1506 Verbetering Slechte Ggz-Plaatsen Komt Op Gang

2
planning en organisatie 155 zorg & financiering > 9-2005 Arcares pleit voor een degelijk langetermijn- perspectief voor zorginfrastructuur (inlooppunt, ontmoetingsruimte, zorgpost, loketfunctie voor organisatie van diensten), zodat zorgorganisa- ties kunnen investeren in deze bouwkundige voorzieningen. Met een goede zorginfrastruc- tuur kunnen cliënten die aangewezen zijn op intensieve zorg en begeleiding langer zelfstan- dig blijven wonen, zoals vaak de wens is. Verder wil Arcares de afschrijvingstermijn van het zorgvastgoed verkorten. De wettelijke afschrijvingstermijn op zorgvastgoed is vijftig jaar. Door dit te verkorten naar veertig jaar wor- den gebouwen sneller afgeschreven en kan eer- der nieuw- of verbouw plaatsvinden die aansluit bij de eisen van de tijd. Een afschrijvingstermijn van veertig jaar is al gebruikelijk bij woningcor- poraties waarmee zorgorganisatie steeds vaker samenwerken om de combinatie van wonen en zorg verder gestalte te geven. Er liggen voldoende bouwplannen klaar. Echter, door de bouwstop die het Ministerie van VWS heeft afgekondigd, kunnen deze bouwplannen niet worden uitgevoerd. Dit heeft niet alleen het uitstellen van nieuwbouw en verbouw tot gevolg, maar ook verouderen de plannen terwijl ze op de ‘wachtlijst’ staan. Samenvatting regeling De belangrijkste uitgangspunten voor een nieu- we regeling voor zorginfrastructuur zijn: dat deze regeling een structureel karakter heeft en zekerheid moet bieden bij voorkeur voor minimaal tien jaar; dit is voor zorgorga- nisaties – vanuit bedrijfseconomisch oogpunt – nodig om leningen te kunnen aangaan bij kredietverschaffers. dat het een brede regeling betreft die niet vooruitloopt op de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO); dit betekent concreet dat de regeling zowel de elementen zorg als welzijn/begeleiding moet bevatten. De extra- murale zorg en de daarbij behorende zorgin- frastructuur moet daarom goed geregeld worden in de AWBZ. Een overheveling van het element welzijn/begeleiding zou pas kunnen plaatsvinden als de gemeenten de nodige ervaring hebben opgedaan in het kader van de WMO. dat voor zorgaanbieders een evenwicht be- staat in zekerheid en risico’s; de bekostiging van de zorginfrastructuur moet dusdanig zijn dat ze voldoende zekerheid biedt op lange ter- mijn en niet afhankelijk is van fluctuaties in de zorgomzet. dat er een doelmatige inzet van planning/pla- nologie van de zorginfrastructuur is; een doel- matige inzet is nodig om ervoor te zorgen dat de zorginfrastructuur goed gespreid – zonder overlappingen – wordt gerealiseerd. Bronnen: persberichten Arcares, 28 oktober 2005 en 2 november 2005< De verbetering van de cliëntenhuisvesting in de GGZ komt goed op gang. Dat neemt niet weg dat er nog steeds ruim tweeduizend slechte plaatsen zijn waarvoor nog geen verbeterplan- nen zijn ingediend. Dat valt te concluderen uit een tussenbalans die het Bouwcollege heeft opgemaakt van de stand van zaken sinds een jaar geleden in het monitoringonderzoek naar de gebouwkwaliteit in de (verblijfsvoorzienin- gen van de) geestelijke gezondheidszorg werd geconstateerd dat vooral op de grote locaties van de psychiatrische ziekenhuizen nog veel gebouwen ‘rood’ (slecht) of ‘oranje’ (matig) scoorden. Te kleine zit-/slaapkamers, te grote groepen en inadequate sanitaire voorzieningen waren gro- tendeels verantwoordelijk voor de behaalde 1506 verbetering slechte ggz-plaatsen komt op gang

Transcript of 1506 Verbetering Slechte Ggz-Plaatsen Komt Op Gang

Page 1: 1506 Verbetering Slechte Ggz-Plaatsen Komt Op Gang

planning en organisatie

155zorg & financiering > 9-2005

Arcares pleit voor een degelijk langetermijn-perspectief voor zorginfrastructuur (inlooppunt,ontmoetingsruimte, zorgpost, loketfunctie voororganisatie van diensten), zodat zorgorganisa-ties kunnen investeren in deze bouwkundigevoorzieningen. Met een goede zorginfrastruc-tuur kunnen cliënten die aangewezen zijn opintensieve zorg en begeleiding langer zelfstan-dig blijven wonen, zoals vaak de wens is.Verder wil Arcares de afschrijvingstermijn vanhet zorgvastgoed verkorten. De wettelijkeafschrijvingstermijn op zorgvastgoed is vijftigjaar. Door dit te verkorten naar veertig jaar wor-den gebouwen sneller afgeschreven en kan eer-der nieuw- of verbouw plaatsvinden die aansluitbij de eisen van de tijd. Een afschrijvingstermijnvan veertig jaar is al gebruikelijk bij woningcor-poraties waarmee zorgorganisatie steeds vakersamenwerken om de combinatie van wonen enzorg verder gestalte te geven.Er liggen voldoende bouwplannen klaar. Echter,door de bouwstop die het Ministerie van VWSheeft afgekondigd, kunnen deze bouwplannenniet worden uitgevoerd. Dit heeft niet alleen hetuitstellen van nieuwbouw en verbouw totgevolg, maar ook verouderen de plannen terwijlze op de ‘wachtlijst’ staan.

Samenvatting regeling

De belangrijkste uitgangspunten voor een nieu-we regeling voor zorginfrastructuur zijn:

– dat deze regeling een structureel karakterheeft en zekerheid moet bieden bij voorkeurvoor minimaal tien jaar; dit is voor zorgorga-nisaties – vanuit bedrijfseconomisch oogpunt– nodig om leningen te kunnen aangaan bijkredietverschaffers.

– dat het een brede regeling betreft die nietvooruitloopt op de Wet maatschappelijkeondersteuning (WMO); dit betekent concreetdat de regeling zowel de elementen zorg alswelzijn/begeleiding moet bevatten. De extra-murale zorg en de daarbij behorende zorgin-frastructuur moet daarom goed geregeldworden in de AWBZ. Een overheveling van hetelement welzijn/begeleiding zou pas kunnenplaatsvinden als de gemeenten de nodigeervaring hebben opgedaan in het kader van deWMO.

– dat voor zorgaanbieders een evenwicht be-staat in zekerheid en risico’s; de bekostigingvan de zorginfrastructuur moet dusdanig zijndat ze voldoende zekerheid biedt op lange ter-mijn en niet afhankelijk is van fluctuaties inde zorgomzet.

– dat er een doelmatige inzet van planning/pla-nologie van de zorginfrastructuur is; een doel-matige inzet is nodig om ervoor te zorgen datde zorginfrastructuur goed gespreid – zonderoverlappingen – wordt gerealiseerd.

Bronnen: persberichten Arcares, 28 oktober 2005 en2 november 2005<

De verbetering van de cliëntenhuisvesting in deGGZ komt goed op gang. Dat neemt niet wegdat er nog steeds ruim tweeduizend slechteplaatsen zijn waarvoor nog geen verbeterplan-nen zijn ingediend. Dat valt te concluderen uiteen tussenbalans die het Bouwcollege heeftopgemaakt van de stand van zaken sinds eenjaar geleden in het monitoringonderzoek naarde gebouwkwaliteit in de (verblijfsvoorzienin-

gen van de) geestelijke gezondheidszorg werdgeconstateerd dat vooral op de grote locatiesvan de psychiatrische ziekenhuizen nog veelgebouwen ‘rood’ (slecht) of ‘oranje’ (matig)scoorden.

Te kleine zit-/slaapkamers, te grote groepen eninadequate sanitaire voorzieningen waren gro-tendeels verantwoordelijk voor de behaalde

1506 verbetering slechte ggz-plaatsen komt op gang

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 155

Page 2: 1506 Verbetering Slechte Ggz-Plaatsen Komt Op Gang

zorg

156 9-2005 > zorg & financiering

kwalificaties. Bij de aanbieding van het rapportwerd de ambitie uitgesproken om bij het volgen-de monitoringonderzoek, over vijf jaar, duidelijkaantoonbare verbeteringen te hebben bereikt.Alle ‘rode’ en ‘oranje’ gebouwen zouden daneigenlijk moeten zijn vervangen of gerenoveerd.Met de instellingen met de slechtste scores zijnhet afgelopen jaar concrete afspraken gemaaktover verbeterplannen. Het ging om 25 instellin-gen met in totaal 199 slecht of matig scorendegebouwen (53 ‘rood’ en 146 ‘oranje’) met 5738te verbeteren plaatsen (2224 ‘rood’ en 3514‘oranje’). De gemaakte afspraken hebben totdusver de volgende resultaten opgeleverd:– voor bijna veertig procent (2135 plaatsen) zijn

inmiddels nieuwbouw- of renovatieplanneningediend, voor het merendeel vervangendehuisvesting elders (deconcentratie) of op dehoofdlocatie;

– voor ruim twintig procent van de te verbeterenplaatsen (1332) zal over vijf jaar een nadere

beoordeling plaatsvinden. De betreffendegebouwen zijn niet zelden van recente datum,maar voldoen toch (net) niet aan de bij hetonderzoek toegepaste beoordelingscriteria,meestal omdat de bouw gebaseerd is op‘oude’ maatstaven. De gebouwen voldoen vol-gens de instellingen echter nog goed: voor dekorte termijn (de eerste vijf jaar) zijn geenbouwkundige ingrepen nodig. In deze gebou-wen zijn zodanige functies ondergebracht dateventuele tekortkomingen in het dagelijks ver-keer niet al te storend zijn;

– voor de overige veertig procent (2271 plaat-sen) zijn nog geen aanvragen ingediend. Debetrokken instellingen zullen op korte termijnworden benaderd teneinde eventuele vertra-gende factoren zo snel mogelijk weg tenemen.

Begin 2006 zal opnieuw een tussenstand wor-den gepresenteerd. Bron: Kort Bestek, nr. 24, oktober 2005<

Een algemeen overleg tussen de Tweede Kameren de bewindslieden van VWS over ‘transparan-te en integrale tarieven’ in de gezondheidszorgmaakte vooral duidelijk dat er voorlopig nogveel onduidelijkheid bestaat over de toereke-ning van kapitaallasten in de tarieven.

Op weg naar meer marktwerking in de zorg,zullen de kapitaallasten die voortkomen uit degebouwen van zorginstellingen op de een ofandere manier in de tarieven verwerkt moetenworden. Voor ziekenhuizen betekent dat eenopslag in de diagnosebehandelingcombinaties(DBC’s), terwijl AWBZ-instellingen de kapitaal-lasten moeten versleutelen in de functionelebekostiging.F. Heemskerk (PvdA) verzuchtte dat er sinds hetKamerdebat over de Wet toelating zorginstellin-gen (WTZi) een jaar geleden nog precies dezelf-de vragen liggen. Hoe groot moet het eigen ver-

mogen van zorginstellingen zijn als ze meer risi-codragend worden? Hoe zit het met de solvabili-teitseisen? Wordt straks voor iedere DBC eenaparte opslag berekend voor kapitaallasten?Minister Hoogervorst erkende dat er nog veelvragen onbeantwoord zijn: ‘Het gaat inderdaadnog om de hoofdlijnen en we moeten nog heelveel uitzoeken.’ Dat geldt ook voor de vraag wienu eigenlijk eigenaar is van het kapitaal dat dezorggebouwen vertegenwoordigen. Ook Hooger-vorst had hierop geen eenduidig antwoord. Hijgaf toe dat de instellingen de gebouwen mededankzij publieke middelen hebben verkregen.Maar een nationalisering zoals in het VerenigdKoninkrijk is gebeurd, ziet hij ook niet zitten.

Verkeerde prikkel

Staatssecretaris Ross bracht zichzelf in moei-lijkheden door te stellen dat er momenteel

1507 veel is onduidelijk over kapitaal van zorginstellingen

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 156