200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

25
Onderbouwing anamneseformulier Door: Marieke Stijf-van Breugel, Eva ten Voorde, Vanessa Schroer, Elisah Sneep, Yke Wierda en Jenneke Scholten. Versie: 0.1 Datum: 8 april 2020 Nederlands Wijkverpleegkundigen Genootschap

Transcript of 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

Page 1: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

Onderbouwing anamneseformulier

Door: Marieke Stijf-van Breugel, Eva ten Voorde, Vanessa Schroer, Elisah Sneep, Yke

Wierda en Jenneke Scholten. Versie: 0.1 Datum: 8 april 2020

Nederlands Wijkverpleegkundigen Genootschap

Page 2: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

Inhoudsopgave

1. Inleiding .................................................................................................................. 3

2. Waarom een anamnese? ...................................................................................... 4

3. Professionele kaders anamnese .......................................................................... 5

4. Gegevens verzamelen ........................................................................................... 6

5. Conclusie ............................................................................................................... 9

6. Hoe nu verder? .................................................................................................... 10

7. Literatuurlijst ........................................................................................................ 11

8. Bijlagen ................................................................................................................. 12A Uitwerking domeinen ............................................................................................ 12

B Normenkader en anammese ................................................................................ 14

C Visie op anamnese ................................................................................................ 18

D Positieve gezondheid en anamnese ...................................................................... 2

E ICF versus GORDON ............................................................................................... 2

F Brainstorm ................................................................................................................... 4

G Zes domeinen Positieve Gezondheid .................................................................... 5

Page 3: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

1. Inleiding Een belangrijk onderdeel binnen het verpleegkundig proces is de anamnese. Als NWG kwamen we tot de conclusie dat er nogal wat praktijkvariatie is in dit eerste gesprek met de cliënt. Het gevolg is een verschil in uitkomst voor de zorginzet. Ook sluit de huidige manier van werken niet meer aan bij de bestaande literatuur en eerdere opvattingen over de anamnese. Dit was reden voor de anamneswerkgroep van het NWG om de ‘Onderbouwing anamneseformulier’ te ontwikkelen. Een onderliggend document dat voor elk classificatiesysteem gebruikt kan worden en waarin alle vragen zijn opgesteld vanuit Positieve Gezondheid. Doel Doel van dit werkdocument is:

• praktijkvariatie binnen het anamneseproces terugdringen; • de uitvoer van het anamneseproces aan laten sluiten op de huidige visie op gezondheid; • vastleggen wat de huidige en wat de gewenste manier van werken is.

Werkwijze Eerst hebben wij opgehaald wat het belang is van de anamnesefase. Hierover lees je meer in hoofdstuk 2. Onze visie op gezondheid en op onze huidige zorgvragers is veranderd in de afgelopen jaren. Ook op landeliijk niveau is deze visie veranderd. Dit wordt in hoofdstuk 3 verder uitgediept. Een anamnesegesprek kan op veel verschillende manieren gevoerd worden. We hebben ons afgevraagd of deze verschillende methoden nog wel passend zijn. In hoofdstuk 4 bespreken we welke gegevens van belang zijn in de anamnesefase, hoe je die verzameld en hoe de verzameling vervolgens wordt verwerkt. Elektronisch dossier Veel wijkverpleegkundigen zoeken in het elektronisch dossier van hun organisatie ruimte om de anamnesegegevens te verwerken/beschrijven en missen een stap in het classificatiesysteem dat ze gebruiken. Kortom: de anamnese heeft nu geen plek in het classificatiesysteem bij het elektronisch dossier. De anamnese een duidelijkere plek geven binnen je classificatiesysteem is misschien een grote stap. Begin het gesprek met elkaar! Met collega-wijkverpleegkundigen, maar zeker ook met het hele team. Bespreek met elkaar hoe je een gesprek aangaat en pak dit werkdocument erbij. Bespreek dit ook met andere lagen binnen je organisatie. Zo wordt duidelijk wat er nodig is om het anamneseproces op een goede manier te starten om vervolgens aan de slag te gaan met het indiceren van zorg aan de hand van classificatiesysteem dat jullie gebruiken. Meer uniformiteit Met behulp van dit werkdocument hopen wij op meer uniformiteit, maar zeker niet op een standaardgesprek. Wij zijn overtuigd van het feit dat wijkverpleegkundigen weten hoe ze hun vak op een goede en verantwoorde manier uit moeten voeren. De wijkverpleegkundige weet zelf wanneer meer verdieping in een anamnesegesprek wordt gevraagd. De basis is dat je de cliënt leert kennen en een vertrouwensband opbouwt. Het werkdocument is een hulpmiddel, de wijkverpleegkundige blijft ‘in the lead’.

Page 4: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

2. Waarom een anamnese? Anamnese betekent letterlijk ‘voorgeschiedenis van ziekte’ (encyclo, 2018). Een anamnesegesprek houdt in dat de cliënt zijn ziektegeschiedenis kan benoemen aan degene die het gesprek leidt. Beginpunt verpleegkundig proces De anamnese is het beginpunt van het verpleegkundig proces; het verpleegkundig proces is een cyclus. Je voert een anamnese uit om de cliënt beter te leren kennen en te kijken welke zorgbehoefte er is. De anamnese geeft meer inzicht in de cliënt waardoor je met behulp van klinisch redeneren besluiten kunt nemen en samen met de cliënt doelen kunt stellen. Op basis van een goede anamnese kun je verpleegkundige diagnoses stellen. De bruikbaarheid en de nauwkeurigheid van de verpleegkundige diagnose hangen voor een groot deel af van een grondige en nauwkeurige gegevensverzameling. Continu proces De anamnese is een continu proces dat in alle fasen van het verpleegkundig proces plaatsvindt. De anamnese overlapt met de uitvoering- en de evaluatiefase in die zin dat de gegevensverzameling tijdens deze fasen gewoon doorgaat (Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces, Judith M. Wilkinson, 2012) Er zijn verschillende anamneses:

1) Initiële anamnese wordt afgenomen tijdens het eerste contact met de cliënt 2) Vervolganamnese wordt afgenomen nadat er een initiële anamnese is gedaan. 3) Speciële anamnese wordt afgenomen wanneer er specifiek op één aspect informatie nodig is.

Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een pijnanamnese. Het is belangrijk om tijdens een anamnese te vragen naar kwaliteit van leven, versterking van zelfmanagement, eigen regie en zelfredzaamheid van zowel de cliënt als het cliëntsysteem (Bont et al, 2012). Zie hiervoor bijlage C.

Page 5: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

3. Professionele kaders anamnese In het Normenkader (2018) wordt gesproken over een brede behoeftebepaling. Deze brede behoeftebepaling is de basis van de samenwerking tussen de wijkverpleging en de cliënt. Het bepaalt een deel van de kwaliteit van zorgverlening en de uitkomsten daarvan (zie bijlage B). Nieuwe visie op gezondheid In 2018 is het kwaliteitskader wijkverpleging opgesteld. Hetgeen daarin nieuw is, is de nieuwe visie op gezondheid: ‘Het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven’ (Huber, 2011). Deze visie wordt ondersteund in de gehele gezondheidszorg. Gezondheid wordt daarbij als een positieve, dynamische conditie gezien die rust op fysieke, functionele, psychische, sociale en spirituele pijlers (Bont et al, 2012). De brede behoeftebepaling is gericht op de kwaliteit van leven, versterking van zelfmanagement, eigen regie en zelfredzaamheid van zowel de cliënt als cliëntsysteem. Het is wenselijk dat de anamnese wordt uitgevraagd vanuit de visie op positieve gezondheid (zie bijlage D). Klinisch redeneren De brede behoeftebepaling wordt gestart vanuit klinisch redeneren. Een goed niveau van klinisch redeneren is noodzakelijk om goede besluiten over zorginzet te nemen en voor de noodzakelijke transparantie aan derden. Een goed niveau van klinisch redeneren wordt bereikt door praktijkervaring. Dit proces kan een aantal jaren in beslag nemen. Kritische denkvaardigheden zijn hiervoor noodzakelijk evenals de coaching door ervaren professionals (Straalen, 2014). ‘Uit een veelheid van gegevens moet een verpleegkundige kunnen selecteren welke informatie het meest relevant is om nader te onderzoeken’ Verpleegkundige instrumenten Verpleegkundigen die klinisch redeneren zullen niet alleen kennis moeten hebben van anatomie, fysiologie, pathologie, psychologie en sociologie. Zij moeten ook weten welke parameters onderzocht moeten worden en welke meetinstrumenten beschikbaar zijn om observaties te objectiveren. Uit een veelheid van gegevens moet een verpleegkundige kunnen selecteren welke informatie het meest relevant is om nader te onderzoeken. In het proces van klinisch redeneren gebruikt een verpleegkundige instrumenten. Dit zijn ordeningsmodellen, classificaties, methodieken, fasemodellen, stappenplannen etc. Bekende voorbeelden zijn GORDON en de ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health) (zie bijlag e F).

Page 6: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

4. Gegevens verzamelen Zoals eerder beschreven, zijn er verschillende instrumenten om een anamnese uit te voeren. De instrumenten zorgen voor een gestructureerde aanpak waarbij verschillende onderwerpen worden besproken. In het onderzoek dat is uitgevoerd door de anamnesewerkgorep van het NWG, is er gekeken naar verschillende anamnese-instrumenten die worden gebruikt in de zorg. De twee meest gebruikte zijn de ICF en GORDON. Meer hierover staat in bijlage E. De huidige anamnese-instrumenten zijn verouderd en vooral gericht op aanwezigheid van ziekte en de beperkingen die de cliënt daarvan ondervindt in het dagelijks leven. Terwijl volgens het normenkader onderzocht wordt hoe de cliënt zijn/haar dagelijks leven goed en prettig kan inrichten ondanks aanwezigheid van ziekte en beperkingen. Indiceren en organiseren Het normenkader (2018) heeft vastgesteld dat een hbo-opgeleide verpleegkundige de zorg indiceert en de zorgverlening organiseert. In de wijkverpleging wordt hij/zij de wijkverpleegkundige genoemd. Binnen de wijkverpleging heeft de wijkverpleegkundige een specifieke rol en verantwoordelijkheden. Die komen voort uit het hbo-beroepsprofiel en de daarvan afgeleide specifieke competenties voor de wijkverpleegkundige, die de basis vormen voor wettelijke bevoegdheden en bekwaamheidseisen. De specifieke rol omvat een aantal verschillende rollen en verantwoordelijken, die worden weergegeven volgens het CanMEDS model (zie bijlage B). Anamnese: begin verpleegkundig proces De wijkverpleegkundige is belangrijk in de eerste fase van het verpleegkundig proces. De anamnese, waarbij kennis gemaakt wordt met de cliënt, is zeer belangrijk. De anamnese is het begin van het verpleegkundig proces waarbij de verpleegkundige een kader heeft waarbinnen zij de unieke combinatie van kennis, vaardigheden en attitude kan toepassen, die de vakbekwaamheid (art) en wetenschap (science) van de verpleegkunde vormen. Na het eerste gesprek wordt de uitvoering van zorg ingezet door collega’s met verschillende deskundigheidsniveaus. Zij verlenen de zorg en zien en spreken de cliënt regelmatig. Samenwerken Niet alleen de wijkverpleegkundige, maar ook de collega’s zijn van belang tijdens de anamnese. In één gesprek wordt niet alles gezegd, waardoor regelmatig evalueren en bespreken van de zorg belangrijk is. Op een informele manier kan de samenwerkingsrelatie met de cliënt worden opgebouwd en kunnen gegevens worden aangevuld. Goed samenwerken begint met het elkaar leren kennen, waarna er een vertrouwensrelatie wordt opgebouwd. Een goede vertrouwensrelatie zal de gegevensverzameling ten goede komen. Kernwaarden Deze punten maken dat de wijkverpleging generalistisch, persoonsgericht en continu is en plaatsvindt in de nabijheid, bij mensen thuis. Deze vier kernwaarden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In hun onderlinge samenhang waarborgen zij dat de oplossingen die de wijkverpleging in samenspraak met haar cliënten en diens naasten realiseert, passend en duurzaam zijn. Zodat ze de eigen mogelijkheden van cliënten versterken en aansluiten bij hun wensen en behoeftes. ‘Wijkverpleging is generalistisch, persoonsgericht en continu en vindt plaats in de nabijheid, bij mensen thuis’ ‘Ertoe doen’ Het verpleegkundig handelen is gebaseerd op het besef dat gezondheid voor mensen geen doel op zich is, maar een middel om te kunnen (blijven) doen wat belangrijk voor ze is in hun leven. Als mensen dat kunnen doen en het gevoel hebben dat ze ‘ertoe doen’, blijven ze gezonder. Het achterhalen wat belangrijk is voor mensen en waarom, en welke belemmeringen cliënten ervaren, is een centraal aandachtspunt voor de wijkverpleging. Baas zijn en kunnen blijven over je eigen leven, in je eigen huis, waar je jezelf kunt zijn Finanen waar je jezelf kunt (blijven) redden, behoren tot de belangrijkste dingen in het leven van mensen. Vanuit de ICHOM-standaard Ouderen blijkt ook dat deze cliëntengroep eigen regie en zelfstandigheid belangrijk vindt (bron: ICHOM-standaard). Voor mensen bij wie dit om wat voor reden lastig is of lastiger wordt,

Page 7: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

speelt de wijkverpleging een cruciale rol bij het behouden, versterken of het herstel van eigen regie en zelfstandigheid. Juist het specifieke karakter van de wijkverpleging dat gebaseerd is op de vier kernwaarden, maakt dit mogelijk. Het maakt het ook noodzakelijk en onvermijdelijk dat zij onafhankelijk van specifieke financieringsbronnen, in samenspraak met cliënten op zoek kan gaan naar passende en duurzame oplossingen die hieraan bijdragen. Financiering zorg Wat voor cliënten van de wijkverpleging belangrijk is, is niet afhankelijk van de inrichting van de financiering van zorg en ondersteuning in onze samenleving. Daarom wordt de wijkverpleging binnen deze contouren van het kwaliteitskader, onafhankelijk van financieringsbronnen, gepositioneerd. Wij indiceren de zorg, kijken naar kwaliteit van leven/zorg en maken van daaruit een zorgplan. Het is een vanzelfsprekend onderdeel van passende en duurzame oplossingen, dat de wijkverpleging zich telkens in aard en omvang van de oplossingen, rekenschap geeft van de best passende financiering, inclusief financiering door cliënten zelf, daarvoor zorgdraagt, zich daartoe verhoudt en daarover verantwoording aflegt (wijkverpleging in context, Actiz 2017). 4.1 Gegevens verzamelen, welke dan? Eerder werd de brede behoeftebepaling al genoemd. Deze brede behoeftebepaling is een vraaggesprek waarbij gevraagd wordt naar gegevens op verschillende domeinen: somatisch, sociaal, omgeving etc. Naast het stellen van vragen ziet de wijkverpleegkundige de omgeving van de cliënt (huis/tuin) en ervaart/voelt de situatie aan. Er wordt veel gezien, gehoord, gevoeld en gevraagd. Al deze gegevens worden verzameld en op een systematische manier verwerkt. Tijdens de vragen is het belangrijk dat de wijkverpleegkundige het gesprek richting geeft en de cliënt zijn/haar verhaal laat doen. Een cliënt vindt het belangrijk om gehoord te worden (Institute for positive health, z.d.) De volgende gegevens zijn van belang (zie bijlage A en H):

• Leefgebieden: de verschillende leefgebieden geven een compleet beeld van de cliënt en zijn/haar netwerk.

• Medische gegevens: het is belangrijk om de medische gegevens te weten. Deze kunnen bekend zijn bij een andere zorgprofessional of verteld worden door de cliënt. Als de cliënt bekend is met zijn/haar diagnoses en weet welke keuzemogelijkheden hij/zij heeft, geeft dit richting voor de organistie van zorg.

• Netwerk: naast het verzamelen van medische gegevens is het in kaart brengen van het netwerk van de cliënt waardevol. Mantelzorgers, familie, buren of kennissen kunnen van betekenis zijn om de cliënt zijn/haar leven goed in te vullen.

Eigen regie Vanuit positieve gezondheid wordt vooral gesproken over wat de cliënt waardevol vindt, maar ook over hoe de cliënt eigen regie houdt over zijn/haar dagelijks leven (bijlage G). De manier waarop vragen worden gesteld heeft invloed op welke gegevens worden verzameld. Wijkverpleging in context (CVZ, 2013) heeft onderzocht welke vijf vragen belangrijk zijn om de eigen regie van de cliënt centraal te stellen: 1. Wat wilt u, wat zijn uw persoonlijke doelen? 2. Welke problemen heeft u daarbij? 3. Hoe komt dat en wat kunt u zelf doen? 4. Wat kan de mantelzorg/familie/sociale steunsysteem doen? 5. Wat kan de wijkverpleegkundige doen? 4.2 Gegevens ordenen Nadat de gegevens in de anamnesefase verzameld zijn, moeten deze gegevens geordend worden. Voor het ordenenen van de gegevens, ook wel classificeren genoemd, zijn verschillende definities:

● Van Dale: ‘Classificatie is rangschikking in klassen’ (www.vandale.nl). ● Gordon: ‘Classificatie behelst het vaststellen, benoemen en systematisch ordenen van

eenheden op grond van hun relaties. Voor een classificatiesysteem is een theoretische basis nodig om consistentie in het classificeren te waarborgen’(Gordon 2004).

● Nictiz: ‘Classificatie is een terminologiestelsel waarin concepten en termen op basis van gemeenschappelijke kenmerken zijn ingedeeld. Een terminologie, thesaurus, vocabulaire,

Page 8: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

nomenclatuur of classificatie wordt een codestelsel genoemd als de concepten geïdentificeerd worden met een code. Terminologie is een lijst van termen en concepten binnen een specifiek domein’ (www.nictiz.nl).

Classificatiesystemen Classificatie betekent dus een systematische ordening van verschijnselen, processen of objecten in logische en vaste categorieën. Het doel van een classificatie is iets snel terug kunnen vinden. Het is gebruiksvriendelijk en heeft een informerende functie. Voor het classificeren wordt gebruikt gemaakt van classificatiesystemen die zorgen voor eenduidig taalgebruik. Zorgverleners kunnen hier hun voordeel mee doen: ze verstaan elkaar en begrijpen van elkaar waar het over gaat. Maar een classificatie is meer dan eenduidig taalgebruik. Het is ook een ordeningsprincipe: wat hoort bij elkaar en wat niet? Een classificatiesysteem helpt zorgverleners bij de directe patiëntenzorg op verschillende manieren: 1. Het ondersteunt zorgverleners bij de anamnese en het bepalen van welke zorg nodig is en helpt hen niets te vergeten. Het dient als ruggesteun: wat is er precies met deze cliënt aan de hand? Waar wil ik naartoe werken? Welke interventies pas ik toe? 2. Het zorgt ervoor dat iedereen de problemen, de interventies en de uitkomsten op dezelfde manier beschrijft. Het helpt zorgverleners eenduidig te omschrijven wat ze doen en de zorg goed onder woorden te brengen. 3. Het vergroot de kennis. 4.3 Gegevens verifiëren De wijkverpleegkundige verifieert de verzamelde gegevens bij de mantelzorgers, bij andere zorgdisciplines en de familie van de cliënt. Ook de andere collega’s kunnen tijdens de zorgverlening nagaan of de gegevens juist zijn. Gegevens verzamelen vindt niet alleen tijdens de anamnese plaats, maar ook in de andere fasen van het verpleegkundige proces. Deze gegevens worden eveneens geverifieerd bij de cliënt, diens naasten en betrokken disciplines. Wanneer gegevens worden vastgelegd die specifiek door een cliënt zijn verteld, is het belangrijk dat deze geverifieerd worden. Tijdens het verzamelen van gegevens is het soms nodig om gegevens op te vragen bij andere zorgprofessionals. Het is belangrijk om mondeling toestemming te vragen aan de cliënt om de gegevens op te vragen bij derden en het vast te leggen wanneer toestemming is verleend. 4.4 Gegevens vastleggen Na het verzamelen en verifiëren van gegevens vervolgt de wijkverpleegkundige het verpleegkundig proces. De gegevens worden geanalyseerd om conclusies te trekken en vast te stellen welke problemen er zijn bij de cliënt. Samen met de cliënt bespreekt de wijkverpleegkundige welk probleem prioriteit heeft, stelt een verpleegkundige diagnose en werkt deze uit in een concreet zorgplan. Hierin beschrijft de wijkverpleegkundige de verpleegkundige diagnose(n) en formuleert de doelen SMART. Vervolgens worden passende (evidence based) interventies ingezet om deze doelen te behalen. Een zorgplan kan bestaan uit actuele en potentiële verpleegkundige diagnosen. Daarnaast kunnen er risico’s zijn die aandacht behoeven. Er wordt ook vastgesteld of een vervolg- of specifiële anamnese noodzakelijk is om bepaalde zaken verder uit te diepen. Een voorbeeld hiervan kan zijn dat er een risico is op vallen. Gegevens kunnen ook metingen (getallen/gesloten vragen), foto’s, documenten, film en/of audio zijn.

Page 9: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

5. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de betekenis van het woord anamnese niet aansluit op de huidige werkwijze in de wijkverpleging. Niet alleen de betekenis van anamnese, maar ook de instrumenten die nu worden gebruikt om de anamnese in goede banen te leiden, sluiten niet meer aan bij wat de cliënt belangrijk vindt in zijn/haar dagelijks leven. De huidige instrumenten zijn met name gericht op aanwezigheid van ziekte en de beperkingen daarvan in het dagelijks leven. Ons uitgangspunt is dat een cliënt ondanks ziekte en/of beperkingen zeker wel een betekenisvol leven kan ervaren. Ook is duidelijk geworden dat een anamnese niet één gesprek is, maar een proces dat continu doorgaat in alle fasen van het verpleegkundige proces. Tot slot zorgt een classificatiesysteem voor eenheid van taal. In het normenkader (2018) is vastgelegd dat er altijd een anamnese moet worden uitgevoerd, maar niet waar een anamnese aan moet voldoen. Dit verklaart de grote praktijkvariatie in het uitvoeren van de anamnesefase in de wijkverpleging. Om eenheid van taal en uitkomsten van zorg te realiseren zal de wijkverpleging een aantal vaste gegevens moeten gaan vastleggen voor de anamnese.

Page 10: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

6. Hoe nu verder? Onze bevindingen en nog openstaande punten zijn na te lezen in bijgevoegde presentatie.

Anamnese NWG.pptx

Page 11: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

7. Literatuurlijst Bakker, T., Habes, V., Quist, G., Sande, J., van der, Vrie, W. van de, (2017) Klinisch redeneren bij ouderen. Functiebehoud in levensloopperspectief. Houten, Bohn Stafleu van Loghum. Bont, M. de, Haaren, E. van, Rosendal, H., & Wigboldus, M. (2012) Expertisegebied wijkverpleegkundige. Utrecht: V&VN. CVZ (2013). Verkenning indicatiestelling als onderdeel van het verpleegkundig handelen. Diemen: CVZ. Van Haaren E, Mast J, de Graaf-Waar H, Martijn R. Klinisch redeneren en verpleegkundige classificaties. 2017;17–40. De Jong, J.H.J., Kerstens, J.A.M., Sesink, E.M., Vermeulen M.M., (2003) Handboek verpleegkunde: Niveau 5. De Jong Consulting B.V., Bohn Stafleu van Loghum. Institute for Positive Health. Mijn Positieve Gezondheid. - MijnPositieveGezondheid.nl. Geraadpleegd op 18 oktober 2018, van https://mijnpositievegezondheid.nl/ Jongh, T. et al. (2013). Leerboek anamnese. Houten, Bohn Stafleu van Loghum. Kieft, R. (2014) Programma V&V zorgresultaten. Utrecht: V&VN. KNMG, V&VN, KNOV, KNGF, KNMP, NIP, NVZ, NFU, GGZ Nederland, NPCF (2010) Handreiking verantwoordelijkheidsdeling bij samenwerking in de zorg. Utrecht Kwetsbare Ouderen [Internet]. [cited 2018 Oct 15]. Available from: https://www.thoon.org/wp-content/uploads/2018/02/zorgprogramma-ouderenzorg-2016.pdf Lambregts, J., Grotendorst, A., & Merwijk, C. van (2012) Leren van de toekomst. Houten, Bohn Stafleu van Loghum. Handreiking Persoonsgerichte zorg voor kwetsbare ouderen Nieuwe Waterweg Noord Delft Westland en omstreken [Internet]. [cited 2018 Oct 15]. Available from: https://zel.nl/wp-content/uploads/2014/07/20150601-Handreiking-persoonsgerichte-zorg-voor-kwetsbare-ouderen.pdf Richtlijn Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging [Internet]. [cited 2018 Sep 6]. Available from: http://www.venvn.nl/Portals/1/Nieuws/2015 documenten/Richtlijn Verpleegkundige en verzorgende verslaglegging.pdf Stehouwer CDA. Towards a new, dynamic concept of [Internet]. 2014 [cited 2018 Oct 19]. Available from: http://www.nvag.nl/afbeeldingen/2014/Thesis Machteld Huber.pdf Straalen, A.M. van (2014) Visie op klinisch redeneren. Utrecht: V&VN. Jong, J, de., Salentijn, C., Verpleegkunde in perspectief: Theorievorming, modellen en theorieën (1993).BVO plus serie. Houten, Bohn Stafleu van Loghum. Hemel, L. van., Verpleegkundige concepten en methoden (2008) – Garant. Wat is het – Institute for Positive Health [Internet]. [cited 2018 Oct 23]. Available from: https://iph.nl/positieve-gezondheid/wat-is-het/ https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/onderwijs/bijlage-2-samenvatting-canmeds-rollen.pdf

Page 12: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

8. Bijlagen A Uitwerking domeinen De brede behoeftebepaling is gericht op de kwaliteit van leven, versterking van zelfmanagement, eigen regie en zelfredzaamheid van zowel de cliënt als het cliëntsysteem. Deze brede behoeftebepaling is een vraaggesprek waarbij gevraagd wordt naar gegevens op verschillende domeinen. Zorgprofessionals brengen de aandachtsgebieden van de cliënt in kaart, verdeeld over 4 domeinen: • fysiologische domein • gezondheidsgerelateerde gedragsdomein • omgevingsdomein • psychosociale domein

Deze indeling is gebaseerd op het Omaha classificatiesysteem. Deze methodiek is niet leeftijdspecifiek opgebouwd, maar omvat het gehele terrein van de zorg. Het classificatiesysteem van Omaha vertoont daarmee overeenkomsten met systemen als NANDA. Elk gebied is nader omschreven in een aantal unieke signalen of symptomen. Richtlijn verpleegkundige verslaglegging Volgens de richtlijn verpleegkundige verslaglegging dient in ieder geval een aantal gegevens beschreven te staan. Een deel van deze gegevens lijkt relevant om tijdens de anamnese uit te vragen. Deze zijn hieronder cursief gedrukt. De andere gegevens kunnen ook op een ander moment besproken worden, sommige punten zijn discutabel of die tijdens de anamnese besproken moet worden. Het uitgangspunt bij het doen van een anamnese is altijd: instemming met de zorg en rekening houden met wensen en behoeften cliënt. De gegevens die volgens de richtlijn in het dossier moeten staan zijn:

• lichamelijk welbevinden en gezondheid, woon- en leefomstandigheden, participatie en mentaal welbevinden;

• de gezondheidssituatie, prognoses, gezondheidsrisico’s en eventuele professionele maatregelen;

• welke zorg de cliënt krijgt, met welk doel en op welk tijdstip; • het feit dat de cliënt (of zijn vertegenwoordiger) ingestemd heeft met het zorg-, behandel of

leefplan; • informatie over uitgevoerde voorbehouden handelingen;

Page 13: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

• gegevens over het medicatiebeheer van de cliënt; • de medicatietoediening met in ieder geval naam, frequentie en hoeveelheid; • dat bij de totstandkoming van het plan rekening is gehouden met wensen en behoeften van

de cliënt; • dat de cliënt of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger ondersteuning is aangeboden ten

behoeve van het overleg over het zorg(behandel)-leefplan.

Page 14: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

B Normenkader en anammese Het doel van wijkverpleging is de kwaliteit van leven thuis te bevorderen, ondanks ziekte, behandeling of beperking. Gezondheid wordt daarbij als een positieve, dynamische conditie gezien die rust op fysieke, functionele, psychische, sociale en spirituele pijlers (Kwaliteitskader, 2018). Het normenkader (V&VN, 2014) is een leidend principe voor de wijkverpleging. Dit zijn de beroepsafspraken die met elkaar zijn gemaakt. Het normenkader borgt de afspraken waarop kan worden getoetst en is eveneens opgenomen als leidend principe in het toetsingskader Zorg Thuis van de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De verpleegkundige inventariseert de zorgbehoefte en kijkt daarbij naar alle aspecten van het menselijk functioneren: het lichamelijke, het psychische, het functionele en het sociale. De zorg is gericht op kwaliteit van leven en versterking van zelfmanagement, eigen regie en zelfredzaamheid van zowel cliënt als cliëntsysteem (Bont et al., 2012). Samenwerking Verpleegkundigen werken samen met andere zorgprofessionals zoals verzorgenden, huisarts, medisch specialist, de specialist ouderengeneeskunde, paramedici, psychologen en professionals uit het sociale domein ten behoeve van afstemming en maatwerk. Verpleegkundigen monitoren de situatie en zijn soms casemanager. Klinisch redeneren Op basis van het verpleegkundig proces vindt besluitvorming rond indiceren en organiseren van zorg plaats. De methode die verpleegkundigen daarbij hanteren is het klinisch redeneren. Klinisch redeneren kan gezien worden als het hart van verpleegkunde. Klinisch redeneren wordt als volgt beschreven: “Klinisch redeneren is het continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op de vragen en problemen van een individu en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid. Het continue cyclische proces van redeneren omvat risico inschatting, vroegsignalering, probleemherkenning, interventie en monitoring” (Lambregts et al., 2012 pag. 171 e.v.).

Een goed niveau van klinisch redeneren (klinische blik) wordt bereikt door het opdoen van praktijkervaring. Dit proces kan een aantal jaren in beslag nemen. Kritische denkvaardigheden zijn hiervoor noodzakelijk evenals coaching door ervaren professionals (Straalen, 2014). Van traditionele verzorgingsstaat naar participatiesamenleving Voor besluiten rondom indicatie en organisatie van zorg betekent dit meer aandacht voor zelfmanagement en preventie, maar ook een duidelijke focus op het versterken van eigen regie en

Anamnese

Diagnoseevalueren

uitvoeren Resultaten

Interven3es

Achterhalenwatbelangrijkisenwaaromdatzois

Welkebelemmeringenmensendaarbijondervinden

Versterkenvaneigenmogelijkhedenvanmensen

afgestemdophunwensenenbehoe<es

Bestpassendeenduurzameoplossingen

Generalis?sch,Persoonsgericht,Con?nu,Innabijheidvanmensen

Kunnenmensenweer/nogdoenwatbelangrijkvoorzeis

conformafgesprokenresultaten?

Verpleegkundigproces

Page 15: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

zelfredzaamheid als belangrijke voorwaarden voor kwaliteit van leven. Samenwerking en afstemming met professionals uit het sociale domein zijn daarbij noodzakelijk. Van verpleegkundigen wordt verwacht dat zij professioneel opereren in dit spanningsveld. Het gaat om maatwerk en cliëntgerichte zorg. Normenkader Het normenkader is opgebouwd uit zes normen. Deze laten zien waaraan verpleegkundigen moeten voldoen wanneer zij verpleging en verzorging in de eigen omgeving indiceren en organiseren. Hieronder gaan we in op de opvallende zaken in het normenkader die van belang zijn voor een goede anamnese. Norm 1: Indiceren en organiseren van zorg vindt plaats op basis van professionele autonomie Bij indicatie en organisatie van zorg komt een hoge mate van professioneel eigenaarschap kijken. V&VN bedoelt met eigenaarschap dat verpleegkundigen staan voor hun vak inhoud en zich als eigenaar hiervan opstellen (Kieft, 2014). Norm 3: Indiceren en organiseren van zorg is gericht op het versterken van eigen regie en zelfredzaamheid van cliënten en het cliëntsysteem Wijkverpleegkundigen geven aan dat bij het versterken van eigen regie en zelfredzaamheid de volgende vragen centraal staan (CVZ, 2013): 1) Wat wilt u, wat zijn uw persoonlijke doelen? 2) Welke problemen heeft u daarbij? 3) Hoe komt dat en wat kunt u zelf doen? 4) Wat kan de mantelzorg/familie/sociale steunsysteem doen? 5) Wat kan de (wijkverpleegkundige doen?

Figuur 2. Stappen in de verkenning van zelfredzaamheid van cliënt en cliëntsysteem Norm 4: Besluitvorming rond indiceren en organiseren van zorg vindt plaats op basis van het verpleegkundig proces Planning van resultaten en interventies Zorgresultaten worden gesteld in termen van kwaliteit van leven of het voorkomen van verlies, het behoud of het verbeteren van aspecten van het dagelijks functioneren. Veel verpleegkundige zorg kan gevat worden onder de noemer ‘zorg-gerelateerde preventie’. Bijvoorbeeld preventie van koorts, pijn, ondervoeding, uitdroging, immobiliteit, incontinentie maar ook preventie van eenzaamheid, somberheid, overbelasting (Lambregts et al., 2012, pag. 46). Interventies zijn voor zover mogelijk evidence-based.

Page 16: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

CanMEDS-rollen niveau 6 Als wijkverpleegkundige ben je de spil in de wijk als het gaat om het verbinden van zorg, wonen en welzijn. Je houdt je bezig met curatieve zorg, maar ook met preventie van ziekte en bevordering van gezondheid. De rollen en verantwoordelijkheden zijn samengevat in het CanMEDS-model. Volgens de CanMEDS-rollen niveau 6:

· verlenen wijkverpleegkundigen zelfstandig verpleegkundige zorg. · in (hoog) complexe en onvoorspelbare, instabiele zorgsituaties. · Dragen medeverantwoordelijkheid voor het aansturen van processen en de

ontwikkeling van collega’s.

Rol Werkzaamheden

Zorgverlener • Stelt op basis van klinisch redeneren een verpleegkundige diagnose vast, ten aanzien van de behoefte aan (verpleegkundige) zorg.

• Regisseert en coördineert bij een complexe zorginhoudelijke vraag, om samen met het team, tot een passende interventie te komen.

• Ondersteunt, indien nodig, bij de uitvoering daarvan en betrekt waar nodig andere professionals.

• Stelt de zorgindicatie vast of stelt deze bij en vraagt deze aan.

Communicator • Zet een passende interventie in vanuit gids, coach, expert of adviseurschap, afhankelijk van de situatie van de zorgvrager.

• Past de nieuwste informatie- en communicatietechnologie toe (bv. E-health, elektronisch cliëntendossier, etc.).

Samenwerkingspartner • Gaat een langdurige relatie aan met de zorgvrager en onderhoudt die relatie.

• Weegt de waarde van verschillende kennisbronnen af voor de zorgvrager in het besluitvormingsproces.

• Werkt multidisciplinair samen binnen en buiten de zorg met betrekking tot zorg- en behandeldoelen.

• Deelt de nodige kennis en informatie met collega’s, zodat de continuïteit van zorg is geborgd.

Reflectieve EBP-professional

• Hanteert een methodische aanpak, met een probleemanalyse en de onderzoekscyclus, bij zorg- en organisatievraagstukken.

• Verantwoordt het handelen vanuit kennisbronnen. • Houdt de verpleegkundige deskundigheid van zichzelf en

anderen actief op peil. • Draagt actief bij aan kennisontwikkeling.

Gezondheidsbevorderaar • Analyseert het gedrag en de omgeving van de zorgvrager dat leidt tot gezondheidsproblemen van de zorgvrager of groepen zorgvragers.

• Zet preventieve interventies in, mede gericht op zelfmanagement van de zorgvrager.

Organisator • Toont verpleegkundig leiderschap door collega’s en teams aanwijzingen te geven, te adviseren en te coachen.

• Draagt continu en methodisch bij aan het bevorderen en borgen van de veiligheid van zorgvragers en medewerkers door risico’s in kaart te brengen, fouten en incidenten te melden, mogelijkheden tot verbetering van de zorgverlening te signaleren en te rapporteren.

Page 17: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

• Weegt financieel economische-, organisatie- en zorgvragers belangen af in het kader van materialen en middelen.

Professional en kwaliteitsbevorderaar

• Bewaakt op een methodische en kritische wijze de uitvoering en borging van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg.

• Signaleert het ontbreken van richtlijnen en standaarden en doet voorstellen tot het verbeteren hiervan.

• Draagt (proactief bij aan de kwaliteitszorg van de organisatie.

Page 18: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

C Visie op anamnese Brede behoeftebepaling Een goede anamnese waarin een brede behoeftebepaling plaatsvindt, is de basis van een samenwerkingsrelatie met de cliënt. Het bepaalt de kwaliteit van zorgverlening en de uitkomsten daarvan. Het doel volgens het normenkader (2018) is de kwaliteit van leven te bevorderen, ondanks ziekte, behandeling of beperking. Gezondheid wordt daarbij als een positieve, dynamische conditie gezien die rust op fysieke, functionele, psychische, sociale en spirituele pijlers. Die brede behoeftebepaling is gericht op de kwaliteit van leven, versterking van zelfmanagement, eigen regie en zelfredzaamheid van zowel de cliënt als cliëntsysteem (Bont et al, 2012). Vanuit het oogpunt van de cliënt is het tijdens het anamneseproces van belang om gehoord te worden en zijn/haar verhaal te kunnen doen aan de zorgprofessional. De cliënt vindt een betekenisvol leven belangrijk. (Institute for positive health, z.d.) Betekenis van het leven achterhalen Om erachter te komen wat voor de cliënt betekenisvol is in het leven en welke vragen daaruit voortkomen, is dit belangrijk om te weten te komen tijdens een anamnese. Als wijkverpleegkundige is het daarom van belang om met de juiste vragen de betekenis van het leven te achterhalen voor een cliënt en niet alleen te vragen naar ziekte, beperkingen en waar de zorg van betekenis voor kan zijn. Stel vragen over:

1. Lichaamsfuncties 2. Mentaal welbevinden 3. Zingeving 4. Kwaliteit van leven 5. Meedoen 6. Dagelijks functioneren

De wijkverpleegkundigen geven aan dat bij het versterken van eigen regie en zelfredzaamheid van de cliënt de volgende vragen centraal staan (CVZ, 2013):

1. Wat wilt u, wat zijn uw persoonlijke doelen? 2. Welke problemen heeft u daarbij? 3. Hoe komt dat en wat kunt u zelf doen? 4. Wat kan de mantelzorg/familie/sociale steunsysteem doen? 5. Wat kan de (wijkverpleegkundige doen?

Wie voert de anamnese uit? Gegevensverzameling In deze fase verzamel je de informatie die je nodig hebt om gezondheidsproblemen bij cliënten vast te stellen, te voorspellen en te voorkomen. Door gegevens te verzamelen krijg je ook zicht op de gewenste interventies en zorguitkomsten. Diagnose Je analyseert je gegevens zodat je conclusies kunt trekken en kunt vaststellen welke problemen er spelen (actuele of risicoproblemen), of er risico’s zijn op het gebied van patiëntveiligheid en of je anderen moet raadplegen. Daarnaast stel je vast of vervolganamnese noodzakelijk is om bepaalde zaken verder uit te diepen. Planning In deze fase bepaal je hoe de zorg het beste uitgevoerd kan worden. Je stelt prioriteiten en kiest verpleegkundige interventies. Je maakt een zorgplan of verpleegplan dat toegespitst is op de individuele situatie van de patiënt. Implementatie Tijdens de implementatiefase wordt de zorg uitgevoerd. Je zorgt dat de zorg afgestemd blijft op de veranderende situatie van de cliënt.

Page 19: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

Evaluatie Tijdens de evaluatie van de zorg stel je vast of de gewenste uitkomsten zijn bereikt en/of de zorgverlening moet worden aangepast. Parameters en meetinstrumenten Verpleegkundigen die klinisch redeneren, zullen niet alleen kennis moeten hebben van anatomie, fysiologie, pathologie, psychologie en sociologie, maar moeten ook weten welke parameters onderzocht moeten worden en welke meetinstrumenten beschikbaar zijn om observaties te concretiseren. Uit een veelheid van gegevens moet een verpleegkundige kunnen selecteren welke informatie het meest relevant is om nader te onderzoeken. Redeneerhulpen In het proces van klinisch redeneren, gebruikt een verpleegkundige redeneerhulpen. Dit zijn ordeningsmodellen, classificaties, methodieken, fasemodellen, stappenplannen etc. Bekende voorbeelden zijn GORDON en ICF. In het normenkader (2018) is vastgesteld dat de hbo-opgeleide verpleegkundige indiceert en de zorgverlening organiseert naast het uitvoeren van zorg. In de wijkverpleging wordt zij de wijkverpleegkundige genoemd. Eerste fase De wijkverpleegkundige is belangrijk in de eerste fase van het verpleegkundig proces. De anamnese (=eerste gesprek) waarbij de brede behoeftebepaling plaatsvindt, is zeer belangrijk. Dit wordt gedaan volgens klinisch redeneren. Een goed niveau van klinisch redeneren is noodzakelijk om goede besluiten over zorginzet te nemen maar ook voor de noodzakelijke transparantie van derden. Een goed niveau van klinisch redeneren wordt bereikt door ervaring op te doen in de praktijk. Dit proces kan een aantal jaren in beslag nemen. Kritische denkvaardigheden zijn hiervoor noodzakelijk evenals de coaching door ervaren professionals (Straalen, 2014). Uitvoering van zorg Na het eerste gesprek wordt de uitvoering van zorg ingezet door collega’s Verzorgende IG (VIG) en mbo-verpleegkundigen. Zij verlenen de zorg en zien en spreken de cliënt regelmatig. In 2010 werkte V&VN mee aan het schrijven van een handreiking verantwoordelijkheidsdeling in de zorg. De handreiking geeft aandachtspunten voor een goede samenwerking tussen zorgverleners. Er zijn dertien aandachtspunten opgesteld (KNMG et al. 2010). Niet alleen de wijkverpleegkundige, maar ook de collega’s zijn van belang tijdens de anamnese. In één gesprek wordt niet alles gezegd waardoor regelmatig evalueren en bespreken van de zorg belangrijk is. Op een informele manier kan de samenwerkingsrelatie met de cliënt worden opgebouwd.

Page 20: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

D Positieve gezondheid en anamnese Als beroepsgroep omarmen wij het werken met positieve gezondheid. Hierin wordt niet gefocust op de ziekte die mensen hebben, maar op de mens zelf, hun veerkracht en wat hun leven betekenisvol maakt. In het kwaliteitskader wordt ook uitgegaan van het volgende: “In alle gevallen probeert wijkverpleging mensen zoveel mogelijk in staat te stellen hun eigen leven voort te zetten, ondanks beperkingen door gezondheid of leeftijd”. Dat wil zeggen dat de aandacht zich richt op de kwaliteit van leven en het versterken van de zelfredzaamheid (Kwaliteitskader, 2018). Door deze kijk al mee te nemen in het anamneseproces, worden mensen aangesproken op hun eigen regie en worden ze gefaciliteerd om te kiezen voor wat zij belangrijk vinden in het leven. Machteld Hubert’s concept op gezondheid: “Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven. Positieve Gezondheid is de uitwerking in zes dimensies van dit nieuwe concept van gezondheid”. Landelijk wordt er gebruik gemaakt van vragenlijst die het Institute for Positive Health heeft samengesteld. Die wordt in diverse praktijken gebruikt en is voor een diverse groep cliënten en patiënten geschikt. Het gaat om gesloten vragen, gericht op 6 domeinen, die gezondheid beïnvloeden: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren (iph.nl, 2017). Als hulpmiddel is het zogenoemde spinnenweb ontwikkeld om met de cliënten te praten over wat zij belangrijk vinden. Dit is een middel; belangrijker is het verhaal daarachter. In het spinnenweb staan zes thema’s centraal:

• Hoe gaat het lichamelijk met de cliënt? • Hoe gaat het mentaal met de cliënt? • Vindt de cliënt het leven zinvol? • Vindt de cliënt dat hij of zij een prettig leven

heeft? • Doet de cliënt mee in de maatschappij? • Hoe ziet het dagelijks leven van de cliënt

eruit?

Nu de visie op de wijkverpleging opnieuw wordt vastgesteld, kunnen we het belang van de rol van positieve gezondheid in de anamnesefase onderstrepen zodat het gedachtegoed eigen kan worden gemaakt. Toch zijn er ook tegengeluiden als het gaat om de leeftijd waarin deze tool goed toe te passen is. Voornamelijk oudere mensen vinden het lastig om het spinnenweb in te vullen en zijn daarnaast ook niet gewend om hierover na te denken en de eigen regie te nemen. De Effectmonitor kan hierbij helpen. De Effectenmonitor is een ‘leefwereld instrument’ gericht op zelfstandig wonende ouderen. Met deze methode wordt de zelfredzaamheid bevorderd en komt de voortgang in beeld. ‘Deze vorm van zelfevaluatie versterkt de bewustwording, geeft inzicht in de eigen situatie en helpt zo bij zetten van de juiste stappen naar een zo prettig mogelijk leven’. Door middel van stellingen wordt er een score gegeven aan de verschillende domeinen. Hier ontstaat net als bij de methode van Huber een ster die inzicht geeft in de aan- of afwezigheid van een bepaald domein binnen de gezondheid. Daarnaast heeft de ouderenster ook een aantal open vragen om het gesprek over de verschillende domeinen op gang te brengen. Uit de praktijk blijkt dat cliënten uit zichzelf vertellen over de dingen die voor hen het meest belangrijk zijn of hen het meest bezig houden.

Page 21: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

E ICF versus GORDON Een classificatie is een gestandaardiseerde terminologie die wordt gebruikt voor het vastleggen van de verschillende stappen in het verpleegkundig proces. Met een classificatie worden gegevens vastgelegd en worden ze vervolgens geordend in bepaalde categorieën. In dit document gaan we in op twee veelgebruikte classificaties, de ICF en GORDON. ICF De ICF is een heel breed opgezette classificatie. Tot nu toe is het vooral gebruikt bij de anamnese-/ diagnostische fase, het in kaart brengen van het functioneren (functies, activiteiten en participatie) en de factoren die daarop van invloed zijn. Met de ICF kan zowel het probleem (negatief) als het wel aanwezige functioneren (positief) worden beschreven. ICF benoemt het menselijk functioneren en niet alleen de problemen; het gaat uit van wat iemand nog kan doen en heeft daarmee een positieve insteek. De ICF is een ondersteuning voor het verhelderen van de problemen van de cliënt. Het biedt een standaardtaal en een schema voor de beschrijving van iemands functioneren vanuit drie verschillende perspectieven: 1. Vanuit het menselijk organisme: functies en anatomische eigenschappen 2. Vanuit het menselijk handelen: activiteiten 3. Vanuit de mens als deelnemer aan het maatschappelijk leven: participatie (https://www.who.int) Zorgverleners kunnen met de ICF verschillende factoren onderscheiden die het functioneren van mensen kunnen beïnvloeden:

• medische factoren: de ziekte, de aandoening of het letsel dat iemand heeft; • persoonlijke factoren: bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, opleiding, persoonlijkheid, bewegings- en

voedingsgewoonten; • externe factoren: iemands fysieke en sociale omgeving, bijvoorbeeld het huis waar iemand

woont, de aanwezigheid van hulpmiddelen, de werkomgeving, vrienden en sociale normen.

Gezondheid wordt beschreven vanuit lichamelijk, individueel en maatschappelijk perspectief en ICF gebruikt externe factoren om de mens en zijn gezondheidstoestand in een bepaalde context te plaatsen.

Page 22: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

ICF wordt door meerdere disciplines gebruikt (fysiotherapeut, huisarts, paramedicus en medisch specialist) in verschillende vakgebieden en uiteenlopende sectoren. Het doel van ICF is een bijdrage leveren aan eenduidig taalgebruik en communicatie op interdisciplinair en internationaal niveau. Dit classificatiesysteem vergemakkelijkt gegevens te vergelijken van verschillende mensen in verschillende landen met verschillende culturen. De ICF is niet gemaakt om deel uit te maken van het verpleegkundig proces. Gordon Gordon is geen classificatie. Gordon onderschrijft de principes van de verpleegkundige diagnostiek, maar is in Nederland vooral bekend als assessmentinstrument. Veel verpleegkundigen koppelen Gordon aan de NANDA, terwijl dit niet automatisch zo is. In de elf gezondheidspatronen ordent Gordon de diagnoses van de NANDA in een logisch geheel. Gordon is dus eigenlijk een ordening van verpleegkundige diagnoses. In de elf gezondheidspatronen beschrijft Gordon wat dysfunctioneel is, dus alleen het negatieve.

IICF Gordon Beschrijft het menselijk functioneren Uit de gezondheidsproblemen worden er

verpleegkundige diagnoses opgesteld

4 dimensies met begrippen, definities en codes 13 domeinen met klassen en diagnostische concepten

Neutrale termen Beschrijving van problemen

Anamnese op basis van gezondheidspatronen van Gordon.pdf

Page 23: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

F Brainstorm

1. Algemeen • Visie op besluitvorming en de verpleegkundige invloed en hoe verhoudt zich dat binnen een

organisatie • Als beroepsgroep hebben wij een opvatting over ons vak. In iedere organisatie zijn er keuzes

gemaakt over ons vak dat nu gaat veranderen. • Het helpt als je je organiseert met wijkverpleegkundigen binnen je organisatie zodat je eerst

vakinhoudelijk een opvatting krijgt en dan de positie neemt om je te laten faciliteren om de kwaliteit van ons werk te vergroten.

• Tot nu toe zijn de organisaties lid van het NWG, dus zij steunen al de vakinhoudelijke ontwikkeling.

• Gezien de vergrijzing, personeelstekort en kosten is er een maatschappelijke noodzaak om ons vak te ontwikkelen, zodat de praktijkvariatie kleiner wordt en het het resultaat van ons vak is dat de zorg effectiever, duurzamer en efficiënter is.

• Grootste bottleneck voor de wijkverpleegkundigen zelf is dat wijkverpleegkundigen het moeilijk vinden om te bedenken HOE je dat als wijkverpleegkundigen kunt doen. Daar is facilitering nodig vanuit NWG, regionale platforms en organisaties.

• Het is essentieel dat de wijkverpleegkundige invloed heeft op de inhoud van het ECD. Veel ECD’s zijn staatsapplicaties. Dat wil zeggen dat er meere aanbieders gebruik maken van eenzelfde ECD’s en er vaak compromissen gemaakt zijn.

• Willen we het effect van ons werk zichtbaar maken, dan zullen we de belangrijke thema’s vast moeten leggen en gaan standaardiseren.

1. Er is landelijk weinig vertrouwen in de wijkverpleging. De enorme praktijkvariatie, de kosten en het gebrek aan vastlegging zijn daar de oorzaak van. Vanuit het NWG willen we antwoord geven op wat de klant mag verwachten van wijkverpleging, wat mag de samenleving verwachten van wijkverpleging?

2. Niet de indicatiestelling maar het opstellen van een zorg- behandelplan is de basis. En de kwaliteit van het zorg- behandelplan is zo goed als het ordenen en interpreteren van alle verzamelde gegevens.

3. Het Zorginstituut gaat inzetten op een verschuiving van procesindicatoren naar uitkomstindicatoren voor patiënten. Dat sluit goed aan bij Ichom.

4. Lokaal zou de kennis van het NWG gedeeld kunnen worden in regionale platforms zodat je ook daar met de wijkverpleging consensus bereikt over de werkwijze van het NWG.

5. De wijkverpleegkundige is eindverantwoordelijk, maar de verzorgende en verpleegkundige hebben ook een verantwoordelijkheid. Kennen van de context van de cliënt (anamnese) en het daardoor goed lezen van het behandelplan bepaalt de kwaliteit van de uitvoering. Intervisie met het team op casusniveau is essentieel om de zelfredzaamheid binnen het team bij de klanten te vergroten. Communicatie met de klant is ook heel belangrijk. De klant hoort vaak een bezuiniging in de zelfredzaamheid doel. Het is een wens om tools te geven over hoe je een cliëntbespreking houdt.

6. Het kan niet meer dat er ‘indicatie wijkverpleegkundigen’ bestaan en ‘gewone wijkverpleegkundigen’.

Page 24: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

G Zes domeinen Positieve Gezondheid In het gedachtengoed van Positieve Gezondheid staan zes domeinen staan centraal die met elkaar weergegeven worden in een spinnenweb. Ieder domein is uitgewerkt in uitspraken. Voor elke uitspraak kan de cliënt aangeven of hij het ermee eens is (10) of oneens (0) Lichaamsfuncties

- Hoe gaat het lichamelijk met u? o Ik voel mij gezond o Ik voel mij fit o Ik heb geen klachten en pijn o Ik slaap goed o Ik eet goed o Ik herstel snel na inspanning (bijv. sporten) o Ik kan makkelijk bewegen (bijv. Traplopen, wandelen, fietsen)

Mentaal welbevinden - Hoe gaat het mentaal met u?

o Ik kan dingen goed onthouden o Ik kan mij goed concentreren o Ik kan zien, horen, praten, lezen o Ik voel me vrolijk o Ik accepteer mezelf zoals ik ben o Ik zoek naar oplossingen om moeilijke situaties te veranderen o Ik heb controle over mijn leven

Zingeving

- Heeft u een zinvol leven? o Ik heb een zinvol leven o Ik heb ’s morgens zin in de dag o Ik heb idealen die ik graag wil bereiken o Ik heb vertrouwen in mijn eigen toekomst o Ik accepteer het leven zoals het komt o Ik ben dankbaar voor wat het leven mij biedt o Ik wil mijn hele leven blijven leren

Kwaliteit van leven

- Heeft u een prettig leven? o Ik geniet van mijn leven o Ik ben gelukkig o Ik zit lekker in mijn vel o Ik ervaar evenwicht in mijn leven o Ik voel mij veilig o Ik ben tevreden over waar ik woon en met wie o Ik heb genoeg geld om mijn rekeningen te betalen

Meedoen

- Doet u mee in de maatschappij? o Ik heb goed contact met andere mensen o Andere mensen nemen mij serieus o Ik heb mensen met wie ik leuke dingen kan doen o Ik heb mensen die mij steunen als dat nodig is o Ik heb het gevoel dat ik erbij hoor in mijn omgeving o Ik heb werk of andere bezigheden die ik zinvol vind o Ik ben geinteresseerd in wat er in de maatschappij gebeurt

Dagelijks functioneren - Hoe ziet uw dagelijks leven eruit?

o Ik kan goed voor mijzelf zorgen (bijv. wassen, aankleden, boodschappen, koken) o Ik weet wat ik wel kan en wat ik niet kan

Page 25: 200429 NWG beleidsdocument Anamnese - Kundig.nl

o Ik weet hoe ik mijn gezondheid kan verzorgen o Ik kan goed plannen wat ik op een dag moet doen o Ik kan goed omgaan met het geld dat ik iedere maand krijg o Ik kan werken of vrijwilligerswerk doen o Ik weet hoe ik zo nodig hulp kan krijgen van officiele instanties