1356 Modelverordening WMO Van Vng In Strijd Met Wet

4
financiering 60 10-2006 > zorg & financiering diabetes (internistisch en pediatrisch), staarope- ratie, spataderen (chirurgisch en dermatolo- gisch), heupen en knieën, hernia (neurochirur- gisch, orthopedisch en neurologisch) en voor drie aandoeningen in het A-segment (borstkan- ker, cystic fibrosis, dialyse). Voor de kwaliteitsindicatoren voor het jaar 2007 heeft het Kenniscentrum voortgeborduurd op de kwaliteitsindicatoren die zijn beschreven in de DBC Inkoopgids 2005. Primair gaat het daarbij om inzicht in de productkwaliteit, die past bij de DBC-systematiek. Per aandoening zijn de kwali- teitsindicatoren beschreven die gebruikt kunnen worden bij de zorginkoop. Bij de ontwikkeling van de kwaliteitsindicatoren is de voorkeur gegeven aan indicatoren die informatie geven over de uitkomst van de zorg, boven indicatoren die inzicht geven in het proces of de structuur van de zorg. De indicatoren vormen zo een prak- tische vertaling van de uitgebreide medisch- inhoudelijke beschrijving van de DBC’s naar enkele eenvoudig te hanteren indicatoren die vrijwel alles over de kwaliteit zeggen. Kwaliteit van zorg in de etalage Vorig jaar hebben de wetenschappelijke vereni- gingen, de Orde, het kwaliteitsinstituut CBO en ZN afgesproken om evidence-basedindicatoren te ontwikkelen die de bestaande set indicatoren zullen vervangen. Hiervoor is het CBO-project ‘Kwaliteit van zorg in de etalage’ opgezet. In de loop van 2006 zijn voor de eerste zes aan- doeningen de indicatoren uit dit project opgele- verd. Het betreft indicatoren voor de aandoenin- gen liesbreuk, incontinentie vrouw, diabetes, cataract, heup en knie en mammacarcinoom. Deze indicatoren zijn integraal overgenomen. Voor deze aandoeningen zijn de kwaliteitsindi- catoren die niet in de ‘etalagesets’ zitten, komen te vervallen. Voor de overige vijf aandoeningen zijn de kwaliteitsindicatoren voor het jaar 2006 gehandhaafd. In het CBO-project ‘Kwaliteit van zorg in de etalage’ hebben naast de wetenschap- pelijke verenigingen, ook adviserend genees- kundigen van het Kenniscentrum DBC’s en ver- tegenwoordigers van patiëntenorganisaties deelgenomen. De aandoeningspecifieke indica- toren die niet afkomstig zijn uit de ‘etalagepro- jecten’, zijn samengesteld door het Kenniscen- trum DBC van ZN met steun van externe des- kundigen op basis van wetenschappelijke richt- lijnen uit binnen- en buitenland en literatuur- onderzoek, patiëntenverenigingen en besproken met experts van de betrokken wetenschappelijke verenigingen en het CBO. Bron: ZN Journaal, 2006, nr. 46< > maatschappelijke ondersteuning 1356 modelverordening wmo van vng in strijd met wet De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft voor de gemeenten een zogeheten Modelverordening Wmo opgesteld die iedere gemeente kan gebruiken voor het maken van haar eigen verordening. De Ombudsman heeft op verzoek van de Chronisch zieken en Gehan- dicapten Raad de bezwaren die men heeft tegen de Modelverordening voorzien van een juridi- sche onderbouwing. De bezwaren zijn ook naar de Tweede Kamer gestuurd. De tekst van de Wmo geeft in een beperkt aantal artikelen aan waar het om gaat: ‘Burgers in staat te stellen mee te doen aan de samenleving.’ Daartoe hebben gemeenten via eigen verorde- ningen veel vrijheid hun eigen voorwaarden te stellen bij de invulling van deze taak. Uitgangs- punt hierbij is de modelverordening. Bezwaar is dat de modelverordening op veel pun- ten vaag is en onduidelijk en soms ronduit in strijd is met de Wmo. Dit is slecht voor de positie

Transcript of 1356 Modelverordening WMO Van Vng In Strijd Met Wet

Page 1: 1356 Modelverordening WMO Van Vng In Strijd Met Wet

financiering

60 10-2006 > zorg & financiering

diabetes (internistisch en pediatrisch), staarope-ratie, spataderen (chirurgisch en dermatolo-gisch), heupen en knieën, hernia (neurochirur-gisch, orthopedisch en neurologisch) en voordrie aandoeningen in het A-segment (borstkan-ker, cystic fibrosis, dialyse). Voor de kwaliteitsindicatoren voor het jaar 2007heeft het Kenniscentrum voortgeborduurd op dekwaliteitsindicatoren die zijn beschreven in deDBC Inkoopgids 2005. Primair gaat het daarbij ominzicht in de productkwaliteit, die past bij deDBC-systematiek. Per aandoening zijn de kwali-teitsindicatoren beschreven die gebruikt kunnenworden bij de zorginkoop. Bij de ontwikkelingvan de kwaliteitsindicatoren is de voorkeurgegeven aan indicatoren die informatie gevenover de uitkomst van de zorg, boven indicatorendie inzicht geven in het proces of de structuurvan de zorg. De indicatoren vormen zo een prak-tische vertaling van de uitgebreide medisch-inhoudelijke beschrijving van de DBC’s naarenkele eenvoudig te hanteren indicatoren dievrijwel alles over de kwaliteit zeggen.

Kwaliteit van zorg in de etalage

Vorig jaar hebben de wetenschappelijke vereni-gingen, de Orde, het kwaliteitsinstituut CBO enZN afgesproken om evidence-basedindicatoren

te ontwikkelen die de bestaande set indicatorenzullen vervangen. Hiervoor is het CBO-project‘Kwaliteit van zorg in de etalage’ opgezet.In de loop van 2006 zijn voor de eerste zes aan-doeningen de indicatoren uit dit project opgele-verd. Het betreft indicatoren voor de aandoenin-gen liesbreuk, incontinentie vrouw, diabetes,cataract, heup en knie en mammacarcinoom.Deze indicatoren zijn integraal overgenomen.Voor deze aandoeningen zijn de kwaliteitsindi-catoren die niet in de ‘etalagesets’ zitten, komente vervallen. Voor de overige vijf aandoeningenzijn de kwaliteitsindicatoren voor het jaar 2006gehandhaafd. In het CBO-project ‘Kwaliteit vanzorg in de etalage’ hebben naast de wetenschap-pelijke verenigingen, ook adviserend genees-kundigen van het Kenniscentrum DBC’s en ver-tegenwoordigers van patiëntenorganisatiesdeelgenomen. De aandoeningspecifieke indica-toren die niet afkomstig zijn uit de ‘etalagepro-jecten’, zijn samengesteld door het Kenniscen-trum DBC van ZN met steun van externe des-kundigen op basis van wetenschappelijke richt-lijnen uit binnen- en buitenland en literatuur-onderzoek, patiëntenverenigingen en besprokenmet experts van de betrokken wetenschappelijkeverenigingen en het CBO.Bron: ZN Journaal, 2006, nr. 46<

> maatschappelijke ondersteuning

1356 modelverordening wmo van vng in strijd met wet

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten(VNG) heeft voor de gemeenten een zogehetenModelverordening Wmo opgesteld die iederegemeente kan gebruiken voor het maken vanhaar eigen verordening. De Ombudsman heeftop verzoek van de Chronisch zieken en Gehan-dicapten Raad de bezwaren die men heeft tegende Modelverordening voorzien van een juridi-sche onderbouwing. De bezwaren zijn ook naarde Tweede Kamer gestuurd.

De tekst van de Wmo geeft in een beperkt aantalartikelen aan waar het om gaat: ‘Burgers in staatte stellen mee te doen aan de samenleving.’Daartoe hebben gemeenten via eigen verorde-ningen veel vrijheid hun eigen voorwaarden testellen bij de invulling van deze taak. Uitgangs-punt hierbij is de modelverordening.Bezwaar is dat de modelverordening op veel pun-ten vaag is en onduidelijk en soms ronduit instrijd is met de Wmo. Dit is slecht voor de positie

ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 60

Page 2: 1356 Modelverordening WMO Van Vng In Strijd Met Wet

61zorg & financiering > 10-2006

maatschappelijke ondersteuning

van de groep mensen die veel met de Wmo temaken hebben: de chronisch zieken en gehandi-capten. In de verordening komt ook regelmatighet woord ‘snel en adequaat’ voor. Deze voor-waarden staan echter niet in de wet. De Ombuds-man is van mening dat het belang van de chro-nisch zieken en gehandicapten centraal moetstaan en dat het woord ‘snel’ de indruk wekt datmet een hapsnapvoorziening kan worden vol-staan waarbij kwaliteit niet van belang is.De Ombudsman vindt het dan ook betreurens-waardig dat de modelverordening geen aanslui-ting zoekt bij de tekst van de wet.

Compensatieplicht

Het begrip compensatieplicht is gebaseerd opartikel 4 van de Wmo. In dit artikel gaat heterom dat gemeenten de algemene verplichtinghebben om beperkingen in de zelfredzaamheiden maatschappelijke participatie weg te nemen.Met maatschappelijke participatie wordt be-doeld het voeren van een huishouding, het zichverplaatsen in en om de woning en het zichlokaal per vervoermiddel verplaatsen. Onderzelfredzaamheid wordt in artikel 4 verstaan hetlichamelijke, verstandelijke, geestelijke enfinanciële vermogen om zelf voorzieningen tetreffen die deelname aan het maatschappelijkverkeer mogelijk maken. Aldus wordt in demodelverordening met het begrip compensatie-beginsel tekort gedaan aan de bedoeling van dewetgever.Voorbeelden waarbij de modelverordening decompensatieplicht niet als uitgangspuntneemt:– artikel 2 lid 2 onder d: geen voorziening ver-

strekken voor zover deze voorziening betrek-king heeft op een hoger uitrustingsniveau danhet niveau voor sociale woningbouw. Gevolgvan de toepassing van de compensatieplicht isdat iemand wel eens meer faciliteiten nodigheeft dan het niveau van de sociale woning-bouw biedt. Dat hangt uiteraard samen metiemands beperkingen;

– in artikel 19 lid 5 wordt gesteld dat onderbezoekbaar maken van de woning uitsluitendwordt verstaan dat de woonruimte, woonka-mer en toilet bereikt moeten kunnen worden.Door toevoeging van de badkamer bij dezeopsomming zou dit artikel meer recht doenaan de compensatieplicht.

Keuzevrijheid

In de Wmo is in diverse artikelen een keuzevrij-heid opgenomen, tussen een voorziening innatura en in de vorm van een persoonsgebondenbudget, bijvoorbeeld in artikel 6. In de model-verordening wordt op diverse plaatsen gespro-ken over ‘kan’, bijvoorbeeld in de artikelen 3, 8en 13. Dat is in strijd met de wet omdat de ge-meente de indruk wekt dat zij een zekere vrij-heid krijgt toegedicht voor het al dan niet biedenvan de keuze.Artikel 6 van de Wmo stelt immers: ‘Het collegevan Burgemeesters en Wethouders biedt perso-nen die aanspraak hebben op een individuelevoorziening de keuze tussen het ontvangen vaneen voorziening of het ontvangen van een hier-mee vergelijkbaar persoonsgebonden budget,tenzij hiertegen overwegende bezwaren be-staan’.Dat de wetgever bewust voor deze formuleringheeft gekozen blijkt ook uit de parlementairebehandeling. De gemeente mag niet lichtvaardigbesluiten tot het achterwege laten van de keuze-mogelijkheid. Uiteindelijk beslist de rechter ofde gemeente in een individueel geval op juistegronden een afweging heeft gemaakt.In de huidige tekst van de modelverordeningkrijgt de gemeente een grotere vrijheid tot het aldan niet bieden van de keuze dan wenselijk is.De Ombudsman ziet dan ook graag dat demodelverordening wordt aangepast, bijvoor-beeld door aansluiting te zoeken bij de formule-ring van artikel 6 Wmo.

De omschrijving van de losse woonunit, artikel17 van de verordening, impliceert zelfs dat er

ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 61

Page 3: 1356 Modelverordening WMO Van Vng In Strijd Met Wet

financiering

62 10-2006 > zorg & financiering

geen keuze mogelijk is. Met de mogelijkheid vande losse woonunit, kan de gemeente erg makke-lijk onder de compensatieplicht uit komen.

Algemene voorzieningen versus individuelevoorzieningen

In de wet is voor de gemeenten de verplichtingopgenomen individuele voorzieningen te tref-fen. In de modelverordening is op diverse plaat-sen, bijvoorbeeld in artikel 14, de algemenevoorziening als voorliggende voorziening opge-nomen. De Wmo kent het begrip voorliggendecollectieve voorziening niet. Tóch wordt in demodelverordening op diverse plaatsen, bijvoor-beeld in artikel 14 , de algemene voorziening alsvoorliggende voorziening opgenomen.In de nadere memorie van antwoord is door deregering gesteld dat het creëren van een systeemvan collectieve voorzieningen dat vóórgaat ophet bieden van een keuzevrijheid, zoals gefor-muleerd in artikel 6 Wmo, derhalve niet in over-eenstemming is met de wet, tenzij tegen het bie-den van de keuze overwegende bezwaren be-staan.Door algemene voorzieningen als voorliggendevoorzieningen te bestempelen, gaat de model-verordening aldus tegen de bedoeling van dewetgever in. Alleen wanneer door de rechterwordt bepaald dat er overwegende bezwarenbestaan tegen het bieden van keuzevrijheid ineen bepaalde situatie, zal een algemene voorzie-ning mogen worden getroffen.

International Classification of Functioning,Disability and Health (ICF)

Tijdens de parlementaire behandeling heeft deCDA-fractie gevraagd of de regering mogelijk-heden ziet om de ICF-classificatie in de model-verordening te verankeren. De regering heeft inde memorie van antwoord opgemerkt dat in degeactualiseerde handreiking over toegang ge-meenten geadviseerd zullen worden om gebruikte maken van de ICF-classificaties.

In de modelverordening zou de ICF-classificatieworden opgenomen. Helaas is dit echter niet hetgeval. Zo wordt in artikel 15 van de modelveror-dening een groot aantal individuele voorzienin-gen niet genoemd, terwijl die wél in de ICF-spe-cificaties staan.

Huisgenoot

In de modelverordening wordt in artikel 1 sub qhet begrip ‘huisgenoot’ gebruikt. Dit ziet op eenveel ruimere categorie mensen dan waar het inde wet (art. 1 lid 4 en 5) om gaat. Dat is in strijdmet de wet. Voor een correcte omschrijving vandit begrip dient aansluiting te worden gezochtbij de Wmo.In de Wmo wordt gesproken van een gezamen-lijke huishouding indien twee personen hunhoofdverblijf hebben in dezelfde woning en zijzorg dragen voor elkaar door middel van hetleveren van een (financiële) bijdrage. In lid 5wordt weergegeven onder welke omstandighe-den in ieder geval een gezamenlijke huishou-ding aanwezig wordt geacht.Volgens de modelverordening is iedere meerder-jarige met wie de aanvrager duurzaam gemeen-schappelijk een woning bewoont, een huisge-noot. Hierbij wordt niet aangegeven of er al danniet sprake dient te zijn van wederzijdse zorg.Om te voorkomen dat mensen in de toekomstvoor hulp op huisgenoten, denk aan een woon-groep of een studentenhuis, aangewezen zijnverdient het de voorkeur deze omschrijving wegte laten uit de modelverordening.Artikel 4 Wmo bepaalt dat het college van burge-meesters en wethouders voorzieningen op hetgebied van maatschappelijke ondersteuning treft.In artikel 1 lid 1 sub 9 staat de omschrijving vanmaatschappelijke ondersteuning. Hieronder valtook het ondersteunen van mantelzorgers, indienzij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen,alsmede het ondersteunen van vrijwilligers.In de modelverordening wordt echter met geenwoord gerept over ondersteuning van mantel-zorgers en vrijwilligers. En dat terwijl deze

ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 62

Page 4: 1356 Modelverordening WMO Van Vng In Strijd Met Wet

63zorg & financiering > 10-2006

maatschappelijke ondersteuning

groep, zeker met invoering van de Wmo, zobelangrijk is. Zie ook het inleidend artikel innummer 9: ‘Wet maatschappelijke ondersteu-ning (Wmo)’, door mr. dr. M.F. Vermaat,

mr. H. van Rooij en mr. G. le Noble, p. 11-35).Bron: brief van Stichting De Ombudsman, 19 oktober2006, www.deombudsman.nl<

1357 zeeuws model laat zorg concurreren op kwaliteit

Laat thuiszorginstellingen niet concurreren opprijs, maar op kwaliteit. Dat is de keuze die der-tien gemeenten in Zeeland hebben gemaakt inde problematiek van de marktwerking in dethuiszorg als gevolg van de Wet maatschappe-lijke ondersteuning (Wmo).

Het ‘Zeeuws model’ is geënt op de herstructure-ring van het Zeeuwse openbaar vervoer, zegt wet-houder Albert de Vries. Om monopolisering tevoorkomen, stelde het bestuur een vaste prijs in,waarop het de vervoersbedrijven liet inschrijven.Eenzelfde systeem werd hier toegepast. ‘We heb-ben de prijs vastgesteld op 14 euro per uur voorschoonmaken, en 22 euro voor schoonmaken enorganisatie van het huishouden. We gaan ervanuit dat zorgverleners voor die prijs kunnen wer-ken. Dan kunnen klanten kiezen, ook voordezelfde aanbieder die ze nu hebben. Op diemanier zoek je naar het optimum tussen prijs enkwaliteit.’

De ondertekening van de contracten met dezorgverleners vond plaats op 1 november jl. Eendaarvan is Zorgsaam, werkzaam in ZeeuwsVlaanderen. Albert Schefhout, plaatsvervangendvoorzitter van de raad van bestuur en verant-woordelijk voor zeshonderd werknemers in deWmo-sector, zegt dat hij vijftien procent van dekostprijs moet afhalen om concurrerend te blij-ven. Ontslagen wil hij zo veel mogelijk beper-ken; salarissen zijn beschermd door de cao,inclusief stijgingen die hij niet terugziet in hettarief. Hij denkt vooral te bezuinigingen doorhet verbeteren van de productiviteit, het ziekte-verzuim terug te dringen en te snijden in admi-nistratieve functies. Hij wil er twee jaar de tijdvoor nemen. ‘Dat is een zware opgave, daar doeik niet min over’, zegt hij, maar vergeleken bijandere provincies valt het mee. ‘Er is rust inZeeland voor alle partijen.’Bron: Binnenlands Bestuur, 27 oktober 2006<

Het ongedaan maken van de omstreden aanbe-steding van de huishoudelijke zorg, in hetkader van de Wet maatschappelijke ondersteu-ning (Wmo), door acht gemeenten in Noord-west-Friesland wordt door de vakbonden ABVA-KABO FNV en CNV Publieke Zaak van hartetoegejuicht. Honderden werknemers vanThuiszorg Het Friese Land behouden daardoorhun werk en arbeidsvoorwaarden.

Onlangs besloten de gemeenten Franekeradeel,Harlingen, Terschelling, Vlieland, Het Bildt,Ferwerderadeel en Menaldumadeel de omstre-den gunning van het werk aan andere zorgaan-bieders te herroepen. ABVAKABO FNV en CNVPublieke Zaak vinden dat andere gemeenten,waaronder Zwolle, Haarlem, Ridderkerk enAlkmaar, die ook op een verwoestende wijzehuishoudelijke zorg hebben aanbesteed, eenvoorbeeld aan de Friese gemeenten mogennemen.

1358 friese gemeenten trekken aanbesteding wmo in, honderdenwerknemers behouden hun baan

ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 63