandelen van interacties, bv.
subsitueren naar een ander hoestmiddel of antimycoticum, tijdelijk stopzetten van de
cholesterolverlager (statine), …? (zomer – vrijblijvend)
(3) Vraag op de tweede terugkomdag aan de stagiairs van het laatste jaar welke interacties zij dit
academiejaar hebben besproken in het kader van de werkcolleges farmacotherapie II. Bespreek
samen deze casussen, inclusief de aanpak in de apotheek (geen voorbereiding nodig).
Verwerking na de stage (zomer – vrijblijvend)
(2) Beschrijf de interactie die je tijdens het observeren bent tegengekomen. Wat is de theoretische
achtergrond achter deze interactie? Wat heeft de apotheker/stagiair gedaan? Wat was de reactie van de
patiënt? Wat zou de apotheker in de toekomst doen wanneer deze interactie opnieuw tevoorschijn komt?
Verdieping
Onderstaande interacties komen in de apotheek wel eens voor en vragen om extra advies van de apotheker
of een herevaluatie van het voorschrift door de voorschrijvende arts (bv. een geneesmiddel veranderen
naar een ander geneesmiddel dat deze interactie niet of minder geeft).
Ga voor één van onderstaande combinaties op zoek naar meer informatie over de geneesmiddelen
(waarvoor worden ze gebruikt?), en probeer te achterhalen wat precies het probleem zou kunnen zijn met
deze combinatie. Zoek bijkomende achtergrond op in de het cursusmateriaal van het OPO ‘Algemene
farmacologie en farmacokinetiek’ en maak gebruik van deze website:
https://www.drugs.com/drug_interactions.html.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 31
o Dextromethorfan en fluoxetine (Bronchosedal dextromethorfan en Prozac)
o Sint-Janskruid en ethinylestradiol (Zibrine en Minulet)
o L-thyroxine en ijzer (L-thyroxine en Ferograd)
o Moxifloxacine en ijzer (Avelox en Ferricure)
o NSAID en amlodipine (Diclofenac en Amlor)
o …
Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij deze opdracht zal voorstellen op
terugkomdag 2, vat je bevindingen dan samen in een ppt, geef het bestand als titel
‘Interacties_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio binnen de map Thema 1
Afleveren aan de balie.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 32
5. Medicatiehistoriek
Sommige patiënten nemen 6, 8 of wel 10 chronische geneesmiddelen in. Sommige producten interageren
met elkaar en mogen bijgevolg niet samen ingenomen worden. In sommige gevallen is het gelijktijdig
gebruik wel aangewezen en wordt de gezondheidstoestand van de patiënt best nauwgezet opgevolgd.
Een ander bijkomend probleem wanneer patiënten zoveel geneesmiddelen innemen is therapietrouw.
Neemt de patiënt zijn geneesmiddel zoals voorgeschreven elke dag ‘s morgens en ‘s avonds in? Een pilletje
vergeten is snel gebeurd en zeker als er vele geneesmiddelen ingenomen moeten worden, de patiënt ouder
en vergeetachtig wordt, er geen hulpmiddelen zoals medicatiedoosjes of medicatieschema’s gebruikt
worden. ‘Heb ik het geneesmiddel vanmorgen al ingenomen?’ ‘Misschien moet ik op zeker spelen en moet
ik er nu één innemen?’ ‘Hoewel ik twijfel of ik er één heb ingenomen, durf ik er nu geen nemen.’ Het is niet
altijd voorspelbaar hoe de patiënt denkt en/of zal reageren.
Sommige geneesmiddelen zullen snel leiden tot toxische concentraties, zelfs bij minimale overdosering. Bij
deze geneesmiddelen is bijgevolg een grotere alertheid nodig (maak de link met de specifieke
farmacokinetische parameter). Enkele voorbeelden van dergelijke geneesmiddelen zijn digoxine (Lanoxin),
theofylline (Xanthium), fenytoïne (Diphantoin), paracetamol (Dafalgan), lithium (Maniprex), ...
Een ander voorbeeld is colchicine (afkomstig uit de plant Colchicum autumnale). Vaak wordt hier niet aan
gedacht, maar colchicine is een geneesmiddel om in de gaten te houden, zeker bij oudere patiënten (wat
vaak de doelgroep van deze medicatie is). Colchicine is een geneesmiddel dat eveneens ter sprake komt
in de cursus Farmaceutische biologie van prof. De Witte.
Opdrachten tijdens de stage (zomer)
(1) Zoek in de apotheeksoftware een medicatiehistoriek op van het laatste jaar van een patiënt (+60jaar)
die colchicine (Colchicine Opocalcium) heeft gebruikt, samen met nog minstens drie andere chronische
geneesmiddelen.
Stel een medicatieschema (weekschema) op voor deze patiënt.
Verwerking na de stage
(2) Maak een overzicht van de tijdstippen van de afleveringen van colchicine gedurende het laatste jaar
(tijd tussen de verschillende afleveringen). Ga na hoe vaak de patiënt dit geneesmiddel lijkt te
gebruiken. Welke andere geneesmiddelen heeft de patiënt nog gebruikt ter behandeling of preventie
van jicht? (zomer – vrijblijvend)
(3) Wat is de indicatie van colchicine en hoe moet dit gedoseerd worden in het geval van een opstoot bij
een (oudere) patiënt? Welk advies zou een apotheker moeten geven aan patiënten die colchicine
gebruiken? Werk uit.
(4) Controleer de therapietrouw van de chronische medicatie. Denk je dat de patiënt zijn medicatie strikt
inneemt? (zomer – vrijblijvend)
Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij deze opdracht zal voorstellen op
terugkomdag 2, vat je bevindingen dan samen in een ppt, geef het bestand als titel
‘Medicatiehistoriek_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio binnen de map Thema
1 Afleveren aan de balie.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 33
6. Planten als bron van geneesmiddelen
In de cursus van het opleidingsonderdeel ‘Farmaceutische biologie’ van prof. Peter De Witte worden geen
specialiteitsnamen vermeld van producten die verkrijgbaar zijn in de openbare apotheek. Om het belang
van planten als bron van geneesmiddelen in te zien is het belangrijk om te ‘ervaren’ dat inhoudsstoffen of
secundaire metabolieten van planten enerzijds als dusdanig gebruikt worden en anderzijds als lead hebben
gediend om synthetische derivaten te produceren (cfr. Doelstellingen Farmaceutische biologie).
Vooraf aan de stage (april)
De eerste tabel vermeldt specialiteiten beschikbaar in de apotheek op basis van een inhoudsstof of
secundair metaboliet van een plant (als dusdanig). De tweede tabel vermeldt geneesmiddelen waarbij
secundaire metabolieten uit de natuur als lead hebben dienstgedaan voor synthese.
Vul deze tabellen in door gebruik te maken van de cursusteksten van het OPO Farmaceutische biologie en
van de website van het BCFI. Laat het niet na om op te zoeken hoe de plant er uitziet, waar hij groeit en
welke visuele kenmerken hem typeren.
Tabel 2: Specialiteiten op basis van een secundaire metaboliet of inhoudsstof van een plant
Tabel 3: Geneesmiddelen waarbij een secundaire metaboliet van een plant als lead heeft dienstgedaan.
In het OPO Farmaceutische biologie worden een aantal artikels ter beschikking gesteld. Enkele hiervan
gaan over ginseng en ginkgo biloba. In het kader van deze stage-opdracht lees je deze abstracts of artikels.
Naam plant Secundair metaboliet/
Biogene klasse
Werkzaam molecule Naam specialiteit Indicatie
Tavonin, Tanakan
Reparil, Veinofytol
Colchicine Opocalcium
Antimetil
Omnivit Vitality 50+
Naam plant Secundair metaboliet Synthetisch derivaat Naam specialiteit Indicatie
fenprocoumon
noscapine
permetrine
latanoprost
codeïne
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 34
Opdracht tijdens de stage (zomer)
Tijdens je stage ga je actief op zoek naar bovenstaande specialiteiten. Je ‘wacht’ niet tot je ze opmerkt
tijdens het afleveren, maar je gaat proactief te werk. Vraag eerst aan je stagemeester of je schuiven mag
opentrekken en op zoek mag gaan naar de doosjes van de hierboven vermelde specialiteiten. Je kan een
foto trekken van de verpakkingen en aan je portfolio toevoegen.
Verwerking na de stage (zomer – vrijblijvend)
Per tabel beschrijf je één specialiteit: waar in de apotheek heb je het gevonden, wat staat er vermeld op de
verpakking, is de specialiteit voorschriftplichtig, indicatie, dosering, wordt het veel afgeleverd, ...
Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij deze opdracht zal voorstellen tijdens terugkomdag 2, vat je bevindingen dan samen in een ppt, geef het bestand als titel ‘Planten_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio binnen de map Thema 1 Afleveren aan de balie.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 35
7. Zelfzorgaflevering bij misselijkheid, hoest of neusverstopping
Sinds een aantal jaar zijn verschillende antitussiva en het expectorans guafenisine gecontra-indiceerd bij
kinderen onder de leeftijd van zes jaar. Ook de meeste neusdecongestiva (ontzwellende neussprays) zijn
sinds een paar jaar verboden voor kinderen onder de zeven jaar (behalve oxymetazoline en
xylometazoline). Verschillende samengestelde hoestsiropen werden recent bovendien uit de handel
gehaald.
AANTAL HOESTSIROPEN VERDWIJNT UIT DE APOTHEEK 28/12/2019 om 08:26 door bbd
Foto: R. Oppenheimer Hoestsiropen met verschillende actieve bestanddelen mogen vanaf 1 januari niet meer worden verkocht in de apotheek.
Vanaf woensdag mogen apotheken geen hoestsiropen of middeltjes tegen verkoudheden verkopen waar een combinatie van verschillende actieve bestanddelen in zit. Ook de bereidingen die apothekers zelf samenstellen, mogen voortaan maar één actief bestanddeel bevatten.
De reden is dat de middeltjes met meerdere actieve bestanddelen niet beter werken dan middeltjes met één actief bestanddeel, terwijl er wel veel meer kans is op bijwerkingen.
Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) nam deze beslissing al in 2018. Na een overgangsperiode gaat het verbod vanaf 1 januari 2020 officieel van kracht. Ook consumentenorganisatie Test-Aankoop raadt hoestsiropen die bestaan uit een combinatie van verschillende actieve bestanddelen al jaren af.
Het gaat om deze middelen, zo meldt de FAGG op zijn website:
Acatar 15mg/5ml;50mg/5ml siroop,
Broncho-Pectoralis Pholcodine 15mg/300 mg siroop
Inalpin 9.48mg/15ml;94.8mg/15ml siroop
Longbalsem 10mg/15ml;100mg/15ml siroop
Noscaflex Expectorans siroop
Pholco-Mereprine siroop (op basis van de elementen van de procedure blijft de samengestelde formule beschikbaar tot eind mei 2020)
Toplexil siroop
Observatie aan de balie (zomer)
Observeer een zelfzorgaflevering bij hoest of neusverstopping.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 36
Verwerking na de stage
(1) Beschrijf de zelfzorgaflevering (zomer – vrijblijvend)
o Wat is de klacht van de patiënt?
o Beschrijf de WHHOAM-analyse van de apotheker. Een aantal potentiële vragen hierbij zijn:
Voor wie is het geneesmiddel bedoeld?
Wat is de klacht?
Hoe lang houden de klachten al aan?
Hoe zou de patiënt de klachten omschrijven?
Wat is de mogelijke oorzaak van de klacht?
Heeft de patiënt al iets gebruikt?
Neemt de patiënt andere medicatie?
…
o Welk product heeft de apotheker afgeleverd? Wat heeft zijn keuze beïnvloed?
o Welke adviezen heeft de apotheker nog gegeven?
(2) Formuleer een antwoord op volgende verdiepingsvragen:
o Waarom is het niet aangewezen om antitussiva te gebruiken bij kinderen? Ga na wat het BCFI en
het FAGG hierover schrijven.
o Waarom mogen neussprays met decongestiva (vb. Otrivine) niet langdurig gebruikt worden? Wat
zou het probleem kunnen zijn?
Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij deze opdracht zal voorstellen op terugkomdag 2, vat je bevindingen dan samen in een ppt, geef het bestand als titel ‘Hoest of neusverstopping_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio binnen de map Thema 1 Afleveren aan de balie.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 37
8. Zelfzorgaflevering bij pijn en/of koorts
Producten zoals Perdolan en Nurofen siroop of suppo’s voor kinderen gaan zeer regelmatig over de
toonbank. Ze worden gebruikt ter behandeling van koorts en pijn. De ouder van een ziek kind kind kan
specifiek vragen naar Perdolan of Nurofen, maar kan evengoed aan de apotheker ‘iets’ vragen tegen koorts
of pijn. Ook volwassenen gebruiken frequent producten zoals Dafalgan, Panadol, Paracetamol Teva,
Excedryn, Panadol Plus, Perdolan Compositum of Lonarid ter behandeling van pijn of koorts.
Observatie (zomer)
Observeer een zelfzorgaflevering van een geneesmiddel tegen pijn of koorts.
Verwerking na de stage
(1) Beschrijf één zelfzorgaflevering van een geneesmiddel tegen pijn of koorts (zomer – vrijblijvend)
o Wat zijn de klachten van de patiënt (kind of volwassene)?
o Beschrijf de WHHOAM-analyse van de apotheker. Een aantal potentiële vragen hierbij zijn:
Voor wie is het geneesmiddel bedoeld?
Wat is de klacht?
Hoe zou de patiënt/ouder de klachten omschrijven?
Hoe lang houden de klachten al aan?
Wat is de mogelijke oorzaak van de klacht?
Heeft de patiënt al iets gebruikt?
Neemt de patiënt nog andere medicatie?
…
o Welk product heeft de apotheker afgeleverd? Wat heeft zijn keuze beïnvloed (bv. waterpokken?)
o Welke adviezen/hygiënische maatregelen heeft de apotheker nog gegeven?
(2) Probeer een antwoord te formuleren op volgende verdiepingsvragen:
o Vanaf wanneer spreken we van koorts? (Cfr. cursus Algemene ziekteleer)
o Vanaf welke temperatuur wordt aangeraden om de koorts te onderdrukken?
o Kijk naar de gebruikelijke dosering van oraal gebruik van paracetamol en ibuprofen bij kinderen
(check www.kinderformularium.nl). Welke dosis zou jij voorstellen voor de aanpak van koorts bij
een kind van 5 jaar dat 18 kg weegt? Wat als de koorts veroorzaakt wordt door een herpes simplex
infectie (windpokken)?
Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij deze opdracht zal voorstellen, vat je bevindingen dan samen in een ppt, geef je bestand als titel ‘Pijn en koorts_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio binnen de map thema 1 Afleveren aan de balie.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 38
EXTRA VERDIEPING (link met OPO ‘Algemene ziekteleer’ van prof. Gillard)
Als student aan onze faculteit is het belangrijk om te weten hoe geneesmiddelen werken. Welke receptor
of enzym is het doelwit? Wordt de werking van de cel beïnvloed? Of wordt de zenuwgeleiding op een
bepaalde manier verstoord?
Daarnaast is het ook belangrijk te weten wanneer geneesmiddelen juist aan zet zijn en hoe ze dan het best
gebruikt worden. Hoewel het artsen zijn die geneesmiddelen voorschrijven is enige kennis van evidence-
based richtlijnen over hoe bepaalde aandoeningen te behandelen ook voor een apotheker nuttig. Zo kan je
als apotheker in overleg treden met de voorschrijvende arts over het nut en de evidentie om een
geneesmiddel (soms langdurig) voor te schrijven (we hebben het hier dan niet over foute doseringen,
interacties met andere geneesmiddelen of contra-indicaties).
bv.
o Ter behandeling van een hoge bloeddruk: starten met een ACE-inhibitor of een Ca2+ antagonist?
o Ter behandeling van een urineweginfectie: fluorochinolones of nitrofurantoïne?
o Ter behandeling van chronische pijn: met welk geneesmiddel wordt best gestart? Is een combinatie van
geneesmiddelen aan te raden?
Soms gebeurt het dat geneesmiddelen die dezelfde indicatie hebben (bv. pijn) gecombineerd worden. Dit
kan zijn om enerzijds een beter therapeutisch effect te genereren en anderzijds de dosering van beide
geneesmiddelen te verlagen zodat de kans op nevenwerkingen kleiner wordt.
Hier wordt verwezen naar het artikel “Combination pharmacotherapy for management of chronic pain: from
bench to bedside”. Dit artikel maakte in het verleden deel uit van de examenleerstof van het OPO ‘Algemene
ziekteleer’ van prof. Gillard en sluit naadloos aan bij dit opleidingsonderdeel.
Tijdens je stage heb je de kans om deze theoretische beschrijving van gecombineerde farmacotherapie bij
chronische pijnpatiënten met een praktijkbril op te bekijken. Tijdens de terugkomsessie kan hier zeker op
teruggekomen worden.
Een aantal (reflectieve) opdrachten die je tijdens of na je stage zou kunnen uitvoeren worden opgesomd:
o Aandachtig opletten bij afleveringen van pijnmedicatie
o Weet je welke type geneesmiddelen gebruikt worden bij chronische pijnpatiënten?
o Welk advies wordt gegeven?
o Worden ze frequent afgeleverd?
o Op zoek gaan naar de verpakkingen van geneesmiddelen die bij chronische pijn gebruikt worden
o Uitzoeken welke nevenwerkingen deze geneesmiddelen hebben
o De medicatiehistoriek van chronische pijnpatiënten overlopen samen met de stagiair/stagemeester
o …
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 39
9. Zelfzorgaflevering bij diarree of obstipatie
Een virale gastro-enteritis, ‘buikgriep’, iets verkeerd gegeten, ... Diarree is één van de veel voorkomende
klachten die je in de apotheek hoort. Vragen zoals ‘voor mij een doosje Imodium’ zijn al lang niet meer op
één hand te tellen. Om de patiënt met diarree te helpen zijn er een aantal OTC-producten beschikbaar
(Enterol, Lacteol, Imodium, ORS (orale rehydratatie oplossing), Tiorfix, Tasectan, …).
Ook obstipatie klachten stellen apothekers dikwijls voor de uitdaging om het meest geschikte product mee
te geven. Diverse types laxativa zijn beschikbaar (osmotische laxativa, contactlaxativa, producten om de
darm te ledigen voor een endoscopisch onderzoek, ...). Afhankelijk van de situatie en het type patiënt zal
specifiek advies nodig zijn.
Observatie (zomer)
Observeer een zelfzorgaflevering van een geneesmiddel bij diarree of obstipatie.
Verwerking na de stage
(1) Beschrijf één zelfzorgaflevering van diarree of obstipatie. (zomer – vrijblijvend)
o Wat is de klacht van de patiënt?
o Beschrijf de WHHOAM-analyse van de apotheker? Een aantal potentiële vragen hierbij zijn:
Voor wie is het geneesmiddel bedoeld?
Wat is de klacht? Hoe zou de patiënt de klachten omschrijven?
Hoe lang houden de klachten al aan?
Is er een specifieke oorzaak voor de klacht?
Heeft de patiënt al iets gebruikt?
Neemt de patiënt andere medicatie?
…
o Welk product heeft de apotheker afgeleverd? Wat heeft zijn keuze beïnvloed?
o Welke adviezen/hygiënische maatregelen heeft de apotheker nog gegeven?
(2) Formuleer een antwoord op volgende verdiepingsvragen:
o Voor welke risicopopulaties zou de apotheker extra aandachtig moeten zijn in geval van diarree?
o Wat zit er in ORS? In welke omstandigheden zou een apotheker dit afleveren?
Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij deze opdracht zal voorstellen op terugkomdag 2, vat je bevindingen dan samen in een ppt, geef het bestand als titel ‘Diarree_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio binnen de map Thema 1 Afleveren aan de balie.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 40
10. Geneesmiddelen bij allergie Jeuk, tranende ogen, niezen en ga zo maar door. Typische symptomen van allergische aard. Iedereen kent
wel mensen in de familie of vriendenkring die allergisch zijn aan een of andere diersoort (kat, hond),
grassen, huisstofmijt of voedingsproducten. Geneesmiddelen die de werking van histamine verhinderen
(antihistaminica) worden dan ook veel afgeleverd in de apotheek.
Ook in zelfzorg komt dit probleem geregeld ter sprake (waarschijnlijk meer in de maanden maart tot
september). Oogdruppels, een neusspray of een gel om de symptomen te onderdrukken zullen tijdens de
stageperiode dan ook afgeleverd worden. Kijk gerust eens naar welke producten tegen allergie uitgestald
zijn in de apotheek.
De theoretische achtergrond van allergie en overgevoeligheidsreacties haal je uit de cursus ‘Algemene
ziekteleer’ van prof. Gillard. Informatie om de verdiepingsvragen op te lossen in de cursus ‘Algemene
farmacologie en farmacokinetiek’ van prof. Annaert.
Observatie (zomer)
Observeer een (zelfzorg)aflevering van een geneesmiddel tegen allergie.
Verwerking na de stage
(1) Beschrijf één (zelfzorg)aflevering van een geneesmiddel tegen allergie: (zomer – vrijblijvend)
o Wat is de klacht van de patiënt?
o Beschrijf de WHHOAM-analyse van de apotheker. Een aantal potentiële vragen zijn:
Voor wie is het geneesmiddel bedoeld?
Wat is de klacht? Hoe zou de patiënt de klachten omschrijven?
Hoe lang houden de klachten al aan?
Heeft de patiënt al iets gebruikt?
Neemt de patiënt andere medicatie?
…
o Welk product heeft de apotheker afgeleverd? Wat heeft zijn keuze beïnvloed?
o Welke adviezen/hygiënische maatregelen heeft de apotheker nog gegeven?
(2) Formuleer een antwoord op volgende verdiepingsvraag:
o Ketotifen en levocetirizine zijn twee antihistaminica van een verschillende generatie (het ene is al
wat ouder dan het andere). Naast hun ‘leeftijd’ verschillen ze wat hun passage over de bloed-
hersenbarrière betreft. Wat is de bloedhersenbarrière? En wat ervaart de patiënt van dit verschil
(welke nevenwerking)?
Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij deze opdracht zal voorstellen op terugkomdag 2, vat je bevindingen dan samen in een ppt, geef het als titel ‘Allergie_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio binnen de map Thema 1 Afleveren aan de balie.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 41
Thema 2: Magistrale en officinale bereidingen
In de apotheek maken magistrale en officinale bereidingen nog steeds deel uit van het takkenpakket van
de apotheker. Niet alleen dermatologen, maar ook huisartsen en andere specialisten schrijven
geneesmiddelen voor die in de bereidingsruimte door de apotheker klaargemaakt worden. Deze
bereidingen dienen accuraat, nauwkeurig en hygiënisch te gebeuren. De kwaliteit van het eindproduct wordt
gegarandeerd met behulp van in- en end-proces controles, protocollering, werkafspraken en een efficiënte
organisatie en indeling van de werkomgeving.
De studenten tweede master zetten sterk in op het maken van kwaliteitsvolle bereidingen. Ze hebben in
februari allemaal een filmpje gemaakt waarin ze laten zien hoe ze in de apotheek een concrete bereiding
maken. De studenten die jouw groep zullen begeleiden zullen hun filmpje posten op Toledo, in jouw groep.
Bekijk dit filmpje ter voorbereiding van de tweede terugkomdag. De studenten van het laatste jaar zullen
dan met jullie hun protocolblad bespreken. Ze zullen verder met jullie reflecteren over het belang van een
goed kwaliteitshandboek.
Tijdens de stage (zomer)
Observeer de stagiair/stagemeester goed tijdens het maken van bereidingen. Kijk goed naar de
opeenvolgende stappen in het bereidingsproces en probeer goed te begrijpen waarom een bepaalde stof
op een bepaald moment wordt toegevoegd. Wie weet mag je zelf al enkele gelulen afvullen of op de zalfplaat
de zalfbasis homogeen verwrijven. Mag je zelf de handen uit de mouwen steken, probeer ook dan te
achterhalen wat je juist aan het verwerken bent en waarom het op deze manier dient te gebeuren.
Om deze opdracht succesvol af te werken kan de cursus farmaceutische hulpstoffen van prof. Rozenski
een goede hulp zijn (o.a. anti-oxidantia en bewaarmiddelen). In de cursus farmaceutische biologie van prof.
De Witte worden ook een aantal hulpstoffen beschreven die afkomstig zijn uit de natuur.
(1) Maak een protocolblad voor één magistrale bereiding die gevolgd werd (cfr. protocolblad Toledo)
(zomer – vrijblijvend)
a. Vermeld de uitgevoerde in-process en end-process controles met bijhorende resultaten (bv.
homogeniteit massa afgevulde capsules, waren alle poeders opgelost of alle excipientia
gesmolten, ...).
b. Identificeer de anti-oxidantia en bewaarmiddelen die in de bereiding verwerkt werden.
c. Wat is de gebruikstermijn van het preparaat?
d. Hoe wordt het preparaat verpakt en waarom zo?
e. Geef de gegevens weer die vermeld worden op het etiket en de verpakking.
(2) Vraag naar het kwaliteitshandboek, sla het open bij het hoofdstuk bereidingen en beschrijf in enkele
zinnen wat je hieruit geleerd hebt (belang van kwaliteitseisen, opvolging kwaliteit, ...). Het is zeker geen
overbodige luxe om tijdens een vrij moment van gedachten te wisselen met de stagiair of iemand uit
het apotheekteam over de efficiëntie, de toegevoegde waarde en de implementatie van het
kwaliteitshandboek in de praktijk (dus niet alleen over het hoofdstuk bereidingen). (zomer – vrijblijvend)
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 42
Thema 3: Parafarmacie en randassortiment in de apotheek
Naast specialiteiten, generieken en (magistraal en officinale) bereide geneesmiddelen worden in de
apotheek nog vele andere producten afgeleverd, gaande van parafarmacie, verzorgingsproducten,
medische hulpmiddelen tot thuiszorgmaterialen.
Het is aan jou om tijdens de stage op zoek te gaan naar dit brede gamma aan producten. Het advies dat
de apotheker bij de aflevering van deze producten vertelt is leerrijk. Laat het niet na om de schuiven en
kasten in de apotheek eens open te trekken (als dit mag van je stageplaats) zodat je je een idee kan vormen
van het uitgebreide randassortiment dat vaak in een apotheek aanwezig is.
Tijdens je apotheekstage zal je merken dat naast het bereiden en afleveren van geneesmiddelen het
adviseren van de patiënt in dit randassortiment eveneens van groot belang is én dat het niet evident is om
dit brede aanbod onder de knie te krijgen. In 2018 verschenen er een aantal zelftesten in de apotheek (bv.
HIV-zelftest, test ter opsporing van fecaal occult bloedverlies in het kader van darmkanker, Veroval
zelftesten, …).
(1) Kies één zonneproduct dat je thuis in de kast hebt staan
a. Geef aan welke zonnefilters in het product aanwezig zijn (werkingsspectrum, mechanisme,
water- of vetoplosbaarheid, ...)
b. Vermeld eveneens de anti-oxidantia en de bewaarmiddelen.
c. Bij welk type patiënt zou je opteren voor dit zonneproduct (rekening houdende met bv.
huidtype, voorkeur galenische vorm, leeftijd patiënt, reisbestemming, …)?
(2) Noteer bij het afleveren van een product uit het ‘randassortiment’ het advies en/of de bedenkingen die
de stagiair of de stagemeester tijdens deze aflevering maakt (bv. hoe moet de patiënt zijn glucometer
gebruiken, waarom is deze vochtinbrengende crème niet geschikt voor patiënt X, zou de babyvoeding
Nutrilon HA1 de ideale startvoeding zijn voor de jonge spruit, zal een preparaat op basis van Passiflora
de ideale benadering zijn om de stressvolle examenperiode door te komen, …)
Vermeld het afgeleverde product, het advies van de apotheker en de reden waarom juist dit advies
verleend werd. (zomer – vrijblijvend)
EXTRA VERDIEPING
Wens je je visueel geheugen te ondersteunen, dan kan je van de verschillende randproducten een foto
nemen met je smartphone. Later in je opleiding2 komen deze producten op een theoretische basis aan
bod. Je kan dan teruggrijpen naar je eigen (gedetailleerde) praktijkfoto’s wat de verwerking van de
theorie ten goede kan komen.
Werk beknopt uit in een word-document en post dit in de map Thema 3
Randassortiment. Als er op terugkomdag 1 besloten wordt dat jij deze opdracht zal
voorstellen op terugkomdag 2, vat je bevindingen dan samen in een ppt, geef het als
titel ‘Randassortiment_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio binnen de map
Thema 3 Randassortiment.
2 In de masteropleiding zorg worden verschillende randproducten die in de apotheek worden afgeleverd besproken: spuiten, naalden, glucometer met teststrips, actieve verbanden, aërosolapparaat met masker en slang, diverse puffersystemen, zuurstoffles, …
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 43
Thema 4: Communicatie in de apotheek
De apotheekpraktijk evolueert meer en meer naar het verrichten van (basis en voortgezette)
farmaceutische zorg. De apotheker probeert daarbij mensen te begeleiden bij het goed gebruik van
geneesmiddelen. Indirect betekent dit een toenemend belang van communicatieve vaardigheden. Het
is mede daarom dat deze stage-opdracht een belangrijke plaats inneemt in het geheel.
1. Actief luisteren en empathie
Onder goede communicatieve vaardigheden verstaan we in de eerste plaats dat de apotheker actief
kan luisteren. Hij probeert hierbij aandacht te hebben voor wat de patiënt echt bedoelt, de patiënt
te motiveren om verder te vertellen, en daaruit een samenvatting te maken of toch de belangrjikste
elementen te weerhouden. Daarnaast verwachten we dat de apotheker empatisch kan reageren
(d.w.z. dat hij zich kan verplaatsen in de gevoelens, redeneringen en motivatie van de patiënt) en
dat hij de patiënt kan motiveren, o.a. naar gedragsverandering.
Deze vaardigheden zijn generieke vaardigheden. Ze krijgen in meer of mindere mate vorm in
concrete begeleidingsgesprekken, zoals de opstart van een nieuw geneesmiddel, de begeleiding
van een patiënt na opstart, de opvolging bij langdurig gebruik, de aanpak van vragen naar zelfzorg,
…
De studenten tweede master zetten sterk in op goede communicatie met patiënten. Ze hebben in
het kader van de communicatietrainingen allemaal een aantal filmpjes gemaakt van gesprekken
met pseudo-patiënten. De studenten die jouw groep zullen begeleiden zullen tijdens de eerste
terugkomdag een filmpje met jullie delen en hierover met jullie in dialoog gaan (geen voorbereiding
nodig). Volgende aspecten komen daarbij aan bod:
(1) Waaraan merk je dat de apotheker actief luistert? Waar reageert de apotheker empatisch?
(2) Kijk na waar de apotheker gebruik maakt van motivationele gesprekstechnieken. Het kan gaan
om het motiveren naar rookstop, het motiveren voor het correct gebruik van een geneesmiddel,
... Hoe ‘geslaagd’ vind je de apotheker in zijn opzet om de patiënt te motiveren? Wat zou er
volgens jou anders of beter kunnen? Wat zou jou helpen als jij zou moeten stoppen met roken,
chronisch bepaalde geneesmiddelen zou moeten innemen, ...?
(3) Wat verwachten patiënten van een communicatieve apotheker? Wat heb je hierover geleerd in
het patiënteninterview?
2. Omgaan met emoties
Als mensen geconfronteerd worden met een diagnose van een ernstige aandoening, of met een
moeilijke situatie, dan brengt dat heel wat emoties te weeg. Patiënten kunnen gefrustreerd zijn, of
angstig, boos, opstandig, ... Ze kunnen ook worstelen met schuldgevoelens, zich minderwaardig
voelen, of heel verdrietig. Gelukkig zijn er ook mensen die iets positiefs komen vertellen en heel blij
of opgelucht zijn.
(3) Welke emoties verwacht jij in de apotheek? Hoe zou je hier mee omgaan? Wat zou je moeilijk
vinden? Ga hierover in dialoog met de begeleiders van terugkomdag 1 (geen voorbereiding nodig).
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 44
3. Omgaan met verschil in informatiebehoefte en in health literacy
Niet elke patiënt heeft een even grote informatiebehoefte, kan met dezelfde hoeveelheid informatie
overweg, of begrijpt medische informatie. Een communicatief sterke zorgverlener past zijn
boodschap aan aan de patiënt (en niet omgekeerd). Hij spreekt de taal van de patiënt (vb. dialect
waar nodig), geeft niet altijd even uitgebreide medische informatie bij de aflevering van een
geneesmiddel, ... Tegelijk is de apotheker waakzaam voor ‘verkleutering’ van (oudere) patiënten,
en is hij respectvol voor het begrippenkader en de communicatieve mogelijkheden van elke patiënt.
(4) Wat heb je hierover geleerd in het gesprek met je patiënt? Hoe wil een patiënt graag
aangesproken worden? Hoe groot was zijn/haar behoefte aan informatie? Wie heeft die vooral
beantwoord? Ga hierover in dialoog met de begeleiders van terugkomdag 1.
4. Communicatie met andere zorgverleners
Samenwerking is het sleutelwoord in toekomstgericht zorg. Samenwerken betekent samen zorg en
verantwoordelijkheid opnemen voor een bepaalde patiënt, vanuit een gemeenschappelijke
doelstelling.
(5) Welke actoren zijn betrokken bij de zorg voor de patiënt die je geïnterviewd hebt? Hoe
werken ze samen? Wat vindt de patiënt hiervan?
Vat je bevindingen uit het patiënteninterview, die specifek gaan over communicatie, samen in een nieuw word-document,
geef het als titel ‘Communicatie_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 45
Thema 5: Farmaceutische zorg - organisatie - logistiek – wetgeving - reclame
Gedurende je drie dagen stage zal je met zo veel meer in contact komen dan enkel geneesmiddelen zien
bereiden of afleveren. De apotheker verricht zoals je zal merken heel wat activiteiten zonder dat de patiënt
hiervan op de hoogte is. Het gaat dan niet enkel om intellectuele activiteiten tijdens het afleveren, zoals het
screenen op interacties of het controleren van beschikbaarheid van specialiteiten bij de groothandel. Naast
dit afleveren zijn tarificatie, administratie, bestellingen, reclame, ... dagelijkse bezigheden van een officina-
apotheker. Het takenpakket van een titularis-apotheker durft uiteraard wel te verschillen van de taken van
een adjunct-apotheker.
Daarnaast wordt de plaats die Farmaceutische zorg inneemt in de tijdsbesteding binnen de apotheek anno
2020 groter en groter. Concrete zorgacties zijn bijvoorbeeld het opstellen en opvolgen van een up-to-date
medicatieschema (Vitalink), het aanbieden van Individuele Medicatie Voorbereiding (IMV), het bijhouden
van een up-to-date en geïndividualiseerd patiëntendossier, het organiseren van lokaal Medisch
Farmaceutisch Overleg (MFO) met artsen en andere zorgverstrekkers, ...
De manier waarop Farmaceutische zorg wordt ingevuld zal tussen stage-apotheken onderling sterk
verschillen. Niet elke apotheek staat al even ver. Sommige apotheken hebben nog wat tijd nodig om met
een aantal basisonderdelen van Farmaceutische zorg vertrouwd te raken en deze te implementeren in hun
dagelijkse routine. Het loont extra de moeite om op te letten hoe intens en op welke manier de stage-
apotheek bezig is met (basis en voortgezette) Farmaceutische zorg. Hierover kan tijdens de terugkomdagen
onderling van gedachten gewisseld worden. Probeer zo goed mogelijk in kaart te brengen hoe de apotheker
die je geïnterviewd werd hiernaar kijkt. Indien je een arts interviewde, probeer dan te zien hoe hij/zij kijkt
naar de evoluerende rol van de apotheker. Ga hierover in dialoog met je begeleiders tijdens terugkomdag
2.
Onderstaand overzicht geeft een korte samenvatting van de activiteiten of onderwerpen die tot dit hoofdstuk
behoren. Sommige dingen zal je misschien niet rechtstreeks ontdekken of zien (bv. ‘de weg van het
voorschrift’), maar deze kunnen door de stagiair, stagemeester of ander lid van het apotheekteam uitgelegd
worden. Het is bijvoorbeeld belangrijk om te weten te komen aan welke administratieve vereisten een
voorschrift moet voldoen, wat er na de aflevering van een voorschriftplichtig geneesmiddel gebeurt met dit
(Recip-E) voorschrift, hoe het terug aanvullen van de stock gebeurt, etc. Informatie kan teruggevonden
worden op internet, bronnen aanwezig in de apotheek (bv. APB-tarief) of in de apotheeksoftware (bv.
betalingscategorie van bepaalde geneesmiddelen).
(1) Administratieve taken van de apotheker (adjunct en/of titularis)
(1) Indeling van de apotheek: vergiftkast, frigo, indeling schuiven, magistrale ruimte
(2) De weg van het geneesmiddel: van groothandel tot in de schuif/robot (zie bestellingen)
(3) De weg van het voorschrift – bewijs van elektronisch voorschrift (BEV) – Recip-E
(4) Terugbetaling geneesmiddel (attesten, BVAC, bijlage 30, MyCareNet, zorgtraject)
(5) Implementatie/ kwaliteit van Farmaceutische zorg (Huisapotheker, Gedeeld Farmaceutisch
Dossier, IMV, MFO, ...)
(6) Reclame in de apotheek
Je volgt op de website van https://www.eenlijn.be/ de e-learning rond elektronisch voorschrijven, deel 1:recip-e en deel 2: nieuwe regelgeving, je kan ook steeds een webinar meevolgen. Ze zijn gratis, maar je dient je wel in te schrijven.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 46
Thema 6: Onder de loep
Benzodiazepines worden gebruikt als slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen (anxiolytica), spierrelaxantia en
anti-epileptica. Ze worden anno 2020 niet (meer) terugbetaald en worden reeds lang (overmatig) gebruikt.
Bijgevolg blijven benzodiazepines omwille van dit overmatig gebruik en verslavingsproblematiek belangrijk
genoeg om er een afzonderlijk hoofdstuk aan te wijden, hoewel nog andere ‘geneesmiddelen’ in de
apotheek aanwezig zijn waar de verslavingscall luid klinkt (denken we maar aan decongestieve neusspray’s
of contactlaxativa). Overmatig gebruik van benzo’s leidt tot een grote kost voor de patiënt met mogelijkheid
tot sociale problematiek als gevolg.
Het is dan ook terecht dat we ons de vraag stellen ‘hoe moet men omgaan met het gebruik en bijhorend
misbruik van benzodiazepines?’. Benzodiazepines geven snel een fysieke en psychische gewenning en
geven theoretisch gezien gedurende slechts een korte periode therapeutische effecten. Wanneer een
apotheker voor ambulante patiënten of patiënten opgenomen in een woonzorgcentrum (WZC) medicatie
reviews uitvoert (hier wordt de rationaliteit van de ingenomen medicatie beoordeeld en kunnen voorstellen
tot wijziging of optimalisatie van de therapie gebeuren), wordt vaak dubbelmedicatie van benzodiazepines
gevonden (bv. lormetazepam samen met alprazolam), net zoals het ontbreken van een duidelijke indicatie
om het product te gebruiken.
De twee onderstaande abstracts proberen nog iets meer verduidelijking te geven bij deze problematiek.
Benzodiazepin addiction: a silent addiction among older people
Benzodiazepines are frequently prescribed for a longer period of time for anxiety disorders and insomnia in
spite of the many guidelines to prescribe these drugs only short-term. These guidelines are based on the
risk-benefit balance between long-term effectiveness and side effects like addiction, anterograde amnesia,
and increased risk on falling (resulting in hip fractures), traffic accidents and even mortality. Also low-dose
benzodiazepine use can lead to benzodiazepine dependence. Although initially most attention has been
paid to the physical withdrawal syndrome, psychological aspects of benzodiazepine dependence have
received more and more attention in the past decades. Recently, a relationship between the brain-reward
system, involved in addiction, and benzodiazepine use, was demonstrated. When long-term
benzodiazepine use is recognised as problematic by both physician and patient, different treatment
modalities are available to support patients in achieving abstinence. One of every four patients is able to
stop by themselves with the aid of a minimal intervention providing psychoeducation and encouragement.
Two out of three long-term uses are able to stop their usage with the aid of systematic tapering protocols
guided by a physician or psychologist. In case of an underlying insomnia or anxiety disorder, cognitive-
behavioural therapy should be added to the tapering protocol. In contrast to the general opinion, advanced
old age has no negative impact on the treatment response (1). (1) Oude Voshaar RC, Benzodiazepin addiction: a silent addiction among older people, Tijdschr Gerontol Geriatr, 2012, 43, 137-47.
“Last night a Xanax saved my life”
Benzodiazepines are highly addictive and potentially harmful. Xanax appears to be especially so given it’s
very short half life and reported ‘miracle cure’ properties.
The withdrawal process is brutal with severe anxiety being one of the main symptoms paradoxically. Another
being life-threatening seizures which is why many have reported benzodiazepine withdrawal to be ‘worse
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 47
than heroin’ (Mercer 2008). As a frontline mental health nurse, I have recorded an array of alarming Xanax-
related anecdotes in my daily practice such as:
“Just give me Xanax and you won’t ever need to see me again”; ”it’s the only thing that works”; “it’s all I
need”; “I can think clearly now”; “I can only go to work after I’ve taken it”; “I can deal with my ex and look
after my kids when I take it”; “I feel no more pain on it”; “I can be sociable on it”; “I can finally get some
sleep”. Indeed a Google search of “Xanax saved my life” reveals thousands of subscribers to this belief.
We are witnessing a surge in deaths related to both prescription anxiety and pain medications which are
potent and especially dangerous when combined with drugs or alcohol. Whitney Houston, Michael Jackson
and Heath Ledger to name but a few were self-medicating Xanax-related tragedies.In addition there are
many others and their families whose lives are blighted daily by this epidemical phenomenon of chronic
addiction.
‘Doctor-shopping’ for ‘benzos’ is wide spread and a major cause of stress and burn-out for health
professionals. The thoughtof not having numerous doses throughout the day is unbearable for thousands
of Australians dependent on Xanax. Once addicted, a person will travel miles if necessary and use the most
innovative techniques of seduction to procure a supply from a GP. Some will resort to using the flourishing
black market. There are enough perverse financial incentives across the medical, pharmaceutical and retail
sectors to guarantee further growth in this tragic area. How can mental health nurses realistically rise to the
challenge of offering a popular non-medical alternative to something so powerful and immediate for treating
unhappiness and anxiety before the script is dispensed and it’s too late? (2) (2) Hainsworth A, Last night a Xanax saved my life, Australian Nursing Journal, 1 juli 2012.
Benzodiazepines zijn geneesmiddelen waar zich soms een extra vraag of probleemstelling voordoet,
bijvoorbeeld: wat doen we als de patiënt zijn slaapmedicatie zonder voorschrift komt halen? Wat doen we
als een onbekende patiënt langskomt en vraagt of je flunitrazepam3 op voorraad hebt?
Observatie (zomer)
Tijdens je stageperiode let je actief op afleveringen waar benzodiazepines aan bod komen.
Verwerking (zomer – vrijblijvend)
(1) Tel het aantal verpakkingen van benzodiazepines die gedurende een halve stagedag worden
afgeleverd, zowel als slaapmiddelen, anxiolytica, spierrelaxantia, ...
Welke benzo’s werden tijdens deze periode vooral afgeleverd? Voor welke indicatie zouden zij
oorspronkelijk voorgeschreven kunnen zijn (indicatie actief product)?
(2) Kies er één patiënt uit waarvan je een verslavingsproblematiek vermoedt. Kijk naar zijn of haar
medicatiehistoriek en tel het aantal verpakkingen benzodiazepines die de afgelopen zes maanden in
de apotheek zijn afgeleverd (of in andere apotheken indien patiënt zijn toestemming heeft gegeven voor
het Gedeeld Farmaceutisch Dossier). Over welke producten gaat het? En waarvoor worden ze
gebruikt?
(3) Overleg met de stagemeester of deze zich herkent in de problematiek zoals beschreven in de abstracts.
Hoe wordt in de praktijk omgegaan met verslaving aan benzo’s? Zijn hier bepaalde afspraken gemaakt
met huisartsen uit de buurt (bv. geen benzo’s afleveren zonder voorschrift, …)?
3 Flunitrazepam is de werkzame stof van het geneesmiddel Rohypnol dat bekend staat als ‘rape drug’. Rohypnol als specialiteit is ondertussen van de markt, de generieke vorm van de firma EG is nog wel verkrijgbaar.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 48
Kritische reflectie* - zomer: heel belangrijk! *(Reflectief ervaringsleren in het kader van professionele ontwikkeling, Prof. Kelchtermans)
Bij dit laatste thema blik je terug op je driedaagse kennismaking in een openbare apotheek. Hoe heb je
deze eerste verkenning van het werkveld ervaren?
Het vormgeven van je persoonlijke en professionele ontwikkeling tot master aan onze faculteit start bij het
terugblikken op je eigen ervaringen die je tijdens je aanwezigheid in het werkveld hebt opgedaan. Misschien
ben je tot nieuwe inzichten gekomen of hebben bepaalde patiënten een sterke indruk op je nagelaten?
Alleszins heb je stof genoeg om even bij stil te staan.
Om effectief bij te dragen tot je professionele ontwikkeling tot toekomstig master aan onze faculteit, dient
de inhoud van je reflectie voldoende “breed” en “diep” te zijn.
Verschillende onderwerpen of topics komen aan bod bij een efficiënte reflectie (= reflectie in de breedte).
Onderstaande richtvragen per topic vormen een mogelijk vertrekpunt voor je reflectie.
- Functioneren (hoe functioneer ik als stagiair? Hoe kan ik de lacunes in mijn kennis wegwerken?
Welke vaardigheden moet ik nog onder de knie krijgen? (Hoe) Zie ik mezelf als toekomstig officina-
apotheker? Op welke manier zou ik verder willen evolueren? Verliep het afleveren anders of
effectiever dan ik had verwacht? Hoe verloopt de organisatie in de apotheek? Is het een goed
gestructureerde apotheek?)
- Emotie (in hoeverre wordt de apotheker emotioneel betrokken bij zijn of haar beroepsuitoefening?
Laat de apotheker zijn of haar emoties meespelen bij het handelen? Hoe emotioneel betrokken
voelde ik mij tijdens de stage? Welke emoties heb ik zelf ervaren en hoe ging ik hiermee om? Welke
sfeer hing er in de apotheek? Zou ik in dergelijke omgeving kunnen functioneren? Zou de apotheek
een goede stageplaats voor mij zijn? Ben ik eerder een gevoelig of een zakelijk type? Trek ik mij
de dingen aan of kan ik alles gemakkelijk loslaten? Welke karaktereigenschappen zijn belangrijk
om goed te kunnen functioneren in een apotheek? Welke heb ik, welke niet?)
- Interpersoonlijk (hoe heb ik de relatie tussen apotheekteam, stagiair en titularis ervaren? Hoe was
mijn relatie met deze mensen? Wat is de drijfveer van de apotheker bij het afleveren van
geneesmiddelen? Wat is de impact van de apotheker op de gezondheidszorg? Hoe werd
omgegaan met patiënten? Wat vinden patiënten belangrijk? Met wie werkt de apotheker goed
samen en hoe verloopt dit? Door wie of wat laat de apotheker zich bij de uitoefening van zijn beroep
beïnvloeden, bv. de directie binnen een apotheekketen, vertegenwoordigers, fabrikanten,
huisartsen, beroepsvereniging, APB, apotheker-titularis, collega’s uit de buurt, …).
- Moreel (met welke waarden en normen houdt een apotheker rekening bij het maken van een
beslissing? Op welke manier probeert de apotheker steeds tegemoet te komen aan de noden van
de patiënten? Laat de apotheker zijn overtuigingen meespelen tijdens zijn handelen? In hoeverre
speelt het sociale engagement van de apotheker een rol bij zijn uitvoering van het beroep? Waren
er beslissingen in de apotheek waar ik het moreel moeilijk mee had?)
Een reflectie zonder diepgang (diepte) zal de standpunten die je vóór de reflectie had bevestigen, zonder
dat je echt op zoek bent gegaan naar juiste antwoorden op de door jou gestelde vragen. Denk goed na over
je handelen en weeg af of een andere manier van handelen of een alternatieve houding al dan niet tot
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 49
hetzelfde (goede?) resultaat zouden hebben geleid. Een kritische reflectie vereist met andere woorden het
stevig (diep) overdenken van verschillende inhoudsdomeinen.
Na je stage denk je na over je aanwezigheid op de stageplaats en los je onderstaande opdrachten op. Het
is níét mogelijk om deze opdrachten vooraf of tijdens de stage uit te schrijven. Korte bedenkingen of ideeën
kan je tijdens je stage wel beknopt noteren in de stagemap zodat je hier tijdens je reflectie op kan
terugkomen (vermijden dat je goede ideeën of invalshoeken vergeet).
Indien je het moeilijk vindt om minimum één bladzijde neer te schrijven betekent dit dat deze opdracht voor
jou zeer nuttig is. Door deze opdracht uit te voeren oefen je jezelf in het reflecteren en het overdenken van
je eigen handelen. Dit is een onontbeerlijke competentie in het kader van je professionele ontwikkeling en
levenslang leren en zal tijdens het vervolg van de opleiding nog meermaals aan bod komen en geëvalueerd
worden.
Verwerking na de stage (zomer; belangrijk om dit te doen als je stage loopt en dit ook te posten op je
portfolio)
(1) Schrijf een kritische reflectie over je driedaagse kennismaking met een openbare apotheek. Let hierbij
op de theoretische onderbouw zoals hierboven aangegeven (cfr. breedte én diepte). Probeer dit alles
neer te schrijven op ongeveer 1 A4-pagina.
(2) Na deze kennismakingsstage zit je ongetwijfeld nog met vragen. Geef een vijftal vragen waar je
momenteel nog mee zit en waarop je een antwoord zou willen krijgen in de toekomst.
(3) Tot slot schrijf je in max. tien zinnen neer hoe je de stage in een openbare apotheek ervaren hebt en
wat je hieruit meeneemt voor je verdere studieloopbaan
Opgelet! Datgene wat je in je reflecties neerschrijft zal je kunnen helpen later in de opleiding, bv. bij de
masterkeuze, keuze voor een stage-apotheek, specialisatieopleiding, beroepsomgeving, ... Hecht dus
voldoende belang aan het formuleren van een zo waarheidsgetrouwe reflectie.
Vat je bevindingen samen in een nieuw word-document, geef het als titel
‘Reflectie_NaamVoornaam’ en post het op je portfolio.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 50
PATIENTENINTERVIEW
Elke student interviewt één patiënt met een chronische aandoening.
Kies hiervoor iemand uit je directe omgeving: familieleden, vrienden van jou of van je ouders, buren,
collega’s, …
De bedoeling van dit gesprek is dat je inzicht krijgt in hoe een patiënt met zijn ziekte omgaat, wat voor hem
of haar de plaats van geneesmiddelen is in de behandeling en wat hij of zij verwacht van de apotheker.
Dit interview plan je na de les van 19 februari 2020.
Tijdens de kennismakingsstage zal je eveneens kunnen ondervinden hoe apothekers met patiënten
communiceren, en met welk soort vragen of zorgen patiënten naar de apotheek stappen. Tijdens de
introductiesessies krijg je bovendien een inleiding op het thema ‘health beliefs’. Dit levert je belangrijke
achtergrondinformatie op om te begrijpen hoe verschillend patiënten met hun ziekte kunnen omgaan.
Hieronder worden de verschillende stappen van het interviewproces uitvoerig besproken. Ook de deadlines
van de te posten documenten worden vermeld in het vet (leidraad en verslag interview).
In totaal besteed je ongeveer 7 uur aan dit patiënteninterview. We rekenen maximum 1 uur voor het gesprek
zelf, een 3-tal uur voor de voorbereiding (inclusief het contacteren van de patiënt) en een 3-tal uur voor de
verwerking.
1. Een patiënt kiezen voor je interview
- Kies iemand met een chronische aandoening. Het kan gaan om diabetes, astma, epilepsie,
hartfalen, reumatoïde artritis, … Het moet in ieder geval een aandoening zijn die een zekere impact
heeft op het dagelijkse leven van de patiënt en die behandeld wordt met geneesmiddelen. Je kiest
beter niet voor een patiënt die op dit moment een ernstige episode in de ziekte doormaakt of die
lijdt aan een acute psychiatrische stoornis.
- Kies iemand waarvan je denkt dat hij blij zal zijn om over zijn ervaringen te praten, en die zichzelf
goed kan uitdrukken.
- Neem contact op met je potentiële gesprekspartner. Stel jezelf kort voor en bespreek de reden voor
het gesprek. Vraag of de persoon die je contacteert bereid is om hieraan mee te werken.
- Spreek af op een rustig moment. Reserveer ongeveer 1 uur voor dit gesprek.
- Vraag of je het gesprek mag opnemen. Dit geeft je de kans om het interview achteraf opnieuw te
beluisteren om je verslag te maken. Dit zorgt er bovendien voor dat het gesprek niet verstoord wordt
door het nemen van notities. Je kan dan je volle aandacht bij het gesprek houden.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 51
2. Het gesprek voorbereiden
- Probeer vooraf wat te lezen over de aandoening waaraan de patiënt lijdt. Je hoeft zeker niet alles
in detail uit te pluizen; het is vooral belangrijk dat je wat achtergrondinformatie hebt over de
belangrijkste symptomen of klachten bij de aandoening, de meest gebruikte behandelstrategieën,
… .
Eenvoudige informatie op niveau van de patiënt vind je via
https://www.nhg.org/thema/patientenvoorlichting
Achtergrondinformatie over de aandoening en de geneesmiddelen die bij de behandeling kunnen
gebruikt worden vind je via www.farmacotherapeutischkompas.nl.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 52
Een belangrijke bron van informatie voor artsen en apothekers, is de website van het Belgisch
Centrum voor Farmacotherapeutische informatie: www.bcfi.be
- Probeer je ook een idee te vormen van hoe patiënten deze ziekte ervaren.
Je kan hiervoor een kijkje nemen op www.healthtalkonline.org
Je kan doorklikken naar interviews waarin patiënten iets over een bepaald thema zeggen. Je vindt
een overzicht van de items die door patiënten aangehaald werden. Sommige tekstfragmenten kan
je aanklikken en volledig lezen, beluisteren of bekijken.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 53
Bij sommige aandoeningen is er een specifieke rubriek over ‘medical treatment and medicines’.
Patiënten geven er onder meer aan wat volgens hen de voor- en nadelen zijn van een bepaald
geneesmiddel, welke nevenwerkingen ze ondervinden, welke impact het gebruik van het
geneesmiddel heeft op hun leven en dat van hun familie, …
- Stel een leidraad op voor het gesprek
De informatie die je gelezen hebt, zal je helpen bij het opstellen van vragen voor het gesprek.
Een goede leidraad bevat volgende onderdelen:
o Vragen i.v.m. de chronische aandoening en de manier waarop de patiënt hier mee omgaat
o Vragen i.v.m. de medicatie
o Vragen i.v.m. de rol van de apotheker
Voorbeeld van een (beknopte) leidraad voor een gesprek met een diabetespatiënt:
o Wat betekent het voor jou om diabetes te hebben?
o Hoe beïnvloedt dit je levensstijl? (werk, sociale activiteiten, familie)
o Hoe ga je om met je diabetes?
o Kan je beschrijven hoe je je voelde toen je vernam dat je diabetes had?
Waaraan dacht je toen? Zijn je ideeën nu veranderd?
o Op welke manier volg je je diabetes op? Welke impact heeft dit op jou?
o Welke geneesmiddelen gebruik je om je diabetes onder controle te houden?
o Wat denk je over deze behandeling?
o Welke zorgverleners zijn betrokken bij de opvolging van je diabetes?
o Wat verwacht je van de apotheker?
Laat je vragenlijst door iemand anders nalezen alvorens je naar de patiënt stapt.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 54
Post je leidraad op je portfolio in de map ‘Leidraad en verslag interview patiënt’ voor 14
maart 2020 om 23h59.
- Bekijk het formulier dat je zal gebruiken voor het invullen van de algemene gegevens over de
patiënt. Duid aan welke rubrieken je zeker moet bevragen.
- Als je het gesprek wil opnemen, kan je gebruik maken van je smartphone.
3. Het gesprek met de patiënt
- Doe dit gesprek via telefoon, Skype, Zoom, …
- Installeer de opnameapparatuur
- Ga na of de opnameapparatuur werkt vooraleer je het gesprek begint
- Besteed aandacht aan de inleiding van het gesprek: geef nogmaals de reden voor het interview,
bevestig dat alle informatie geanonimiseerd zal worden, …
- Probeer alle onderdelen die je voorbereid hebt, aan bod te laten komen in het gesprek. De volgorde
waarin dit gebeurt heeft echter geen belang. Laat de patiënt uitspreken en geef hem of haar
voldoende ruimte om over zijn of haar ervaringen te praten. Sta open voor elementen die de patiënt
aanbrengt en die je zelf niet had voorbereid. Pik in op antwoorden van de patiënt.
- Ga op het einde van het gesprek na of je over alle gegevens beschikt die je nodig hebt voor het
invullen van het formulier met de algemene gegevens (zie hierboven). Vraag eventueel naar
aanvullingen als je merkt dat niet alle vragen beantwoord werden.
- Bedank de patiënt voor het gesprek
4. Het verslag
Het verslag bestaat uit volgende onderdelen:
a. Het formulier met de algemene gegevens van de patiënt
b. De leidraad die je gebruikt hebt bij het patiënteninterview
c. Je antwoorden op een reeks vragen (zie hieronder)
Je hoeft het gesprek niet volledig uit te tikken en als verslag in te dienen. Het volstaat dat je een
aantal belangrijke passages uit het gesprek uitschrijft, om die te gebruiken als illustratie bij je
antwoorden op de vragen.
De antwoorden op de vragen moeten in essaystijl geschreven worden, dit is proza. Probeer duidelijk en
vlot te schrijven en gebruik correct Nederlands. Vermijd taalfouten (spellingcheck!) en zorg ervoor dat
de zinnen grammaticaal kloppen. Gebruik voor het verslag een duidelijk lettertype in grootte 10; zet de
interlinie op 1,5. Vermeld duidelijk je naam op het verslag. Begin elk onderdeel op een nieuwe pagina.
Post het verslag op je portfolio in de map ‘Leidraad en verslag interview patiënt’, en dit voor 23
april 2020 om 23h59.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 55
Het antwoordgedeelte (deel c) bestaat in totaal uit niet meer dan 1000 woorden. Vragen waar in deel c
van het verslag op geantwoord kan worden:
1. Omschrijf de aandoening waaraan de patiënt lijdt. Geef aan welke impact dit heeft op zijn of
haar dagelijks leven.
2. Hoe gaat de patiënt met zijn geneesmiddelen om? Wat verwacht hij ervan? Komt dit overeen
met wat deze geneesmiddelen verondersteld worden te doen?
3. Wat heeft dit gesprek jou geleerd over de rol van de apotheker? Wat lijkt jou belangrijk bij het
begeleiden van een dergelijke patiënt bij zijn geneesmiddelentherapie?
4. Waar was je in dit gesprek het meest verwonderd over? Wat zet jou aan het denken?
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 56
Bijlage: Voorbeeld van een formulier met de algemene gegevens van de patiënt
Naam interviewer: Veerle Foulon
Datum interview: 01/02/2020
Geslacht van de patiënt: V Leeftijd van de patiënt: 41 jaar
Diagnose:
Diabetes type I
Leeftijd bij diagnose: 30 jaar Aantal ziekenhuisopnames? 2: bij diagnose, en
daarna 1 x bij hypoglycemie met coma
Geneesmiddelen:
Lantus®: ….. eenheden ….
Novorapid®: ….. eenheden ….
Toedieningschema:
‘S avonds
voor elke maaltijd; aantal eenheden te bepalen
op basis van de maaltijd.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 57
INTERVIEW MET EEN APOTHEKER
Tijdens de sessie “Quick Quotes” sta je stil bij de rol van de apotheker en bij de plaats van de apotheker in
de eerstelijnszorg en werk je in groep aan de vragen voor dit interview. Verder spreek je hier af of je ofwel
een arts ofwel een apotheker zal interviewen.
Indien je de apotheker kiest, interrview je bijvoorbeeld de apotheker van de apotheek waar je gewoonlijk
geneesmiddelen haalt. Indien dit dezelfde apotheker is als diegene bij wie je stage liep, kan je ofwel deze
apotheker interviewen ofwel een andere apotheker uit je buurt. Indien je vader/moeder officina-apotheker
is, kies je best een andere apotheker voor het interview. Indien je vertrouwde apotheker iemand anders van
je familie is, is dit geen probleem.
De bedoeling van dit gesprek is dat je inzicht krijgt in hoe een apotheker naar zijn/haar beroep kijkt, en hoe
hij deze functie in de toekomst ziet evolueren.
Dit interview kan je afnemen na de quick quotes, dus vanaf 18 februari 2020.
Hieronder worden de verschillende stappen van het interviewproces uitvoerig besproken.
In totaal besteed je ongeveer 6 uur aan dit interview (gesprek zelf, het contacteren van de apotheker, het
afwerken van de interviewleidraad en de verwerking).
1. Een apotheker kiezen voor je interview
- Neem contact op met je/een apotheker. Stel jezelf kort voor en bespreek de reden voor het gesprek.
Vraag of de apotheker die je contacteert bereid is om hieraan mee te werken.
- Spreek af op een rustig moment. Reserveer ongeveer 45 min voor dit gesprek.
- Vraag of je het gesprek mag opnemen. Dit geeft je de kans om het interview achteraf opnieuw te
beluisteren om je verslag te maken. Dit zorgt er bovendien voor dat het gesprek niet verstoord wordt
door het nemen van notities. Je kan dan je volle aandacht bij het gesprek houden.
2. Het gesprek voorbereiden
- Tijdens de sessie ‘Quick Quotes’ stel je in groep een lijst op van onderwerpen die in het gesprek
met de apotheker aan bod kunnen komen en waar je als student farmaceutische wetenschappen
graag een antwoord op wil.
- Stel op basis van deze elementen een leidraad op voor het gesprek.
Laat je vragenlijst door iemand anders nalezen alvorens je naar de apotheker stapt.
- Als je het gesprek wil opnemen, kan je gebruik maken van je smartphone.
Post je leidraad op je portfolio in de map ‘Leidraad en verslag interview arts of apotheker’ voor 14
maart 2020 om 23h59.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 58
3. Het gesprek met de apotheker
- Doe dit interview telefonisch of via Skype / Zoom / …
- Zet de opnameapparatuur klaar
- Ga na of de opnameapparatuur werkt vooraleer je het gesprek begint
- Besteed aandacht aan de inleiding van het gesprek: geef nogmaals de reden voor het interview,
bevestig dat alle informatie geanonimiseerd zal worden, …
- Probeer alle onderdelen die je voorbereid hebt, aan bod te laten komen in het gesprek. De volgorde
waarin dit gebeurt heeft echter geen belang. Laat de apotheker uitspreken en geef hem of haar
voldoende ruimte om over zijn of haar visie te praten. Sta open voor elementen die de apotheker
aanbrengt en die je zelf niet had voorbereid. Pik in op zijn/haar antwoorden. Ga daarna na of jeop
elke vraag een antwoord hebt gekregen.
- Bedank de apotheker voor het gesprek
4. Het verslag
Het verslag bestaat uit volgende onderdelen:
a. De leidraad die je gebruikt hebt bij het interview
b. Je antwoorden op een reeks vragen (zie hieronder)
Je hoeft het gesprek niet volledig uit te tikken en als verslag in te dienen. Het volstaat dat je
een aantal belangrijke passages uit het gesprek uitschrijft, om die te gebruiken als illustratie
bij je antwoorden op de vragen.
De antwoorden op de vragen moeten in essaystijl geschreven worden, dit is proza. Probeer duidelijk
en vlot te schrijven en gebruik correct Nederlands. Vermijd taalfouten en zorg ervoor dat de zinnen
grammaticaal kloppen. Gebruik voor het verslag een duidelijk lettertype in grootte 10; zet de interlinie
op 1,5. Vermeld duidelijk je naam op het verslag. Begin elk onderdeel op een nieuwe pagina.
Het antwoordgedeelte (deel b) bestaat in totaal uit niet meer dan 500 woorden. Vragen waar in deel b
van het verslag op geantwoord kan worden:
1. Hoe omschrijft de apotheker zijn/haar rol binnen de eerstelijnszorg?
2. Waar besteed deze apotheker in zijn/haar praktijk het meeste aandacht aan?
3. Wat verstaat de apotheker onder farmaceutische zorg? Hoe wordt dit geïmplementeerd?
4. Wat zijn volgens deze apotheker de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst?
5. Waar was je in dit gesprek het meest verwonderd over? Wat zet jou aan het denken?
Post het verslag op je portfolio in de map ‘Leidraad en verslag interview arts of apotheker’, en dit
voor 7 mei 2020 om 23h59. De leidraad post je ten laatste op 14 maart 2020.
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 59
INTERVIEW MET EEN HUISARTS
Tijdens de sessie “Quick Quotes” sta je stil bij de rol van de apotheker en bij de plaats van de apotheker in
de eerstelijnszorg en werk je in groep aan de vragen voor dit interview. Verder spreek je hier af of je ofwel
een arts ofwel een apotheker zal interviewen.
Indien je de huisarts kiest, interview je bijvoorbeeld jouw huisarts of de huisarts van de familie.
De bedoeling van dit gesprek is dat je inzicht krijgt in hoe een huisarts naar een apotheker kijkt, en wat hij
of zij verwacht van de apotheker.
Hieronder worden de verschillende stappen van het interviewproces uitvoerig besproken.
In totaal besteed je ongeveer 6 uur aan dit interview (gesprek zelf, het contacteren van de huisarts, het
afwerken van de interviewleidraad en de verwerking).
1. Een huisarts kiezen voor je interview
- Neem contact op met je huisarts. Stel jezelf kort voor en bespreek de reden voor het gesprek. Vraag
of de huisarts die je contacteert bereid is om hieraan mee te werken.
- Spreek af op een rustig moment. Reserveer ongeveer 45 min voor dit gesprek.
- Vraag of je het gesprek mag opnemen. Dit geeft je de kans om het interview achteraf opnieuw te
beluisteren om je verslag te maken. Dit zorgt er bovendien voor dat het gesprek niet verstoord wordt
door het nemen van notities. Je kan dan je volle aandacht bij het gesprek houden.
2. Het gesprek voorbereiden
- Tijdens het eerste terugkommoment stel je in groep een lijst op van onderwerpen die in het gesprek
met de huisarts aan bod kunnen komen en waar je als student farmaceutische wetenschappen
graag een antwoord op wil.
- Stel op basis van deze elementen een leidraad op voor het gesprek.
Laat je vragenlijst door iemand anders nalezen alvorens je naar de arts stapt.
- Als je het gesprek wil opnemen, kan je gebruik maken van je smartphone.
3. Het gesprek met de huisarts
- Doe dit interview telefonisch of via Skype / Zoom / …
- Zet de opnameapparatuur klaar
- Ga na of de opnameapparatuur werkt vooraleer je het gesprek begint
- Besteed aandacht aan de inleiding van het gesprek: geef nogmaals de reden voor het interview,
bevestig dat alle informatie geanonimiseerd zal worden, …
- Probeer alle onderdelen die je voorbereid hebt, aan bod te laten komen in het gesprek. De volgorde
waarin dit gebeurt heeft echter geen belang. Laat de arts uitspreken en geef hem of haar voldoende
ruimte om over zijn of haar visie te praten. Sta open voor elementen die de arts aanbrengt en die
Kennismakingsstage in de apotheek – Tweede studiefase Farmaceutische Wetenschappen – KU Leuven 60
je zelf niet had voorbereid. Pik in op zijn/haar antwoorden. Ga daarna na of jeop elke vraag een
antwoord hebt gekregen.
- Bedank de arts voor het gesprek
4. Het verslag
Het verslag bestaat uit volgende onderdelen:
a. De leidraad die je gebruikt hebt bij het interview
b. Je antwoorden op een reeks vragen (zie hieronder)
Je hoeft het gesprek niet volledig uit te tikken en als verslag in te dienen. Het volstaat dat je een
aantal belangrijke passages uit het gesprek uitschrijft, om die te gebruiken als illustratie bij je
antwoorden op de vragen.
De antwoorden op de vragen moeten in essaystijl geschreven worden, dit is proza. Probeer duidelijk en
vlot te schrijven en gebruik correct Nederlands. Vermijd taalfouten en zorg ervoor dat de zinnen
grammaticaal kloppen. Gebruik voor het verslag een duidelijk lettertype in grootte 10; zet de interlinie
op 1,5. Vermeld duidelijk je naam op het verslag. Begin elk onderdeel op een nieuwe pagina.
Het antwoordgedeelte (deel b) bestaat in totaal uit niet meer dan 500 woorden. Vragen waar in deel b
van het verslag geantwoord op kan worden:
1. Geef aan hoe de arts naar de apotheker kijkt. Wat verwacht hij/zij van de apotheker?
2. Hoe ziet de arts zijn of haar eigen rol in de eerstelijnszorg?
3. Waarover zou de arts graag meer overleggen met de apotheker?
4. Waar was je in dit gesprek het meest verwonderd over? Wat zet jou aan het denken?
Post het verslag op je portfolio in de map ‘Leidraad en verslag interview arts of apotheker’, en dit
voor 7 mei 2020 om 23h59. De leidraad post je ten laatste op 14 maart 2020.