172 Weinig Vertrouwen Van Zorgverleners In Overheid En Verzekeraars

2
algemeen 32 2-2007 > zorg & financiering van Koophandel ter gelegenheid van het 7de Clingendael Health Forum op 24 januari jl. Nu is 87 procent van de bevolking tevreden over de Nederlandse gezondheidszorg, dat is dertien procent hoger dan een jaar geleden. Huisartsen (79%) en medisch specialisten (71%) zijn min- der tevreden en zij denken hierover ook niet positiever in vergelijking met 2006. Zestig procent van de huisartsen verwachtte een jaar geleden een verslechtering van de kwaliteit van de zorg; nu vindt 68 procent dat de zorg kwalitatief gelijk is gebleven. Was er een jaar geleden nog grote onduidelijk- heid over de nieuwe zorgverzekering; nu is die onduidelijkheid goeddeels verdwenen: twee derde van het publiek vindt dat ze er voldoende van af weten – een jaar geleden was dat nog slechts 27 procent. Ook bij huisartsen zien we een spectaculaire stijging (van 28 naar 70%). De specialisten blijven achter (56%). Twee derde van de bevolking meent dat de financiële effecten van de nieuwe zorgverzeke- ring ongunstig waren. Slechts zeven procent spreekt van een gunstig effect. Toch moet de zorg nog beter: 91 procent van de Nederlanders en ruim tachtig procent van de art- sen vindt het belangrijk dat de zorg verder inno- veert. Artsen menen dat dit thans onvoldoende gebeurt. En wel als gevolg van het ontbreken van een duidelijke innovatieagenda bij de overheid. Andere bevindingen Huisartsen en specialisten vinden dat de zoge- heten diagnosebehandelingcombinaties (DBC’s) belemmerend werken op innovatie. Er is weinig draagvlak (29%) bij Nederlanders voor het fenomeen ondernemingsgewijze zorg (zie- kenhuizen als ondernemingen). Bron: TNS NIPO, 24 januari 2007< 172 weinig vertrouwen van zorgverleners in overheid en verzekeraars Huisartsen, apothekers, fysiotherapeuten, tand- artsen en dierenartsen hebben weinig vertrou- wen in de overheid, toezichthouders en zorg- verzekeraars. Vertrouwen is wel noodzakelijk voor een goed functionerende gezondheids- zorg. De vertrouwensrelatie tussen arts en pa- tiënt blijkt nog steeds goed. Artsen en hun patiënten De gezondheidszorg is volop in beweging en staat onder druk van tal van maatschappelijke veranderingen. De rol van zorgverzekeraars is door de stelselherziening veranderd en patiën- ten zijn beter geïnformeerd en mondiger. Wat is de weerslag van al deze ontwikkelingen op de positie van professionals in de gezondheids- zorg? Artsen blijken nog steeds in hoog aanzien te staan bij hun patiënten. Verpleegkundigen, tandartsen en apothekers genieten ook een hoge mate van vertrouwen van patiënten. Wel werd door schaalvergroting en flexibele werktijden de een-op-een relatie tussen bijvoorbeeld arts en patiënt minder belangrijk. En al zijn patiënten steeds beter opgeleid, beter geïnformeerd en mondiger, een patiënt die ziek is, blijft kwets- baar en afhankelijk. Dat maakt onderling ver- trouwen van groot belang. Wantrouwen Professionals in de gezondheidszorg blijken weinig vertrouwen te hebben in overheid, toe- zichthouders en zorgverzekeraars. Daarbij heb- ben medisch specialisten bovendien weinig vertrouwen in ziekenhuisdirecties, en dit ver- trouwen is de afgelopen jaren verder gedaald. Door schaalvergroting veranderen ook de rela- ties tussen professionals onderling. Ziekenhui-

Transcript of 172 Weinig Vertrouwen Van Zorgverleners In Overheid En Verzekeraars

Page 1: 172 Weinig Vertrouwen Van Zorgverleners In Overheid En Verzekeraars

algemeen

32 2-2007 > zorg & financiering

van Koophandel ter gelegenheid van het 7deClingendael Health Forum op 24 januari jl.Nu is 87 procent van de bevolking tevreden overde Nederlandse gezondheidszorg, dat is dertienprocent hoger dan een jaar geleden. Huisartsen(79%) en medisch specialisten (71%) zijn min-der tevreden en zij denken hierover ook nietpositiever in vergelijking met 2006.Zestig procent van de huisartsen verwachtte eenjaar geleden een verslechtering van de kwaliteitvan de zorg; nu vindt 68 procent dat de zorgkwalitatief gelijk is gebleven.Was er een jaar geleden nog grote onduidelijk-heid over de nieuwe zorgverzekering; nu is dieonduidelijkheid goeddeels verdwenen: tweederde van het publiek vindt dat ze er voldoendevan af weten – een jaar geleden was dat nogslechts 27 procent. Ook bij huisartsen zien weeen spectaculaire stijging (van 28 naar 70%).De specialisten blijven achter (56%).

Twee derde van de bevolking meent dat definanciële effecten van de nieuwe zorgverzeke-ring ongunstig waren. Slechts zeven procentspreekt van een gunstig effect.Toch moet de zorg nog beter: 91 procent van deNederlanders en ruim tachtig procent van de art-sen vindt het belangrijk dat de zorg verder inno-veert. Artsen menen dat dit thans onvoldoendegebeurt. En wel als gevolg van het ontbreken vaneen duidelijke innovatieagenda bij de overheid.

Andere bevindingen

Huisartsen en specialisten vinden dat de zoge-heten diagnosebehandelingcombinaties(DBC’s) belemmerend werken op innovatie. Eris weinig draagvlak (29%) bij Nederlanders voorhet fenomeen ondernemingsgewijze zorg (zie-kenhuizen als ondernemingen).Bron: TNS NIPO, 24 januari 2007<

172 weinig vertrouwen van zorgverleners in overheid en verzekeraars

Huisartsen, apothekers, fysiotherapeuten, tand-artsen en dierenartsen hebben weinig vertrou-wen in de overheid, toezichthouders en zorg-verzekeraars. Vertrouwen is wel noodzakelijkvoor een goed functionerende gezondheids-zorg. De vertrouwensrelatie tussen arts en pa-tiënt blijkt nog steeds goed.

Artsen en hun patiënten

De gezondheidszorg is volop in beweging enstaat onder druk van tal van maatschappelijkeveranderingen. De rol van zorgverzekeraars isdoor de stelselherziening veranderd en patiën-ten zijn beter geïnformeerd en mondiger. Wat isde weerslag van al deze ontwikkelingen op depositie van professionals in de gezondheids-zorg? Artsen blijken nog steeds in hoog aanzien testaan bij hun patiënten. Verpleegkundigen,

tandartsen en apothekers genieten ook een hogemate van vertrouwen van patiënten. Wel werddoor schaalvergroting en flexibele werktijden deeen-op-een relatie tussen bijvoorbeeld arts enpatiënt minder belangrijk. En al zijn patiëntensteeds beter opgeleid, beter geïnformeerd enmondiger, een patiënt die ziek is, blijft kwets-baar en afhankelijk. Dat maakt onderling ver-trouwen van groot belang.

Wantrouwen

Professionals in de gezondheidszorg blijkenweinig vertrouwen te hebben in overheid, toe-zichthouders en zorgverzekeraars. Daarbij heb-ben medisch specialisten bovendien weinigvertrouwen in ziekenhuisdirecties, en dit ver-trouwen is de afgelopen jaren verder gedaald.Door schaalvergroting veranderen ook de rela-ties tussen professionals onderling. Ziekenhui-

Page 2: 172 Weinig Vertrouwen Van Zorgverleners In Overheid En Verzekeraars

algemeen

33zorg & financiering > 2-2007

zen en medisch specialisten lopen daarbij voor-op. Ook de introductie van marktwerking enconcurrentie werkt door in het vertrouwen. Eenspecialist of fysiotherapeut bijvoorbeeld diemeer competitie in zijn beroepsuitoefeningondervindt, heeft minder vertrouwen in zijncollega’s buiten de eigen praktijk. De mogelijk-heden tot samenwerking nemen daardoor af,terwijl samenwerking juist belangrijker wordtdoor het beleid de gezondheidszorg steeds meerin ketens en netwerken te organiseren.

Herstel van vertrouwen is nodig

De onderzoekers stellen dat onderling vertrou-wen van de partijen in de zorg van groot belangis. Vertrouwen is de smeerolie voor een goedfunctionerende zorg. Zorgverleners onderling,maar ook zorgverleners en overige partijen moe-ten weten wat ze aan elkaar hebben en elkaarkunnen vertrouwen, zowel voor wat betreft des-kundigheid als goede bedoelingen. Het is be-langrijk dat alle partijen in de zorg investeren inwederzijds vertrouwen.

Onderzoek

Deze gegevens komen uit het boek Professies ende toekomst. Veranderende verhoudingen in de gezond-heidszorg, geschreven door onderzoekers van hetNivel (Nederlands instituut voor onderzoek vande gezondheidszorg). Met subsidie van de VVAA(een financiële dienstverlener voor professionalsen organisaties in de gezondheidszorg) beschre-ven Peter Groenewegen, Johan Hansen en Susanter Bekke de weerslag van maatschappelijke ver-

anderingen op de positie van professionals in degezondheidszorg. Ze keken naar de relaties tus-sen zorgverlener en patiënt, tussen zorgverle-ners onderling en naar de relaties met bijvoor-beeld ziekenhuisdirecties, overheid of verzeke-raars. Binnen al die relaties speelt vertrouweneen belangrijke rol. De auteurs baseerden zichop verschillende bronnen. Zo namen ze inter-views af bij sleutelfiguren in de gezondheids-zorg en hielden ze enquêtes onder de Neder-landse bevolking en onder medisch specialisten,huisartsen, apothekers, tandartsen, fysiothera-peuten en dierenartsen.

Autonomie

Veel van de in het boek geschetste ontwikkelin-gen zijn niet eenvoudig terug te draaien. Deschaalvergroting van organisaties zal zich naarverwachting doorzetten en transparantie van dezorg is steeds belangrijker. ‘Daardoor is er be-hoefte aan een nieuwe invulling van professio-nele autonomie en verantwoordelijkheid’, beto-gen de auteurs. ‘De verantwoordelijkhedenmoeten helder zijn verdeeld. Individuele verant-woordelijkheid hoort altijd onderdeel te zijn vande professionele cultuur, maar men moet tege-lijkertijd wel aan de moderne vereisten van hetafleggen van verantwoording voldoen. En het isbelangrijk dat wordt gewerkt aan onderling ver-trouwen.’ Bron: Nivel, 24 januari 2007. Meer informatie:‘Professies en de toekomst. Veranderende verhoudingenin de gezondheidszorg’ (ISBN 978 90 78792 017, ver-krijgbaar bij de VVAA, tel. (030) 247 47 66, prijs voorniet-leden is: ¤ 24,95, incl. verzendkosten).<

173 enthoven: nederland voorloper met verplichte, private basisverzekering

Nederland loopt voorop bij de invoering vangereguleerde marktwerking in de zorg consta-teert de Amerikaanse gezondheidszorgeco-noom Alain Enthoven tijdens een congres.

Met de invoering van de Zorgverzekeringswetper 1 januari 2006 heeft het Nederlandse zorg-stelsel een fundamentele verandering onder-gaan. Die verandering is sterk geïnspireerd door