Bijdragen, solidariteit, automatische aanpassingen in flexibele eerste pijler: een formeel denkkader
2010 -- Formeel recht -- Deel 2 formeel belastingrecht (FE ...pres02(4)… · formeel...
Transcript of 2010 -- Formeel recht -- Deel 2 formeel belastingrecht (FE ...pres02(4)… · formeel...
1
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
1Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
formeel belastingrecht (FE) – les 2 – programma
• Inleiding
• de aangifte
• aanslagbelasting
• aangiftebelasting
• navordering en naheffing
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
2Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
indeling van het recht
Veel gebruikte indelingen van het recht zijn:
• publiekrecht versus privaatrecht;
• formeel recht versus materieel recht.
Publiekrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen de burger en de overheid.
voorbeeldGrondwet, Gemeentewet, belastingwetten, strafrecht
Privaatrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen de burgers onderling.
voorbeeldBurgerlijk Wetboek, Wetboek van Koophandel, Faillissementswet.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
3Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
onderscheid formeel recht - materieel recht
Wij spreken van materieel recht als het voorschrift over
(onze) rechten en/of plichten gaat.
In het formele recht vinden wij hoe dat recht of die plicht
gerealiseerd kan worden.
voorbeeld
Burgerlijk Wetboek:
bevat verplicht de bij onrechtmatige daad de veroorzaakte schade vergoeden.
Burgerlijke Rechtsvordering:
beschrijft wat kun je rechtens doen als dader niet wil betalen.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
4Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
soorten belastingen
Er bestaan vele indelingen.
• Directe en indirecte belastingen
• Tijdstip- en tijdvakbelastingen
• Aanslag- en aangiftebelastingen
• Objectieve en subjectieve belastingen
2
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
5Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
beginselen in het belastingrecht
Belang van de beginselen: acceptatie.
• Draagkrachtbeginsel – sterkste schouders…
• Profijtbeginsel – gemeenschapsvoorzieningen
• Beginsel van minste pijn – inhouding op loon
• Beginsel van bevoorrechte verkrijging – loterij
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
6Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
vindplaatsen (bronnen) 1 / 2
• Europese Richtlijnen
Kenmerk: een richtlijn bindt de Lid-Staten.
• Wetten (in formele zin).
Kenmerk: komt tot stand in ‘gemeenzaam’ overleg
tussen Regering en Staten-Generaal.voorbeeld
Wet op de inkomstenbelasting, loonbelasting, omzetbelasting, etc.
• Uitvoeringsbesluiten en uitvoeringsregelingen
Berust op delegatiebevoegdheid in de wet.
In wettekst: ‘Bij AMvB …’ → Regering + Koning. voorbeeld
Art. 2.5 Wet IB → art. 1 Uitv. besl. IB;
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
7Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
vindplaatsen 2 / 2
In wettekst: ‘Bij ministeriële regeling …’ →
minister/staatssecretaris. voorbeeld
art. 1.5 Wet IB → art. 1 Uitv. reg. IB
• Resoluties
Besluit van de minister/staatssecretaris waarin hij
aangeeft, hoe de wet naar zijn idee in een bepaald geval
moet worden toegepast.
• Jurisprudentie
Rechterlijke beslissingen geven inzicht in hoe de wet
wordt toegepast. Dat geldt met name voor de arresten
van de Hoge Raad.Versie 1.04 -- 31-dec-2010
8Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Buiten deze bronnen dient de overheid rekening te houden
met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB).
Deze beginselen zijn in de rechtspraak tot stand gekomen en
voor een deel in de AWB gecodificeerd.
Enkele belangrijke beginselen zijn:
• het vertrouwensbeginsel;
• het gelijkheidsbeginsel;
• het zorgvuldigheidsbeginsel.
3
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
9Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
ABBB 2 / 3
• Vertrouwensbeginsel.
�Toezegging of compromis (specifiek)
De fiscus is onverkort gebonden aan gedane toezegging of
gesloten compromis.
– Geldt ook bij contra legem afspraken of bij toezegging door
onbevoegde ambtenaar – tenzij duidelijk moet zijn dat...
– Geldt alleen bij expliciete standpuntbepaling door fiscus.
�verstrekte informatie (generiek).
Fiscus is niet gebonden tenzij belastingplichtige bij niet-honoreren
van de gewekte verwachting schade lijdt anders dan mislopen van
verwachte belastingvoordeel.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
10Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
ABBB 3 / 3
• Gelijkheidsbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel vereist niet alleen dat gelijke gevallen gelijk
worden behandeld (art. 1 Grondwet) maar ook dat ongelijke gevallen
naar de mate van ongelijkheid ongelijk worden behandeld.
• Zorgvuldigheidsbeginsel
De inspecteur is aan zorgvuldigheidsnormen gebonden. Hij mag geen
gebruik maken van onwetendheid bij de belastingplichtige. Doet de
inspecteur dit wel dan handelt hij onrechtmatig. Hij is dan schade-
plichtig.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
11Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Waarom algemene wetten?
doel
• Efficiëntie.
Twee belangrijke algemene wetten zijn:
• Algemene wet bestuursrecht (AWB)
Bevat o.a. regels over bezwaar en beroep tegen een
besluit van een bestuursorgaan.
• Algemene wet rijksbelastingen (AWR)
Bevat o.a. regels over aangifte doen, termijnen,
verplichtingen en groot aantal definities. AWR geldt voor
groot aantal wetten – zie art. 1 AWR.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
12Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Absolute en relatieve competentie
Bij bevoegdheden maken wij onderscheid in
• absolute competenties
Wie is tot een bepaalde handeling bevoegd
(welke functionaris: de inspecteur, ontvanger, directeur)
• relatieve competenties
Wie van de absoluut bevoegde functionarissen is voor dit
geval bevoegd (bijv. de inspecteur in Rotterdam, in Delft, etc.)
In art. 3 AWR vinden wij de basis voor de relatieve
competentie – uitgewerkt in Uitv.reg.Bel.dienst 2003.
4
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
13Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Woon- of vestigingsplaats 1 / 3
Belastingplicht is veelal gekoppeld aan de woon- of vestigingsplaats.
Artikel 2.1 Wet IB1. Belastingplichtigen voor de inkomstenbelasting zijn de natuurlijke personen die:
a. in Nederland wonen (binnenlandse belastingplichtigen) of
b. niet in Nederland wonen maar wel Nederlands inkomen genieten (buitenlandse belastingplichtigen).
Artikel 6 Wet OB
1. De plaats waar een dienst wordt verricht, is de plaats waar de ondernemer die de dienst verricht woont of is gevestigd dan wel een vaste inrichting heeft van waaruit hij de dienst verricht.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
14Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Woon- of vestigingsplaats 2 /3
Art. 4 AWR
Waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is, wordt naar de
omstandigheden beoordeeld.
De wet geeft dus niet direct het antwoord. Wij spreken dan
van een open norm.
Een open norm heeft als nadeel dat hij weinig concreet is.
Daardoor zal vaak het oordeel van de rechter worden
ingeroepen.
Het voordeel is dat de norm zich daardoor als vanzelf aan de
maatschappelijke ontwikkeling aanpast.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
15Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Woon- of vestigingsplaats 3 / 3
Een aantal factoren waar de rechter naar kijkt zijn:
• Waar staat bel.pl. ingeschreven in het bevolkingsregister?;
• Waar woont bel.pl.? Waar verblijft gezin?;
• Heeft bel.pl. een eigen woning?;
• Hoe groot is het energieverbruik?
• Waar ontvangt belpl. zijn post?
• Waar houdt bel.pl. een bankrekening aan?
• Waar ingeschreven bij huisarts, apotheek, verzekering?
• Waar sport bel.pl?
• Waar wonen bel.pl. zijn vrienden en kenissen?
• Waar gaat bel.pl. uit?rechtspraak
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
16Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Dagtekening van de belastingaanslag 1 / 2
Art. 5 AWR
De vaststelling van een belastingaanslag geschiedt door het ter zake daarvan
opmaken van een aanslagbiljet door de inspecteur. De dagtekening van het
aanslagbiljet geldt als dagtekening van de vaststelling van de belastingaanslag.
…
De dagtekening is van belang voor:
• het einde van de termijn waarbinnen de inspecteur een
aanslag kan opleggen;
• het einde van de termijn waarbinnen de inspecteur een
navorderings- of naheffingsaanslag kan opleggen;
• de start van de termijn waarbinnen de belastingaanslag
moet zijn betaald.
5
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
17Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Dagtekening van de belastingaanslag 2 / 2
De Belastingdienst heeft een fout gemaakt
• Er is geen aanslag opgelegd.
Als door een fout geen aanslag is opgelegd en de
wettelijke termijn waarbinnen een aanslag kan worden
opgelegd is nog niet verstreken, kan alsnog een aanslag
worden opgelegd.
• Er is wel een aanslag opgelegd.
Als er wel een aanslag is oplegd maar de aanslag is fout,
kan de fout niet door het opleggen van een nieuwe
aanslag hersteld worden.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
18Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
De aangifte
Wettelijke regeling
Art. 6 – 8 bevatten regels t.a.v. het doen van aangifte in het
algemeen
Art. 9 bevat regels t.a.v. het doen van aangifte bij een
aanslagbelasting.
Art. 10 bevat regels t.a.v. het doen van aangifte bij een
aangiftebelasting.
Op een gedane aangifte kan een bel.pl. altijd terugkomen.
Dit kan t/m het hoger beroep.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
19Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Wie moet aangifte doen?
Degene aan wie de inspecteur een aangiftebiljet uitreikt,
moet aangifte doen.
Het kan daarbij gaan om een aangifte voor de eigen
belastingheffing of die bij een derde – zie bijv. art. 2.15 IB.
Een bel.pl. kan altijd om een aangifte vragen. De inspecteur
is dan verplicht een aangifte uit te reiken.
Wie weet dat hij/zij voor een aanslag in aanmerking komt, is
verplicht zelf om een aangifte te vragen als de inspecteur er
geen uitreikt.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
20Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Aangifte doen
De aangifte moet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud
worden ingevuld en ondertekend.
Er geldt geen ‘zwijgrecht’ als door het doen van aangifte
strafbare feiten aan het licht kunnen komen.
Administratieplichtigen (ondernemers) moeten verplicht langs
elektronische weg aangifte doen (computer).
In bijzondere gevallen kan de inspecteur ontheffing verlenen.
De ontheffing geldt steeds voor één jaar.
Een aangifte is geen aanvraag ex art. 1:3 lid 3 AWB.
6
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
21Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Aangifte doen voor aanslagbelastingen
De aangifte moet binnen de door de inspecteur gestelde
termijn worden ingediend.
De termijn bedraagt ten minste één maand.
Bij verlegging schuiven alle fatale termijnen voor de duur van
het verleende uitstel op.
Als de aangifte niet tijdig gedaan wordt, stuur de inspecteur
een aanmaning. De inspecteur stelt dan een nieuwe termijn
voor het indienen van de aangifte.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
22Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Gevolgen niet-doen van de aangifte
De gevolgen van het niet of niet-tijdig doen van de aangifte
zijn:
1. een boete van maximaal € 1.134,- (art. 67a AWR);
2. strafrechtelijke vervolging i.v.m. opzettelijk niet doen van
aangifte (art. 69 AWR);
3. omkering van de bewijslast (art. 25-3 + 27e AWR).
Als al een boete is opgelegd, vervalt de mogelijkheid tot
strafrechtelijke vervolging.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
23Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Aangifte doen voor aangiftebelasting
De aangifte moet bij de inspecteur die de aangifte heeft
uitgereikt worden ingediend.
Bij aangiftebelastingen is het doen van aangifte gekoppeld
aan de betaling van de belasting. Voor de betaling geldt wel
een betalingstermijn – zie art. 19 AWR.
Art. 10 AWR geeft voor twee gevallen toch een termijn:
• als over het tijdvak geen belasting verschuldigd is;
• als het een tijdstipbelasting betreft en geen belasting
verschuldigd is (nihil-aangifte).
Voor aangiftebelastingen geldt: uitstel van het doen van
aangifte is automatisch ook uitstel van betaling!Versie 1.04 -- 31-dec-2010
24Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Gevolgen niet-doen van de aangifte
De gevolgen van het niet of niet-tijdig doen van de aangifte
zijn:
1. omkering van de bewijslast (art. 25-3 + 27e AWR);
2. voor aanslagbelastingen:
een boete van maximaal € 4.920 (art. 67a-1 AWR);
3. voor aangiftebelastingen:
een boete van maximaal € 123 (art. 67b-1 AWR);
Als al een boete is opgelegd, vervalt de mogelijkheid tot
strafrechtelijke vervolging.
7
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
25Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Niet-doen van de vereiste aangifte
Als er geen aangifte wordt ingeleverd, is de zaak duidelijk.
Maar wanneer is nog sprake van het doen van de vereiste
aangifte als er een gebrek aan zit?
De vereiste aangifte is wel gedaan als fout:
• klaarblijkelijk op een vergissing berust;
• relatief gering gevolg heeft.
De vereiste aangifte is niet gedaan bij:
• niet of geheel onjuist vermelden van inkomensbron;
• niet specificeren/alleen totalen invullen;
• niet overleggen vereiste bescheiden (jaarrekening). Versie 1.04 -- 31-dec-2010
26Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Aanslag en aangiftebelastingen
De wet maakt onderscheid in:
aanslagbelastingen – hfd. 3 AWR
• inspecteur stuurt aangifte – artt. 6-10 AWR;
• belastingplichtige vult in (=verschaffen gegevens);
• inspecteur beoordeelt aangifte;
• inspecteur stelt binnen 3 jaar belastingschuld vasten legt aanslag op.
aangiftebelastingen – hfd. 4 AWR
• inspecteur stuurt aangifte – artt. 6-10 AWR;
• belastingplichtige vult in – verschaft de gegevens;
• belastingplichtige stelt belastingschuld vast, dus geen beoordeling vooraf door inspecteur.
inspecteur
is
actief
inspecteur
is
lijdelijk
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
27Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
De aanslag 1 / 2
Vanuit de wet kun je zelf berekenen hoeveel belasting je
moet betalen. Dit is de materiële belastingschuld.
De formele belastingschuld is de belastingschuld zoals die
door de inspecteur door het opleggen van een aanslag is
vastgesteld.
Als alles goed gaat, is de formele belastingschuld gelijk aan
de materiële belastingschuld.
Vraag: Kan de formele belastingschuld lager zijn dan de
materiële belastingschuld?
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
28Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
De aanslag 2 / 2
De aanslag is een beschikking in de zin van de AWB.
Gevolgen:
• inspecteur moet de in de AWB gecodificeerde a.b.b.b. in
acht nemen;
• art. 3:40 AWB: aanslag heeft pas werking nadat deze is
bekend gemaakt;
• art. 3:45 AWB: verplichte rechtsmiddelenverwijzing;
• art. 4:8 AWB: aanslag is een ambtshalve beschikking wat
een hoorplicht met zich meebrengt – zie ook de beperking
in art. 4.12.
8
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
29Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Termijn voor vaststellen aanslag
De inspecteur stelt de aanslag vast (art. 11-1 AWR).
Deze bevoegdheid vervalt:
• drie jaar na het ontstaan van de belastingschuld
(bij tijdvakbelastingen: einde tijdvak – zie art 11-4 AWR);
• door het opleggen van een aanslag;
• door besluit geen aanslag op te leggen.
Bij de beoordeling of een aanslag tijdig is opgelegd volgt de
rechter de ontvangsttheorie. De aangifte moet bel.pl binnen
de termijn bereikt hebben.
De driejaarstermijn wordt verlengd met de duur van het voor
het doen van de aangifte verleende uitstel.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
30Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Voorlopige aanslag
Op grond van de artt. 13 (tijdvakbel.) en 14 (tijdstipbel.) mag
de inspecteur een voorlopige aanslag opleggen.
Een voorlopige aanslag kan met een of meer voorlopige
aanslagen worden aangevuld.
Kenmerken voorlopige aanslag:
• er is nog geen definitieve standpunt bepaald;
• pay-as-you-go-beginsel.
De betalingstermijn: twee maanden na dagtekening aanslag.
Een voorlopige aanslag kan ook negatief zijn (voorlopige
teruggave).
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
31Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Navorderen 1 / 6
Typerend voor een aanslagbelasting is dat de aanslag aan
de hand van de aangifte wordt opgelegd.
Gevolgen onjuiste aangifte:
1. binnen driejaarstermijn + nog geen aanslag/besluit:
inspecteur wijkt af van aangifte en legt aanslag op.
2. er is al een aanslag opgelegd. De hamvraag is nu: was
het feit de inspecteur bekend/had bekend kunnen zijn?
Zo ja: inspecteur mag niet navorderen.
Zo nee: inspecteur mag navorderingsaanslag opleggen –
bevoegdheid vervalt vijf jaar na einde belastingtijdvak.Versie 1.04 -- 31-dec-2010
32Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Navorderen 2 / 6
Voorbeeld
Met het oog op de aanslagregeling 2008 stelt de inspecteur eind 2010 bij
ondernemer Kensing een boekenonderzoek in. Tijdens het onderzoek blijkt dat de
aangifte onjuist is. Nog voor de jaarwisseling legt de inspecteur op basis van de
dan beschikbare informatie een aanslag op.
In jan 2011 wordt het onderzoek afgerond en blijkt dat het inkomen over 2008
€ 10.000,- te laag is vastgesteld.
Vraag
Mag de inspecteur navorderen?
Uitwerking
Nee, er is geen nieuw feit want de inspecteur wist dat de aangifte onjuist was.
9
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
33Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Navorderen 3 / 6
Voorbeeld Tijdens een controle bij een verhuurder van vakantiehuisjes ontdekt de
Belastingdienst te Zwolle op 14 okt dat Dirk de Zwart uit Rotterdam een
vakantiehuisje bezit dat hij via bemiddeling door deze onderneming aan derden
verhuurt. De inspecteur maakt er een notitie van en zendt deze enkel dagen
daarna naar zijn college te Rotterdam.
De inspecteur in R-dam is juist met de aanslagregeling bezig. In de aangifte heeft
Dirk niets over een vakantiehuisje vermeld. De inspecteur volgt de aangifte en
legt op 16 okt een aanslag op (teruggave).
Op 20 okt ontvangt de inspecteur te R-dam het bericht van zijn collega. Het is de
inspecteur ogenblikkelijk duidelijk dat te weinig belasting is geheven.
Vraag
Mag de inspecteur een navorderingsaanslag opleggen?
Uitwerking
Ja, dit gegeven kon de aanslagregelende inspecteur in redelijkheid niet bekend
zijn..
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
34Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Navorderen 4 / 6
Schrijf- en tikfoutenjurisprudentie
De HR stelt zich al geruime tijd op het standpunt dat fouten
in de aanslag die voor de bel.pl. overduidelijk zijn via een
navorderingsaanslag gecorrigeerd kunnen worden.
De HR stelt drie eisen:
• het moet om een aanzienlijk verschil gaan;
• het moet het gevolg zijn van een vergissing;
• het moet voor bel.pl. redelijkerwijs duidelijk zijn dat er een
vergissing gemaakt is.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
35Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Navorderen 5 / 6
Procedurele fouten
Computerfouten e.d. komen geheel voor rekening van de
Belastingdienst.
De Belastingdienst zond aan de adviseur een brief + beschikking geen aanslag.
De adviseur stuurde de inspecteur een brief – volgens mij klopt het niet. Er kwam
geen antwoord. Daarop zond de adviseur nog een brief waarop de inspecteur
antwoordde dat alsnog een aanslag zou worden opgelegd.
In plaats van een aanslag kwam er opnieuw een beschikking geen aanslag. Toen
de inspecteur dit na enige tijd ontdekte, legde hij een navorderingsaanslag op.
De adviseur maakte bezwaar en wees op het ontbreken van een nieuw feit. In de
procedure die volgde, werd duidelijk dat een en ander het gevolg was van een al
eerder vastgestelde computerfout. De HR besliste dat de gevolgen van dergelijke
fouten voor rekening van de belastingdienst komen.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
36Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Navorderen 6 / 6
Een bel.pl. die te kwader trouw is, kan zich niet met succes
op het ontbreken van een nieuw feit beroepen.
In 2003 besliste de HR dat het daarvoor voldoende is dat
bel.pl. zich bewust is geweest van de aanmerkelijk kans dat
zijn aangifte onjuist was.
10
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
37Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Geen nieuw feit vereist
Op grond van art. 16 lid 2 is in de volgende twee gevallen
geen nieuw feit vereist:
• als een voorlopige aanslag of voorheffing ten onrechte of
tot een te hoog bedrag is verrekend;
• als te weinig belasting is geheven doordat de gekozen
verdeling van het gemeenschappelijk inkomen niet op
100% uitkomt – zie art. 2.17-3 IB.
2. Navordering kan mede plaatsvinden in alle gevallen waarin te weinig belasting
is geheven, doordat:
a. een voorlopige aanslag, een voorheffing, een voorlopige teruggaaf of een
voorlopige verliesverrekening ten onrechte of tot een onjuist bedrag is verrekend;
b. zich een geval voordoet als bedoeld in artikel 2.17, derde lid, van de Wet
inkomstenbelasting 2001 .
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
38Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Aangiftebelasting
Twee soorten aangiftebelastingen:
• heffing bij wege van voldoening op aangifte
Bel.pl. dient:
�zelf de grootte van de verschuldigde belasting te bepalen:
�de belasting zelf op aangifte te betalen.
• heffing bij wege van afdracht op aangifte
Inh.pl. dient:
�zelf de grootte van de door een ander verschuldigde belasting te
bepalen en van die ander in te houden;
�de belasting op aangifte af te dragen.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
39Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Betalingstermijn
De aangiftetermijn wordt door de betalingstermijn bepaald.
De aangifte moet uiterlijk op de laatste dag van de
betalingstermijn bij de Belastingdienst binnen zijn.
De betalingstermijn is één maand na afloop van het
belastingtijdvak of het belastingtijdstip.
Als de betalingstermijn van een voldoeningsbelasting op een
za, zo of feestdag eindigt, wordt de termijn niet verlengd.
De belasting moet uiterlijk op de laatste dag van de
betalingstermijn op de bankrekening van de ontvanger staan.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
40Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Uitstel van betaling
Op grond van art. 19 wordt uitstel verleend als:
• er voor hetzelfde of een eerder tijdvak een verzoek om
teruggaaf van belasting is ingediend (art. 19-2 AWR);
• er voor het doen van de aangifte uitstel is verleend
(art. 19-4 AWR). Bij het verzoek moet een machtiging
worden overlegd op grond waarvan de ontvanger de
teruggaaf op de verschuldigde belasting kan afboeken.
11
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
41Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Naheffen
De inspecteur kan de belasting naheffen als:
• de belasting in het geheel niet is betaald;
• de belastinggedeeltelijk niet is betaald;
• ten onrechte vrijstelling of vermindering is verleend;
• teveel vrijstelling of vermindering is verleend.
De inspecteur legt dan een naheffingsaanslag op.
Er is geen nieuw feit nodig.
Naheffen is niet mogelijk als herstel van ambtelijke fouten.
Ook is het niet mogelijk als dit in strijd is met de a.b.b.b.
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
42Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Naheffingstijdvak
Een naheffingsaanslag kan over meer dan een
belastingtijdvak tegelijk worden opgelegd.
De naheffingsaanslag wordt opgelegd aan degene die:
de belasting had moeten voldoen of afdragen;
ten onrechte of teveel belasting terug ontving;
ten onrechte of teveel vrijstelling ontving;
bepalingen van de belastingwet niet of onjuist heeft
nageleefd waardoor te weinig belasting is geheven
(bijv. werknemer die onjuiste verklaring inleverde).
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
43Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Boete wegens niet-doen aangifte
De inspecteur kan wegens het niet of niet-tijdig doen van de
aangifte een boete opleggen.
Zie ook bij bestuurlijke boetes.
oorzaak aangiftebelasting loonbelasting
niet, niet-tijd of onjuiste
aangifte gedaan
€ 113,- € 1.134,-
de belasting is niet of niet-
tijdig op aangifte voldoen of
afgedragen
max. € 4.537
maar bij opzet/grove schuld max. 100%
van de niet of telaat betaalde belasting
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
44Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Verschillen aanslag- en aangiftebelastingen
Actie Aanslagbelasting Aangiftebelasting
Termijn doen aangifte. Min. 1 maand na uitreiken. Min. 1 maand na tijdstip of tijdvak.
Beoordeling aangifte? Ja, vooraf door inspecteur. Nee, alleen steekproefsgewijze controle
achteraf.
Aparte aanslag? Ja, door inspecteur op te leggen. Nee.
Afzonderlijke termijn voor
opleggen aanslag?
Ja, 3 jaar (+ uitstel) na ontstaan materiële
belastingschuld.
N.v.t.
Correctie mogelijk? Ja, via navorderingsaanslag. Ja, via naheffingsaanslag
Nieuw feit vereist? Ja, tenzij … Nee.
Termijn voor correctie 5 jaar (+ uitstel) na ontstaan materiële
belastingschuld
(bij tijdvakbelasting: na afloop van het tijdvak
Bijv. IB: kalenderjaar.
5 jaar (+ uitstel) na ontstaan materiële
belastingschuld
(bij tijdvakbelasting: na afloop van het tijdvak
bijv. OB: maand.
Voorlopige aanslagen mogelijk? Ja, worden verrekend met definitieve aanslag Nee, maar inspecteur kan wel een voorlopige
betaling eisen.
Voorheffingen? Ja, worden verrekend met definitieve aanslag N.v.t.
vergroting
12
2010 -- Formeel recht -- Deel 2
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
Versie 1.04 -- 31-dec-2010
45Auteur: Wim Laman
2010~AWR2.2-FE~PRES02
Einde