2014-1-Kunstzone-stimed

9
JANUARI 2014 01 Kunst & Techniek SAMENWERKEN AAN DE TOEKOMST

Transcript of 2014-1-Kunstzone-stimed

Page 1: 2014-1-Kunstzone-stimed

J A N U A R I2 0 1 4

01

Kunst & TechniekSAMENWERKEN

AAN DE TOEKOMST

Page 2: 2014-1-Kunstzone-stimed

40 41JANUARI 2014

Met de StiMED-training 21st Century Skills voor het mu-ziek- en kunstonderwijs be-gint dit jaar bij verschillende

kunstencentra een nieuw hoofdstuk kunst-educatie. De training biedt praktische handvatten voor integratief kunstonder-wijs, waarin de leerling op een nieuwe manier wordt uitgedaagd. De training, bedoeld voor teams die samengesteld zijn uit verschillende disciplines (audio-visueel en media, beeldend, dans, drama, muziek, film), richt zich op nieuwe onderwijskun-dige inzichten op het gebied van leren en

onderwijzen. Daarbij horen ook de prak-tische gereedschappen en technieken om te komen tot inspirerend en uitdagend onderwijs.Cees Meijer, directeur van CKB De Maagd waar StiMED de training start, stelt dat het optimaal kunnen voldoen aan de nieuw geformuleerde toekomstvisie en missie meer vraagt van zijn medewerkers dan voorheen. ‘De kennis die ooit in een ge-heel ander kunst- en cultuurlandschap is opgedaan, is niet langer toereikend om alle vragen van vandaag te kunnen beant-woorden.’

VERSCHUIVING NAAR HET WAAROMWaar in het traditionele onderwijs de fo-cus veelal gericht was op het realiseren van gegeneraliseerde leerdoelen ligt deze bij het nieuwe leren meer op het begrijpen van processen en structuren. Daarnaast werd de nadruk gelegd op cre-ativiteit en innovativiteit bij het oplossen van problemen. Eén van de aandachts-punten is daarbij de rol van de leerling in het eigen leerproces.In het nieuwe leren krijgt het waarom meer aandacht om de achtergronden te leren begrijpen. Ook in onze consump-

tiemaatschappij is deze verschuiving goed merkbaar. Zo wordt er steeds meer geke-ken naar de vraag waarom een consument een product koopt, het gevoel dat daarbij moet ontstaan en hoe dat gevoel kan wor-den vormgegeven in de beleving van dat product.

NIEUWE VISIE OP ONDERWIJSHet traditionele onderwijssysteem bouwt kennis en vaardigheden op door met een heel eenvoudige basis te beginnen, en deze geleidelijk op te bouwen tot de gewenste vaardigheid of competentie. Dit is een lineaire werkwijze. Zeg maar van letters naar woorden, van woorden naar zinnen en van zinnen naar een tekst. Daar-mee doorlopen we allemaal dezelfde pro-cessen onder dezelfde condities. Sommi-gen wat langzamer en anderen wat sneller. Deze methode heeft binnen de produc-tiemaatschappij altijd goed gewerkt. De moderne maatschappij heeft echter be-hoefte aan creatieve denkers, mensen die vanuit een begrip van samenhang en com-plexiteit nieuwe dingen kunnen creëren (Daniel H. Pink, Een Compleet Nieuw Brein, 2011). Daarnaast is ook het leergedrag van de jeugd drastisch veranderd door de technologische vooruitgang en nieuwe manieren waarop wij informatie krijgen en verwerken. Dit vraagt om een andere aan-pak in het onderwijs.

Mirjam Bosman, projectleider Cultuuredu-catie met kwaliteit bij het VAK in Delft start in 2014 met de StiMED-training. ‘De VAK zet hiermee binnen het onderwijs in op het ontwikkelen van creatief vermogen, zodat docenten door deze nieuwe werkwijze in staat worden gesteld om bij te dragen aan het ontwikkelen van multidisciplinaire pro-jecten met maatschappelijke en culturele partners in de stad.’

THIRD LEVEL ANALYSEStiMED ontstond uit de behoefte om mu-ziekonderwijs van voornamelijk reproduc-tief te transformeren naar onderwijs waarin de leerling centraal staat en reproductie en creatie in een gezonde verhouding zijn vertegenwoordigd. Hiervoor zijn door pro-fessor Rob Maas (StiMED) twee nieuwe onderwijstools ontwikkeld de Third Level Analyse (TLA) en het Empowering Frame-work.

TLA maakt gebruik van de subjectieve emo-tie van een waarneming die ieder mens op zijn eigen manier ervaart. De methode leert de leerling de essentie van een crea-tie te benoemen en dit tot gereedschap te maken voor zijn eigen creatie. Vanaf het be-gin leren kinderen te benoemen wat kunst met hen doet, of voor hen uitdrukt. De leer-ling leert deze emotionele waarden ook te vertalen naar het ‘hoe’. Hoe is dit gevoel tot stand gekomen? Bijvoorbeeld kleur, vorm, instrumentatie.

Frank Tellings (StIMED) merkt al tijdens de eerste trainingsdag dat deze tool voor do-centen een enorme eye-opener is. ‘Ik bied eindresultaten aan die in beginsel met een enkele emotionele beschrijving geanaly-seerd kunnen worden. Hier leren docenten een product als inspiratiebron te zien door de emotie te beschrijven en te kijken naar wat deze emotie veroorzaakt, precies zoals kinderen dat in ons curriculum ook leren.’

De valkuil hier is het verzanden in een mening in plaats van een beschrijving. De eerdere uitspraak ‘Ik loop hiervoor weg!’ wordt zo - na de uitleg dat het wel of niet mooi vinden absoluut niet voor de analyse van belang is - als ‘agressieve’ emotie be-schreven. De verbindende stap is dan het analyseren welke emotionele elementen een dergelijke reactie uitlokken. Bij een nummer van Ramstein blijken dit onder andere de zware ritmische gitaar en de dreigende zang met dwingende teksten te zijn. Het koppelen van vakjargon maakt de hoe-beschrijvingen nog specifieker als uitgelegd wordt dat ‘de distortion gitaar powerchords speelt en de zanger aan het grunten is.’

Een ander prikkelend voorbeeld is een film waar leerlingen in staat zijn een gede-tailleerde muziekanalyse te maken door emoties en criteria gedurende een song in beeld te brengen. De docenten erva-ren dan dat er met het telkens verbinden van emoties aan criteria daadwerkelijk een referentiekader wordt ontwikkeld dat ook gebruikt kan worden in het omgekeerde proces. Het zelf creëren!

EMPOWERING FRAMEWORKVoor het vormgeven van onderwijs, waarin de processen die leerlingen leren hanteren

in een levensechte context het middel zijn, gebruikt StIMED het door haar ontwik-kelde Empowering Framework. Dit is het raamwerk waarmee leerlingen de crea-tieve processen leren (her)kennen vanuit van de complexe wereld waarin ze leven. Zo is in een trainingsfilmpje te zien hoe kinderen uit groep 5, zonder instrumentale ervaring, zelf verschillende soorten muziek componeren voor een filmscène. Door het creatieve empowering proces wordt dit door hen als gemakkelijk ervaren en wordt het componeren ‘eenvoudig’ vergelijkbaar met het vertellen van spannende, grap-pige of droevige verhalen waarbij zij zelf de inhoud en vorm kunnen bepalen. Dit creatieve proces begeleidt de docent door uit te dagen en te spiegelen aan de eigen TLA-beschrijvingen die door de leerlingen in een eerder stadium zijn benoemd.

STIMED-CURRICULUMStiMED heeft voor de praktische toepas-sing in het muziek- en kunstonderwijs een omvangrijk digitaal curriculum ontwikkeld waar deze principes als leerlijn zijn inge-bouwd. Dit maakt het docent mogelijk om het 21st Century-onderwijs in de training didactisch en methodisch in praktijk te er-varen en doen!

Frank Tellings merkt op ‘dat bij het toe-passen van deze twee tools muren tus-sen disciplines verdwijnen en daarmee het bewustzijn van een ander denken, le-ren en onderwijzen begint’. ‘Wij willen dit duurzaam doen. Docenten die wij trainen, doorlopen een persoonlijk ontwikkelings-programma, waarbij op basis van TLA en Empowering Framework wordt bijgedra-gen aan onderwijs dat past bij de 21ste eeuw.’Ga voor meer informatie over deze train-ing naar www.stimed.nl/node/6939. v

Frank Tellings is trainer en ontwikkelt het StiMED-curriculum.Rob Maas is verantwoordelijk voor de onderwijsinnovatie binnen StiMED.

Hoe leren onze nieuwe generaties? Waar moet ons onderwijs aan voldoen om een kind in een veranderde leeromgeving optimaal tot ontwikkeling te laten komen en hoe zorgen we ervoor dat juist de creatieve

ontwikkeling een prominentere plaats krijgt? Dit zijn belangrijke vragen die Stichting Innovatie Muziek Educatie (StiMED) beantwoordt in haar nieuwe trainingen voor kunstencentra en cultuurinstellingen.

AUTEURS: FRANK TELLINGS EN ROB MAAS

STIMED TRAINING 21ST CENTURY SKILLS VOOR HET MUZIEK- EN KUNSTONDERWIJS

HANDVATTEN VOOR INTEGRATIEF ONDERWIJSHANDVATTEN VOOR INTEGRATIEF ONDERWIJS

Handvatten voor INTEGRATIEF ONDERWIJS

Page 3: 2014-1-Kunstzone-stimed

48 49JANUARI 2014KUNSTZONE.NL

CULTUURONDERWIJS GEEN FRANJE CULTUURONDERWIJS GEEN FRANJE

Bussemaker: ‘Er is een foto van mij als driejarige die met haar handjes amper bij de toetsen van de vleugel kan komen. Er

werd veel klassiek gedraaid en mijn vader speelde vaak piano. Mijn oom trouwde met een pianolerares en pianiste toen ik acht of negen jaar was en ik mocht bruidsmeisje zijn. Alles draaide om muziek. En ik vond het prachtig. Minder leuk was dat ik als achtjarige blokfluit moest spelen. Ik begreep dat niet, want die vleugel stond midden in onze huiskamer. De blokfluit was, zoals bij velen van mijn generatie, deel van een opvoedmodel om noten te leren lezen. Daarna speelde ik nog een tijdje altfluit en toen pas mocht ik op de

piano. Ik had een vriendinnetje op wie ik heel jaloers was, want zij mocht meteen cello spelen.’

Waarom de piano?‘Misschien omdat ik mijn vader altijd hoorde spelen. Voor mij was de wereld van de piano anders dan die van school. Meer ontspannen, maar tegelijkertijd was het een uitdaging om een stuk van Mozart onder de knie te krijgen. Mozart bleek technisch heel ingewikkeld. Pas als ik de basis begreep, lukte het om verder te komen. Daarna kwam de toon, en dan de kleur en de betekenis. Muziek betekent voor mij nog steeds diepgang omdat ik er mijn gevoelsleven mee kan inkleuren.’

Was er ook meer dan alleen muziek?‘Als familie gingen wij altijd naar kastelen. Naar het Muiderslot, Loevestein, Gelderse kastelen en dan op vakantie naar Frankrijk langs de Loire. Ik luisterde altijd geboeid naar verhalen over de geschiedenis en keek graag naar schilderijen. Ik weet nog goed dat ik met mijn moeder voor de eerste keer naar Parijs ging en Gare d’Orsay bezocht. Waanzinnig vond ik dat, omdat de schilderijen die ik zag zo veel aan de verbeelding overlieten. Of het nou om Monet en de waterlelies gaat, of om impressionistische strandtaferelen waar de kleuren van water en zand in elkaar overgaan, ik kan mijn ogen niet van de kleuren afhouden. Die ervaring!

Mijn beste vriendin en ik waren allebei ondernemende tieners. Wij maakten samen fietstochten door Nederland en bezochten musea zoals het Kröller-Müller Museum. Ik herinner mij het geluksgevoel nog goed toen ik vanaf mijn fiets het museum zag liggen. Omdat we de weg ernaar toe door de bossen hadden afgelegd, snapte ik goed waarom het museum juist op die plek was gebouwd.’

Hoe kwam u in de politiek terecht?‘Ik heb het geluk gehad dat de middelbare school mij een heel brede ontwikkeling gaf. Dat bewoog mij ertoe om politicologie te gaan studeren. Ik wilde me verdiepen in geschiedenis, filosofie, rechten en economie, maar niet met de bedoeling de politiek in te gaan. Als wetenschapper kluste ik bij als journalist en begon mij te bemoeien met het maatschappelijke en politieke debat. Tot mij gezegd werd: ‘Goh, je hebt altijd het idee dat het anders moet, wordt het geen tijd voor de Tweede Kamer?’ ’

U zei dat de wereld van cultuur kan leren van sport?‘Sport kent bijvoorbeeld verbindingen van topsport en breedtesport. Ik was in juni met het Concertgebouworkest in Brazilië en zag daar hoe toptrombonisten en topviolisten van het conservatorium uit Sao Paulo jongeren uit de sloppenwijken les geven. We ontmoetten daar kinderen die met flarden kleding aan gitaar spelen en zingen. Voor de presentaties krijgen ze mooie gymschoenen en een T-shirt gesponsord. Ik zie nog de twinkeling in hun ogen. Ze beseffen dat een beroep wordt gedaan op hun talent. Ze worden

écht uitgedaagd en dan niet voor iets frivools, neen, om serieus muziek te maken.’

studenten met nieuwe vaardigheden toerusten, zodat zij verbindingen en cross-overs kunnen maken. In vergelijking met landen als China zijn wij sterker in het bedenken van creatieve en pragmatische oplossingen. En daar heb je naast techniek vooral cultuur bij nodig.’

U verwijst in uw teksten naar de maatschappelijke functie van kunst en cultuur. Wat bedoelt u daar mee?‘Het gaat daarbij om de bijdrage die cultuur levert aan onze samenleving. Cultuur verbindt, vergroot je blikveld en draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Door goed cultuuronderwijs ontwikkelen kinderen een creatieve en onderzoekende houding. Creativiteit en innovatie zijn op hun beurt belangrijke voorwaarden voor verdere groei van onze kennissamenleving. Alles wat er rond creatieve industrie gebeurt, inspireert mij enorm, vooral omdat de economie daar veel baat bij zal hebben. Ik was gisteren op werkbezoek bij Shell in het kader van het energiepact, en zag wat Shell samen met het Van Gogh Museum en het Mauritshuis doet rond verfbehandeling van schilderijen. Zij analyseren die verflagen van oude schilderijen en halen daar verhalen mee naar boven. Ook dat is creatieve innovatie. Kunst en cultuur en techniek kunnen niet zonder elkaar.’

U citeert regelmatig uit het werk van de Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum. Bent u het met haar eens dat de geesteswetenschappen worden verwaarloosd?‘Soms slaat zij een beetje door in haar mening over die noodzaak en dan lijkt

Jet Bussemaker komt uit een familie waar altijd muziek klonk. En van jongs af aan had zij een interesse in architectuur. Niet zo vreemd dus dat zij haar muzikaliteit in termen van kleur beschrijft. ‘Ik wist niet of er een

fantastische architect in mij zat, maar ik wist wel dat ik het hoogste wilde bereiken van wat ik kon.’ Bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zag zij als staatsecretaris wat sport kan doen voor de jeugd,

bijvoorbeeld bij kinderen die uit huis waren geplaatst. ‘Nu ik me als minister in de wereld van cultuur beweeg, wil ik van sport leren en cultuur samen met sport laten optrekken’, vertelt ze op haar kamer op het ministerie van

Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen met weids uitzicht over Den Haag. AUTEUR: DIRK MONSMA

GESPREK MET MINISTER JET BUSSEMAKER

geen franje CULTUURONDERWIJS

Uw coalitiegenoten van de VVD, met senator Bruijn voorop, schreven een nota over Onderwijs: de derde dimensie. Naast kennis en vaardigheden wijzen zij op de menselijke factor. Ziet u ook een grotere rol voor vorming in het onderwijs?‘De samenleving heeft meer nodig dan alleen digitale kennis, taal en rekenen. De 21e eeuw vraagt vooral om creativiteit. Het is mijn vaste overtuiging dat wij het in Nederland nooit zullen redden met eendimensionale producties. Zeker niet in de concurrentieslag met de Chinezen. Ja, VVD-senator Jan Anthonie Bruijn kan gepassioneerd over Bildung en de vormende rol van het onderwijs praten. Ik ben heel blij dat een collega van de VVD zulke uitspraken doet. Ik ben met mijn cultuurverhaal aan het zoeken hoe ik het verheffingsideaal op een eigentijdse manier vorm kan geven. Daar heb ik mensen als Bruijn bij nodig. We moeten

“De samenleving heeft meer nodig dan alleen digitale kennis, taal en rekenen. De 21e eeuw vraagt vooral om creativiteit.”

Page 4: 2014-1-Kunstzone-stimed

‘THE DOING IS THE THING!’

CREATIVITEITKunstonderwijs heeft uiteraard baat bij creativiteit. In de praktijk blijkt het de leer-lingen hier nogal eens aan te ontbreken. Ze vragen om expliciete aanwijzingen als ‘Wat moet ik tekenen?’ of ‘Is het zo af?’. Leerlingen zijn niet bezig met creëren, maar met afmaken. Iets is niet af voor het de goedkeuring van de docent krijgt. Daa-ruit blijkt het gebrek aan creatieve toewij-ding. Deze leerlingen kunnen niet zelfstan-dig een beeldend proces doormaken. Ze kunnen zichzelf niet in beweging zetten om de zoektocht naar een beeld te be-ginnen, maar blijven afhankelijk van de input van de docent. Dat getuigt van een gebrek aan motivatie en interesse. Deze onverschilligheid komt voort uit het pro-ductgerichte onderwijsmodel. Wat telt, is het cijfer voor het product, niet de manier waarop dat product ontstaat. Elke kunst-docent krijgt hier jeuk van, maar het is een feit.

Om de leerling uit te lokken tot een ei-gen beeldend proces moet hij gefrus-treerd worden. Frustratie activeert, net als enthousiasme of angst dat doen. Frustra-tie zet aan tot het in eigen handen nemen van de zaak, het motiveert tot het zoeken naar oplossingen. Deze zoektocht, de spanning tussen wat-is en wat-kan-zijn, is wat Rob van der Sloot het wordingsproces noemt. Het worden getuigt van groei, van het ontwikkelen van het zelf. Een ontwik-

keling die de reflexieve en autonome vaar-digheden van de leerling stimuleert. Met frustratie meer mens!

PROCES VERSUS PRODUCTHet onderwijsinstituut wil echter niet frus-treren, want dat kan leiden tot ongewenste symptomen van verzet in de gelederen. De school bewijst zich nog altijd als een structurerend, disciplinerend instituut waar leerlingen geschikt gemaakt worden voor maatschappelijk functioneren. Aan de hand van standaarden - die via tests worden geformuleerd en gehandhaafd - wordt van de leerling een kopietje van de docent gemaakt, die functioneert als afgevaardigde van dat disciplinerende in-stituut. Persoonlijke ontwikkeling tot auto-noom individu heeft hier niet de prioriteit. Kunstonderwijs in product-termen redu-ceert de creatieve handeling tot een thera-peutisch instrument om af te leiden van de institutionele druk en dat staat ontwikke-ling in de weg. De vrijblijvendheid van ex-pressie is verdwenen onder invloed van de toetscultuur. Het cijfer is een dwangmiddel om de leerling aan het onderwijsinstituut te onderwerpen.Als de autonomie van de leerling het hoogste goed is, moet de machtsrelatie tussen docent - als institutioneel afgevaar-digde - en de leerling op de schop. Cijfers moeten worden afgezworen, de leer-ling moet zijn of haar eigen weg kunnen zoeken en de docent moet die zoektocht

faciliteren, uitlokken, maar niet voorschrij-ven. Hiertoe dienen de kunstvakken als proeftuin, als kweekvijver, als fundament voor een leermentaliteit die uiteindelijk schoolbreed vrucht kan dragen: proces-matigheid, reflectie, zelfverkenning, inter-esse, betrokkenheid, motivatie, frustratie, creatie… Juist in kunstonderwijs zijn deze termen van wezenlijk belang. De kunstdo-cent streeft ernaar om de leerling uit te dagen zich te ontplooien door te dóen. Dat betekent dat de leerling zich moet kunnen afzetten tegen de disciplinering, als bewijs van autonomie. Kunstonderwijs heeft de verantwoordelijkheid de leerling bewust maken van diens mogelijkheden en kwaliteiten. De leerling moet zich, met andere woorden, kunnen en willen ver-zetten tegen de heersende orde, die het zelfstandig vervullen van de levenstaak in de weg staat.

Kunstonderwijs kan de basis leggen voor een subversieve leermentaliteit die het in-stituut bevraagt en daarmee daadwerke-lijk zelfstandigheid faciliteert. Zo creëren we kritische burgers in plaats van lopende band-consumenten. v

Bjorn de Leeuw volgde de educatieve master Kunstgeschiedenis: educatie en communicatie aan de Universiteit Utrecht en studeerde af met het praktijkgericht onderzoek ‘Tegen. Over de noodzaak van subversiviteit in onderwijs.’

‘Het zelfstandig volbrengen van de levenstaak.’ Een goede docent/pedagoog stelt zich dat ten doel. Als de docent deze taak serieus neemt, en zelfopheffing als pedagoog nastreeft, dan bedient hij of zij zich van lestechnieken die bijdragen aan de zelfstandigheid van de leerling. Helaas blijkt de school in de praktijk nog altijd een leermachine te zijn, een autoritair en disciplinerend instituut dat leerlingen maatschappij-fähig wil maken, standaardiseren, waarbij het authentieke en oorspronkelijke denken wordt gesmoord door de focus op resultaten, producten en opbrengst. Het kunstonderwijs heeft de uitgesproken kwaliteit om de leerling bewust te maken van zijn of haar

oorspronkelijkheid. AUTEUR: BJORN DE LEEUW

OVER HET PROCES EN AUTONOMIE IN KUNSTONDERWIJS

50 51JANUARI 2014

THE DOING IS THE THING

JET BUSSEMAKER

Als zesendertigjarige werd Jet Bus-semaker in 1997 lid van de PvdA. Een jaar later werd zij gekozen in de Tweede Kamer. Zij schreef in 2005 mee aan de PvdA-cultuurvisie De kracht van kunst en cultuur. Daarin benadrukt de partij dat de politiek meer aandacht moet besteden aan de maatschappelijke functie van kunst en cultuur. Van 2007 tot 2010 was zij staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Sinds november 2012 is Bussemaker minister van Onderwijs, Cul-tuur en Wetenschappen. Zij redde inmid-dels de Cultuurkaart met vijf miljoen en voorkomt dat CKV tot franje verwordt. In haar toespraken komt de maatschappeli-jke functie van kunst herhaaldelijk terug en verwijst zij graag naar voorbeelden uit de praktijk die ze met eigen ogen zag.

CULTUURONDERWIJS GEEN FRANJE

ze wel een dominee, maar toch citeer ik haar vaak. Want, ja, ze heeft gelijk, we hebben die liberal arts hard nodig. Maar laten we ook niet vergeten dat er in Nederlandse universiteiten redelijk ruimte is voor de liberal arts. En laten we ons in het basisonderwijs vooral met taal en rekenen bezig blijven houden, want dat mag allemaal niet minder. Die derde dimensie van Bruijn past bijzonder goed binnen taal en rekenen. Die vakken betekenen immers niets zonder de kracht van de verbeelding. Bij Museum Boijmans Van Beuningen werken ze aan een mooi cultuurprogramma voor taal en rekenen via de kunsten. Zij zeggen: ‘Kijk, wat zie je op dat schilderij? En probeer daar nu eens woorden of spreekwoorden bij te vinden.’ Cultuuronderwijs stimuleert zo tot een creatieve houding.’

In de nota Cultuur beweegt schrijft u dat ieder kind voor zijn persoonlijke ontwikkeling een startkwalificatie voor kunst en cultuur nodig heeft.‘Cultuuronderwijs is niet alleen een leuk dagje uit, of een keertje naar een popconcert in Paradiso, het gaat erom dat iedereen een eigen plaats in zijn leven kan geven aan cultuur. Om dat te bereiken is het van belang dat de samenleving leerlingen leert omgaan met kunst en cultuur. Dat jongeren kunst leren waarderen en zelf makkelijk bepalen wat ze mooi vinden of niet. Snappen waar een idee, kunstwerk of monument vandaan komt: historisch, filosofisch en cultureel. Wat nu nog ontbreekt, is een doorlopende leerlijn. Gelukkig zetten we in het voortgezet onderwijs het vak CKV voort. Maar ook daar is het niet helemaal goed gegaan. CKV bevat te veel procesnormen. Tellen hoe vaak je ergens naar toe moest. Dat stimuleert docenten en scholen niet om zelf na te denken over hoe je een goede inhoudelijke leerlijn opzet. We gaan dat nu veranderen door minder Hoe voor te schrijven en we laten duidelijker Wat aan de orde komen. Cultuuronderwijs is een

belangrijk onderdeel van het onderwijs en geen franje.’

Aan het programma Cultuureducatie met kwaliteit lijken weinig scholen voor speciaal onderwijs mee te doen, hoorde ik van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Kinderen met een beperking hebben toch ook recht op een startkwalificatie voor kunst en cultuur?‘Dat is een goed punt. Ik ga kijken hoe ik daar met collega Dekker samen in op kan trekken. Met mijn ervaring als staatssecretaris van VWS weet ik wat sport kan doen voor kinderen met een beperking. En dat kan ook met muziek of andere vormen van kunst. Het beroep op zintuiglijkheid en op iets wat ze juist wel kunnen geeft zelfvertrouwen.’

Hoe gaat u het belang van goed cultuuronderwijs uitdragen, juist nu gemeenten fors bezuinigen op kunst en cultuureducatie?‘Vooral gemeenten spelen een belangrijke rol in cultuureducatie, omdat zij de grootste financiers zijn. Muziekscholen dreigen bij veel gemeenten het loodje te leggen. Soms zie je daarna weer nieuwe organisatievormen terugkeren. Wethouder Carolien Gehrels in Amsterdam zet in op muziekonderwijs in de scholen. Ik begrijp dat omdat ik uit eigen ervaring weet dat muziek een kunstvorm is die veel kinderen aanspreekt. Maar het staat elke gemeente vrij om eigen, andere keuzes te maken. De gemeenten heb ik hard nodig om keuzes te maken voor cultuureducatie.’

Dan sta ik weer buiten met een open einde. Geen tijd meer voor vragen Een groep mensen staat te popelen om bij de minister naar binnen te gaan. Het laatste punt rond de gemeenten ligt klaarblijkelijk gevoelig. Het rijk wil cultuureducatie, maar bezuinigt op gemeenten en de gemeenten zetten cultuureducatie bovenaan het lijstje van besparingen. Overal leggen centra voor de kunsten,

muziekscholen en amateurkunsten het loodje. Het programma Cultuureducatie met kwaliteit wordt door gemeenten soms gefinancierd uit besparingen op het culturele veld. Zo transformeert de wereld van cultuureducatie in een onoverzichtelijk landschap. De minister vraagt samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten in een advies aan de Raad voor Cultuur om dit probleem op te lossen met scenario’s op gemeentelijk, regionaal en provinciaal niveau. Die scenario’s moeten er in februari liggen, vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen. v

Dirk Monsma is adviseur bij de Raad voor Cultuur en schrijver van de boeken Kijk ik kan zilver maken en Geef mij een potlood en ik ga tekenen.

Page 5: 2014-1-Kunstzone-stimed

Een werk zou eigenmachtig zeggingskracht moeten uitdrukken, zonder verklaring, zonder het te plaatsen

in een lange lijn kunsthistorische gebeurtenissen, zonder zelfs te weten wat de titel is, en in welk jaar het werd geschapen. Deze opvatting sluit een heleboel bijzondere kunstwerken uit van hun bestaansrecht: kunstwerken die hun zeggingskracht niet danken aan een verschijningsvorm, maar aan hun verhaal, het motief of de ontstaansgeschiedenis. Om kunst echt te kunnen doorgronden is het van groot belang om kunstenaars, docenten en curatoren aan het woord te laten. Kunstwerken krijgen dan een fundamentele betekenis in de maatschappij en hebben eenzelfde macht als politiek, of wetenschap. Het is hautain te denken dat kunst opzichzelfstaand is, en vergelijkbaar met een onderzoeker die een bijzondere ontdekking doet, deze presenteert, maar niet uitlegt. Dat zouden we allicht ook niet accepteren.

Als hoofdredacteur van mister Motley ben ik iedere dag bezig met het zoeken naar woorden om kunstwerken in te gieten, probeer ik een instappunt te vinden om een kunstwerk te verklaren of in een bepaald perspectief te plaatsen, luister ik veelvuldig naar kunstenaars in hun ateliers, waardoor kunstwerken een onnoemelijke waarde kunnen krijgen, zelfs wanneer het kunstwerk je in eerste instantie koud laat. Het zijn verhalen rondom de kunst die absoluut het vertellen waard zijn en leveren een groter draagvlak, nuance en begrip op. Daarin is het uiteindelijke doel is ervoor te zorgen dat het kunstwerk niet vereenvoudigd wordt. maar de ingang naar het kunstwerk juist is, of het nou uitgelegd wordt aan kinderen, jongeren, kunstacademiestudenten of kunstkenners.Dit is geen makkelijke opdracht. Tot mijn teleurstelling zie ik vaak - educatieve - teksten in boekjes, catalogi en aan de museumwand die het kunstwerk

vereenvoudigen. In grote puntletters geschreven zinnen met na iedere zes woorden een nieuwe zin. Misschien met de gedachte: als we het verwoorden in Jip en Janneke-taal, dan snapt iedereen het en is de tentoonstelling of het kunstwerk toegankelijk voor het breedst denkbare publiek. Teksten worden schameler, de woorden makkelijker, de zinnen korter. Deze versimpelijking van de taal rondom kunst kwam heel geleidelijk tot mij. Sinds kort ben ik erachter dat sommige musea, educatieve boeken/artikelen en zelfs tijdschriften gebruik maken van een referentiekader dat in 1998 Europees is vastgesteld door de Raad van Europa.

EUROPEES REFERENTIEKADERIk citeer: ‘Zes leesniveaus worden er onderscheiden door het Europees Referentiekader: A1 en A2: het niveau van de basisgebruiker; de lezer kan heel eenvoudige tot eenvoudige teksten lezen en begrijpen. B1 en B2: het niveau van de onafhankelijke gebruiker; de lezer kan ‘normale’ alledaagse teksten lezen en begrijpen. Een tekst op niveau B1 wordt begrepen door zo’n 80 procent van de Nederlandse bevolking. C1 en C2: het niveau van de vaardige gebruiker; de lezer kan complexe teksten lezen en begrijpen. C1 is ongeveer MBO-plus tot HBO-niveau.

GROTE VERSCHILLENHet leesniveau van de totale Nederlandse bevolking is door de Nederlandse Taalunie in kaart gebracht. De twee grafieken (zie Grafiek 1 en Grafiek 2, afkomstig van BureauTaal) illustreren waarom schriftelijke informatie door veel lezers niet goed begrepen wordt. Uit Grafiek 1 wordt duidelijk dat de meeste Nederlanders (40%) lezen op niveau B1. En een flink percentage zit daar nog onder: bijna 20%. Het leesniveau van de meeste Nederlanders sluit helemaal niet aan op het leesniveau van bedrijven en overheden.’

Enige tijd geleden werd mij gevraagd een boek te schrijven voor gebruik bij een tentoonstelling, met de vraag alles in B1-niveau te schrijven, omdat de ‘gemiddelde jonge lezers’ het ook moesten kunnen begrijpen. Ergens ver in mijn onderbewuste - zeer bewust weggestopt in dat onderbewuste, denk ik achteraf - waren mij deze niveaus voor schrijven wel eens onder ogen gekomen. Niet de inhoud domineert plotseling het verhaal, maar de taal. B1 is verantwoordelijk voor de Jip en Janneke-taal in de musea en op scholen. Het maakt het werk van een auteur smartelijk en onnozel. Op internet is er voor schrijvers en auteurs een website, waarin je de afgewogen, welgekozen volzinnen woord voor woord in een soort van translate machine kunt plakken die weegt of deze wel ‘B1- genoeg’ zijn waardoor er korte, versimpelde stompe zinnen ontstaan die de ‘Nederlander’ begrijpt. Als je dit ook eens wilt je proberen, dan kun je op www.zoekeenvoudigewoorden.nl je Nederlandse tekst naar B1-niveau converteren. Via www.overtuigendeteksten.nl/contact is het mogelijk om B1-experts in te huren die teksten zo herschrijven dat 95% van de Nederlanders het begrijpt.

Onlangs las ik voor de derde keer Het Achterhuis van Anne Frank. Anne Frank, een meisje van 13 (tot 15) dat ongedwongen in haar dagboek schrijft, niet in de wetenschap dat haar verhalen ooit gepubliceerd zullen worden. Zij krabbelt volzinnen neer met een daverende woordenschat waar een kind van 14 vandaag de dag nauwelijks nog aan kan tippen. Het verhaal van Anne Frank is juist zo begrijpelijk door haar beleving en haar kijk naar de wereld, en niet omdat ze nou zulke simpele woorden gebruikt. Juist dit zou ook zo moeten zijn wanneer boeken, catalogi en musea een publiek willen inlichten over kunst. Door de ingang naar een kunstwerk juist te kiezen

kan zelfs de meest abstracte - of truttige - creatie op een volwaardige manier worden vertolkt naar belangstellenden. Door het kunstwerk bijvoorbeeld te koppelen aan een alledaags gegeven zoals verbazing, eenzaamheid, of protest. Kunst wordt bijna altijd gemaakt vanuit een concreet

onderzoek, maatschappelijk gegeven of persoonlijke problematiek. Bij al deze aspecten zijn passende vergelijkingen te vinden die bij de desbetreffende doelgroep aansluiten. Soms vertelt het levensverhaal van een kunstenaar genoeg om het werk te begrijpen. Maar

het belangrijkste is de waarachtigheid en kleur waarmee het verhaal wordt verteld. Wanneer dit vaardig is gedaan, wordt het ontzag voor de kunst volgens mij het allergrootst. v

60 61KUNSTZONE.NL JANUARI 2014

De taal van KunstEr heerst een traditionele opvatting dat het puur kijken naar kunst, en het in stilte tot je door

laten dringen van een creatie, de beste manier is om een werk te ervaren. Op de kunstacademie word je als eerste afgeleerd om je bij een tentoonstelling richting de wand met zaaltekst te be-

geven, om vooraf te lezen waar het nou eigenlijk over gaat. AUTEUR: HESKE TEN CATE

Grafiek 1 (Bron: BureauTaal). Grafiek 2 (Bron: BureauTaal)

DE TAAL VAN DE KUNST DE TAAL VAN DE KUNST

De Vereniging Leraren Schoolmuziek (VLS) bestaat 65 jaar. ‘Maar tijd om met pensioen te gaan is het nog niet,’ zegt Reyer Ploeg, voorzitter van de VLS. ‘Met nieuwe initiatieven komt de VLS als jong groen blad tevoorschijn.’ AUTEUR: REYER PLOEG

65 jaar blijft tot de verbeelding spreken als de leeftijd waarop je het bijltje er eindelijk bij neer mag gooien. Waar je kunt gaan toekomen aan wat je al zolang wilde doen. Tenzij je dat al doet

voordat het zover is natuurlijk, dan is het een leeftijd waarop je dreigt achter de geraniums terecht te komen en waarop je werkzame leven een einde vindt. Anders is het natuurlijk wanneer je niet als persoon maar als in-stituut een dergelijke leeftijd bereikt. Je kunt je afvragen of de reden waarom je ooit bent opgericht nog wel relevant is. Alles wat ooit in het leven geroepen werd, zou op zekere dag ook een natuurlijk einde kunnen vinden. Tijden veranderen.

VEEL TE DOENDe Vereniging Leraren Schoolmuziek zou zich dat dit jaar kunnen afvragen. We hebben 30 december 2013 als vereniging de pen-sioengerechtigde leeftijd bereikt nadat we in 1948 zijn opgericht om ‘op te komen voor het algemeen vormend muziekonderwijs en om vakinhoudelijke ondersteuning te bieden aan muziekdo-centen’.En wat nu? De term schoolmuziek kan wel aan de wilgen, zo lijkt het, we doen immers aan cultuureducatie tegenwoordig. Maar is de missie in de loop der jaren zo geslaagd dat we overbodig zijn? Ik zou zeggen integendeel. Wie met frisse blik kijkt naar hetgeen muziek op school in deze tijd inhoudt, zal beseffen dat we er met

de ontwikkeling van ruim een halve eeuw muziekonderwijs nog niet zijn. Er is zo veel te doen en dat willen we ook.

De VLS is er van overtuigd dat het muziekonderwijs in Nederland zal moeten herleven en een hecht samenwerkingsverband van muziekdocenten nodig heeft. Met een energiek bestuur zoeken we opnieuw de weg naar de leden om samen de piketpalen te kunnen slaan van ons beleid.De VLS staat voor betekenisvol en kwalitatief hoogstaand mu-ziekonderwijs binnen en buiten de school. Voor ons staat het vast dat zowel kinderen vanaf de pre-schoolse leeftijd als volwassenen en senioren recht hebben op muziekonderwijs dat gegeven wordt door betrokken en gekwalificeerde docenten in een goed ge-outilleerde en veilige omgeving. Want de mogelijkheid hebben om de taal en de schoonheid van muziek te verstaan en je daarin te kunnen uiten is een kernwaarde van het menselijk bestaan.

VERJAARDAG VIERENMet een fris nieuw logo, een nieuwe website, een actuele nieu-wsbrief, regiobijeenkomsten, actieve deelname aan landelijke beleidsorganen en andere initiatieven komt een bejaarde VLS als een jong groen blad tevoorschijn. Op het gebied van kunstonder-wijs zullen we als vereniging van bijna 1000 leden alles op alles zetten om de positie en inhoud van muziekonderwijs in ons land te versterken. Graag vieren we daarom onze verjaardag met de leden.

Op zaterdag 5 april 2014 tussen 14:30 en 20:00 uur nodigen we hen uit voor een jubileumviering in het K&W gebouw van het Utrechts conservatorium. Met woorden, zang, toeters en bellen willen we ons bestaan vieren. U kunt het programma vinden op www.vls-cmhf.nl en zich daar ook aanmelden. In de komende Kunstzone en Nieuwsbrieven houden we u op de hoogte. v

VLS MET PENSIOEN?

Page 6: 2014-1-Kunstzone-stimed

62 63KUNSTZONE.NL JANUARI 2014

Bij een tentoonstelling over de spec-taculaire Gouden Eeuw hoort een niet minder spectaculaire opzet en vormgev-ing. Aan de hand van videopresentaties, authentieke documenten, een replica van de Oranjezaal in Huis ten Bosch en alle multimediale mogelijkheden van onze eeuw slaagden de organisatoren erin om in zes mini-exposities een tot de verbeel-ding sprekend en goed gedocumenteerd beeld van de zeventiende eeuw en de wereld van vader en zoon Huygens te creëren.Zowel de tentoonstelling als de edu-catieve programma’s voor primair en voortgezet onderwijs richtten zich op de moderne belevenis van de geschiedenis. De jongste leerlingen probeerden in de speurtocht achter het mysterie van de Grote Kerk te komen, de leerlingen vanaf 14 jaar gingen met de Huygensapp op

papier aan de slag. De geestige en vlot geschreven Huygensbulletins leverden veel achtergrondinformatie die later van pas zou kunnen komen in workshops over koetsenwagen, tuinontwerpen, hoffeesten en muziekinstrumenten van de zeven-tiende eeuw.

FAMILE HUYGENS EN MUZIEKDe muzikale erfenis van Christiaan Huygens (1629-1695) is op het eerste gezicht niet zo opvallend als zijn bijdrage aan wiskunde, sterrenkunde en natuur-wetenschap, maar zonder zijn uitvinding van de 31-toonsstemming zou Adriaan Fokker er niet in geslaagd zijn om een Huygens-Fokker-orgel te bouwen dat tijdens concerten met microtonale muziek in het Muziekgebouw aan ’t IJ te beluis-teren was.Zijn vader Constantijn Huygens (1596-

1687) had een meer uitgesproken voorkeur voor schone kunsten. De let-terkundigen denken bij zijn naam aan poëzie en de Constantijn Huygensprijs, voor politici is hij diplomaat en secretaris van drie prinsen van Oranje. Voor musici is Constantijn de schrijver van een pamflet Ghebruyck of ongebruyck van ‘t orgel in de kercken der Verenighde Nederlanden, de componist van circa 900 werken en de bekwame bespeler van viool, viola da gamba, klavecimbel, luit en gitaar. Van alle instrumenten was de luit zijn favoriet, die zelfs op zijn portret van Thomas de Keyzer niet mocht ontbreken. Als 24-jarige diplo-maat vermaakte hij Jacobus I - koning van Engeland - met zijn luitspel, en hield daar geen nare herinneringen aan over, in tegenstelling tot over zijn rampzalige verlopen viooloptreden voor Sweelinck.

KIIJKEN, LUISTEREN, DOEN EN BELEVENDe keuze voor de luit en de muziekfeesten als onderwerpen voor de educatieve workshops én voor Stichting Haags Kin-deratelier was dan ook niet toevallig Met bijna twintig jaar ervaring in de kunstedu-catie kan het Haags Kinderatelier (HKA) elk mogelijk onderwerp in beeldende kunst, design, architectuur of cultureel erfgoed naar een workshop, een excursie, een lezing of een wijkproject vertalen. Bij muzikale workshops van het Haags Kin-deratelier kunnen kinderen naar hartelust op muziek van Stravinsky, Sjostakovitsj, Satie of Monk schilderen. Of ze maken hun eigen windorgel, xylofoon, tamboe-rijn, trommel of fluit. Het ontwerpen van eigentijdse kinetisch-muzikale objecten

behoort ook tot de mogelijkheden.De workshops Luit of harp als reliëf op paneel maken en Muziek en feest in het 17e-eeuwse Den Haag van de Huygens-tentoonstelling sloten goed aan bij het uitgangspunt van het Haags Kinderatelier, namelijk kennisoverdracht. Net als bij elk nieuw project verdiepten docenten van het HKA zich hier in de historische context en zochten naar mogelijke verbanden in kunst, cultuur en het dagelijkse leven van de Gouden Eeuw.Volgens Fré Beijerling, bestuurder en artistiek leider van Stichting Haags Kinder-atelier, die bij deze muzikale workshops meer dan 120 kinderen uit het primair en voortgezet onderwijs begeleidde, gaf het een grote voldoening om de kinderen aan het werk te zien. Dat de in elkaar getimmerde luiten en harpen niet altijd op hun muzikale prototypen leken, vond niemand erg. Het belangrijkste was dat de kinderen begrepen ‘waarom en hoe men deze instrumenten indertijd maakte en toepaste’.

TEXTIEL, HOUT EN IJZERDRAADDe inspirerende verhalen over instru-menten, kostuums, kostbare stoffen en muzikale tradities aan het Haagse hof hielpen niet alleen het begrip, maar ook de juiste werkstemming te creëren. De 600 kratten met alle soorten materialen die bewaard worden in het atelier, boden genoeg keuze aan textiel, wol, knoopjes, kant, hout, karton, verf en snaren. Om een luit te maken moesten kinderen im-mers timmeren en lijmen, en een mooie, voor een hoffeest geklede pop met

weelderige krullen kwam niet zonder hulp van naalden, spelden en de juiste type stoffen tot stand. Alle werk werd verzet vol-gens een gedetailleerd stappenplan dat al lang van te voren door workshopleiders was vastgesteld, getest en uitgewerkt.In de vakanties deden ruim 200 kinderen mee. De twee uur durende workshops voor maximaal 10 tot 12 deelnemers per docent werden bovendien voor twee-derde bezocht door scholieren van het pri-mair onderwijs en voor eenderde van het voortgezet onderwijs. Hoewel de thema’s van workshops gelijk bleven, kon de uit-werking wel verschillen. De flexibele opzet liet ruimte voor docenten om bijvoorbeeld in de groep van de scholieren van 3-VWO veel dieper op de rol van de muziek in het kunstleven in de zeventiende eeuw in te gaan en een brug te slaan naar he-dendaagse beeldende kunst en muziek.Niet iedere deelnemer was op voorhand in de zeventiende eeuw geïnteresseerd, maar de gelegde verbindingen met het dagelijkse leven en de invloedrijke familie Huygens hielpen deze beroemde Gouden Eeuw voor iedereen een stapje dichterbij te brengen. v

NIEUWSGIERIG GEWORDEN?

- www.huygenstentoonstelling.nl- www.huygenstentoonstelling.nl > Onderwijs > Praktische informatie > onderwijsmateriaal- www.haagskinderatelier.nl

In de Gouden Eeuw komt de naam Huygens voor onder musici, kunst-schilders en schrijvers, maar ook onder politici, natuurkundigen, uitvinders en filosofen. Deze gouden erfenis van vader Constantijn Huygens en zoon Christiaan Huygens inspireerde Stich-ting Huygens Tentoonstelling, Konink-lijke Bibliotheek en Huygensmuseum Hofwijck van 25 april tot 28 augustus 2013 tot een groots opgezette ten-toonstelling in de Haagse Grote Kerk, waar onlangs de graven van de beide heren herontdekt werden. PO/VO // AUTEUR: OLGA DE KORT-

KOULIKOVA

Zeventiende eeuwse muziek IN WORKSHOPS

Het orkest oefent en wij mogen meekijken.

ZEVENTIENDE EEUWSE MUZIEK ZEVENTIENDE EEUWSE MUZIEK

Page 7: 2014-1-Kunstzone-stimed

GESPOT RECENSIES

64 65KUNSTZONE.NL JANUARI 2014

KUNSTOPVOEDING VOOR VROUWEN? DAT KAN MIJN KLEINE ZUSJE OOK

TONEELDANSEXPOSITIE&BOEKEN

Als het zaallicht uitgaat, voel en hoor je de opwinding van heel veel vrouwen die de bestseller Vijftig tinten grijs hebben gelezen. Het publiek kan weten

dat dit niet een afspiegeling wordt van wat het boek vertelt, maar stilletje hoopt men toch hierop. Dat kun je zien aan de gezichten in de zaal, die vol verwachting en met rode vlekken in de hals en gezicht zelfs in het donker opvallen. AUTEUR: PAUL ROOYACKERS

De musical staat op de flyer vermeld als ‘Een verleidelijke en hilarische musical’. Dat beeld wordt grotendeels waar gemaakt tijdens de voorstelling. Even voor de duidelijkheid: alleen deel 1 van de trilogie komt op de planken. In Amerika werd vrij snel na de release van de boeken besloten tot een parodie. Het werd een enorm succes en daarna besloten drie theaters en twee producenten in Nederland tot een vertaling. Niek Barendsen mag hier een enorm compliment krijgen voor een snelle en vindingrijke vertaling en bewerking van het script, en Jasper Verheugd verdient een applaus voor zijn snelle scène-wisselingen en gevatte ensceneringen. De cast is zonder meer prima, en vooral Han Oldigs - speelt Christian Grey - en Birgit Schuurman - speelt Anastasia Steele - maken de voorstelling tot een absoluut feest! De acteur Oldigs beweegt zoals iedere man zich dat zou kunnen voorstellen als hem gevraagd zou worden een dergelijke rol op zich te nemen en iedere vrouw wordt wakker als je Birgit Schuurman overdreven en koket ziet kronkelen en draaien van plezier. Er wordt heerlijk over de top gespeeld, iets wat je natuurlijk bij het gewone toneel zelden mag zien, maar hier is het voor de cast ook een heerlijk avondje uit. Het is te verwachten dat de zalen vol gaan lopen als door de nu al positieve reacties Nederland wakker wordt. De voorstelling verdient het om ook na dit jaar in reprise te gaan, omdat het zeer toegankelijk toneel is voor iedereen, ook voor jongeren die ongetwijfeld de boeken hebben doorgebladerd op zoek naar pikante details. Vooral jongeren, die gewend zijn aan allerlei vormen van internetvermaak - dus ook op het gebied van de lusten - is het goed om eens lekker relativerend mee te maken dat er over seks gewoon gelachen kan worden en dat de moraal is dat ‘Doe maar gewoon dan doe je gek genoeg’ ook voor deze voorstelling geldt.

Vijftig tinten… de parodieIn diverse theatersZie www.vijftigtintendeparodie.nl.

Probeer eens om iemand spontaan uit te leggen waarom een of ander kunstobject tot de moderne kunst wordt gerekend. De kans is groot dat je niet verder komt dan oneliners over kleur, impressie, lichtval en artistieke visie van een kunstenaar. De meest vreedzame afsluiting van een daaropvolgende discussie kan het verzoenende ‘Over smaak valt niet te twisten!’ zijn, waarbij de klemtoon op smaak valt en waardoor de kernvraag ’Waarom vindt men iets kunst?’ onbeantwoord blijft. AUTEUR: OLGA DE KORT-KOULIKOVA

De bezoekers van het Stedelijk Museum in Amsterdam konden in oktober 2012 deze vraag juist niet vaak genoeg stellen. Tijdens de rondleiding langs zijn favoriete kunstwerken toonde de Britse kunstkenner en voormalige directeur van Tate Gallery Will Gompertz zich als een erudiete en geestige spreker die schilderijen en installaties steeds vanuit onverwachte invalshoeken belichtte. Naast de nodige informatie over schilders en hun ideeën over kunst, vertelde hij over de invloed van een kunstwerk op de ruimte waar het zich bevindt, over kunst als performance en kunst als kitsch en vice versa. Zijn rondleiding leek op een hoofdstuk uit zijn boek: informatief, onderhoudend, enthousiast en overtuigend. De lezers van dit boek kunnen op hun beurt rekenen op een levendig verhaal met vele feiten over kunstenaars en hun definities van kunst in plaats van voetnoten en lange bronnenlijsten. Het blijft wel een verhaal van vele -ismen die de moderne kunstgeschiedenis rijk is. Het pre-impressionisme, impressionisme en postimpressionisme, primitivisme en fauvisme, kubisme, futurisme en orfisme, suprematisme, surrealisme, abstracte expressionisme, conceptualisme, minimalisme en uiteindelijk het postmodernisme, alle kunststromingen, uitingen, stijlen en richtingen krijgen voldoende aandacht om hun betekenis duidelijk te maken. In dit opzicht staat de oorspronkelijke titel What are you looking at? 150 years of modern art in the blink of an eye veel dichter bij de inhoud van het boek dan de Nederlandse. Waar de Engelse een terechte link met de kunstgeschiedenis maakt, confronteert de Nederlandse titel de lezers met de twee standpunten van een discussie. Maar in zijn boek gaat Gompertz niet eens de barricades op. Hij laat Monet, Manet, Pissaro en Sisley, Picasso en Matisse voor zich spreken tijdens de imaginaire, maar wel goed gedocumenteerde gesprekken. En de koffiedrinkende en filosoferende schilders maken de moderne en eigentijdse kunst van vele -ismen meteen iets minder intimiderend.

Dat kan mijn kleine zusje ookWaarom moderne kunst kunst isWill Gompertz, Vertaling Jacques MeermanMeulenhoff, Amsterdam 2012, 464 pagina’sISBN 978-90-290-8813-8Prijs: € 24,95

Een praktische checklist met aandachtspunten voor een waardevol museumbezoek kan do-centen helpen bij het plannen, organiseren en vormgeven van een excursie met een schoolklas. De onderzoekers richten zich op de voorwaarden waaraan een museumbezoek moet voldoen wil het vanuit vakdidactisch en pedagogisch oog-punt een toegevoegde waarde hebben. Bedoeld voor docenten geschiedenis, kunstgeschiedenis en CKV in de bovenbouw van HAVO en VWO. Op naar het museum!: een onderzoek naar

waardevol museumbezoek in het voortgezet onderwijs / S. Backer, C. Hietland, M. Martens, M. Schep, J. Segal (begeleider). – 2013. - 66 p.http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2013-0808-201025/Op%20naar%20het%20museum%20-%20PGO%20-%20juni%202013.pdf

In dit boek maken kinderen kennis met de vele mogelijkheden die taal en poëzie bieden. Het boek bevat zo’n 60 gedichten met creatieve opdrachten voor kinderen van 6 tot 10 jaar. Allerlei onderwerpen komen aan bod. Er zijn dierengedichten, familiegedichten, limericks, sprookjesgedichten, moderne gedichten en gedichten van vroeger. Er zijn korte en lange gedichten, gedichten met en zonder rijm, serieuze en grappige. Het boek is ingedeeld in vier categorieën: gedichten voor kinderen vanaf groep 3/4, gedichten voor kinderen

vanaf groep 4/5, gedichten voor kinderen vanaf groep 5/6 en tot slot zelf gedichten maken.Spelen met gedichten / P. Eggels. - Katwijk: Panta Rhei, 2013. - 112 p. - ISBN 978-90-884-0086-5

TOEVOEGDE WAARDE VAN MUSEUMBEZOEK

POËZIE EN KINDEREN

Stichting TIN heeft twee kant-en-klare digitale lespakketten ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs met veel beeld- en geluidmateriaal en actieve en creatieve opdrachten. Lespakket Theatersporen: een reis langs meer dan twintig hoogtepunten van de Nederlandse theatergeschiedenis. Van de klassieke Gijsbreght tot het oproer

van Aktie Tomaat en van oudejaarsconferences tot de urban dance van ISH. Leerlingen maken zich de stof eigen door in de huid te kruipen van onder andere een publiciteitsmedewerker, een liedtekstschrijver of cabaretier. Lespakket Theatermaken: Wat komt er allemaal kijken bij het maken van een theater- of dansvoorstelling? Hoe maak je een lichtplan? Wat is dramaturgie en wat onthullen professionals over hun vak? Dat komen leerlingen allemaal te weten als ze de twaalf disciplines doorlopen, van regie tot kostuumontwerp en van acteren tot techniek. De achtergrond van het hele proces van idee tot première komt zo voor het voetlicht.Stichting TIN, 2013, www.theaterlessen.nl

WERELDERFGOED VER WEG EN DICHTBIJ

DIGITALE LESPAKKETTEN THEATER VOOR HET VOBased on the Reggio Emilia approach to learning, this book highlights learning through interpreting objects and artifacts, group learning, and docu-mentation to make students’ learning evident to teachers. Visible classrooms are committed to five key principles: that learning is purposeful, social, emotional, empowering, and representational. The book includes visual essays, key practices and classroom examples.Visible learners: promoting Reggio-inspired ap-

proaches in all schools / M. Krechevsky, ... [et al.]. - John Wiley & Sons, 2013. - 208 p. - ISBN 978-1-118-34569-6

REGGIO EMILIA

Alle vermelde publicaties zijn opgenomen in de online bibliografie cultuureducatie en amateurkunst van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). De bibliografie biedt een compleet en actueel overzicht van alle relevante literatuur over cultuureducatie en amateurkunst. Meer informatie: www.lkca.nl/bibliografie, e-mail: [email protected], (030) 7115100.

INFORMATIE

BOEKSIGNALEMENTEN

Lezen is voor lang niet alle kinderen vanzelfsprekend.Velen hebben een steuntje in de rug nodig. De aarzelende lezer over de streep is het resultaat van het wetenschappelijk congres van Stichting Lezen eind 2012. De auteurs belichten in de hier gebundelde bijdragen verschillende aspecten van de leesontwikkel-ing van aarzelende lezers. Waaruit bestaat die aarzeling eigenlijk? Is het niet willen of niet kunnen lezen? En wat

is de rol van het aanbod? De bijdragen bieden theoretische achter-gronden en resultaten van onderzoek, maar sluiten steeds af met de voor de praktijk meest relevante vraag: hoe bereik en stimuleer je de aarzelende lezer?De aarzelende lezer over de streep: recente wetenschappelijke inzichten / D. Schram (redacteur). – Delft: Eburon, 2013. - 388 p. - ISBN 9789059727571

Het internationale lespakket World heritage in Young Hands is vertaald en bewerkt voor het onderwijs in Nederland. Het pakket is bedoeld ter versterking van het leren over het gedachtegoed van UNESCO en het werelderfgoed ver weg en dichtbij. Het lespakket is ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs maar kan ook gebruikt worden door docenten in de bovenbouw van

het primair onderwijs en het MBO. Deze handleiding geeft informatie over: de begrippen erfgoed en werelderfgoed; de uitgangspunten van werelderfgoededucatie; hoe de inhoud aansluit bij het curriculum; en hoe het lespakket gebruikt kan worden in de lessen.World heritage in young hands: handleiding bij het lespakket: M. Brug-man (eindredacteur); Zeeman & De Regt, Onderwijskundigen. - Natio-nale Unesco Commissie, 2013. - 32 p.

AARZELENDE LEZER

RECENSIESBOEKSIGNALEMENTEN

Page 8: 2014-1-Kunstzone-stimed

ACTIEFMETCKV

2 8FOTO: BEN VAN DUIN JOHANNES SPILBERG – JEZUS IN HET

HUIS VAN MARTHA EN MARIA (1643)GIORGIO DE CHIRICO - LE RETOUR DU POÈTE (1914)

ZITKAMER WILLEM IIFOTO: PALEIS HET LOO

5 6 7

5

6

8

7

1 43

12

3

4naar Mekka. Velen kennen de heilige stad in Saoedi-Arabië, die slechts toegankelijk is voor moslims, alleen van de overweldigende beelden met stromen pelgrims rondom de heilige Ka’ba. In Rijksmuseum Volkenkunde te Leiden is op dit moment de grote tentoonstelling Verlangen naar Mekka te zien. Persoonlijke verhalen en bijzondere objecten brengen dit culturele en religieuze fenomeen in beeld. De fototentoonstelling De vijfde zuil - Foto’s van Newsha Tavakolian sluit aan op deze expositie. De hadj, de bedevaart naar Mekka, kent naast religieuze ook veel maatschappelijke aspecten die te vertalen zijn naar de hedendaagse Nederlandse context. Aan de hand van ervaringen, gebruiken en rituelen wordt het onderwerp bij de leerlingen geïntroduceerd. Na een gezamenlijke introductie over de tentoonstelling maken de leerlingen met een museumbegeleider een interactieve rondreis langs de onderdelen van de hadj. Zij horen het verhaal over de oorsprong van de Ka’ba en de abrahamitische religies (jodendom, christendom en islam). Hierna mogen de leerlingen zelf aan de slag met de digitale vragenroute. Het programma wordt gezamenlijk afgesloten met een korte nabespreking. Een optionele workshop Arabische patronen zorgt voor verdieping. Het programma is te boeken t/m 7 maart 2014. Bij het programma wordt gratis downloadbaar voorbereidings- en naverwerkingsmateriaal aangeboden. Doelgroep: onderbouw van VMBO, HAVO EN VWO. Duur: 90 minuten. De prijs bedraagt € 75,-- voor groepen van maximaal 30 leerlingen.www.volkenkunde.nl, Rijksmuseum Volkenkunde Leiden

DE MELANCHOLIEKE METROPOOL. STADSBEELDEN TUSEN MAGIE EN REALISME, 1925-1950 toont t/m 23 februari 2014 in Museum voor Moderne Kunst Arnhem (MMKA) stadsbeelden uit de jaren twintig, dertig en veertig van de vorige eeuw die verstilling, eenzaamheid en melancholie uitdrukken. De magisch realistische schilderkunst uit deze periode - een

belangrijke pijler in de collectie van het MMKA met werken van onder meer Carel Willink en Pyke Koch - wordt in Europese context getoond met bruiklenen uit heel Europa. In de eerste helft van de twintigste eeuw vormt de grote stad een belangrijk motief voor filosofen, sociologen, schrijvers, kunstenaars, fotografen en cineasten. Zij brengen de metropool naar voren als een podium van de moderniteit - de plaats waar kapitalisme, industrialisatie, technologische vooruitgang en massaconsumptie zich het duidelijkst manifesteren.www.mmkarnhem.nl, Museum voor Moderne Kunst Arnhem

KERSTVAKANTIE

WINTER STATION in Het Spoorwegmuseum is er weer deze winter, want van 21 december 2013 t/m 5 januari 2014 verandert het museum in een betoverend winterwonderland. Met een schaatsbaan in het museum, een antieke carrousel, live muziek en vele activiteiten is Winter Station het ideale gezinsuitje in de kerstvakantie. De prachtige aankleding, de geur van poffertjes en oliebollen en de vrolijke muziek zorgen voor een unieke sfeer tussen de historische treinen van het museum. Veel bezoekers weten Winter Station dan ook al jaren te vinden, ook voor de vele extra activiteiten in het museum. Mail voor informatie naar Evertjan de Rooij op het adres [email protected],Het Spoorwegmuseum Utrecht

WINTERPALEIS HET LOO betekent Kerst op Het Loo, gedekte tafels, kerstkaarten, koninklijke sleden èn een ijsbaan! Van 14 december tot en met 5 januari is Het Loo weer omgedoopt tot Winterpaleis. Er kan geschaatst worden op een èchte ijsbaan, in de koetshuizen staan sleden van de Oranjes opgesteld en het paleis is sfeervol ingericht met gedekte tafels, kerstbomen en groenversiering. In de Audiëntiezaal staat het Troonswisselingsdiner van afgelopen 29 april centraal, waarbij

gedekt wordt met tafelzilver van koning Willem I en serviezen van de koninginnen Wilhelmina en Juliana. Rond de Kerstdagen wordt Paleis Het Loo traditiegetrouw sfeervol ingericht, met kerstbomen in verschillende stijlen, groenversiering en feestelijk gedekte tafels. De tafel van het diner op 29 april 2013 ter gelegenheid van de abdicatie en inhuldiging, staat centraal. Daarnaast worden tafels feestelijk gedekt als ten tijde van Willem II, Willem III en Wilhelmina. Het thema Koninklijke diners, van Willem I tot Willem-Alexander sluit aan bij de viering van 200 jaar Koninkrijk en het objecttheater Wij Willem, dat in de Westvleugel van het paleis is te zien. In de koetshuizen worden diverse sleden uitgestald, met de bijbehorende aanspanningen van paarden en koetsiers, zoals gebruikt door de Oranjes. Onder meer zijn de prachtige Zilveren Slee uit 1885 en de Kabouterslee uit 1880 te zien, geïllustreerd met foto’s van sledetochten. Tot slot is er in de Oostvleugel een presentatie te zien van olieverfschilderijtjes van Rien Poortvliet.www.paleishetloo.nl, Paleis Het Loo Apeldoorn

GRATIS

ARTTUBE zou iedereen in het onderwijs moeten weten te vinden. Het is het online videokanaal van vijf musea uit Nederland en België en publiceert de mooiste video’s van hoge kwaliteit over kunst en design, de meeste in eigen beheer en vanuit eigen expertise ontwikkeld. De site bevat bijzondere interviews met toonaangevende kunstenaars en ontwerpers naast sfeervolle portretten van inspirerende makers. De musea bieden een kijkje achter de schermen bij de opbouw van tentoonstellingen en de restauratie van kunstwerken en laten hun curatoren en conservatoren aan het woord. Ook fictie en experiment komen aan bod, bijvoorbeeld in de televisiereeks Boijmans TV en in een aantal bijzondere animatie- en remixfilms. De vijf musea ontwikkelen ARTtube de komende jaren verder. De ambitie is om in 2014 een

half miljoen bezoekers per jaar te verwelkomen. De partners zijn Stedelijk Museum Amsterdam (www.stedelijk.nl), Gemeentemuseum Den Haag (www.gemeentemuseum.nl), Museum Boijmans Van Beuningen (www.boijmans.nl), Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (www.muhka.be) en Museum De Pont (www.depont.nl). Verder is ARTtube actief op Facebook, zodat je steeds op de hoogte bent van de nieuwste bijdragen. Zie www.facebook.com/ARTtube.www.arttube.nl

CULTUUR EN ONDERWIJS BEURS (CEOB) 2014 is een vakbeurs voor cultuureducatie en beleeft op 22 en 23 januari 2014 zal in hal 5 van Jaarbeurs Utrecht de derde editie. De CEOB is speciaal voor iedereen met een hart voor cultuureducatie, barstensvol stands, workshops en presentaties. De CEOB 2014 wordt gelijktijdig met de beurs Leren met ICT georganiseerd. Bij voorregistratie is er gratis toegang. Kaarten kosten € 12,50 per dag. Speciaal voor u is er een CKplus-aanbieding, zodat u zich bij www.ceob.nl gratis kunt aanmelden met de code CEOB14CKPLUS.www.ceob.nl, Cultuur en Onderwijs Beurs Utrecht

INFORMATIEDe vermelde activiteiten vormen een selectie uit de overzichten van de cultuur- en kunstsite CKplus.nl, samengesteld door de beheerders Wil en Hans Weikamp. CKplus geeft actuele overzichten van educatieve activiteiten, exposities en naslag sites van de culturele en kunstinstellingen. Deze informatie vindt u op www.CKplus.nl, e-mail [email protected].

CULTUREEL ERFGOED

BIJ CKPLUS zijn de educatieve mogelijkheden van de musea en culturele instellingen gerangschikt in zes disciplines. Zie www.CKplus.nl/ckv.html. Ook het cultureel erfgoed heeft hierin een plaats gekregen. Vanuit deze invalshoek worden vaak excursies georganiseerd. Vandaar dat we óók een site hebben ingericht met ruim 500 cultuurhistorische stadswandelingen op www.CKplus.nl/stadswandeling.html. Van twee organisaties ontving CKplus nieuwe initiatieven om ons culturele erfgoed onder de aandacht te brengen:

IMMATERIEEL ERFGOED besteedt aandacht aan tradities en rituelen. Iedereen was er allang van overtuigd dat materiële zaken van grote culturele waarde beschermd moesten worden. Maar het besef dat tradities en rituelen die belangrijk zijn voor de culturele identiteit van een land ook tot het cultureel erfgoed behoren is vrij nieuw. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) is aangewezen om zorg te dragen voor het uitdragen van het immateriële erfgoed. Vandaar een nieuw tijdschrift met de titel Immaterieel Erfgoed. Het is een aantrekkelijk full colour tijdschrift, met vlotgeschreven artikelen en veel foto’s over herkenbare zaken. Boeiende achtergrondverhalen van het Nederlandse immaterieel erfgoed en de mensen die erbij betrokken zijn, maar ook achtergrondinformatie over het Nederlandse beleid. Een jaarabonnement van vier nummers bedraagt € 22,--. Vraag een gratis proefexemplaar aan op [email protected]

MIJN GELDERLAND is een nieuw erfgoedblad en is de opvolger van Kwartaalblad Gelders Erfgoed. Het nieuwe erfgoedmagazine biedt verdieping bij het erfgoedplatform www.mijngelderland.nl. Met dit magazine kan een breed publiek kennismaken met het cultureel erfgoed in de provincie Gelderland. Zo kan de erfgoedfan volop genieten

van de Gelderse geschiedenis. Mijn Gelderland is verrijkt met interactieve pagina’s. Lezers met een smartphone of tablet kunnen meer informatie, geluidsfragmenten, films en foto’s bekijken door een pagina met een Layar-logo te scannen. Na het downloaden van de Layar-app in je app-store kun je je verder verdiepen in de verhalen! Mijn Gelderland verschijnt ieder kwartaal en een abonnement kost € 24,50 per jaar. Opgeven kan via [email protected]. Gebruik de onderwerpregel Nieuwe abonnee. Als je je liever per post wilt aanmelden, kun je een brief sturen naar Mijn Gelderland, Westervoortsedijk 67 D, 6827 AT Arnhemwww.mijngelderland.nl

EDUCATIE

GEPLANDE KIJKWIJZERS en TIJDELIJKE RONDLEIDINGEN bij exposities in het Gemeentemuseum en het GEM te Den Haag: Chanel: de legende (t/m 2 februari 2014), Mondriaan 2014 (18 januari t/m 11 mei 2014), Daan van Golden (1 februari t/m 5 mei 2014). Voor vragen of aanmelden kunt u de afdeling Educatie bellen op (070) 3381120 of mailen naar [email protected] > ONDERWIJS > VOORTGEZET ONDERWIJS > KIJKWIJZERS > Kijkwijzers bij tentoonstellingen, Gemeentemuseum Den Haag

EERSTE KEER van Danstheater AYA gaat over diverse eerste keren van pubers: de eerste zin van dat sms’je waarin je vertelde dat je verliefd was, de eerste kus die naar een patatje oorlog smaakte, dat eerste glas bier (en toen nog vier) en later in dat steegje overgeven, enzovoorts. Eerste Keer is een enerverende, hilarische voorstelling over al die eerste keren. Acht dansers en een videoscherm waarop telkens weer andere scholieren meedoen. Bekijk ’t maakte de videofilms bij Eerste Keer. Zie de website voor info en de actuele speellijst.www.aya.nl

THUIS IN DE BIJBEL. OUDE MEESTERS, GROTE VERHALEN is de titel van een tentoonstelling die Museum Catharijneconvent in samenwerking met het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) van 8 februari tot 10 augustus 2014 presenteert en waarbij ze zich samen inzetten om het rijke erfgoed van de grote verhalen door te geven. Abraham en Sara, Isaak en Rebecca, Jozef en zijn jaloerse broers: geschiedenissen vol spanning, emotie en romantiek. In de tentoonstelling worden geliefde bijbelverhalen op een verrassende wijze onder de aandacht gebracht en is te zien hoe bijbelse verhalen zijn ingebed in de kunst en cultuur van de Lage Landen in de zestiende en zeventiende eeuw. Hollandse en Vlaamse meesters plaatsen bijbelverhalen in hun schilderijen letterlijk in de eigen leefwereld en cultuur. De Verloren Zoon in een eigentijdse kroeg, de Emmaüsgangers op reis door een Hollands landschap en Jezus op bezoek bij Martha en Maria in een zeventiende-eeuwse keuken, aansprekend en herkenbaar voor de toeschouwer.www.catharijneconvent.nl, Museum Catharijneconvent Utrecht

HUIS MARSEILLE RONDLEIDINGEN & WORKSHOPS 2013/2014 biedt in dit museum voor fotografie vele aanknopingspunten om met een levendig educatief programma de positie van de fotografie binnen de kunsten en de wereld om ons heen te tonen met de nadruk op participatie en beleving. Op 7 september 2013 opende Huis Marseille een museumruimte die in omvang verdubbeld is. Door drie doorgangen op verschillende verdiepingen werden de grachtenhuizen Keizersgracht 401 en 399 met elkaar verbonden, zodat men nu op verschillende manieren door het museum kan dwalen. De vier wisselende tentoonstellingen per jaar vormen het hoofdprogramma van Huis Marseille Educatie. In een tijd dat fotografie lijkt te zijn getransformeerd tot een massamedium in de ban van digitalisering en manipulatie is dit

museum een uitgelezen plek om de andere kant van het verhaal te belichten, zoals die bij uitstek aan bod komt in De herontdekking van de wereld waar de participerende fotografen terugkeren tot de kern van het medium: licht, reflectie en lichtgevoelige drager. Voor het voortgezet onderwijs biedt Huis Marseille een rondleiding met opdrachten. In de museumzalen is er aandacht voor de specifieke eigenschappen van het medium fotografie die worden gebruikt om het onzichtbare zichtbaar te maken. De innerlijke kracht van een artistiek medium wordt ingezet om de externe werkelijkheid te doorgronden, en de (fotografische) resultaten daarvan vormen aanleiding tot nader onderzoek van de scholieren. Er is gelegenheid voor een zelfstandig museumbezoek, maar ook een rondleiding, workshop of lesprogramma op maat kan worden aangevraagd. Workshops: 1) Workshop portretfotografie laat zien dat het bij portretfotografie belangrijk is dat er een bepaalde chemie ontstaat tussen de fotograaf en het model, zodat de fotograaf in staat is de bijzondere aspecten van het model naar voren te halen. 2) Straatfotografie biedt, onafhankelijk van het tentoonstellingsprogramma, speciaal voor het voortgezet onderwijs workshops aan die gericht zijn op het ambachtelijk maken van foto’s op straat en in de portretstudio. 3) Workshop profielfoto Fotografie leert jongeren wereldwijd op internet en social media te communiceren met woord en beeld. Vooral veel jongeren vinden het leuk om op deze manier hun meningen te ventileren. Het is een democratisch gebeuren: iedereen krijgt de mogelijkheid om zijn zegje te doen. Mail voor informatie naar [email protected] > educatie > voortgezet onderwijs, Huis Marseille Amsterdam

DE VIJFDE ZUIL - FOTO’S VAN NEWSHA TAVAKOLIAN is t/m zondag 29 juni 2014 te zien in Rijksmuseum Volkenkunde te Leiden. Miljoenen moslims vanuit de hele wereld reisden in oktober 2013 af

ACTIEF MET CKVACTIEF MET CKV

Page 9: 2014-1-Kunstzone-stimed

DE CULTUUR EN ONDERWIJS BEURSDE VAKBEURS VOOR IEDEREENMET EEN HART VOOR CULTUUREDUCATIE

VANAF DIT JAAR MET EEN STEVIG

INHOUDELIJK PROGRAMMA, NAAST

DE VERTROUWDE RESENTATIES EN

WORKSHOPS. BEZOEK DE CEOB,

DE VOLGENDE EDITIE IS

PAS WEER IN 2016!

JAARBEURS UTRECHT22 EN 23 JANUARI 2014DE VAKBEURS WAARONDERWIJS EN CULTUUR SAMENKOMEN

BESTEL UW KAARTJE GRATIS MET CODE ‘CEOB14KUNSTZONE’ OP WWW.CEOB.NL

GELIJKTIJDIG MET:

ADVERTENTIE