“Vraag het de inspecteur”

Vragen over (het toezicht op) mbo-examinering

27 mei 2010

Wim Kooijman

Deze presentatie…

… bevat het antwoord op de drie vragen door u gesteld

… bevat de antwoorden op vragen door anderen gesteld

… thematisch gerangschikt of gewoon op volgorde gezet

Toezichtkaders 2009 & 2010

• Geen wijzigingen in waarderingskader examinering.

• Geen nieuwe of andere accenten. De inspectie volgt alle landelijke ontwikkelingen (zoals het examenprofiel en ontwikkelingen in het CGO) op de voet om te zien of deze gevolgen (moeten) hebben voor het toezicht.

• Voor de volledigheid: de staatssecretaris heeft wel een aanvulling op het Toezichtkader bve 2009 vastgesteld, maar dat heeft (dus) geen gevolgen voor het waarderingskader examinering.

Uniforme beoordeling

• Beoordelen exameninstrumentarium:

1. advies van inhoudsdeskundige aan inspectie2. Analyse onderzoeksteam3. bespreking ter plaatse4. rapportage naar tegenlezer, referent, en bij onvoldoendes naar

toetsingscommissie

• Inhoudelijke borging:wekelijks intercollegiaal consult, tussentijds overleg, signalen uit veld in reactie op rapporten, bijscholing, informele bijeenkomsten met deskundigen uit veld (et cetera)

Dekking 2e generatie CGO

Toezichtkader bve 2009, pagina 39:

“Competentiegerichte opleiding 2de generatie kwalificatiedossier Minimaal 75% van de werkprocessen per kerntaak is geëxamineerd met examens die qua inhoud en qua toetsvorm passen bij de werkprocessen. Daarnaast is 100% van de eventuele, relevante wettelijke beroepsvereisten opgenomen in de examinering.”

NOTA BENE: dit is de toezichtsnorm (ondergrens). Als je vindt dat ALLE werkprocessen moeten worden geëxamineerd, dan is dat altijd goed (maar niet méér dan wat er in het kwalificatiedossier staat (bovengrens))

Dekking 2e generatie CGO

DUS:

• 55 % van de werkprocessen examineren is geen goed idee

• Als alle werkprocessen tijdens kwalificerende examinering met een voldoende zijn beoordeeld, dan is dus alles met een voldoende beoordeeld (waarom dan nog 1 kerntaak ‘doen’ voor het ‘afstuderen’?)

• Integrale beoordeling van kerntaken is prima, mits de dekking van de werkprocessen inzichtelijk blijft

Dekking 2e generatie CGO

Competenties zijn niets buiten de context van een werkproces of

kerntaak. Richt je bij de vormgeving van examinering op de omschrijvingen en de prestatie-indicatoren in deel C.

Als je daarmee niet uit de voeten kunt, leg dan vast waarmee je wel uit de voeten kunt, en waarom dat beter is.

Kwaliteit examinering

Een proeve kan ook door of samen met een deelnemer worden ontwikkeld.

Het is de verantwoordelijkheid van de examencommissie te waarborgen dat de examinering aan de eisen voldoet (WEB 7.4.5)

Ook als de examinering wordt ingekocht.

Talen Nu:

Alle vijf de taalvaardigheden (CEF: lezen, luisteren, schrijven, spreken, gesprekken voeren) moeten worden beoordeeld.

Voor taalexaminering gelden dezelfde eisen als voor alle overige examinering.

mbo-43F

mbo-2 en mbo-32F

mbo-12F

2009-2010

Prototype

2010-2011

Voorbeeldexamens Prototype

2011-2012

Pilotexamens(substantieel aantal studenten)

Voorbeeldexamens

2012-2013

Pilotexamens(zo mogelijk alle studenten)

Pilotexamens (substantieel aantal studenten)

Pilotexamens

2013-2014

Centrale examens Pilotexamens (zo mogelijk alle studenten)

Pilotexamens

2014-2015

Centrale examens Centrale examens Besluit in 2014

Talen toekomst:

Talen repareren:

Student is geslaagd voor alles, uitgezonderd talen

Examinering als extraneï

Inschrijving als deelnemer (850 uren norm naar rato inschrijvingsperiode)

Leren, loopbaan en burgerschap (LLB)

Hierover vragen wij een ‘verantwoordingsdocument’ waarin is aangegeven hoe de examinering eruit ziet. Voor dit document gelden geen specifieke eisen.

Voor vragen over de inhoud van het brondocument LLB, over het waarom van de vastgestelde taalniveau’s (CEF) of over kwalificatiedossiers in algemene zin: benader het relevante kenniscentrum.

Cesuur 2e generatie CGO

Toezichtkader bve 2009 pagina 40:

“Competentiegerichte opleiding gericht op 2e generatie kwalificatiedossier

- De cesuur van ieder exameninstrument ligt op een niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. Dit niveau kan zijn aangegeven als ‘voldoende’ als ondergrens.

- Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de werkprocessen.

- Er is sprake van een weging van de opdrachten/toetsen die geen afbreuk doet aan de gehanteerde cesuur.”

Cesuur 2e generatie CGO

• Wanneer is iemand geslaagd?

Als het examen met goed gevolg is afgelegd (WEB 7.4.6)

Indien alle toetsen van die opleiding met gunstig gevolg zijn afgelegd (WEB 7.4.2), en de BPV (WEB 7.2.8) gunstig is beoordeeld (WEB 7.4.3)

Dit geldt ook voor een uitstroom; dat is immers ook een opleiding.

Cesuur 2e generatie CGO

• Wanneer is iemand ‘met een rugzakje’ geslaagd?

Als het examen met goed gevolg is afgelegd (WEB 7.4.6)

Een deelnemer moet aan de verwachtingen (competenties) voldoen.

Reële ondersteuning / aanpassing om competenties aan te tonen.Competenties zijn niet vervangbaar.

Deskundigheid

Toezichtkader bve 2009, pagina 38:

“[De examencommissie] ziet erop toe dat betrokkenen, zowel binnenschools als buitenschools, voldoen aan de door haar vastgestelde vereisten inzake de gewenste deskundigheid voor examinering. Zij maakt voor zichzelf inzichtelijk in welke mate de betrokkenen aan de deskundigheidscriteria voldoen, treft zo nodig verbetermaatregelen en ziet toe op de effectiviteit daarvan.”

Mensen moeten dus in staat zijn hun werk naar behoren te doen.

De (relevante) criteria hiervoor stelt de examencommissie zelf vast.

Deskundigheid beoordelaars in de BPV

Dus…

ook beoordelaars in de BPV moeten voldoende deskundig zijn om hun werk naar behoren te doen.

Dit is de verantwoordelijkheid van de examencommissie.

Hoe zij deze deskundigheid vaststelt en beoordeelt, is echter ook aan de examencommissie.

Examinering in de BPV

Een deelnemer moet ‘een deel van de eindtermen’ (in de definitie die de WEB hieraan geeft in 7.1.3 vallen hieronder ook kerntaken, werkprocessen en competenties) in de BPV ‘realiseren’ (WEB 7.2.8)

Er is geen specifieke richtlijn over WAT of HOEVEEL er precies in de BPV moet worden geëxamineerd.

Alleen bij competentiegerichte opleidingen betrekt de inspectie de kwestie of er in de BPV wordt geëxamineerd in haar oordeel over de kwaliteit van de examinering.

Examinering in de BPV

Als bepaalde examinering zich niet leent voor de BPV, dan zal die elders moeten worden afgenomen.

Uitgangspunt is dat uit examinering een zo reëel mogelijk beeld naar voren komt of een deelnemer aan de eisen voldoet.

Het is van belang om vast te leggen welke keuzes hierin worden gemaakt. Er is bijna altijd een goede reden waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Die reden is echter lang niet altijd (meer) duidelijk als erom wordt gevraagd. Ook niet voor direct betrokkenen…

Overige vragen

• Ja, wij beoordelen ook itembanken.

• Nee, er komt geen site met daarop goedgekeurde examens die als voorbeeld kunnen dienen

• Een overzicht met good practices blijkt moeilijk samen te stellen. ‘Good practice’ is (om te beginnen) geen universeel begrip; de een zijn good practice is de ander zijn worst case

Overige vragen

“Mag je kennistoetsen voorwaardelijk stellen voor deelname aan een praktijkexamen?”

Ja, zolang dat helder is opgenomen in de studiegids/examenregeling en de deelnemer dus weet wat hij/zij kan verwachten.

Als deze voorwaardelijke toetsen worden betrokken bij het diplomabesluit worden deze zeker meegenomen in het inspectieonderzoek

Nog vragen…

ZIJN ER NIEUWE VRAGEN?

ZIJN ER VRAGEN NAAR AANLEIDING VAN?

Hartelijk dank voor uw aandacht