150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van...

10
DOEN WAT JEZUS ONS HEEFT VOORGEDAAN Zien, bewogen worden en in beweging komen Twee bijeenkomsten over diaconale spiritualiteit

Transcript of 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van...

Page 1: 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7). Slotgedachte Paus Franciscus schrijft.

DOEN WAT JEZUS ONS HEEFT VOORGEDAAN

Zien, bewogen worden en in beweging komen

Twee bijeenkomsten over diaconale spiritualiteit

Page 2: 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7). Slotgedachte Paus Franciscus schrijft.

1

Algemene opzet

Tijd: twee bijeenkomsten van ieder 2 uur Doelgroep: alle parochianen Aantal deelnemers per bijeenkomst: 10 - 12 Algemeen vormingsdoel: Vorming van het hart

Bijeenkomst 1: Zien en bewogen worden Bijeenkomst 2: In beweging komen

Algemene doelstellingen

1. Deelnemers kunnen woorden geven aan wat hen beweegt en bezielt bij hun inzet voor de naasten

2. Deelnemers hebben inzicht en kennis van enkele Bijbelse, diaconale teksten en begrippen van de Katholieke Kerk

3. Deelnemers kunnen hun eigen gelovige inspiratie verwoorden

Page 3: 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7). Slotgedachte Paus Franciscus schrijft.

2

Zien en bewogen wordenBijeenkomst 1

Opzet bijeenkomst 1A. Gebed, opening en kennismaking B. TekstC. Kijken en zienD. ErvaringsverhalenE. Afsluiting

A. Gebed, opening en kennismaking 15 minuten

De bijeenkomst wordt geopend met het gezamenlijk bidden van het Onzevader. Daarna wordt on-derstaande tekst gelezen. Hierna volgt een kort gesprek aan de hand van enkele vragen.

1. Welke woorden zijn blijven haken?2. Paus Benedictus XVI noemt twee vereisten voor diaconaal handelen (christelijke liefdadig-

heid): vakkundigheid en liefdevolle toewijding. Herken je die twee aspecten?

De openingstekst wordt nogmaals gelezen.

Openingstekst “Naar het voorbeeld dat de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan ons voor ogen houdt is chris-telijke liefdadigheid allereerst eenvoudigweg het antwoord op datgene wat in een concrete situatie onmiddellijk nodig is: de hongerigen moeten te eten krijgen, de naakten moeten gekleed worden, de zieken medisch behandeld, de gevangenen bezocht, enzovoort. (…) Vakkundigheid is een eerste, fundamenteel vereiste, maar is op zich niet genoeg. Het gaat immers om mensen en mensen hebben meer nodig dan alleen een technisch juiste behandeling. Ze hebben behoefte aan menselijkheid. Ze hebben behoefte aan liefdevolle toewijding. (…) Daarom hebben deze helpers naast en bij de professi-onele vorming bovenal de vorming van het hart nodig. Ze moeten worden gebracht tot de ontmoeting met God in Christus, die de liefde in hen wekt en hun hart voor de naaste opent, zodat naastenliefde voor hen niet meer om zo te zeggen een van buitenaf opgelegd gebod is, maar het gevolg van hun geloof, dat zich uit in de liefde (vgl Gal. 5,6).” (Deus Caritas Est, nummer 31a)

Page 4: 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7). Slotgedachte Paus Franciscus schrijft.

3

B. Tekst ‘Jezus bewogen’ 15 minuten

Onderstaande teksten op papier uitreiken; zie bijlage I,1

We kennen veel verhalen waarin Jezus geraakt wordt, bewogen wordt. Hieronder staan vijf teksten.Wil je deze lezen en voor jezelf nadenken over de volgende vragen:1. Op welke wijze of waardoor wordt Jezus aangesproken en bewogen?2. Hoe handelt Jezus vanuit die bewogenheid?

• Matteüs 20,29-34 • Lucas 5,18-20• Lucas 7,11-15• Johannes 8,3-8• Johannes 11,32-38

Hierna volgt een korte plenaire uitwisseling met afsluitende voorlopige conclusies

• Jezus laat zich raken door ellende van mensen (‘Tot in zijn binnenste bewogen’) (zie: “Het Griekse werkwoord (splagchnizomai) dat hier en elders gebruikt wordt, is afgeleid van een zelfstandig naamwoord (splagchnon) dat betekent: inwendige organen (hart, longen, lever), ingewanden, moederschoot. Van daaruit ontwikkelden zich de betekenissen: zetel van het gevoel, liefde, barmhartigheid, en kreeg het werkwoord de betekenis: medelijden hebben, zich ontfermen, barmhartig zijn. Gelukkig hoor je in nieuwere vertalingen weer de oorspronkelijke gevoelswaarde: diep bewogen zijn, diep ontroerd zijn, te doen hebben met, ten diepste begaan zijn met, tot in je binnenste geraakt worden.”)

• Vanuit deze bewogenheid doet Jezus wat de (zieke) mens het meest nodig heeft: hij maakt contact met mensen die het gevoel hebben dat ze er door hun ziekte niet meer bij horen. En hij doet dat heel lijfelijk. Hij raakt ze aan. Dit lijfelijk aanraken maakt heel plastisch zichtbaar wat er tussen Jezus en de zieke gebeurt: Jezus overbrugt de afstand tussen de zieke en de ge-meenschap, en zegt met dit gebaar: ‘Jij hoort er weer bij, wij zijn met jou begaan.’

Bron: Jo Tigcheler, Kyrie eleison. Barmhartigheid in het Nieuwe Testament, in: Speling, 1999, nr 1, p. 61-68

Belangrijk: de bekommernis en het aanraken door Jezus (het ‘erbij mogen horen’) houdt verband met het Rijk van God. In de tekenen en gebaren van Jezus wordt dit zichtbaar.

C. Kijken en zien 30 minuten

Voor de gespreksleider is extra informatie uit een artikel van Frits de Lange bijgevoegd, Beeldend getuigenis. De informatie geeft achtergrond bij de afbeeldingen. Zie bijlage I,2.

We hebben gehoord hoe Jezus tot in zijn binnenste bewogen werd door het lijden van de mensen. Hoe kunnen ook wij diep geraakt worden? We gaan kijken naar afbeeldingen van een bijbelverhaal waarin het ‘je laten raken’ en ’daarnaar handelen’ wordt verbeeld.

Kijken en zien (zie bijlage I,3). Werkvorm: kunstafbeeldingen van de Barmhartige Samaritaan be-kijken. De deelnemers krijgen de afbeeldingen op papier. Hierna bekijken de deelnemers in stilte de verschillende afbeeldingen met de volgende vragen.1. Welke afbeelding raakt je het meest? 2. Wat roept deze afbeelding bij je op?

Page 5: 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7). Slotgedachte Paus Franciscus schrijft.

4

Uitwisselen van ervaringen.

De gespreksleider leest Lucas 10,29-37 (De Barmhartige Samaritaan) voor. Hierna wordt gevraagd:1. Vallen je in de afbeeldingen nu andere dingen op? Welke?

Leren zien met de ogen van Jezus, met de ogen van de Barmhartige Samaritaan en van zovele an-deren die we kennen uit de geschiedenis vraagt een bepaalde manier van kijken of zien. Dat vraagt kijken met compassie, met barmhartigheid.

Paus Franciscus schrijft er het volgende over. “In het geloof is Christus niet enkel degene in wie we geloven: de grootste openbaring van de liefde van God, maar ook degene met wie we ons verenigen, om te kunnen geloven. Het geloof kijkt niet alleen náár Jezus, maar kijkt ook vanuit het gezichtspunt van Jezus, ziet met zijn ogen: het is een deelname aan zijn wijze van zien. (…) Het geloof in de Zoon van God, die mens werd in Jezus van Nazaret, vervreemdt ons niet van de werkelijkheid maar stelt ons in staat om haar diepere dimensie te begrijpen en te ontdekken hoezeer God de wereld bemint en haar onophoudelijk op Hem richt. Dit brengt christenen ertoe zich in te zetten en de weg die ze op aarde afleggen nog bewuster te beleven.” (Lumen Fidei, nummer 18).

Als bezinning op het thema denken de deelnemers na over: 1. Hoe kijk je zelf naar andere mensen?2. Vanuit welke bewogenheid zie je om naar mensen?3. Weet je van jezelf nog een moment dat je diep geraakt werd? Wat heb je daarmee gedaan?

Gedachte voor de pauzeWat geef je? Geef je alleen iets van jezelf? Tijd, geld? Wat..? Of, zo vraagt paus Benedictus XVI: geef je jezelf? “Wil ik voorkomen dat mijn gave als vernedering wordt ervaren, dan kan dat alleen, als ik mezelf helemaal geef als persoon.”

PAUZE 10 minuten

D. Ervaringsverhalen 30 minuten Zie bijlage I,4

De deelnemers krijgen enkele korte ervaringsverhalen van mensen die zich inzetten voor anderen op papier aangereikt.

Na lezing van de teksten worden deze plenair besproken met de volgende vragen:1. Welk verhaal spreekt je het meest aan en waarom?2. Kun je bij deze mensen een gelovige inspiratie ontdekken?3. Kun je in enkele korte zinnen je eigen inspiratie voor je inzet voor anderen benoemen?

Page 6: 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7). Slotgedachte Paus Franciscus schrijft.

5

E. Afsluiting 15 minuten

Johannes 13,1-15Als opstapje naar de volgende bijeenkomst wordt de tekst Johannes 13,1-15 aan de deelnemers uit-gereikt (zie bijlage I,5). De gespreksleider leest de tekst voor.

Thuiswerk • De tekst ‘Naastenliefde’ van Ilse Bulhof (zie bijlage I,6) lezen met behulp van

drie richtvragen:1. Bulhof schetst een historische ontwikkeling in het helpen van mensen in nood. Hoe

zou je die ontwikkeling willen samenvatten? Welke voor- en nadelen ziet zij aan de moderne westerse cultuur? (Deze vraag wordt gesteld om de structuur van de tekst helder te krijgen)

2. Wat vind je verrassend in deze tekst?3. Hoe ligt voor jou de verbinding tussen een persoonlijke relatie met Jezus en je inzet

voor de ander, tussen eucharistie en diaconie? • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7).

SlotgedachtePaus Franciscus schrijft. “Als Jezus met iemand sprak, keek Hij met een diepe, liefdevolle aandacht in zijn ogen: “Jezus keek hem liefdevol aan” (Marcus 10,21). Wij zien hoe Hij openstaat voor een ontmoeting, wanneer Hij de blinde langs de weg nadert (vgl. Marcus 10,46-52) en wanneer Hij eet en drinkt met de zondaars (vgl. Marcus 2,16), zonder zich erom te bekommeren dat men Hem bejegent als een gulzigaard en drinker (vgl. Matteüs 11,19). Wij zien hoe beschikbaar Hij is, wanneer Hij een prostituee zijn voeten laat balsemen (vgl. Lucas 7,36-50), of wanneer Hij ’s nachts Nikodemus ont-vangt (vgl. Johannes 3,1-15). Wanneer Jezus zich op het kruis geeft, dan is dat niets anders dan het hoogtepunt van die stijl die heel zijn bestaan heeft gekenmerkt. Door dit model gefascineerd, willen wij ons tot het uiterste in de maatschappij invoegen, delen wij het leven met allen, luisteren wij naar hun zorgen, werken wij materieel en spiritueel met hen samen in hun noden, verheugen wij ons met hen die blij zijn, huilen wij met hen die huilen en zetten wij ons, schouder aan schouder met de an-deren, in voor de opbouw van een nieuwe wereld. Maar niet als een verplichting, niet als een last die ons uitput, maar als een persoonlijke keuze die ons vervult van vreugde en ons identiteit verschaft.” (Evangelii Gaudium, nummer 269)

Page 7: 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7). Slotgedachte Paus Franciscus schrijft.

6

In beweging komenbijeenkomst 2

Opzet bijeenkomst 2A. Gebed en opening B. Tekst Johannes 13,1-15 C. Diaconale spiritualiteitD. Afsluiting

Op deze bijeenkomst richten we ons op het concreet in beweging komen richting de naasten.

A. Gebed en opening 25 minuten

De bijeenkomst wordt geopend met het gezamenlijk bidden van het Onzevader. Daarna zingen we een lied met het thema ‘In beweging komen, dienen, naasten’. De begeleider kiest van te voren een lied uit en reikt de tekst op papier aan. Zie bijlage II,1)

GvL 431 Door de wereld gaat een woord GvL 478 Jezus die langs het water liep

Introduceren van het thema: In beweging komenHoren en doen. Waardoor en/of door wie worden we aangesproken? Laten we ons aanspreken of sluiten we de ogen wanneer het ons niet uitkomt? (Denk aan het verhaal van de Barmhartige Samaritaan uit de eerste bijeenkomst). Of is het zo dat je niet anders kunt dan hulp bieden? Hoe krijgt dit ‘in beweging komen’ vorm in de geloofsgemeenschap? Waar kom je dit tegen? In de werk-groep waar je vrijwilliger bent? In de vieringen? En bovenal: leren wij zien met de ogen van Jezus?

De tekst ‘Naastenliefde’ van Ilse Bulhof, is gelezen en wordt besproken. Gespreksvragen.1. Bulhof schetst een historische ontwikkeling in het helpen van mensen in nood. Hoe zou je die

ontwikkeling willen samenvatten? Welke voor- en nadelen ziet zij aan de moderne westerse cultuur? (Deze vraag wordt gesteld om de structuur van de tekst helder te krijgen)

2. Wat vind je verrassend in deze tekst?3. Hoe ligt voor jou de verbinding tussen een persoonlijke relatie met Jezus en je inzet voor de

ander, tussen eucharistie en diaconie?

Page 8: 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7). Slotgedachte Paus Franciscus schrijft.

7

B. Tekst Johannes 13,1-15 30 minuten

De gespreksleider leest de tekst voor.

Johannes 13,1-151. Het was kort voor het paasfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat Hij uit de wereld

terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die Hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.

2. Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Si-mon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden.

3. Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat Hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan,

4. stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om 5. en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde

ze af met de doek die hij omgeslagen had. 6. Toen Hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’7. Jezus antwoordde: ‘Wat Ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ 8. ‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult U niet wassen, nooit!’ Maar toen Jezus zei: ‘Als Ik ze

niet mag wassen, kun je niet bij Mij horen,’ 9. antwoordde hij: ‘Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd!’ 10. Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal

rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’ 11. Hij wist namelijk wie Hem zou verraden, daarom zei hij dat ze niet allemaal rein waren. 12. Toen Hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn

plaats. ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?’ vroeg hij. 13. ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben Ik ook. 14. Als Ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten was-

sen. 15. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.

Er volgt een gesprek. De deelnemers bespreken onderstaande vragen in groepjes van 3 of 4.1. Wat roept de tekst op aan gedachten, associaties? 2. Welk(e) woord(en) blijven bij je hangen?

Na enige tijd wordt de vraag gesteld:In vers 12 zegt Jezus: ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?’ Wat is voor de deelnemers van de bijeen-komst de betekenis van Jezus’ daad? In het groepje volgt hierover een kort gesprek.

Iemand de voeten wassen is een symbolische daad, maar ook een heel concrete activiteit die je in nauw fysiek contact brengt met een ander. Er is een gever en een ontvanger bij betrokken, het heeft te maken met dienstbaar zijn en de dienst, het dienen kunnen ontvangen.

De gespreksleider stelt de vragen.1. Wat zou jou stimuleren of weerhouden om iemands voeten te wassen?2. Wat zou jou stimuleren of weerhouden om je voeten te laten wassen (vergelijk Petrus’ reac-

tie)?

Eventueel als de tijd dit toelaat: Kun je een andere titel voor de tekst Johannes 13,1-15 bedenken?

Page 9: 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7). Slotgedachte Paus Franciscus schrijft.

8

PAUZE 10 minuten

C. Diaconale spiritualiteit 30 minuten

Voor de eigen verdieping van de gespreksleider is de gehele tekst van Diaconale spiritualiteit van Vincent de Haas toegevoegd, zie bijlage II.2.

Diaconale spiritualiteit wordt op meerdere niveaus gevoed:1. door een persoonlijke relatie met Jezus Christus;2. door persoonlijke lezing, bezinning en bidden met de Heilige Schrift;3. door gezamenlijk Schriftteksten te bespreken en de betekenis hiervan voor het eigen leven te

ontdekken;4. door samen de H. Eucharistie te vieren en te ontdekken hoe het Woord van God in je door-

werkt;5. door studie van documenten van de Kerk (bijvoorbeeld de documenten die in deze reeks aan

de orde komen: Deus Caritas Est, Lumen Fidei en Evangelii Gaudium).

In de eerste bijeenkomst zijn de eerste twee punten besproken. Nu volgt verdieping van het vierde punt.

Zie bijlage I,7 (= verkorte weergave van bijlage II,2)

De tekst wordt besproken, waarbij zeker het aspect van ‘omvorming door het ontvangen van Brood en Wijn’ wordt verhelderd. De gespreksleider noteert kernwoorden uit het gesprek op een flap. Het Lichaam van Christus ontvangen om zelf Lichaam van Christus te worden. Ontvang niet alleen het Lichaam van Christus, maar leer ook dat Lichaam van Christus te zijn. Om zo, individueel en vooral ook samen, een teken van liefde te zijn voor de samenleving om ons heen. Diaconale spiritu-aliteit wordt ook (of juist) gevoed door deelname aan de H. Eucharistie, door een persoonlijke relatie met Christus. Of zoals paus Benedictus XVI het schrijft: “Eredienst zelf, eucharistische gemeen-schap, omvat de werkelijkheid van zowel bemind worden als ook anderen op hun beurt liefhebben. Eucharistie die zich niet vertaalt in concrete beoefening van de liefde is ten diepste onvolledig.” (Deus Caritas Est, nummer 14)

Na de verkenning van de tekst wordt van gedachten gewisseld over de volgende vragen:1. Hoe beleef je zelf de eucharistie?2. Hoe kunnen we leren om het Lichaam van Christus te zijn. Wat is daar voor nodig?3. Zie je in jouw geloofsgemeenschap tekenen van eucharistisch leven; een leven dat zich bewust

is dat we altijd –waar we ook zijn en hoe we ook zijn– verbonden zijn met Christus en elkaar?

Page 10: 150300-doen wat jezus ons heeft voorgedaan2 · • De tekst ‘Diaconale spiritualiteit’ van Vincent de Haas doornemen (zie bijlage I,7). Slotgedachte Paus Franciscus schrijft.

9

D. Afsluiting 20 minuten

De bijeenkomst wordt afgesloten met enkele vragen ter evaluatie. Dit is het verzamelen van sugges-ties uit aangeboden literatuur, gesprekken tijdens deze twee bijeenkomsten en andere inbreng van de cursisten. De antwoorden/suggesties worden op een flap geschreven.

1. Hoe kun je diaconale spiritualiteit inoefenen? • als individu• als geloofsgemeenschap

2. Wat neem je voor jezelf mee van deze bijeenkomsten?3. Hoe ga je hiermee verder?4. Hoe zou je hierbij gesteund willen worden?

Om mee te nemen“Deze juiste manier van dienen maakt de helper nederig. Hij beschouwt zich tegenover de ander niet als hoger geplaatst, hoe armzalig diens situatie op dat moment ook mag zijn. Christus heeft de laatste plaats in de wereld – het kruis – ingenomen, en juist door deze radicale nederigheid heeft Hij ons verlost en helpt Hij ons voortdurend. Wie in staat is te helpen erkent dat hij zelf op precies de-zelfde manier geholpen wordt en dat het niet zijn verdienste en grootheid is dat hij kan helpen. Deze opdracht is genade. Hoe meer iemand voor anderen doet, des te beter zal hij het woord van Christus verstaan en zich eigen maken: “Wij zijn onnutte knechten” (Lucas 17,10). Want hij erkent dat hij niet op grond van zijn eigen grootheid of prestatie handelt, maar omdat de Heer hem ertoe in staat stelt. Soms kunnen de buitensporige nood en de eigen beperkingen een bekoring tot moedeloosheid worden. Maar juist dan helpt de wetenschap dat hij uiteindelijk slechts een werktuig in de hand van de Heer is. Hij zal zich bevrijden de hoogmoed, van de gedachte dat hij zelf en op eigen kracht de noodzakelijke verbetering van de wereld tot stand moet brengen. Hij zal in alle nederigheid datgene doen wat hem mogelijk is en in nederigheid de rest aan de Heer overlaten. God regeert de wereld, niet wij. Wij dienen Hem slechts, voor zover we kunnen en Hij ons daartoe de kracht geeft. Met die kracht alles doen wat in ons vermogen ligt is de opdracht die de ware dienaar van Jezus Christus als het ware voortdurend in beweging houdt: “De liefde van Christus laat ons geen rust” (2Kor 5,14).” (Deus Caritas Est, nummer 35)