1902624 121 De Leeuw van Putten Jaarverslag 2018-ZH · WONINGSTICHTING DE LEEUW VAN PUTTEN...
Transcript of 1902624 121 De Leeuw van Putten Jaarverslag 2018-ZH · WONINGSTICHTING DE LEEUW VAN PUTTEN...
Jaarstukken 2018
WONINGSTICHTING
DE LEEUW VAN PUTTEN
WONINGSTICHTING
DE LEEUW VAN PUTTEN
Stichting De Leeuw van Putt en
Oostkade 16, 3201 AM
Postbus 818
3200 AT Spijkenisse
Telefoon (0181) 601333
E-mail info@deleeuwvanputt en.nl
Internet www.deleeuwvanputt en.nl
Handelsregister KvK nr. 24177789
NRV-nummer 15899
Instellingsnummer L1896
Opgericht als Vereniging 27 februari 1981
Toegelaten bij KB nr. 9 13 oktober 1982
Omgezet naar Stichting 11 november 1999
Laatste statutenwijziging 23 november 2018
Raad van Commissarissen
mr. B.K.A. van Rijsbergen voorzitt er
mw. P.A.M. Legen vicevoorzitt er
mr. K.G. Westhoff lid
drs. W. Oving lid
drs. P.S.G. Fransman RA lid
Directeur-bestuurder
ir. M.A. de Booij statutair directeur
Managementt eam
M.L. du Bois MSc Manager Vastgoed
mw. S.M. Broekmeulen Manager Wonen
R.F. Fraanje Manager Financiën
drs. R. Geertsma beleidsmedewerker
1 |
InhoudsopgaveBESTUURSVERSLAG 3
1 Verslag van het bestuur 3
2 Verslag van de Raad van Commissarissen 4
2.1 Visie op toezicht en toetsing 4
2.2 Verslag vanuit de toezichthoudende rol 5
2.3 Verslag vanuit de werkgeversrol 7
2.4 Verslag vanuit de klankbordfunctie 8
2.5 Over de Raad van Commissarissen 8
3 Betaalbare woningen verhuren 11
3.1 Instroom 11
3.2 Verhuurbaarheid 12
3.3 Huurbeleid 12
3.4 Doelgroepen 13
4 Woningbezit op peil houden 15
4.1 Strategisch voorraadbeheer 15
4.2 Assetmanagement 15
4.3 Verduurzamen van de woningvoorraad 16
4.4 Onderhoud 17
4.5 Leefbaarheid 19
5 Maatschappelijk samenwerken 21
5.1 Lokale partners 21
5.2 Prestatieafspraken 21
5.3 Langer thuis wonen 22
5.4 Bewonersparticipatie 23
6 Klantgericht werken 25
6.1 Klantgerichtheid 25
6.2 Aedes Benchmark, aft ersales en enquêtes 25
6.3 Klachtencommissie 26
6.4 Personeel 26
6.5 Communicatie 28
6.6 Visitatie 28
6.7 Compliance 29
6.8 Databeveiliging 29
7 Financiën 30
7.1 Marktwaarde en beleidswaarde 30
7.2 Financieel beleid 31
7.3 Cijfers 2018 32
7.4 Blik op de toekomst 33
7.5 Kerncijfers en kengetallen 35
8 Risicomanagement en de toekomst 37
9 Verklaring van het bestuur 39
JAARREKENING 41
Balans per 31 december 2018 (na resultaatbestemming) 41
Winst-en-verliesrekening over 2018 42
Kasstroomoverzicht over 2018 43
Toelichting op de Balans en de Winst-en-verliesrekening 45
Winst-en-verliesrekening DAEB over 2018 69
Winst-en-verliesrekening niet-DAEB over 2018 70
Kasstroomoverzicht DAEB over 2018 71
Kasstroomoverzicht niet-DAEB over 2018 73
Vaststelling en goedkeuring 75
OVERIGE GEGEVENS 76
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 76
| 2
3 |
BESTUURSVERSLAG
De Leeuw van Putten is een organisatie die actief nadenkt over het verder
verduurzamen van het woningbezit, daarbij de belangen van haar huurders
(goed en betaalbaar wonen) nadrukkelijk centraal stelt en de medewerkers
aanmoedigt zich voortdurend te ontwikkelen, om voorbereid te zijn op de
opgaven voor de middellange en lange termijn. Daarbij worden bewust
prioriteiten gesteld en weloverwogen keuzes gemaakt.
Voorbeelden hiervan zijn de ontwikkeling van een assetmanagementmodel,
de overweging om het IT-systeem te vervangen en de duurzaamheids-
ingrepen, zoals het installeren van zonnepanelen. Ook het zorgen voor
betaalbaar wonen, het goed samenwerken met maatschappelijke partners
en het realiseren van een leefbare woonomgeving zijn zaken waar gericht
op wordt ingezet.
Over deze onderwerpen is er vaak overleg met de Huurdersvereniging LvP,
de gemeente Nissewaard en de verschillende belanghouders. Ook zijn veel
van deze zaken opgenomen in de lokale prestatieafspraken.
Wij vinden het belangrijk om het aantal betaalbare woningen dat wij
bezitten niet te veranderen. Dit hebben we ook vastgelegd in ons
visiedocument 2018-2022 ‘Maatschappelijk verbonden’. Wat we zien is
dat door de scherpe toewijzingsregels de groep huurders met een laag
inkomen of zonder werk groter wordt. We krijgen dus steeds meer nieuwe
huurders met een laag inkomen die daardoor ook minder kansen hebben
op een actief sociaal leven. Door de strengere toewijzingsregels zien we
ook dat mensen minder snel verhuizen naar een andere (huur)woning.
Huishoudens met een laag of middeninkomen ondervinden grote druk
op de betaalbaarheid van het wonen. Dan gaat het naast de huur ook om
energielasten en gemeentelijke belastingen. De betaalbaarheid van het
wonen was een belangrijk gespreksonderwerp in 2018, onder andere in
overleggen met de Huurdersvereniging LvP en de gemeente Nissewaard.
Wij houden vast aan het beleid om de voorraad betaalbare woningen
overeind te houden en wanneer nodig de huur bij mutatie terug te brengen
tot onder de aftoppingsgrenzen.
De huurwoningen van De Leeuw van Putten worden aangeboden via
WoonnetRijnmond.nl, een woonruimtebemiddelingssysteem van meerdere
corporaties in de Rotterdamse regio. Dit systeem biedt woningzoekenden
een volledig digitaal platform waarop de meeste sociale huurwoningen in
de Rotterdamse regio overzichtelijk worden aangeboden.
De huursom mocht in 2018 met maximaal 2,4% stijgen. Wij hebben in
2018 een huursomstijging van 1,9% gerealiseerd. Dit is het resultaat van
de huurverhoging per 1 juli 2018 van gemiddeld 1,9%. Het effect van de
harmonisatie bij mutatie was nihil door de vele aftoppingen en de gevolgen
van het passend toewijzen.
Het passend toewijzen is goed ingebed in ons woningtoewijzingssysteem.
Van de huishoudens met een inkomen onder de huurtoeslaggrens moet
minimaal 95% een woning betrekken met een huurprijs lager dan de
aftoppingsgrens. Dat hebben we gerealiseerd met 99%. Neveneffect is dat
grotere woningen voor de lagere inkomens onbereikbaar zijn geworden.
Bij bepaalde woningen zijn om deze reden in 2018 huurprijsverlagingen
doorgevoerd.
De druk op de lokale woningmarkt blijft groot. Mede door de verplichting
om vergunninghouders te plaatsen. In overleg met de gemeente en colle-
ga-corporaties zijn in 2018 afspraken gemaakt om aan deze taakstelling te
kunnen blijven voldoen. Deze afspraken zijn onderdeel van de gemaakte
prestatieafspraken voor 2018.
Onze meerjarenvisie 2018-2022 “Maatschappelijk verbonden” geeft
een beeld waar we over 5 jaar staan en welke richting we op gaan als
corporatie. In deze visie kijken we ook verder dan de komende vijf jaar. Dat
is nodig omdat vrijwel ons volledige woningbezit rond 2025 ongeveer 45
tot 50 jaar oud is.
In 2018 hebben we nadere stappen gezet om een passend assetmanage-
mentmodel te maken.
Uitgangspunt daarbij is dat we rond 2025 moeten gaan starten met het
aanbrengen van differentiatie binnen ons eenvormige bezit om ons voor te
bereiden op de grote herstructureringsopgave in de toekomst. Deze opgave
willen we op eigen kracht uitvoeren. Om dat te kunnen financieren is het
plan om ons vermogen tot die periode te laten groeien.
Onze investeringen richten zich de komende jaren op de bestaande
voorraad. We investeren in de verdere verduurzaming van de woningen
om daarmee de betaalbaarheid op lange termijn te kunnen borgen.
Bij planmatig onderhoud kiezen we voor energiezuinige systemen en
materialen. Daarnaast zijn we bezig met het aanbrengen van zonnepanelen
op gemeenschappelijke ruimten en op woningen. In 2018 hebben we een
gemiddelde energie-index gerealiseerd van 1,37 (label B).
Onze maatschappelijke missie luidt:
‘Wij zetten ons maximaal in om de individuele woonwensen van de huidige
en toekomstige bewoners te vervullen. We leveren een wezenlijke bijdrage
aan een ongedeelde samenleving zodat mensen prettig kunnen leven in
onze wijken. We doen dat door bij te dragen aan gemengd wonen qua
inkomen, afkomst of plek in de samenleving. Wij zijn bij uitstek een sociaal
verhuurder.’
In ons bestuursverslag verantwoorden we ons extern over de behaalde
resultaten. We hebben daarvoor doelstellingen geformuleerd waarop we
in de afgelopen beleidsperiode gestuurd hebben. Het bestuursverslag is
opgezet langs de lijnen van het jaarplan 2018. In de volgende hoofdstukken
zetten we per doelstelling uiteen welke resultaten we bereikt hebben.
We hebben onze maatschappelijke opdracht met overtuiging en plezier
uitgevoerd. Mocht u opmerkingen hebben die kunnen bijdragen aan goed
en betaalbaar wonen in Spijkenisse, dan hoor ik dat graag.
Maarten de Booij
directeur-bestuurder
Verslag van het bestuur
| 4
Hoofdstuk 2
Verslag van de Raad van Commissarissen2.1 Onze visie op toezicht en toetsingDe Raad van Commissarissen (RvC) van De Leeuw van Putten heeft tot taak
toezicht te houden op het bestuur en op de algemene gang van zaken in
de woningcorporatie en staat tevens het bestuur met raad ter zijde. De RvC
houdt onder andere toezicht op:
- realisatie van de doelstellingen van de corporatie;
- realisatie van de volkshuisvestelijke opgaven;
- strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de corporatie;
- opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesyste-
men;
- kwaliteitsbeleid;
- kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording;
- financieel verslaggevingsproces;
- naleving van toepasselijke wet- en regelgeving.
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de RvC zijn intern
beschreven in de in 2018 opnieuw vastgestelde statuten van De Leeuw van
Putten en verder uitgewerkt in het reglement voor de RvC van 11 september
2018.
De RvC heeft in 2018 commissies ingesteld, te weten een auditcommissie
en een selectie- en remuneratiecommissie. Beide commissie beschikken
over een reglement.
Verder conformeert de RvC zich aan de Governancecode Woningcor-
poraties. In dit jaarverslag over 2018 wordt aangegeven hoe de code is
toegepast. Een woningcorporatie heeft de maatschappelijke verplichting om
een transparante publieke verantwoording af te geven. De RvC volgt daarin
zowel de inhoud als de geest van de regelgeving. Ook is iedere commissaris
lid van de branchevereniging VTW (Vereniging Toezichthouders Woningcor-
poraties).
De RvC van De Leeuw van Putten is van mening dat werken volgens
wettelijke regels en codes, kennis en inzicht zeer belangrijk zijn, maar
eenzelfde importantie dient te worden toegekend aan houding en gedrag
(cultuur) van de medewerkers, bestuurder en toezichthouders van de
corporatie.
Toezichtskader
De RvC en het bestuur hebben een visie op besturen en toezicht houden,
waarbij wordt ingegaan op de verantwoordelijkheid voor het realiseren van
de doelstellingen, de strategie, het beleid, de financiering en de onderlinge
wisselwerking in rollen. De RvC is zich bewust van de verschillende taken
die zij heeft (toezichthouder, adviseur, klankbord en werkgever).
Om als RvC het toezicht beter te structureren, is in 2018 een geactualiseerd
toezichtskader opgesteld. Dit document geeft aan binnen welk kader de
RvC haar toezichttaak uitoefent.
Het toezicht voldoet aan de volgende aspecten van de Governancecode:
- Er is een scheiding tussen de verantwoordelijkheden van het bestuur en
het toezichthoudend orgaan.
- De RvC beoordeelt periodiek haar eigen functioneren en dat van het
bestuur.
- De aaneengesloten termijn dat de leden lid van de RvC mogen zijn, is
maximaal twee termijnen van vier jaar.
Het toezichtskader is een document waarin de RvC op hoofdlijnen
beschrijft hoe zij haar eigen rol ziet en hoe zij invulling wil geven aan haar
kerntaken. Dit kader helpt het toezicht beter te structureren. Het bestaat uit
formele spelregels en gedragsnormen voor goed toezicht. De waarde van
dit toezichtskader is de bindende functie die het heeft binnen de RvC. Het
leidt tot focus en een gedeeld referentiekader. Het kader stimuleert de RvC
na te denken over de eigen rolopvatting en kan ook bij zelfevaluaties benut
worden.
In het toezichtskader staat de toezichtvisie van de RvC geformuleerd.
Daarnaast wordt ingegaan op de waarden die de RvC hanteert bij haar
taakuitoefening. De missie, visie en de strategie van De Leeuw van Putten
zijn opgenomen en de taken van de RvC staan weergegeven.
Het vertrekpunt is dat de RvC beoordeelt of de corporatie haar maat-
schappelijke functie nu en in de toekomst goed kan vervullen. Vanuit de
geformuleerde visie moet bepaald worden welke strategische maatregelen
daarbij horen. En die maatregelen moeten vanuit de RvC goed gevolgd
kunnen worden middels een PDCA-cyclus.
In dit jaarverslag legt de RvC, als onderdeel van een maatschappelijk
ondernemende organisatie, publiekelijk verantwoording af over de wijze
waarop zij invulling heeft gegeven aan de uitvoering van de taken en
bevoegdheden in het afgelopen jaar.
Het toezichtskader is door de RvC in 2018 in gebruik genomen voor
het nemen van besluiten, het beoordelen van bestuursbesluiten en de
bewaking van de realisatie van de corporatiedoelstellingen.
5 |
2.2 Verslag vanuit toezichthoudende rolToezicht op strategie
Om de toezichthoudende taak goed te kunnen vervullen, heeft de RvC zich
regelmatig door het bestuur laten informeren over de (financiële) resultaten
in relatie tot de beoogde doelen, de ontwikkelingen met betrekking
tot projecten, de voortgang van de actualisering en uitvoering van de
prestatieafspraken en het bod in de gemeente Nissewaard, de nieuwe
Woningwet en de relevante externe ontwikkelingen waar De Leeuw van
Putten mee geconfronteerd werd.
De RvC heeft in het afgelopen boekjaar overleg gehad met de externe,
onafhankelijke accountant (Deloitte Accountants B.V.) en de onderne-
mingsraad om zich op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in het
speelveld van De Leeuw van Putten. Daarnaast zijn rondom specifieke
onderwerpen regelmatig MT-leden van De Leeuw van Putten aanwezig bij
vergaderingen van de RvC. Bredere oriëntatie op de externe ontwikkelingen
vindt plaats aan de hand van vakliteratuur en via de lokale, regionale en
landelijke media. Daarnaast hebben leden van de RvC, zowel individueel als
collectief, externe bijeenkomsten bijgewoond.
Toezicht op financiële en operationele prestaties
De RvC heeft zich gedurende 2018 op verschillende momenten en naar
aanleiding van diverse onderwerpen beziggehouden met de inzet van
het vermogen en de financiële continuïteit. De RvC heeft zich via de
kwartaalrapportages laten informeren over de voortgang (PDCA-cyclus) van
relevante onderdelen van de bedrijfsvoering van De Leeuw van Putten.
Managementletter
In de vergadering van 6 februari 2018 heeft de RvC de managementletter
van de externe accountant Deloitte Accountants B.V. met het bestuur
besproken. Het bestuur is met de aanbevelingen aan de slag gegaan en
rapporteert hierover aan de RvC.
Jaarverslag, jaarrekening en accountantsverslag
Op 22 mei 2018 heeft de RvC het jaarverslag 2017, de jaarrekening 2017
en het accountantsverslag besproken met de directeur-bestuurder en de
externe accountant Deloitte Accountants B.V. Vervolgens heeft de RvC
goedkeuring aan deze stukken verleend.
Begroting en de financiële meerjarenprognose
Op 12 november 2018 is de begroting 2019 en de financiële meerjarenprog-
nose van De Leeuw van Putten besproken. De RvC is van mening dat het in
de financiële meerjarenraming opgenomen investeringsprogramma recht
doet aan de mogelijkheden van De Leeuw van Putten en zich maximaal
inzet voor de volkshuisvestelijke opgave. Zij houdt daarbij rekening met het
feit dat in 2019 in overleg met stakeholders nieuwe beleidsafspraken zullen
worden gemaakt.
De RvC constateert dat de financiële continuïteit van De Leeuw van Putten
solide is. Vanuit deze gezonde financiële positie kan De Leeuw van Putten
onverminderd verder werken aan de uitvoering van haar meerjarenvisie
2018-2022. De RvC heeft daarom ingestemd met de begroting 2019 en de
financiële meerjarenprognose.
Toezicht op volkshuisvestelijke en maatschappelijke prestaties
Volkshuisvestelijk verslag
Op 22 mei 2018 heeft de RvC het volkshuisvestingsverslag 2017 besproken
met de directeur-bestuurder. Vervolgens heeft de RvC goedkeuring
verleend.
Klachtenbehandeling
De Leeuw van Putten hanteert een procedure voor de afhandeling van
klachten van klanten. De RvC wordt via de kwartaalrapportage door het
bestuur geïnformeerd over het aantal en de aard van de klachten. Ten
behoeve van de beslechting van geschillen werkt De Leeuw van Putten
met een eigen klachtencommissie. Het bestuur van De Leeuw van Putten
heeft aan de RvC verslag uitgebracht over de werkzaamheden van de
klachtencommissie door middel van het door haar uitgebrachte jaarverslag.
De klachtenprocedure en het reglement van de klachtencommissie zijn
beschikbaar via de website.
Visitatie
De Leeuw van Putten is in 2018 wederom gevisiteerd. De visitatie is
uitgevoerd door Cognitum. De visitatie over de periode 2014-2017 heeft
plaats gevonden aan de hand van de visitatiemethodiek 5.0. De interviews
met interne en externe belanghebbenden vonden plaats in februari 2018.
Op 22 juni 2018 is het visitatierapport opgeleverd. In het kader van de
visitatie heeft op 22 mei 2018 een bijeenkomst plaatsgevonden, waarbij
diverse belanghebbenden en leden van de RvC aanwezig waren.
De visitatiecommissie is van oordeel dat De Leeuw van Putten bij uitstek
een sociale woningcorporatie is met een goed oog voor een gezonde
verhouding tussen financiën en sociale rolinvulling. Met haar sterke focus
op de financiële gezondheid, de positieve kasstroom en het afbouwen van
de leningenportefeuille, realiseert zij sterke financiële ratio’s. De Leeuw van
Putten heeft een groot hart voor de complexe doelgroep hetgeen blijkt uit
het hoge percentage passend toewijzen. Zij is initiatiefrijk op het gebied van
de klimaatdoelstellingen. Zij beheert als een goed huisvader de financiën
zonder al te veel risico, vooral met het oog op de toekomst waarin het bezit
vrijwel gelijktijdig veroudert. Hoewel zij sterk gericht is op beheersing staat
dat haar flexibiliteit allerminst in de weg. Plannen en vooruitkijken zit in de
genen.
Op alle onderdelen scoort De Leeuw van Putten goed.
Presteren naar opgaven en ambities 7,2
Presteren volgens belanghebbenden 7,8
Presteren naar vermogen 7,3
Governance 7,0
Uiteraard zijn er ook verbeterpunten aangereikt. Deze worden onderschre-
ven en opgepakt door de corporatie.
- Zet de gekozen strategie, om een antwoord te hebben voor de grote
opgave van vervangen en/of renoveren van haar gehele woningbezit
in een korte periode, met kracht door, maar heb tegelijkertijd oog voor
ontwikkelingen en mogelijke scenario’s.
- Blijf uiterst scherp in de organisatie op het opvangen van weglekken van
kennis en kwaliteit door personeelsverloop. Niet alleen voorzienbaar
verloop speelt daarin een rol.
- De Leeuw van Putten staat bekend als een betrokken corporatie en
een sterke partner wat betreft het vergroten en/of op peil houden van
de leefbaarheid in haar werkgebied. Een corporatie die er is voor haar
huurders en samenwerkingspartners. Waak scherp over dit goede imago.
Bij een door de gemeente geïnitieerde discussie over de kerntaken,
dienen niet alleen keuzes ten aanzien van de woningvoorraadverdeling
te worden gemaakt, maar ook de gevolgen daarvan voor het imago te
worden betrokken.
- De Leeuw van Putten heeft een sterke strategie uitgezet, vanuit waar
zij toewerkt naar de toekomst. Een van de pijlers van deze strategie is
‘niet verkopen’ (verdedigingsstrategie). Alle woningen worden immers
verhuurd, dus verkoop zou in die zin niet nodig zijn. De visitatiecommis-
sie acht het toch raadzaam gezien de marktontwikkelingen en de lage
rentestand enige scenario’s (analytische of ontwikkelingsstrategie) ten
| 6
aanzien van verkoop te gaan ontwikkelen. In de ogen van de commissie
zijn dergelijke scenario’s nuttig om al voorbereid te zijn op eventuele
tegenvallers waarbij verkoop kan helpen de strategie toch maximaal te
realiseren, onder het motto ‘be prepared’
Toezicht op belanghebbendendialoog
De RvC heeft tijdens de vergaderingen met het bestuur kennisgenomen
van de inhoud van alle reguliere, bestuurlijke overleggen met de gemeente
Nissewaard en de Huurdersvereniging LvP. De opvattingen van belangheb-
benden worden in de overwegingen en besluiten van de RvC meegewogen.
De RvC en het bestuur hebben besproken welke partijen als belangheb-
benden worden beschouwd en waarmee regelmatig contact noodzakelijk
is. Het bestuur bekijkt periodiek of met alle relevante belanghebbenden
regelmatig contact is en of er overleg wordt gevoerd. Discussies over legi-
timiteit en maatschappelijk presteren vragen om een duidelijke dialoog met
belanghebbenden. Belangrijk punt hierbij is de nadrukkelijke positionering
van De Leeuw van Putten als woningcorporatie die haar maatschappelijke
taak met aandacht en overtuiging invult, midden in de lokale samenleving
van Spijkenisse staat en aanspreekbaar is. De RvC is hierbij op verschillende
tijdstippen en manieren nadrukkelijk betrokken geweest.
Met de volgende belanghebbenden is De Leeuw van Putten regelmatig in
gesprek:
- overheid (college van B&W, gemeenteraad, raadsfracties, ambtenaren)
- klanten (huurdersvereniging, huurdersbewonerscommissies en
individuele huurders)
- zorg en welzijnsorganisaties (Careyn, Stichting Welzijn Ouderen,
Humanitas, Pameijer, Flexus, Stichting Zuidwester, Timon)
- marktpartijen (lokale makelaars, bouwers en ontwikkelaars)
- belangenorganisaties
- collega-corporaties
- politie
Tijdens het functioneringsgesprek met de directeur-bestuurder wordt
expliciet stilgestaan bij de relaties met de belanghebbenden.
Huurdersvereniging
Naast de contacten met belanghebbende partijen wordt ook regelmatig
overleg gevoerd met de belangrijkste belanghebbende: de Huurdersvereni-
ging LvP. Aan de huurdersvereniging wordt een oordeel gevraagd over het
functioneren van De Leeuw van Putten. Bij de vierjaarlijkse visitatie is dit
ook uitdrukkelijk beoordeeld.
Het bestuur van de huurdersvereniging heeft eenmaal per jaar een overleg
met een delegatie van de RvC samen met de directeur-bestuurder. Daar-
naast zijn er ook overleggen met een delegatie van de RvC en het bestuur
van de huurdersvereniging buiten aanwezigheid van de directeur-bestuur-
der. Doel is om van de huurdersvereniging te horen hoe de samenwerking
en het overleg met De Leeuw van Putten wordt ervaren. In het laatste
overleg is onder andere gesproken over de visitatie, de prestatieafspraken
en het huurbeleidsplan. Geconcludeerd kan worden dat de samenwerking
door partijen als positief wordt ervaren. De huurdersvereniging is tevreden
met de wijze waarop De Leeuw van Putten voor haar huurders zorgt en
over de wijze waarover overleg wordt gevoerd met de huurdersvereniging.
De RvC is zich ervan bewust dat huurdersparticipatie continue aandacht en
inspanning vereist van De Leeuw van Putten, de RvC en de huurdersverte-
genwoordiging teneinde de participatie plezierig, constructief, levendig en
op het juiste niveau te houden.
Ondernemingsraad
De ondernemingsraad heeft eenmaal per jaar een overleg met een
afvaardiging van de RvC. Gespreksonderwerpen waren onder andere: de
visitatie, de werkcultuur en de organisatie. Er werd gesteld dat het goed
werken is bij De Leeuw van Putten. Dit gesprek wordt als informatief
ervaren door partijen. De ondernemingsraad waardeert het dat zij ook de
leden van de RvC als persoon kennen en weten dat die benaderbaar zijn
door hen mocht dat wenselijk zijn.
Toezicht op risicobeheersing
In 2018 zijn door De Leeuw van Putten verdere stappen ondernomen voor
de doorontwikkeling van risicomanagement, waarbij de organisatie door de
onafhankelijke controller is begeleid. Er is een risicomanagementsysteem
om de strategische en tactische risico’s gestructureerd en effectief
te beheersen. In de kwartaalrapportages is hiervoor een risicomatrix
opgenomen, waarmee het bestuur verantwoording aflegt aan de RvC over
de beheersing van de risico’s.
Er is in 2018 een start gemaakt met het opstellen van een frauderisicoana-
lyse. Het einddocument is behandeld in de RVC vergadering van 23 april
2019. Een aantal beheersmaatregelen worden in 2019 getoetst.
De cultuur is risicomijdend te noemen. De RvC wordt regelmatig betrokken
bij het risicomanagement. Activiteiten op het gebied van risicomanagement
van strategische risico’s worden verder uitgewerkt met behulp van een nog
op te zetten assetmanagementmodel.
De Leeuw van Putten heeft een lage risicobereidheid, maar is bereid
aanvaardbare risico’s te nemen bij het uitvoeren van haar kerntaak. Risico’s
die niet samenhangen met kernactiviteiten worden in beginsel vermeden.
Toezicht op verbindingen
De Leeuw van Putten heeft geen verbinding met een naamloze vennoot-
schap (nv) of besloten vennootschap (bv). Ook is er geen verbinding met
een zogeheten samenwerkingsvennootschap. Een samenwerkingsvennoot-
schap is een tussen corporaties aangegane samenwerking in de vorm van
een commanditaire vennootschap (cv) of vennootschap onder firma (vof).
Wel participeert De Leeuw van Putten in de onderstaande organisaties:
Verenigingen van Eigenaren
De Leeuw van Putten neemt als mede-eigenaar in 30 Verenigingen van
Eigenaren deel. Daardoor worden er voor ruim 106 particuliere apparte-
menten beheersactiviteiten verricht.
Maaskoepel
De Leeuw van Putten is aangesloten bij de Maaskoepel, federatie van
woningcorporaties in de regio Rotterdam-Rijnmond. De federatie behartigt
belangen van de woningcorporaties op regionaal niveau. De directeur-be-
stuurder vertegenwoordigt De Leeuw van Putten in de federatieraad.
Via het lidmaatschap van Maaskoepel is de corporatie ook partner in de
woonruimteverdeling binnen de regio (Woonnet Rijnmond).
Aedes
De Leeuw van Putten is lid van Aedes, de branchevereniging van woning-
corporaties. Zij behartigen de belangen van hun leden en geven advies en
informatie over sociale woningbouw. De directeur-bestuurder is lid van de
commissie van beroep van Aedes. Deze commissie behandelt klachten van
leden die menen dat zij ten onterechte geroyeerd zijn door Aedes. Deze
commissie heeft in 2018 geen klachten ontvangen.
Stekademy
De Leeuw van Putten is lid van Stekademy, een samenwerkingsverband
voor kennisdeling en –ontwikkeling.
7 |
2.3 Verslag vanuit werkgeversrol.
Gezamenlijke inkoopsamenwerking
Zeven woningcorporaties uit de regio hebben zich verenigd in de inkoops-
amenwerking Zuid Holland Zuid. De Leeuw van Putten heeft zich hier, na
een verkenningsperiode in 2018, formeel op 1 januari 2019 bij aangesloten.
De gezamenlijke inkoop moet bijdragen aan het realiseren van kostenbe-
sparing en kwaliteitsverhoging. De focus ligt op de inkoop van service- en
onderhoudscontracten.
Opdrachtgeverschap externe accountant
Functioneren van de externe accountant
De RvC heeft het functioneren van Deloitte Accountants B.V. beoordeeld en
concludeert dat de accountant in 2018 goed heeft gefunctioneerd. De RvC
is van mening dat de kwaliteit van Deloitte Accountants B.V. goed is en de
samenwerking tussen de accountant en De Leeuw van Putten constructief
verloopt.
Controle door de externe accountant
De interne controle registreert of de werkorganisatie zich houdt aan de
vastgestelde procedures. Daarnaast wordt de kwaliteit van de interne orga-
nisatie gevolgd door een controle van de accountant. De accountant heeft
de beoordeling van de administratieve organisatie en interne beheersing
uitgevoerd op de noodzakelijke onderdelen. Hierover is gerapporteerd naar
het bestuur en naar de RvC. Op deze manier heeft de RvC in 2018 goed
toezicht kunnen houden op de interne risico- en controlesystemen.
Met Deloitte Accountants B.V. spraken wij over de jaarrekening, de interne
verslaglegging, het interne beheersingsysteem en het accountantsverslag.
Het accountantsverslag over het jaarverslag van 2018 is in een vergadering
met de accountant van Deloitte Accountants B.V. besproken. Daarnaast
heeft eenmaal separaat overleg plaatsgevonden tussen de accountant en
een lid van de RvC, zonder dat de bestuurder daarbij aanwezig was.
Invulling werkgeversrol voor bestuur
De RvC is verantwoordelijk voor een goed bestuur, onder meer door
benoeming, schorsing, ontslag en de jaarlijkse evaluatie van het bestuur.
Het bestuur van De Leeuw van Putten bestaat uit één directeur-bestuurder,
zijnde de heer ir. M.A. de Booij. In 2018 is de samenstelling van het bestuur
niet gewijzigd.
Beoordelingskader en beoordeling
De RvC vervult de werkgeversrol en de voorzitter en de vicevoorzitter
voeren (namens de RvC) twee maal per jaar een gesprek met de direc-
teur-bestuurder. In oktober vindt een voortgangsgesprek plaats waarbij
de voortgang van de realisatie van de doelstellingen van het lopende jaar
worden besproken, evenals diverse lopende zaken. Het gesprek kent een
informeel karakter. In april vindt het beoordelingsgesprek plaats, waarbij
de realisatie van de jaarplandoelstellingen van het voorgaande jaar worden
besproken.
Er is eind 2018 een remuneratiecommissie ingesteld. Bij de beoordeling van
de directeur-bestuurder, wordt voorafgaande aan het beoordelingsgesprek
input geleverd door de RvC. De RvC heeft in 2018 vastgesteld dat de
directeur-bestuurder goed functioneert. De RvC spreekt haar bijzondere
waardering uit voor het feit dat de directeur-bestuurder een aantal grote
projecten voortvarend heeft opgepakt: het visitatietraject, de afronding van
de woningwetimplementatie en het opstellen van een helder kader met
betrekking tot het assetmanagement.
WNT-verantwoording
Vanaf 1 januari 2013 moeten alle salarissen van nieuwe topfunctionarissen
voldoen aan de Wet Normering Topinkomens (WNT). Voor bestaande
contracten, aangegaan voor 1 januari 2014 en voor zover niet gewijzigd,
geldt een overgangsregeling. De onderstaande verantwoording is opgesteld
op basis van de volgende op De Leeuw van Putten van toepassing zijnde
regelgeving: het WNT-maximum voor de woningcorporaties.
Het bezoldigingsmaximum in 2018 voor De Leeuw van Putten is € 137.000
(bezoldigingsklasse E).
De bezoldiging van de heer De Booij bedraagt in 2018 € 158.655,-. Tot en
met 2017 was er overgangsrecht van toepassing. In 2018 is gestart om
volgens de WNT in vier jaar af te bouwen naar het op dat moment geldende
maximum voor deze grootteklasse corporatie.
Bezoldiging leidinggevende topfunctionaris
Naam ir. M.A. de Booij
Functie directeur-bestuurder
Duur dienstverband 2018 1-1-2018 / 31-12-2018
Omvang dienstverband 1
Gewezen topfunctionaris nee
Dienstbetrekking ja
Beloning € 137.711,-
Beloning betaalbaar op termijn (pensioen) € 20.943,-
Totaal bezoldiging € 158.655,-
Aandelen, leningen, garanties
In 2018 of eerder zijn aan het bestuur geen aandelen, leningen of garanties
verstrekt. Het beleid is om dat ook niet te doen.
Organisatiecultuur en integriteit
Het bestuur en de RvC hebben een voorbeeldfunctie in hun gedrag en
de cultuur die wordt uitgedragen. De RvC is zich daarvan bewust en men
spreekt elkaar daarop aan. De RvC hecht aan een integere en open cultuur
binnen de organisatie, waar ruimte is voor reflectie en tegenspraak. Van
alle medewerkers van de organisatie wordt verwacht dat zij een bijdrage
leveren aan de gewenste organisatiecultuur.
De RvC ziet er op toe dat het bestuur zich hiervoor voldoende inspant
en laat de bestuurder periodiek verantwoording afleggen over gerichte
activiteiten op dit vlak en eventuele geconstateerde afwijkingen van het
gewenste gedrag. RvC en bestuur gunnen elkaar voldoende ruimte en
vrijheid om kritisch, onafhankelijk en open met elkaar samen te werken,
met als doel te komen tot gezamenlijke opvattingen.
De Leeuw van Putten beschikt over een integriteitscode, een klokken-
luidersregeling en een vertrouwenspersoon. Daarnaast is er een klach-
tencommissie. In dit jaarverslag staat vermeld dat er in 2018 nul klachten
zijn binnengekomen. De RvC spreekt haar bijzondere waardering uit, dat
het de medewerkers is gelukt om blijkbaar uitstekende dienstverlening te
realiseren voor alle huurders.
| 8
2.4 Verslag vanuit klankbordfunctie
2.5 Over de Raad van Commissarissen
De RvC hecht grote waarde aan haar rol als klankbord voor het bestuur.
Voor de leden betekent dit dat zij over de juiste kwaliteiten beschikken om
deze rol in te kunnen vullen. In iedere vergadering wordt aan de hand van
de actualiteiten gesproken over gesignaleerde tendensen in de omgeving
waarin De Leeuw van Putten opereert. Met de directeur-bestuurder wordt
van gedachten gewisseld over zijn opvattingen daarover. De RvC staat
de directeur-bestuurder bij met alternatieve beschouwingen en nieuwe
invalshoeken die een bijdrage leveren aan uiteindelijk te maken keuzen en
te nemen besluiten. Bovendien wordt één keer per jaar een themamiddag
georganiseerd, waarin juist de klankbordfunctie van de RvC centraal staat.
Bijeenkomst RvC – MT
Op 29 juni 2018 vond de jaarlijkse sessie plaats waarbij de voltallige RvC en
het managementteam aanwezig waren. Nieuw was dat de sessie deze keer
samen met de collega corporatie stichting De Zes Kernen werd gehouden.
Van De Zes Kernen was ook de voltallige Raad van Commissarissen
aanwezig en de directeur-bestuurder. Het onderwerp van de sessie was
duurzaamheid. Met name werd gesproken over de Routekaart CO2–neu-
traal 2050 van Aedes en de te bepalen strategie om daar te komen.
In 2018 zijn geen schendingen van integriteit gemeld. De commissarissen
verklaren expliciet als RvC en elk lid afzonderlijk dat zij bij hun functioneren
de regels van integriteit, zoals verwoord binnen de Governancecode
hanteren. Zij zijn dus volledig onafhankelijk in hun handelen.
Vanuit de eigen verantwoordelijkheid heeft de RvC een aantal zaken
geregeld, die een relatie hebben met de integriteit. In het reglement van
de RvC is expliciet vermeld, wat de kaders zijn waarbinnen de bestuurder
beslissingen mag nemen en waarvoor toestemming van de RvC is vereist.
De statuten worden consequent nageleefd, evenals de maximale zit-
tingstermijnen voor leden van de RvC. Bij de werving van een nieuw lid van
de RvC, wordt gelet op mogelijke belangenverstrengeling. De werving van
een nieuwe commissaris vindt openbaar plaats. Door de open gesprekken
met de huurdersvereniging, de OR, de contacten met MT leden en de sessie
met het MT, is er bovendien alle ruimte om uit de eerste hand te horen en
zien hoe de corporatie functioneert en hoe de directeur-bestuurder zijn
taak invult.
Profielschets
De RvC werkt met een profielschets, gerelateerd aan haar omvang, samen-
stelling en activiteiten, voor de gewenste deskundigheid en achtergrond
van de leden van de RvC. Hierin is onder andere opgenomen dat alle leden
van de RvC aan een aantal algemene competenties dienen te voldoen.
Daarnaast is opgenomen dat in de RvC diverse specifieke deskundigheden
aanwezig moeten zijn om het brede spectrum van de woningcorporatie te
kunnen overzien.
De vereiste competenties liggen op de volgende gebieden:
- Governance
- Financiën en control
- Volkshuisvesting
- Vastgoedontwikkeling en -beheer
- Juridische zaken
De RvC bestaat uit vijf leden, waarvan twee commissarissen zijn benoemd
op voordracht van de Huurdersvereniging LvP. De RvC is van mening dat de
profielschets en de hierin opgenomen competenties, deskundigheden en
ervaringen goed zijn uitgebalanceerd en mede zijn gebaseerd op de door
de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties (VTW) opgestelde criteria
voor goed intern toezicht. Deze criteria zijn:
- Bij nevenactiviteiten is er in geen van de gevallen sprake van tegenstrij-
dige belangen.
- Na benoeming wordt besproken in hoeverre het nieuw benoemde RvC-
lid bijscholing behoeft. Afhankelijk van die behoefte volgt de betrokken
commissaris generiek of specifiek opleidingen.
- De RvC ziet er op toe dat alle competenties aanwezig zijn en evalueert
zichzelf jaarlijks op dat punt.
Samenstelling van de Raad
Naam mr. B.K.A. van Rijsbergen
Functie Voorzitter
Geboortedatum 05-03-1964
Competenties Juridische zaken, Governance
Nevenactiviteiten Partner Van Rijsbergen Plet Advocaten,
voorzitter RvC Rabobank Voorne-Putten
Rozenburg, lid RvC Irado N.V., lid RvC HW
Wonen
Benoemd op 01-02-2016
Herbenoemd op -
Einde huidige termijn 01-02-2020
Uiterlijke datum van aftreden 01-02-2024
Beloning € 12.574,-
Toepasselijk WNT-maximum € 20.550,-
Naam mevr. P.A.M. Legen
Functie Vicevoorzitter
Geboortedatum 26-11-1962
Competenties Maatschappelijke ontwikkelingen
Nevenactiviteiten Hoofd communicatie gemeente Delft
Benoemd op 12-02-2013
Herbenoemd op 01-01-2017
Einde huidige termijn 01-01-2021
Uiterlijke datum van aftreden 01-01-2021
Beloning € 8.384,-
Toepasselijk WNT-maximum € 13.700,-
9 |
Naam mr. K.G. Westhoff
Functie Huurdercommissaris
Geboortedatum 25-10-1964
Competenties Volkshuisvesting, Vastgoedontwikkeling en
-beheer
Nevenactiviteiten Adviseur RebelGroup BV, voorzitter in-
vesteringscomité SOFIE investeringsfonds,
bestuurslid VTW, lid RvC WBV Reeuwijk, lid
bezwaarcommissie gemeente Maassluis
Benoemd op 01-04-2016
Herbenoemd op -
Einde huidige termijn 01-04-2020
Uiterlijke datum van aftreden 01-04-2024
Beloning € 8.384,-
Toepasselijk WNT-maximum € 13.700,-
Naam drs. W. Oving
Functie Huurdercommissaris
Geboortedatum 10-04-1952
Competenties Maatschappelijke ontwikkelingen
Nevenactiviteiten Directeur-bestuurder a.i. Stichting
Lentekind, bestuurslid Muziekgezelschap
TY Zeeuws Kamerorkest, lid RvC Nucleus
Zorg Zeeuws Vlaanderen, lid RvT Stichting
De Korre
Benoemd op 01-09-2016
Herbenoemd op -
Einde huidige termijn 01-09-2020
Uiterlijke datum van aftreden 01-09-2024
Beloning € 8.384,-
Toepasselijk WNT-maximum € 13.700,-
Naam drs. P.S.G. Fransman RA
Functie Commissaris
Geboortedatum 12-07-1962
Competenties Financiën en control
Nevenactiviteiten lid RvC AquaMinerals BV, lid RvT LSR
Benoemd op 01-09-2017
Herbenoemd op -
Einde huidige termijn 01-09-2021
Uiterlijke datum van aftreden 01-09-2025
Beloning € 8.384,-
Toepasselijk WNT-maximum € 13.700,-
Toelichting bij de honorering
De hoogte van de honorering valt binnen het kader van de adviesregeling
VTW die wordt onderschreven door Aedes. De Leeuw van Putten past deze
regeling expliciet toe.
Functioneren van de Raad
Integriteit en onafhankelijkheid
Commissarissen melden een (mogelijk) tegenstrijdig belang direct aan de
voorzitter van de RvC en aan de overige leden van de RvC. In 2018 is geen
sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waar leden
van de RvC en/of het bestuur bij betrokken waren.
De RvC is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het
bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen
functioneren en hun taak naar behoren kunnen vervullen. De leden van de
RvC hebben geen nevenfuncties die tegenstrijdig zijn met het belang van
De Leeuw van Putten. De heer Fransman heeft in april 2019 zijn functie
neergelegd vanwege het aanvaarden van een toezichthoudende functie bij
een corporatie in hetzelfde werkgebied.
Meldingsplicht
Er hebben zich in 2018 geen zaken voorgedaan die vallen onder de
meldingsplicht voor de Raden van Commissarissen aan de Autoriteit
woningcorporaties, zoals vastgelegd in de nieuwe Woningwet.
Permanente educatie
Alle leden van de RvC voldoen aan het Reglement Permanente Educatie van
de VTW. In het volgende overzicht zijn de behaalde punten per commissaris
vermeld.
PE-punten behaald door de toezichthouders van De Leeuw van Putten:
Naam toezichthouder 2016 2017 2018 Totaal
mr. B.K.A van Rijsbergen 17 3 3 23
mevr. P.A.M. Legen 16 8 0 24
mr. K.G. Westhoff 22 13 27 62
drs. W. Oving 10 3 28 41
drs. P.S.G. Fransman RA n.v.t. 7 0 7
PE-punten behaald in 2018 door de bestuurder van De Leeuw van Putten,
de heer ir. M.A. de Booij:
PE-punten Educatieve bijeenkomst in 2018
2 NVBW masterclass: “De corporatiebestuurder als lokale
lobbyist”
2 Bijeenkomst nieuwe woningwetimplementatie met
Finance Ideas
0 Sessie met RvC DLVP en RvC De Zes Kernen over thema
“duurzaamheid”
2,5 Kennissessie Privacyrecht, huurrecht en aanbestedings-
recht
14,5 Leerlijn organisatietransitie vs assetmanagement
2 Bijeenkomst nieuwe woningwetimplementatie met
Finance Ideas
0 Symposium “Urban poverty and segregation in a
globalized world”
7 NVBW tweedaagse Rotterdam “De rauwe werkelijkheid
van de grote stad”.
0 Cursus Cybersecurity van Beveilig mij.nl
0 Cursus Redigeren bewonersblad
0 Cursus Boxplan geordend schrijven
0 Symposium “Buurtverandering een complexe opgave”
Corpovenista
2 Bijeenkomst nieuwe woningwetimplementatie met
Finance Ideas
32 Behaald in 2018
21 Behaald in 2017
83 Behaald in 2016
136 Totaal behaald in 2016 / 2017 / 2018
| 10
In de Governancecode Woningcorporaties is opgenomen dat bestuurders
van woningcorporaties in de afgelopen drie jaar tijd 108 PE-punten dienen
te behalen. Dit is gebaseerd op 108 studiebelastingsuren zoals vastgesteld
door de geaccrediteerde opleidingsaanbieder.
Vergaderingen in 2018
De RvC heeft in 2018 vijf keer vergaderd met de directeur-bestuurder.
Bij elke vergadering was het vereiste quorum aanwezig. Geen van de
commissarissen is frequent afwezig geweest. De directeur-bestuurder was
bij de besloten vergadering niet aanwezig.
De volgende documenten zijn goedgekeurd:
- Jaarverslag 2017
- Jaarrekening 2017
- Huurbeleidsplan 2018
- Jaarplan 2019
- Begroting 2019
- Treasury statuut
- Treasury jaarplan 2019
- Bod op de Woonvisie Nissewaard
- Procuratiereglement
- Reglement RvC
- Honorering RvC leden
- Reglement auditcommissie en reglement selectie- en auditcommissie
- Statuten
- Toezichtskader
Onderwerpen die aan bod kwamen:
- Onderhoudsbegroting 2018
- Meerjarenvisie 2018-2022
- Marktpositiesignalering 2018
- Risicomanagement
- Visitatierapport 2013-2017 van Cognitum
- Nevenfuncties
- Instellen auditcommissie en selectie- en remuneratiecommissie
- Aantrekken extra lening m.b.t. vennootschapsbelasting
- ATAD
- Managementletter van Deloitte
- Marktwaarde en beleidswaarde
- Assetmanagement
- Huurharmonisatie
- Integriteit
- Implementatie AVG
- Personele ontwikkelingen
- Het Platform Wonen en het Platform Zorg en Welzijn
- Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
- Prestatieafspraken
- Woonnet Rijnmond (woonruimteverdeling)
- Woningwet
- Ontwikkelingen bij Aedes
- De besluitenlijsten van de directeur-bestuurder
- Onderwerpen die in de MT-vergaderingen aan de orde zijn gekomen
Naast de formele vergaderingen, hebben de directeur-bestuurder en
de voorzitter elkaar meerdere malen informeel gesproken over diverse
onderwerpen.
Zelfevaluatie van de Raad
Op grond van de statuten, het reglement van de RvC en de Governancecode
Woningcorporaties evalueert de RvC ten minste één keer per jaar het eigen
functioneren en dat van de individuele leden van de RvC. Op 11 september
2018 heeft de RvC tijdens een besloten vergadering deze zelfevaluatie
uitgevoerd. Eens per twee jaar wordt dat gedaan onder onafhankelijke
begeleiding. In 2018 is volstaan met een zelfevaluatie zonder externe
begeleiding.
Tijdens de zelfevaluatie is getoetst of de aanbevelingen en voorgenomen
acties zoals genoemd in de rapportage van de zelfevaluatie uit 2017 zijn
opgevolgd. Ook was er ruimte voor een open gesprek.
Besproken zijn de agenda van de evaluatie, de rapportage van de
zelfevaluatie uit 2017 en het voorstel voor de commissies. Daarnaast heeft
de RvC afgesproken dat in 2019 de zelfevaluatie gaat plaatsvinden onder
begeleiding van een extern bureau.
Tot slot
Namens alle leden van de RvC van De Leeuw van Putten spreek ik mijn
waardering uit over de inzet van alle medewerkers en andere betrokkenen.
mr. B.K.A. van Rijsbergen, voorzitter
Spijkenisse, 28 juni 2019.
11 |
Hoofdstuk 3
Betaalbare woningen verhuren3.1 InstroomWe proberen in onze wijken een gezonde mix van huurders samen te
laten wonen. We zoeken ruimte in de wettelijke regels en gebruiken die
om een zo groot mogelijke mix van nieuwe huurders in te laten stromen.
Maar passend toewijzen is onze belangrijkste regel, waardoor mensen met
lagere inkomens altijd voorrang krijgen. Als het kan, en als er vraag naar is,
gebruiken we de wettelijke ruimte voor het huisvesten van mensen met
een middeninkomen.
Met de nieuwe huurders willen we een goede band opbouwen. Ruim een
maand na de verhuur van de woning, bellen we alle nieuwe huurders op.
We vragen hoe het gaat en of er nog wensen zijn. Als het nodig is maken
we ook een afspraak om op bezoek te komen bij de huurder. Zo willen we
de huurders vanaf het begin persoonlijk betrekken bij onze organisatie en
onze wijken.
Met de gemeente en met andere corporaties voeren we op dit moment
gesprekken om de Rotterdamwet ook in te voeren in de gemeente
Nissewaard. Op basis van deze wet kunnen we onderzoeken of mogelijke
nieuwe huurders eerder betrokken zijn geweest bij overlast of criminaliteit.
Daarmee kunnen we voorkomen dat ze bij ons voor problemen zorgen.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Instroom monitoren Loopt Hoog Segregatie,
overlast
Nieuwe huurders allen
nabellen
Loopt Laag Ontevreden
huurders doordat
kleine problemen
niet worden
opgelost
Wijkactiviteiten stimuleren Loopt Laag Minder sociale
samenhang
Preventieve huisbezoeken
uitvoeren
Wordt gedaan Middel Onnodige
ontruimingen of
voortsluimerende
sociale proble-
matiek
Beoordelen of de
Rotterdamwet in delen
van ons bezit kan worden
toegepast
In voor-
bereiding,
participatie in
werkgroep
Middel Imagoschade,
overlast
Screening van aspirant
huurders in bepaalde
gebieden
In voor-
bereiding,
participatie in
werkgroep
Middel Imagoschade,
overlast
Kwetsbare huurders
Soms hebben onze huurders problemen of lastige situaties waar wij
niet van weten, maar waarbij wij misschien wel kunnen helpen. Er is
bijvoorbeeld sprake van een huurachterstand. Als wij dit op tijd in de
gaten hebben, kunnen wij de huurder helpen om de situatie te verbeteren.
We zoeken hierbij naar een goede balans tussen het verkleinen van de
huurachterstand en het zorgen voor onze huurders.
Het proefproject ‘Sociaal Incasseren’ (persoonlijk bezoeken aan huurders
met -onder andere- financiële problemen) heeft een vaste plek gekregen
in onze huidige incassoprocedure. Toegevoegd zijn vroegtijdige contacten
met huurders met een betalingsachterstand. Nu kunnen we huurders met
financiële problemen actief benaderen samen met andere maatschappelijke
partners maar zonder deurwaarder. Ook het ‘Laatste Kansbeleid’ is hierin
opgenomen. Bij het Laatste Kansbeleid krijgen huurders die wegens
huurschuld uit hun woning zijn gezet, nog een laatste kans.
Ons doel is om onze huurders in elke situatie zo goed mogelijk te helpen.
De keuzes die we daarbij maken, zijn maat- en mensenwerk. Dat sluit goed
aan bij de manier waarop wij voor onze huurders willen zorgen: persoonlijk
en op maat. We zoeken ook naar meer mogelijkheden om betaalafspraken
te maken voor het betalen van de huurachterstand. Verschillende
problemen vragen vaak om verschillende betalingsregelingen. Daarvoor
werken we zoveel mogelijk samen met de gemeente Nissewaard en met
maatschappelijke organisaties.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Sociaal incasseren verder
invoeren
Procedure
gereed, loopt
Middel Onnodige
huisuitzettingen
Doorgaan met
huisbezoeken
Loopt Middel Huurachterstand,
overlast
Maatwerk in betalings-
regelingen aanbieden
Loopt Middel Ontruiming
Nauw samenwerken met
gemeente Nissewaard en
andere organisaties
Loopt Hoog Huurachterstand,
overlast
Uitvoeren Laatste
Kansbeleid
Loopt Middel Huurachterstand,
overlast
Woonlasten Wijzer
Op onze website hebben wij de Woonlasten Wijzer staan. De Woonlasten
Wijzer is ontwikkeld in samenwerking met het Nibud (Nationaal Instituut
voor Budgetvoorlichting).
Met de Woonlasten Wijzer kunnen potentiële huurders snel nagaan of
de huur van de woning die zij op het oog hebben in hun budget past. De
Woonlasten Wijzer helpt geïnteresseerden voor een woning bij het maken
van een bewuste, verantwoorde keus. In de Woonlasten Wijzer is rekening
gehouden met de lokale gemeentelijke lasten.
Woningontruiming
Wij proberen om een woningontruiming zoveel mogelijk te voorkomen.
Wanneer huurders problemen hebben met het betalen van de huur
proberen wij ze zoveel mogelijk te helpen. Maar soms lukt dat niet. Bij
een woningontruiming wordt de inboedel direct in een gesloten container
geplaatst, afgevoerd en drie maanden opgeslagen. Als het dan nog niet is
opgehaald, wordt de inboedel aangeboden aan kringloopwinkels en wordt
het resterende deel vernietigd. De kosten hiervan betalen wij. Als het
mogelijk is, verhalen wij de kosten op de uitgezette huurder. In 2018 zijn 8
woningen ontruimd vanwege huurschuld en overlast.
| 12
Woonnet Rijnmond verdeelt de woningen die vrijkomen. Via de website
www.woonnetrijnmond.nl en het achterliggende systeem (WNR 3.0)
worden advertenties geplaatst en de reacties van woningzoekenden
verwerkt. Wij nemen deel aan de werkgroep die verantwoordelijk is voor
het verbeteren van het woonruimteverdelingssysteem.
Marktpositiesignalering
Met onze marktpositiesignalering houden wij de mutatiegraad en de
acceptatiegraad van onze woningen in de gaten. Dit actualiseren wij
jaarlijks. Hiermee zien we wat het verloop is en hoe makkelijk wij een
leeg gekomen woning weer verhuren. Door deze gegevens elk jaar in
beeld te brengen en over meerdere jaren te vergelijken kunnen wij trends
signaleren en ons tijdig voorbereiden als er vanuit de marktpositie ingrepen
vereist zijn in een complex.
De verhuurbaarheid van onze woningen is nog steeds goed. We hebben
geen structurele leegstand, alleen mutatieleegstand. Ondanks de goede
verhuurbaarheid zijn er wel enkele woningtypen waar we extra op letten.
Dit zijn de meergezinswoningen zonder lift. Daarnaast hebben ook de
seniorencomplexen (woningen met lift) onze aandacht. In voorgaande jaren
was er voor deze seniorcomplexen minder belangstelling. Daardoor hebben
deze complexen onze aandacht.
De mutatiegraad is gedaald tot 7%. Een risico voor ons is als er voor een
geadverteerde woning minder dan 10 belangstellenden zijn of als de
mutatiegraad boven de 15% komt. Vanwege het passend toewijzen moeten
wij wel opletten of we genoeg belangstelling houden voor onze woningen
in het bereikbare deel (woningen boven de aftoppingsgrenzen tot aan de
sociale huurgrens).
Project Vragengenerator
We doen ook mee aan het project De Vragengenerator. De informatie uit
Woonnet Rijnmond koppelen we daarvoor aan de informatie over onze
voorraad woningen. We kunnen hieruit afleiden naar welke wooncom-
plexen de meeste vraag is. We kijken hiervoor naar het zoekgedrag van de
ingeschreven woningzoekenden. De uitkomsten hiervan gebruiken we ook
voor ons assetmanagementmodel.
Door de gegevens uit het verleden uit onze marktpositiesignalering te
combineren met de toekomstige vraag kunnen we de volkshuisvestelijke
waarde van onze complexen goed monitoren.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Monitoren marktpositie
bezit
Monitor
besproken in
RvC 11-9-2018
Hoog Vraaguitval
Deelname aan project
Vragengenerator
Loopt Middel Minder goed
onderbouwde
beslissingen
over toekomst
complexen
Marktpositiesignalering
verbeteren op basis
van data uit de
Vragengenerator
In ontwikkeling,
vertraging bij
Maaskoepel
Middel Onjuiste
signalering
Wij vinden het belangrijk om het aantal betaalbare woningen dat wij bezitten
niet te veranderen. Dit hebben we ook vastgelegd in ons visie document
2018-2022 ‘Maatschappelijk verbonden’. Vanuit ons strategisch voorraad-
beheer weten we hoeveel mensen in Spijkenisse behoefte hebben aan
betaalbare woningen. Op basis daarvan hebben we ons ‘harmonisatie beleid’
aangepast. Dat betekent dat we de huurprijzen van een aantal woningen
aanpassen voor lage en middeninkomens, zodra een woning vrijkomt. Per
complex is bekeken bij welke woningen harmonisatie mogelijk is. Pas op het
moment dat de huurder gaat verhuizen komt de huurharmonisatie aan de
orde. Voor zittende huurders verandert er dus niets. Nieuwe huurders krijgen,
wanneer het om een voor huurharmonisatie aangewezen woning gaat, een
huurcontract aangeboden met een nieuwe huurprijs die gelijk is aan 80% van
de maximale huurprijs. Het kan dus voorkomen dat er huurders naast elkaar
in dezelfde type woning wonen en dat de huurprijs verschillend is.
We zijn als corporatie verplicht om ‘passend toe te wijzen’. Dat betekent dat
we, in een kalenderjaar, aan ten minste 95% van de woningzoekende huur-
ders met (potentieel) recht op huurtoeslag, een woning moeten verhuren
met een huurprijs die lager of even hoog is als de passendheidsgrens.
We richten ons op minimaal 95% passend toewijzen. Door voldoende
aanbod te bieden door middel van huurverlaging bij mutatie willen we
voorkomen dat de slaagkans te veel afneemt. Daarnaast moeten we
woningen verhuren op basis van het inkomen van huurders. Wij moeten
ten minste 90% van de vrijkomende sociale huurwoningen verhuren aan
de EU-doelgroep. Dat betekent dat we ten minste 80% van de vrijkomende
sociale huurwoningen moeten verhuren aan huishoudens met een inko-
men tot 36.798 euro. Maximaal 10% mogen we verhuren aan huishoudens
met een inkomen van 36.798 euro tot 41.056 euro (prijspeil 2018).
Door de scherpe toewijzingsregels wordt de groep huurders met een
laag inkomen of zonder werk groter. We krijgen dus steeds meer nieuwe
huurders met een laag inkomen die minder kansen hebben op een actief
sociaal leven. Zij kunnen niet volwaardig meedoen in de samenleving,
doordat financiële beperkingen deelname aan sociale activiteiten vaak
belemmert. Door de strengere toewijzingsregels zien we ook dat mensen
minder snel verhuizen naar een andere (huur)woning. Maar hier zijn ook
andere redenen voor, zoals strengere hypotheekregels waardoor het voor
huurders moeilijk is om over te stappen naar een koophuis. Ook het kleine
aantal beschikbare huur- en koopwoningen in het middensegment, zorgt
ervoor dat mensen langer in hun huidige woning blijven.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Betaalbare voorraad
beheren en monitoren
Loopt Hoog Vraaguitval
Minimaal 95% passend
toewijzen
Loopt Hoog Aanwijzing Aw
Minimaal 90% toewij-
zen aan EU-doelgroep
Loopt Hoog Aanwijzing Aw
Ruimte gebruiken die
de toewijzingsregels
bieden voor middenin-
komens
Heeft de
aandacht
Middel Segregatie
In het overleg met de Huurdersvereniging LvP op 9 april 2018 is het
Huurbeleidsplan 2018 besproken.
3.2 Verhuurbaarheid
3.3 Huurbeleid
13 |
Passend toewijzen
Wij richten ons op minimaal 95% passend toewijzen. Dat wil zeggen dat
aan tenminste 95% van de woningzoekende huurders met (potentieel)
recht op huurtoeslag een woning wordt verhuurd met een huurprijs die niet
hoger is dan de aftoppingsgrens. Deze wettelijke eis geldt per 2016.
In 2018 hebben wij 99% van de doelgroep met recht op huurtoeslag
passend toegewezen. Mochten wij merken dat er te weinig woningen
onder de aftoppingsgrenzen beschikbaar zijn, dan kan bij delen van
complexen de huurprijs worden afgetopt.
Toewijzingen aan de DAEB doelgroep
Ten minste 90 procent van de vrijkomende sociale huurwoningen moet
worden toegewezen aan de doelgroep. Daarbij moet minstens 80 procent
van de vrijkomende sociale huurwoningen worden toegewezen aan
huishoudens met een inkomen tot 36.798 euro. En maximaal 10% mag
toegewezen worden aan huishoudens met een inkomen van 36.798 euro
tot 41.056 euro.
In 2018 hebben wij 99% van de vrijgekomen sociale huurwoningen
toegewezen aan de doelgroep. Dit bestaat uit:
- 95% toewijzingen aan huishoudens tot 36.798 euro;
- 4% toewijzingen aan huishoudens van 36.798 euro tot 41.056 euro.
De overige 1% hebben we toegewezen aan huishoudens met een inkomen
boven de 41.056 euro.
De stijging van de toewijzing aan de doelgroep wordt veroorzaakt door
de toevoeging van de tijdelijke extra 10% ruimte voor toewijzing aan
huishoudens met een inkomen van 36.798 tot 41.056 euro.
Deze extra ruimte geldt vanaf 1 juli 2015 tot en met 2020. Binnen de
toewijzingsregels hebben we beperkte ruimte om gericht aan hogere
inkomens toe te wijzen. In de woonruimteverdeling is geregeld dat hogere
inkomens de bereikbare voorraad niet meer te zien krijgen. Ook wordt er
niet veel meer gereageerd door woningzoekenden met een inkomen boven
de 41.056 euro. Toch proberen wij de 10% ruimte maximaal te benutten
voor toewijzingen aan huishoudens met een hoger inkomen.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Effecten passend
toewijzen monitoren
(vraaguitval en sociale
gevolgen)
Loopt,
maandelijkse
monitoring
Hoog Vraaguitval
en aantasting
leefbaarheid door
segregatie
Minimaal 95% passend
toewijzen
Gerealiseerd Hoog Sanctie Aw
Mogelijk aftopping van
huurprijzen
Loopt Middel Leegstand
Maximaal 10%
toewijzing aan
middeninkomens
Loopt, gaat
moeizaam
Hoog Sanctie Aw
Huisvesting van de doelgroepen
Wij moeten verantwoording afleggen over de huisvesting van de huishou-
dens die in aanmerking komen voor huurtoeslag. In de tabellen hieronder
vindt u de cijfers voor 2018. In 2018 verhuurden wij in totaal 274 woningen.
Aantallen eenpersoonshuishoudens waaraan wij in 2018 verhuurden
AOW
Leeftijd
Belastbaar
Inkomen in €
Huurklasse in €
< 417 417 – 597 > 597 Totaal
< AOW < 22.400 18 82 1 101
> 22.400 0 2 17 19
> AOW < 22.400 0 20 0 20
> 22.400 0 0 1 1
Totaal verhuurd 18 104 19 141
Verhuurd aan de
doelgroep
18
(100%)
102
(98%)
1
(5%)
121
(86%)
Aantallen tweepersoonshuishoudens waaraan wij in 2018 verhuurden
AOW
Leeftijd
Belastbaar
Inkomen in €
Huurklasse in €
< 417 417 – 597 > 597 Totaal
< AOW < 30.400 0 34 0 34
> 30.400 0 2 19 21
> AOW < 30.400 0 5 1 6
> 30.400 0 2 4 6
Totaal verhuurd 0 43 24 67
Verhuurd aan de
doelgroep
0
(0%)
39
(91%)
1
(4%)
40
(60%)
3.4 Doelgroepen
De Leeuw van Putten heeft met de Huurdersvereniging LvP overeenstem-
ming bereikt over de huurverhoging 2018. In de RvC vergadering van 17
april 2018 is het plan vastgesteld. De gemiddelde huurverhoging voor 2018
was 1,9%.
De belangrijkste punten waren:
- De Leeuw van Putten heeft in 2018 geen inkomensafhankelijke
huurverhoging toegepast. De maximale huurverhoging per 1 juli 2018
was 2,4%.
- De Leeuw van Putten heeft voor de huurverhoging in 2018 de kwaliteit
van de woning en de afstand van de huidige netto huurprijs t.o.v. de
maximale huurprijs gehanteerd.
- De Leeuw van Putten heeft een totale huursomstijging in 2018 gerea-
liseerd van 1,9%. Dat is 0,5% onder het door de overheid vastgestelde
maximum.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Huursombenadering
2018
Voor 2018
binnen de
wettelijke kaders
blijven
Hoog Overschrijding
wordt gemeld bij
de Aw
Huurbeleidsplan 2018
opstellen
Afgerond,
vastgesteld in
RvC 17-4-2018
Hoog Incorrecte
huurverhogingen
| 14
Aantallen drie- en persoonshuishoudens waaraan wij in 2018 verhuurden
AOW
Leeftijd
Belastbaar
Inkomen in €
Huurklasse in €
< 417 417 – 597 > 597 Totaal
< AOW < 30.400 0 38 1 39
> 30.400 0 1 26 27
> AOW < 30.400 0 0 0 0
> 30.400 0 0 0 0
Totaal verhuurd 0 39 27 66
Verhuurd aan de
doelgroep
0
(0%)
38
(97%)
1
(4%)
39
(59%)
Bijzondere doelgroepen
Met Pameijer hebben we een overeenkomst afgesloten een aantal cliënten
van Pameijer te huisvesten. Onder de noemer van Thuishaven Midden
hebben we in het eerste kwartaal van 2018 meerdere woningen aan hen
verhuurd in de Gildenwijk met een concentratie van voorzieningen en
ruimte voor ontspanning en ontmoeting tussen bewoners onderling en met
professionals.
Met Timon hebben we afgesproken om zes woningen ter beschikking
te stellen voor tienermoeders en jongeren. Met het Leger des Heils is
afgesproken om drie woningen per jaar beschikbaar te stellen.
Bijzondere doelgroepen worden gehuisvest tussen de andere doelgroepen.
We zien dat de instroom van nieuwe huurders meer en meer bestaat uit
kwetsbare mensen. Onze voorkeur gaat uit naar fijnmazige en kleinschalige
integratie van bijzondere doelgroepen tussen ons overige bezit. Door
ons streven naar inclusie hebben bewoners het gevoel dat ze ook echt
meedoen. Wanneer in de toekomst meer capaciteit voor bijzondere
doelgroepen nodig is, stellen we meer woningen beschikbaar. Wij zien
hierin onze rol verbreden van alleen verhuurder naar ketenpartner in een
team. Op dit moment verhuren wij woningen aan Flexus, Pameijer, Timon,
Leger des Heils, vergunninghouders en cliënten uit de maatschappelijke
opvang.
We verhuren eind 2018:
- 19 woningen aan Pameijer.
- 14 woningen aan Enver (Flexus).
- 2 woningen aan Timon.
- 2 woningen aan het Leger des Heils.
- 2 woningen als ‘kangoeroewoning’, waarbij zorgvrager en mantelzorger
in elkaars nabijheid wonen.
Statushouders
In 2018 hebben wij 274 woningen verhuurd. Daarvan zijn 12 woningen
aan vergunninghouders verhuurd. In deze 12 woningen zijn in totaal 54
personen gehuisvest. Het zijn 11 gezinnen met kinderen en een 1-ouder
gezin.
Huurderving en leegstand
Ons beleid om leegstand te bestrijden is effectief. De huurderving over 2018
ligt met 0,28% ruim onder de 1%. Wij blijven ons inzetten om dit percen-
tage onder de 1% te houden. Eind 2018 stonden er 16 woningen leeg. Er
is geen sprake van structurele leegstand. Gezien de huidige marktsituatie
hebben wij geen plannen om woningen te verkopen.
15 |
Hoofdstuk 4
Woningbezit op peil houden4.1 Strategisch voorraadbeheer
4.2 Assetmanagement
In het Strategisch Voorraadbeleid (SVB) staat wat we in de periode
2017-2021 willen veranderen of verbeteren aan ons woningbezit. Het
uitgangspunt is dat we het aantal woningen dat we op dit moment
bezitten aanhouden. We hebben hiervoor ons bezit onderzocht. Vanuit
de complexanalyse hebben we geconcludeerd dat bijna alle woningen
nog voldoende toekomstwaarde hebben om nog minimaal 20 jaar door
te exploiteren. Vervolgens hebben we beschreven welke (strategische)
maatregelen we komende vijf à tien jaar moeten nemen om die goede
verhuurbaarheid vast te houden of te bereiken. De strategische maat-
regelen zijn onderverdeeld naar:
- extra (groot-) onderhoudsingrepen, zoals het vervangen van kozijnen of
het verhelpen van wateroverlast in achtertuinen en op galerijen;
- duurzame ingrepen, zoals het aanbrengen van zonnepanelen;
- maatregelen om de woonkwaliteit te verbeteren, zoals de uitvoering
van het project Langer Thuis in Nissewaard, of het aanbrengen van een
tweede toilet;
- maatregelen om de leefbaarheid te verbeteren, zoals het verbeteren van
de uitstraling van de buurt of het afsluiten van portieken.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Strategische maatrege-
len uit SVB uitvoeren
Loopt Hoog Slechtere
marktpositie door
vermindering
kwaliteit van
de woningen of
woonomgeving
We ontwikkelen een assetmanagementmodel om in de toekomst goede
beslissingen te kunnen nemen over de juiste samenstelling van ons
woningaanbod. Beslissingen die niet uitsluitend worden genomen op basis
van financiën. We houden ook rekening met nieuwe bouwtechnieken en
willen aansluiten op veranderingen in de inrichting van de woonomgeving
(stedenbouw). We willen meegaan in de ontwikkelingen op het gebied
van duurzaam bouwen en we willen aansluiten op veranderingen in de
woonwensen van onze huurders.
De kaders voor een assetmanagementmodel hebben we geformuleerd.
Vervolgens is uitgewerkt op welke manier het assetmanagementmodel
gebruikt gaat worden binnen het gehele beleid. Deze uitwerking is met het
personeel, het MT en de RvC besproken. Vervolgens gaan we de kaders van
het assetmanagementmodel uitwerken tot een gedetailleerd instrument.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Assetmanagementmo-
del ontwikkelen
In ontwikkeling Hoog Verkeerde
strategische
beslissingen
Nieuwbouw
We zien nu geen nieuwbouwkansen en hebben geen verkoop- of
aankoopplannen van sociale huurwoningen. Wel staan we open voor de
verkoop van niet-DAEB bezit (commerciële panden).
Wij zien onze vernieuwingsopgave verder in de tijd liggen. Ongeveer vanaf
2025 zullen er kansen zijn om onze voorraad deels te vernieuwen. Dat zal
niet gaan om uitbreiding van de sociale huurvoorraad, maar om vervanging.
Woningvoorraad
Het aantal woningen aan het begin van 2018 bedroeg 3.899 eenheden. Er
zijn in het verslagjaar geen woningen verkocht, gesloopt of bezwaard. Eind
2018 is ons woningbestand dan ook gelijk aan 3.899.
De overige panden
In 2018 zijn er geen garages, commerciële objecten of maatschappelijke
objecten verkocht of aangekocht. Wij zijn wel bereid om onze bedrijfsruim-
ten te verkopen. Dit vanwege het risico in deze krimpende markt. Daarnaast
behoren bedrijfsruimten tot het niet-DAEB gedeelte.
Eind 2018 bezaten wij:
- 50 garages
- 16 commerciële objecten
- 6 maatschappelijke objecten
De woningen naar woningtype en huurklasse
Huurprijsklassen Meergezins- woningen
zonder lift
Meergezins- woningen
met lift
Eengezins- woningen Senior- eengezins- woningen Totaal
Goedkoop 154 14 - - 168
Betaalbaar 1.288 450 384 216 2.338
Bereikbaar 198 51 967 119 1.335
Vrije sector 4 50 4 - 38
Totaal 1.644 565 1.355 335 3.899
Tabel: De samenstelling van ons woningbezit op 31 december 2018.
| 16
Goedkoop Sociale huurwoningen voor jongeren met een huurprijs t/m € 417,34.
Betaalbaar Sociale huurwoningen met een huurprijs vanaf € 417,34 tot aan de aftoppingsgrenzen van € 597,30 en € 640,14.
Bereikbaar Sociale huurwoningen met een huurprijs vanaf de aftoppingsgrenzen van € 597,30 en
€ 640,14 tot aan de maximale huurgrens voor huurtoeslag van € 710,68.
Vrije sector Vrije sector huurwoningen met een huurprijs boven de maximale huurgrens voor huurtoeslag van € 710,68.
Tabel: Huur gerelateerde parameters 2018.
4.3 Verduurzamen van de woningvoorraadEr zijn landelijke doelen gesteld op het gebied van energiebesparing waar
ook wij ons als corporatie aan moeten houden:
- In 2021 moeten al onze woningen gemiddeld energielabel B hebben;
- We moeten een plan van aanpak (strategie) opstellen om ervoor te
zorgen dat onze woningen vóór 2050 energieneutraal zijn.
Het eerste doel is bereikt. Een gemiddeld energielabel B vereist een
energie-index lager dan 1,41. Op dit moment hebben wij een energie-index
van 1,37.
Om het tweede doel te kunnen halen, stellen we een plan op dat uit meer
bestaat dan alleen energiebesparende maatregelen voor onze woningen.
We willen ook aansluiten op andere initiatieven binnen onze regio zoals
het opwekken van groene stroom of de aansluiting van onze woningen
op een warmtenet. Hierbij kijken we ook naar kansen voor subsidie of
tegemoetkomingsmaatregelen.
Wij doen dan ook mee aan het duurzaamheidsproject van de gemeente om
te kijken hoe we met elkaar kunnen samenwerken en elkaar kunnen helpen
om onze woningen duurzamer kunnen maken.
Een bezitsbrede visie op energiebesparende maatregelen zal pas
ontwikkeld worden nadat we duidelijkheid hebben over ingrepen op
stedenbouwkundig niveau. Dan is bekend welke complexen worden
doorgeëxploiteerd, zodat investeringen kunnen worden gerelateerd aan
resterende exploitatietermijnen. Wel hebben we deelgenomen aan het
project Routekaart CO2 neutraal van Aedes. Deze exercitie maakte duidelijk
dat het CO2 neutraal maken van onze gehele woningvoorraad erg kostbaar
is. Het betreft € 206 miljoen.
Concrete acties op dit moment zijn het aanbrengen van zonnepanelen
aan op gezamenlijke ruimtes en het onderzoeken waar we zonnepanelen
kunnen aanbrengen op woningen. Mogelijk kunnen we ook zorgen dat
onze huurders zonnepanelen direct kunnen kopen bij een leverancier,
in plaats van dat we deze kosten doorberekenen in de huurprijs. Dit is
belangrijk omdat er een grens is aan wat huurders willen en kunnen
betalen aan energiebesparende maatregelen via hun maandelijkse huur.
De wettelijke huurgrenzen bepalen een maximum aan het doorberekenen
van energiebesparende maatregelen in de huurprijs. We moeten ook de
maatregelen afstemmen op de verwachte levensduur van woningen zoals
we dat gaan beschrijven in het assetmanagementmodel.
Voor het project Kromme Dreef is in 2018 een technische uitwerking en
een kostenopstelling gemaakt voor het aanbrengen van zonnepanelen.
Aangezien er een substantiële verlaging zal zijn van de energiekosten die
aan onze huurders worden doorberekend via de servicekosten, is deze pilot
voor de Kromme Dreef uitgevoerd.
Voor ons eigen kantoor bekijken we ook de kansen op het gebied van
energiebesparing.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Een energiestrategie opstellen voor
een CO2-neutrale voorraad in 2050
Routekaart CO2 neutraal in 2050
(Aedes) ingevuld
Middel Niet voldoen aan landelijke
afspraken met Aedes
Groot onderhoud waar mogelijk
combineren met energetische
maatregelen
Wordt gedaan Laag Later extra investeringen moeten
doen
Participeren in het gezamenlijke
duurzaamheidsproject met de
gemeente
Wij nemen deel aan de projectgroep Middel Niet voldoen aan prestatieafspraken
Zonnepanelen op woningen In onderzoek Middel Hogere woonlasten huurders
Zonnepanelen op gemeenschappe-
lijke ruimten
Pilot is gestart en afgerond Middel Hogere woonlasten huurders
Verbeterkansen pakken bij de
energieprestatie van ons eigen
kantoor
In onderzoek Laag Imagoschade
De Energie-Index van onze woningen
Sinds 2015 wordt de energiezuinigheid van een woning weergegeven in
een getal dat men de Energie-Index noemt. In onderstaand overzicht staat
de verdeling van onze woningen op basis van deze Energie-Index (EI). Voor
het gemak hebben we de indeling met de labels er nog bij gezet.
17 |
4.4 OnderhoudPlanmatig onderhoud
We onderzoeken hoe we de planning van de onderhoudswerkzaamheden
beter kunnen aansluiten op de wensen van de huurders. We willen
werkzaamheden combineren, zodat het aantal momenten dat huurders
thuis moeten zijn voor onderhoud minder wordt. Daarvoor moeten we
nauw samenwerken en goede afspraken maken met aannemers. De
aannemers moeten dit onderling ook goed met elkaar afstemmen.
Na afloop van de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden vragen we
de huurders een enquête in te vullen, zodat we kunnen nagaan of de
werkzaamheden goed zijn verlopen en de huurders tevreden zijn. Voeren
we ook het onderhoud uit dat huurders graag willen? Het kan natuurlijk
zijn dat huurders liever willen dat we andere werkzaamheden uitvoeren
en de geplande werkzaamheden overslaan. We willen dit vooraf beter gaan
afstemmen met de bewoners zodat we weten wat hun wensen zijn.
Daarbij is het wel belangrijk dat we de juiste keuzes maken. Soms is groot
onderhoud gewoon nodig in verband met de levensduur of de technische
kwaliteit van de woning. De jaarplanning van het planmatig onderhoud
plaatsen we op onze website en sturen we ook naar de gemeente.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Optimale participatie
van bewoners bij
onderhoudsprojecten
Loopt Laag Afnemende
acceptatie bij
huurders voor
ons onderhoud
Goede afstemming
van de afzonderlijke
maatregelen van de
onderhoudsplanning
Wordt gedaan Laag Onnodig
ongemak voor
huurders bij
onderhoud
Onderhoudsmaat-
regelen en restant
levensduur goed op
elkaar laten aansluiten
Wordt gedaan Middel Investeringen die
niet aansluiten bij
de toekomst van
complexen
Jaarplanning planmatig
onderhoud op de
website publiceren
en naar de gemeente
versturen
Gerealiseerd Laag Niet voldoen
aan prestatie-
afspraken,
onduidelijkheid
voor huurders
Energie-Index en energielabels 2018, uitgedrukt in percentages
Energie-Index Energielabel Percentage Aantal
> 0,8 - ≤ 1,2 A 13,9% 542
> 1,2 - ≤ 1,4 B 48,0% 1872
> 1,4 - ≤ 1,8 C 37,3% 1455
> 1,8 - ≤ 2,1 D 0,8% 30
Totaal 100% 3.899
Convenant Energiebesparing Huursector
In het Convenant Energiebesparing Huursector is vastgelegd dat het
einddoel voor corporaties is om een gemiddelde Energie Index van 1,25
te behalen in 2020. Bij tussenmetingen door Aedes (via de benchmark
Shaere) is echter geconstateerd dat dit doel niet haalbaar is. Het sector-
beeld op basis van investeringsprognoses van corporaties wijst op een
uitkomst van 1,35 (label B) eind 2020. Gezien onze cijfers gaan wij deze
1,35 in 2020 wel halen.
Wij nemen ook deel aan de jaarlijkse Aedes Benchmark. Hierdoor zien wij
dat onze voorraad het goed doet in vergelijking met de sector.
Energie Index (gemiddeld) De Leeuw van Putten 2013-2018.
2013 2014 2015 2016 2017 2018
Energie Index 1,58 1,55 1,48 1,41 1,39 1,37
Energielabel C C C C B B
Zonnepanelen op seniorencomplex de Kromme Dreef
In 2018 hebben we zonnepanelen op het dak van seniorencomplex de
Kromme Dreef aangebracht. Deze zonnepanelen leveren een deel van
de stroom voor de gemeenschappelijke ruimten. Dit betreft de energie-
voorziening van de lift en de algemene openbare verlichting van o.a. het
trappenhuis en de bergingsgangen.
Door het gebruiken van zonnepanelen zijn verschillende voordelen te halen
zoals:
- Verlaging van de CO2 uitstoot. Dat is effectief tegen de klimaatverande-
ring.
- De energieopbrengst van de zonnepanelen zorgt voor een lagere
energierekening. De huurders van De Leeuw van Putten merken dit bij
de afrekening van de servicekosten.
- De opgewekte stroom van de zonnepanelen komt zoveel mogelijk voor
rekening van de gemeenschappelijke ruimten met als doel om het
traditionele energieverbruik uit het “net” te verlagen.
Het plaatsen van de zonnepanelen hebben we gecombineerd met het
vervangen van de dakbedekking van de Kromme Dreef. Dat stond namelijk
al in de onderhoudsplanning. We hebben de huurders van de Kromme
Dreef uiteraard ruimschoots van te voren geïnformeerd.
| 18
Niet planmatig onderhoud
In grote lijnen zijn onze huurders tevreden over onze aanpak bij het
niet-planmatige onderhoud. We denken dat het goed kan werken als
huurders ons foto’s mailen van gebreken aan hun woning, maar persoonlijk
contact hierover met een opzichter blijft belangrijk. De kwaliteit van het
werk van de aannemers is wel een punt van aandacht. Via onze kwaliteit-
senquêtes en onze gesprekken met huurders als de werkzaamheden klaar
zijn, krijgen we een goed beeld van het werk en hoe tevreden de huurders
hierover zijn. Geven mensen aan dat dingen toch niet helemaal naar wens
zijn, dan moeten we dat snel afhandelen.
We gaan de keuzes van huurders als het gaat om onderhoudsmaatregelen
onderzoeken. We moeten een balans vinden tussen de wensen van huur-
ders, de werkzaamheden die horen bij onze wettelijke onderhoudsplicht
en de kosten. We bekijken of we inspecties efficiënter kunnen uitvoeren
door het gebruik van foto’s.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Kwaliteitsbewaking
verbeteren
Gestart Laag Slechte kwaliteit
van de woningen
Inspectieprocedure
optimaliseren
Gestart Laag Onnodig
tijdsbeslag op
huurders
Onderzoeken waar
huurderswensen
binnen onderhoudsei-
sen passen
Gestart Middel Afnemende
waardering van
huurders
Uitvoering van het onderhoud
De aannemers die voor ons werken moeten voldoen aan de eisen die wij
stellen. Deze eisen hebben te maken met de kwaliteit van het werk en
het beperken van overlast voor huurders. Wij hanteren de onderstaande
afspraken die in 2018 zijn geactualiseerd. Het doel is het beschermen
van onze belangen en die van onze huurders waarvoor veelal diensten
worden verricht aan onze woningen. Deze Algemene Inkoopvoorwaarden
zijn van toepassing verklaard op alle offerteaanvragen (waaronder te
verstaan aanbestedingen), offertes (waaronder te verstaan aanbiedingen en
inschrijvingen) en overeenkomsten die hieruit voortvloeien.
1. Aannemers die voor ons eenmalige opdrachten uitvoeren, moeten zich
daarom houden aan onze Algemene Inkoop Voorwaarden.
2. Met de aannemers die de dagelijkse onderhoudswerkzaamheden
uitvoeren, hebben wij raamovereenkomsten.
3. Voor de medewerkers van de aannemers die een raamovereenkomst
hebben, hebben wij gedragsregels opgesteld.
4. Waarderingscijfers door huurders die onder onze norm liggen, worden
besproken met de betreffende aannemer zodat er aanpassingen in de
werkwijze gemaakt kunnen worden.
Reparatieverzoeken
Er wordt door ons per kwartaal gemeten hoe het proces van het melden
van een reparatieverzoek wordt gewaardeerd. Dit wordt gedaan omdat we
meer informatie willen hebben dan we krijgen uit de Aedes benchmark
en het nabellen (steekproef). Bij het oordeel dat de klant hier geeft, speelt
niet alleen de tevredenheid over het afspraken kunnen maken over het
reparatietijdstip, maar ook de technische kwaliteit en de wijze van werken
door de betreffende aannemer. Waar op onderdelen een onvoldoende
wordt gescoord, wordt dat besproken met de externe of interne partij die
dat betreft.
De afhandelingstermijn wordt in sterke mate bepaald door de klantwensen.
Er wordt per reparatieverzoek een afspraak gepland, waarbij de klant kan
aangeven wanneer het uitkomt.
2017 2018
Gemiddeld aantal reparatieverzoeken per woning 1,9 1,8
Gemiddelde kosten per reparatieverzoek € 151 € 123
Gemiddelde kosten per reparatieverzoek 7,9 dagen 8,0 dagen
Serviceabonnement
Kleine klusjes in een woning vallen onder het zogenaamde huurderson-
derhoud. Onze huurders kunnen een deel van het huurdersonderhoud
uitbesteden aan ons. Dat kan via het zogenaamde serviceabonnement. Op
onze website staat in het Onderhouds ABC aangegeven wat er onder het
serviceabonnement valt. De bijdrage voor deelname aan het serviceabon-
nement van De Leeuw van Putten bedraagt € 4,54 per maand. Momenteel
maakt ruim 84% van de huurders gebruik van dit serviceabonnement.
Zelf Aangebrachte Veranderingen
Iedere huurder heeft andere woonwensen. Daarom hebben huurders de
vrijheid om bepaalde zaken aan te passen in de woning. Welke zaken dat
zijn staat in ons beleid voor Zelf Aangebrachte Veranderingen (ZAV). Dit
ZAV-beleid staat op onze website. Daarin staat aangegeven wat wel en niet
mag en hoe de woning weer moet worden opgeleverd wanneer men gaat
verhuizen.
Specifieke voorzieningen
Huurders met een functionele beperking moeten ook zelfstandig kunnen
(blijven) wonen. Daarom brengen wij op verzoek specifieke voorzieningen
aan in voornamelijk de seniorenwoningen. Het betreft de volgende
voorzieningen:
- verhoogde toiletpotten
- thermostatische mengkranen en 1-hendelkranen
- voorzieningen voor het stallen van scootmobielen
Vervanging van de keuken of badkamer
Wanneer de keuken of badkamer moet worden vervangen dan kunnen
huurders die daarvoor in aanmerking komen in onze woonwinkel een
keuze maken. Per woningtype hebben wij een standaardindeling. De
bewoner kan kiezen uit verschillende kleuren van de keukenkastjes,
verschillende type werkbladen en uit allerlei soorten tegels voor badkamer
en keuken. Tegen een meerprijs kunnen ze extra kastjes, apparatuur of een
thermostaatkraan bestellen.
Bij nieuwe verhuringen is er de mogelijkheid voor kleurkeuze van de
keukenkastdeurtjes. Nieuwe bewoners kunnen na het ondertekenen van
het huurcontract in de woonwinkel hun keuze maken.
19 |
4.5 LeefbaarheidHet kost veel tijd om onze wijken en buurten leefbaar te houden zodat
mensen er fijn kunnen wonen.
Ons doel is om kleine problemen in de woonomgeving zo snel mogelijk
op te lossen. Daarom werken wij in buurten en wijken samen met andere
corporaties en met de gemeente.
We vinden het voor de leefbaarheid belangrijk dat huurders zelf hun tuin
onderhouden. Opgeruimde tuinen die goed worden onderhouden zijn
belangrijk voor de leefbaarheid van een wijk. Doen huurders dit niet of niet
genoeg, dan nemen we mondeling of schriftelijk contact met hen op. Zelf
onderhouden we alle achterpaden in de onze wijken.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Kwaliteit van de
tuinen bewaken en
indien nodig bewoners
aanspreken
Loopt Laag Verminderde
leefbaarheid
door afnemende
beeldkwaliteit
Onderhoud en beheer
van de achterpaden die
in ons bezit liggen
In uitvoering,
jaarlijkse
planning
Laag Verminderde
leefbaarheid door
slechte beeld-
kwaliteit en risico
van struikelen
Betrekken van
huurders bij de
inrichting van de
directe woonomgeving
Op projectbasis Middel Afnemend
draagvlak voor
ingrepen
Kleine klachten in de
woonomgeving snel
verhelpen, samen met
de gemeente
Loopt Laag Verloedering van de
buurt
Bij de projecten die wij uitvoeren in de wijken en buurten betrekken wij
onze huurders. Zo weten we zeker of een plan aansluit bij hun wensen.
We voeren hiervoor gesprekken in de wijk. Ook binnen het planmatig
onderhoud wordt bekeken waar participatie in de planvorming wenselijk en
reëel is.
Daarnaast staan wij open voor aanvullende wensen van huurders.
Overlast
Krijgen wij meldingen van overlast in een wijk, dan nemen we als corpo-
ratie altijd het initiatief om dit op te lossen, ook als het niet alleen onze
eigen huurders betreft. We willen dat de huurders in onze wijken prettig
kunnen wonen en leven. Ook maatschappelijke organisaties betrekken we
bij onze aanpak. Net als bij huurachterstand, kan overlast een teken zijn van
een groter probleem. We zien de sociale problemen in de wijken namelijk
toenemen.
We kunnen overlastzaken melden en registreren bij de regisseur Woon-
overlast van de gemeente Nissewaard. Deze persoon is het aanspreekpunt
voor alle organisaties waarmee we samenwerken.
De regisseur kan informatie over een klacht snel aan iedereen doorgeven
zodat we gezamenlijk kunnen optreden. Zo krijgen we ook een goed
beeld in welke buurten, wijken en kernen woonoverlast is en hoe vaak dat
voorkomt. We hebben met de gemeente, de politie en andere corporaties
goede afspraken gemaakt, waardoor het voor iedereen duidelijk is dat we
snel optreden tegen overlast.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Samen met
maatschappelijke
organisaties overlast
aanpakken
Samenwerking
loopt
Hoog Escalatie van
overlast
Uitvoering geven aan
convenant Aanpak
Hennepteelt
Loopt Middel Illegale praktijken
Uitvoering geven aan
Aanpak Woonoverlast
Loopt Hoog Escalatie van
overlast
Achter de voordeur
aanpak voortzetten
Loopt,
procedure
opgesteld
Hoog Onnodige
ontruimingen
Buurtpreventie
Bij buurtpreventie geven bewoners zelf kleine klachten aan ons door. We
zien dat buurtpreventie bijdraagt aan de leefbaarheid van een wijk. Als we
van bewoners een klacht of een melding ontvangen, moeten we dit nog
beter afhandelen, zodat de kwaliteit van de woonomgeving op peil blijft.
We blijven buurtpreventieteams ondersteunen en stimuleren.
De kwaliteit en de verlichting van achterpaden dragen bij aan een positieve
beleving en een gevoel van veiligheid. Die krijgen dan ook onze ruime
aandacht. Verbetering is ook mogelijk door invoering van buurt-apps
waarmee elke huurder een melding kan doorgeven. Het oorspronkelijke
idee van één app voor de buurt is achterhaald door de grote toename van
diverse apps, allemaal met een eigen functie, maar ook deels met overlap.
Op dit moment loopt er een subsidieaanvraag bij het ministerie van Justitie
en Veiligheid om voor heel de wijk De Hoek achterpadverlichting aan te
brengen. Op korte termijn hopen we uitsluitsel te krijgen.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Met de gemeente
zoeken naar kansen
voor de invoering
van een gezamenlijke
buurt-app
Nog niet
opgestart
Laag Onnodige app
ontwikkelen
Opvolging klachten
vanuit buurtpreventie
Loopt,
verbetering
doorvoeren
Middel Stoppen
buurtpreventie
Samenwerking
partners
Loopt Middel Gemiste afspraken
Doorzetten beheer
achterpaden en
stimuleren van
aanbrengen achter-
padverlichting
Loopt Middel Onveilige plekken,
de wijk voelt niet
als thuis
Lemon 2018 (Nissewaard Peiling)
Samen met de gemeente en de andere corporaties voeren wij om het jaar
het leefbaarheidsonderzoek Lemon uit. De Lemonenquête en de Inwoner-
senquête vormen samen de Nissewaard Peiling.
Via de Lemonenquête wordt aan een deel van de bewoners gevraagd
de leefbaarheid van de eigen buurt te beoordelen. Wij streven naar een
minimaal cijfer van 7,0.
Het rapport van de Nissewaard Peiling met daarin de leefbaarheidscijfers
over 2016 is in juli 2017 verschenen. Eind 2018 wordt de Nissewaard Peiling
weer uitgevoerd. De cijfers hiervan zullen begin 2019 bekend worden
gemaakt.
| 20
Wijkvisie De Hoek
Voor de wijk De Hoek hebben wij een toekomstplan gemaakt. We zijn
gestart met een klantenpanel waarin bewoners van De Hoek hun mening
konden geven. Er is dus een andere aanpak gekozen dan in Zuidwest. Dat
heeft onder andere te maken met het feit dat vrijwel alle woningen in
deze wijk in ons bezit zijn en we dus minder hoeven af te stemmen met
andere organisaties of corporaties. Wel hebben we in het eerste kwartaal
individuele gesprekken gevoerd met stakeholders uit de wijk. In mei is de
bewonersenquête uitgezet om input vanuit de bewoners te krijgen voor de
wijkvisie De Hoek. Op de website www.wijzijndehoek.nl hebben bewoners
de vragenlijst ingevuld. De wijkvisie is begin juli 2018 opgeleverd. We zijn
gestart met de uitvoering van het plan in overleg met de gemeente.
In december hebben wij samen met de gemeente Nissewaard deelgeno-
men aan het project New Towns van het INTI (International New Towns
Institute) Deze sessie vond plaats in het voormalige nieuwe stadsdeel
Vällingby vlakbij Stockholm in Zweden. De volgende bijeenkomst van het
INTI vindt plaats op 20 en 21 februari 2019 in Spijkenisse. De sessie die dan
plaats vindt gaat men name over De Hoek. Wij participeren daarin. Meer
info is te vinden op de website www.newtowninstitute.org.
Begroting leefbaarheid
We hebben een begroting leefbaarheid vastgesteld om verschillende
projecten te kunnen uitvoeren voor de leefbaarheid in de wijken. Het bedrag
is gebaseerd op het maximale normbedrag per sociale huurwoning. Hiermee
kunnen we problemen of klachten op het gebied van leefbaarheid snel
verhelpen. We stemmen deze plannen goed af met het planmatig onderhoud.
En we voeren ze uit volgens het participatieplan. Samen met de gemeente
meten we de leefbaarheid in de wijken met de leefbaarheidsmonitor. Deze
monitor is onderdeel van het grotere onderzoek Nissewaard Peiling.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Deelnemen aan
projecten WOP
Zuidwest
Loopt Laag Minder samenhang
tussen maatregelen
van de samen-
werkingspartners
Opstellen
visiedocument
wijk De Hoek
Gerealiseerd Middel Fysieke en sociale
achteruitgang van de
wijk, niet voldoen aan
prestatieafspraken
Begroting leefbaarheid
uitvoeren
Loopt Middel Ontevreden huurders
door problemen die
niet opgelost worden
Deelnemen aan de
leefbaarheidsmonitor
Loopt Middel Niet voldoen aan
prestatieafspraken
Leefbaarheidsprojecten
We gaan uit van een heldere taakverdeling tussen particulieren, woning-
corporaties, bedrijven en gemeente. Wij geloven in onze eigen kracht en
in die van onze partners. Als iedereen doet waar hij goed in is, dan is het
resultaat het beste. Zo willen we een positieve impuls geven met als doel
dat er prettig gewoond kan worden. We denken mee en dragen graag bij
aan zaken die zonder onze hulp niet van de grond zouden komen. Binnen
het wijkontwikkelingsplan Zuidwest werken de gemeente en de collega
corporaties op een dergelijke manier samen.
Dag van het huren
Op zaterdag 13 oktober 2018 (van 11:00 tot 15:00 uur) hebben wij een open
dag georganiseerd bij De Leeuw van Putten. Op deze Dag van het huren
hebben medewerkers laten zien wat zij voor de huurders doen en hoe zij
tijdens hun werk bezig zijn om voor de huurders het wonen mogelijk te
maken. Tijdens de open dag kon men vragen stellen en meedenken over
wat De Leeuw van Putten nog meer voor haar huurders kan betekenen.
Ook de huurdersvereniging was aanwezig.
Cameratoezicht bij complexen
We hebben camera’s geplaatst bij de complexen van de Kreek, de
Lenteakker en de Aidastraat. Dit is een pilot om de veiligheid te vergroten
bij deze complexen. In 2019 wordt er geëvalueerd.
Portieken afsluiten
Een aantal van onze complexen heeft open portieken. Dit zorgt vaak voor
overlast. Daarom willen bewoners graag dat wij portieken afsluiten, zodat
alleen de bewoners toegang hebben. Bewoners kunnen een verzoek tot
afsluiting indienen bij ons. Wij gaan dan na of dit technisch mogelijk is. Ook
kijken wij of huurders bereid zijn om hiervoor huurverhoging te betalen en
of eventuele kopers willen meebetalen.
Op woensdagavond 19 september 2018 hebben De Leeuw van Putten en
de gemeente een informatiebijeenkomst verzorgd in een tent aan de Bes-
sengaard. In deze tent presenteerden we onze plannen voor het afsluiten
van de portieken. Huurders hadden eerder aangegeven dat de huidige open
portieken aan de Bessengaard zorgden voor overlast, onveilige situaties
en een rommelige uitstraling. Met die signalen zijn we als corporatie aan
de slag gegaan. Bewoners konden die avond met ons meedenken over
oplossingen, maar ook kiezen voor bijvoorbeeld de kleur van het portiek.
Project Brandveilig Leven
Samen met de brandweer voeren wij het project ‘Brandveilig Leven’ uit.
Gestart is met het benaderen van de bewoners van de seniorcomplexen
voor een brandveiligheidscheck. Momenteel bezoeken wij de overige wo-
ningen. De bewoners worden hierover vooraf geïnformeerd. De Brandweer
controleert samen met de bewoner verschillende punten in de woning.
Het is niet verplicht om mee te doen. Maar door mee te doen wordt wel de
veiligheid voor de bewoner en de omgeving verbeterd. Bovendien wordt
het gratis aangeboden. Ook de rookmelders krijgt men gratis, doordat wij de
materiaalkosten voor onze rekening nemen. In overleg met de brandweer is
afgesproken dat dit project in drie jaar tijd afgerond zal zijn. Dit is afhanke-
lijk van de fluctuerende capaciteit van de brandweer.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Brandveiligheidscheck In uitvoering Hoog Gevaar door
onvoldoende
brandveiligheid
Schoon-Schip-Trein
Het schoonmaken en opknappen van de wijken is een belangrijk thema
in Spijkenisse. Bewoners kunnen vooraf schoonmaak- en opknapideeën
aanleveren. Uiteraard moeten deze ideeën ook uitvoerbaar zijn. Het project
van de ‘Schoon-Schip-Trein’ is een samenwerking tussen de gemeente,
corporaties, bewoners, bewonersorganisaties, wijkgroepen en scholen.
Voordat er een wijk wordt aangedaan, krijgen alle bewoners een brief
daarover thuisgestuurd.
Dress for Success in Spijkenisse
Onze bedrijfsruimte aan de Veerman werd gebruikt door “Dress for
success”. Deze stichting verstrekte kleding aan mensen om te solliciteren,
omdat ze hier zelf geen goede kleding voor hadden of niet konden betalen.
Ook hebben ze de pilot ‘Achter-de-voordeur’ ondersteund met hun
diensten.
Gezien het maatschappelijk belang rekende De Leeuw van Putten geen
huur. Helaas sloot de winkel met gratis sollicitatiekleding en -training voor
minima op 1 december 2018 de deuren. Er was vrijwel geen vraag meer
naar de aangeboden kleding. De modetrend bij solliciteren is veranderd.
21 |
Hoofdstuk 5
Maatschappelijk samenwerken5.1 Lokale partnersMet lokale partners werken wij samen om belangrijke maatschappelijke
opgaven te kunnen oppakken. Daarbij gaan we uit van ieders kracht en
verantwoordelijkheid. Gezien de huidige maatschappelijke ontwikkelingen
wordt het steeds belangrijker om samen de krachten te bundelen en vanuit
ieders verantwoordelijkheid te handelen. De middelen zijn schaars en het
overheidsbeleid wordt scherper. Dit vraagt om een effectieve samenwer-
king.
In de gemeente Nissewaard delen wij de verantwoordelijkheid voor de
sociale volkshuisvesting samen met Maasdelta, Woonbron en De Zes
Kernen.
De Leeuw van Putten heeft de volgende belanghebbenden met betrekking
tot de maatschappelijke en volkshuisvestelijke missie en doelstellingen
benoemd:
- klanten, onder andere vertegenwoordigd in de Huurdersvereniging LvP
en klantenpanels
- collega-corporaties in de regio, met name: Maasdelta, Woonbron en De
Zes Kernen
- de gemeente Nissewaard
- Careyn
- politie Nissewaard
- Stichting Welzijn Ouderen
- Buurtpreventie
- Spijkenisser Innovatief Netwerk (SPIN)
- overige instanties/instellingen: Pameijer, Enver (Flexus), Timon, Leger
des Heils, e.d.
Bod op de woonvisie van de gemeente
Op basis van de woonvisie van de gemeente hebben wij in 2018 een bod
(een overzicht van voorgenomen werkzaamheden) opgesteld. Daarbij
hebben wij de Huurdersvereniging LvP betrokken zodat hun inbreng en
betrokkenheid gewaarborgd is. Het bod geeft een beeld van onze activitei-
ten voor het komende jaar met een doorkijk naar de vier jaren daarna.
De volgende onderwerpen zoals omschreven in het BTIV zijn opgenomen:
- Voornemens met betrekking tot nieuwbouw of aankoop van sociale
huurwoningen.
- De gewenste ontwikkeling van de woningvoorraad (onder andere
verkoop van bezit door de corporatie en liberalisatie van woningen).
- Betaalbaarheid en bereikbaarheid van de woningvoorraad.
- De huisvesting van specifieke doelgroepen.
- De kwaliteit en duurzaamheid van de woningvoorraad en de woonom-
geving.
- Investeringen in leefbaarheid en maatschappelijk vastgoed voor zover die
tot het werkterrein van corporaties behoren.
De minister heeft daarnaast prioriteiten binnen de sociale huisvesting
benoemd, waarvan corporaties geacht worden deze in hun bod op de
woonvisie te betrekken. Voor de periode 2016-2019 zijn dat:
- Betaalbaarheid en beschikbaarheid voor de doelgroep.
- Realiseren van een energiezuinige sociale huurwoningvoorraad conform
de afspraken in het Nationaal Energieakkoord en het Convenant
Energiebesparing Huursector.
- Huisvesten van urgente doelgroepen.
- Realiseren van wonen met zorg en ouderenhuisvesting in verband met
langer zelfstandig wonen.
Uit dit ‘overzicht van voorgenomen werkzaamheden’ heeft de gemeente
Nissewaard kunnen afleiden welke werkzaamheden wij op het grondgebied
van de gemeente gaan uitvoeren, en welke bijdrage daarmee is beoogd
aan de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid zoals opgesteld in de
woonvisie. Dit overzicht heeft betrekking op de eerstvolgende vijf kalender-
jaren. Op basis van dit bod op de woonvisie zijn wij in overleg getreden met
de gemeente en de Huurdersvereniging LvP om tot prestatieafspraken te
komen.
Prestatieafspraken
Op 5 december 2018 hebben de huurdersorganisaties, de woningcorpora-
ties en de gemeente Nissewaard de prestatieafspraken voor 2019 en verder
ondertekend. Deze prestatieafspraken geven aan welke bijdrage de partijen
in 2019 leveren aan het woonbeleid van de gemeente, dat is vastgelegd
in de woonvisie Nissewaard Woont. Het betreft een actualisering van de
afspraken die vorig jaar gemaakt zijn.
De woningcorporaties De Leeuw van Putten, De Zes Kernen, Maasdelta en
Woonbron, huurdersorganisaties LvP, Bernisse, SHS, CPRW en De Samen-
werking, en de Gemeente Nissewaard hebben wederom overeenstemming
bereikt over de beschikbaarheid, de kwaliteit (onderhoud en duurzaam-
heid) en de betaalbaarheid van huurwoningen. Daarnaast zijn afspraken
gemaakt over wonen met zorg en over leefbaarheid en veiligheid.
Duurzaamheid blijft één van de speerpunten in de prestatieafspraken. De
maatregelen die in dit kader genomen worden verbeteren niet alleen de
kwaliteit van de woningen, maar kunnen ook een besparing voor huurders
opleveren, omdat het energieverbruik afneemt. Daarmee dragen ze ook bij
aan het speerpunt betaalbaarheid.
Op het gebied van leefbaarheid en veiligheid is afgesproken dat de huidige
aanpak de komende jaren wordt voortgezet. Dit betekent onder andere dat
de partijen onverminderd blijven samenwerken om woonoverlast tegen te
gaan. Daarnaast wordt er actief ingezet op inbraakpreventie.
Op dit moment is er veel vraag naar sociale huurwoningen. Op regionaal
niveau worden afspraken gemaakt om te bewaken dat er voldoende
sociale woningen zijn en blijven. Daarnaast wordt getracht om de sociale
woningvoorraad evenwichtiger over de regio Rotterdam te verspreiden.
De gemeente en de corporaties leveren een productieve bijdrage aan dit
regionale traject.
5.2 Prestatieafspraken
| 22
WOP Zuidwest
De vijfjaarstermijn van het wijkontwikkelingsplan voor Spijkenisse-Zuid-
west zit in 2018 in het laatste jaar. Met de gemeente en collega-corporaties
onderzoeken we hoe we het enthousiasme en de samenwerking dat het
WOP-Zuidwest bij bewoners en organisaties heeft opgeleverd, kunnen
vasthouden. Daarom is besloten om ook in 2019 nog projecten in Zuidwest
uit te voeren met de opdracht om een aantal succesvolle projecten in te
bedden in reguliere uitvoeringstrajecten. Zoals Samen Vooruit (de achter de
voordeur aanpak met de Uitvoeringsbrigade), Welzijn op Recept, de buurtt-
uin De Vlinderkreek, het buurtnetwerk Konnekt en het Buurtrestaurant.
Deze constructieve samenwerking moet een plek krijgen in de stadsbrede
opzet van sociale vraagstukken zoals de gemeente die per 2019 wil
invoeren. Deze opzet, genaamd Thuis in de Wijk, gaat vanuit wijklocaties
laagdrempelig integrale dienstverlening binnen het sociale domein
aanbieden.
Snippergroen
We hebben ook afspraken gemaakt over het snippergroen in Spijkenisse.
Dat zijn stukjes grond van de gemeente die soms onderdeel zijn gaan
uitmaken van tuinen van onze bewoners en soms op plekken liggen die niet
te beheren zijn door de gemeente. Bij mutatie gaven wij dat terug aan de
gemeente. De gemeente heeft ons aangeboden dat wij het snippergroen
voor het symbolische bedrag van 1 euro kunnen overnemen. Het contract
voor overname van de grond is begin 2018 ondertekend.
De overdracht is eind vierde kwartaal 2018 afgerond door het passeren van
de akte bij de notaris.
Vervolgens wordt de veranderde eigendomssituatie met de bewoners
gecommuniceerd.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Prestatieafspraken
2018 en bod
Bod uitgebracht.
Nieuwe
afspraken
ondertekend.
Hoog Onvoldoende
afstemming.
Sanctie Aw
WOP Zuidwest Loopt Laag Geen integrale
gebiedsaanpak
Afspraken over
snippergroen
Overdracht
grond eind 2018
geregeld.
Laag Onduidelijkheid over
beheer en eigendom.
Planning groot
onderhoud extern
delen
Loopt Laag Planning werkzaam-
heden met derden
niet goed afgestemd.
Langer zelfstandig wonen Het aantal oudere mensen neemt de komende
jaren flink toe (vergrijzing). Daarnaast komen er steeds meer kleine
huishoudens. Dit kan ervoor zorgen dat er meer vraag ontstaat naar andere
soorten woningen. We houden dit goed in de gaten zodat we op tijd zien
wat de vergrijzing betekent voor de vraag naar bepaalde woningtypen. Nu
al is duidelijk dat oudere mensen heel verschillende woonwensen hebben.
Het programma Langer Thuis in Nissewaard geeft dat ook aan.
In het begin gingen we er vanuit dat oudere mensen vooral behoefte
hebben aan (technische) aanpassingen aan hun woning om langer thuis te
kunnen wonen. Maar toen we het de huurders zelf vroegen, bleek er veel
meer behoefte te zijn aan veranderingen in de samenstelling van de buurt.
We merken dat de nieuwe generatie ouderen niet altijd met alleen ouderen
wil wonen. Een mix van leeftijden zorgt voor meer levendigheid in de wijk
en biedt meer kansen om elkaar te helpen. Als de behoefte aan senioren-
woningen hierdoor inderdaad afneemt, kunnen we het seniorenlabel op
termijn laten vervallen en ontstaat vanzelf een bredere mix aan bewoners
in deze woningen. Uiteraard is het belangrijk dat we dit goed bespreken
met de mensen die er nu wonen.
We hebben intern een Wooncoach geworven. Een Wooncoach geeft
verhuisbegeleiding op maat en stimuleert de doorstroming van o.a. oudere
bewoners die al lang in een woning van ons wonen, maar nog niet de
overstap hebben gemaakt naar een seniorenwoning. We willen ook naar de
mogelijkheid kijken of mensen die een hoger inkomen hebben, toch binnen
onze voorraad kunnen slagen. Dit wordt een pilot voor 1 jaar in 2018,
waarbij de werkbelasting is ingeschat op 8 uur per week. De geworven
Wooncoach is gestart per 1 juni 2018. Evaluatie vindt plaats in februari 2019.
We zorgen in overleg met de gemeente voor een duidelijk overzicht
van hulpmiddelen die mensen kunnen aanvragen vanuit de Wet maat-
schappelijke ondersteuning (Wmo). We ondersteunen de huurder waar
mogelijk bij het aanvragen van voorzieningen. We onderzoeken of we in
de gemeenschappelijke ruimten in de seniorcomplexen meer praktische
diensten kunnen aanbieden.
Ook willen we de bewonerscommissies meer helpen bij het beheer en
gebruik van deze ruimten. Een goed gebruik van de gemeenschappelijke
ruimten is heel belangrijk voor het prettig wonen in deze complexen. Met
de zorginstelling Careyn is overleg over verbreding van de dienstverlening.
Een vergevorderd plan om een woning aan de Verdilaan om te bouwen
naar een gemeenschappelijke ruimte waar ook Careyn dagactiviteiten zou
aanbieden is stopgezet. De kosten en de locatie bleken niet aan te kunnen
sluiten op de mogelijkheden van Careyn. Naar een alternatief wordt nu
gezocht.
Ook is er contact gelegd met de bewonerscommissies van ’t Koepeltje en
het Roosenboompje om tot samenwerking tussen hen en Careyn te komen
binnen de programmering van de gemeenschappelijke ruimten.
We onderzoeken of er een Flatcoach aangesteld kan worden. Een Flatcoach
is een soort huismeester die zich niet alleen bezighoudt met de veiligheid
van een gebouw, maar ook met de contacten tussen de huurders en de
organisatie van activiteiten. Ook biedt de Flatcoach ouderen de helpende
hand en verwijst hij door naar andere organisaties. De Flatcoach heeft
onder andere contact met de wijkagent en de wijkverpleegkundige. De
Flatcoachrol kan worden ingevuld samen met zorg en welzijnspartijen (bv
Careyn, Gemeente en SWO). De Flatcoach zal in dienst zijn van een van
deze partijen, waarbij wij financieel willen bijdragen. De andere corporaties
hebben geen behoefte om hier aan deel te nemen. Wij proberen deze pilot
toch nog op te starten.
5.3 Langer thuis wonen
23 |
5.4 Bewonersparticipatie
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Langer zelfstandig
wonen
ondersteunen
Loopt. Middel Uitstroom uit
woningen
Alternatieve
woonvormen
aanbieden
Loopt Middel Vraaguitval
Inzicht verdeling
Wmo taken
Gereed. Verdeling
vastgesteld
Laag Onduidelijkheid
bij dienstverlening
voor huurders
Duidelijke infor-
matievoorziening
richting huurders
Wooncoach
aangesteld, in feb
2019 evaluatie.
Laag Ongemak voor
huurders
Inrichten
gemeenschappelij-
ke ruimten
Loopt. Verdilaan
toevoeging ruimte,
alternatief
wordt gezocht.
Middel Afnemende
waardering voor
woningen door
huurders
seniorcomplexen
Bewonerscommis-
sies faciliteren in
huisvesting
Gestart Middel Afnemende inzet
commissies
Verkennen
mogelijkheden
aanstelling
Flatcoach
Loopt, weinig
animo partijen
Laag Ongemak voor
huurders
We kijken ook of seniorenwoningen een rol kunnen spelen bij de huisves-
ting van kwetsbare huurders.
Zij kunnen door de scheiding van wonen en zorg niet meer intramuraal
wonen en richten zich nu meestal tot de corporatiemarkt.
Scootmobielen
De vergrijzing in Spijkenisse kent een hogere piek dan gemiddeld in
Nederland. Daardoor groeit de vraag naar scootmobielen. De gemeente
verstrekt de scootmobielen en wij zorgen voor genoeg ruimte om de
scootmobielen te parkeren. Bij seniorcomplexen maken wij daar waar
mogelijk overdekte en afgesloten parkeerplaatsen voor scootmobielen.
Maar ook bij reguliere woningen zorgen wij voor parkeermogelijkheden.
Bij de seniorencomplexen is het zo nu en dan lastig om goede oplossingen
te vinden. Dit onderwerp wordt meegenomen in de nog vast te stellen
gezamenlijke beleidsvisie op het wonen met zorg in Nissewaard.
Huurdersvereniging LvP
De Huurdersvereniging LvP is onze gesprekspartner over onderwerpen die
voor alle huurders van De Leeuw van Putten van belang zijn en over zaken
die complex- en buurt overstijgend zijn. De Wet op het overleg huurders
verhuurder is de basis voor het bespreken van onderwerpen. Dit doen
wij vooral vanwege de meerwaarde die wij daarin zien en niet vanuit de
wettelijke verplichting. De Huurdersvereniging LvP vertegenwoordigt alle
huurders van De Leeuw van Putten.
De vereniging heeft een kantoorruimte aan de Schrijnwerker. Hier vergadert
het bestuur en de verenigingsraad. Ook wordt er spreekuur gehouden
voor huurders die vragen hebben aan de huurdersvereniging. Wij steunen
de huurdersvereniging met een jaarlijkse financiële bijdrage en het ter
beschikking stellen van de kantoorruimte.
Eind 2018 bestond het bestuur van de Huurdersvereniging LvP uit de
volgende leden:
- de heer J.A. van ‘t Verlaat (voorzitter)
- de heer H.A.F. van Gurp (bouwkundige zaken)
- de heer R. Somers (penningmeester)
- de heer H. Westerhof (secretaris)
- mevrouw K. Barkani (huurdersconsulente)
- de heer W. van Ekelenburg (lid)
Overleggen
In 2018 voerden wij verschillende overleggen:
- Wij hebben vijf keer overleg gevoerd over beleidsmatige onderwerpen
zoals de woningwet, het huurprijsbeleid, beleidsvoornemens, begroting
en leefbaarheid. Hierbij aanwezig waren de bestuurder en de beleidsme-
dewerker.
- Wij hebben vier keer overleg gevoerd over technische zaken. Hierbij
waren aanwezig de manager Vastgoed en de medewerker bedrijfsbu-
reau.
- Een vertegenwoordiging van de huurdersvereniging heeft een keer
overlegd met een vertegenwoordiging van de Raad van Commissarissen.
De volgende onderwerpen bespraken wij met de huurdersvereniging:
- Jaarverslag 2017
- Klantportaal op website
- Strategisch Voorraadbeheer
- Assetmanagement
- Duurzaamheid
- Onderhoudsplanning 2018
- Huurbeleidsplan 2018
- Begroting De Leeuw van Putten 2019
- Jaarplan De Leeuw van Putten 2019
- Energielabels en energiebesparing
- Wijkontwikkelingsplan Zuidwest
- Woonruimteverdeling
- Woningwet en Veegwet
- Prestatieafspraken
- Privacywetgeving (AVG)
De huurdersvereniging is ook betrokken bij het proces van het maken van
prestatieafspraken. Daarom hebben wij ook vaker overleg met hen gehad.
Het bod op de woonvisie hebben wij uitgebreid besproken met hen. Op
basis van het bod is het proces van het maken van de prestatieafspraken
gestart. Op 5 december 2018 hebben we met alle partijen de nieuwe
prestatieafspraken ondertekend. Ook de Huurdersvereniging LvP heeft de
prestatieafspraken ondertekend.
| 24
Alle huurders gratis lid van de huurdersvereniging
De Huurdersvereniging LvP vertegenwoordigt alle huurders bij het overleg
over de prestatieafspraken. Ook in andere overleggen met De Leeuw van
Putten is dat het geval. Daarom is besloten om alle huurders gratis lid te
laten worden van de huurdersvereniging. Op die manier is geborgd dat
de huurdersvereniging namens alle huurders van De Leeuw van Putten
spreekt.
Bewonersruimten
Er zijn bewonersruimten in de seniorenflats aan de L. Ansinghstraat / M.
Roosenboomstraat, de Kromme Dreef en in de flat aan de IJsselstraat. De
bewoners mogen deze ruimten kosteloos gebruiken. De huurders van de
flats hebben zelf commissies gekozen voor het beheren van deze ruimten.
Deze actieve commissies organiseren tal van activiteiten voor de bewoners.
Bij het seniorencomplex Verdilaan zijn wij bezig om ook een bewoners-
ruimte te maken. Dit wordt gedaan op verzoek van de bewoners.
25 |
Hoofdstuk 6
Klantgericht werken
Onze huurders verwachten van ons dat wij onze belangrijkste taken en
de dienstverlening die daarbij hoort, goed blijven uitvoeren. Wij meten de
kwaliteit van ons werk. Wij bellen alle huurders op die een nieuwe woning
hebben betrokken. Huurders die hebben gevraagd om een reparatie, bellen
wij ook (steekproef), en wij sturen hen een vragenlijst. Huurders waar groot
onderhoud is uitgevoerd, vragen wij ook om een vragenlijst in te vullen.
Daarnaast doen wij mee met de jaarlijkse Aedes Benchmark.
Via ons klantenpanel vragen wij huurders om hun mening en luisteren
we naar wat zij belangrijk vinden. Het onderwerp waar we over praten,
spreken we van tevoren af. Het gaat altijd over iets dat kortgeleden heeft
plaatsgevonden of nog plaatsvindt. Het volgende klantenpanel is in het
eerste kwartaal van 2019 gerealiseerd.
Via het klantportaal op onze website kunnen de huurders hun eigen
gegevens bekijken. Ze kunnen ook via het klantportaal contact met ons
opnemen. We maken een toekomstplan over de digitale ontwikkelingen
in onze branche en hoe we die kunnen gebruiken in onze dienstverlening
naar de huurders.
Wij zijn gericht op het verder digitaliseren van de dienstverlening voor
degenen die dat willen en kunnen. Daar waar persoonlijk contact een
toegevoegde waarde is, wordt dit ingezet desgewenst bij de klant thuis. Ons
kantoor is dagelijks geopend voor de klanten.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Kwaliteitsmetingen
uitvoeren
Continu proces Laag Slechte kwaliteit
van de woningen
Meedoen aan de
Aedes Benchmark
2018
Gereed Middel Aanwijzing
Aedes en Aw
Visie op
verdergaande
digitalisering
opstellen
Gereed,
besproken met
medewerkers
Middel Geen optimale
dienstverlening
Om onze dienstverlening op peil te houden volgen wij continue de
waardering daarvoor door onze huurders. In onderstaande tabel ziet u
hoe wij de kwaliteit van onze dienstverlening momenteel volgen. Wij
participeren in de Aedes Benchmark. Wij zijn actief bezig met het nabellen
(aftersales) van onze huurders.
En na de uitvoering van het onderhoud sturen wij nog enquêtes om daar
goed de vinger aan de pols te houden. Doel van al deze metingen is om na
te gaan hoe processen zijn verlopen en om te bepalen of er nog punten zijn
die verbetering behoeven.
6.1 Klantgerichtheid
6.2 Aedes Benchmark, aftersales en enquêtes
Meting 1 Meting 2 Meting 3
Nieuwe huurders Aedes benchmark Nabellen (100%) -
Vertrokken huurders Aedes benchmark - -
Reparatieverzoeken Aedes benchmark Nabellen (steekproef) Enquêtes (kwartaal)
Groot onderhoud Aedes benchmark - Enquêtes (project)
Cijfers Aedes Benchmark primaire processen De Leeuw van Putten
Aedes Benchmark 2015 2016 2017 2018
Nieuwe huurders 7,8 7,7 7,9 7,9
Vertrokken huurders 7,1 7,6 7,3 7,7
Reparatieverzoeken 7,4 7,4 7,6 7,5
Door het huurdersoordeel over de dienstverlening te meten per proces,
kunnen we nagaan of de kwaliteit op het gewenste niveau is. Dit biedt de
mogelijkheid om processen te verbeteren en klantgerichter in te richten.
We hebben het bureau USP Marketing Consultancy BV geselecteerd om
de telefonische kwaliteitsenquêtes af te nemen volgens onze wensen en
passend in het stramien van de Aedes Benchmark (jaarlijkse meting). USP
gaat binnenkort starten met het telefonische onderzoek voor de Aedes
Benchmark 2019.
Cijfers nabellen (aftersales) nieuwe huurders en reparatieverzoeken
Nabellen 2017 Q4 2018 Q1 2018 Q2 2018 Q3 2018 Q4
Nieuwe huurders 7,6 8,0 8,0 7,0 8,0
Reparatieverzoeken 7,8 8,3 8,3 7,7 7,6
Cijfers enquêtes reparatieverzoeken en groot onderhoud
Enquêtes 2014 2015 2016 2017 2018
Reparatieverzoeken 7,9 8,1 8,5 7,9 8,7
Groot onderhoud 7,0 7,9 7,2 7,6 7,8
| 26
Als De Leeuw van Putt en en de klant bij een klacht niet tot overeenstem-
ming komen, kan de klant de klachtencommissie vragen een uitspraak te
doen. De Leeuw van Putt en heeft een eigen onafhankelijke klachtencom-
missie.
In 2018 zijn er geen klachten over De Leeuw van Putt en behandeld.
Samenstelling van de klachtencommissie
Eind 2018 bestond de klachtencommissie uit de volgende leden:
- de heer B. van den Berg (benoemd op voordracht van het personeel)
- de heer T. de Groot (benoemd op voordracht van het bestuur)
- de heer H. van Gurp (benoemd op voordracht van de
huurdersvereniging)
Wet modernisering Huurcommissie
Door de invoering van de Wet Modernisering Huurcommissie zijn er
wijzigingen voor de rol van de Huurcommissie. De klachtencommissie
van De Leeuw van Putt en blijft echter bestaan. De wett elijke eis is en blijft
dat een huurder zich eerst tot de verhuurder moet wenden en de interne
klachtenprocedure moet doorlopen. Pas daarna kan de huurder naar de
Huurcommissie.
De Huurcommissie behandelt vanaf 1 januari 2019 meer soorten geschillen
tussen huurder en verhuurder dan voorheen. Het kan gaan over alle
gedragingen van de verhuurder met betrekking tot de levering van diensten
en producten. De Huurcommissie kan dan een uitspraak doen of een klacht
gegrond of ongegrond is. De Huurcommissie gaat niet over geschillen die
gaan over het toe- of afwijzen van de woonruimte, wanbetaling, huurbe-
eindiging of het afsluiten van nutsvoorzieningen.
De Huurcommissie zal bij de intake navragen bij de indiener en de
verhuurder of de interne klachtenprocedure is doorlopen. Verder geldt er
sinds augustus 2018 een verhuurdersbijdrage van de woningcorporaties
voor de bekostiging van de Huurcommissie.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Analyse klachten Loopt, evaluatie
van elke klacht.
Laag Geen verbeteringen,
waar die wel
mogelijk zijn
Invoeren landelijke
klachtencommissie
Wet Modernisering
Huurcommissie
Laag Laag Verplicht doorgaan
met huidige
commissie
Personeel: omvang en samenstelling
Per 31 december 2018 bestaat de vaste personeelsbezett ing uit 16 vrouwen
en 13 mannen. In onderstaand overzicht ziet u op welke afdeling ze
werken, omgerekend naar fulltime functies. Ook de cijfers van de afgelopen
drie jaar staan erbij.
Het Hoofd Bedrijfsbureau is met pensioen gegaan per 1 maart 2018. De
vacature is ingevuld met ingang van 1 maart 2018. De Coördinator participa-
tie en buurtbeheer heeft op 15 april 2018 De Leeuw van Putt en verlaten
i.v.m. een andere baan. De vacature is ingevuld per 7 mei 2018. Per 1 juni
2018 is een Wooncoach gestart in de vorm van een voorlopige pilot (voor
8 uur per week). Begin 2019 is deze pilot geëvalueerd. Besloten is om de
pilot voort te zett en tot eind 2019. Het contract van de Senior medewerker
Financiën is niet verlengd en stopte per 31 augustus 2018. De vacature is
ingevuld per 1 oktober 2018.
31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018
Directie en beleid 3,1 3,4 3,4 3,4
Wonen 6,0 6,0 6,0 6,1
Financiën 6,3 6,3 7,3 6,3
Vastgoed 9,3 9,3 9,3 9,3
Totaal 24,7 25,0 26,0 25,1
Tabel: Personeelsbezett ing in fulltime functies (FTE).
Leeft ijdsopbouw
De leeft ijdsopbouw van de medewerkers met een vast dienstverband is als
volgt:
Leeft ijdscategorie Aantal
< 25 jaar: 0
25 - < 30 jaar: 0
30 - < 35 jaar: 1
35 - < 40 jaar: 4
40 - < 45 jaar: 4
45 - < 50 jaar: 6
50 - < 55 jaar: 4
55 - < 60 jaar: 4
60 > jaar: 6
Totaal 29
Tabel: Leeft ijdsopbouw medewerkers per 31-12-2018.
Organogram van de organisatie
6.3 Klachtencommissie
6.4 Personeel
Directeur-bestuurder
Wonen
ManagementassistenteBeleidsmedewerker
VastgoedFinanciën
27 |
Duurzame inzetbaarheid
Ook de komende jaren zorgen we dat we geen achterstand oplopen in ons
werk. We blijven investeren in een prett ige werksfeer en goede contacten
tussen de medewerkers onderling.
Personeelsbijeenkomsten, al dan niet met partners, zijn hiervoor belangrijk.
We blijven ook investeren in opleidingen en cursussen voor medewerkers.
Het personeel moet voorbereid zijn op de opgaven voor de middellange
en lange termijn. Dat vraagt mogelijk om andere werkzaamheden dan de
huidige. We hebben daarom het project Duurzame Inzetbaarheid doorlopen
in 2016 en 2017. Hierbij kijken we of onze medewerkers kunnen meegaan
in de veranderingen en met plezier hun werk kunnen blijven doen, of dat
ze misschien beter tot hun recht komen in een andere functie binnen of
buiten onze organisatie. De subsidie de we hadden aangevraagd voor het
traject duurzame inzetbaarheid (10.000 euro van de totale projectkosten
van 25.000 euro) is in januari 2018 gehonoreerd.
Bij het werven van nieuwe medewerkers lett en we er ook nu al op of
zij kunnen meegroeien naar onze toekomstige werkzaamheden. Als het
nodig is of als medewerkers het zelf graag willen, kunnen zij cursussen of
opleidingen volgen.
Wij hebben een preventiemedewerker in dienst en meerdere bedrijfs-
hulpverleners. We houden het ziekteverzuim nauwkeurig in de gaten. In
2017 hebben wij een PMO (Periodiek Medisch Onderzoek) laten uitvoeren
en de RI&E (Risico Inventarisatie & Evaluatie) bijgewerkt. De actiepunten
die daaruit naar voren komen voeren wij uit. Als laatste resteert de
ontruimingsoefening.
Jaar Percentage
2013: 6,2%
2014: 3,0%
2015: 1,6%
2016: 3,7%
2017: 2,2%
2018: 3,0%
Tabel: Het ziekteverzuim in de
periode 2013 – 2018,
uitgedrukt in percentages.
Het kortdurend verzuim (1-7 dagen) is 1,4% en het langdurend verzuim (> 7
dagen) 1,6%.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Project duurzame
inzetbaarheid
voortzett en
Continu proces. Middel Medewerkers
onvoldoende
toegerust op
toekomstige taken
Ziekteverzuim
monitoren
Continu proces Middel Te hoog
ziekteverzuim
Actiepunten PMO
en RI&E uitvoeren
Gereed Middel Uitval medewerkers
Het personeelsbeleid
CAO Woondiensten
Op 24 april 2018 is er een akkoord gesloten voor de CAO 2017-2018. De tot-
standkoming van deze CAO heeft lang geduurd omdat de onderhandelingen
werden afgebroken en er stakingen waren. Reden was dat partijen het niet
eens konden worden over de ontwikkeling van de lonen. Op dit moment
is dat ook een struikelblok bij de onderhandelingen voor de nieuwe CAO
Woondiensten. De onderhandelingen liggen momenteel stil.
Ondernemingsraad
De ondernemingsraad vertegenwoordigt het personeel. Alhoewel formeel
geen OR verplicht is voor onze bedrijfsomvang, blijkt in de praktijk dat er
goede discussies over het bedrijf en de medewerkers plaatsvinden met de
OR. In 2018 kwamen onder andere aan de orde:
- nieuwsbrief OR
- CAO Woondiensten
- personeelsregelingen
- digitaliseren werkprocessen
- klantportaal op de website
- duurzame inzetbaarheid
- actiepunten PMO en RI&E
- organisatieontwikkeling
- invoering AVG
Interne informatievoorziening
Goede informatie draagt bij aan goede dienstverlening, maar ook aan
betrokkenheid en daarmee werkplezier. We verstrekken informatie via het
intranet, het reguliere afdelingsoverleg, de personeelsvergaderingen en
e-mailberichten. De verslagen van de verschillende interne overleggen zijn
voor iedereen in te zien. De informatie gaat onder andere over:
- belangrijke bespreekpunten vanuit het MT;
- gebeurtenissen bij De Leeuw van Putt en;
- personele zaken;
- relevante bestuursbesluiten;
- artikelen die over de volkshuisvesting of over ons in de pers verschijnen;
- de kwartaalrapportages.
Een veilige werkomgeving
Om klanten goed van dienst te zijn, is het belangrijk dat onze medewerkers
hun werk op een prett ige manier kunnen uitvoeren. Een veilige werkomge-
ving is dan minimaal vereist. Maar de werkomgeving mag meer zijn. Onze
medewerkers worden voorzien van materiaal en apparatuur die bij hun
persoonlijke situatie past. En iedereen kan zijn eigen werkplek persoonlijk
inrichten. Voor wat betreft Arbo wetgeving zijn wij geheel op orde. Wij
hebben de volgende zaken geregeld:
- ontruimingsplan en ontruimingsoefening
- agressieprotocol
- huisregels
- procedure afsluiten kantoor
- integriteitscode
- klokkenluidersregeling
- kantoorbeveiliging
- RI&E (Risico Inventarisatie en Evaluatie)
- bedrijfshulpverlening
- PMO
- Calamiteitenplan
- ICT Calamiteitenplan
| 28
6.5 Communicatie
6.6 Visitatie
Contact met onze huurders
We houden op meerdere manieren contact met onze huurders. Persoonlijk
contact (langskomen op kantoor) en bellen blijven het belangrijkst, maar
huurders kunnen ons natuurlijk ook bereiken via de website of per
e-mail. Het klantportaal op onze website brengen we regelmatig onder de
aandacht in ons bewonersblad. We willen er voor zorgen dat mensen ons
beter herkennen in de wijk. Dit doen we bijvoorbeeld door het dragen van
bedrijfskleding. Ook de bedrijfsauto’s zijn herkenbaar door ons logo.
Zo zijn we goed herkenbaar in de wijk.
We gaan door met het gesprek met huurders en maatschappelijke organisa-
ties, omdat dat erg wordt gewaardeerd. Zeker als we de aanwezige mensen
voldoende ruimte geven om te reageren en gesprekken te voeren. We gaan
weer een klantenpanel organiseren. Het onderwerp is duurzaamheid. Dit
klantenpanel heeft niet plaatsgevonden in 2018 en is verschoven naar 20
februari 2019.
Een visitatie is een verplichte vierjaarlijkse controle door een onafhankelijke
organisatie. Deze organisatie bekijkt wat we nog kunnen verbeteren en
waar we kansen over het hoofd hebben gezien.
We hebben het bureau Cognitum gekozen. Zij hebben het visitatietraject
voor ons uitgevoerd. In juni 2018 hebben zij het visitatierapport opgeleverd.
De uitkomst is positief. Hun opmerkingen en adviezen gaan wij gebruiken in
onze beleids- en toekomstplannen.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Visitatie laten
uitvoeren door
Cognitum
Definitief
rapport
ontvangen
Hoog Aanwijzing van Aw
bij slechte score
De resultaten van de visitatie 2018 zijn de volgende:
Presteren naar Opgaven en Ambities: 7,2
De Leeuw van Putten heeft haar zaakjes op orde en presteert op alle
onderdelen een 7 (ruim voldoende) of hoger. Positief springen er een aantal
onderwerpen uit: een 8 voor woningtoewijzing en doorstroming, ook een
8 voor energie en duurzaamheid en leefbaarheid. De visitatiecommissie
beoordeelt ook de ambities van De Leeuw van Putten met een ruime
voldoende. Via haar ambities anticipeert De Leeuw van Putten adequaat op
de opgaven in de toekomst.
Opleidingen en cursussen
Het is wenselijk dat medewerkers cursussen en opleidingen op vakinhou-
delijk en algemeen volkshuisvestelijk niveau volgen. Dat is om er voor te
zorgen dat onze klanten goed geholpen kunnen worden. Maar het is voor
medewerkers zelf ook stimulerend. We houden bij welke opleidingen de
medewerkers gevolgd hebben.
Integriteit
Belangrijk bij het in stand houden van een integere bedrijfscultuur zijn
voorbeeldgedrag van leidinggeven en transparantie. Daarnaast hebben we
vanzelfsprekend beleid, regels, en procedures. Door het stelsel aan regels
en onze cultuur kunnen wij elkaar daar op aanspreken. We hebben een
integriteitscode en klokkenluidersregeling. Tevens hebben wij een interne
vertrouwenspersoon.
Goede werkcultuur
Medewerkers krijgen de ruimte om hun werk in te vullen op een manier die
een optimale dienstverlening mogelijk maakt. Geen standaardisering, maar
juist mogelijkheden om op individuele klantwensen in te springen. Vrijheid
voor initiatieven en de veiligheid om van fouten te leren horen daarbij. Met
diverse activiteiten buiten het werk, soms ook met partners, wordt een
werkcultuur gecreëerd waarbinnen we met elkaar graag onze klanten van
dienst willen zijn.
Website en Klantportaal
Via het klantportaal op onze website kunnen de huurders hun eigen
gegevens bekijken. Ze kunnen ook via het klantportaal contact met ons
opnemen. We maken een toekomstplan over de digitale ontwikkelingen
in onze branche en hoe we die kunnen gebruiken in onze dienstverlening
naar de huurders. Het aantal huurders dat een account heeft aangemaakt
is in 2018 langzaam gestegen. Aan het eind van 2018 hebben ruim 700
huurders (18%) een account op het klantportaal. Wij blijven onze huurders
stimuleren om het klantportaal te gebruiken.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Visie op verder-
gaande digitalise-
ring opstellen
Gereed,
besproken met
medewerkers
Middel Geen optimale
dienstverlening
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Klantportaal uitbouwen PvA nieuwe website in 2019 Middel Onduidelijkheid voor huurders
Persoonlijk contact blijft mogelijk Continu proces Middel Slechtere kwaliteit dienstverlening
Vergroten zichtbaarheid in de wijk Nog op te starten Laag Minder herkenbaar voor de huurders
Stakeholders betrekken bij beleid en uitvoerin Loopt Laag Geen binding met stakeholders
Organiseren klantenpanel Onderwerp duurzaamheid Laag Minder inzicht in bewonerswensen
29 |
6.8 Databeveiliging
6.7 Compliance
Vanaf 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming
(AVG) van toepassing. We zorgen er uiteraard voor dat onze systemen goed
beveiligd zijn. Daarnaast moeten alle medewerkers weten wat de gevolgen
zijn als digitale gegevens in verkeerde handen komen (datalekken). Daarom
hebben we gerichte actie ondernomen om hun werk en werkhouding daar-
op aan te passen. Wij hebben onder begeleiding van een bureau een plan
van aanpak opgesteld. De medewerkers hebben een training gehad. Ook
hebben we een procedure datalekken vastgesteld. In 2018 hebben we twee
keer een datalek gemeld aan de Autoriteit Persoonsgegevens. Maatregelen
zijn getroffen om herhaling van deze datalekken te voorkomen. De
privacyverklaring is gereed en op de website geplaatst.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
Procedure datalekken
invoeren
Gerealiseerd Hoog Bij niet op tijd melden
hoge boetes
ICT-systeem verder
optimaliseren
In uitvoering Hoog Uitval ICT-systeem
Medewerkers trainen
op dataveilig gedrag
Gerealiseerd Hoog Datalekken
Voldoen aan de AVG
per mei 2018
Gerealiseerd Hoog Bij niet voldoen risico
op hoge boetes
De Leeuw van Putten heeft te maken met een verscheidenheid aan
regelgeving. Deze regelgeving hebben we goed ingebed in onze organisatie.
Maar ook zorgen we ervoor zorgen dat we op een actieve manier borgen
dat we de wet- en regelgeving blijven naleven. Deze implementatie,
handhaving en naleving borgen we door middel van compliance. Complian-
ce moet ervoor zorgen dat we voorkomen dat onze reputatie, integriteit en
betrouwbaarheid wordt aangetast.
Compliance gaat over het voldoen aan externe en interne regelgeving. Zoals:
- de wet- en regelgeving (onder andere de Woningwet 2015, het BTIV
2015, de Veegwet 2017, ministeriële regelingen, Governancecode, Wet
normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector, Wet op het overleg huurders verhuurder, AVG);
- beleidsregelingen van toezichthouders (onder andere beleidsregels
verantwoord beleggen door toegelaten instellingen volkshuisvesting);
- afspraken met stakeholders (prestatieafspraken met gemeente
Nissewaard, samenwerkingsovereenkomsten, zoals met de
Huurdersvereniging LvP, convenanten over woonoverlast en
onrechtmatige bewoning, hennepteelt en schuldhulpverlening);
- intern geldende regels (integriteitscode, klokkenluiderregeling,
huisregels, procedures en protocollen).
Dit is een globaal overzicht van de regelgeving. De proceseigenaren zijn
verantwoordelijk voor het zodanig inrichten van hun processen dat het
voldoen aan regelgeving hier geborgd wordt. Via interne controle worden
de processen hierop getoetst. Vervolgens zijn er medewerkers die zich
specialiseren in specifieke regelgeving, zoals onderhoud, inkoop, personeels-
zaken, risicomanagement en audit. Deze medewerkers signaleren wijzigingen
in regelgeving en formuleren acties om te voldoen aan de wijzigingen. We
concluderen dat we in 2018 voldoen aan de geldende wet- en regelgeving
De meeste werkzaamheden die nodig waren voor de invoering van de
Woningwet 2015 zijn inmiddels klaar. De Veegwet 2017 heeft nog een aantal
extra werkzaamheden opgeleverd. En door wijzigende wet- en regelgeving
zijn een aantal reeds vastgestelde documenten herzien. De nieuwe statuten
zijn bij de notaris gepasseerd op 23 november 2018.
Het bepalen van de overcompensatie is pas mogelijk als de DAEB-taken zijn
gescheiden van de niet-DAEB-taken. Met de rekentool overcompensatie
hebben wij een eerste inschatting gemaakt. Dit leidt niet tot overcompen-
satie. Eventuele terugbetaling van te veel steun vindt op zijn vroegst plaats
over het verslagjaar 2018.
Doelstelling 2018 Realisatie Impact Risico
In 2018 worden de
statuten aangepast
Aw 22-10-2018.
Notaris 23-11-2018.
Hoog Aanwijzing van
Aw bij in gebreke
blijven
Waardering bezit
op marktwaarde in
verhuurde staat
Gerealiseerd Hoog Incorrecte balans
Berekening
overcompensatie
Loopt Hoog Incorrect eigen
vermogen
Presteren volgens Belanghebbenden: 7,8
De verschillende categorieën belanghebbenden zijn zeer tevreden over De
Leeuw van Putten. Vooral de tevredenheid over de relatie en de commu-
nicatie is hoog met een gemiddelde van 8,4. Maar ook de maatschappelijke
prestaties en de tevredenheid op de mate van invloed op het beleid van De
Leeuw van Putten scoren prima met een 7,7 en een 7,4). Cijfers om trots
op te zijn! De commissie kreeg tijdens de interviews niets dan lof te horen
waar het gaat om participatie van de belanghebbenden, de kennis van
zaken en de snelheid van handelen.
Presteren naar Vermogen: 7,3
In de visitatieperiode heeft De Leeuw van Putten haar solide financiële po-
sitie behouden en verder uitgebouwd. Dit heeft een beoordeling van een 9
op de financiële continuïteit tot gevolg. De doelmatigheid wordt met een 6
en de inzet van vermogen wordt met een 7 gewaardeerd. Bij doelmatigheid
valt op dat de cijfers uit de benchmark laten zien dat De Leeuw van Putten
de laatste twee jaar hogere bedrijfslasten heeft gekregen in vergelijking
tot de referentiecorporaties, maar tegelijkertijd ziet de commissie dat de
Leeuw van Putten een hoog aantal vhe per fte heeft. Het is een efficiënt
georganiseerde club. De inzet van vermogen scoort een ruime voldoende
door de focus op de opgave in de toekomst.
Governance: 7,0
De onderdelen besturing en externe legitimering en verantwoording scoren
een 7 of hoger. De PDCA cyclus zit goed in elkaar en wordt goed toegepast.
Ook de externe legitimering loopt goed, belanghebbenden worden actief
betrokken, zowel in de beleidsvoorbereiding als met terugkoppelingen.
De verantwoording is ook op orde. Het interne toezicht scoort geen 7
gemiddeld omdat de Raad van Commissarissen van De Leeuw van Putten
feitelijk niet helemaal heeft voldaan aan de eisen voor de zelfevaluatie en
er geen pluspunt is gegeven voor het toetsingskader. De toepassing van de
Governancecode krijgt wel weer een 7 van de commissie.
| 30
Hoofdstuk 7
Financiën
Marktwaarde en beleidswaarde
De marktwaarde en de beleidswaarde worden bepaald op basis van de
uitgangspunten zoals die zijn opgenomen in het waarderingshandboek.
De jaarrekening is opgesteld op basis van BW 2 Titel 9 en Richtlijn 645
Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (RJ 645).
De onroerende zaken in exploitatie worden gewaardeerd tegen actuele
waarde, overeenkomstig artikel 35 lid 2 van de Woningwet. Onder actuele
waarde wordt in dit verband verstaan de marktwaarde overeenkomstig
het marktwaardebegrip onderhandse verkoopwaarde in verhuurde
staat. Voortvloeiend uit artikel 14 van de Regeling Toegelaten Instellingen
Volkshuisvesting (RTIV) is de marktwaarde bepaald conform het Handboek
modelmatig waarderen marktwaarde peildatum 31 december 2018,
derhalve de marktwaarde in verhuurde staat. De marktwaarde in verhuurde
staat is benaderd door de contante waarde van de geschatte toekomstige
kasstromen te bepalen (DCF - discounted cash flow methode).
Beleidsmatige beschouwing op de ontwikkeling van de marktwaarde
Het jaar 2018 kenmerkt zich door een wederom sterk aangetrokken
woningmarkt ten opzichte van 2017. Zowel in de koop- als huurmarkt blijft
een toenemende interesse bestaan. Voor de woningportefeuille van De
Leeuw van Putten heeft dit tot een stijging van de marktwaarde gezorgd. De
totale waarde van de woningportefeuille is met € 39 miljoen gegroeid naar
een waarde van € 470 miljoen. Dit betreft een waardegroei van 8,9%.
De positieve waardeontwikkeling is vooral het gevolg van een verder
aangetrokken koopmarkt, waarin de toegenomen vraag en krapte resulteren
in een leegwaarde groei van de vastgoedportefeuille. De lage rentestand is
hier mede een bepalende factor in.
De huurprijsontwikkeling van het DAEB vastgoed heeft een neerwaartse
invloed gehad op de waardeontwikkeling. Hoewel de ontwikkeling van de
contracthuur positief is, blijft deze achter ten opzichte van 2017 door een
gematigde huurverhoging en passend toewijzen. Hiermee wordt invulling
gegeven aan de maatschappelijke taak op het gebied van betaalbaarheid.
Beleidsmatige beschouwing op de beleidswaarde
In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving heeft Richtlijn 645 betrekking
op de jaarverslaggeving van Toegelaten Instellingen (hierna ‘woningcorpo-
raties’). In 2018 alsmede recent in 2019 zijn bepalingen van Richtlijn 645
aangepast. Daarmee is het opnemen van de bedrijfswaarde in de toelichting
komen te vervallen en doet de beleidswaarde haar intrede.
De ontwikkeling van de beleidswaarde wordt deels beïnvloed door de
ontwikkeling van de marktwaarde in verhuurde staat welke hiervoor is
toegelicht, omdat de beleidswaarde de marktwaarde als vertrekpunt neemt.
De beleidswaarde vormt een onderdeel van het Verticaal toezichtsmodel
van de Aw en WSW. Het jaar 2019 is een overgangsjaar naar een definitief
normenkader. De uitkomsten van de beleidswaarde in het jaarverslag
2018 van alle corporaties zal voor de Aw en WSW als input dienen om een
definitieve sectornorm voor LTV en solvabiliteit vast te stellen. WSW en de
Aw hebben aangegeven dat gedurende 2019 de voorlopige norm voor de
LTV 75% blijft en voor de solvabiliteit 20%. Bovendien is er een overgangs-
regime van Aw en WSW van toepassing voor het proces van borging dat de
borgingsruimte gedurende dit overgangsjaar bepaald. De borgingsruimte
wordt in deze overgangsfase dan ook o.b.v. een bredere analyse van de
financiële positie van de individuele corporatie bepaald.
Bij het opstellen van de jaarrekening maakt het bestuur diverse oordelen en
schattingen. Dit is inherent aan het toepassen van de geldende verslagge-
vingsstandaarden. In het bijzonder is dit van toepassing op de bepaling van
de marktwaarde en de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie. De
waardebepaling van het vastgoed (terug te vinden in de marktwaarde en
beleidswaarde), is geen exacte wetenschap en tevens betreft dit de grootste
schattingspost waar het bestuur een inschatting over moet maken voor de
jaarrekening.
De beleidswaarde kent als vertrekpunt de marktwaarde in verhuurde staat
waarbij er in het kader van de beschikbaarheid, betaalbaarheid, kwaliteit en
beheer aansluiting wordt gezocht bij het beleid van de corporatie in plaats
van de uitgangspunten in de markt. Met deze toelichting wordt nadere
duiding gegeven aan het deel van de waarde van het vastgoed en dus van
het corresponderende deel van het vermogen dat als gevolg van het beleid
van de woningcorporatie niet of pas op zeer lange termijn kan worden
gerealiseerd.
Overeenkomstig de regelgeving is geen vergelijkend cijfer ultimo 2017
bepaald, reden waarom in het overgangsjaar 2018 geen ontwikkeling in
de beleidswaarde kan worden toegelicht. Op basis van ervaringen uit dit
boekjaar kan de externe toezichthouder besluiten nadere invulling te geven
aan het begrip beleidswaarde. Mogelijke onzekerheden in de uitgangspun-
ten die samenhangen met de verdere ontwikkeling van dit waardebegrip
kunnen leiden tot aanpassingen in de beleidswaarde in komende perioden,
onder meer samenhangend met:
- Aanpassing van de huurstijgingsparameter: bij bepaling van de
beleidswaarde is de (bij mutatie van de woning te realiseren) markthuur
aangepast naar de streefhuur. Deze is gebaseerd op een schatting door
De Leeuw van Putten van de nieuwe huur bij mutatie mede rekening
houdend met wettelijke bepalingen zoals passend toewijzen, prestatie-
afspraken en afspraken met de huurdersvereniging over huursomstijging
en de huursom. In de praktijk kan de huurstijging, de streefhuur en de
huursom afwijken van de uitgangspunten in de beleidswaarde vanwege
onder andere afwijkingen in de mutatiegraad en de dan geldende kaders
voor het passend toewijzen en het huursombeleid.
- Bepaling van de toegepaste disconteringsvoet, welke ultimo 2018 in de
beleidswaardebepaling gelijk is aan de in het Handboek modelmatig
waarderen marktwaarde 2018 opgenomen disconteringsvoet voor het
type vastgoedbezit en regio waarin De Leeuw van Putten actief is. In
theorie kan een lager risicoprofiel worden verondersteld in de beleids-
waarde door inrekenen van een lagere huur (betaalbaarheid) en hogere
kwaliteit (onderhoud). Doordat de disconteringsvoet bij doorexploitatie
meer betekenis heeft gekregen krijgt de bepaling van deze disconterings-
voet meer aandacht. Het is denkbaar dat hierdoor de disconteringsvoet
de komende jaren nog een ontwikkeling gaat doormaken.
7.1 Marktwaarde en beleidswaarde
31 |
Financieel beleid
Ons beleid is gericht op het behoud van een goede financiële uitgangs-
positie en het waarborgen van de financiële continuïteit op de lange
termijn. Alleen dan kunnen wij onze doelen bereiken, onze zelfstandigheid
handhaven en onze maatschappelijke positie behouden. Concreet betekent
dit dat wij voor een goede financieringsstructuur moeten zorgen. Dit is van
belang om toegang tot de geld- en kapitaalmarkt te houden, dat we ervoor
zorgen dat we voldoende borgingsruimte hebben bij het Waarborgfonds
Sociale Woningbouw en om voldoende financiële middelen te hebben
om onze bedrijfsactiviteiten op de korte en de lange termijn te kunnen
uitvoeren. Verder beheersen wij de renterisico’s die samenhangen met
financiering en beheer van liquide middelen.
Rendement
Ons handelen en ons financieel beleid wordt bepaald door onze volkshuis-
vestelijke doelstelling.
Of er rendement wordt gemaakt en hoe hoog dat rendement is, is daar
dus een afgeleide van. Daarom hebben wij geen rendementsdoelstelling
geformuleerd. Door onze taakstelling fluctueert het rendement dus, waarbij
externe factoren zoals de verhuurderheffing en de saneringssteun een
grote impact hierop hebben.
Treasury
Wij hebben een treasurystatuut. Hierin liggen de uitgangspunten voor
ons financieel beleid vast. Het statuut is een gedragscode bij beslissingen
op het gebied van ondernemingsfinanciering, beleggen en beheersing
van renterisico’s. Maar ook bij beslissingen over liquiditeitenbeheer en
organisatie van de financiële logistiek. Het treasurystatuut is vastgesteld
door de directeur-bestuurder en goedgekeurd door de Raad van Com-
missarissen. De operationele treasuryactiviteiten zijn uitbesteed aan een
externe adviseur.
Treasurycommissie
De treasurycommissie overlegt twee keer per jaar met de externe adviseur
over de actuele stand van zaken op treasurygebied en de voortgang van het
Treasuryjaarplan.
Treasurybeleid
Als het gaat om financieren en beleggen kenmerkt ons beleid zich als
risicomijdend. Ons beleid aangaande looptijden en renterisico’s is gericht
op het minimaliseren van het risicoprofiel. Een belangrijk aspect is
optimalisatie van het vervalschema van de leningenportefeuille om de
risico’s te spreiden in de tijd. Daarnaast wordt zodra dat mogelijk is reeds
herfinanciering van leningen in de toekomst aangetrokken. Eén van de
taken van onze adviseur is dus juist daarin anticiperend te opereren. Door
restrictief beleid van het WSW is het niet langer toegestaan om leningen af
te sluiten voor verder dan 6 maanden in de toekomst. Jaarlijks wordt een
Treasuryjaarplan opgesteld.
Financiële instrumenten
De Leeuw van Putten hanteert het beleid dat er geen gebruik wordt
gemaakt van afgeleide financiële instrumenten of derivaten.
Ons incassobeleid
Bij financieel beleid hoort ook het incassobeleid. Wij voeren een strak
incassobeleid. Een klant met een achterstand wordt hier in korte tijd
meerdere malen op gewezen. Huurders met betalingsproblemen proberen
wij zoveel mogelijk te helpen, bijvoorbeeld door huisbezoeken af te
leggen en betalingsregelingen te treffen. Bovendien werken wij samen
met de afdeling Schuldhulpverlening van de gemeente. Wij overleggen ook
regelmatig met het deurwaarderskantoor waar wij mee samenwerken, om
te bepalen hoe een huurder met achterstand wordt benaderd.
In 2018 hebben wij onze incassoprocedure opnieuw bekeken en hebben
wij de procedure “Achter de voordeur” hierin geïntegreerd. Hiermee
proberen we onze huurders, die zich in bijzondere of extreme situaties
bevinden, uit het deurwaarderstraject te houden.
Huurders kunnen in principe de maandelijkse huur niet contant bij ons op
kantoor betalen. Op dit moment betaalt ongeveer 63% van onze huurders
de huur via automatisch incasso. Wil een huurder aan het loket betalen dan
kan dat alleen met de pinpas. Dit doen wij uit veiligheid voor de huurder en
onze medewerkers.
In 2018 is de huurachterstand van zittende huurders ten opzichte van
het vorige jaar verder gedaald met circa 1%. Het aantal zittende huurders
met achterstand is met 8% gedaald. De huurachterstand van vertrokken
huurders is ten opzichte van het vorige jaar 22% gedaald. De achterstand
van overige vorderingen die veroorzaakt worden door herstelkosten bij
mutatie zijn gedaald met 4%.
Er wordt een consequent incassobeleid gevoerd en worden in samenwerking
met de deurwaarder onze vorderingen beoordeeld op hun invorderbaarheid.
Vervolgens zijn de nodige vorderingen (van vertrokken huurders) afgeboekt
en opgenomen in de schuldbewaking. Hierdoor kunnen wij deze schulde-
naren permanent toetsen. Van de huurachterstand van zittende huurders is
ultimo 2018 87% in handen van de deurwaarder. Bij vertrokken huurders is
dat 98% en van de achterstand van de overige vorderingen is dit 90%.
- Toepassing van nadere standaardisatie voor bepaling van onder-
houdskosten versus investeringen en/of toerekening van niet direct
vastgoedgerelateerde bedrijfslasten.
- Toepassing van nadere standaardisatie voor bepaling van beheerskosten.
Beleidsmatige beschouwing op het verschil tussen de marktwaarde en de
beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie
Het bestuur van De Leeuw van Putten heeft een inschatting gemaakt van
het gedeelte van het eigen vermogen dat bij ongewijzigd beleid niet of
eerst op zeer lange termijn realiseerbaar is. Deze schatting ligt in lijn met
het verschil tussen de beleidswaarde van het DAEB-bezit en het niet-
DAEB-bezit in exploitatie en de marktwaarde in verhuurde staat van dit
bezit en bedraagt circa € 224 miljoen. Het verschil tussen de marktwaarde
en de beleidswaarde ultimo 2018 bestaat uit de volgende onderdelen:
x € 1.000,– x € 1.000,–
Marktwaarde verhuurde staat € 481.205
Beschikbaarheid (doorexploiteren) € -32.471
Betaalbaarheid (huren) € -115.790
Kwaliteit (onderhoud) € -29.236
Beheer (beheerkosten) € -46.513
Subtotaal € -224.010
Beleidswaarde € 257.194
Dit impliceert dat circa 69% van het totale eigen vermogen niet of eerst op
zeer lange termijn realiseerbaar is. Gezien de volatiliteit van (met name) de
beleidswaarde, is dit aan fluctuaties onderhevig.
7.2 Financieel beleid
| 32
Algemeen
De winst- en verliesrekening is opgesteld op basis van de functionele
indeling
Resultaat
De Winst- en Verliesrekening over 2018 sluit met een resultaat na
belastingen van € 44.667.000,- ( 2017: -/- € 951.000,-).
De toename van het resultaat na belastingen ten opzichte van voorgaand
jaar met circa € 45,6 miljoen kan als volgt verklaard worden:
- Afname resultaat exploitatie vastgoedportefeuille -/- € 3,3 miljoen
- Hogere waardeverandering van de vastgoedportefeuille € 46,4 miljoen
- Lagere rentelasten € 0,4 miljoen
- Lagere belastingen € 2,1 miljoen
€ 45,6 miljoen
De toename van het resultaat exploitatie vastgoedportefeuille wordt met
name veroorzaakt door fors hogere onderhoudsuitgaven ten opzichte van
het voorgaand jaar (€ 3,5 mln.). Dit omdat De Leeuw van Putten in 2017 een
bezuiniging in het onderhoud heeft doorgevoerd.
Aan de inkomstenkant is sprake van een lichte toename van de
netto huuropbrengsten (€ 0,5 mln.) door de jaarlijkse huurverhoging en
huurharmonisatie bij mutatie.
De forse stijging van de waardeverandering wordt met name veroorzaakt
door de toename van de marktwaarde in 2018 ten opzichte van 2017 als
gevolg van een forse daling van de disconteringsvoet en exploitatienormen.
Oorzaak hiervan is vooral de marktontwikkeling in 2018.
Onze vermogenspositie
Per 31 december 2018 bedraagt ons eigen vermogen na resultaatverdeling
circa € 373 miljoen. Onze solvabiliteit (o.b.v. marktwaarde) is 77%. De
solvabiliteit op basis van beleidswaarde (t.b.v. beoordelingskader Aw-WSW)
is 57%. Onze financiële positie vertoont een positief beeld.
Kijken wij naar ons meerjarenperspectief, dan zien wij dat ons eigen vermogen
in 2019 tot en met 2024 gemiddeld zo tussen de € 373 en € 458 miljoen blijft.
Als gevolg van de fiscale herbestedingsreserve en de dalende WOZ-waarde
is de afgelopen jaren geen vennootschapsbelasting verschuldigd geweest.
Door een toename van de WOZ-waarde en de jaarresultaten is De Leeuw
van Putten met ingang van 2016 vennootschapsbelasting verschuldigd. In
2017 en 2018 is een forse fiscale terugname van de eerdere afwaardering
ingerekend. Hiermee is de in 2016 gevormde latentie voor een groot
deel gerealiseerd Voor de jaren 2019 e.v. is voor de toename van de
WOZ-waarde een belastingvoorziening ad € 0,8 mln. gevormd.
De solvabiliteit (o.b.v. marktwaarde) stijgt in de genoemde periode naar
circa 82% De solvabiliteit op basis van beleidswaarde (t.b.v. beoorde-
lingskader Aw-WSW) stijgt naar 73%. Ons eigen vermogen stijgt in 2024
naar verwachting naar € 458 miljoen. Kortom: uitgaande van de gegevens
waarover wij nu beschikken in combinatie met de aangepaste meerjaren-
prognose, ziet onze financiële positie er gunstig uit.
Door de specifieke, zeer geconcentreerde bouwperiode van ons bezit, zien
wij in de verre toekomst ook een grote herinvesteringsopgave voor ons.
Deze opgave zal naar verwachting in de periode 2025-2035 liggen. Met dit
in gedachte is het ons plan om het vermogen tot die periode goed te laten
groeien, om het mogelijk te maken de opgaves zoveel als mogelijk uit eigen
middelen te financieren.
Onze financiering
Een bewust beheer van de geldstroom is onontbeerlijk voor het behalen
van een zo hoog mogelijk renteresultaat. Door het financieren van
investeringen met eigen middelen en een actief beheer van de liquidi-
teitspositie worden de smalle financiële marges van de woningexploitatie
enigszins verruimd. Anders gezegd: het liquiditeits- en vermogensbeheer
draagt bij aan het beperken van de huurverhogingen. Het beheer van de
lening portefeuille is essentieel. De Leeuw van Putten streeft ernaar om de
invloed van jaarlijkse renteconversies en herfinancieringen te beperken tot
ongeveer 15 procent van de portefeuille.
Externe financiering trekken wij aan onder WSW-garantie. Wij financieren
voor zover mogelijk intern. Doordat De Leeuw van Putten de laatste jaren
veel leningen heeft afgelost wordt het steeds moeilijker om alle jaren
wat betreft de spreiding van de renterisicomomenten te voldoen aan de
WSW-eis van maximaal 15% renterisico per jaar. Gezien onze uitstekende
positie, verwachten wij geen problemen bij toekomstige borgingen.
In 2018 maakten wij geen gebruik van de kredietfaciliteit ( € 2,0 mln.) van
onze huisbankier.
7.3 Cijfers 2018
18%
16%
14%
12%
10%
8%
6%
4%
2%
0%20272019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
Grafiek. Vervalkalender leningen 2019 – 2029.
2026 2027
33 |
De komende jaren
Er zijn vier ontwikkelingen die de komende jaren een grote invloed hebben
op onze financiële positie en onze toekomstmogelijkheden.
Het overheidsbeleid
De jaarresultaten worden sterk bepaald door de wijze van waarderen
van het vastgoed tegen marktwaarde. De uitgangspunten die voor de
berekening gehanteerd worden, worden door de Autoriteit wonen jaarlijks
voorgeschreven in het ‘Handboek modelmatig waarderen marktwaarde’.
Wijzigingen in deze uitgangspunten hebben grote invloed op de resultaten
en dus ook op het eigen vermogen en de solvabiliteit (zie de Winst- en
resultatenrekening van 2018 ten opzichte van 2017).
De cijfers omtrent resultaat, eigen vermogen, solvabiliteit en Loan to Value
in de volgende paragrafen kunnen dus (sterk) beïnvloed worden door
wijzigingen in de gehanteerde uitgangspunten in komende versies van het
Handboek.
Het kabinetsbeleid
De komende jaren blijven wij ons vooral richten op kosten- en
efficiencybeheersing en een optimaal treasurybeleid. De reden daarvoor
is dat onze inkomsten bijna alleen uit huuropbrengsten bestaan. Het
vergroten van deze inkomsten is erg lastig. Sinds vijf jaar heeft de politiek
niet meer gekozen voor een inflatievolgend huurbeleid maar voor een
inkomensafhankelijke huurverhoging. De Leeuw van Putten heeft hier sinds
de invoering vanaf gezien en gekozen voor een eigen (lager) huurbeleid. In
2019 zullen deze gemiddeld met 1,5% stijgen.
Daarnaast is er sinds 2011 ook de Europese richtlijn dat de sociale huur-
woningen voor minimaal 90% moeten worden toegewezen aan huurders
met een inkomen van maximaal € 36.798,- (2018). In de sector ziet men
de grootste risico’s op het gebied van de jaarlijkse verhuurderheffing door
de overheid, de saneringsheffing en vanaf 2019 een mogelijke heffing voor
overcompensatie.
Vennootschapsbelasting
Voor woningcorporaties is sinds 2006 de vennootschapsbelasting een feit.
Het (vorige) kabinet heeft ervoor gekozen de reserves van woningcorpo-
raties vanaf 2008 (en gedeeltelijk in 2006 en 2007) af te romen via een
integrale heffing vennootschapsbelasting.
Door de stijgende WOZ waarden is De Leeuw van Putten eerder als
voorzien in een betalende positie voor de vennootschapsbelasting terecht
gekomen. In de jaarrekening 2018 is rekening gehouden met te betalen
vennootschapsbelasting over de jaren 2016 ( € 0,5 mln.) en 2017( € 4,2
mln.). De toepassing van de ATAD-richtlijn, waarbij een beperking is van
aftrek van rente als kosten, per 1 januari 2019 heeft voor de Leeuw van
Putten gezien haar relatief lage rentelasten voor de komende jaren in
totaliteit geen effect.
Verhuurderheffing
Deze heffing drukt nog altijd op de exploitatie. Gezien de huidige wetgeving
gaan we ervan uit dat verhuurderheffing doorloopt tot einde exploitatie. We
hebben daarbij rekening gehouden met de korting van 0,03% zoals die is
vastgesteld in het belastingplan 2019
Conclusie
De heffingen hebben directe invloed op onze kasstroom en kengetallen
en beperken daarmee ook onze investeringsruimte. Naast de financiële
continuïteit speelt ook het maatschappelijke rendement een belangrijke rol.
Het komt meestal voor dat een investering zijn geld niet volledig opbrengt,
maar dat er bewust een verlies genomen wordt, dat ten laste van het eigen
vermogen komt (de zogenaamde onrendabele top).
Bij een dergelijke handelwijze geven wij ons goed rekenschap van de
gevolgen ten aanzien van onze vermogenspositie als sociaal verhuurder op
lange termijn.
7.4 Blik op de toekomst
Toelichting leningen
- In 2018 zijn twee leningen met een totaalbedrag van € 12.500.000,-
afgelost. Daarnaast is een nieuwe lening opgenomen met een hoofdsom
ad. € 8.000.000,-.
- De financieringsrente over 2018 bedroeg gemiddeld 3,24%. In 2017 was
deze 3,44%.
Wij willen ons beleid continueren om bij de nog steeds voortdurende
lage rentestand zoveel mogelijk leningen aan te trekken respectievelijk te
herfinancieren binnen de toegestane horizon.
Onze huidige financiële situatie
Onze vermogenspositie is in 2018 aanzienlijk toegenomen als gevolg van
een hoog resultaat na belastingen van € 45 mln. Het eigen vermogen
per ultimo 2018 stijg tot een niveau van € 373 mln. De solvabiliteit is ten
opzichte van 2018 licht toegenomen van 73% naar 77%.
Beoordeling WSW en Autoriteit woningcorporaties.
Het WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw) en de Aw (Autoriteit
woningcorporaties) toetsen de woningcorporaties jaarlijks. Het WSW toetst
voor de geldgevers van leningen en het Aw namens de rijksoverheid. Wij
ontvingen van zowel het WSW (beoordeling kredietwaardigheid) als de
Aw (zowel solvabiliteitsoordeel als continuïteitsoordeel) een positieve
beoordeling.
In juli 2018 is door het WSW het borgingsplafond voor de periode 2018 tot
en met 2020 vastgesteld en is de borgbaarheidsverklaring verstrekt.
Het WSW hanteert ten behoeve van de risicobeoordeling een aantal
financiële ratio’s. In juli 2018 heeft het WSW de jaarlijkse risicoscore vastge-
steld. Deze score wordt bepaald door middel van een beoordeling van de
financial risks en business risks. Bij de vaststelling van het borgingsplafond
wordt met de risicoklasse van De Leeuw van Putten rekening gehouden.
Op basis van deze actualisatie van de risico score concludeert het WSW dat
De Leeuw van Putten op het beoordelingsmoment een laag risicoprofiel
heeft. De Leeuw van Putten is een solide en financieel gezonde corporatie,
waarbij de financiële ratio’s ruimschoots voldoen aan de WSW-normen.
Door een duidelijke focus op de primaire kerntaak in het werkgebied
signaleert het WSW thans geen verhoogd risico.
Door extra betalingen inzake vennootschapsbelasting in verband met de
fiscale waarde terugname van ons woningbezit is de ICR in 2018 onder de
norm van 1,4 gekomen. Dit is echter tijdelijk. Naar verwachting zit de ICR in
2020 weer ruim boven de norm.
Dit betreft de volgende ratio’s:
DLVP Aw/WSW-norm
ICR (interest coverage ratio) 1,10 min. 1,40
LTV (Loan to Value) o.b.v. beleidswaarde 40% max. 75%
Solvabiliteit o.b.v. beleidswaarde 57% min. 20%
Dekkingsratio 21% max. 70%
| 34
Onze toekomst in cijfers
Wij hebben de financiële gevolgen van ons beleid en dat van de overheid,
welke tot op heden bekend is, berekend en verwerkt in een bijgestelde
meerjarenbegroting. Deze begroting biedt ons een indicatie van het te
verwachten verloop van de belangrijkste financiële kengetallen op de
middellange termijn.
De belangrijkste financiële kengetallen uit de bijgestelde meerjarenbegro-
ting 2019-2023, met als uitgangspunt de jaarrekening 2018, luiden als volgt:
Uit bovenstaande tabel blijkt dat De Leeuw van Putten naar verwachting in
2019 niet aan de Aw/WSW-norm voor de ICR zal voldoen. Dit wordt veroor-
zaakt door een aanvullende betaling van vennootschapsbelasting over de jaren
2017 en 2018 in 2019 en een voorschot vennootschapsbelasting 2019.
Risicobeheersing
Zoals in hoofdstuk 8 uiteengezet, zien we risicomanagement als integraal
onderdeel van ons handelen en vormt daarmee dan ook een belangrijk
ingrediënt bij het nemen van beslissingen. Aansluitend op de RJ 400 treft
u hieronder de belangrijkste punten aan waar wij rekening mee houden in
onze bedrijfsvoering.
Strategische risico’s
De strategische risico’s worden, vanwege het belang uitgebreid omschre-
ven in hoofdstuk 8. Daar wordt geduid hoe wij ons voorbereiden op de
toekomst qua volkshuisvestelijke rolinvulling in Spijkenisse, op welke
wijze dit aan de CO2-neutraal doelstelling wordt gekoppeld en hoe wij
verwachten die met eigen middelen en de eigen organisatie te kunnen
uitvoeren. Onze financiële en strategische risicobereidheid zijn daar mee
ook onderbouwd, in die zin dat we ons terdege op voorbereiden op de
mogelijke effecten die aan die strategische risico’s zijn verbonden.
Operationele activiteiten
Veel acties die door medewerkers worden uitgevoerd zijn beschreven in
onze administratieve organisatie, met name de procedures. De controle op
het werken volgens deze richtlijnen wordt op meerdere niveaus uitgevoerd:
onze eigen interne controle, de onafhankelijke controller en als derde line
of defense de accountant.
De overige gegevens die wij in eigen beheer hebben zoals brieven,
bouwtekeningen en huurderscontracten, bevinden zich op een server in
ons kantoor, waarbij te allen tijde op een locatie buiten het kantoor een
back-up aanwezig is in het geval van calamiteiten.
Qua fysieke locatie hebben we, in geval er brand zou uitbreken, met een
wijkcentrum een contract afgesloten, waarbij wij in voorkomende gevallen
binnen 24 uur een operationeel kantoor kunnen inrichten.
Financiële positie
De Leeuw van Putten neemt als maatschappelijk ondernemer op beheerste
wijze risico’s met inachtneming van de doelstellingen. Voortdurende werken
wij aan het verbeteren van interne risicobeheersings- en controlesystemen.
Het risicomanagementsysteem is ingericht voor het actief managen van
de strategische, financiële en operationele risico’s ( o.a. kredietrisico,
liquiditeitenrisico, renterisico) en het beperken van de impact van mogelijke
incidenten. De Leeuw van Putten behandelt risicomanagement als
onderdeel van de P&C-cyclus.
De Leeuw van Putten heeft een lage risicobereidheid, maar is bereid
aanvaardbare risico’s te nemen bij het uitvoeren van de kerntaak. Risico’s
die niet samenhangen met kernactiviteiten, vermijden we in beginsel.
Door een goed werkend intern beheersingssysteem en de controle hierop,
worden de financiële risico’s zoveel mogelijk geminimaliseerd. Het interne
beheersing systeem, gericht op het beheersen van bovengenoemde risico’s
is als volgt ingebed in de organisatie:
- Financieel reglement
- Onafhankelijke control-functie
- Treasurystatuut
- Treasurycommissie
- Treasury jaarplan
- Extern bureau voor treasury ondersteuning
- Financiële meerjarenbegroting en scenario analyses
- Periodieke verslaglegging
- Voldoen aan vormenkader WSW in de vorm van business en financial risks
Financiële verslaglegging
De Leeuw van Putten heeft een overzichtelijke en transparante structuur.
Daarmee zijn we in staat om onze taken snel, efficiënt en kwalitatief goed
te realiseren. We realiseren met een klein aantal collega’s onze taken. Dat
wordt, naast een kwalitatief goed werkapparaat, ook mogelijk gemaakt
doordat er geen gecompliceerde instrumenten in onze structuur zitten,
waardoor ook het volgen van de activiteiten en het rapporteren hierover
naar externen en de RvC snel en helder kan zijn.
We hebben geen rente-instrumenten, er zijn geen aparte BV’s en we maken
gebruik van de vrijstellingsmogelijkheden binnen de grenzen van het verlicht
regime. Dat laatste bespaart ons een gescheiden administratie van DAEB en
niet-DAEB bezit. De kwartaalrapportage is daardoor compleet en gelijktijdig
overzichtelijk. Sturing en verantwoording zijn daarmee goed geborgd.
Wet- en regelgeving
Op meerdere plekken in dit verslag wordt gesignaleerd, dat de buitenwereld grote
invloed op ons heeft, en gelijktijdig amper stuurbaar is. Bij de in dit hoofdstuk
opgenomen paragraaf “Blik op de toekomst” wordt dat nader toegelicht.
Onze risicobereidheid
Wij zijn een lokaal opererend bedrijf en laten ons dan ook leiden door
datgene wat de lokale samenleving van ons verwacht. Het op lange termijn
kunnen voldoen aan onze maatschappelijke opdracht mag dan ook niet in
gevaar worden gebracht. Langs deze overzichtelijke denklijn kunnen veel
risico’s worden beoordeeld.
Strategische risico’s die het voortbestaan van ons bedrijf, of het kunnen
uitvoeren van onze maatschappelijke activiteiten in gevaar brengen zijn
ontoelaatbaar. Op dat niveau hebben wij onze maatregelen genomen.
2019 2020 2021 2022 2023 Aw/WSW-norm Interne norm
ICR (interest coverage ratio) -0,43 2,95 3,2 3,88 3,82 min. 1,40 min. 1,60
LTV (Loan to Value beleidswaarde) 40% 37% 34% 31% 28% max. 75% max. 70%
Solvabiliteit (beleidswaarde) 59% 62% 65% 68% 71% min. 20% min. 25%
Dekkingsratio (marktwaarde) 22% 20% 19% 17% 15% max. 70% max. 70%
Eigen vermogen (x € 1 mln.) 373 389 406 424 441 nvt nvt
Langlopende schulden (x € 1 mln.) 105 99 93 85 78 nvt nvt
Onderhoudslasten (x € 1 mln.) -14 -8 -8 -7 -9 nvt nvt
Resultaat na belasting (x € 1 mln.) 0 16 17 18 17 nvt nvt
35 |
Hoofdstuk 8 laat dat zien. Daar waar externe factoren niet beïnvloedbaar
zijn, reageren wij op wat er op ons afkomt. Extra heffingen of belastingen
implementeren wij in onze meerjarenbegroting. Waarbij het resultaat kan
zijn dat we activiteiten kunnen doen die we belangrijk vinden, maar dat
de schaalgrootte anders zal zijn. Kort geformuleerd: meer geld afdragen,
betekent minder investeringen in de stad.
Risico’s die middelgroot zijn, in die zin dat het voorbestaan van ons
bedrijf geen gevaar loopt, worden geaccepteerd, als er een belang mee
is gediend waar onze huurders baat bij hebben. We willen bijvoorbeeld
onze operationele activiteiten zo goedkoop mogelijk houden. Een kleine
organisatie is snel, efficiënt, maar natuurlijk ook kwetsbaar. Dat is voor ons
een bewuste keuze.
Boekjaar 2018 2017 2016 2015 2014
Aantal verhuureenheden
1. Woningen en woongebouwen:
a. in exploitatie 3.899 3.899 3.899 3.899 3.899
b. in aanbouw 0 0 0 0 0
2. Garages 50 49 49 49 49
3. Commerciële objecten BOG 16 16 16 16 17
MOG 6 6 6 6 5
Aantal gewogen verhuureenheden 3.926,0 3.926,0 3.926,0 3.926,0 3.926,0
Kwaliteit
1. Aantal reparatieverzoeken per woning 1,8 1,9 1,6 1,6 1,4
2. Gemiddelde afhandelingduur in dagen per reparatieverzoek 8 8 6,5 8 9
3. Gemiddelde afhandelingduur in dagen van het mutatieonderhoud 14 11 11 13 14
4. Kosten niet planmatig onderhoud per woning 416 329 361 332 327
5. Kosten planmatig onderhoud per woning 1.438 610 1.575 1.441 1.099
6. Totale kosten onderhoud per woning 1.854 939 1.937 1.772 1.426
Verhuur van woningen
1. Mutatiegraad in % 6,8 6,9,3 7,3 7,3 8,4
2. Huurachterstand (zittende huurders) in % jaarhuur 0,88 0,92 1,06 1,36 1,17
3. Huurderving wegens leegstand 0,28 0,63 0,40 0,51 0,54
4. Gemiddeld aantal punten WWS 159 157 158 143 143
5. Gemiddelde netto huurprijs 586 574 569 563 548
7.5 Kerncijfers en kengetallen
| 36
Boekjaar 2018 * 2017 * 2016 * 2015* 2014
Balans en Winst- en Verliesrekening per gewogen vhe (x € 1,–)
1. Eigen vermogen 95.015 83.638 79.254 67.907 6.078
2. Huren 6.958 6.830 6.783 6.658 6.381
3. Kapitaalslasten 860 951 1.058 1.072 1.092
4. Lasten onderhoud 1.832 933 1.923 1.750 1.416
5. Overige bedrijfslasten 1.803 2.004 1.896 1.830 1.877
6. Vennootschapsbelasting 777 1.312 3.955 545 658
7. Jaarresultaat 11.377 -242 11.347 2.185 25
Financiële continuïteit
1. Solvabiliteit o.b.v. marktwaarde 77% 73% 71% 66%
2 Solvabiliteit o.b.v. bedrijfswaarde 57%
3. Current ratio (vlottende activa / kortlopende schulden) 0,2 0,4 0,5 0,9 0,5
4. Verhouding tussen vaste activa en lang vermogen 104% 103% 103% 100% 102%
5. Rentabiliteit eigen vermogen (na belasting) 12,0% -0,3% 16,8% 3,2% 0,4%
6. Rentabiliteit eigen vermogen (voor belasting) 12,8% 1,3% 18,2% 4,0% 11,2%
7. Rentabiliteit vreemd vermogen 3,2% 3,3% 3,4% 3,3% 3,5%
8. Rentabiliteit totaal vermogen 10,9% 1,7% 14,8% 3,7% 4,2%
9. Weerstandsvermogen (x € 1.000) 373.029 328.361 329.312 266.603 23.864
Beheer
1. Personeelsbezetting in fte 25,1 26,0 25,0 24,7 24,8
2. Werkelijk aantal personeelsleden 29 29 29 29 29
3. Beheerkosten per fte (x € 1.000) 99 134 140 139 123
4. Beheerkosten per gewogen vhe 631 886 873 873 775
*) op basis van marktwaarde waardering
37 |
Een logische combinatie
Dit hoofdstuk is een combinatie van ons risicomanagement en onze visie op
de toekomst die we voor De Leeuw van Putten zien. Deze niet geheel voor
de hand liggende combinatie komt voort uit ons bijzondere profiel. Onze
processen en onze marktpositie zijn nu op orde en er zijn geen indicatoren
die aangeven dat zich op korte termijn strategische risico’s aandienen. Maar
in de toekomst kijkend kan een mogelijk strategisch risico voor ons bezit
ook heel groot worden. Dit besef zorgt ervoor dat risicomanagement en de
toekomst voor ons onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
Risicobeheersing is een integraal onderdeel van het dagelijkse werk
De Leeuw van Putten is een corporatie die lokaal sterk verankerd is. We
staan dicht bij onze huurders en vol in de Spijkenisser samenleving. Onze
activiteiten worden dan ook altijd getoetst aan de toegevoegde waarde voor
de huurders of de stad. Dat betekent niet alleen dat we de juiste dingen
willen doen. Maar we willen ook voorkomen dat we acties ondernemen
die onze kerndoelstelling in gevaar brengen. Met een dergelijk belang is
het voor ons een natuurlijke houding om risico’s in beeld te brengen en te
zorgen dat deze beheersbaar zijn.
Deze insteek is ook zichtbaar in dit jaarverslag. We zien risicomanagement
niet als separaat onderdeel van ons werk. We hebben het beheersen van
risico’s dieper in onze haarvaten zitten. Dat ziet u alle hoofdstukken terug,
waarbij we de gerealiseerde doelstellingen langslopen. Daarbij wordt
vermeld waar we staan, wat de impact is als realisatie niet correct of op tijd
gebeurt, en wat het risico is.
Samen met alle collega’s
De cultuur van De Leeuw van Putten kenmerkt zich door openheid.
Door deze cultuur, evenals door het per afdeling samen op één kamer
werken, weten en zien collega’s veel van elkaar. Dat is bevorderlijk voor
de collegialiteit, maar heeft ook een aspect in zich van sociale controle.
Een collega kan niet makkelijk een eigen koers varen, zonder dat dit wordt
opgemerkt. We menen dat deze soft controls uitstekend complementair
zijn aan de hardere kant die we hebben geborgd door middel van vier
niveaus: procedures, interne controle, een onafhankelijk extern ingehuurde
controller en de Raad van Commissarissen.
Intern is in 2017 gestart met risico-bewustzijnstraining voor het personeel,
in samenwerking met de onafhankelijke extern ingehuurde controller. Dit
is in 2018 voortgezet. Ook heeft deze controller een rol in het valideren
van gegevens die naar de RvC worden gestuurd. En functioneert ook als
klankbord voor de bestuurder.
Ons eenvormige bezit is een potentieel groot risico
Het hiervoor beschreven, op concreet uitvoeringsniveau, gerichte
risicomanagement is gevoerd binnen een groot bedrijfskader waar de grote
risico’s eveneens in beeld zijn. Strategische risico’s zijn risico’s waarbij het
voortbestaan van ons bedrijf of de continuïteit van de volkshuisvestelijke
doelstellingen in gevaar komt. De Leeuw van Putten is een corporatie waar
de zaken over het algemeen goed op orde zijn. We kennen geen markt-
leegstand, onze huurachterstanden zijn onder controle en onderhouds-
technisch zijn we geheel op niveau. De dagelijks processen lopen goed
en efficiënt. We zorgen dat dit alles naar tevredenheid van onze klanten
met lage apparaatskosten op een efficiënte wijze wordt gerealiseerd. De
benchmarkpositie bevestigt dit. Vanuit dit kader zijn er momenteel geen
grote risico’s.
Wat wel specifiek voor De Leeuw van Putten is, is dat we een eenzijdig
bezit hebben dat vrijwel compleet in een zeer korte tijd is gebouwd. En
dat gesitueerd is in een stad die in zijn geheel als ex-groeikern zeer snel is
gebouwd. Om het in één adem te zeggen: als potentiële huurders niet meer
in een jaren tachtig van de vorige eeuw gebouwde bloemkoolwijk van een
groeikern willen wonen, dan is vrijwel ons hele bezit onverhuurbaar. Deze
monocultuur heeft dus een marktrisico, maar kent ook vanuit technisch
oogpunt pieken en dalen. Veel bouwdelen verouderen op grote schaal
gelijktijdig.
De grote herstructureringsopgave willen we gefaseerd aanpakken
De constatering over gelijkvormigheid geeft wat ons betreft een oplos-
singsrichting aan. We zullen in ons bezit moeten differentiëren. Renoveren,
dan wel sloop-nieuwbouw, kan op meerdere fronten zorgen voor het
verminderen van toekomstige risico’s en gelijktijdig kwalitatieve variatie
brengen in wijken waar gelijkvormigheid overheerst.
Met deze waarneming hebben we een lange termijn visie ontwikkeld op
ons bezit. De basis is dat het onverstandig is om te wachten met de start
van herstructurering als er problemen zichtbaar zijn geworden.
Omdat ruwweg in de periode 2030-2035 ons bezit 50 jaar oud wordt,
bestaat dan immers de kans dat gelijktijdige probleemvorming onbeheers-
baar is. Vanuit onze omvang kunnen we immers niet in een paar jaar tijd
een groot deel van ons bezit herstructureren.
Spreiding zorgt voor beheersbaarheid waarbij op eigen kracht kan
worden gewerkt
De combinatie van deze constateringen heeft er toe geleid dat we menen
dat we voor spreiding van risico’s in onze wijken gericht gaan ingrijpen
door middel van renovatie of sloop met nieuwbouw. En dat we voor 2030
daar al mee moeten beginnen. Door spreiding van de grote opgave kunnen
we er voor zorgen dat we huurders op de door ons voorgestane manier
kunnen begeleiden, dat we dit met eigen personeel kunnen uitvoeren en
dat we het financieel zonder hulp van derden kunnen uitvoeren.
De periode waarover de grote opdracht zich zal uitstrekken is nu nog niet
met zekerheid vast te stellen. Dat hangt van veel factoren af: waar en wat
voor een soort problematiek zien we op ons afkomen. Hoe staan we er
financieel voor. En wat betekent het voor de stad. Allemaal vragen die in
een integraliteit moeten worden beantwoord.
Het is mooi dat er een landelijke afspraak is dat corporaties elkaar helpen
met grote opgaves als ze dit niet zelfstandig kunnen. Maar het is nog
mooier als je als corporatie jezelf voorbereidt op je eigen toekomst, als nu
al zichtbaar is waar de risico’s liggen. De Leeuw van Putten voelt dit niet
alleen als haar maatschappelijke plicht, maar ook als een mooie uitdaging
om met elkaar aan te gaan.
De koers is financieel onderbouwd
Financieel hebben we ook al nagedacht over deze koers. In grote lijnen
was enkele jaren terug het plan heel basaal: we gaan eerst al onze leningen
aflossen, alvorens nieuwe schulden aan te gaan. Dat willen we doen
zonder woningen te verkopen, omdat de vraag naar sociale huurwoningen
in Spijkenisse onverminderd is, mede door de afname van de sociale
huurvoorraad door verkoop, sloop en huurverhogingen bij collegacorpora-
ties. Een afgenomen leningportefeuille geeft speelruimte voor leningen om
ingrepen te doen op een manier waarbij we echt kwaliteit willen toevoegen
aan de stad en dat, zo leert ervaring, kost geld.
Door vele oorzaken (onder andere verhuurderheffing, vennootschapsbelas-
ting, passend toewijzen) is het tempo van aflossen verminderd. We hebben
er voor gekozen dat aflossingsvrij niet een doel op zich moet zijn. Als een
volkshuisvestelijke noodzaak tot ingrijpen vraagt om dit te doen voordat al
Hoofdstuk 8
Risicomanagement en de toekomst
| 38
onze huidige leningen zijn afgelost, dan accepteren we dat. Want hoe dan
ook: onze leningenportefeuille is niet groot en slinkt jaarlijks.
Prioriteiten stellen we met behulp van assetmanagement
Waar we de komende tijd aan gaan werken is een proces om te komen tot
een logische volgorde van planaanpak. Deze volgorde gaan we bepalen met
behulp van een voor ons en door ons gemaakt assetmanagementmodel.
Daarmee kunnen we scenario’s bedenken en doorrekenen. Dat deze
exercities om grote discretie vragen, mag duidelijk zijn. Ingrepen in wijken,
maar ook al de mogelijke plannen daarvoor, kunnen tot grote onrust in
wijken leiden. Met als slechtste consequentie dat een negatieve vervalspi-
raal in gang wordt gezet, door huurders die wegtrekken of die niet meer
in een wijk willen huren. Dat is een onaanvaardbaar risico. Plannen tot
herstructurering zullen dus uitsluitend intern worden bedacht en doorgere-
kend. Het betrekken van onze omgeving over de laatste concretisering zal
zo ruwweg pas drie jaar voor de ingreepdatum kunnen liggen.
Onze plannen zijn gekoppeld aan een visie op energieprestaties
Omdat we nadenken over grote ingrepen die binnen 10 jaar gaan starten,
zijn we voorzichtig met investeringen die over een langere tijd dan die
10 jaar afgeschreven worden. Heel kort gezegd: duur isoleren en vijf jaar
later slopen is ongewenst. We willen dus eerst de herstructuringsopgave
scherper hebben, om vervolgens te bepalen op welke wijze we de
energieprestatie van het bezit dat we handhaven, kunnen verbeteren. Deze
redelijk luxe werkwijze menen we ons te kunnen permitteren omdat we
sinds 2017 gemiddeld label B hebben. Vanuit energie-afspraken zijn we dus
al op orde. En daarom worden verder verbeteringen ook beoordeeld op het
voorkomen van verspilling.
39 |
Hoofdstuk 9
Verklaring van het bestuurIn dit verslag zijn wij ingegaan op het BTIV (Besluit Toegelaten Instellingen
Volkshuisvesting). In het BTIV zijn de spelregels voor woningcorporaties
uitgewerkt. Het BTIV is een nadere invulling van de Woningwet 2015 en de
Veegwet 2017. Deze bevatten regels over de toelatingen, rechtsvormen,
organisatie van de corporaties, het bestuur, de financiering maar bijvoor-
beeld ook regels over investeringen in niet-DAEB vastgoed.
Het bestuur verklaart dat het een adequate invulling geeft aan hetgeen
uitgangspunt is bij de invoering van de Woningwet 2015, de Veegwet 2017
en het BTIV. In het kort komt het er op neer dat wij inzetten op een sterkere
legitimatie en duidelijker lokale verankering. Daarnaast werken wij mee aan
verdere risicobeheersing en een scherper intern en extern toezicht.
Het bestuur verklaart verder dat het financiële beleid en beheer gericht is
op financiële continuïteit. Batige saldi zijn uitsluitend besteed in het belang
van de volkshuisvesting.
Spijkenisse, 28 juni 2019
Stichting De Leeuw van Putten
ir. M.A. de Booij
directeur-bestuurder
| 40
41 |
JAARREKENING
PASSIVA 31-12-2018 31-12-2017
EIGEN VERMOGEN
10 - Herwaarderingsreserve 268.108 230.577
11 - Overige reserves 104.922 97.784
Totaal eigen vermogen 373.030 328.361
VOORZIENINGEN
12 - Voorziening latente belasting-
verplichtingen
853 6.404
13 - Overige voorzieningen 109 101
Totaal voorzieningen 962 6.505
LANGLOPENDE SCHULDEN
14 - Leningen kredietinstellingen 91.200 95.200
15 - Overige schulden 23 20
Totaal langlopende schulden 91.223 95.220
KORTLOPENDE SCHULDEN
16 - Schulden aan overheid 38 -
17 - Schulden aan kredietinstellingen 12.000 12.500
18 - Schulden aan leveranciers 730 549
19 - Belastingen en premies sociale
verzekeringen
5.152 5.009
20 - Schulden ter zake van pensioenen 24 25
21 - Overige schulden 5 4
22 - Overlopende passiva 2.766 2.837
Totaal kortlopende schulden 20.715 20.924
TOTAAL PASSIVA 485.930 451.011
ACTIVA 31-12-2018 31-12-2017
VASTE ACTIVA
Vastgoedbeleggingen
1 - DAEB-vastgoed in exploitatie 469.904 431.347
2 - Niet-DAEB-vastgoed in exploitatie 11.302 10.929
481.206 442.276
Materiële vaste activa
3 - Onroerende en roerende zaken
voor eigen exploitatie
1.103 691
Financiële vaste activa
4 - Latente belastingvorderingen 111 103
5 - Overige vorderingen 58 61
Totaal vaste activa 482.478 443.131
VLOTTENDE ACTIVA
Vorderingen
6 - Huurdebiteuren 309 226
7 - Overige vorderingen 262 184
8 - Overlopende activa 63 460
634 870
9 Liquide middelen 2.818 7.010
Totaal vlottende activa 3.452 7.880
TOTAAL ACTIVA 485.930 451.011
Balans per 31 december 2018 (na resultaat bestemming) (bedragen x € 1.000)
| 42
Omschrijving 2018 2017
23 Huuropbrengsten 27.445 26.584
24 Opbrengsten servicecontracten 585 568
25 Lasten servicecontracten -599 -574
26 Lasten verhuur- en beheeractiviteiten -1.409 -1.328
27 Lasten onderhoudsactiviteiten -7.776 -4.262
28 Overige directe operationele lasten exploitatie bezit -5.541 -4.963
Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 12.704 16.025
29 Omzet verkocht vastgoed in ontwikkeling - -
30 Lasten verkocht vastgoed in ontwikkeling - -
31 Toegerekende organisatiekosten - -
32 Toegerekende financieringskosten - -
Netto resultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling - -
33 Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille - -
34 Toegerekende organisatiekosten - -
35 Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille op moment van verkoop - -
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille - -
36 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa 452 -787
37 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 38.907 -6.226
38 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille v.o.v. - -
39 Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop - -
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille 39.359 -7.013
40 Opbrengst overige activiteiten 64 60
41 Kosten overige activiteiten -122 -114
Netto resultaat overige activiteiten -58 -54
42 Overige organisatiekosten -475 -493
43 Leefbaarheid -439 -533
Financiële baten en lasten
44 Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten - -
45 Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten - -
46 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 16 11
47 Rentelasten en soortgelijke kosten -3.393 -3.743
Saldo financiële baten en lasten -3.377 -3.732
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN 47.715 4.200
48 Belastingen -3.048 -5.151
RESULTAAT NA BELASTINGEN 44.667 -951
Winst-en-verliesrekening over 2018 (functionele indeling) (bedragen x € 1.000)
43 |
Kasstroomoverzicht over 2018 (directe methode) (bedragen x € 1.000)
2018 2017
OPERATIONELE ACTIVITEITEN
Ontvangsten:
Huren 27.363 26.870
Zelfstandige huurwoningen 27.033 26.594
Maatschappelijk onroerend goed 37 37
Bedrijfsmatig onroerend goed 244 191
Parkeervoorzieningen 49 48
Vergoedingen 624 610
Overige bedrijfsontvangsten 190 221
Renteontvangsten 42 18
Saldo ingaande kasstromen 28.219 27.719
Uitgaven:
Betalingen aan werknemers: 1.828 1.860
- Lonen en salarissen 862 870
- Sociale lasten 678 693
- Pensioenlasten 288 297
Onderhoudsuitgaven 6.891 4.943
Overige bedrijfsuitgaven 3.842 3.911
Renteuitgaven 3.188 4.140
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van het resultaat 256 0
Bijdrageheffing Autoriteit Wonen 24 20
Verhuurderheffing 2.874 2.547
Leefbaarheid externe uitgaven niet investeringsgebonden 294 394
Vennootschapsbelasting 8.658 -
Saldo uitgaande kasstromen 27.855 17.815
Kasstroom uit operationele activiteiten 364 9.904
| 44
2017 2016
(DES)INVESTERINGSACTIVITEITEN
Vastgoedbeleggingen en MVA ingaande kasstroom:
Verkoopontvangsten bestaande huur-, woon- en niet- woongelegenheden - -
Verkoopontvangsten woongelegenheden (VOV) na inkoop in dPi periode - -
Verkoopontvangsten nieuwbouw, woon- en niet- woongelegenheden - -
Verkoopontvangsten grond - -
(Des)investeringsontvangsten overig - -
Tussentelling ingaande kasstroom Vastgoedbeleggingen en MVA - -
Vastgoedbeleggingen en MVA uitgaande kasstroom:
Nieuwbouw huur-, woon- en niet- woongelegenheden - -
Woningverbetering, woon- en niet- woongelegenheden - 22
Leefbaarheid externe uitgaven projectgebonden - -
Aankoop, woon- en niet woongelegenheden - -
Nieuwbouw verkoop, woon- en niet woongelegenheden - -
Aankoop woongelegenheden (VOV) voor doorverkoop - -
Sloopuitgaven, woon- en niet woongelegenheden - -
Aankoop grond - -
Investeringen overig 56 8
Externe kosten bij verkoop - -
Tussentelling uitgaande kasstroom Vastgoedbeleggingen en MVA 56 30
Saldo in- en uitgaande kasstroom Vastgoedbeleggingen en MVA -56 -30
FVA
Ontvangsten verbindingen - -
Ontvangsten overig - -
Uitgaven verbindingen - -
Uitgaven overig - -
Saldo in- en uitgaande kasstroom FVA - -
Kasstroom uit (des) investeringen -56 -30
FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Ingaand:
Nieuwe te borgen leningen 8.000 4.000
Nieuwe ongeborgde leningen - -
Uitgaand:
Aflossing geborgde leningen 12.500 17.600
Aflossing ongeborgde leningen - -
Kasstroom uit financieringsactiviteiten -4.500 -13.600
Mutatie liquide middelen -4.192 -3.726
Wijzigingen kortgeldmutaties - -
Liquide middelen per 1 januari 7.010 10.736
Liquide middelen per 31 december 2.818 7.010
45 |
Toelichting op de jaarrekeningAlgemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekeningStichting De Leeuw van Putten is een stichting met de status van
‘toegelaten instelling volkshuisvesting’. De statutaire vestigingsplaats is
de Gemeente Nissewaard, de feitelijke vestigingsplaats is Spijkenisse. De
activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van
vastgoed. De Leeuw van Putten heeft specifieke toelating in de regio
Rijnmond en is werkzaam binnen het kader van de Woningwet en het
Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting. De Leeuw van Putten is
onder nummer 24177789 ingeschreven bij het handelsregister.
Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2018 tot en met
31 december 2018.
Alle bedragen luiden in euro’s, tenzij anders vermeld.
Wet- en regelgeving
De jaarrekening van Stichting de Leeuw van Putten is opgesteld in over-
eenstemming met de bepalingen van de Woningwet, het Besluit toegelaten
instellingen volkshuisvesting 2015, de Regeling toegelaten instellingen
volkshuisvesting 2015, de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector (‘WNT’), Titel 9 Boek 2 BW, Hoofdstuk 645
van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van
de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.
De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat
vinden plaats op basis van historische kosten, tenzij anders vermeld.
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking
hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum
zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong
vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien
zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Schattingen
“Bij het opstellen van de jaarrekening maakt het bestuur diverse
schattingen. Dit is inherent aan het toepassen van de geldende verslagge-
vingsstandaarden. In het bijzonder is dit van toepassing op de bepaling van
de marktwaarde van het vastgoed in exploitatie.
De waardebepaling van het vastgoed is geen exacte wetenschap en tevens
betreft dit de grootste schattingspost waar het bestuur een inschatting over
moet maken voor de jaarrekening van De Leeuw van Putten.
De marktwaarde is als volgt te definiëren:
Marktwaarde is het geschatte bedrag waartegen vastgoed tussen een
bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper na behoorlijke marketing
in een zakelijke transactie zou worden overgedragen op de peildatum,
waarbij partijen met kennis van zaken, prudent en zonder dwang zouden
hebben gehandeld.
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn
ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
Stelselwijzigingen
Toelichting functionele indeling
Voor de winst- en verliesrekening is vanuit SBR Wonen de handleiding
functionele indeling 2018 beschikbaar gesteld. De Leeuw van Putten volgt
de hierin opgenomen richtlijnen voor het opstellen van haar winst- en
verliesrekening. De handleiding 2018 is op enkele onderdelen aangepast. De
Leeuw van Putten kiest ervoor om de handleiding integraal toe te passen.
Dit betekent dat op enkele onderdelen sprake is van een gewijzigde presen-
tatie. Door de geactualiseerde grondslagen (de handleiding functionele
indeling 2018) voor de presentatie (dit omvat het groeperen, samenvoegen,
ontleden en rangschikken van posten) heeft De Leeuw van Putten de
aanpassing verwerkt als stelselwijziging (en daarmee de vergelijkende
cijfers aangepast).
Post Vergelijkende cijfers 2017
in jaarrekening 2018
Vergelijkende cijfers 2017
in jaarrekening 2017
Mutatie
(x € 1.000,-)
Huuropbrengsten 26.584 26.816 -232
Toegerekende organisatie kosten verhuur en beheer -1.328 -1.560 232
De wijziging van het rangschikken van de hierboven vermelde posten heeft geen impact op het vermogen noch op het resultaat.
Foutherstel
In de jaarrekening 2018 van Stichting De Leeuw van Putten is geen
foutherstel in de zin van RJ 150 toegepast.
Financiële instrumenten
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële
instrumenten (zoals vorderingen en schulden), als afgeleide financiële
instrumenten (derivaten) verstaan.
In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële
waarde van het desbetreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de
boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgeno-
men wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op
de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’.
Primaire financiële instrumenten
Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen
naar de behandeling per balanspost van de ‘Grondslagen voor de waarde-
ring van activa en passiva’
Hedge accounting
De Leeuw van Putten past geen hedge accounting toe.
| 46
Grondslagen van waardering van activa en passivaVastgoedbeleggingenBinnen de onroerende zaken in exploitatie worden de volgende typen
vastgoed onderscheiden:
* Woongelegenheden
* Bedrijfsmatig en maatschappelijk onroerend goed;
* Parkeergelegenheden
De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1
juli door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt
vastgesteld. Ultimo 2018 bedraagt deze grens € 710,68 (2017: € 710,68).
Het niet-DAEB-vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs
boven de huurtoeslaggrens en commercieel vastgoed.
Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerendgoed dat is verhuurd aan
maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijns-, onderwijs- en
culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage
zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie
d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten
instellingen.
Grondslag waardering tegen actuele waarde gebaseerd op marktwaarde:
Het DAEB- en niet-DAEB-vastgoed in exploitatie wordt bij eerste verwer-
king gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, inclusief
transactiekosten.
Onroerende zaken in exploitatie worden op grond van artikel 35 lid 2 van de
Woningwet na de eerste verwerking gewaardeerd tegen actuele waarde. Op
grond van artikel 31 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting
2015 vindt de waardering plaats tegen de marktwaarde, die overeenkomstig
artikel 14 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
plaatsvindt conform de methodiek die is opgenomen in bijlage 2 van
de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (‘Handboek
modelmatig waarderen marktwaarde’). Bij het toepassen van het ‘Handboek
modelmatig waarderen marktwaarde’ wordt de basisversie gehanteerd.
Voor een verdere toelichting op de toepassing van het waarderingshand-
boek wordt verwezen naar de toelichting op de balans.
Winsten of verliezen, ontstaan door een wijziging in de marktwaarde van
het vastgoed in exploitatie, worden verantwoord in de winst-en-verliesre-
kening over de periode waarin de wijziging zich voordoet.
Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming, hetzij ten laste van
de overige reserves, een herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarde-
ringsreserve wordt gevormd voor het verschil tussen de boekwaarde op
basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs en de marktwaarde van het
vastgoed in exploitatie waar de reserve betrekking op heeft.
De Leeuw van Putten hanteert de basisversie van het Handboek
modelmatig waarderen marktwaarde voor woongelegenheden, MOG
en parkeergelegenheden. Voor de basisversie is de waardering van het
vastgoed aannemelijk op portefeuilleniveau. De daaraan gerelateerde
herwaarderingsreserve wordt modelmatig op complexniveau bepaald,
waardoor een onnauwkeurigheid kan bestaan in de allocatie binnen het
eigen vermogen tussen de herwaarderingsreserve en de overige reserves.
Bij deze waardering van het vastgoed is geen taxateur betrokken. Als gevolg
hiervan bestaat het risico dat de modelmatig bepaalde actuele waarde van
het vastgoed in een bepaalde bandbreedte (+/- 10%) kan afwijken van de
actuele waarde die met betrokkenheid van een taxateur tot stand zou zijn
gekomen.
Voor de bepaling van de marktwaarde is er voor de woongelegenheden,
de parkeergelegenheden en het maatschappelijk onroerend goed gebruik
gemaakt van de basis versie. Voor de bepaling van de marktwaarde voor
het bedrijfsmatig onroerend goed is gebruik gemaakt van de full versie met
inschakeling van een extern taxateur.
Grondslagen voor de bepaling van de beleidswaarde
Het WSW en de Aw hebben in het kader van het nieuwe integraal toezichts-
kader besloten om met ingang van het boekjaar 2018 de in voorgaande
jaren gehanteerde bedrijfswaarde te vervangen door een nieuw waardebe-
grip, de beleidswaarde. Corporaties vermelden m.i.v. het jaarverslag 2018
de beleidswaarde in plaats van de bedrijfswaarde in de toelichting van de
jaarrekening. In het bestuursverslag wordt een beleidsmatige beschouwing
opgenomen.
De beleidswaarde sluit aan op het beleid van Stichting De Leeuw van
Putten en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van haar vastgoed
in exploitatie, uitgaande van dit beleid. Onder de beleidswaarde wordt
verstaan de contante waarde van de aan een actief of samenstel van activa
(kasstroom genererende eenheden) toe te rekenen toekomstige kasstromen
uitgaande van het beleid van Stichting De Leeuw van Putten. De grondsla-
gen voor de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie (zelfstandige- en
onzelfstandige woongelegenheden) komen overeen met de grondslagen
voor de bepaling van de marktwaarde, met uitzondering van:
1. Enkel uitgaan van het doorexploiteerscenario, derhalve geen rekening
houden met een uitpondscenario en geen rekening houden met
voorgenomen verkopen van vastgoed in exploitatie.
2. Inrekening van de intern bepaalde streefhuur in plaats van de markthuur,
vanaf het ingeschatte moment van (huurders)mutatie. De streefhuur
betreft de huur die volgens het beleid van de corporatie bij mutatie in
rekening wordt gebracht, passend binnen de geldende wet- en regelge-
ving, feitelijke beklemmingen en prestatieafspraken met gemeenten.
3. Inrekening van toekomstige onderhoudslasten, bepaald overeenkomstig
het (onderhouds)beleid van de corporatie en het als onderdeel daarvan
vastgestelde meerjaren onderhoudsprogramma voor het vastgoedbezit,
in plaats van onderhoudsnormen in de markt. Stichting De Leeuw van
Putten hanteert hierbij de volgende uitgangspunten ten opzichte van de
marktwaarde:
a. De beleidsnorm is gebaseerd op de meerjaren onderhoudsbegroting
van 50 jaar.
b. Per waarderingscomplex is een beleidsnorm berekend.
c. Deze norm is gebaseerd op het planmatig en mutatieonderhoud
volgens de meerjarenonderhoudsbegroting
d. Klachtenonderhoud is niet meegenomen bij de berekening van de
interne onderhoudsnorm.
e. Momenteel ontbreekt het nog aan een eenduidige definitie en
uitwerking van het begrip instandhoudingsonderhoud. Een nadere
analyse van het planmatig onderhoud en daaruit afgeleide correctie
op de beleidsnorm heeft daarom nog niet plaatsgevonden. Het risico
47 |
bestaat dat door subjectieve interpretaties een te grote afwijking kan
ontstaan met de werkelijkheid waardoor de beleidswaarde een onjuist
beeld zou kunnen geven.
4. Inrekening van toekomstige verhuur- en beheerslasten in plaats van
marktconforme lasten ter zake. Hieronder worden verstaan de directe
en indirecte kosten die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuur-
en beheeractiviteiten van de corporatie en zoals deze worden
opgenomen onder het hoofd ‘lasten verhuur en beheeractiviteiten’ in
de resultatenrekening.
De beleidswaarde van BOG / MOG / ZOG is gelijk aan de marktwaarde en
hierbij wordt dus verondersteld dat de marktuitgangspunten overeenkomen
met de eigen beleidsuitgangspunten.
Voor zover afwijkend voor de bepaling van de marktwaarde in verhuurde
staat gehanteerde uitgangspunten, zijn de gehanteerde uitgangspunten
voor de toekomstige exploitatie - zoals toegepast voor de bepaling van de
beleidswaarde van de activa in exploitatie - afgeleid van de meerjaren-
begroting (ontwikkeling streefhuur, onderhoudslasten en de lasten van
verhuur & beheer) en geënt op de wettelijke voorschriften opgenomen in
RTiV artikel 151.
Stichting De Leeuw van Putten heeft hierbij uitgangspunten bepaald
die mede van invloed zijn op de beleidswaarde. Wijzigingen van deze
uitgangspunten zijn derhalve van invloed op deze waarde.
Materiële vaste activaOnroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden
gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de
cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere
waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de
geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een
vast percentage van de verkrijgingsprijs. Bij investeringen in het eerste
halfjaar wordt afgeschreven over het gehele jaar, daarna in het eerste
volgende jaar. Op grond wordt niet afgeschreven.
Onderhoud
Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering
geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan de
samenstellende delen.
Financiële vaste activaLatente belastingvorderingen
Onder de financiële vaste activa zijn latente belastingvorderingen
opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat er fiscale winst
beschikbaar zal zijn voor verrekening.
Deze latente belastingvorderingen zijn gewaardeerd tegen contante waarde
waarbij discontering plaatsvindt tegen de nettorente. De latente belasting-
vorderingen hebben overwegend een langlopend karakter. De nettorente
bestaat uit de voor De Leeuw van Putten geldende rente voor langlopende
leningen onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingta-
rief. De latente belastingvordering heeft betrekking op tijdelijke verschillen
tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering. Voor deze
tijdelijke verschillen in verband met het fiscale afschrijvingspotentieel is
een latente belastingvordering in de balans opgenomen.
Overige vorderingen
De overige financiële vaste activa worden bij eerste verwerking opgenomen
tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamorti-
seerde kostprijs, die gelijk is aan de nominale waarde, onder aftrek van
noodzakelijk geachte voorzieningen.
VorderingenDe vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële
waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
Noodzakelijk geachte voorzieningen voor mogelijke verliezen als gevolg van
oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden
bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Liquide middelenDe liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met
een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij
banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de
kortlopende schulden.
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien
middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de
waardering rekening gehouden.
Eigen vermogenDe onder het eigen vermogen opgenomen herwaarderingsreserve
wordt gevormd voor het positieve verschil tussen de marktwaarde en
de boekwaarde op basis van verkrijgings- of vervaardigingsprijs van het
vastgoed in exploitatie. Bij het bepalen van de boekwaarde op basis van
verkrijgings- of vervaardigingsprijs is uitgegaan van de initiële verkrijgings-
of vervaardigingsprijs, zonder rekening te houden met enige afschrijving
of waardevermindering. De herwaarderingsreserve wordt bepaald per
waarderingscomplex.
Bij realisatie van de herwaarderingsreserve (bij verkoop van het vastgoed)
wordt het gerealiseerde deel van de herwaarderingsreserve rechtstreeks
overgeboekt naar de overige reserves.
VoorzieningenVoorziening latente belastingverplichtingen
Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen
tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een voorziening
getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met
het geldende belastingtarief.
De voorziening voor latente belastingverplichtingen is gewaardeerd tegen
contante waarde.
De voorziening voor latente belastingverplichtingen heeft betrekking op
tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale
waardering van het vastgoed in exploitatie. Voor het vastgoed dat is
bestemd voor doorexploitatie is sprake van een zeer lange periode tot het
moment van afwikkeling van de latentie. Om deze reden is deze latentie
op nihil gewaardeerd. Ultimo 2018 zijn er geen verhuureenheden bestemd
voor sloop en herontwikkeling.
Overige voorzieningen
Tenzij anders vermeld, worden de overige voorzieningen gewaardeerd
tegen de nominale/contante waarde van de uitgaven die naar verwachting
noodzakelijk zijn om de betreffende verplichtingen af te wikkelen.
Voorziening pensioen
De Leeuw van Putten heeft een pensioenregeling bij de pensioenuitvoerder
SPW (bedrijfstakpensioenfonds). De regeling wordt gefinancierd door af-
drachten aan pensioenuitvoerders, te weten het bedrijfstakpensioenfonds.
De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd volgens de “verplichting
aan de pensioenuitvoerder benadering”. In de benadering wordt de aan de
pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst- en verliesreke-
ning verantwoord.
| 48
Aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst wordt beoordeeld of, en zo ja
welke, verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioen-
uitvoerder verschuldigde premie op balansdatum bestaan. Deze additionele
verplichtingen, waaronder eventuele verplichtingen uit herstelplannen van
de pensioenuitvoerder, leiden tot lasten voor Woningcorporatie ABC en
worden in de balans opgenomen in een voorziening.
De waardering van de verplichting is de beste schatting van de bedragen
die noodzakelijk zijn om deze per balansdatum af te wikkelen. Indien
het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, wordt de verplichting
gewaardeerd tegen de contante waarde. Discontering vindt plaats op basis
van rentetarieven van hoogwaardige ondernemingsobligaties.
Toevoegingen aan en vrijval van de verplichtingen komen ten laste
respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening.
Een pensioenvordering wordt in de balans opgenomen wanneer Wo-
ningcorporatie ABC beschikkingsmacht heeft over de pensioenvordering,
wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen
die de pensioenvordering in zich bergt, zullen toekomen aan Woningcor-
poratie ABC, en wanneer de pensioenvordering betrouwbaar kan worden
vastgesteld.
Ultimo 2018 (en 2017) waren er voor de groep geen pensioenvorderingen
en geen verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioen-
uitvoerder verschuldigde premie.
Langlopende schuldenOpgenomen leningen en schulden worden bij eerste verwerking
opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de
geamortiseerde kostprijs.
De aflossingsverplichting voor het komende jaar is opgenomen onder de
kortlopende schulden.
Er is een treasurystatuut. Dit statuut geldt als een gedragscode als het
gaat om het nemen van beslissingen op het gebied van ondernemingsfi-
nanciering, beleggen, beheersen van renterisico’s, liquiditeitenbeheer en
organisatie van de financiële logistiek.
Kortlopende schuldenDe kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen
de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigings-
prijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
49 |
Grondslagen voor de bepaling van het resultaatResultatenrekening algemeenHet resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van
de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De
resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn
geleverd; verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn.
Resultatenrekening functioneelIn de functionele resultatenrekening zijn alle opbrengsten direct toe te
rekenen aan een onderdeel. Bij de kosten is er een onderscheid tussen
de direct toe te rekenen kosten en de indirecte kosten. De direct toe te
rekenen kosten worden bij het betreffende onderdeel verantwoord. De
toerekening van de indirecte kosten aan de onderscheiden onderdelen van
de functionele resultatenrekening gebeurt op basis van aannames zoals
toegelicht bij “Toerekening baten en lasten”.
HuuropbrengstenHier worden de huuropbrengsten opgenomen die uit de exploitatie van het
vastgoed worden gegenereerd. Dit zijn zowel de huuropbrengsten uit de
exploitatie van het DAEB-vastgoed als het niet-DAEB-vastgoed.
De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde
gerealiseerd in het jaar van verlening van de diensten
Opbrengsten en lasten servicecontractenOpbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van
huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van
levering van de goederen en verlening van de diensten.
De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte service-
kosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks
plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten
servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking
hebben.
Lasten verhuur- en beheeractiviteiten
Hier worden de directe en indirecte kosten verantwoord die rechtstreeks
zijn te relateren aan de verhuur- en beheeractiviteiten. Hierbij kan worden
gedacht aan:
- lonen en salarissen voor personeel dat primair bezig is met de exploitatie
van het vastgoed;
- toegerekende afschrijvingen op onroerende en roerende zaken voor
eigen gebruik;
- toegerekende kantoorkosten.
De systematiek van toerekening is toegelicht onder “Toerekening baten en
lasten”.
Lasten onderhoudsactiviteitenAan deze post worden de lasten toegerekend die betrekking hebben op de
onderhoudslasten. Dit betreffen naast onderhoudslasten ook toegerekende
personeelslasten.
Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen
kosten van onderhoud verantwoord.
Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in
het verslagjaar hebben plaatsgevonden.
Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn
uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet in de balans
opgenomen verplichtingen.
Overige directe operationele lasten exploitatie bezitAan deze posten worden de directe lasten met betrekking tot de exploitatie
van het bezit toegerekend die geen betrekking hebben op de verhuur en
beheeractiviteiten of onderhoudsactiviteiten. Hierbij kan gedacht worden
aan:
- onroerendezaakbelasting;
- verzekeringskosten;
- verhuurderheffing.
De systematiek van toerekening is toegelicht onder “Toerekening baten en
lasten”.
Waardeveranderingen vastgoedportefeuilleOverige waardeveranderingen vastgoedportefeuille
De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardever-
mindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane
juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen
in nieuwbouw en herstructurering. Hierbij geldt als criterium “intern
geformaliseerd en extern gecommuniceerd”.
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen
winsten of verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de
vastgoedportefeuille in het verslagjaar.
Opbrengsten en kosten overige activiteitenHieronder worden onder andere verhuur opstelpunten zendmasten, de
opbrengsten van overige dienstverlening en incidentele opbrengsten
verantwoord.
Afschrijvingen materiële vaste activa ten dienste van exploitatieDe afschrijvingen (im)materiële vaste activa ten dienste van exploitatie
worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen
vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte
economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de
restwaarde is bereikt. De afschrijvingen worden aan de verschillende
activiteiten toegerekend middels de systematiek toegelicht in “Toerekening
baten en lasten”.
Lonen, salarissen en sociale lastenLonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeids-
voorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover zij
verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de
daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden
door de werknemers. De lonen, salarissen en sociale lasten worden aan de
verschillende activiteiten toegerekend middels de systematiek toegelicht in
“Toerekening baten en lasten”.
PensioenlastenVoor de grondslagen wordt verwezen naar de paragraaf voorziening
pensioenen. De pensioenlasten worden aan de verschillende activiteiten
toegerekend middels de systematiek toegelicht in “Toerekening baten en
lasten”.
| 50
Overige organisatiekostenDit betreffen de kosten die niet aan reguliere bedrijfsactiviteiten toegere-
kend kunnen worden middels de systematiek toegelicht in “Toerekening
baten en lasten”.
LeefbaarheidLeefbaarheid omvat gemaakte kosten voor sociale maatregelen alsmede
fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen.
Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in
het verslagjaar hebben plaatsgevonden. De kosten die zijn te relateren aan
leefbaarheid, zijn de kosten van werkzaamheden die zijn gemaakt voor
niet in het eigendom van de corporatie zijnde gebouwen en gronden (zoals
openbaar terrein) en die niet noodzakelijk zijn voor de verhuurexploitatie.
De indirecte kosten, lonen en salarissen en overige organisatiekosten die
zijn gemaakt voor niet in het eigendom van de corporatie zijnde gebouwen
en die niet noodzakelijk zijn voor de verhuurexploitatie en die aan het
boekjaar zijn toe te rekenen, worden ook verantwoord als leefbaarheids-
uitgaven.
Financiële baten en lastenRentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening
houdend met de effectieve rentevoet van die betreffende activa en passiva.
Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de
verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
BelastingenDe belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor
belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met
beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor
zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde
winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt
rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belasting-
vorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het
te hanteren belastingtarief.
Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties integraal onder de
vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt
tussen Aedes en de Belastingdienst betreffende de Vaststellingsovereen-
komst 2 (VSO 2). De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de Belastingdienst
opgezegd. De Leeuw van Putten heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend. Per
1 december 2016 liep de tussen woningcorporaties en de Belastingdienst
gesloten vaststellingsovereenkomst (VSO2) af. Met dien verstande dat de
overeenkomst stilzwijgend met 1 jaar wordt verlengd, indien deze niet vóór
1 december is opgezegd.
De Leeuw van Putten heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en
VSO 2 de fiscale positie ultimo 2018 en het fiscale resultaat 2018 bepaald.
Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 1 en VSO 2 voor wo-
ningcorporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen
belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting.
Toerekening baten en lastenOm tot de functionele indeling van de winst-en-verliesrekening te komen
wordt gebruik gemaakt van een kostenverdeelstaat. Hierbij worden de
personeelslasten en overige bedrijfskosten verdeeld op basis van de
tijdsbesteding van werkelijke activiteiten van de werknemers.
KasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode. De
geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen.
Winstbelastingen, ontvangen interest en betaalde interest worden
opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties
waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële
leasing, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling
van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële-leasecontract wordt
voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit
financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking
heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
Scheiding DAEB / Niet-DAEBIn de toelichting zijn de volgende overzichten opgenomen: Winst- en
verliesrekening DAEB over 2018, Winst- en verliesrekening Niet-DAEB
over 2018, kasstroomoverzicht DAEB over 2018 en kasstroomoverzicht
Niet-DAEB over 2018. Voor het boekjaar 2018 is sprake van een uitzonde-
ringssituatie waardoor in deze overzichten geen vergelijkende cijfers over
het boekjaar 2017 zijn opgenomen.
De volgende activiteiten heeft Stichting De Leeuw van Putten aangemerkt
als niet-DAEB activiteit:
- Verhuren van duren huurwoningen (huurprijs boven huurtoeslaggrens);
- Verhuren van winkels en bedrijfsruimtes;
- Verhuren van locaties voor zendmasten;
- Voeren van administratie van VVE’s.
De kosten en opbrengsten worden in de administratie zoveel mogelijk
gescheiden naar DAEB en niet-DAEB activiteiten. Gemengde kosten en
opbrengsten worden toegerekend op basis van de verhouding in gewogen
aantal vhe’s.
Stichting De Leeuw van Putten is op grond van artikel 49 lid 1 tweede
volzin van de woningwet aan te merken als kleine toegelaten instelling en
is daarom op basis van artikel 2 RTIV vrijgesteld van het opnemen van een
Balans DAEB en Balans niet-DAEB.
51 |
Toelichting op de balans (bedragen x € 1.000)
ACTIVA 31-12-2018 31-12-2017
Vastgoedbeleggingen 481.206 442.276
1+2. DAEB vastgoed en Niet DAEB vastgoed in exploitatie
De mutaties in de post DAEB-vastgoed in exploitatie en niet-DAEB-vastgoed in exploitatie zijn als volgt:
DAEB vastgoed Niet DAEB vastgoed Totaal
Aanschafwaarde 206.854 7.726 214.580
Cumulatieve herwaarderingen 227.200 3.379 230.579
Cumulatieve waardeverminderingen -2.707 -176 -2.883
Stand per 31 december 2017 431.347 10.929 442.276
Investeringen 23 - 23
Mutatie herwaarderingen 37.231 298 37.529
Mutatie waardeverminderingen 1,303 75 1.378
Overige mutaties -
Stand per 31 december 2018 469.904 11.302 481.206
Aanschafwaarde 206.877 7.726 214.603
Cumulatieve herwaarderingen 264.431 3.677 268.108
Cumulatieve waardeverminderingen -1.404 -101 -1.505
Stand per 31 december 2018 469.904 11.302 481.206
WOZ waarde peildatum 1-1-2018 517.478 11.545 529.023
Marktwaarde
Zowel het DAEB- als het niet-DAEB-vastgoed in exploitatie is gewaardeerd tegen de marktwaarde in verhuurde staat die is bepaald op basis van het
‘Handboek modelmatig waarderen marktwaarde’ die als bijlage is opgenomen bij de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (RTIV). Hierbij wordt
op basis van de toekomstige kasstromen de marktwaarde middels de Discounted Cash Flow (DCF) Methode bepaald.
Bij het bepalen van de marktwaarde is de basisversie van het waarderingshandboek gehanteerd. De variabelen in de berekening zijn conform het waarde-
ringshandboek gehanteerd. Aangezien de basisversie van het waarderingshandboek is gehanteerd, is de marktwaarde niet gebaseerd op een waardering
door een onafhankelijke en ter zake deskundige taxateur.
De marktwaarde is gebaseerd op de hoogste waarde van doorexploiteren danwel uitponden met uitzondering van het BOG/MOG (doorexploiteren).
Daarnaast is bij de berekening van de marktwaarde rekening gehouden met verkoopbeklemming voor de complexen waarin tenminste een woning is
opgenomen met minder dan 145 woningwaarderingspunten. Bij deze complexen start de verkoop in het uitpondscenario pas na het zevende jaar.
Complexindeling
Om de marktwaardewaardering van het onroerend goed in exploitatie te bepalen, zijn alle verhuureenheden opgedeeld in waarderingscomplexen. Een
waarderingscomplex is een samenstel van verhuureenheden dat in principe bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden voor wat betreft type vastgoed,
bouwperiode en locatie, en dat als één geheel in verhuurde staat aan een derde partij kan worden verkocht. Alle verhuureenheden maken deel uit van een
waarderingscomplex of zijn een afzonderlijk waarderingscomplex. Het kan voorkomen dat een waarderingscomplex bestaat uit zowel DAEB- als niet-
DAEB-vastgoed.
| 52
Locatie (gemeente) Type Aantal Bouwjaar
Nissewaard Eengezinswoning 36 1970 – 1979
Nissewaard Eengezinswoning 1373 1980 – 1989
Nissewaard Eengezinswoning 282 1990 – 1999
Nissewaard Meergezinswoning 25 1970 – 1979
Nissewaard Meergezinswoning 1912 1980 – 1989
Nissewaard Meergezinswoning 126 1990 – 1999
Nissewaard Meergezinswoning 82 2000 – 2009
Nissewaard Meergezinswoning 63 2010 – 2019
Nissewaard Bedrijfsonroerendgoed 13 1980 – 1989
Nissewaard Bedrijfsonroerendgoed 1 1990 – 1999
Nissewaard Bedrijfsonroerendgoed 2 2000 – 2009
Nissewaard Maatschappelijk onroerend goed 5 1980 – 1989
Nissewaard Maatschappelijk onroerend goed 1 1990 – 1999
Nissewaard Garage 50 1980 – 1989
Bij de bepaling van de marktwaarde per 31 december 2018 is gebruik gemaakt van de volgende parameters:
Parameters woongelegenheden 2019 2020 2021 2022 2023 2024 e.v.
Prijsinflatie 2,50% 2,30% 2,20% 2,00% 2,00% 2,00%
Loonstijging 2,90% 2,80% 2,70% 2,50% 2,50% 2,50%
Bouwkostenstijging 5,90% 2,80% 2,70% 2,50% 2,50% 2,50%
Leegwaardestijging 6,35% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00%
Gem. instandhoudingsonderhoud per vhe (in euro) voor referentieobject 853,00 853,00 853,00 853,00 853,00 853,00
Gem. mutatieonderhoud per vhe (in euro) EGW 883,00 883,00 883,00 883,00 883,00 883,00
Gem. mutatieonderhoud per vhe (in euro) MGW 663,00 663,00 663,00 663,00 663,00 663,00
Gem. beheerkosten per vhe (in euro) EGW 436,00 436,00 436,00 436,00 436,00 436,00
Gem. beheerkosten per vhe (in euro) MGW 428,00 428,00 428,00 428,00 428,00 428,00
Gem. Onroerend Zaak Belasting 0,14% 0,14% 0,14% 0,14% 0,14% 0,14%
Gem. belastingen, verzekeringen en overige zakelijke last als % v.d. WOZ 0,12% 0,12% 0,12% 0,12% 0,12% 0,12%
Verhuurderheffing 0,561% 0,562% 0,562% 0,563% 0,537% 0,537%
Huurstijging boven prijsinflatie zelfstandige eenheden 1,00% 1,20% 1,30% 0,50% 0,50% 0,50%
Huurderving, als % van de huursom 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00%
Gem. mutatiekans bij doorexploiteren per vhe 7,49% 7,49% 7,49% 7,49% 7,49% 7,49%
Gem. mutatiekans bij uitponden 7,49% 7,49% 7,49% 7,49% 7,49% 7,49%
Verkoopkosten bij uitponden (in % van de leegwaarde) 1,5% 1,5% 1,5% 1,5% 1,5% 1,5%
Overdrachtskosten als % van de berekende marktwaarde 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0%
In het doorexploiteerscenario wordt verondersteld dat de huur bij huren onder de liberalisatiegrens bij mutatie wordt aangepast naar de markthuur of
de lagere maximale huur op grond van het woningwaarderingsstelsel. Indien de maximale huur hoger is dan de liberalisatiegrens, is de nieuwe huur de
markthuur. Voor splitsingskosten is een norm gehanteerd van € 508,- per te splitsen eenheid.
Parameters bedrijfsmatig vastgoed 2019 2018 2019 2020 2021 2022 e.v.
Prijsinflatie 2,50% 2,30% 2,20% 2,00% 2,00% 2,00%
Instandhoudingsonderhoud per m2 bvo (in euro) 5,40 5,40 5,40 5,40 5,40 5,40
Mutatieonderhoud per m2 bvo (in euro) 9,00 9,00 9,00 9,00 9,00 9,00
Marketing (% van de marktjaarhuur) 14,00% 14,00% 14,00% 14,00% 14,00% 14,00%
Beheerkosten (% van de marktjaarhuur) 3,00% 3,00% 3,00% 3,00% 3,00% 3,00%
Gem. Onroerend Zaak Belasting 0,29% 0,29% 0,29% 0,29% 0,29% 0,29%
Belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten (% van de WOZ) 0,13% 0,13% 0,13% 0,13% 0,13% 0,13%
Mutatieleegstand (in maanden) 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
Overdrachtskosten als % van de berekende marktwaarde 7,00% 7,00% 7,00% 7,00% 7,00% 7,00%
Gem ExitYield 10,21% 10,21% 10,21% 10,21% 10,21% 10,21%
53 |
Het bedrijfsmatig onroerend goed (BOG) is gewaardeerd tegen de marktwaarde volgens het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde met toepassing
van de fullversie. Bij toepassing van de fullversie kan de taxateur aanpassingen in bepaalde parameters (vrijheidsgraden) toepassen ten opzichte van de
basisversie.
Voor het BOG zijn de volgende vrijheidsgraden gehanteerd:
Vrijheidsgraden Toelichting
Gem. Disconteringsvoet doorexploiteren De gemiddelde disconteringsvoet doorexploiteren is bijgesteld ten opzichte
van de basisversie naar 8,18%. Bij toepassing van de basisversie zou de
gemiddelde disconteringsvoet 9,88% bedragen. Er is afgeweken omdat de
taxateur een bepaling heeft gedaan o.b.v. marktreferenties.
Exit Yield doorexploiteren De gemiddelde Exit Yield doorexploiteren is bijgesteld ten opzichte van
de basisversie naar 10,34%. Bij toepassing van de basisversie zou de
gemiddelde disconteringsvoet 10,84% bedragen. Er is afgeweken omdat de
taxateur een bepaling heeft gedaan o.b.v. marktreferenties.
Parameters maatschappelijk vastgoed 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 e.v.
Prijsinflatie 1,60% 2,50% 2,30% 2,20% 2,00% 2,00% 2,00%
Instandhoudingsonderhoud per m2 bvo (in euro) 6,55 6,55 6,55 6,55 6,55 6,55 6,55
Mutatieonderhoud per m2 bvo (in euro) 10,80 10,80 10,80 10,80 10,80 10,80 10,80
Overdrachtskosten als % van de berekende marktwaarde 7,00% 7,00% 7,00% 7,00% 7,00% 7,00% 7,00%
Beheerkosten als % van de marktjaarhuur 2,00% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00%
Belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten als % van de WOZ 0,13% 0,13% 0,13% 0,13% 0,13% 0,13% 0,13%
Parameters parkeergelegenheden 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 e.v.
Prijsinflatie 1,60% 2,50% 2,30% 2,20% 2,00% 2,00% 2,00%
Instandhoudingsonderhoud per garage per jaar (in euro) 166,00 166,00 166,00 166,00 166,00 166,00 166,00
Overdrachtskosten als % van de berekende marktwaarde 7,00% 7,00% 7,00% 7,00% 7,00% 7,00% 7,00%
Beheerkosten per garage per jaar (in euro) 37,00 37,00 37,00 37,00 37,00 37,00 37,00
Belastingen, verzekeringen en overige zakelijke lasten als % van de WOZ 0,24% 0,24% 0,24% 0,24% 0,24% 0,24% 0,24%
Voor splitsingskosten is een norm gehanteerd van € 518,- per te splitsen eenheid. De verkoopkosten bedragen € 518,- per verhuureenheid.
Analyse Marktwaarde woongelegenheden 31-12-2017 / 31-12-2018
Markwaarde 31-12-2017 woongelegenheden 431.347
Markwaarde 31-12-2018 woongelegenheden 469.904
Toename (bedrag) 38.557
De afname van de marktwaarde kan als volg verklaard worden:
effect parameterwijziging als gevolg van validatie handboek -22.217
effect van methodische wijzigingen -4.375
effect mutaties in de objectgegevens 10.455
effect als gevolg van marktontwikkeling 54.694
38.557
Belangrijke afname van de marktwaarde is veroorzaakt door de effecten van validatie van het handboek marktwaardering 2017 waar de disconteringsvoet is
aangepast.
De stijging als gevolg van mutaties in objectgegevens is vooral gelegen in de stijging van de WOZ-waarde van het bezit waardoor de leegwaarde en
streefhuur ligt zijn gestegen.
De stijging van de marktwaarde als gevolg van marktontwikkelingen is met name veroorzaakt door de toename van de disconteringsvoet met 0,66%.
| 54
Beleidswaarde
Omdat de doelstelling van Woningcorporatie De Leeuw van Putten is te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien,
zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd worden. Dit betekent dat slechts een deel van de in de jaarrekening verantwoorde
marktwaarde in de toekomst zal worden gerealiseerd. Derhalve wordt hieronder de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie toegelicht. Deze
beleidswaarde sluit aan op het beleid van Woningcorporatie De Leeuw van Putten en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van haar vastgoed
uitgaande van dit beleid.
31-12-18
De beleidswaarde van het DAEB-vastgoed in exploitatie bedraagt per 31 december 2018 248.074
De beleidswaarde van het niet-DAEB-vastgoed in exploitatie bedraagt per 31 december 2018 9.120
257.194
Bij het bepalen van de beleidswaarde is het waarderingshandboek gehanteerd. De berekening van de beleidswaarde kent als startpunt de marktwaarde.
De beleidswaarde wordt bepaald door op vier aspecten aanpassingen door te voeren in de uitgangspunten van de berekening van de marktwaarde. Deze
aspecten zijn:
- Beschikbaarheid: voor de gehele portefeuille wordt het doorexploiteerscenario gehanteerd;
- Betaalbaarheid: de markthuur wordt vervangen door de beleidshuur;
- Kwaliteit: de marktnorm voor onderhoud wordt vervangen door de onderhoudsnorm van de woningcorporatie;
- Beheer: de marktnorm voor beheer wordt vervangen door de beheernorm van de woningcorporatie.
De aansluiting tussen de marktwaarde en de beleidswaarde kan als volgt worden weergegeven:
DAEB-vastgoed Niet-DAEB-vastgoed vastgoed in exploi-
tatie
Marktwaarde per 31-12-2018 469.904 11.302 481.206
Afslag wegens beschikbaarheid (doorexploiteerscenario) -31.766 -705 -32.471
Afslag wegens betaalbaarheid (beleidshuur) -115.360 -431 -115.791
Afslag wegens kwaliteit (onderhoud) -28.714 -522 -29.236
Afslag wegens beheer (beheerskosten) -45.990 -524 -46.514
Beleidswaarde per 31-12-2018 248.074 9.120 257.194
De afslagen op de marktwaarde kunnen als volgt worden toegelicht:
Afslag wegens beschikbaarheid (doorexploiteerscenario)
Bij de berekening van de beleidswaarde wordt voor de gehele portefeuille het doorexploitatie scenario gevolgd. Dit in tegenstelling tot de marktwaardebe-
rekening. Bij de marktwaardeberekening wordt de hoogste waarde van door-exploiteren versus uitponden genomen. De uitkomst van het verschil van deze
stap met de marktwaarde is de afslag op de marktwaarde voor beschikbaarheid.
Afslag wegens betaalbaarheid (beleidshuur)
Nadat voorgaande stap is uitgevoerd wordt in deze stap de in het doorexploiteerscenario de markthuur vervangen door de corporatie vastgestelde
streefhuur (beleidshuur). De streefhuur is de huur die bij mutatie van de huurder wordt vastgesteld conform het beleid van de corporatie. Het verschil met
de uitkomst van deze stap met de uitkomst uit de eerste stap is de afslag voor betaalbaarheid.
Afslag wegens kwaliteit (onderhoud)
Het eigen onderhoudsbeleid kan afwijken van de in de marktwaarde gehanteerde marktnormen voor instandhoudingsonderhoud en mutatieonderhoud.
Deze twee componenten worden bij de berekening van de beleidswaarde vervangen door een eigen onderhoudsnorm die is gebaseerd op de langjarige
onderhoudscyclus van de portefeuille. Deze norm (€ 1.579,- ) is naar eigen inzicht te bepalen aangezien er geen nadere uitwerking door de Aw en het WSW
is gegeven wat wordt verstaan onder het begrip instandhoudingsonderhoud (welke elementen in de meerjarenonderhoudscyclus hebben het kenmerk
van instandhoudingsonderhoud en welke bijvoorbeeld meer het karakter van investeringen danwel leefbaarheid). De Leeuw van Putten heeft in dit kader
de eigen onderhoudsnorm gebaseerd op het in de meerjarenonderhoudsbegroting opgenomen mutatieonderhoud en planmatig onderhoud (per markt-
waardecomplex). Hierbij wordt opgemerkt dat een nadere analyse van de meerjarenonderhoudsbegroting op het onderscheid in de elementen investering
respectievelijk instandhoudingsonderhoud nog niet heeft plaatsgevonden. Deze discussie dient intern nog gevoerd te worden. Het verschil in uitkomst van
deze stap met de uitkomst van de berekening in stap 2 is de afslag voor kwaliteit.
Afslag wegens beheer (beheerskosten)
Het exploiteren van sociale huurwoningen zorgt, in vergelijking tot commerciële partijen, voor extra kosten op het gebied van beheer. Ten eerste vanuit de
statutaire doelstellingen en wet- en regelgeving, ten tweede door individuele afspraken met maatschappelijke partners voor bijvoorbeeld het bedienen van
specifieke doelgroepen, en ten slotte een eigen invulling op grond van corporatie specifieke omstandigheden zoals veiligheid, buurtbeheer en leefbaarheid.
55 |
Dit kan betekenen dat de norm voor beheer zoals die in de marktwaardeberekening is opgenomen bij lange na niet voldoende is om alle kosten te dekken.
Bij de bepaling van de norm voor beheer in de beleidswaarde hebben wij ons laten leiden door de norm zoals deze in het functionele model van de winst-
en verliesrekening is gehanteerd. De gehanteerde norm bedraagt € 1.224,-.
Sensitiviteitsanalyse
In onderstaande tabellen wordt aangegeven welk effect een positieve of negatieve aanpassing van deze uitgangspunten heeft op de beleidswaarde:
Effect op de beleidswaarde: Mutatie t.o.v. uitgangspunt Effect op de beleidswaarde
(x 1000)
Disconteringsvoet 0,5% hoger -20.100
Streefhuur per maand € 25 hoger -
Lasten onderhoud per jaar € 100 hoger -9.442
Lasten beheer per jaar € 100 hoger -4.428
De beleidswaarde is eerst gedurende 2018 ingevoerd, waarbij dit waardebegrip nog in ontwikkeling is. Verdere ontwikkeling van dit waardebegrip door de
Aw en WSW zal kunnen leiden tot aanpassingen in de beleidswaarde in komende perioden, denk aan de nadere aanscherping van het begrip onderhoud /
verbetering en beheerlasten.
31-12-18 31-12-17
Materiële vaste activa 1.102 691
3. Onroerende en roerende zaken voor eigen gebruik 1.102 691
Verloopoverzicht
Stand per 1 januari
- verkrijgingsprijs 2.842 2.831
- cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen -2.150 -1.224
Boekwaarde 692 1.606
Mutaties:
- investeringen 32 11
- waardeverandering 452 -787
- afschrijvingen -73 -139
411 -1.702
Stand per 31 december
- verkrijgingsprijs 2.874 2.842
- cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen -1.771 -2.150
Boekwaarde 1.103 691
Boekwaarde kantoorpand per 31 december 995 551
Boekwaarde overige per 31 december 108 140
Boekwaarde per 31 december 1.103 691
Afschrijvingsmethode en -termijnen Lineair
kantoorpand 30 jaar
na-investeringen kantoorpand 20, 15, 10 en 5 jaar
kantoormeubilair en apparatuur 10 en 5 jaar
automatisering 3 en 5 jaar
Actuele Waarde
In 2017 heeft een afwaardering van het kantoorpand naar de WOZ waarde ultimo 2017 plaatsgevonden. In 2018 heeft er een taxatie plaatsgevonden van het
kantoorpand. De waardestijging ten opzichte van 2017 als gevolg van marktontwikkeling, is als bate verantwoord in de winst- en verliesrekening.
| 56
31-12-18 31-12-17
Financiële vaste activa 169 164
4. Latente belastingvorderingen 111 103
Latentie in verband met verliescompensatie
Stand per 1 januari - 1.954
Toevoeging ten gunste van resultaat -
Onttrekkingen -
Vrijval ten laste van resultaat - -1.954
Rentetoevoeging -
Stand per 31 december - -
Latentie i.v.m. afschrijvingspotentieel
Stand per 1 januari 103 315
Toevoeging ten gunste van resultaat 39
Onttrekkingen -31
Vrijval ten laste van resultaat -212
Rentetoevoeging
Stand per 31 december 111 103
Deze latentie is gewaardeerd op basis van contante waarde en tegen 25%. De voorzieningen hebben grotendeels een looptijd van langer dan één jaar en
hebben betrekking op het verschil tussen de fiscale en commerciële waardering van het vastgoed in exploitatie.
De belastinglatentie is contant gemaakt op basis van de gemiddelde rente van de leningportefeuille rekening houden met een tarief voor de vennootschaps-
belasting van 25%. Deze percentages zijn respectievelijk voor 2017 en 2016 2,58% en 2,54%.
Het bedrag van de latente vordering met een looptijd korter dan een jaar bedraagt ultimo 2018 en 2017 € 40.398,- respectievelijk € 43.191,-.
De nominale waarde van de belastinglatentie bedraagt € 115.958,- (2017: € 109.537,-).
“Vastgoed in exploitatie
Voor het vastgoed dat is bestemd voor doorexploitatie is sprake van fiscale faciliteiten die het mogelijk maken dat latenties na afloop van de levensduur
worden doorgeschoven naar nieuw vastgoed. In het geval dat het zeer waarschijnlijk is dat voor het betreffende vastgoed geen fiscale afwikkeling geduren-
de de levensduur zal plaatsvinden, wordt rekening gehouden met de fiscale afwikkeling gebaseerd op de voorgenomen wijze van realisatie na afloop van de
levensduur. Dit betekent dat de contante waarde van de latentie door de zeer lange periode tot het moment van afwikkeling naar nihil tendeert.
5. Overige vorderingen 58 61
Stand per 1 januari 61 64
Mutatie boekjaar -3 -3
Stand per 31 december 58 61
Deze post betreft betaalde disagiokosten van nieuwe leningen welke ten laste van het resultaat worden gebracht.
Vlottende activa (looptijd korter dan 1 jaar) 3.452 7.880
Vorderingen 634 870
- Huurdebiteuren 309 226
- Overige vorderingen 262 184
- Overlopende activa 63 460
634 870
57 |
31-12-18 31-12-17
6. Huurdebiteuren 309 226
- Huurders 314 270
- Vertrokken huurders 134 171
448 441
af: voorziening dubieuze vorderingen -139 -215
309 226
De huurachterstand kan als volgt worden gespecificeerd:
2018 2017
Ouderdom van de huurvorderingen Aantal huurders % Aantal huurders %
1 maand en korter 133 37 153 38
2 maanden 67 19 76 19
3 maanden 33 9 30 8
4 maanden en langer 34 9 31 8
267 290
vertrokken huurders 91 25 108 27
358 100 398 100
Gemiddelde huurvordering 930
Gemiddelde huurvordering vertrokken huurders 1. 1.581
De huurachterstand (zittende huurders) uitgedrukt in procenten van de te ontvangen huren bedraagt 1,12% (2017 0,98%).
Van de totale huurachterstand ad € 447.732 is 66% (t.w. € 294.293) in handen van de deurwaarder gesteld.
7. Overige vorderingen 262 184
- Doorberekend onderhoud (schadenota’s) 383 397
af: voorziening dubieuze vorderingen -158 -260
- Verenigingen van eigenaren 37 46
- Overig - 1
Totaal 262 184
Van de vorderingen inzake woningschades e.d. is € 323.526 (90%) in handen van de deurwaarder gesteld.
In 2018 zijn 8 woningen ontruimd (2017 7 woningen).
8. Overlopende activa 63 460
- diverse vooruitbetaalde en te vorderen posten 63 460
Totaal 63 460
In 2017 bevatte deze post een bedag van 430k aan vooruitbetaalde rente voor een lening. De rente over 2019 is na balansdatum betaald waardoor deze niet
meer opgenomen is in de balanspost overlopende activa. Dit verklaart de daling van deze post ten opzichte van vorig boekjaar.
| 58
31-12-18 31-12-17
9. Liquide middelen 2.818 7.010
Direct opvraagbaar:
- Kas 2 1
- Bank Nederlandse Gemeenten 2.764 956
- Rabobank 31 33
- Rabobank Doelreserveren 13 6.010
- ABN-Amro 9 9
2.818 7.010
PASSIVA
Eigen vermogen 373.030 328.363
10. Herwaarderingsreserve 268.108 230.579
Stand per 1 januari 230.579 236.075
Mutatie door herwaardering 37.529 -5.496
Realisatie verkoop - -
Stand per 31 december 268.108 230.579
11. Overige reserves 104.922 97.784
Stand per 1 januari 97.784 93.239
Resultaat boekjaar 44.667 -951
Mutatie door herwaardering -37.529 5.496
Stand per 31 december 104.922 97.784
Overzicht van het totaalresultaat van de rechtspersoon
Netto-resultaat na belastingen toekomend aan de rechtspersoon 44.667 -951
Totaal van de rechtstreekse vermogensmutaties in het eigen vermogen van de rechtspersoon - -
Totaalresultaat van de rechtspersoon 44.667 -951
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2018
Het bestuur stelt aan de raad van commissarissen voor het resultaat over het boekjaar 2018 als volgt te verdelen:
Toevoeging aan de overige reserves 7.138
Toevoeging aan de herwaarderingsreserve 37.529
44.667
Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2017
De jaarrekening 2017 is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen gehouden op 07-06-2018. De vergadering heeft de bestemming van
het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel.
Effect van de beleidswaarde op het Eigen Vermogen
Per 31 december 2018 is in totaal € 268 miljoen aan ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen begrepen (2017: € 231 miljoen), zijnde het
verschil tussen de marktwaarde in verhuurde staat van het vastgoed in exploitatie en de kostprijs. De waardering van dit vastgoed is in overeenstemming
met het Handboek modelmatig waarderen bepaald en is daarmee conform de in de Woningwet voorgeschreven waarderingsgrondslag en daaruit afgeleide
ministeriële besluiten geldend ten tijde van het opmaken van de jaarverslaggeving.
59 |
Uitgaande van waardering tegen beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie is een bedrag van € 47 miljoen in het eigen vermogen begrepen dat op basis
van het beleid van de corporatie niet kan worden gerealiseerd. De realisatie van het verschil tussen marktwaarde en beleidswaarde is sterk afhankelijk van
het te voeren beleid van Stichting De Leeuw van Putten. De mogelijkheden voor de corporatie om vrijelijk door (complexgewijze) verkoop of huurstijgingen
de marktwaarde in verhuurde staat van het DAEB-bezit in exploitatie te realiseren zijn beperkt door wettelijke maatregelen en maatschappelijke ontwik-
kelingen zoals demografie en ontwikkeling van de behoefte aan sociale (DAEB) huurwoningen. Omdat de doelstelling van de corporatie is om duurzaam
te voorzien in passende huisvesting voor hen die daar niet zelf in kunnen voorzien, zal van het vastgoed in exploitatie slechts een beperkt deel vervreemd
worden. Daarnaast zal bij mutatie van de woning slechts in uitzonderingssituaties de huur worden verhoogd tot de markthuur en zijn de werkelijke
onderhouds- en beheerslasten hoger dan ingerekend in de marktwaarde, voortvloeiend uit de beoogde kwaliteit- en beheersituatie van de corporatie.
31-12-18 31-12-17
Voorzieningen 962 6.505
12. Voorziening latente belastingverplichtingen 853 6.404
passieve latentie 853 6.404
Stand per 1 januari 6.404 8.174
effect stelselwijziging
Herrekende stand per 1 januari 6.404 8.174
Toevoeging ten laste van resultaat -
Onttrekkingen -1.381 -1.770
Vrijval ten gunste van resultaat -4.170 -
Rentetoevoeging -
Stand per 31 december 853 6.404
De voorziening voor latente belastingverplichtingen omvat het belastingeffect van de verschillen tussen commerciële en fiscale waardering van activa en
verplichtingen. De latenties met een resterende looptijd van 1 jaar en korter bedragen € 688.529,- (2017: € 1.304.604,-).
De latentie heeft betrekking op de terug te nemen afwaardering inzake een mogelijke stijging van de WOZ waarde.
Deze latentie is gewaardeerd op basis van contante waarde en tegen 25%. De voorzieningen hebben grotendeels een looptijd van langer dan één jaar en
hebben betrekking op het verschil tussen de fiscale en commerciële waardering van het vastgoed in exploitatie.
De belastinglatentie is contant gemaakt op basis van de gemiddelde rente van de leningportefeuille rekening houden met een tarief voor de vennootschaps-
belasting van 25%. Deze percentages zijn respectievelijk voor 2018 en 2017 2,43% en 2,58%.
De nominale waarde van de belastinglatentie bedraagt € 880.768,- (2017: € 6.934.491,-)
13. Voorziening jubileumuitkeringen 109 101
Stand per 1 januari 101 114
- Mutatie voorziening 8 -13
Stand per 31 december 109 101
| 60
31-12-18 31-12-17
Langlopende schulden 91.223 95.220
14. Leningen kredietinstellingen 91.200 95.200
Totaal leningen 91.200 95.200
Gespecificeerd naar looptijd komen we met betrekking tot de leningen tot de volgende opstelling:
Looptijd langer dan 5 jaar
Leningen kredietinstellingen 46.800 49.900
Looptijd korter dan 5 jaar
Leningen kredietinstellingen 44.400 45.300
Totaal generaal 91.200 95.200
De hoogte van de jaarlijkse aflossingen van leningen met een looptijd korter dan 5 jaar varieert tussen de 10% en 18 % van het schuldrestant van de
lening portefeuille. De Leeuw van Putten hanteert een norm van maximaal 15 % van de schuldpositie ultimo van het jaar waarover renterisico gelopen mag
worden. Rekening houden met de norm van 15% en de Loan To Value is het jaarlijks renterisico aanvaardbaar.
Verloopoverzicht
Stand per 1 januari 107.700 121.300
Algehele aflossing van leningen -12.500 -17.600
Afgesloten nieuwe leningen 8.000 4.000
Leningen looptijd korter dan één jaar -12.000 -12.500
Stand per 31 december 91.200 95.200
Marktwaarde (inclusief kortlopend deel) per 31 december 125.757 131.103
De marktwaarde van de leningen:
De marktwaarde van de leningen is de waarde van de leningen, waarbij de toekomstige aflossingsverplichtingen contant gemaakt zijn tegen actuele
rentetarieven.
Rentevoet en aflossingssysteem:
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt ultimo het boekjaar circa 3,24% (2017 3,44%).
De leningportefeuille bestaat alleen uit fixe leningen (aflossing ineens).
Eén lening heeft een variabele rente afhankelijk van de (3-maands) Euribor.
Eén lening heeft een variabele hoofdsom ad. € 5.000.000,- waarvan per 31-12-2018 € 5.000.000,- is opgenomen.
Er zijn ultimo 2018 en 2017 geen leningen verstrekt door de gemeente Nissewaard.
Er zijn geen complexen hypothecair bezwaard.
De leningen worden geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
In de leningsovereenkomsten van De Leeuw van Putten zijn geen embedded derivaten opgenomen die voor afzonderlijke waardering in aanmerking komen.
De Leeuw van Putten heeft in 2012 één basisrentelening ad. € 6.300.000,- afgesloten met een looptijd tot 3 februari 2062 . De aanvullende rente is voor
het eerst in 2018 herzien en de volgende herziening is in 2022 en voorts op elke daaropvolgende nieuw afgesproken herzieningsdatum van de aanvullende
rente. Voor deze basisrentelening hoeft geen liquiditeitsbuffer aangehouden te worden.
Mutaties:
In 2018 heeft aflossing van twee leningen plaatsgevonden. In het komende boekjaar wordt één lening afgelost (€ 12 mln).
61 |
31-12-18 31-12-17
15. Overige schulden 23 20
Dit betreffen voornamelijk waarborgsommen van losse garageboxen en bedrijfsruimten.
Kortlopende schulden (looptijd korter dan 1 jaar) 20.715 20.924
- Schulden aan overheid 38 -
- Schulden aan kredietinstellingen 12.000 12.500
- Schulden aan leveranciers 730 549
- Belastingen en premies sociale verzekeringen 5.152 5.009
- Schulden ter zake van pensioenen 24 25
- Overige schulden 5 4
- Overlopende passiva 2.766 2.837
Totaal 20.715 20.924
16. Schulden aan overheid
Gemeente Nissewaard 38 -
17. Schulden aan kredietinstellingen
Kortlopend deel van de langlopende schulden 12.000 12.500
Bank Nederlandse Gemeenten, rekening courantkrediet - -
12.000 12.500
De maximale kredietfaciliteit bij de Bank Nederlandse Gemeenten bedraagt € 2 miljoen.
18. Schulden aan leveranciers 730 549
Dit betreft voor een aanzienlijk deel schulden inzake onderhoudskosten.
19. Belastingen en premies sociale verzekeringen 5.152 5.009
omzetbelasting, aangifte 4e kwartaal 317 162
loonheffing 93 93
vennootschapsbelasting 4.742 4.754
Totaal 5.152 5.009
20. Schulden aan pensioenen 24 25
21. Overige schulden 5 4
22. Overlopende passiva 2.766 2.837
Transitorische rente 1.975 2.242
Vooruit ontvangen huren 523 437
Nog te factureren kosten 268 158
Totaal 2.766 2.837
Financiële instrumentenWaardering
Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. Voor de
grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost. Financiële derivaten waarbij de onderliggende
waarde niet beursgenoteerd is worden tegen kostprijs opgenomen. De Leeuw van Putten bezit géén derivaten en derhalve zijn er in 2018 géén derivaten
afgesloten.
| 62
Renterisico’s
De Leeuw van Putten loopt renterisico ten aanzien van de huidige leningportefeuille (conversie en fixe-aflossingen). Rente-instrumenten mogen zo nodig
worden toegepast binnen de afspraken zoals opgenomen in het treasurystatuut toegepast ter verkrijging van een gewenst risicoprofiel in vaste en variabele
renteposities. De stichting dekt haar renterisico voornamelijk af door te sturen op spreiding van de vervalkalender van de leningen. Hierbij wordt gestuurd
op maximaal 15% renterisico per jaar.
Kredietrisico’s
Bij de activiteiten van De Leeuw van Putten is geen sprake van een significante concentratie van kredietrisico’s. De verhuur van onroerende zaken vindt
plaats aan een grote diversiteit aan huurders. Als beleid is onder andere vastgelegd dat bij acceptatie van huurders deze op goed betalingsgedrag worden
getoetst. Openstaande vorderingen na vervaldatum worden ultimo boekjaar individueel beoordeeld, leidend tot een onderbouwing voor de voorziening
dubieuze vorderingen. Kredietrisico’s worden gereduceerd door alleen zaken te doen met derden met een hoge kredietwaardigheid. Financiering van
leningen o/g heeft plaatsgevonden bij met name Bank Nederlandse Gemeenten en Nederlandse Waterschapsbank.
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingenGrondafspraken met de Gemeente
De Leeuw van Putten heeft de verplichting op prijspeil 1998 van f 7.500 per eengezinswoning en f 5.500 per gestapelde woning (jaarlijks te indexeren
en per 1-1-2018 respectievelijk € 4.854,41 en € 3.484,98) af te dragen aan de gemeente bij verkoop / juridische levering van betreffende woningen. In
geval van sloop van één of meer woningen geldt dit ook, tenzij de betreffende gronden in overleg met de gemeente worden aangewend ten behoeve van
woningen in de sociale huursector. In dit geval zijn genoemde bedragen pas verschuldigd bij verkoop van de aldus nieuw gerealiseerde woningen aan een
derde. Aangezien De Leeuw van Putten geen voornemens heeft tot verkoop is deze verplichting niet in de balans opgenomen.
31-12-18 31-12-17
Voorwaardelijke verplichtingen WSW 3.973 4.147
Obligo aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) uit hoofde van door het WSW geborgde leningen, die opeisbaar wordt indien blijkt dat het
garantievermogen van het WSW niet voldoende is om de aanspraken op het WSW te dekken. Ultimo boekjaar bedroeg het obligo € 3.973.200.
Borgstelling Waarborgfonds Sociale Woningbouw conform art 30 Reglement van deelneming.
Op 4 oktober 2013 deed het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een oproep aan al haar deelnemers, om over te gaan tot een onherroepelijke volmacht
als bedoeld in het Reglement van deelneming. Artikel 30 van dit Reglement van deelneming regelt dat De Leeuw van Putten zich verplicht heeft om op
eerste verzoek van het WSW hetzij hypotheek te verstrekken op al het onderpand dat op dat moment geldt als WSW-onderpand hetzij een onvoorwaardelijk
en onherroepelijke volmacht te verstrekken aan het WSW, zodat het WSW in staat is om op een later moment over te gaan tot hypotheekvestiging. Op 14
november 2013 is de akte van volmacht gepasseerd bij Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn advocaten te ‘s-Gravenhage. Het ingebrachte onderpand heeft
een WOZ-waarde van maximaal € 300 miljoen te vermeerderen met rente, boete en kosten tot € 360 miljoen.
Aangegane verplichting onderhoud 1.552 55
Dit bedrag betreft de reeds verstrekte opdrachten waarvan de werkzaamheden nog niet (geheel) zijn uitgevoerd op balansdatum.
Leaseverplichtingen
Ultimo 2018 bedraagt de omvang van de leaseverplichtingen € 64.174,-. De gemiddelde looptijd van de leasecontracten bedraagt 2 Jaar.
Hiervan vervalt binnen 1 jaar € 27.757,- en binnen 5 jaar € 36.417,-.
Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen relevante gebeurtenissen na balansdatum die toegelicht dienen te worden.
63 |
Toelichting op de Winst- en Verliesrekening (bedragen x € 1.000)
2018 2017Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille23. Huuropbrengsten
Te ontvangen netto-huur 27.472 27.030
Af: huurderving -156 -214
Mutatie voorziening dubieuze vorderingen 129 -232
Totaal 27.445 26.584
De stijging van de te ontvangen netto huur ten opzichte van 2017 wordt veroorzaakt door de algemene huurverhoging per 1 juli 2018 van gemiddeld 1,9%
(2017 0,7%) en huurharmonisatie. De huurderving leegstand over 2018 bedraagt 0,56% (2017 0,79%) van de te ontvangen huur.
Alle opbrengsten zijn in Nederland in de gemeente Nissewaard gerealiseerd.
24. Opbrengsten servicecontracten
Te ontvangen vergoeding servicecontracten 585 568
25. Lasten servicecontracten
Kosten servicecontracten 599 574
26. Lasten verhuur- en beheeractiviteiten
Toegerekende beheerkosten 1.405 1.324
Kosten Wonen en zorg 4 4
1.409 1.328
27. Lasten onderhoudsactiviteiten
Klachtenonderhoud 878 767
Mutatieonderhoud 646 515
subtotaal niet-planmatig onderhoud 1.524 1.282
Planmatig onderhoud 5.667 2.381
7.191 3.663
Toegerekende beheerkosten 586 599
7.776 4.262
28. Overige directe operationele lasten exploitatie bezit
Belastingen 1.441 1.440
Verzekeringen 114 111
Saneringsheffing 256 -
Verhuurderheffing 2.874 2.546
Overige bedrijfslasten 2 38
Toegerekende beheerkosten 855 828
5.542 4.963
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille
De Leeuw van Putten heeft geen verkoopprogramma. 0 0
| 64
2018 2017Waardeveranderingen vastgoedportefeuille36. Overige waardeveranderingen materiële vaste activa
Onroerende en roerende zaken voor eigen exploitatie 452 -787
Deze post heeft betrekking op de waardeverandering van het kantoorpand welke is gebaseerd op de actuele waarde
37. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Daeb vastgoed in exploitatie
Mutatie herwaardering marktwaarde 37.230 -
Mutatie afwaardering marktwaarde 1.303 -5.676
Totaal Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Daeb vastgoed in exploitatie 38.533 -5.676
Niet-Daeb vastgoed in exploitatie
Mutatie herwaardering marktwaarde 298 -
Mutatie afwaardering marktwaarde 75 -550
Totaal Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Niet-Daeb vastgoed in exploitatie 373 -550
Totaal Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoed in exploitatie 38.906 -6.226
Netto resultaat overige activiteiten40. Opbrengst overige activiteiten
Vergoedingen voor algemeen beheer:
- Afsluiten huurcontracten 15 12
- Dienstverlening Beheer en Verenigingen van eigenaren 16 15
- Gebruiksrecht voor zendmasten 33 31
- Administratievergoedingen derden 0 2
64 60
41. Kosten overige activiteiten
Toegerekende beheerkosten 98 94
Bijdrageheffing Autoriteit woningcorporaties 24 20
122 114
42. Overige organisatiekosten
Toegerekende beheerkosten 475 493
43. LeefbaarheidA. Woonmaatschappelijk werk 82 110
B. Aanleg en onderhoud van kleinschalige infrastructuur in de 23 207
directe nabijheid van woongelegenheden of andere onroerende zaken
C. Bijdragen aan de uitvoering van plannen ter bevordering van een schone 190 76
woonomgeving, ter voorkoming van overlast en ter bevordering van de
veiligheid.
Toegerekende beheerkosten 144 140
Totaal 439 533
65 |
2018 2017Saldo financiële baten en lasten46. Rentebaten
Rente liquide middelen 16 11
Totaal rentebaten 16 11
47. Rentelasten
Rente leningen 3.325 3.711
Overige rentelasten 43 7
Kosten financiering / Borgstellingsprovisie 25 25
Totaal rentelasten 3.393 3.743
De gemiddelde rentelast leningen in % 3,24% 3,44%
48. Belastingen Acute belastinglast -6.910 -4.243
Correctie belastinglast vorig boekjaar -1.697 -511
Mutatie actieve latente vennootschapsbelasting 8 -212
Mutatie passieve latente vennootschapsbelasting 5.551 1.770
Vrijval voorziening latente belastingverplichting -1.954
Totaal -3.048 -5.151
Aansluiting commercieel naar fiscaal resultaat
Resultaat voor belastingen volgens de jaarrekening 47.714 4.984
Correctie Waardeveranderingen vastgoedportefeuille -39.358 6.226
Afschrijvingen Kantoorpand, inventaris, en bedrijfsruimten -70 -154
Fiscaal lagere onderhoudslasten 395 219
Fiscale afschrijving vastgoed in exploitatie -59 -
Fiscale opwaardering onroerende zaken in exploitatie 18.808 5.735
Beperkt aftrekbare kosten 5 5
Niet aftrekbare lasten saneringsteun 256 0
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek -9 -3
Fiscaal resultaat voor belastingen 27.682 17.012
Verrekenbare verliezen - -
Fiscaal resultaat na verrekenbare verliezen 27.682 17.012
Per saldo verschuldigde vennootschapsbelasting :
1e schijf tot 200.000 20% 40 40
2e schijf vanaf 200.000 25% 6.870 4.203
Totaal verschuldigde vennootschapsbelasting 6.910 4.243
Effectieve belastingdruk 6,40% 122,60%
| 66
Overige toelichtingen 2018 2017BeheerkostenLonen en salarissen 1.416 1.426
Sociale lasten 229 214
Pensioenlasten 210 216
Overige personeelskosten 166 175
Huisvestingskosten 171 116
Kosten Raad van Commissarissen 61 86
Algemene kosten 1.219 1.106
Overige exploitatielasten 19 -
Afschrijving (on)roerende zaken ten dienste van de exploitatie 72 139
Totaal 3.563 3.478
De beheerkosten zijn middels verdeelsleutels als volgt verdeeld:
Lasten verhuur en beheeractiviteiten 1.405 836
Lasten onderhoudsactiviteiten 585 327
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit 855 327
Kosten overige activiteiten 98 43
Overige organisatiekosten 474 217
Leefbaarheid 144 60
Totaal 3.563 1.810
De lasten ter zake van bezoldiging van commissarissen bedroegen over 2018 € 46.471 (2017 € 47.476).
Personeelslasten
De gemiddelde personeelsbezetting (exclusief invalkrachten), omgerekend in functies van 36 uur per week (fte) per afdeling bedraagt ultimo :
- Directie en beleid 3,4 3,4
- Bewonerszaken 6,1 6,0
- Financieel beheer 6,3 7,3
- Technisch beheer 9,3 9,3
Totaal 25,1 26,0
De gemiddelde personeelskosten per fte bedragen € 73.951 (2017: € 71.373). Ultimo 2018 waren 29 mensen in dienst welke allemaal in Nederland werkzaam
zijn.
Toelichting op de pensioenregeling:
De pensioenen van de werknemers zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW).
De betreffende pensioenregeling kwalificeert als een toegezegde-pensioenregeling aangezien de pensioenuitkeringen aan de deelnemers niet uitsluitend
afhankelijk zijn van de betaalde premies en behaalde rendementen maar ook gekoppeld zijn aan de pensioengrondslagen / salarissen van de deelnemers.
De pensioenregeling is in de jaarrekening verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling omdat overeenkomstig RJ271.310 voldaan is aan de voorwaarde
dat a) de corporatie is aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds en tezamen met andere rechtspersonen dezelfde pensioenregeling toepast en b) de
corporatie geen verplichtingen heeft tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds, anders dan het
voldoen van hogere premies.
Dit betekent dat de verschuldigde premiebijdragen rechtstreeks in de winst- en verliesrekening als pensioenlast worden verantwoord en dat de nog te
betalen dan wel terug te ontvangen bijdragen worden opgenomen onder de kortlopende schulden respectievelijk vorderingen. Ultimo 2018 bedraagt de
beleidsdekkingsgraad van het SPW 110,3% (ultimo 2017 113,4%).
Op een langere termijn ligt de vereiste dekkingsgraad op 125,5%. Het fonds heeft dus een reservetekort. SPW heeft een herstelplan bij de toezichthouder
ingediend waarmee wordt aangetoond dat SPW binnen de geldende termijn uit het reservetekort kan komen. Op basis van de situatie eind 2018 verwacht
SPW ruim binnen de maximaal gestelde termijn van 10 jaar weer te beschikken over de wettelijk vereiste beleidsdekkingsgraad. Herstel moet vooral komen
uit het beleggingsrendement.
67 |
Wet norming topinkomens (WNT)
De WNT is van toepassing op Stichting De Leeuw van Putten.
Het bezoldigingsmaximum in 2018 voor De Leeuw van Putten is € 137.000 (bezoldigingsklasse E).
Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur)
van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden
van Raad van Commissarissen; dit bedraagt voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum .
Bezoldiging leidinggevende topfunctionaris (bedragen x € 1.000)
Naam M.A. de Booij
Functiegegevens Directeur-Bestuurder
Aanvang en einde functievervulling in 2018 1-1 / 31-12
Omvang dienstverband (in fte) 1,0
Dienstbetrekking: ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 137.711
Beloning betaalbaar op termijn (pensioen) 20.943
Subtotaal 158.655
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag -
Totale bezoldiging 2018 158.655
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 137.000
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan De overschrijding is toegestaan onder het overgangsrecht tot een
bedrag van 158.655,16 zoals geldt in het eerste afbouwjaar
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t.
Gegevens 2017
Aanvang en einde functievervulling in 2017 1-1 / 31-12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,0
Dienstbetrekking: ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 138.078
Beloning betaalbaar op termijn (pensioen) 20.577
Totaal bezoldiging 2017 158.655
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 132.000
| 68
Bezoldiging toezichthoudende topfunctionarissen (bedragen x € 1.000)
Namen B.K.A. van Rijsbergen W. Oving K.G. Westhoff
Functiegegevens voorzitter lid lid
Aanvang en einde functievervulling in 2018 1-1 / 31-12 1-1 / 31-11 1-1 / 31-12
Bezoldiging
Totale bezoldiging 12.574,04 8.384,03 8.745,42
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 15.750. 10.500. 10.500.
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t N.v.t N.v.t
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t N.v.t N.v.t
Gegevens 2017
Aanvang en einde functievervulling in 2017 1-1 / 31-12 1-1 / 31-11 1-1 / 31-12
Bezoldiging
Totale bezoldiging 12.196 8.132 8.132
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 19.800 13.200 13.200
Namen P.S.G. Fransman P.A.M. Legen
Functiegegevens lid lid
Aanvang en einde functievervulling in 2018 1-1 / 31-12 1-1 / 31-12
Bezoldiging
Totale bezoldiging 8.384,03 8.384,03
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 10.500 10.500. .
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t. N.v.t. .
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t N.v.t
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t N.v.t
Gegevens 2017
Aanvang en einde functievervulling in 2017 1-1 / 31-12 1-1 / 31-11
Bezoldiging
Totale bezoldiging 8.132 8.132
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 13.200 13.200
2018 2017Het honorarium voor de externe accountant en accountantsorganisatie bedroeg:
Controle van de jaarrekening 72.700 79.860
Andere controleopdrachten 6.500 6.413
Fiscale adviesdiensten - -
Ander niet-controlediensten - -
Totaal 79.200 86.273
Voor het opnemen van de accountantskosten wordt het matchingbeginsel toegepast.
Dat wil zeggen dat de kosten van de accountant worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben.
69 |
Omschrijving 2018
23 Huuropbrengsten 26.636
26 Lasten verhuur- en beheeractiviteiten -1.381
27 Lasten onderhoudsactiviteiten -7.764
28 Overige directe operationele lasten exploitatie bezit -5.493
Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 11.998
Netto resultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling -
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille -
36 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa 482
37 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 38.533
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille 39.015
40 Opbrengst overige activiteiten 15
41 Kosten overige activiteiten -120
Netto resultaat overige activiteiten -105
42 Overige organisatiekosten -465
43 Leefbaarheid -436
Financiële baten en lasten
46 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 15
47 Rentelasten en soortgelijke kosten -3.325
Saldo financiële baten en lasten -3.310
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN 46.697
48 Belastingen -2.988
RESULTAAT NA BELASTINGEN 43.710
Winst-en-verliesrekening DAEB over 2018 (bedragen x € 1.000)(functionele indeling)
| 70
Omschrijving 2018
23 Huuropbrengsten 809
24 Opbrengsten servicecontracten 585
25 Lasten servicecontracten -599
26 Lasten verhuur- en beheeractiviteiten -28
27 Lasten onderhoudsactiviteiten -12
28 Overige directe operationele lasten exploitatie bezit -49
Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 706
Netto resultaat verkocht vastgoed in ontwikkeling -
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille -
36 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa -30
37 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 373
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille 344
40 Opbrengst overige activiteiten 49
41 Kosten overige activiteiten -2
Netto resultaat overige activiteiten 47
42 Overige organisatiekosten -9
43 Leefbaarheid -3
Financiële baten en lasten
47 Rentelasten en soortgelijke kosten -67
Saldo financiële baten en lasten -67
RESULTAAT VOOR BELASTINGEN 1.018
48 Belastingen -61
RESULTAAT NA BELASTINGEN 958
Winst-en-verliesrekening niet-DAEB over 2018 (bedragen x € 1.000)(functionele indeling)
71 |
KASSTROOMOVERZICHT DAEB OVER 2018 (bedragen x € 1.000)(directe methode)
2018
OPERATIONELE ACTIVITEITEN
Ontvangsten:
Huren 26.533
Zelfstandige huurwoningen 26.495
Maatschappelijk onroerend goed 37
Bedrijfsmatig onroerend goed
Parkeervoorzieningen
Vergoedingen 612
Overige bedrijfsontvangsten 186
Renteontvangsten 41
Saldo ingaande kasstromen 27.372
Uitgaven:
Betalingen aan werknemers: 1.792
- Lonen en salarissen 845
- Sociale lasten 665
- Pensioenlasten 282
Onderhoudsuitgaven 6.754
Overige bedrijfsuitgaven 3.766
Renteuitgaven 3.124
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van het resultaat 251
Bijdrageheffing Autoriteit Wonen 23
Verhuurderheffing 2.817
Leefbaarheid externe uitgaven niet investeringsgebonden 288
Vennootschapsbelasting 8.486
Saldo uitgaande kasstromen 27.301
Kasstroom uit operationele activiteiten 71
| 72
2018
(DES)INVESTERINGSACTIVITEITEN
Vastgoedbeleggingen en MVA ingaande kasstroom :
Verkoopontvangsten bestaande huur-, woon- en niet- woongelegenheden -
Verkoopontvangsten woongelegenheden (VOV) na inkoop in dPi periode -
Verkoopontvangsten nieuwbouw, woon- en niet- woongelegenheden -
Verkoopontvangsten grond -
(Des)investeringsontvangsten overig -
Tussentelling ingaande kasstroom Vastgoedbeleggingen en MVA -
Vastgoedbeleggingen en MVA uitgaande kasstroom:
Nieuwbouw huur-, woon- en niet- woongelegenheden -
Woningverbetering, woon- en niet- woongelegenheden -
Leefbaarheid externe uitgaven projectgebonden -
Aankoop, woon- en niet woongelegenheden -
Nieuwbouw verkoop, woon- en niet woongelegenheden -
Aankoop woongelegenheden (VOV) voor doorverkoop -
Sloopuitgaven, woon- en niet woongelegenheden -
Aankoop grond -
Investeringen overig 55
Externe kosten bij verkoop -
Tussentelling uitgaande kasstroom Vastgoedbeleggingen en MVA 55
Saldo in- en uitgaande kasstroom Vastgoedbeleggingen en MVA -55
FVA
Ontvangsten verbindingen -
Ontvangsten overig -
Uitgaven verbindingen -
Uitgaven overig -
Saldo in- en uitgaande kasstroom FVA -
Kasstroom uit (des) investeringen -55
FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Ingaand:
Nieuwe te borgen leningen 7.841
Nieuwe ongeborgde leningen -
Uitgaand:
Aflossing geborgde leningen 12.251
Aflossing ongeborgde leningen -
Kasstroom uit financieringsactiviteiten -4.410
Mutatie liquide middelen -4.395
Wijzigingen kortgeldmutaties -
Liquide middelen per 1 januari 6.871
Liquide middelen per 31 december 2.476
73 |
KASSTROOMOVERZICHT niet-DAEB OVER 2018 (bedragen x € 1.000)(directe methode)
2018
OPERATIONELE ACTIVITEITEN
Ontvangsten:
Huren 831
Zelfstandige huurwoningen 538
Maatschappelijk onroerend goed
Bedrijfsmatig onroerend goed 244
Parkeervoorzieningen 49
Vergoedingen 12
Overige bedrijfsontvangsten 4
Renteontvangsten 1
Saldo ingaande kasstromen 848
Uitgaven:
Betalingen aan werknemers: 36
- Lonen en salarissen 17
- Sociale lasten 13
- Pensioenlasten 6
Onderhoudsuitgaven 137
Overige bedrijfsuitgaven 76
Renteuitgaven 63
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van het resultaat 5
Bijdrageheffing Autoriteit Wonen 0
Verhuurderheffing 57
Leefbaarheid externe uitgaven niet investeringsgebonden 6
Vennootschapsbelasting 172
Saldo uitgaande kasstromen 554
Kasstroom uit operationele activiteiten 294
| 74
2018
(DES)INVESTERINGSACTIVITEITEN
Vastgoedbeleggingen en MVA ingaande kasstroom :
Verkoopontvangsten bestaande huur-, woon- en niet- woongelegenheden -
Verkoopontvangsten woongelegenheden (VOV) na inkoop in dPi periode -
Verkoopontvangsten nieuwbouw, woon- en niet- woongelegenheden -
Verkoopontvangsten grond -
(Des)investeringsontvangsten overig -
Tussentelling ingaande kasstroom Vastgoedbeleggingen en MVA -
Vastgoedbeleggingen en MVA uitgaande kasstroom:
Nieuwbouw huur-, woon- en niet- woongelegenheden -
Woningverbetering, woon- en niet- woongelegenheden -
Leefbaarheid externe uitgaven projectgebonden -
Aankoop, woon- en niet woongelegenheden -
Nieuwbouw verkoop, woon- en niet woongelegenheden -
Aankoop woongelegenheden (VOV) voor doorverkoop -
Sloopuitgaven, woon- en niet woongelegenheden -
Aankoop grond -
Investeringen overig 1
Externe kosten bij verkoop -
Tussentelling uitgaande kasstroom Vastgoedbeleggingen en MVA 1
Saldo in- en uitgaande kasstroom Vastgoedbeleggingen en MVA -1
FVA
Ontvangsten verbindingen -
Ontvangsten overig -
Uitgaven verbindingen -
Uitgaven overig -
Saldo in- en uitgaande kasstroom FVA -
Kasstroom uit (des) investeringen -1
FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Ingaand:
Nieuwe te borgen leningen 159
Nieuwe ongeborgde leningen -
Uitgaand:
Aflossing geborgde leningen 249
Aflossing ongeborgde leningen -
Kasstroom uit financieringsactiviteiten -90
Mutatie liquide middelen 203
Wijzigingen kortgeldmutaties -
Liquide middelen per 1 januari 139
Liquide middelen per 31 december 342
75 |
Vaststelling van de jaarrekeningOpmaken van de jaarrekening
Hierbij biedt de bestuurder aan de Raad van Comissarissen het jaarverslag 2018 ter vaststelling aan.
Was getekend:
ir. M.A. de Booij
directeur-bestuurder
Spijkenisse, 28 juni 2019
Vaststellen van de jaarrekening door de Raad van Commissarissen
Aldus vastgesteld door de Raad van Commissarissen van Stichting De Leeuw van Putten.
Was getekend:
mr. B.K.A. van Rijnsbergen P. Legen
voorzitter vice-voorzitter
drs. W. Oving mr. K.G. Westhoff
lid lid
Spijkenisse, 28 juni 2019
Ondertekening van de jaarrekening
| 76
OVERIGE GEGEVENSControleverklaring van de onafhankelijke accountant Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring.
Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat In de statuten van stichting De Leeuw van Putten is geen regeling opgenomen omtrent de winstbestemming.
77 |
| 78
79 |
| 80