2015 - Wienerberger · Woningen VariaVeste Blok 21 - Brandevoort, Helmond Opdrachtgever en...

32
2015 www.wienerberger.nl #20 MAGAZINE OVER KERAMISCH BOUWEN

Transcript of 2015 - Wienerberger · Woningen VariaVeste Blok 21 - Brandevoort, Helmond Opdrachtgever en...

2015

ww

w.w

iene

rber

ger.n

l#2

0

MAGAZINE OVER KERAMISCH BOUWEN

02 | VOORWOORD | COLOFON

AANDACHT VOOR WOON- EN BOUWWENSEN

De aandacht voor woonconsumenten neemt toe. Hun woonwensen sluiten echter niet altijd aan op wat bouwprofessionals in eerste instantie voor ogen hebben. Onderzoek heeft aange-toond dat historiserende architectuur door woonconsumenten op prijs wordt gesteld. Ze zijn zelfs bereid om meer te betalen voor woningen in een historiserende bouwstijl. Zorgvuldige detaillering en een traditionele gevelindeling met verantwoord gebruik van bouwmaterialen zijn bij historiserende architectuur van groot belang. Keramische bouwmaterialen passen ge-heel binnen deze bouwstijl. Vanuit hun vorm, structuur en plaats in de Nederlandse bouwtra-ditie geven gevelbakstenen en keramische dakpannen een vertrouwd gevoel.

Historiserende architectuur heeft in Nederland zeker zijn plaats. Een aantal woningbouwpro-jecten in deze bouwstijl maken onderdeel uit van deze Vision. Maar deze Vision biedt veel meer. Opvallend is bijvoorbeeld de vorm van het watergemaal op de grens van de gemeenten Uithoorn en Amstelveen. Ook hier speelt de historie een rol van betekenis. In de oude situatie werd via een open bak langs de Hollandse Dijk het polderwater naar de rivier de Amstel ge-pompt. Deze open bak en de vorm van een slak dienden als inspiratie voor het ontwerp van dit gemaal. Keramische dakpannen vormen een organisch schild in diverse kleuren. De gewelfde vorm en detaillering van het dak waren reden om ondersteuning te vragen aan de afdeling Pre & After Sales. Zij boden praktische tips en doordachte oplossingen die bijdroegen aan de gevraagde dakvorm.

Stedenbouwkundige vraagstukken in hedendaagse architectuur dienen daarnaast vanzelf-sprekend te worden volbracht. Een treffend voorbeeld ligt in Groningen. Hier is in een histori-sche straatwand een stedenbouwkundige inpassing gerealiseerd in de vorm van een gymzaal. Er is hierbij gekozen voor een duidelijk afwijkende architectuur met een bijzondere vorm en karakter. Een statement is ontstaan. De vorm van de gewelfde gevel vraagt om een specifi eke bouwtechniek. Ondersteuning in het ontwerp, tijdens de werkvoorbereiding en gedurende de uitvoering was dan ook meer dan natuurlijk voor de bouwtechnische adviseurs van Wiener-berger. Een mock-up is opgezet om op ware grootte na te gaan hoe de keramische schil de welvingen kan volgen.

Keramische bouwmaterialen zijn van alle tijden. Ze sluiten goed aan op historische bouwstij-len, maar bieden ook kansen om juist een verrassend statement te creëren. Hiermee wordt de stedelijke diversiteit vergroot. Om dit mogelijk te maken ondersteunen we u graag met passend bouwtechnisch advies.

COLOFONVision, 20e uitgave Redactie Tanja Bongers, Marc Kuijpers, Rob Mulder, Martin Schröder, Jolanda Stam,

Chloë Nieuwdorp (BouwStijl Media) Fotografie Bob Barten (pag 3, 16 t/m 19), Daria Scagliola (pag 1,3, 24 t/m 27),

DigiDaan (pag 2, 14-15), lllustraties artikel pagina 4-5: Beeldredactie PBL, Ruud Peijnenburg (overige)

Vormgeving SpringDesign Oplage 4.500

Idee? Heeft u suggesties over projecten die aandacht verdienen in deze uitgave?

Laat het ons dan weten via [email protected].

Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Wienerberger worden gekopieerd of gedupliceerd.

www.wienerberger.nl

vision.wienerberger.nl

05

10

14

Rob MulderManager Pre & After SalesWienerberger B.V.

INHOUD | 03

04 HISTORISERENDE ARCHITECTUUROubollig of vraaggericht?

10 WELGELEGEN, OUDDORPAlles behalve standaard woonwijk

06 WONINGEN, BROEK OP LANGENDIJKGeen ouderwetse woningen

14 WATERGEMAAL, AMSTELVEENWatergemaal in de bijzondere vorm van een viviparus

16 BREDE SCHOOL WEST, LEIDERDORPDrie gebouwen en een luchtbrug gaan op in hun natuurlijke omgeving

24 SPORTCOMPLEX, GRONINGENIndirect daglicht door bijzondere golvende gevel

20 MOLENPLEIN, MIDDELHARNISWinnaar van de Passiefbouwen Award

28 WINDESHEIM COLLEGE, ZWOLLEVanzelfsprekende architectuur spreekt mensen aan

06

16

24 28

04 | HISTORISERENDE ARCHITECTUUR

HISTORISERENDE ARCHITECTUUR

OUBOLLIG OF VRAAGGERICHT?

De toename in historiserende architectuur staat niet op zichzelf. Ook in woningin-richting en mode zijn steeds vaker invloeden uit het verleden zichtbaar. Deze trend wordt ook wel ‘thematisering’ genoemd (Meier, 2013). Hierbij wordt een thema of verhaal uit het verleden aan een object verbonden. Het uiterlijk van een woning of kledingstuk is dus nog niet eens zo zeer bepalend voor de populariteit ervan, maar vooral de betekenis die consumenten eraan geven.

KENMERKEN HISTORISERENDE ARCHITECTUURHistoriserende architectuur verwijst naar bebouwing met een karakteristieke gebouwvorm, gevelindeling en detaillering. Hierbij dient gedacht te worden aan de vorm van de kap, de ver-deling van de ramen over de gevel en bijvoorbeeld de aanwezigheid van een erker. Dit uiterlijk wordt onder andere verkregen door te bouwen met traditionele materialen als bakstenen, keramische dakpannen en hout in een ambachtelijke stijl.

HISTORISERENDE WONING BLIJKT MEER WAARDIn het rapport ‘De waarde van stijl. Een prijsanalyse van historiserende bouwstijlen’ onderzoe-ken het Planbureau voor de Leefomgeving en de Amsterdam School of Real Estate de ver-schillen in prijs tussen historiserende bouwstijlen en andere bouwstijlen. Er is gebruik gemaakt van een dataset die de woningtransacties van 86 Nederlandse Vinex-uitbreidingswijken omvat.Van het totale aantal woningtransacties dat in deze studie is meegenomen beschikt 1% van de woningen over een traditionele vorm, gevelindeling en detaillering (neo-traditioneel). Daarnaast bestaat 9% van de dataset uit woningen met woningkenmerken die verwijzen naar de traditio-nele bouwstijl. De rest van de woningen is niet-traditioneel. Om het effect van de bouwstijl van een woning zuiver te kunnen meten, is er in het onderzoek gecontroleerd op bouwkosten, locatiekenmerken en andere woningkenmerken.

Na de Tweede Wereldoorlog stond de traditionele Nederlandse bouwwijze een tijdje op een laag pitje. Er werd overgegaan op een meer industriële manier van bouwen, vaak op basis van beton en prefab elementen. Het afgelopen decennium is er in Nederland echter weer een opleving te zien in historiserende architectuur, veelal gebouwd met keramisch bouwmateriaal. Waar komt deze toename vandaan? En wat zijn de consequenties van dit fenomeen voor bewoners, architecten en bouwers?

HISTORISERENDE ARCHITECTUUR VERWIJST NAAR BEBOUWING MET EEN KARAKTERISTIEKE GEBOUWVORM, GEVELINDELING EN DETAILLERING

DE WOONCONSUMENT VRAAGT DUIDELIJK OM MEER HISTORISERENDE BOUW OP BASIS VAN KERAMISCHE MATERIALEN

Uit het onderzoek blijkt dat Nederlanders duidelijk bereid zijn om meer te betalen voor een woning in een historiserende bouwstijl dan voor andere bouwstijlen. Woningen gebouwd in een neotraditionele bouwstijl zijn gemiddeld ruim 14% duurder dan niet-traditionele bouw-stijlen. Woningen met zowel traditionele als moderne elementen zijn gemiddeld bijna 5% duurder. Er blijkt dus een kloof te zijn tussen vraag en aanbod. In een goed functionerende markt zou er bij gelijke bouwkosten immers geen prijsverschil mogen zijn tussen bouwstijlen.

HOLLANDS GOEDTot 2008 was er vooral sprake van een aanbiedersmarkt door de enorme vraag naar woningen. Stedenbouwkundigen en architecten hadden hierdoor mogelijk grote invloed op de bouwstijl van woningen. Architecten neigen minder enthousiast te zijn over historiseren-de architectuur dan over meer eigentijdse ontwerpen. Architect Patrick Van Buijtenen van Mulleners+Mulleners begrijpt de afkeer van sommige collega-architecten voor historische bouwstijlen niet zo goed: “Waarom zou je geen Hollands goed uit het verleden, wat iedereen mooi vindt, gebruiken in deze tijd? Dat geeft karakter aan zo’n wijk en het verbindt hem ook met de omgeving.”Door de financiële crisis is de markt meer vraaggericht geworden, maar belangrijk is dat deze ook in economisch betere tijden de wensen van de consument voorop blijft stellen. Ontwikkelende partijen dienen zich te blijven verdiepen in de wensen van de woonconsu-ment. Die vraagt duidelijk om meer historiserende bouw met toepassing van keramische materialen. Van Buijtenen merkt ook dat woningkopers positief reageren op een historische bouwstijl. “Ons woningnieuwbouwproject in Langedijk is een van de projecten die tijdens de crisis gewoon door is gegaan. Volgens mij spreekt deze stijl woningkopers dus wel aan.” Ook architect Jan-Paul Bron van Zeelenberg Architectuur ziet dat er veel animo is voor historiserende architectuur: “Ik denk dat het publiek buitengewoon gecharmeerd is van een authentiek plan met afwisselende bebouwing. Men herkent zich daar goed in.”

Elementen van historiserende bouwstijl: Neotraditioneel

Historiserende architectuur verwijst naar bebouwing met een

karakteristieke gebouwvorm, gevelindeling en detaillering.

Vorm Gevelindeling Detaillering

DE BOUWSTIJL SPREEKT DE MENSEN ENORM AAN

HISTORISERENDE ARCHITECTUUR | 05

Arno Verhagen, Projectmanager Vastgoedontwikkeling bij woningcorporatie WoCom, licht de keuze voor een complete wijk in een oud-Hollandse stijl toe: “De uitstraling en gevelimpressies passen bij een nieuw Brabants stadje, waar de verbondenheid met de stedelijke centra een belangrijk gegeven is.” Keramische materialen passen hier volgens Verhagen uitstekend bij: “Er is bewust gekozen voor traditionele materialen, zoals baksteen, hout, gebakken dakpannen en een traditionele en doelmatige vormgeving.”

HISTORISERENDE ARCHITECTUUR IN HELMOND

HELE BUURT IN 0UDHOLLANDSE STIJL

WAAROM ZOU JE GEEN HOLLANDS GOED UIT HET VERLEDEN GEBRUIKEN IN DEZE TIJD?

De wijk Brandevoort in het Brabantse Helmond is geheel in historiserende architectuur gebouwd. Niet alleen de woningen, maar ook het winkelcentrum is in een oud-Hollandse stijl gebouwd. Aan de rand van De Veste, in de kern van deze wijk, wordt momenteel gebouwd aan een uniek blok met allemaal verschillende woningen. Toch vormen de woningen samen een fraai geheel.

Bronnen

• Buitelaar, E. et al. (2014). De waarde van stijl. Een prijsanalyse van historiserende bouwstijlen. Den Haag/Amsterdam: PBL/ASRE.

• Meier, S. (2013). Living in imaginary places. On the creation and consumption of themed residential architecture. Amsterdam: University of Amsterdam.

Verhagen ziet ook dat er vanuit de woonconsument veel interesse is voor woningen in een historiserende bouwstijl: “De bouwstijl spreekt mensen enorm aan. Ze willen hier graag wonen en ze zijn er van overtuigd dat ze een goede keuze maken door hier te gaan wonen. Wij merken dat de belangstelling de laatste tijd weer toeneemt.”

Woningen VariaVeste Blok 21 - Brandevoort, Helmond

Opdrachtgever en ontwikkelaar WoCom, Someren

Architect Krier en Kohl, Berlijn (supervisie)

Erik Aarts, Helmond (lokale uitwerking)

Aannemer Wijnen Bouw, Someren

Dakdekker Meulendijks dakwerken BV, Heeze

Gevelbakstenen Marowijne rood zand – Wienerberger Wolfswaard

Veldbrons – Wienerberger Thorn

Jade, Rutiel, Topaas en keimstenen – Wienerberger Erlecom

Dakpannen OVH blauw gesmoord – Wienerberger Tegelen

Oplevering 2015

Elementen van historiserende bouwstijl: stedelijke woning

Vorm Gevelindeling Detaillering

ORGANISCHE GEBIEDSONTWIKKELINGOok de overheid kan haar steentje bijdragen aan een meer vraaggerichte markt. Zij zullen vooral een voorwaardenscheppende rol moeten gaan innemen. Ten eerste dient er voldoen-de planologische ruimte gecreëerd te worden voor woningbouw op plekken waar hier vraag naar is. In de vorige editie van Vision werden reeds de voordelen van organische gebieds-ontwikkeling uiteen gezet. Ook in deze publicatie van Buitelaar et al. (2014) wordt gepleit voor een meer organische gebiedsontwikkeling. Hierdoor zou meer concurrentie tussen woningaanbieders moeten ontstaan, wat er voor kan zorgen dat het nieuwe woningaanbod beter aansluit op de vraag van de woonconsument.

06 | WONINGEN, BROEK OP LANGENDIJK

Architect Patrick van Buijtenen van Mulleners + Mulleners Architecten legt zijn betrokkenheid bij het nieuwbouwproject in Langedijk uit: “Wij hebben veel erva-ring met het bouwen in een historische stijl. Daarom zijn wij denk ik ook gevraagd om in die stijl dit project voor Van Wijnen te ontwerpen. Wij konden ons goed in hun plannen vinden. Een historische bouwstijl ligt ons heel erg. We vinden het ook goed passen in deze omgeving.”

VERBINDING MET OMGEVINGVan Buijtenen begrijpt de afkeer van sommige collega-architecten voor historische bouw-stijlen niet zo goed: “Waarom zou je geen Hollands goed uit het verleden, wat iedereen mooi vindt, gebruiken in deze tijd? We maken geen ouderwetse woningen, de woningen zijn van alle gemakken voorzien. Maar de beeldtaal, de architectuur, die moet wat ons betreft gewoon aansluiten bij een klassieke oriëntatie. Zeker in dit soort uitbreidingswijken. Dat geeft karak-ter aan zo’n wijk en het verbindt hem ook met de omgeving. Modernistisch vormgegeven gebouwen vind ik er daarentegen vaak op zichzelf staan en niet om mooi aan te sluiten bij de omgeving.”

Van Buijtenen merkt ook dat woningkopers positief reageren op deze historische bouwstijl. “Dit is een van de projecten die tijdens de crisis gewoon door is gegaan. Er is veel concur-rentie in Langedijk, maar toch verkopen de woningen goed. Volgens mij spreekt deze stijl woningkopers dus wel aan.”

WE MAKEN GEEN OUDERWETSE WONINGEN, ZE ZIJN VAN ALLE GEMAKKEN VOORZIEN

KLASSIEKE ARCHITECTUURTAAL“Het is in de basis een eenvoudig project”, gaat Van Buijtenen verder. “We hebben gepro- beerd om met weinig middelen toch een zo interessant mogelijke buurt te maken. In dit geval hebben we gekeken wat past bij de ‘dorpse’ bebouwing in Langedijk. Wat zie je veel in de omgeving? Dan zie je vooral eengezinswoningen met één of twee lagen en een kap. Een woning met een kap, opgezet in een ietwat klassieke architectuurtaal leek ons hier het beste bij aansluiten. Er is dus heel specifiek voor deze bouwstijl gekozen om aan te sluiten op het dorpse karakter van Langedijk.”

OPBOUW BROEKRIJK“Er zijn vier woningtypen. Door middel van een aantal elementen, hebben we in het eerste blok een mooie compositie kunnen maken. De daaropvolgende blokken zijn steeds variaties met die elementen. De afwisseling ligt vast, maar daarbinnen kan de koper weer kiezen voor een andere kleur van de luiken of de draaiende delen. Ook kan naar wens een dakkapel of uitbouw toegevoegd worden”, licht Van Buijtenen toe.

WONINGEN, BROEK OP LANGENDIJK | 07

Op een braakliggend terrein in het pittoreske Langedijk, diende een woonwijk gerealiseerd te worden. Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de dorpse bebouwing in de omgeving, is gekozen voor een klassieke architectuurtaal. Dit betekent echter niet dat de woningen ouderwets zijn.

ER IS VEEL CONCURRENTIE, MAAR TOCH VERKOPEN DE WONINGEN GOED

08 | WONINGEN, BROEK OP LANGENDIJK

WONINGEN, BROEK OP LANGENDIJK | 09

De gevel kent enkele historische elementen. Van Buijtenen: “De opbouw is redelijk klassiek. Zo beschikken de woningen over een plint en een duidelijke goot. De raamkozijnen zijn ook af en toe van een extra lijst van kunststeen voorzien. Hierdoor wordt je eigen woning herkenbaar in het geheel.”

TRADITIONELE MATERIALENEr is in dit project gebruik gemaakt van verschillende keramische materialen. “Keramische materialen geven veel warmte. Dat vinden wij erg mooi”, aldus Van Buijtenen. Er zijn zowel keramische dakpannen als bakstenen gebruikt. Behalve dat er gebruik is gemaakt van twee verschillende kleuren dakpannen, is ook de vorm van het dak niet overal hetzelfde. “Binnen het idioom is er nog een variatie gemaakt met de woning met de gedraaide kap. We hebben in de basis een langskap, die af en toe wordt onderbroken door een woningtype met een dwarskap. Dit zie je vooral op de hoeken. Deze kap komt ook iets naar voren. Er is ook een woningtype met een iets hogere kap dan de andere en die komt ook iets naar voren. Dit type heeft ook een afwijkend goottype”, legt Van Buijtenen uit.Er zijn ook verschillende bakstenen gebruikt. Van Buijtenen: “Er is gebruik gemaakt van verschillende gevelaanzichten. Reguliere bakstenen gevels wisselen af met woningen in wit keimwerk. Die komen op een aantal plaatsen voor, waardoor je ook een wat frisser element in het geheel hebt. De kleuren liggen in principe vast. We hebben een rode steen, een meer oranje steen en de wit gekeimde steen.”

ONDERHOUDSARM MATERIAALOpvallend is dat de bakstenen die in dit project zijn gebruikt vrij strak en modern zijn. Van Buijtenen licht deze keuze toe: “Het is een eigentijds project met onderhoudsarme materia-len. De detaillering is niet heel klassiek. Meestal vind je in dorpse bebouwing een handvorm

steen met meer textuur. Zo’n “ouderwetse“ steen met veel groeven, krassen en deuken erin. Hier is een wasserstrich steen gebruikt, die op een bepaalde manier is gefabriceerd door Wienerberger. Daarmee krijg je een wat strakkere, modernere steen. Er zitten echter wel heel veel kleuren in de steen, waardoor de gevel niet een groot vlak in één kleur is. Er zit veel nuance in, het leeft. Er is een blauw/rode steen en een oranje/rode steen gebruikt. Het is wel familie, maar het geeft toch een mooi verschillend kleurenpalet. Ik denk dat deze strakke steen lang mooi blijft en zijn kleur goed behoudt. Het is wel een kleine afwijking op de klassieke bouwstijl.”

MODERN RANDJEHoewel er is gekozen voor klassieke keramische materialen, hebben deze een modern randje. Zo zijn er in dit project volgens Van Buijtenen wel meer moderne elementen te vinden: “Het project is volledig uitgewerkt via BIM, zodat de bouwvoorbereiding met de onderaannemers al tot de millimeter op elkaar afgestemd was. Dan heb je geen bouwfouten meer die je moet corrigeren. De woningen zijn toen volgens mij in zes weken opgetuigd. Er wordt dus heel veel geprefabriceerd. Wanneer de materialen aankomen op de bouw hoeft het alleen maar tegen elkaar aan gezet te worden.”

“Tevens is er gebruik gemaakt van onderhoudsarme materialen, zoals kunststof kozijnen”, vult Van Buijtenen aan. Ten slotte beschikken de woningen over het meest groene energie-label, het A++ label. De woningen in Broekrijk zijn dus eigenlijk moderne woningen in een klassiek jasje.

Woningen, Broek op Langendijk

Opdrachtgever Van Wijnen Projectontwikkeling West B.V., Dordrecht

Architect Mulleners & Mulleners Architecten, Amsterdam

Aannemer Van Wijnen, Heerhugowaard

Gevelbakstenen Goudsbloem, Kogelbloem en Passiebloem - Wienerberger Haaften

Dakpannen Madura vulkaanzwart en Madura rood engobe - Wienerberger Tegelen

Oplevering 2015 (fase 1)

ER IS HEEL SPECIFIEK VOOR DEZE BOUWSTIJL GEKOZEN OM AAN TE SLUITEN OP HET DORPSE KARAKTER

“HET MOET VANZELFSPREKEND ZIJN DAT DE BUURT ER LIGT ZOALS HIJ ER LIGT”

Om dit te bepalen is architect Jan-Paul Bron van Zeelenberg Architectuur samen met zijn collega’s op onderzoek uitgegaan: “We hebben onderzoek gedaan om te kijken hoe je een nieuwe buurt kan maken die alle kenmerken van Ouddorp in zich heeft. Hoe kunnen we het aantrekkelijk maken, ook voor iedereen die niet in die buurt woont, om gewoon door de buurt heen te wandelen. Door de gemiddelde nieuwbouwwijk wandel je niet op zondagmiddag, want zo’n wijk is nietszeggend. Je komt er alleen als je er woont of als je er een verjaardag hebt.”

EIGEN INITIATIEFOp basis van dit onderzoek heeft Zeelenberg Architectuur een plan opgesteld. “Wij hebben als bureau zelf het initiatief genomen om het plan te ontwerpen. We zijn met de ontwerpen en ideeën naar de gemeente en de woningbouwvereniging gegaan om uit te leggen wat we graag wilden in dat gebied. Dat heeft jaren later geleid tot de opdracht voor het stedenbouw-kundig plan en de architectuur. We hebben niet gewacht tot er iemand belde om ons een opdracht te gunnen. Dat hebben we zelf een beetje afgedwongen”, legt Bron uit.

10 | WELGELEGEN, OUDDORP

AANTREKKELIJKE BUURTBron licht verder toe hoe de plannen voor de buurt eruitzagen: “Wij wilden een buurt maken die aan de eisen voldoet van een nieuwe buurt, maar wel een buurt die aantrekkelijk wordt om doorheen te fietsen van de haven naar het dorpscentrum. Ouddorp bestaat van origine uit alleen maar lintbebouwing, op het dichte centrum na. Het dorp bestaat dus niet uit woon-buurtjes zoals de meeste nieuwbouwwijken. We wilden als architectenbureau aantonen dat alles wat je nodig hebt in een nieuwe buurt, ook op een manier gerealiseerd kan worden die goed past bij Ouddorp.”“Voorheen lagen hier landerijen”, gaat Bron verder. “Bij andere buurten offer je het vrije uit-zicht op en kan niemand het gebied meer gebruiken, behalve degenen die er wonen. Ouddorp is erg toeristisch, dus het is belangrijk dat Ouddorp aantrekkelijk blijft om te bezoeken. Met het toevoegen van ouderwetse nieuwbouwbuurtjes wordt Ouddorp dadelijk misschien wel heel groot, maar dan valt er niets meer te bezoeken. Dus het medegebruik door toeristen en bewoners was een belangrijk uitgangspunt voor het nieuwe lint waaraan we een grote diversiteit aan woningen gezet hebben.”

Alles behalve een standaard nieuwbouwwijk. Dat was het uitgangspunt voor de buurt Welgelegen in Ouddorp. Niet alleen zou het populaire dorp Ouddorp daarmee te kort worden gedaan, maar het zou ook het uitzicht van architect Jan-Paul Bron zelf verpesten. Maar hoe creëer je nou een nieuwe wijk die eruitziet alsof hij er al jaren ligt?

WELGELEGEN, OUDDORP | 11

DIVERSE UITSTRALINGHet was nadrukkelijk de bedoeling om de diversiteit van een lint terug te laten komen in de bebouwing. Bron: “We hebben geen stijlwijk gemaakt. Er staan juist heel veel verschillende woningtypen. Van oude boerderijtjes en jaren ’30 woningen tot eigentijdse vrijstaande wonin-gen en tweekappers. Aan andere linten zie je ook een ontwikkeling vanaf 1700/1800 met oude boerderijtjes, tot moderne villa’s die na 2000 neergezet zijn.”

IK DENK DAT HET PUBLIEK BUITENGEWOON GECHARMEERD IS VAN EEN AUTHENTIEK PLAN MET AFWISSELENDE BEBOUWING

12 | WELGELEGEN, OUDDORP

“Er zijn twee ingrediënten voor deze buurt”, vervolgt Bron zijn verhaal. “De één is stedenbouw-kundig: het moet passen bij Ouddorp. De ander is architectonisch: het dient een gevarieerd beeld te geven van woningtypen. We hebben niet de bedoeling gehad om puur een historise-rend buurtje te maken. We hebben wel met bouwvolumes gewerkt die kenmerkend zijn voor Ouddorp, maar we hebben aan bijna alle woningen eigentijdse elementen toegevoegd. De boerderijtjes zijn meer historisch, zo konden we een stukje van de geschiedenis van Ouddorp in het pand verwerken. Zo krijg je niet alsnog het gevoel dat je in een heel nieuw deel van Ouddorp komt. Het moet vanzelfsprekend zijn dat de buurt er ligt zoals hij er ligt. Zodat nie-mand dadelijk meer weet dat hij er ooit niet was.”

WE WILDEN EEN KWALITATIEF HOOG-WAARDIG PLAN REALISEREN. DAN MOET JE NIET OP MATERIALEN BEZUINIGEN

MIX VAN AUTHENTIEK EN ONDERHOUDSARMEr is een goede mix van traditionele, onderhoudsarme materialen toegepast in de buurt. Bron: “Er zijn een paar materialen die kenmerkend zijn voor de woningen die op dit moment al aan andere linten staan. Dat zijn onder andere baksteen en keramische dakpannen in allerlei schakeringen in de tijd. We wilden een kwalitatief hoogwaardig plan realiseren. Dan moet je niet op materialen bezuinigen. Het moet er zo echt mogelijk uitzien. De hoeveelheid materialen waarop je moet toegeven wegens onderhoud, moet je zo veel mogelijk beperken. Je moet goed afwegen waar je dat doet, zodat het er uiteindelijk niet nep uitziet. We hebben bijvoorbeeld voor zinken dakkapellen gekozen, omdat deze onderhoudsvrij zijn. Dan heb je een eigentijds element en kom je tegemoet aan de wensen van de woonconsument voor een onderhoudsarme woning. Daarmee vang je twee vliegen in een klap.”

EINDRESULTAATBron en de bewoners van Ouddorp zijn zeer tevreden over het eindresultaat: “De bewoners zijn om verschillende redenen heel gelukkig. Eén is dat er heel veel starterswoningen in zitten. Het is een relatief duur gebied, dus het is ontzettend leuk dat jonge mensen de kans krijgen om hier een woning te kopen. Uit de meeste reacties die we krijgen, blijkt dat eigenlijk alle Ouddorpers het lint gebruiken en er met plezier doorheen gaan. Dat was de filosofie waar we in 2004 mee begonnen zijn. Ik hoor regelmatig dat ze het lint op zondag gebruiken als onderdeel van hun wandeling. Daar ben ik het meest gelukkig mee. Dat vind ik een fantas-tisch compliment voor ons team waar we de buurt mee gemaakt hebben.”

Welgelegen, Ouddorp

Opdrachtgever Gemeente Goedereede

Woningbouwvereniging Beter Wonen, Goedereede

Architect Zeelenberg Architectuur, Ouddorp

Aannemer Boeter Bouwbedrijf, Sommelsdijk

Kroon + De Koning Zwijndrecht BV, Zwijndrecht

Gevelbakstenen Waalrood, Marono en Dommelrood - Wienerberger Wolfswaard

Blauwrood genuanceerd en Grijs - Wienerberger Thorn

Etna, Euroa en keimstenen - Wienerberger Erlecom

Dakpannen VHV blauw gesmoord - Wienerberger Tegelen

VHV natuurrood, Datura natuurrood en Datura lichtgrijs - Wienerberger Deest

Straatbakstenen Euroton Novoton wasserstrich - Wienerberger Schipperswaard

Oplevering 2015

WELGELEGEN, OUDDORP | 13

HISTORISCH MET EIGENTIJDSE ELEMENTENToch ziet Bron dat er veel animo is voor historiserende architectuur: “Ik denk dat het publiek buitengewoon gecharmeerd is van een authentiek plan met afwisselende bebouwing. Men herkent zich daar goed in. Daardoor heb je ook het gevoel dat je zelf een woning koopt en niet een van de vele. Je wilt dat je woning aanwijsbaar is in het project.”Ondanks dat, zijn er ook veel eigentijdse elementen te zien in de buurt. Bron: “Wij wilden juist laten zien dat de wijk na 2000 ontworpen en bedacht is. Zo is er gebruik gemaakt van wit keimwerk, wat een frisse eigentijdse uitstraling geeft. Dat kwam echter niet voor in de oor-spronkelijke lintbebouwing van Ouddorp. Veel woningen hebben een eigen kleur metselwerk. Dit sluit aan bij de keuze om geen stijlwijk te willen maken. We hebben meer gekeken hoe het dorp er oorspronkelijk uitziet en hoe we daar een eigentijdse draai aan kunnen geven.”De opbouw van de historie zie je voornamelijk in de woningvolumes. Bron licht dit verder toe: “Een boerderij in Ouddorp met daarin een grotere schuur en een kleiner voorhuis, hebben we in dit plan opgedeeld in twee starterswoningen in het voorhuis en twee eengezinswoningen in het gedeelte van de schuur. Met zijn vieren vormen deze woningen één volume. Dat geeft een heel rustig beeld. Er staan meer dan honderd woningen, terwijl er maar dertig volumes staan. Anders krijg je wel erg veel woningen aan een lint en kenmerkend aan een lint is juist dat er relatief weinig woningen staan. Zo konden we op een slimme manier toch nog aan de eis voldoen om twintig woningen op één hectare te realiseren.”

14 | WATERGEMAAL, AMSTELVEEN

WATERGEMAAL IN BIJZONDERE VORMAan de Hollandse Dijk, op de grens van Amstelveen en Uithoorn, heeft Waternet het nieuwe poldergemaal Noorderlegmeerpolder gebouwd. De waterslak Viviparus heeft als inspiratie gediend voor de vorm van het watergemaal. Oostindie Architecten en Buro van der Goes hebben samen gewerkt aan het ontwerp van dit bijzondere watergemaal.

GEBAKKEN PRODUCTEN VONDEN WIJ EEN VOOR DE HAND LIGGENDE KEUZE

OOSTINDIE

WATERGEMAAL, AMSTELVEEN | 15

Oostindie Architecten werkte al jaren voor Waternet toen de opdracht voor het nieuwe watergemaal voorbij kwam. Oostindie: “Toen er een competitie was voor het ontwerp van het gemaal Noorderlegmeerpolder werd ik gevraagd mee te doen. Omdat dit een grotere opdracht was dan mijn kleine bureau aan kon, heb ik Buro van der Goes ingeschakeld. We wonnen de wedstrijd en hebben samen het project verder ontworpen en begeleid.”

VIVIPARUS“Deze vorm is geïnspireerd op de functie van het gemaal: pompen van het water vanuit de polder naar de rivier; een lineaire beweging, maar ook de vorm van een slak. Natuurlijk voor-komend in het weiland. De werknaam van het project werd daarom Viviparus”, legt Oostindie uit. Van der Goes vult aan: “Dat stapsgewijze, wat je ook in het huis van een viviparus ziet, zie je ook terug in het gebouw. Het gebouw heeft schelpachtige vormen gekregen die over elkaar heen zitten.”De viviparus was niet de enige die als inspiratie voor de vorm van het nieuwe gemaal heeft gediend. Oostindie: “Het oude gemaal pompte het water bovengronds door een monumentale halfronde bak naar de Amstel. Het nieuwe gemaal pompt het water onder de grond door naar de Amstel. De monumentale bak is gebleven als aandenken. De vorm van het nieuwe gemaal kun je ook zien als contravorm van deze bak.”

BIJZONDER GEBOUWHet watergemaal krijgt veel aandacht. Momenteel dingt het mee naar de BTTV 2015 en in 2013 was het genomineerd voor de Amstelveense Architectuurprijs in de categorie ‘bijzonder gebouw’. “Het is leuk dat het gemaal genomineerd is. Zeker gezien het een utilitair gebouw (een gemaal) is dat water omhoog pompt. Daar is toch iets bijzonders van gemaakt. Er is niet gewoon doos omheen gezet met een strik er om”, licht Van der Goes toe.

DAKBEDEKKINGDe dakbedekking was lastig te bepalen. Oostindie: “In eerste instantie is er bij Waternet een zinken dak gepresenteerd, maar dat wilden zij niet in verband met de invloed van zink op de waterkwaliteit. Vervolgens zijn we verder gaan denken over de mogelijk toe te passen materialen. Gebakken producten vonden wij een voor de hand liggende keuze. Ook wilden we een tijdloze, natuurlijke uitstraling bewerkstelligen”, gaat Oostindie verder. Van der Goes vult aan: “Keramisch materiaal blijft heel mooi. Dat veroudert op een hele natuurlijke manier.”Dit stelde de architecten wel voor een uitdaging. Van der Goes: “Het dak bestaat uit vormen die taps toe lopen. Dat moet allemaal verlopen. Er zijn pannetjes die bijna horizontaal liggen

en pannetjes die rechtop staan. We hebben in het begin wel gekeken of het überhaupt te maken en waterdicht te krijgen is. Is het allemaal technisch mogelijk?” Oostindie vult aan: “Probleem was ook hoe je de pannen aan de bovenzijde kon sluiten. Er zijn daar twee chaperon-pannen tegenover elkaar geplaatst met daaronder een verholen goot.”Het dak bestaat uit verschillende kleuren pannen. Oostindie: “Om een mooi patroon te krijgen, hebben we een structuur voor de pannen bedacht.” Van der Goes: “Als je een viviparus ziet, zitten daar ook heel veel kleuren in het schild. Het geeft een heel wisselend beeld.”

PROJECT MET AANDACHTDe architecten zijn blij met het resultaat. “Het was gewoon een hartstikke leuk project”, aldus Oostindie. Waternet zelf was ook erg blij met het resultaat, net als de omgeving. Van der Goes: “Voor de omwonenden en voor de gemeente Amstelveen is het een belangrijk project. Het is leuk dat het zo veel aandacht krijgt via de nominaties.”

Watergemaal, Amstelveen

Architecten Oostindie Architecten BNA.BNI, Amstelveen

Buro van der Goes, Hilversum

Opdrachtgever Waternet, Amsterdam

Aannemer Aannemingsmaatschappij Vobi, Vinkeveen

Dakpannen Leipan 301 - antraciet, wijnrood verglaasd, blauw gesmoord,

zwart verglaasd en bruin verglaasd - Wienerberger Pottelberg

Oplevering 2014

DAT STAPSGEWIJZE, WAT JE OOK IN HET HUIS VAN EEN VIVIPARUS ZIET, ZIE JE OOK TERUG IN HET GEBOUW

VAN DER GOES

Ontwerpschets, waarbij de inspiratie voor het ontwerp komt van de viviparus (moerasslak).

16 | BREDE SCHOOL WEST, LEIDERDORP

DRIE GEBOUWEN EN EEN LUCHTBRUG GAAN OP IN HUN NATUURLIJKE OMGEVINGHoe ontwerp je een nieuw, multifunctioneel complex voor twee verschillende scholen, een kindcentrum en een sporthal die passen in een parkachtige omgeving en die voldoen aan alle eisen en wensen van gemeente, gebruikers én omwonenden? Het antwoord staat aan de Leeuwerikstraat in Leiderdorp. Een moderne luchtbrug smeedt er volgens Peter Scholl van Frencken Scholl Architecten drie organisch ogende gebouwen tot een naadloos geheel. Het binnenontwerp is afgestemd op de diverse onderwijsvormen die er gegeven worden. Minstens zo enthousiast is Scholl over het materiaal dat hij aan de buitenkant gebruikte. “Baksteen is schitterend om mee te werken.”

Het nieuwe complex biedt aan de ene kant onderdak aan Kindcentrum De Hoftuyn, de Prins Willem Alexanderschool, een Peuteracademie en voor- en naschoolse opvang en vakantieopvang van Stichting Kinderopvang Leiderdorp (SKL). Aan de andere kant staat de nieuwe Daltonschool De Leeuwerik. De verbindende schakel in het midden bestaat uit een sporthal en diverse wissellokalen. “Leerlingen en leraren kunnen er via een luchtbrug naartoe om er te sporten of lessen te volgen”, legt Scholl uit. “Want zowel de sporthal als de wissellokalen worden door beide scholen gebruikt.”

ONDERWIJSVORM STUURT ONTWERPTussen het binnenontwerp van beide schoolgebouwen bestaat een flink verschil. “Het gebouw waarin de Leeuwerik is gevestigd heeft naast een hoofdentree vier andere entrees die toegang geven tot telkens vier ruimtes met leerpleinen. Ze komen stuk voor stuk uit op het centraal gelegen theater. We hebben daarmee de principes van het Daltononderwijs meegenomen in onze ideeën. Leerlingen hebben er namelijk veel vrijheid. Ze kunnen vaak zelf kiezen waar en hoe ze werken. Alleen of met een groepje. Elke ruimte heeft in dit gebouw

BREDE SCHOOL WEST, LEIDERDORP | 17

daarom een onderwijsfunctie. Het ontwerp van de Prins Willem Alexanderschool kent een meer traditionele benadering. Met alleen een hoofdingang en klassen rondom een centraal gelegen aula. Het binnenontwerp van beide gebouwen hebben we dus afgestemd op de verschillen in onderwijsvorm.”

IN ONZE VISIE BRENGEN DE KINDEREN ZELF DE KLEUR MEE. KIJK NAAR HUN KLEDING EN HUN WERKSTUKKEN

18 | BREDE SCHOOL WEST, LEIDERDORP

BREDE SCHOOL WEST, LEIDERDORP | 19

KINDEREN BRENGEN KLEURVerrassend genoeg kozen de architect en zijn collega’s voor bescheiden tinten aan binnen- en buitenzijde. “Wij willen kinderen benaderen op een volwassen manier. Je zou denken: het zijn scholen, daar hoort veel kleur bij. Maar in onze visie brengen de kinderen zelf de kleur mee. Kijk naar hun kleding en hun werkstukken. Juist daarom hebben we het bescheiden gehouden, op de zonweringen na.”

DRIE GROTE ‘KEIEN’En dan was er nóg een belangrijk punt in het Programma van Eisen. Want de bewoners van de aangrenzende buurt hadden bij de gemeente nadrukkelijk aangegeven dat ze geen groot, massief scholencomplex in ‘hun’ park wilden. Scholl daarover: “De luchtbrug was ook hiervoor de oplossing. Buurtbewoners kunnen nog steeds door het park heen kijken richting de waterpartij erachter. De gebouwen zijn als het ware drie grote keien die in het park liggen. De kinderen kunnen er naar hartenlust spelen, ook na schooltijd. Er zijn bewust geen hekken geplaatst. Openheid maakt ook sociale controle mogelijk.”

Brede school West, Leiderdorp

Opdrachtgever Gemeente Leiderdorp

Projectmanagement VKZ, Bilthoven

Architect Frencken Scholl Architecten, Maastricht

Aannemer SMT Bouw & Vastgoed, Den Bosch

Landschapsontwerp Carin Jannink Landschap en Stedenbouw, Rotterdam

Gevelbakstenen Mix Lichtbrons en Lichtbrons gesinterd waalformaat – Wienerberger Thorn

Oplevering 2014

PASSIE VOOR BAKSTEENWaarom kozen Scholl en zijn collega’s voor met name baksteen aan de buitenkant? “Dat heeft verschillende redenen. We wilden dat de gebouwen als organische gehelen op zouden gaan in hun natuurlijke omgeving. Baksteen, in dit geval in combinatie met hier en daar ook hout, is dan bij uitstek geschikt. We hebben gekozen voor een mix van Lichtbrons en Lichtbrons gesinterd van Wienerberger. We hadden er bij een eerder project al mee gewerkt en dat was heel goed bevallen. Deze steen past bij de stenen die gebruikt zijn in de huizen die aan het complex grenzen, gebouwd in de jaren zestig. Juist in wijken uit die tijd staan veel schoolgebouwen die gerenoveerd of vervangen moeten worden. Vandaar dat je ‘m ook vaak in bouwprojecten als deze tegenkomt. Daarnaast ben ik gek op baksteen. Ik vind het schitterend om mee te werken. Veel mooier dan stucwerk, dat wordt snel vuil en slaat dood. In baksteen zit leven, het heeft zeggingskracht. De kleur en de bezanding geven een warme, natuurlijke tekening en dat is wat we zochten.”

METSELLEERLINGENScholl is trots op het eindresultaat. En dus wijst hij ons graag nog even op wat details in het gebruik van de bakstenen. “Bij beide schoolgebouwen hebben we gekozen voor een vrij traditioneel horizontaal wildverband. Maar bij de sporthal hebben we het anders aangepakt. We hebben daar gewerkt met verticale ribben en groeven. Die structuur is afgeleid van de cannelures op Griekse en Romeinse zuilen en zorgt voor een mooi spel van licht en schaduw op de gevel. Wat ik zelf heel leuk vond was dat het bedrijf dat het metselwerk uitvoerde leer-lingen meenam van een metselopleiding. Die hebben flink meegewerkt. Voor hen was vooral het ribbenpatroon heel leerzaam om te metselen. En ik vind het een mooie gedachte: je ont-werpt en bouwt een onderwijscomplex en zorgt er daarbij voor dat het onderwijs tegelijkertijd jongeren in staat stelt praktijkervaring op te doen. Prachtig toch?”

MODERNE LUCHTBRUG SMEEDT DRIE ORGANISCH OGENDE GEBOUWEN TOT EEN NAADLOOS GEHEEL

Wat begon als een CPO project voor een kleine wijk in Middelharnis, groeide uit tot de winnaar van de Passiefbouwen Award. En dat zonder de individuele wensen van de bewoners uit het oog te verliezen. Architect Tjitse Schaap van Schaap en Sturm Architechten legt uit hoe zij door een slim ontwerp en zorgvuldige uitvoering deze prijs hebben gewonnen.

“In Middelharnis was er een kopersvereniging door jongeren opgericht om geza-menlijk een kleine wijk te bouwen volgens hun eigen wensen. Wij zijn betrokken geraakt bij dit project via een architectenselectie”, legt Schaap zijn betrokkenheid bij het project uit. “De kopers hadden bij ons het beste gevoel. Zeker ook omdat wij al meerdere CPO projecten hadden gedaan.”

INDIVIDUELE UITSTRALING“Aanvankelijk bestond het CPO project uit 28 woningen. Later zijn dat er in samenwerking met woningcorporatie ‘Woongoed GO’ uit Middelharnis 18 geworden. De overige 10 werden energiezuinige woningen. Deze laatste 10 rechtstreeks in opdracht van de woningcorporatie”, licht Schaap verder toe.

CPO PROJECT GROEIT UIT TOT DE WINNAAR VAN DE PASSIEFBOUWEN AWARD

WE DEDEN HET ZO GOED, DAT HALVERWEGE HET PROCES BESLOTEN IS EEN PASSIEF HUISKEURMERK AAN TE VRAGEN

20 | MOLENPLEIN, MIDDELHARNIS

“Voor de CPO woningen hebben we met zowel werkgroepen als individuele bewoners aan tafel gezeten”, gaat hij verder. “We hebben eerst gezamenlijk een verkaveling gemaakt. Toen hadden de mensen dus nog geen keuze gemaakt waar zij in het plan een woning zouden gaan kopen. We hebben ze daar vervolgens in begeleid. We zijn met de kopers door middel van workshops en individuele ontwerpsessies de woning gaan ontwerpen. Het was nadruk-kelijk het idee om tot een individuele uitstraling te komen.”

“Mensen hebben letterlijk hun eigen woning, binnen de technische en financiële mogelijkhe-den die er waren, kunnen ontwerpen. Van tevoren hebben we natuurlijk wel laten zien wat de mogelijkheden waren. Zo hebben we gewaarborgd dat het er niet uit gaat zien alsof woningen stomtoevallig naast elkaar staan”, aldus Schaap.

ENERGIEZUINIGE WONINGEN“De woningcorporatie heeft aangegeven dat ze voor de energiezuinige woningen ook graag een individuele uitstraling zouden willen. Daar zijn we dus op dezelfde manier te werk gegaan. Het enige verschil was dat daar de bewoners nog niet bekend waren”, gaat Schaap verder.Schaap: “Deze tien woningen hebben we op een heel hoog ambitieniveau ingestoken qua

MOLENPLEIN, MIDDELHARNIS | 21

energiezuinigheid. Het gaat om een blokje van zes en een blokje van vier woningen. We deden het zo goed, dat halverwege het proces besloten is om voor de zes tussenwoningen een passief huiskeurmerk aan te vragen. Hoekwoningen verliezen altijd meer energie dan tussenwoningen, omdat ze een kopgevel hebben en in dit geval ook een erker.”“We hebben een energieprestatiecoëfficiënt die kleiner is dan 0,40. Dat hebben we bereikt door vooral in de thermische schil enorme isolatiewaardes te creëren. Tijdens de bouwaan- vraag, was een warmteweerstand van 3,5 gebruikelijk voor vloeren, gevels en daken. We zijn hier met de vloer naar 6,5 gegaan, de langsgevel naar 7 en met de eindgevel en het dak zelfs naar 10. Dat is bijna drie keer zo hoog als destijds vereist werd. Dit vereiste veel bredere spouwmuren, want de noodzakelijke thermische isolatie moest kunnen worden aangebracht. Waar een spouw normaal 14 cm is, hebben we nu bij de eindgevels een spouw van 25 cm en bij de langsgevel een spouw van 18 cm. Er is tevens luchtdicht gebouwd, omdat een belangrijk deel van je warmteverlies plaats vindt via kieren en tocht.”

Naarmate je beter gaat isoleren, wordt goede ventilatie steeds belangrijker. Schaap: “We heb-ben vraaggestuurde, gebalanceerde ventilatiesystemen met warmteterugwinning geplaatst. Er is ook een warmte-uitwisseling met de bodem. De warmte van de zomer wordt opgeslagen

22 | MOLENPLEIN, MIDDELHARNIS

HET WAS NADRUKKELIJK HET IDEE OM TOT EEN INDIVIDUELE UITSTRALING TE KOMEN

MOLENPLEIN, MIDDELHARNIS | 23

om in de winter te gebruiken. Dan heb je vloerverwarming waarmee je in de winter verwarmt en in de zomer koelt. Er liggen ook nog zonnecollectoren op het dak. In principe heb je dus een minimale hoeveelheid energie nodig om de woning te verwarmen. Je zou ‘met een paar kaarsen’ de woning kunnen verwarmen.”

BEWUSTE KEUZE IN KERAMIEKMet het oog op het passiefhuisprincipe was de keuze voor een metselwerk gevel niet van-zelfsprekend. Schaap: “Je zou kunnen zeggen dat wanneer je geen baksteen kiest aan de buitenzijde, je een dunnere gevel zou kunnen maken.” Toch waren er geen twijfels over het gebruik van baksteen. “Het verlangen naar baksteen was hier nadrukkelijk aanwezig. Zowel bij de bewoners als bij de architect. Het is solide materiaal, nagenoeg onderhoudsvrij en ook het meest tijdloos.”

“Wij hebben samen met Wienerberger zowel de keramische dakpannen als gevelbakstenen uitgezocht. Uiteindelijk zijn vier verschillende bakstenen toegepast. Vanwege individuele ont-werpvrijheden wisten we natuurlijk niet van welke baksteen, welke hoeveelheid gebruikt zou worden. Dat vereiste ook van Wienerberger een behoorlijke inspanning. Van te voren hebben we het geheel in stelposten vastgelegd. We wilden bewoners natuurlijk niet confronteren met prijsstijgingen wanneer er meer van de ene baksteen dan van de andere baksteen gebruikt zou worden”, legt Schaap uit.

“Wat ook speelde, is dat de bakstenen van diverse fabrieken kwamen. Wat wij natuurlijk perse wilden was dat de lagenmaat, dus het aantal stenen dat in een meter boven elkaar ligt, gelijk is. Anders zouden de kozijnen op een andere hoogte komen dan bij de buren bij wijze van spreken”, licht Schaap toe. “We hebben samen met Wienerberger uitgezocht hoe we de lagenmaten gelijk konden maken. Wienerberger heeft vervolgens ook advies gegeven over de juiste mortel en de dilataties. Het was heel prettig samenwerken met Wienerberger.”

Molenplein, Middelharnis

Opdrachtgever CPO Kopersvereniging Molenplein, Middelharnis

Architect Schaap en Sturm Architecten, Roosendaal

Woningcorporatie Woongoed GO, Middelharnis

Gevelbakstenen Bemmels blaauw wasserstrich waalformaat – Wienerberger Bemmel

Lotus gereduceerd wasserstrich waalformaat, Lupo wasserstrich waalformaat,

Euroa vormbak waalformaat – Wienerberger Erlecom

Dakpannen Alegra 10 leikleur mat – Wienerberger Tegelen

Straatbakstenen Euroton Novoton wasserstrich dikformaat - Wienerberger Schipperswaard

Oplevering 2014

DEZE TIEN WONINGEN HEBBEN WE OP EEN HEEL HOOG AMBITIENIVEAU INGESTOKEN QUA ENERGIEZUINIGHEID

In tegenstelling tot de bakstenen, zijn de keramische dakpannen op alle woningen hetzelfde. Schaap: “We hebben zelf voor de dakpannen gekozen. Hierdoor ontstond de nodige verbin-ding in de wijk. Zo ontstond een doorgaand materiaal. Bij de passiefhuizen zijn sprongen in de onderlinge daken aangebracht.”

Schaap kijkt terug op een geslaagd project: “Het was natuurlijk ontzettend spannend, pas als het gereed is zien de bewoners het eindresultaat. Voor zover mij bekend zijn de bewoners heel tevreden.”

24 | SPORTCOMPLEX, GRONINGEN

INDIRECT DAGLICHT DOOR BIJZONDERE GOLVENDE GEVEL

Het inpassen van twee gymzalen in een fi jnmazig stadsstraatje in Groningen is een hele uitdaging. Daarbij komt ook nog eens dat directe daglichttoetreding in een sportcomplex als hinderlijk wordt ervaren, terwijl werken zonder daglicht ongezond is en het bioritme verstoort. Architect Marlies Rohmer is er toch in geslaagd om in de beschikbare ruimte aan het programma van eisen voor de beide gymzalen te voldoen.

“De gemeente Groningen wilde op deze locatie eerst een school met gymzaal laten bouwen, maar die plannen stagneerden. De gymzalen moesten er echter hoe dan ook komen. Omdat wij door een architectenselectie al bij de school waren betrok-ken, is er voor gekozen om met ons verder te gaan voor de gymzalen.”, aldus Rohmer. “Er is natuurlijk een programma van eisen. Er dienden twee gymzalen en aanverwante voorzieningen gecreëerd te worden. Het is nogal een uitdaging om in een klein stadsstraatje een totaal gesloten programma te maken.”

GESTAPELDE OPLOSSINGGezien de beschikbare ruimte, het bestemmingsplan en het programma van eisen is er gekozen voor een gestapelde oplossing. De twee gymzalen liggen dus boven elkaar. Hierdoor blijft het volume van het sportblok relatief bescheiden in het straatbeeld. De gymzalen worden door een ruimtelijk, dubbel hoog en transparant trappenhuis met een enorme vide met elkaar verbonden. Tevens lijkt het sportblok op zichzelf te staan door twee pleintjes aan weerszijden van het complex met een boom. Deze pleintjes zijn gerealiseerd door de kleedkamers en toestelbergingen naar achteren te plaatsen. Hierdoor oogt het sportblok minder massief en wordt de stedenbouwkundige verankering van het complex versterkt.

SPORTCOMPLEX, GRONINGEN | 25

WE HEBBEN VEEL AANDACHT BESTEED AAN DE SYNERGIE TUSSEN HET GEBOUW EN DE STRAAT

Rohmer: “Wanneer je gewoon een sportcomplex in de straat zet, is er niet zo veel synergie meer tussen het gebouw en de straat. Je wil qua architectuur niet heel erg afwijken van de rest van de straat, anders wordt het sportblok echt zo’n ‘alien’ in de wijk. We hebben daarom veel aandacht besteed aan de synergie tussen het gebouw en de straat. Dat heeft ook te maken met sociale duurzaamheid en sociale verankering. We hebben geprobeerd om, waar mogelijk, een interactie te maken tussen het gebouw en de straat. Dit hebben we onder ande-re gedaan door die twee pleintjes met beide een boom. Zo vormt het gebouw een levendige aanvulling op het straatbeeld.”

INDIRECTE DAGLICHTTOETREDINGEen sportcomplex is in principe een dichte doos zonder directe daglichttoetreding. Daglicht wordt zelfs als hinderlijk ervaren doordat het sporters verblindt en door het risico op ‘gluren’ van buitenaf. Werken zonder daglicht is echter niet gezond. Het beïnvloedt het bioritme van mensen die er werken op een negatieve manier. “Wij hebben daarom aangegeven dat we

26 | SPORTCOMPLEX, GRONINGEN

toch graag daglicht in de gymzalen wilden laten”, legt Rohmer uit. “Vandaar dat er is geko-zen voor een golvende bakstenen gevel. Zo komt er toch indirect daglicht in de gymzalen. Wanneer het sportblok ’s avonds in gebruik is, gloeit de gevel middels indirecte lichtlijnen op. De golvende gevel eindigt op maaiveldniveau in een lange bank. Doordat hier mensen gaan zitten, ontstaat sociale interactie met de buurt.” Op deze manier creëerde Rohmer een extra dimensie aan de verblijfskwaliteit van de straat.

MOOIE VEROUDERING

De golvende bakstenen gevel is een opvallende verschijning in het fijnmazige stadsstraatje. Het materiaal is daarom bewust meer traditioneel gehouden. “Er is heel bewust gekozen voor baksteen, omdat het heel goed aansluit bij de rest van de straat en bij Groningen. De rode baksteen is karakteristiek voor Groningen. Deze baksteen is tevens een duurzame, mooi verouderende steen, dus daar hoef je in principe niet zo heel erg veel meer aan te doen. Het veroudert al mooi van zichzelf.”, aldus Rohmer.

SPORTCOMPLEX, GRONINGEN | 27

Voor indirecte daglichttoetreding is er gekozen voor een golvende bakstenen gevel.

BAKSTEENADVIESWienerberger heeft met name op technisch vlak geadviseerd over de keramische materia-len. Rohmer: “Wienerberger heeft ons met technische raad en daad bijgestaan. We wilden de metselwerkdilataties natuurlijk heel precies bepalen. Je kunt je in zo’n golvende gevel niet opeens een lelijke metselwerkdilatatie permitteren, daar heeft Wienerberger ons onder andere in geadviseerd.”

Op de achtergevel bevindt zich boven de baksteen een patchwork van aluminium beplating in roodbruine tinten. De blokachtige opbouw van het sportblok wordt hiermee versterkt. Daarnaast sluit het aan bij het gefragmenteerde karakter van het binnengebied.

DE GOLVENDE BAKSTENEN GEVEL IS EEN OPVALLENDE VERSCHIJNING IN HET FIJNMAZIGE STADSSTRAATJE

DUURZAME EN SOCIALE VERANKERINGHet eindresultaat is niet alleen een sociaal, maar ook een duurzaam en energiezuinig sport-blok. Zo is er gebruik gemaakt van led-verlichting, beschikken de douches over sensors en is er een dak met beplanting, ofwel een groen dak toegepast. “Doordat het dak groen is, wordt water geïnfiltreerd in het dak”, licht Rohmer toe. Ook is dit complex het eerste sportcomplex in Groningen waarvan de toegang, verlichting en temperatuur geheel op afstand bediend kunnen worden.

Rohmer is tot slot blij verrast door de reactie van de gebruikers: “De gebruikers zijn dolen-thousiast over het gebouw. Zij hebben het met name over de functionaliteit van het complex. Ze zijn heel blij met het daglicht en ze vinden dat de materiaalkeuze binnenin ook goed en duurzaam is. De gebruikers vinden het een heel prettig gebouw om in te sporten. Je hoort niet vaak dat gebruikers zo expliciet benoemen dat ze een gebouw geweldig vinden.”

Sportcomplex, Groningen

Opdrachtgever Dienst OCSW en Gemeente Groningen

Architect Architectenbureau Marlies Rohmer, Amsterdam

Constructeur BREED integrated design, Amsterdam

Aannemer Brands Bouwgroep B.V., Emmen

Installatieadviseur E&B engineering, Lekkerkerk

Gevelbakstenen Flamenco mix baksteenstrippen - Wienerberger Bemmel

Oplevering 2014

28 | WINDESHEIM COLLEGE, ZWOLLE

VANZELFSPREKENDE ARCHITECTUUR SPREEKT MENSEN AAN

WINDESHEIM COLLEGE, ZWOLLE | 29

Een project op een logische manier inpassen op een bestaande locatie is vaak een hele uitdaging. Dat geldt zeker als een plek toch al lastig te rubriceren is. Voor deze uitdaging stond architect Henk Stadens van DeZwarteHond toen hij de opdracht kreeg een campus te ontwerpen voor het Windesheim College in Zwolle.

“Volker Wessels had al lang een grondpositie op deze plek en zocht partijen voor een ge-zamenlijke ontwikkeling”, legt Stadens het ontstaan van de plannen uit. “Via een lokale pro-jectontwikkelaar kwamen ze uit bij kennisinstelling Windesheim, die hier graag een campus wilde bouwen. DeZwarteHond is gevraagd dit idee te onderzoeken. Het ging in eerste instantie om een onderzoeksvraag, die niet direct tot een gebouw hoefde te leiden. De opgave was: stel, je wilt hier een campus bouwen voor buitenlandse studenten, hoe pak je dat aan? Er zijn verschillende studies gedaan naar studentenhuisvesting wereldwijd en naar de beste oplossingen voor Zwolle.”

STERKE GROENE DRAGER Niet alleen het programma, maar ook de locatie was uitdagend. “De plek vlakbij de binnen-stad van Zwolle, was hoognodig aan transformatie toe. Het is een lastige locatie met veel geluid en bodemvervuiling, waar in de loop der jaren ook wat verkeerde ontwikkelingen zijn geweest. Het ligt aan de overkant van de oude stadswal en hoort in die zin bij het oude

stadcentrum. De andere kant hoort bij een strip die van de snelweg komt en de entree van Zwolle vormt. Zo komen er op deze plek allerlei gebieden samen, maar is niet duidelijk waar het precies bij hoort. Dat maakte het een complexe opgave.”

DeZwarteHond stelde voor om het maaiveld opnieuw in te richten. “Als je daar een hele sterke drager maakt, met groen en verblijfs- en wandelgebied kun je de gebouwen er op een losse manier in zetten. Door het groen tussen de gebouwen ontstaan er zichtlijnen. Zo is het vanuit de binnenstad een aantrekkelijk geheel, dat niet te massief is. Tegelijkertijd vormen de drie gebouwen zowel een entree naar de stad als een hoogteaccent dat vanaf de A28 te zien is.”

VERHUURBAARHEIDDe plannen bleken zo goed en daarnaast haalbaar dat ze tot uitvoering zijn gekomen. “Dat is niet gemakkelijk geweest in deze tijd. De grootste bottleneck was in dit geval niet de kwaliteit van de stedenbouw en de architectuur, maar vooral: vind je een huurder voor de komende 20 jaar?” De verhuurbaarheid heeft dan ook zijn invloed gehad op de plannen: “In het eerste idee was het een echte campus: studentenwoningen gecombineerd met gemeenschappelijke voorzieningen als winkels, een café of een kantoorruimte voor starters. Helaas bleek er juist voor deze ruimtes geen markt. Daarom is het plan toegespitst op studentenhuisvesting. In één van de drie bouwdelen zijn sociale voorzieningen, zoals de daklozenopvang van Zwolle opgenomen. Een randvoorwaarde voor de ontwikkeling.” De gebouwen zelf zijn flexibel en daarmee toekomstbestendig: “Links en rechts van een cen-trale gang liggen studentenkamers van circa 30 vierkante meter. Het bouwsysteem is echter zodanig, dat over een aantal jaar eenvoudig van twee eenheden één kan worden gemaakt. Zo is de indeling van het gebouw relatief aanpasbaar als blijkt dat de eenheden te klein worden of wanneer hun functie verandert.” In het oorspronkelijke plan waren ook een aantal gemeenschappelijke ruimtes opgenomen waar “studenten elkaar kunnen ontmoeten, maar die van niemand specifiek zijn”. Helaas zijn deze ruimtes in het uiteindelijke plan gesneuveld.

OP EEN SIMPELE MANIER ONTSTAAT EEN PATROON OP DE GEVEL ALS EEN SOORT RITSSLUITING. DAT GEEFT EEN RIJKER BEELD

30 | WINDESHEIM COLLEGE, ZWOLLE

WINDESHEIM COLLEGE, ZWOLLE | 31

“Jammer”, vindt Stadens. “Zeker in deze tijd waarin iedereen toch vaak in zijn eigen (online) wereldje zit. Ook de bijzondere dubbel hoge kamers hebben het uiteindelijk niet gehaald. Hoewel ik de overweging begrijp is dat toch zonde.”

HAVENARCHITECTUURDe stijl van de drie bakstenen gebouwen met een licht hellend dak refereert aan pakhuizen. Havenarchitectuur die volgens Stadens past bij Hanzestad Zwolle. “De mooiste pakhuizen van Europa staan waarschijnlijk in Hamburg. Het zijn relatief eenvoudige gebouwen, met prachtige bakstenen details. De gevel blijft rustig en verveelt niet snel. Dat beeld van stoere gebouwen wilden we hier ook neerzetten en is met slechts twee kleuren metselwerk bereikt.” De drie gebouwen zijn namelijk allemaal anders. “Het eerste gebouw heeft één donkere gevel, de tweede heeft er twee en de laatste heeft drie donkere gevels. Bij de lichte gevels is dat precies andersom. Om de gebouwen voor het zicht niet tot één massieve klomp te laten samenklonteren, is het goed om de middelste een andere tint te geven.”

HET MEESTE UIT HET MATERIAAL HALENEr is gekozen voor een ingetogen kleurgebruik van gele en bruine bakstenen. De gevels zijn geornamenteerd door de verschillende kleuren stenen naast elkaar te plaatsen. Eveneens een verwijzing naar de pakhuizen: “Op een hele simpele manier ontstaat zo een patroon op de gevel als een soort ritssluiting. Dat geeft een rijker beeld. Er is gekozen voor een diepe negge van twee bakstenen. Zo krijgt het gebouw een robuustere uitstraling. Het materiaal baksteen, krijgt zo nog meer drama.”Stadens is bij Wienerberger langs geweest om de bakstenen bij elkaar te zoeken. “Het lijkt alsof de gevels twee kleuren zijn, maar als je dichterbij komt, zitten er in de gevels vele kleurnuances. Dat hebben we in de Expo van Wienerberger op elkaar afgestemd. De donkere baksteen glanst ook wat meer dan de gele. Op die manier zorgen we voor een levendig gevelbeeld. Voor bakstenen gevels hanteren we bij DeZwarteHond een soort ‘trucje’. Op grote afstand zie je alleen de kleur. Als je dichterbij komt wordt het verband in de stenen zichtbaar, in dit geval de vertandingen. Kom je nog dichterbij dan zie je structuur van de stenen, egaal of genuanceerd. Zo kun je op elke afstand iets anders aan de baksteen en het gebouw ont-dekken en haal je het meeste uit het materiaal.”

VANZELFSPREKENDHEID Uit de reacties die Stadens kreeg tijdens een lezing voor de architectuurclub in Zwolle, blijkt dat mensen het een fijn gebouw vinden. “De bouw is niet traditioneel, maar ook zeker niet heel modern. Door de herkenbare uitstraling, met bijvoorbeeld het schuine dak, maar tege-lijkertijd de strakke details, staan de gebouwen op een hele vanzelfsprekende manier op hun plek. Die vanzelfsprekendheid, alsof gebouwen er al jaren staan, spreekt mensen aan.” Het op een logische en natuurlijke manier inpassen van gebouwen is een specialiteit van de DeZwarteHond. Dat lijkt heel gemakkelijk, maar dat is het niet. “Wat ik grappig vind aan deze gebouwen is dat je je ook heel goed kunt voorstellen dat er over 20 jaar kantoren in zitten, op de begane grond een school of grotere appartementen zijn ontstaan. Het zijn in die zin hele generieke gebouwen. Dat maakt ze flexibel, toekomstbestendig en erg duurzaam.”

Windesheim College, Zwolle

Opdrachtgever Volker Wessels, Rijssen

Architect DeZwarteHond, Groningen

Projectontwikkelaar DLH Ontwikkeling, Zwolle

Aannemer Bouwbedrijf Wessels, Rijssen

Gevelbakstenen Kogelbloem wasserstrich waalformaat en

Zonnebloem wasserstrich waalformaat - Wienerberger Haaften

Oplevering 2014

DOOR DE HERKENBARE UITSTRALING STAAN DE GEBOUWEN OP EEN HELE VANZELFSPREKENDE MANIER OP HUN PLEK

2015www.wienerberger.nl #20

Wienerberger B.V.Hogeweg 95 5301 LK Zaltbommel

T 088 - 118 51 11F 088 - 118 50 05 [email protected] www.wienerberger.nlvision.wienerberger.nl

MAGAZINE OVER KERAMISCH BOUWEN