2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

22
Methodiekboek ‘JONGERENPARTICIPATIE BINNEN HET CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN’ Een CJG voor en door jongeren

description

Jongerenparticipatie binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een concrete manier om de informatie- en adviesfunctie van het CJG in te richten op thema’s en vragen die leven onder jongeren. Maar hoe pak je dit aan? Dit methodiekboek helpt CJG's laagdrempelig en toegankelijk te zijn voor jongeren door middel van peervoorlichting.

Transcript of 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

Page 1: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

Omslag A4 (210 x 297 mm), corporate basis voorkant

Methodiekboek

‘JONGERENPARTICIPATIE BINNEN HET CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN’

Een CJG voor en door jongerenEen CJG voor en door jongeren

Page 2: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

2

Inhoud

Inleiding 3

STAP 1: Beleidsmatige inbedding 6

Best practise Geldermalsen: inbedding binnen het jongerenwerk 8

STAP 2: Jongerenwerving 9

Best practise Heerenveen: centrale rol van onderwijs 11

Best practise Rheden: centrale rol van jongeren 11

STAP 3: Training 14

Best practise Oegstgeest: democratisch voorlichtingsthema’s kiezen 16

STAP 4: Voorlichting 18

Best practise Capelle aan den IJssel: uit je comfort-zone! 19

STAP 5: Evaluatie 20

Bijlagen

A Participatieladder

B Format Projectplan

C Wervingsbrochure en poster

D Draaiboek training

E Vrijwilligerscontract

F Trainingsmateriaal

G Evaluatieformulier

H Certificaat

Page 3: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

3

Inleiding

In 2011 dient iedere gemeente in Nederland een functionerend Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) te hebben, waar ouders, kinderen en jongeren terecht kunnen voor alle mogelijke vragen en hulp. Op dit moment focussen de meeste gemeenten zich op de groep ouders met jonge kinderen. De groep tus-sen 12 en 22 jaar is moeilijker te bereiken. Gemeenten en instellingen hebben vaak weinig zicht op de vragen en behoeften van jongeren en weten niet goed hoe zij hen kunnen bereiken. Het project ‘Jongerenparticipatie bin-nen het CJG’ haakt hierop in. CNV Jongeren en Kennisnetwerk Centra Jeugd en Gezin (KCJG) zijn met subsidie van ZonMw vijf pilot-projecten gestart in samenwerking met de gemeenten Geldermalsen, Capelle aan den IJssel, Heeren-veen, Rheden en Oegstgeest.

Jongerenparticipatie binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een concrete manier om de informatie- en adviesfunctie van het CJG in te richten op thema’s en vragen die leven onder jongeren. Dit kan zowel vóór de start en inrich-ting van het CJG als tijdens de ontwikkeling van de dienstverlening voor deze doelgroep. In deze werkwijze lichten jongeren hun leeftijdsgenoten voor over het CJG en een zelfgekozen thema, bijvoorbeeld drugsgebruik, zelfbeeld, werk of seksualiteit. De deelnemers krijgen daarvoor een training waarin ze een eigen voorlichting ontwikkelen. De informatie wordt door hen op een toegankelijke werkwijze naar andere jonge-ren toegebracht - op scholen, verenigingen en in jongerencentra. Met voorlichting op locatie wordt bekendheid gegeven aan het CJG en de drempel verlaagd om daar voor meer informa-tie en vragen binnen te lopen. Hiermee wordt aangesloten bij het uitgangspunt van het CJG om laagdrempelig en toegankelijk te zijn voor jonge-ren. Ook worden de competenties en (presenta-tie)vaardigheiden van de jongeren die hun peers voorlichten vergroot.

Page 4: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

Een ‘peer’ is letterlijk een ‘gelijke’. In het project wordt uitgegaan en gebruik gemaakt

van de eigen kracht van jongeren zelf. Jongeren kunnen elkaar op een aantal vlakken

prima ondersteunen en verder helpen, en bovendien met elkaar nadenken over wat zij ver-wachten van een Centrum voor Jeugd en Gezin.

4

Jongerenparticipatie binnen het CJGBij de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin is het perspectief van jongeren van belang om het aanbod af te stemmen op de leefwereld van de jongeren. Door jongeren te betrekken en hun mening leidend te ma-ken voor de inhoud en vorm van het CJG zal het aanbod kwalitatief beter aansluiten bij de doelgroep. Er is niemand die beter kan vertel-len hoe en waarmee jongeren geholpen kunnen worden dan de jongeren zelf. Het inzetten van jongeren voor de “promotie” van een Centrum voor Jeugd en Gezin werkt ook drempelverla-gend. Een leeftijdsgenoot vertelt je waar het centrum zit en via wat voor wegen je (anoniem) dit centrum kunt bereiken. Jongerenparticipatie is dan ook een middel om te komen tot effectief beleid dat op de doelgroep is gericht. Dit maakt het mogelijk om als CJG klantgerichter te wer-ken en activiteiten werkelijk aan te laten sluiten op de behoeften van jongeren.

ParticipatieladderParticipatie is mogelijk in verschillende grada-ties en vormen. De participatieladder (Pröpper, 2009)1 maakt een onderscheid in zes vormen van participatie, van ontvanger van informatie tot initiatiefnemer. In de tabel in bijlage A zijn de zes treden van de participatieladder weerge-geven, inclusief een beschrijving van de partici-patievorm en een voorbeeld uit de praktijk.

Iedere participatievorm vereist een andere rol voor de bestuurder of professional die jongerenparticipatie begeleidt. Hoe hoger het niveau op de ladder, hoe meer inzet dit vraagt van zowel de jongeren als de bestuurders of professionals. De invloed van jongeren wordt ook groter bij hogere treden op de ladder. In de methodiek ‘Jongerenparticipatie binnen het CJG’ zijn jongeren samenwerkingspartners van de gemeente. Dit is op de participatieladder- na initiatiefnemer - de hoogste vorm van participatie. Jongeren leveren in samenwerking met professionals een bijdrage aan de naams-bekendheid, laagdrempeligheid en het aanbod van het CJG.

Elementen van jongerenparticipatie methodiekJongeren bevinden zich in een eigen leefwereld en hebben weer andere wensen dan volwas-senen. Dit vraagt passende werkvormen en werkwijzen waarop jongeren betrokken kunnen worden bij de ontwikkeling van een CJG. In de methodiek ‘Jongerenparticipatie binnen het CJG’ staan de volgende elementen centraal:

• Jongeren worden behandeld als gelijkwaar-dige gesprekspartner, met vertrouwen en respect.

• Uitdagende participatie; jongeren worden medeverantwoordelijk gemaakt en hebben een belangrijke rol in de uitvoering.

• Het standpunt van jongeren staat voorop; zij geven in eigen woorden voorlichting over het CJG en actuele jongerenthema’s.

• Laagdrempelige participatie door middel van toegankelijke werving en voorlichting: ‘erop af!’.

• Passende instrumenten en communicatie-vormen: peer to peer benadering, jongeren geven voorlichting aan leeftijdsgenoten.

1 Pröpper, I. (2009). De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders. Bussum: Countinho.

Wat is jongerenparticipatie?Jongerenparticipatie betekent voor jongeren inspraak hebben, invloed hebben, meepraten, meedenken, ruimte krijgen, initiatief nemen en meedoen. Jongerenparticipatie is het actief betrekken van jongeren bij beleids- en besluitvorming ten aanzien van hun eigen leefomgeving of in breder maatschappelijke zin. Hoe hoger het niveau van participatie, hoe meer inzet dit vraagt van zowel de jongeren als de bestuurders en professionals. Jongeren voorzien van informatie is de lichtste vorm, hierbij is er nauwelijks sprake van participatie, omdat de jongeren zelf geen stem hebben. Jongeren om advies vragen, mee laten be-slissen, laten meedoen of ruimte geven voor eigen initiatieven biedt – in die volgorde - meer mogelijkheden voor invloed en heeft hogere resultaatspotentie. Binnen ieder niveau zijn er verschillende methoden mogelijk (voorlichting, enquête, panel) die allemaal andere resultaten hebben, zoals bijvoorbeeld het vergroten van kennis of invloed.

Page 5: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

De methodiek in vijf stappen

STAP 1: BELEIDSMATIGE INBEDDING Na een scan van bestaand beleid op het gebied van jongerenparticipatie, jeugdbeleid en het CJG wordt een uitvoeringsplan opgesteld, met een planning. In het project worden CJG-medewer-kers en belangrijke partners van de gemeente, zoals het jongerenwerk en scholen, nadrukkelijk betrokken. De trainingen worden met een co-trainer vanuit het CJG of jongerenwerk gegeven. Deze train-de-trainer benadering zorgt voor borging van de werkwijze.

STAP 2: WERVING VAN JONGERENVoor de werving van de jongeren wordt een cam-pagne opgezet in nauwe samenwerkingmet de gemeente, het lokale jongerenwerk, onderwijs en sportverenigingen. Jongeren wor-den actief benaderd op plekken waar zij komen en worden face-to-face geïnformeerd over het project. Daarnaast worden fl yers verspreid en posters opgehangen op locaties waar jongeren samenkomen.

STAP 3: TRAINING Per gemeente krijgen acht tot tien jongeren een training van vier dagdelen waarin zij kennisma-ken met elkaar en het CJG. Zij leren presenteren en feedback geven op elkaar. Uiteindelijk werken ze toe naar een eigen voorlichting over het CJG en een thema dat zij belangrijk vinden, bijvoor-beeld werk en inkomen of alcohol en drugs.

STAP 4: VOORLICHTING De jongeren laten leeftijdsgenoten via een toe-gankelijke werkwijze - erop af! -kennismaken met het CJG. De jongeren geven in duo’s voorlichting op school, hun vereniging of op een andere plek naar eigen keuze. Hierbij kan een doelstelling afgesproken worden, bijvoor-beeld een bereik van 20 jongeren per voorlichter.

STAP 5: EVALUATIEDe resultaten van de training en voorlichting wor-den geëvalueerd door gesprekken met deelne-mende jongeren en door het uitdelen van eva-luatieformulieren aan de voorgelichte jongeren. Hieruit worden lessen getrokken voor het vervolg van het project.

Deze vijf stappen van de methodiek worden in deze praktische handleiding uitgebreider be-handeld. Bij de stappen wordt er ingespeeld op voorbeelden uit de praktijk, de relevantie van de te nemen stap en worden er praktische handvat-ten gegeven hoe men te werk moet gaan. Tevens wordt er bij elke stap een best-practise genoemd vanuit een pilot-gemeente.

ZonMw, KCJG en CNV Jongeren wensen u veel succes en plezier bij het implementeren van jon-gerenparticipatie binnen uw Centrum voor Jeugd en Gezin!

De jongeren laten leeftijdsgenoten via een toe-gankelijke werkwijze - erop af! -kennismaken met het CJG. De jongeren geven in duo’s voorlichting op school, hun vereniging of op een andere plek naar eigen keuze. Hierbij kan een doelstelling afgesproken worden, bijvoor-beeld een bereik van 20 jongeren per voorlichter.

Page 6: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

6

Tjebbe Vught (Wethouder gemeente Rheden,

portefeuille jeugdbeleid)“We vinden het belangrijk datjongeren meedenken over hun

eigen ontwikkeling en dit project draagt hieraan bij.”

Natascha Nijenhuis (Beleidsmedewerker gemeente Rheden)

“Als jongeren elkaar voorlichting geven komt de boodschap nu eenmaal beter aan dan wanneer volwassenen dit doen. Hope-lijk zorgen de jongeren via hun voorlichting

zelf weer voor opvolgers.”

(Wethouder gemeente Rheden,

zelf weer voor opvolgers.”

Stap 1 - Beleidsmatige inbedding

Denk aan:• Sluit aan op de doelen, taken, partners en fi nanciering van het CJG.

• Wees creatief in de activiteiten en middelen die worden ingezet.

• Maak afspraken met de partners van het CJG over taken en verantwoordelijkheden.

• Zorg dat de jongeren die de voorlichting geven voldoende uit gerust zijn om hun “peers” met vra-gen toe te leiden naar het CJG.

• Zoek bestaande fi nancieringsstructuren.

• Onderzoek en bedenk hoe het project kan aansluiten op andere jongerenparticipatie initiatieven vanuit de gemeente.

• Denk na over de mogelijkheden om het project duurzaam te continueren en wie je hierbij moet betrekken.

Page 7: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

7

RelevantieBij de start van het project is een projectplan met een helder geformuleerde doelstelling en resultaten van belang. Dit geeft focus aan de uit-voering, draagt bij aan het verkrijgen van draag-vlak en ondersteunt de evaluatie van het project. Geef duidelijk aan wie verantwoordelijk is voor welke taken in het project. Hierbij kan gedacht worden aan de informatie- en adviesfunctie van het CJG.

Bij de inventarisatie van partners kan gedacht worden aan het welzijns- of jongerenwerk. Zij kunnen een belangrijke rol spelen ten aanzien van het werven van jongeren, het geven van de training en het faciliteren van de voorlichtingen die de jongeren gaan geven. Door aan te sluiten bij partners, worden tevens bestaande projec-ten rondom jongerenparticipatie inzichtelijk. Zo zorg je voor een sluitend aanbod en voorkom je overlap. Daarbij kunnen leerpunten en succes-volle ervaringen uit andere trajecten meegeno-men worden. Bij de inventarisatie van middelen kan gedacht worden aan bestaande participatie budgetten. Aansluiten op bestaande fi nancie-ringsstructuren ondersteunt de borging op lange termijn; additionele middelen zijn eindig. Denk eens aan aansluiting bij maatschappelijke stage of fi nanciering van het jongerenwerk.

Als participatie van jongeren het doel is, betrek dan deze doelgroep vanaf de eerste stap bij het project; bevraag hen over hun voorkeur voor activiteiten. De jongerenwerker of het CJG hoeft niet alle jongeren te bereiken; de peer to peer benadering zorgt voor een sneeuwbaleffect. Daarvoor moeten de jongeren in het project wel worden uitgerust om hun “peers” met vragen toe te leiden naar het CJG. Hierbij kan gedacht worden aan visitekaartjes of fl yers met contact-gegevens van het CJG.

Tot slot wordt er met een duurzame inbedding van het project voorkomen dat een succesvolle aanpak eindigt met de afl oop van het project. Naast onderbenutting en verspilling wordt voor-komen dat deelnemende jongeren worden te-leurgesteld doordat hun rol als voorlichter komt te vervallen met het beëindigen van het project.

Mirjana Pannekoek (Beleidsadviseur en projectleider Ontwikkeling

Centrum voor Jeugd en Gezin Oegstgeest)

“Het jongerenparticipatie project loopt naast de ontwikkeling van het CJG. De jongeren zijn geen

hulpverlener, maar voorlichter voor het CJG. Ze zijn door trainingen bekend met de onderwerpen en het netwerk en kunnen daardoor prima andere jonge-ren doorverwijzen. Voor eventuele back-up kunnen de voorlichters altijd terugvallen op Herman Van de Brug, Coördinator Jeugd- en Jongerenwerk en co-trainer in het project. Ook kunnen de voorlich-

ters verwijzen naar de site www.hoezitdat.info. Een regionale CJG website speciaal voor jongeren.”

Page 8: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

Wat kan ik doen? Tips!• Gebruik het format uit bijlage B voor het ma-

ken van een projectplan.

• Neem het project op in de subsidieafspraken met partners binnen het CJG zoals het jonge-renwerk of jeugdmaatschappelijk werk.

• Het goed plannen van het project draagt bij aan duurzame betrokkenheid van de jonge-ren en het slagen ervan! Houd rekening met schoolvakanties, tentamen- en examenperio-des etc.

• Start eventueel in een pilot-vorm om laag-drempelig kennis te maken met de werkwijze en gaande het project draagvlak en fi nanciële middelen te verkrijgen.

• Zet vroegtijdig in op participatie, niet op het moment dat de plannen feitelijk al rond zijn.

• Inventariseer lopende projecten op het terrein van jongerenparticipatie: wat mist en welke succesvolle elementen kunnen we uit be-staande projecten meenemen?

• Kijk naar de mogelijkheid het project te kop-pelen aan maatschappelijke stages.

• Inventariseer wervingskanalen zoals jonge-rencentra, scholen, sportclubs en verenigin-gen.

Herman Van de Brug (Coördinator Jeugd- en Jongerenwerk

Oegstgeest en co-trainer in het project) ”Wij doen niets anders dan jongeren te laten

zien wat ze kunnen en wat er mogelijk is in de maatschappij. En daar is dit natuurlijk een

uitstekend project voor.”

Best practise Geldermalsen: inbedding binnen het jongerenwerkGeldermalsen is een goed voorbeeld waarin in tijden van bezuinigingen met creativiteit en durf vanuit de ambtenaar middelen zijn gevonden om de methodiek te ontwikkelen. De gemeente heeft nadrukkelijk de samenwerking met het jongerenwerk gezocht. De werving van jongeren is uitgevoerd samen met de jongerenwerker. Ook de training heeft CNV Jongeren gezamen-lijk uitgevoerd volgens de train-de-trainer be-nadering. Op deze manier wordt de methodiek onderdeel van de reguliere werkwijze van het jongerenwerk. Geldermalsen tracht de uitvoe-ring van de methodiek structureel op te nemen in de subsidieafspraken met het jongerenwerk.

Inventariseer lopende projecten op het terrein van jongerenparticipatie: wat mist en welke

Kijk naar de mogelijkheid het project te kop-

Inventariseer wervingskanalen zoals jonge-rencentra, scholen, sportclubs en verenigin-

onderdeel van de reguliere werkwijze van het jongerenwerk. Geldermalsen tracht de uitvoe-ring van de methodiek structureel op te nemen in de subsidieafspraken met het jongerenwerk.

Mark Rouw (Projectadviseur KCJG)

“Het jongerenparticipatie project kan ingepast worden in de huidige tijdsbesteding van jon-

gerenwerk of er kan aanvullend subsidie voor worden verstrekt. Aan de subsidieverstrek-king kunnen prestatieafspraken verbonden

worden over het werven, bereiken, trainen en voorlichten van jongeren in kwantitatieve en

kwalitatieve zin.”

Kijk naar de mogelijkheid het project te kop-

8

Page 9: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

9

Stap 2 - Jongerenwerving

Denk aan:• De vindplaatsen van jongeren in de gemeente.

• De verschillende (sub)groepen jongeren bin-nen de gemeente.

• Instrumenten om jongeren te benaderen.

• De hoeveelheid jongeren die je wil bereiken en inzetten voor het project.

• Het inzetten van een homogene of heterogene groep.

• Een focus op jongeren binnen of buiten de gemeente.

RelevantieInzicht in de doelgroep, vindplaatsen en wer-vingskanalen ondersteunen een effectieve inzet van wervingsinstrumenten. Door van te voren jongeren te betrekken bij het inzetten van deze wervingsinstrumenten zorg je ervoor dat je de jongeren doelgroep op de juiste manier en met passende middelen benadert.

Duidelijkheid over afbakening van de doelgroep -zoals leerlingen van havo, of vwo klassen of jongeren woonachtig binnen de gemeente- voorkomt in een later stadium discussie over het al dan niet laten participeren van jongeren die niet tot deze doelgroep behoren. Maak de afweging of het project zich gaat richten op jongeren die woonachtig zijn in de gemeente, of jongeren die onderwijs volgen en recreëren binnen de gemeente, maar er niet woonachtig zijn.

Bij een homogene groep – zoals een hele klas vwo leerlingen – is er (in te-genstelling tot een heterogene groep) eerder sprake van een vertrouwens-relatie binnen de groep. Wel moet er aandacht zijn voor het coderen van de boodschap tijdens de voorlichting. De deelnemers moeten hun voor-lichting dan namelijk aan leerlingen met verschillende schoolniveaus communiceren en hun boodschap per voorlichtingsgroep aanpassen. Dit is bij een heterogene groep – van diverse scholen en niveaus - minder van belang.

Duidelijkheid over het aantal jonge-ren dat de training gaat volgen, geeft richting aan het aantal jongeren dat geworven moet worden. Werf met het oog op uitval altijd meer jongeren dan het aantal dat de training gaat volgen!

Page 10: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

Wat kan ik doen? Tips!• Schakel sleutelpersonen in om jongeren te

benaderen of de vindplaatsen van jongeren te achterhalen. Denk aan jongerenwerkers, een mentor of coördinator maatschappelijke stage, een medewerker van de vrijwilligers-centrale of de jongeren zelf.

• Werf jongeren! Ga actief naar het station, hangplekken, het jongerencentrum of de scholen toe. Beperk de werving niet tot enkel het uitdelen van folders. Blijf herhaaldelijk contact zoeken met geïnteresseerde jonge-ren via verschillende kanalen zoals e-mail en sms.

• Sluit aan op de cyclus van het schooljaar, bij-voorbeeld ruim voordat de maatschappelijke stage begint.

• Benader jongeren als een gelijkwaardige gesprekspartner.

• Combineer verschillende wervingsinstru-menten. Face-to-face werving met folders blijkt effectief (in bijlage C is een voorbeeld opgenomen van een wervingsbrochure).

• Probeer het project in te zetten als maat-schappelijke stage. Geef een presentatie over het project op school en zorg dat jongeren zich gelijk kunnen intekenen.

• Vertel tijdens de werving de meerwaarde van deelname; het staat goed op je CV, je vergroot je presentatievaardigheden en je draagt bij aan de invulling van het CJG in je eigen ge-meente.

• Wees duidelijk over de omvang en looptijd van het project: jongeren hechten waarde aan korte, overzichtelijke vrijwilligersopdrachten.

• Communiceer op welke dagen de training is gepland en of de training en uitvoering wel of niet onder schooltijd mag plaatsvinden.

• Zet in op jongeren vanaf 15 jaar. Deze leef-tijdscategorie beschikt over passende vaar-digheden en verantwoordelijkheidsgevoel.

• Zet de groep die heeft meegedaan aan het

project in om een nieuwe groep jongeren te benaderen.

10

Page 11: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

Best practise Heerenveen: centrale rol van onderwijsBij de werving in de gemeente Heerenveen heeft het onderwijs een centrale rol ingenomen. De coördinatoren maatschappelijke stage van de OSG Sevenwolde en het Bornego College zijn benaderd en geïnformeerd over het project. Bij twee scholen is het project vervolgens ingezet als maatschappelijke stage.

Op het Friesland College is het project ingezet als stageopdracht. Er is contact gezocht met verschillende klassen en een presentatie gege-ven over het project. Na de presentatie waren er elf geïnteresseerde meiden. Ze hebben een fl yer meegekregen en hun bereikbaarheidsge-gevens achtergelaten.

Met de (maatschappelijk) stage coördinatoren van het voortgezet onderwijs is veel contact ge-weest. De coördinatoren wisten welke deelne-mers vanuit hun school aan het project deelna-men en hebben voor de trainingen gezocht naar mogelijkheden in hun rooster. De trainingen vonden na schooltijd plaats, in een centraal gelegen jongerencentrum.

Best practise Rheden: centrale rol van jongerenBij de werving in de gemeente Rheden heb-ben jongeren zelf een centrale rol gespeeld. De werving is gestart in vier jongerencentra in Rheden en de omliggende kernen. Jongeren-werkers zijn ingelicht en hebben posters in de centra opgehangen. De eerste twee aanmeldin-gen kwamen van een stagiair van het jongeren-centrum en een vriend. De tweede actie betrof face-to-face werving. De eerste twee deelnemers zijn samen met een medewerker van CNV Jongeren bij de verschil-lende scholen in de omgeving gaan fl yeren. Doordat deze twee deelnemers uit de buurt kwamen en veel klasgenoten en scholieren kenden, liep het aantal aanmeldingen op tot bo-ven de dertig. Alle geïnteresseerden zijn enkele dagen na hun aanmelding teruggebeld en ge-vraagd naar hun motivatie en beschikbaarheid, waarna er enkele deelnemers afvielen.

Tenslotte is naast het jongerencentra, de scho-len, verenigingen en sportclubs het vrijwilligers servicepunt geïnformeerd en voor de werving ingeschakeld. Een vrijwilliger van het service-punt opperde om tijdens de examen-stunt van zijn school fl yers van het project toe te voegen aan tassen met andere goodies voor de leerlin-gen. Uit deze actie zijn een aantal aanmeldin-gen voor het project binnengekomen.

11

Page 12: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

12

Reacties vrijwilligers over de trainingen van CJG project

in Heerenveen“Alles wat ik geleerd heb gaat mij super veel

helpen en ik ben er erg blij mee!”“Ik heb veel geleerd, ook hoe je anderen

feedback geeft.”“Er was een fi jne sfeer in de trainingsgroep.”

Isabel Janssen (vrijwilliger project

Capelle a/d IJssel, 16 jaar)“Ik besloot mee te doen aan dit project, omdat het goed op mijn cv staat, maar ook om iets voor Capelle te doen, ik wil me graag

inzetten voor mijn stad.”

Page 13: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

13

Page 14: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

14

Stap 3 - Training

Denk aan:

• De locatie van de training.

• Het tijdstip van de training.

• Het programma en de duur van de training.

• Taalgebruik tijdens de training.

• De informatie en kennismaking met het CJG.

• De thematiek van de voorlichting

• Het onderling vertrouwen en de verwachtingen.

• Communicatie naar ouders.

Voorbeelden van thema’s uit de pilots zijn: alcohol, solliciteren, problemen met je ouders, discriminatie, tienerzwangerschappen, criminaliteit, zelfbeeld en drugs.

Kamal Posthuma(vrijwilliger project Rheden, 20 jaar)

“Ik heb een mooie aanvulling op mijn CV. We hebben tijdens de training

bijvoorbeeld geleerd om op onze houding en intonatie te letten.”

RelevantieHet is aan te bevelen om de training te houden op een locatie die bekend is bij de jongeren.Daarnaast dient men rekening te houden met de afstand die jongeren moeten afl eggen en de bereikbaarheid van de locatie. De inrichting en de ruimte zijn ook van belang. Door afl eiding en ruis te voorkomen, kunnen de jongeren zich op de training focussen.

Jongeren hebben een korte spanningsboog en zijn snel afgeleid. Door een juiste balans tus-sen inspanning of concentratie en ruimte voor rust of ontspanning te creëren speel je hierop in. Ook het tijdstip en de duur van de training speelt een rol. Zo is een training van drie uur non-stop te lang. Uit de pilots is gebleken dat een training aan het eind van de middag goed werkt. De meeste jongeren komen dan vanuit school en kunnen naast de training ook geza-menlijk avondeten.

In het begin van de training moeten de jongeren zich een beeld vormen van het CJG in hun ge-meente. Dit kan door het bezoek aan een fysiek CJG, of door medewerkers vanuit het CJG of de gemeente te ontmoeten. Let hierbij wel op dat jongeren niet zijn ingesteld op de beleidstaal van de gemeente en het CJG. Pleeg als trainer interventies wanneer een verhaal vanuit een expert te “wollig” wordt.

Wanneer jongeren een beeld hebben bij het CJG kunnen ze makkelijker een thema bepalen wat zowel bij hen zelf als het CJG aansluit. Het zelf bepalen van de thematiek vergroot de kans op duurzame betrokkenheid van jongeren bij het project en draagt bij aan de doelstelling van een vraaggericht CJG. Als trainer speel je hierop in door alleen het kader te schetsen van onder-werpen waarvoor je bij het CJG terecht kunt.

Jongeren weten zelf het beste welke thema’s relevant en actueel zijn onder hun leeftijdsge-noten. Let op de keuze van de thematiek voor de voorlichting en de verbinding daarvan met het CJG. Wanneer de jongeren bijvoorbeeld voor het thema drugs kiezen, kan er een profes-sional uit verslavingszorg worden uitgenodigd voor meer informatie. Zo weten beiden partijen elkaar te vinden, werk je aan onderling ver-trouwen en creëer je eenduidige verwachtingen tussen zowel de professionals als de jongeren.Wanneer er (minderjarige) jongeren deelnemen aan het project is het goed om hun ouders ook te informeren over het project, de trainingsda-gen en eventuele opdrachten die hun kinderen meekrijgen.

Page 15: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

1515

Zeynep Tulum (vrijwilliger project Rheden, 25 jaar)

“Ik wil jongeren laten inzien hoe belangrijk het CJG is. Je kunt er met elke vraag over opgroeien of opvoeden terecht.

Ik ben zelf kind van gescheiden ouders. Wij moesten destijds echt zoeken naar hulp.

We wisten niet waar we terecht konden en wie ons kon helpen. Dat er nu één

organisatie is die je wegwijs kan maken in de wirwar, vind ik heel goed.”

Wat kan ik doen?In bijlage D is een draaiboek opgenomen voor het organiseren van een training.

Hou tijdens de training een brainstorm met de deelnemers over actuele thema’s voor de voorlichting.

Laat jongeren na de eerste training zelf in één zin zeggen wat het CJG is en doet. Dit is niet alleen een test of het verhaal vanuit het CJG is blijven hangen: het geeft je als trainer ook een beeld over hoe jongeren het CJG zien.

Kies een ruimte waarin jongeren weinig worden afgeleid. Kies voor een rustige ruimte, los van de inloop van het jongerencentrum, het CJG of een ruimte in het gemeentehuis.

Houd tijdens de trainingen om de drie kwartier een korte pauze.

Sluit overeenkomsten met de jongeren af (zie bijlage F voor een format) en laat deze –bij minderjarige deelnemers- ook tekenen door de ouders.

Sta open voor de standpunten van jongeren, geef hen beslissingsrecht.

Maak participatie uitdagend: maak jongeren medeverantwoordelijk of geef hen een rol in de uitvoering.

Maak het CJG inzichtelijk. Ga voorafgaand of bij de eerste training met de jongeren op bezoek bij het CJG. Laat zien we de partners zijn, wat zij doen en verstrek bestaande informatiefolders.

Zorg dat medewerkers van het CJG voorbereid zijn op vragen over de voorlichtingsthema’s. Laat folders ontwikkelen of vraag informatie op bij instanties.

Het CJG in één zin volgens jongeren:

“Het CJG is eigenlijk net zoiets als de kindertele-foon, maar dan voor jongeren van onze leeftijd”

“Een CJG is een soort VVV voor jongeren met vragen over opvoeden en opgroeienl”

Page 16: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

16

Isabel Janssen, vrijwilliger project Capelle a/d IJssel

“Ik vind het gewoon leuk om mensen iets uit te leggen. Vooral als ze daar echt iets aan hebben. Er zijn best veel jongeren die niet

weten -of mogen weten- hoe je zwangerschap kunt voorkomen. Ze denken niet na over de gevolgen -niet over de positieve, niet over de negatieve. Ik denk dat je over sommige

onderwerpen liever met leeftijdgenoten praat. Er is meer vertrouwen, je luistert makkelijker naar elkaar. Ik vind het belangrijk dat jongeren

weten wat er te kiezen valt, en dát er iets te kiezen valt. Het is leuk om daarin iets te

kunnen betekenen”.

Best practise Oegstgeest: democra-tisch voorlichtingsthema’s kiezen

Oegstgeest had een heterogene deelnemers-groep van twee verschillende scholen. De deel-nemers hadden uiteenlopende ideeën voor het thema van de voorlichting. In de eerste training hebben de jongeren om de beurt één mogelijk thema genoemd voor de voorlichtingen. Op deze manier heerst er een gelijkwaardigheid in de groep en komt iedereen aan de beurt. Ie-dereen in de groep kreeg de huiswerkopdracht om thuis nog eens na te denken over mogelijke thema’s. Een deelnemer merkte in de tweede training terecht op dat er al veel genoemd was over problemen rondom jongeren, zoals pesten, discriminatie, alcohol- en drugsgebruik. Hij gaf aan dat hij het thema “problemen met ouders” interessant vond, omdat je soms als kind geen invloed hebt op hoe je thuissituatie verloopt. Deze deelnemer bleek zelf kind van gescheiden ouders te zijn en hier ervaring mee te hebben.Door de inbreng van deze deelnemer verander-de de insteek van de voorlichting en is er in dit nieuwe licht nog een aantal nieuwe thema’s be-dacht. Bij de stemronde is er gestemd volgens de songfestivalmethode. Elke deelnemer kreeg drie verschillende kleuren stickertjes, met de punten 5, 3 en 1. De jongeren mochten vervol-gens individueel en zonder te overleggen het stickertje met het cijfer 5 bij het beste thema, 3 bij het één na beste en 1 bij het thema van hun derde keus plakken.

Na de stemronde hebben de trainers de punten bij elkaar opgeteld en waren er duidelijk twee thema’s populair, problemen met ouders en discriminatie. Na de uitwerking van de thema’s is het aan de deelnemers zelf om hun keuze aan te geven en duo’s te vormen voor de voorlichting.

Page 17: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

17

Page 18: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

1818

Stap 4 - Voorlichting

Denk aan:• De locatie waarop de jongeren de voorlichting

geven.

• De schoolroosters van de deelnemers.

• Afstemming met zowel deelnemers als docenten.

• Mogelijkheden om voorlichting buiten de school te geven.

• De samenstelling van de voorlichtersgroep.

• De doelgroep die de voorlichting ontvangt.

• De evaluatie van de voorlichtingen.

• Terugkoppeling met de docent.

RelevantieKies voor de voorlichtingen een locatie waar de jongeren vertrouwd en bekend mee zijn of ga met de jongeren mee naar een nieuwe locatie. Het is ter voorbereiding op de eerste voorlichting van belang duidelijk te zijn over de setting waarin de jongeren de voorlichting gaan geven. Dit geeft hen het gevoel dat het menens is en helpt hen ter voorbereiding. Naast voor-lichtingen op school kan gedacht worden aan jongerencentra, verenigingen, sportclubs of voorlichtingen op jongerenevenementen in de gemeente. Creëer zo snel mogelijk duidelijk-heid over de doelgroep die wordt voorgelicht en laat de jongeren hierin zelf beslissen. Dit geeft duidelijkheid; je maakt afspraken met de jonge-ren en kunt ze hierop aanspreken.

Hou rekening met de agendamogelijkheden, schoolvakanties en toetsweken van de jonge-ren. Het is wenselijk om gezamenlijk voorlich-tingsdata te plannen en dit af te stemmen met de mentor of coördinator maatschappelijke stage van de leerlingen.

Uit de pilot is gebleken dat het wenselijk is om voorlichtingsduo’s te vormen. Er is veel gebruik gemaakt van interactieve presentaties en spel-len, waarbij allebei de voorlichters gelijktijdig een rol vervulden. Daarnaast is het fi jn om met een maatje voor de groep te staan; het neemt de spanning weg en je kunt na de voorlichting samen terugblikken. Op een moment dat een duo uiteen valt, maak dan meteen afspraken over de samenstelling van de groep en kijk of een deelnemer in staat is om zijn voorlichting alleen te geven.

Zorg dat de voorlichters bij hun voorlichting nog tijd over houden voor een evaluatie. Een voorbeeld van een evaluatieformulier staat in bijlage G. Uit ervaring vinden de voorlichters het erg leuk om meteen terug te lezen hoe de groep hen heeft beoordeeld.

Sandrine Doolhoff (vrijwilliger project Capelle a/d IJssel, 16 jaar)

“We gaven presentaties aan leerlingen uit de brugklassen van het IJsselcollege en Comenius College. Het was fi jn dat we

dat in groepjes konden doen. Iedereen heeft zijn sterke punten en zo konden we goed op elkaar

inspelen. We mochten zelf beslissen over welke thema’s we voorlichting gaven. Met informatie die

we van het CJG kregen of van internet haalden, maakten we de presentaties.”

Page 19: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

19

Wat kan ik doen? Tips!• Laat de jongeren vroeg meedenken over de

locatie waar ze de voorlichting gaan geven en aan wie. Uit de pilots blijkt dat sommige jon-geren het leuk vinden om vrienden of klasge-noten voor te lichten, andere jongeren geven de voorkeur aan onbekenden.

• Laat de jongeren zelf kiezen met wie ze de voorlichting gaan geven. Geef ze tijdens de training kort de tijd om hun partner(s) te kie-zen.

• Wees als trainer eerlijk; geef aan hoe de jongeren elkaar in duo’s kunnen aanvullen, benadruk de sterke punten van elke voorlich-ter.

• Wees als trainer praktisch: als er een voor-lichting is gepland en je duo-voorlichter is ziek, dan geef je de voorlichting met iemand anders.

• Laat jongeren bij voorkeur niet alleen een voorlichting geven. Uit de pilot is gebleken dat veel jongeren dit te eng vinden.

• Wanneer de jongeren zelfstandig op pad gaan om een voorlichting te geven, vraag een docent dan om feedback te geven aan de voorlichters.

Best practise Capelle aan den IJssel: uit je comfort-zone!De deelnemersgroep uit Capelle aan den IJssel bestond uit acht vwo-leerlingen van het IJs-selcollege. Deze deelnemers konden zelfstan-dig werken en pikten de training snel op. Tijd voor een extra uitdaging: een groep vmbo’ers voorlichten! De essentie van peervoorlichting is voorlichting geven aan je leeftijdsgenoten. Nu liggen de leeftijdsgrenzen wel iets verder uit elkaar als een 5 vwo’er een vmbo’er uit het tweede leerjaar gaat voorlichten. Dit vraagt om een juiste vertaling van het onderwerp naar de doelgroep.

Binnen de groep zijn de thema’s tienerzwan-gerschappen en zelfbeeld gekozen. Tijdens de tweede training is er beslist welke doelgroep geschikt zou zijn voor deze voorlichtingsthe-ma’s. De groep die een voorlichting ging geven over zelfbeeld, vond het thema geschikt voor een havo -of vwo-doelgroep. Deze groep heeft zelfstandig afspraken gemaakt met de docen-ten binnen hun school, voor het geven van een voorlichting. De groep die een voorlichting over tienerzwan-gerschap had gemaakt was ervan overtuigd dat dit een goed thema zou zijn voor een vmbo klas. De dames zijn –mede door hun coördinator maatschappelijke stage- goed geïnformeerd over het niveau van de groep en de manier waarop je het thema van de voorlichting moet brengen. De deelnemers presenteerden op de laatste trainingsdag hun voorlichting aan de groep, de CJG coördinator en hun coördinator maatschappelijke stage. Het bezoek aan een vmboklas met tweedejaars leerlingen bleek een eye-opener! Het was voor de voorlichters een hele ervaring en goed om eens een kijkje buiten hun eigen school te nemen.

Sanne Bouwman (vrijwilliger project Capelle a/d IJssel, 16 jaar]“Ik vind het bijzonder om te zien dat tijdens een

discussie over abortus een leerling bij zijn standpunt bleef, ondanks dat de rest van de klas

een heel andere mening had. Je leert ervan om je te verplaatsen in de ander.”

Marieke Mulder (projectleider CNV Jongeren)“In het algemeen praten we als volwassenen vaak óver in plaats van mét

jongeren. De praktijk wijst uit dat jongeren echter heel goed weten waar zij behoefte aan hebben. Maak daar dus gebruik van! Het is aan professionals om samen met jongeren een vertaling te geven aan deze behoeften. De uit-daging hierbij is om vernieuwende vormen te vinden, waarin de nadruk ligt

op actie en aan de slag gaan.”

Page 20: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

20

Stap 5 - Evaluatie

Denk aan:• Doelstelling, doelgroep en interventie

• De wijze waarop de interventie is uitgevoerd.

• De manier waarop de doelstelling is behaald.

• Onvoorziene of onbedoelde (bij)effecten?

• De opgedane ervaringen.

• De overdraagbaarheid.

Relevantie Door een evaluatie wordt inzichtelijk of dedoelgroep die bij het project is betrokken in staat is geweest de doelstellingen middels de voorgestelde of alternatieve interventies heeft behaald. Ervaringen ten aanzien van de interventies die in de pilot zijn gepleegd, geven inzicht in wat wel en niet werkt bij de doelgroe-pen die je wilt bereiken met het CJG. Dit is een waardevolle ervaring bij de implementatie en voortzetting van jongerenparticipatie binnen het CJG.

Het draagvlak voor een vervolg van het project neemt toe als je inzicht hebt in de resultaten van het project. Men kan hierbij een onder-scheid maken tussen kwantitatieve resultaten, zoals het aantal jongeren dat via een voorlich-ting is geïnformeerd, of kwalitatieve resultaten, waarbij de input van jongeren wordt meegeno-men uit gesprekken.

De evaluatie biedt aanknopingspunten voor verbeteringen van de werkwijze bij een vervolg. Naast het inzichtelijk maken van de waardering van de voorlichting door de voorgelichte jonge-ren, kan er ook geïnventariseerd worden hoe de doelgroep in de toekomst bereikt en geïnfor-meerd wil worden.

Wat kan ik doen?• Zie bijlage G voor een evaluatieformulier

dat kan worden uitgedeeld na afl oop van de voorlichting.

• Richt participatie in op het bereiken van (ook kleine) resultaten op korte termijn zodat de bijdrage direct zichtbaar wordt voor de jonge-ren die in het project participeren.

• Spreek met de meest betrokken medewer-kers in het project om zicht te krijgen op succes- en faalfactoren.

• Zorg voor voldoende terugkoppeling naar de jongeren, zowel over het proces als over het uiteindelijke resultaat.

• Bevraag bestuurders en verantwoordelijken op de voorwaarden voor een vervolg.

Elzelien Vermeijden(CJG coördinator, Capelle a/d IJssel)

“We weten uit ervaring dat jongeren graag een tikje anoniem blijven. De drempel om een CJG te

bezoeken, is voor hen meestal wat hoger dan voor hun ouders. Binnen ons CJG hebben we ervoor

gezorgd dat jongeren elkaar niet tegen hoeven te komen als ze dat niet willen”.

Page 21: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

21

Page 22: 2011 Methodiekboek Jongerenparticipatie CJG

ZonMw is subsidiegever van het project “Een CJG vóór en door jonge-ren”. ZonMw financiert gezondheidsonderzoek én stimuleert het ge-bruik van de ontwikkelde kennis – om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren. ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het ministerie van VWS en NWO.

ZonMwPostbus 93245 2509 AE Den HaagTelefoon 070 349 51 11 [email protected] www.zonmw.nl

CNV Jongeren is dé jongerenvakbond van Nederland en werkt voor, door en met jongeren. CNV Jongeren vindt het cruciaal dat de belan-gen van de jongere generatie worden meegenomen in beleidsbeslis-singen. De afgelopen jaren zijn honderden jongeren als deelnemer, bedenker of vrijwilliger bij projecten en campagnes ingezet om op te komen voor de belangen en de positie van (kwetsbare) jongeren.

CNV JongerenTiberdreef 4 3561 GG UtrechtPostbus 2475 3500 GL UtrechtTelefoon [email protected] www.cnvjongeren.nl

Het Kennisnetwerk Centra Jeugd en Gezin ondersteunt de ontwikke-ling van Centra voor Jeugd en Gezin door kennis te delen en toegan-kelijk te maken. Met haar dienstverlening helpt het KCJG gemeenten, provincies en maatschappelijke organisaties bij de opzet van Centra voor Jeugd en Gezin. Het KCJG sluit hierin aan bij de behoeften en vragen die in de praktijk leven op beleid- en uitvoeringsniveau.

KCJGPostbus 115 5260 AC VughtTelefoon 073 657 67 [email protected] www.kcjg.nl

© 2011

Fotografie: www.githavaneeuwen.nl, coverfoto: Shutterstock

Vormgeving: Marjoleine Reitsma