1946 0101 germendorf verblijf oom nol in duitse dwangarbeid boekje

26
, .. - '. ... . '. ", ..... .""' . ... . ;- . ..

description

In 1943 werd mijn oom als student gedwongen te gaan werken in Duitsland. Hij kwam in 1943 in Germensdorf terecht waar hij met 15 anderen de laatste twee jaar van de Tweede Wereldoorlog doorbracht. Zo maakte hij ook de bevrijding door de Russen mee. In 1946 gaf mijn opa het boekje de Parnas uit. Daarin stonden de belevenissen van de Delftse en Rotterdamse studenten. Hieronder een scan van dat boekje.

Transcript of 1946 0101 germendorf verblijf oom nol in duitse dwangarbeid boekje

, .. - '. -:~~~~: ... . '. ·'i~:;·~1t

", ..... ".~'

.""' . ... . ;- . ..

DE PARNAS Memoires uit het "Heinkellager" . Germendort

Op rijm gezet door

FRANS NEPPÉRUS en

NOL V AN DER DRIFT

Getllustreerd door

NOL BELO

Op een kwade Zaterdag Werden briefjes rondgebracht; Waarop dan te lezen viel: Nu waren alle studs de piel.

WQar-op don ie fe ~e" viel:

Ook vrij kort was de termijn, Maandag moesten w' er al zijn. We moesten weer met koffers zwoegen, Zonder dat we er om vroegen.

Als grijsaards sleepten' we ons voort, 't Was een wreedheid ongehoord. De sterksten kwamen 't eerste aan, Zwakke Nep kwam achteraan.

Kaartjes werden opgespeld, Ziesel heeft zic'h vaak verteld. Zelfs op de dekens viel te lezen, Dat hier Ziesel viel te vrezen.

,.. ~----

I<oo,.tje!. we.-den opgespeld

Belo zorgde in dit kamp Voor een ons vertrouwde damp. Weldra deden allen mee, Maar Belo bleef 't die 't 'm dee !

De "Lagerführer" ,kwam 'ns kijken En ging ons met een chef verrijken. Door de duisternis misleid, Heeft ie ons met Stoop verblijd.

Als noodzakelijk complement Werd z'n slapie toen' erkend. Dit onsmakelijk duet, ;Bezorgt ons immer zekere pret.

5

Twee man waren er te veeL Dat bezorgde veel krakeel. Onze leiding in 't getouw. Resultaat: Wij, -hebben ze nou I

In een bedje bovenan Leefd' een grouwelijk tyran I Verd~stuk poep, erin -de kou! Dan vries je maar 'ns Pruisisch blauw.

.. lee/~ et" .9t'ouwelyk tY"~'" .

Men zag als Russen en Polakken Ons petten op de schedel plakken. Maarschalk Foch en 'n tartaarse heer Gaven we verbluffénd weer.

6

De aandacht was gauw afgeleid Want Schrama raakte weer z'n bagage kwijt. leder werd bij de buren rover, Maar lapie hield nog steeds wat over.

Brulaap Nep blaast graag trompet, En houdt ons uren uit ' t bed, Totdat een rauwe slaperskreet Hem zich schuw verbergen deed.

Ot DrulQOp Nep .

Maar ook andere muzikanten, Opgedoken aan alle kanten, Speelden met hun jonge leven Dat ze gaarne wilden geven. Voor een serie schelle tonen Verder rijmt 't niet goddome.

Leo pakt alles kort en bondig aan, Laat voor 't station z'n wagen staan. 't Is gek, 't is gek, Fruytier heeft altijd 'n grote bek I 't Is raar, 't is raar, Voet's ouwe heel' speelt alles klaar 1

7

Met een extra vuile greep Bracht Kees z'n slapie snel om zeep. Sindsdien ligt Leo's povere rest Alreeds om 8 uur op z'n nest.

Met e~n ext-ra vuile greep btotht Kees zn r.lapie snel om zeep.

Dit eindigde met ecn duivellach, Die Nol weer ten gehore braClht. Die bruisend door de kamer giert, Zo schril, zo hoog en zo gespierd.

Scheiden doet niet altijd lijden, Aps vertrek zou ons verblijden. Met z'n eeuwige gejank, Oogst hij Belo's stank VOor dank.

's Nachts ligt Voets in bed te roken, Tracht hij 'n crematie vuur te stoken? Wie ligt toch 's nachts de krant te lezen, Dat moet katoog Ziesel wezen .•

8

Met een soort van cirkelzaag, Raspt zich Ap de baard !heel graag. Maar wanneer 't vlug moet gaan, Wordt't met een kwast gedaan.

Met' een soo,.t van cirkelzaag

Met Russinnen wou men dansen, Maar gering bleken de kansen. Zagen ze maar Nunes' gezicht, Ze klampten zich vast aan 'n ander wicht.

Bij het kaarslicht op de tafel, Opent Alkerna z'n wafel. En hij dist ons z'n verhalen op, Als moeder de gans met 'n dichterskop.

Fruytier zorgt trouw voor appelsap. Hij is te vinden voor 'n grap. Maar dat fles zes verdwenen bleek, Vond hij terecht een rotte streek.

9

Roem en eer 't kamerhoofd, Die het "Lager" heeft beroofd Van een doos vol jam en zoet, Avé Stoop, ge zijt gegroet.

Avé. 5~oop.

- Iedere week trekt onze broodheer Bij een bakkersvrouw van leer. Hij ,heeft 'n koffer om van te rillen, Veel te zwaar om op te till'en.

Belo, een gasfabrikant van formaat, Kreeg 't heden weer te kwaad. Om z'n lijfgeur te camoufleeren, Trac1" tte hij haastig rubber te cremeren. 't Res ltaat was ieders kreet: "Toe elo, laat 'n frisse scheet I"

Aan 't alarm heeft ieder de pee, lMaar komt 't niet, dan is men ontevree; Vooral Sjoerd, die door sensatiezucht gekweld De "pointe" mist, door Theo verteld.

io

Met meedogenloos plezier Hoort men de bommen "prasselen" hier. Maar komt 't 'geweld ons al te na, Dan verstomt 't gekwaak van Alkema. We proppen dan onze koffers vol En ijlen naar 'n scherfvrij ·hoI.

Achter 'n dikke winterjas, Schuilt de top van de Parnas. Heerlijk dichtwerk wrocht men daar, Maar, waar blijft de ouwe klaar: Elke dag één glaasje maar?

Achh,. .é/1 dikke winte.jas,

Waar landrot Saaf eerst sliep, Ronkt nu een rondborstig zeemanstiep. Twee admiraals op éne sdhuit, Dat loopt vast op 'n scheepsramp uit.

In 't lege bed dook Evelein Z'n zwoele humor mag er zijn. Waarschijnlijk is hij gast geweest Op dat bekend "liefdadig" feest. Was daar toen niet een geoloog Als ons 't geheugen niet bedroog?

11

Op imaginaire baren Wilden Sjoerd en Leo varen, Door 't donker werd men niet gestoord, Want 't schip had radio aan boord. De vlootvoogden werden gemolesteerd En smadelijk gefouilleerd.

Want het sehi p had tódio aan boord.

Als Alkema verhalen doet, Is 't Appie, ·diè'weer vuilbekken moet. Zelfs Marcels besèheiden stemgeluid Maakt tegen deze zondvloed weinig uit.

't Ziektecijfer fluctueert, 't Geboortecijfer nihileert. '!'wee maanden no"g, dan kan 't beuren Zullen we resultaten speuren?

Rembrandt vond hier z'n evenknie, Belo ontpopt zich als genie, l\1et z'n pen zoo raak en scherp Schetst hij 't delicaatste onderwerp.

12

Ziesel in een boertige bui Tapte volgende vieze ui : "Als Nunes naar z'n bed toe gaat Zie je hem in z'n blote naad".

A J s N unes nnor z'n bed tOt,gaat I

T'Oranienburg in banden Zat loense Leo vast Voor 't pieus brieven branden Was .hij daar "paying" gast. Maar 't duurde 'n kort poosje Of de duvel kwam weer uit 't doosje.

Op 't feest van den goedheilig man Toont Fröhlich plotseling wat ie kan. Met verbijsterende perversiteit Raakt ie Freud::complexen kwijt.

Het schaken is een schone zaak En schenkt de sterksten veel vermaak. Als onwillig offervee Slepen ze de zwakken mee.

13

Sjoerd en Leo bouwden vloten Door de ihele kamer werd ervan "genoten. Maar Zondags trokken ze ten strijde, Een keurkorps klerken hadden beiden. Alle schepen werden in de grond geboord, En nooit heef~ men nog iets over zeeslagen gehoord

Nep had muizen in z'n kast, Maar werd door Ernst al snel verrast, Met een echt Duitse muizenval, 'n Ietwat gecompliceerd geval. Maar nemen lieten de muizen zich niet, Zoals je op 't prentje ziet.

Om 't geestelijk peil wat op te hogen, Schreef onze Ap, 't is ongelogen, Een abel::spel vol viezen luister, Omtrent de première tast men in 't duister.

14

Toen N eps pakket geplunderd bleek Vond ieder het een gore streek. De hele kamer schoot uit z'n slof. Voor Nep bleek 't aClhteraf een bof. Met zalm in blik betaalde Nol De rekening voor deze lol.

De Kerstmis bracht veel spel en dans, Danskampioen is twijfelloos Anç, .zag je 'm niet in de cantine dansen Dan zat ie zeker bij de Fransen. Met 't eten waren we erg content, We worden hier bepaald verwend .

.•• vet"' 'pel en don"

18

Parnassus ging aan 't kwijnen, Men zag hen in 't "revier' verdwijnen, Zodra ze daar dan aanbelanden Vielen ze in 's dokters handen. In twijfelachtige grafieken Noteert men pols en koorts der zieken.

25 Mark een pak tabak Is veel te veel voor een platte zak. Toen 't echter werd verloot Bleek de animo heel groot. Marcel, zich noemend econoom, Vond 5 loten heel gewoon. Het voordeel dat ie daarin ziet Is minstens 4 maal ene niet.

Puber Albers, die stoute bengel, Verveelt ons vaak met z'n gejengel. De racepoep kon 'm niet beletten, Kees een pijpje af te zetten .

.Dt "Pu ber A Ibers. •

16

... dreef Ab i'n spelers 'blj e'''Gar

Op de laatste dag van 't jaar Dreef Ap z'n spelers bij elkaar. De schilden waren wat reëel En schokten 't publiek moreel.

Het doek ging op, 't spel begon Voor 'n publiek, dat zich niet beheersen kon. 't Regende veel viezigheden Waarop de ridders een uitval deden. Na 'n stormachtig ende Was 't in de zaal één vieze bende.

Sjoerd en Leo brachten menigmaal In onze kamer veel kabaal. Nauw hadden ze de buik vol van 't varen op zee Of 't was ons interieur wat hen niet meer voldee' Maar snel was 't met die nieuwlichterij gedaan Want Ap kon niet meer in z'n straatje zitten gaan.

17

Wie hier sassen wil aan 't hek, Hem schiet de .. Lagerführer" lek. Komt, toont wat meer gemeensClhaps~in, Gaat tot de heldre kamp plee in.

Wie zich 's morgens hier gaat wassen, Staat tot de dijen in de plassen, Maar wie zich wast in werktijd, Denkt zeker dat 't vuil wegslijt.

Waartoe dat handtastelijk onderzoek Van ons Keesje aan z'n broek. Zit oer soms in dat gewest Een bloeddorstig vlooiennest.

AIbers wordt een echte man, Hoor 's hoe hij vloeken kan. Auer's voorraad toets en snaren Tra~ht hij hier bijeen te garen. Tot 's avonds laat is ie op reis, Trotserend wind en sneeuwen ijs.

18

J os Voets was ditmaal de sigaar, 't Is bedonderd, maar 't is waar, Kerels, kerels, past toch op, Je hebt hier zo een kale kop.

Het lot van Kees is wel te dragen "Beter dan al die pakken" hoor ik Visser klagen. Pakketten rotten om 'm heen, Zoëven vond ie er weer een.

P"ket"1: en rotten om hem heen;

Eddy was weer heel erg st ou t, En fopte ons met 'n handje zout. Daardoor zag men bij' 't scheren, Velen sdhuimloos opereren. Vreselijk boos brulde Marcel: "Mannetje, jou krijg ik weIl"

19

Door verleidelijke vrouwenogen Werden velen, philologen. Maar waar senorita's zijn Houden de insiders diep geheim.

Het schaakvuur is voorgoed geblust; Ziesel heeft nu eindelijk rust. Om acht uur ronkt reeds deze knaap, Thuis hield ie vast 'n winterslaap.

Een Heinkelvliegtuig werd vermist, Dies werd onze bagage nagevist Door 'n drietal groene gasten, Die ons in de slaap verrasten. We werden echter slechts bestolen, Van wat gummie voor de zolen.

dies. werd on ze b4gQ.ge nage.vtst

Piet Visser lag 'ns in het "Revier" . En dacht: "Wat is 't rustig hier, \1 M'n dienstbaarheid behoort tot 't verleden, Marcel moet zelf nu maar naar E-den."

Keesje vertrok plots naar Küstrin, Sindsdien is ·hij niet meer terug gezien. Mocht 't misschien nodig zijn, Dan legt ie een Juno rookgordijn.

20

Bij 't hek was 'n hevige strijd ontbrand, Tussen ons en de Fransen aan d'andere kant. De "Clhapeau" en de "pipe" in 't voorste gelid, Waren voor den vijand een dankbaar doelwit. Ten koste van blauwe ogen en 'n ruit Viel de strijd in ons voordeel uit.

Voor de deur 'n grote plas Waarin men loost in winterjas; Gaa t men daar eens scherper turen, Vindt men er vuiltjes van de buren.

voor dt' deur ee.n gl'ote plas

Ap is tegenwoordig rassoloog, Zwamt urenlang over de kleur van je oog. Hopenlijk zal hij daarover gaan zwijgen, En een nieuwe talenmanie krijgen.

Marcel mist hier de Sovjet sfeer, Met in huis: kippen, varkens en zo meer. Hij m'aakt alvast een kloek begin, En richt op bed een mestvaa/lt in.

21

In onze knusse rodde1hoek Brengt men menig uurtje zoek. , s Avonds hoort men ze nijver zoemen. We zullen maar geen namen noemen.

Zaterdagavond bij de buren jolijt Foei r 't was ál slechtigheid. Tot 's Zondags laat duurde 't feest, We zijn er allemaal bij geweest.

we tyn er allen by ge.wee.sé

Tot een Parnasje gaf ons stof De taartenbakker Molotof. Des avonds laat werd aangezegd Dat een veemgericht zou worden belegd. Weerspannig bracht ie z'n vuiltje naar de W.C. '\ Morrend liep 't volk mee. )

't Is lang geleen, dat de muziek hier minnaars vond En men 's Zondags wegtrok in de morgenstond. Door de kou blijft men in bed verpozen, En verlaat 't slechts om tierend te gaan lozen.

22

Zie ik daar 's nachts een vuurvlieg zweven o nee, 't is Hes, nicotine houdt 'm in 't leven. Z'n leventje is zo slecht nog niet, Als je zo al die pakjes ziet.

De verwarming was doorlopend uit, Maar daarom gaven we geen fluit. Want onze steun en stutse was Des Lagerführers winterjas. Ook met 't eten zijn we ruim tevree, Want .de Lagerführer eet zelf ook mee.

want de Lager {ühret' ee~ ook mee!

Albers liet ons pas erg schrikken Naast z'n bed lag ie te stikkep.. Diagnose van Papa: 40 koorts I dus angina.

23

Aip is aan sibbekunde gaan doen, Tot onze verbazing bemerkten we toen Dat wij hier doodgewoon samenwonen, Met keizers:: en met narren zonen.

Marcel is onze eerzame kronijken Met 'n zwarte bladzij gaan verrijken. Men zag dees zoon uit 't Zeeuwse land Zidh verstoppen onder 'n dames::ledikant.

24

Hij, 'die met voorbedachte raad Zeeppoeder door de kamer zweven laat, Ontloopt niet z'n gerechte straf, Men br.eekt hem zijne bedstee af. Toen Kóen ons dreigde met de waterkan Overwon Leo z'n zwijnshond en ging dran.

2S

Waar kwam toch Visser pas vandaan, . Hij was naar de plee gegaan; En met afgestroopte broek Las hij gezellig in z'n boek.

Nep gaat terug naar Nederland, Hij sohrijft U dit met eigen hand.

Heb dank, 0 Nep, voor al je zwoegen, Wanneer we om Parnassen vroegen.

26

COLOPHON

DIT BOEK WERD GEDRUKT

ANNO DOMINI MCMXLVI

OP DE PERSEN VAN DRUKKERIJ

VAN DER DRIFT N.V. TE DELFT