12 mei 2014 deSingel Antwerpen CONGRES...Antwerpen. Daarna werkte hij binnen de journalistieke...
Transcript of 12 mei 2014 deSingel Antwerpen CONGRES...Antwerpen. Daarna werkte hij binnen de journalistieke...
12 mei 2014
deSingel Antwerpen CONGRES
INFRASTRUCTUUR IN DE STAD
INFRASTRUCTUUR IN DE STAD | 12 MEI 2014
Mobiliteitsinfrastructuur en stadsontwikkeling zijn in de dagelijkse praktijk nog al te vaak twee verschillende
werelden. Een meer geïntegreerde aanpak en attitude zijn nodig. Met het congres ‘Infrastructuur in de stad’ willen
de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP) en het Urban Studies Institute (USI) van de Universiteit
Antwerpen aantonen dat het anders kan. Het congres ontleedt de complexiteit van infrastructuurprojecten vanuit
verschillende disciplines om zo meer aandacht te vragen voor zowel het project als het proces. Achteraan in deze
bundel vindt u een literatuurlijst met alle artikels die in het VRP-tijdschrift Ruimte verschenen rond infrastructuur.
Meer info over de VRP en Ruimte vindt u op www.vrp.be. De VRP en USI wensen u een boeiende dag toe.
een initiatief van
met de steun van
PROGRAMMA
Congres ‘Infrastructuur in de stad’ 12 mei 2014
08:30 Onthaal en koffie
09:30 Welkomstwoord An Rekkers (directeur VRP)
09:35 Voorstelling Urban Studies Institute (USI) Stijn Oosterlynck (docent UA/USI)
09:40 Historisch overzicht en uitdagingen voor een stedelijke integratie van infrastructuurprojecten
Maarten Van Acker (docent USI)
10:00 Vier soorten infrastructuurontwerp in samenhang met stedelijke ontwikkeling
Marcel Smets (em. hoogleraar KU Leuven | gewezen Vlaams Bouwmeester)
10:45 Wat is de rol van de Rijksadviseur Infrastructuur en Stad?
Rients Dijkstra (Rijksadviseur voor Infrastructuur en Stad, NL)
11:30 Koffiepauze
12:00
Debat ‘Infrastructuurprojecten in de stad. Ontwerp, regie en beleid’:
Filip Boelaert (secretaris-generaal departement Mobiliteit en Openbare Werken)
Peter Cabus (secretaris-generaal departement Ruimte Vlaanderen)
Roger Kesteloot (directeur De Lijn)
Dirk Lauwers (gastprofessor universiteiten Gent en Antwerpen en KU Leuven)
Cathy Berx (gouverneur provincie Antwerpen)
Moderator: Joris Scheers
12:45 Lunch
13:45
Workshops (parallelle sessies)
Het infrastructuurproject ruimtelijk ontleed
Infrastructuur, participatie en draagvlak
Een strijd voor mobiliteit en rechtvaardigheid
De toekomst van stedelijke mobiliteit
Safari door het Ringlandschap
15:30 Pauze
15:45
Conclusies en debat
Conclusies van de workshops en debat met Maarten Van Acker, Tom Coppens, Stijn Oosterlynck, Peter
Vermeulen en Dirk Lauwers. De respondenten verzamelen op het einde van de dag de kennis en
koppelen dit plenair terug. Moderator: Joris Scheers (Vlaamse overheid)
Moderator: Kristiaan Borret 16:25 Slotwoord (An Rekkers – directeur VRP)
16:30 Receptie
18:00 Einde
sprekers voormiddag
An Rekkers is directeur van de VRP. Ze studeerde Romaanse filologie aan de KU
Leuven en startte recent met de opleiding ruimtelijke planning. An heeft jarenlang
gewerkt als coördinator van het Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei
en als projectcoördinator van de Open Monumentendag. Haar expertise ligt in de
sensibilisering voor natuur, landschap en erfgoed.
Stijn Oosterlynck is hoofddocent armoede- en stadssociologie. Hij is
woordvoerder van onderzoekscentrum OASES (Ongelijkheid, Armoede, Sociale
Uitsluiting en de Stad) van de universiteit Antwerpen en voorzitter van het Urban
Studies Institute van diezelfde universiteit. Stijn Oosterlynck doet onder meer
onderzoek naar de sociale en politieke dimensie van stadsontwikkeling.
Ingenieur-architect/stedenbouwkundige Maarten Van Acker doceert stedenbouw
en stadsontwerp aan de Universiteit Antwerpen. Zijn doctoraat ging over de impact
van infrastructuurontwerp op de verstedelijking van België sinds de 19de eeuw. Zijn
post-doctoraat kwam deels tot stand aan The New School for Design in New York.
Maarten is lid van de redactieraad van het VRP-magazine Ruimte.
Marcel Smets is emeritus gewoon hoogleraar Stedenbouw (KU Leuven). Hij was de
hoofdontwerper van de 1ste fase van de stationsomgeving van Leuven en van talrijke
ontwerpstudies over stedelijke ontwikkeling en infrastructuur. Als Vlaams
Bouwmeester (2005-2010) plaatste hij ontwerp van infrastructuur op de agenda.
Samen met Kelly Shannon schreef hij ‘The landscape of contemporary infrastructure’
(Nai, 2010). Met Anne Mie Depuydt (uapS) werkt hij momenteel als
stedenbouwkundig ontwerper aan de herontwikkeling van Ile de Nantes (Fr).
Ingenieur-architect/stedenbouwkundige Rients Dijkstra is sinds 2012 Rijksadviseur
voor Infrastructuur en Stad. In die hoedanigheid adviseert hij onder meer het
Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Milieu over allerhande ruimtelijke
thema’s. Daarnaast is Rients ook oprichter van ontwerpbureau Maxwan Architects
and Urbanists (Rotterdam). In 1993 ontwierp hij het masterplan ‘Leidsche Rijn’
(Utrecht) en recenter het masterplan ‘Leiden Central Station’. Hij werkte voordien
onder meer voor het Office for Metropolitan Architecture (OMA) van Rem Koolhaas.
Cathy Berx studeerde Rechten aan de Universiteit Antwerpen waar ze sinds 2000
ook als professor doceert. In 2008 werd ze gouverneur van de provincie Antwerpen.
Ze was voorzitter van de Commissie Investeringsprojecten (‘Commissie Berx’) die in
februari 2010 haar eindrapport voorstelde. Cathy Berx coördineert verschillende
mobiliteitsprojecten in de provincie Antwerpen waaronder het Oosterweelproject.
Als coördinator is ze verantwoordelijk voor de communicatie tussen stakeholders, de
afstemming van projecten en processen en de rapportering aan de Vlaamse
regering.
Filip Boelaert is sinds 1 april 2014 secretaris-generaal van het departement
Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid. Het departement
Mobiliteit en Openbare Werken staat onder meer in voor de begeleiding van lokale
overheden bij mobiliteitsplanning, het Vlaams verkeerscentrum en de
beleidsvoorbereiding op het vlak van Mobiliteit en Openbare Werken.
Professor dr. Peter Cabus studeerde economische geografie, stedenbouw en
ruimtelijke planning. In de eerste helft van de ambtsperiode 2009-2014 was hij
kabinetschef ruimtelijke ordening van de Vlaamse minister voor ruimtelijke
ordening. Sinds 2012 is hij secretaris-generaal van het departement Ruimte
Vlaanderen, waar hij onder meer verantwoordelijk is voor de realisatie van projecten.
Peter Cabus doceert het vak Space, Society & Policy aan masterstudenten van de KU
Leuven.
Roger Kesteloot studeerde politieke en sociale wetenschappen en begon zijn
carrière als assistent aan de faculteit Toegepaste Wetenschappen van de Universiteit
Antwerpen. Daarna werkte hij binnen de journalistieke wereld. Sinds 1998 werkt hij
bij de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn, waar hij aanvankelijk de Europese
dossiers coördineerde. Vanaf 2004 oefende hij de functie van directeur Onderzoek
uit. Sinds 2010 is hij directeur-generaal van De Lijn.
Dirk Lauwers is mobiliteitsdeskundige en ruimtelijk planner met meer dan 30 jaar
ervaring. Hij is gastprofessor aan de universiteiten van Antwerpen, Gent en Leuven.
Naast zijn academische activiteit werkt hij als consultant mobiliteit en stedelijke en
regionale planning in Vlaanderen en Europa. Hij was afgevaardigd bestuurder van iris
consulting, directeur van Mens en Ruimte en van Arcadis.
Joris Scheers is ruimtelijk planner en socioloog. Hij is projectleider vastgoedbeleid
bij de Vlaamse overheid en gastprofessor aan het departement ASRO van de KU
Leuven. Joris Scheers vertegenwoordigt de VRP bij de “European Council of Spatial
Planners” (ECTP). Hij is ex-voorzitter van de VRP.
Workshops namiddag
WORKSHOP 1 HET INFRASTRUCTUURPROJECT RUIMTELIJK ONTLEED
foto © Intercommunale Leiedal
Infrastructuur en stedenbouw lijken tot twee verschillende
werelden te behoren. Infrastructuur wordt gerekend tot het domein
van de ingenieur terwijl stedenbouw vaak deel uitmaakt van
overlappende disciplines van architectuur, sociale wetenschappen en
beleidsstudies. Infrastructuur en stedenbouw zijn daarom het
voorwerp van verschillende departementen, verschillende
ontwerpers, verschillende congressen. Internationale fenomenen
(discussies over congestie, fijn stof, aanleg van infrastructuur)
illustreren de gespannen relatie tussen infrastructuurprojecten en de
stedelijke omgeving. Deze workshop gaat na hoe het
ontwerp(proces) de sleutel aanreikt voor ruimtelijke integratie van
infrastructuurprojecten: drie ontwerpers delen hun ervaringen.
DISCUSSIEPANEL
AGLAÉE DEGROS is mede-oprichter van Artgineering, een Rotterdams bureau voor onderzoek en ontwerp op het raakvlak
van stedenbouw en infrastructuur. Het bureau bedenkt en realiseert strategieën voor complexe (tussen)stedelijke gebieden,
met bijzondere aandacht voor infrastructuur en verkeer. Aglaée is professor aan de Akademie der bildenden Künste Wien. Ze
publiceerde de boeken 'Fietsinfrastructuur' en 'Brussel [her]verovert haar buitenruimte'.
MAARTEN VAN DE VOORDE is projectmanager/directeur van het Belgisch kantoor van West 8, bureau voor stedenbouw,
landschap en architectuur. Hij is verantwoordelijk voor de Franse en Belgische projecten (o.a. het masterplan en de supervisie
van de stationsomgeving van Hasselt, het Falconplein in Antwerpen en de stationsbuurt van Berchem). Van de Voorde is
nauw betrokken bij het ontwerp van bruggen, publieke ruimte-elementen en product design. Hij is gastprofessor aan
verschillende Vlaamse universiteiten.
Ingenieur-architect/stedenbouwkundige WOUTER VELDHUIS is directeur van MUST stedenbouw. Wouter werkte als
ontwerper/onderzoeker aan complexe ruimtelijke ordeningsvraagstukken op het raakvlak van stad en infrastructuur (Ring
van Utrecht, Ruit van Rotterdam…). Samen met MUST publiceerde hij ‘Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van snelwegen’ (2013)
en ‘Atlas van de Snelwegomgeving’ (2009). Hij leidt de masteropleiding stedenbouwkunde aan de Academie van Bouwkunst
in Rotterdam.
Organisatie | MAARTEN VAN ACKER, ingenieur-architect/stedenbouwkundige. Maarten doceert stedenbouw en
stadsontwerp aan de Universiteit Antwerpen. Zijn doctoraat ging over de impact van infrastructuurontwerp op de
verstedelijking van België sinds de 19de eeuw. Zijn post-doctoraat kwam deels tot stand aan The New School for Design in
New York. Maarten Van Acker is lid van de redactieraad van het VRP-magazine Ruimte.
Verslag | MARLEEN GOETHALS (Faculteit Ontwerpwetenschappen, Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling UA)
WORKSHOP 2 INFRASTRUCTUUR, PARTICIPATIE EN DRAAGVLAK
In maart 2010 presenteerden de commissies Berx en Sauwens aanbevelingen over het
versnellen en verbeteren van procedures bij maatschappelijk belangrijke
investeringsprojecten. Onderzoek van de UA toont aan dat niet zozeer formele
procedures de oorzaak zijn van lange doorlooptijden van complexe projecten, maar wel
de totstandkoming van een politieke consensus en onverwachte gebeurtenissen, zoals
nieuwe sectorale regelgeving, financiële problemen, veranderende maatschappelijke
prioriteiten, verschuivingen in grondeigenaarschap… In deze workshop gaan experts in
debat over de cruciale rol van participatie en draagvlak bij de realisatie van complexe
infrastructuurprojecten. Belangrijk vraagstuk hierbij is hoe bovenlokale en lokale
belangen met elkaar kunnen verknoopt worden. (foto: © Reporters)
DAVID STEVENS licht het recent goedgekeurde decreet complexe projecten toe evenals de routeplanner, een methodiek
om besluitvormingsprocessen bij complexe projecten te optimaliseren. David is coach van het team Infrastructuur van de
dienst Milieueffectrapportagebeheer (Vlaamse overheid). Hij maakte deel uit van het projectteam ‘Versnelling
Investeringsprojecten’ en heeft een ruime ervaring met complexe planningsprocessen (Antwerpse haven,
Oosterweelverbinding, Ring rond Brussel).
DISCUSSIEPANEL
MANU CLAEYS is voorzitter van het Antwerpse bewonerscollectief stRaten-generaal, dat in 2005 een bezwaarschrift
indiende tegen de Oosterweelverbinding en met een alternatief plan kwam. stRaten-generaal werd in 1999 opgericht als
hefboom voor burgerparticipatie en ter bevordering van stedelijke leefkwaliteit. Manu Claeys schreef in 2004 het manifest
‘Herwonnen stad’, een pleidooi voor het overkappen van de Antwerpse ring.
BART DERISON, directeur van Connect (een communicatiebureau gespecialiseerd in infrastructuur en mobiliteit) is
communicatieadviseur voor grote Nederlandse projecten (aanleg A2-tunnels in Maastricht en Noordoostcorridor in
Eindhoven). In Vlaanderen adviseert hij het Agentschap Wegen en Verkeer voor verschillende infrastructuurprojecten. Hij is
auteur van het boek ‘Help, er ligt een weg in mijn tuin!’
LIEVE VERFAILLIE is bemiddelaar bij de afdeling Algemeen Beleid van het departement Mobiliteit en Openbare Werken
(Vlaamse overheid). Bij grootschalige Vlaamse infrastructuurprojecten begeleidt zij onteigeningen. Een grote uitdaging van
haar job is het eenvoudig maar juridisch correct vertalen van complexe zaken naar de burger. Lieve Verfaillie werkt onder
andere in de Gentse Kanaalzone als lid van diverse stuur- en werkgroepen.
Organisatie en verslag | TOM COPPENS, doctor in de Ingenieurswetenschappen en ingenieur-architect. Tom is hoofddocent
aan de opleiding Stedenbouw en Ruimtelijke planning van de Universiteit Antwerpen en woordvoerder van de
onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling. Hij doet onderzoek naar project- en procesmanagement en participatie bij
ruimtelijke projecten en het ruimtelijk beleid. Van 2010 tot 2012 was hij voorzitter van de VRP.
WORKSHOP 3 EEN STRIJD VOOR MOBILITEIT EN RECHTVAARDIGHEID
Mobiliteit is ongelijk verdeeld over de maatschappij. Hoe
mobiliteit georganiseerd wordt, wie er toegang tot krijgt en wie
er de negatieve gevolgen van draagt, is de inzet van
maatschappelijke conflicten. De uitkomst van die conflicten hangt
samen met machtsverhoudingen in onze samenleving. Deze
sessie stelt de vraag welke sociale ongelijkheden er ingebouwd
zitten in het huidige mobiliteitssysteem en hoe een rechtvaardig
mobiliteitsbeleid er zou kunnen uitzien. (foto: © Reporters)
KAREL MARTENS is hoofddocent aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij heeft twintig jaar internationale ervaring op
het gebied verkeer en vervoer en ruimtelijke ordening. Recent was hij betrokken bij de voorbereiding van het Mobiliteitsplan
Vlaanderen in opdracht van het Departement voor Mobiliteit en Openbare Werken (Vlaamse overheid). De afgelopen jaren
heeft hij onderzoek verricht naar de relatie tussen mobiliteit en rechtvaardigheid, resulterend in internationale publicaties en
lezingen.
DISCUSSIEPANEL
MICHEL DEBRUYNE is als stafmedewerker van de studiedienst van het ACW (koepel van christelijke
werknemersorganisaties) verantwoordelijk voor de domeinen ruimtelijke ordening, wonen, mobiliteit, welzijn en armoede.
Debruyne is medeoprichter van ‘Decenniumdoelen’, een coalitie van vakbonden, armoede- en sociale organisaties. Op
Europees vlak is hij actief in een netwerk van universitaire experten, vakbonden en sociale organisaties rond ongelijkheid.
ERIK GRIETENS is beleidsmedewerker bij de Bond Beter Leefmilieu. Binnen de milieukoepel is hij verantwoordelijk voor
ruimtelijke ordening, mobiliteit, milieueffectrapportage en de opvolging van juridische dossiers. Als lid van diverse
adviescommissies volgt Grietens het beleid op het gebied van leefmilieu en ruimtelijke ordening al twintig jaar op de voet. In
2010 publiceerde hij het boek ‘Vlaanderen in de knoop. Een uitweg uit de ruimtelijke wanorde’.
Als senior adviseur logistiek en mobiliteit bij het kenniscentrum van Voka (Vlaams netwerk van ondernemingen) behartigt
GOEDELE SANNEN de belangen van Vlaamse ondernemingen op het vlak van logistiek en mobiliteit. Goedele is
handelsingenieur in de transporteconomie en kan buigen op een ruime ervaring in studiewerk en adviesverlening.
FREDERIC VANHAUWAERT is algemeen coördinator van het Netwerk tegen Armoede, een groepering van 59
armoedeverenigingen in Vlaanderen en Brussel. Vanuit de ervaring van mensen in armoede, wordt samen met hen
nagedacht over knelpunten en worden oplossingen geformuleerd. Het Netwerk tegen Armoede is een vaste gesprekspartner
van de Vlaamse overheid wat betreft armoedebestrijding.
Organisatie en verslag | STIJN OOSTERLYNCK , hoofddocent armoede- en stadssociologie. Stijn is woordvoerder van
onderzoekscentrum OASES (Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad) van de universiteit Antwerpen en
voorzitter van het Urban Studies Institute van diezelfde universiteit. Hij doet onder meer onderzoek naar de sociale en
politieke dimensie van stadsontwikkeling.
WORKSHOP 4 DE TOEKOMST VAN STEDELIJKE MOBILITEIT
In deze workshop verkent Thomas Vanoutrive visies op stedelijke
mobiliteit binnen gangbare beelden voor stadsontwikkeling (New
Urbanism, Smart Growth, TOD, leefbare stad...) en confronteert die met
hedendaagse situaties. Daaruit worden een aantal stellingen geformuleerd
die worden voorgelegd aan een panel van actoren binnen het werkveld
van de stedelijke mobiliteit. (foto: © Reporters)
THOMAS VANOUTRIVE is geograaf en ruimtelijk planner. Hij behaalde een dubbeldoctoraat in de geografie en de toegepaste
economische wetenschappen. Thomas is verbonden aan het Departement Transport en Ruimtelijke Economie van de Universiteit
Antwerpen en publiceerde onlangs, samen met Kobe Boussauw (UGent), het boek ‘Het mobielste land ter wereld, een dialoog
over duurzame mobiliteit’.
DISCUSSIEPANEL
MAARTEN MATIENKO is verantwoordelijk voor het studiewerk en de enquêtes van Mobiliteitsclub VAB (Vlaamse
Automobilisten Bond). Op basis daarvan neemt VAB standpunten in die Maarten vertaalt naar een begrijpelijke boodschap.
VAB heeft als belangenverdediger van de automobilist ook aandacht voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer. VAB
heeft m.a.w. een brede kijk op mobiliteit en wil het overheidsbeleid ook in die richting sturen.
ANGELO MEULEMAN is projectverantwoordelijke ‘Gedeelde mobiliteit’ bij Taxistop. Taxistop ondersteunt
bedrijven/evenementen in het opmaken van carpoolplannen en het aanbieden van carpoolsoftware. Taxistop is oprichter en
partner van cambio autodelen in België. In het kader van diverse Europese projecten deelt Angelo Meuleman de bijzondere
ervaring van de koppeling tussen openbaar vervoer en autodelen in België.
JOHAN VAN REETH is als stedenbouwkundige en gedelegeerd bestuurder van BUUR cvba actief op het raakvlak tussen
ruimtelijke ordening en mobiliteit. Hij is copromotor van het Strategisch Basisonderzoek (SBO)-project, ‘Orderin’F’, van het
agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). Hierin wordt de relatie tussen regionaal openbaar vervoer
en onze ruimtelijke structuur onderzocht, onder meer via een casestudy voor de Leuvense regio.
DIRK WIESÉ is bestuurder bij Flanders Drive, een onafhankelijk kennisnetwerk en platform voor innovatie voor de Vlaamse
voertuigindustrie. Dirk Wiesé beschouwt openbaar vervoer niet als een doel op zich, maar als een instrument om steden
leefbaar en veilig te maken. Door een correcte integratie in het stedelijk weefsel kan openbaar vervoer een alternatief zijn voor
mensen die zich niet altijd te voet of met de fiets kunnen verplaatsen.
Organisatie en verslag | DIRK LAUWERS, mobiliteitsdeskundige en ruimtelijk planner met meer dan 30 jaar ervaring. Hij is
gastprofessor aan de universiteiten van Antwerpen, Gent en Leuven. Naast zijn academische activiteit werkt hij als consultant
mobiliteit en stedelijke en regionale planning in Vlaanderen en Europa. Hij was afgevaardigd bestuurder van Iris Consulting,
directeur van Mens en Ruimte en van Arcadis.
WORKSHOP 5 SAFARI DOOR HET RINGLANDSCHAP
© AG Stadsplanning Antwerpen
Tijdens deze fietstocht langs de Antwerpse ring wordt
stilgestaan bij de betekenis van de ring in verleden,
heden en toekomst van de stad. De fietstocht leidt
deelnemers langs sporen van meer dan honderd jaar
geschiedenis in het gebied rondom de ring en de Singel,
een gigantische ruimte tussen kernstad en voorstad. De
tocht heeft aandacht voor groen in de stad en voor de
actuele verkeersproblematiek. Verder wordt stilgestaan
bij de kansen voor de stadsontwikkeling van morgen.
PETER VERMEULEN is ingenieur-architect en ruimtelijk planner. Hij is medeoprichter en vennoot van Stramien, bureau voor
architectuur en ruimtelijke planning. Peter is sinds eind jaren '70 actief in Antwerpen, eerst in de Werkgroep Verkeer en later
ook in de Werkgroep Stadsbelang. Hij is co-auteur van het Globaal Structuurplan Antwerpen (1990) en lid van de stuurgroep
(en stadsgids) van Antwerpen Averechts. Peter Vermeulen is auteur van het 'Ringland-concept' en bedenker van de fietstoer
Expeditie Brialmont.
testen, inspraak en bezwaren komt in Zwitserland zelden voor. Het hoeft daarom ook niet te verbazen dat veel Zwitserse stadsontwik-kelings- en infrastructuurprojecten, ondanks een uitgebreid partici-patieproces, uiteindelijk sneller gerealiseerd worden dan vergelijkbare projecten in andere landen. Een gunstig neveneffect van die participa-
tie is bovendien de grotere betrokkenheid van de bevolking. Zo is het besef van de noodzaak van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling dankzij de participatie gegroeid, wat ook in suburbane gebieden tot een duurzamer mobiliteitsgedrag heeft geleid en in een renaissance van compact stedelijk wonen heeft geresulteerd.
Strakke tijdsplanning
Om projecten snel te kunnen realiseren is in de Agglomeratiepro-gramma’s de financiering aan een strak tijdsschema gekoppeld. Voor projecten met de hoogste prioriteit moet het federaal geld binnen zeven jaar daadwerkelijk gebruikt zijn. Met de definitie van ‘dringliche Projekte‘ (dringende projecten) werden bovendien belangrijke, reeds geplande infrastructuurprojecten extra financieel ondersteund om een snellere uitvoering mogelijk te maken.
Een voorbeeld van een succesvol integraal duurzaam steden-bouw- en verkeersproject is de ‘Glattalbahn‘ in de noordelijke agglo-meratie van Zürich. Dit compleet nieuwe spoorsysteem met drie lijnen en 21 haltes werd binnen vijf jaar voltooid en verbindt Zürich met de luchthaven Kloten en met acht voorsteden. Met de Glattalbahn als ruggengraat van stedelijke ontwikkelingen ontstaat momenteel onder de naam ’Netzstadt Glattal’ uit voorheen perifeer restgebied een dichtbebouwde stad, met meer dan 100.000 inwoners en arbeids-plaatsen. Dankzij de goede bereikbaarheid met openbaar vervoer kon in veel gebieden het aantal parkeerplaatsen gehalveerd worden, wat tot een opwaardering van de openbare ruimte heeft geleid. Omdat de ‘Glattalbahn’ vooral door bestaand stadsgebied rijdt en gemeenten in Zwitserland zelf nauwelijks grond bezitten, was behalve intensieve burgerparticipatie ook samenwerking met private partners noodzake-lijk. Aangezien de Zwitserse bevolking via referenda altijd zelf bepaalt waaraan belastinggeld wordt uitgegeven (alle grote bouwprojecten moeten via referenda goedgekeurd worden), zijn efficiënte en pragma-tische oplossingen een vereiste. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling is dus ook in herstructureringsgebieden mogelijk - in samenwerking met private investeerders en met weinig kosten.
Eerste stap
Hoewel de agglomeratieprogramma’s hun eerste vruchten beginnen af te werpen, moet er nog veel gebeuren. In veel kleine agglomeraties is de auto nog altijd een heilige koe en blijft men vasthouden aan oude planningsstrategieën uit de jaren 1960. Het periurbane gebied - waar de oplossingen uit de agglomeratieprogramma’s nauwelijks toepasbaar zijn - krijgt veel te weinig aandacht. De Zwitserse ruimtelijke ordening heeft echter vooral in de grote en middelgrote agglomeraties - die qua schaal goed vergelijkbaar zijn met Belgische agglomeraties - een be-langrijke eerste stap naar een échte duurzame ruimtelijke ontwikkeling mogelijk gemaakt. De door verkeersproblemen geplaagde Belgische stadsgewesten kunnen er inspiratie uit putten. www.wetering.ch
M O B I L I T E I T
‘Blokkering door protesten, inspraak en bezwaren komt in Zwitserland zelden voor’
‘glattalbahn‘ in Zürich-Leutschenbach: verdichting en openbaar vervoer zijn in de Zwitserse agglomeraties onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Het winkelcentrum Sihlcity in Zürich is ruimtelijk in zijn omgeving geintegreerd en ligt aan verschillende tram-, S-Bahn- en buslijnen. Ondanks de perifere ligging aan een snelweg komt 70% van de bezoekers met het openbaar vervoer, met de fiets of lopend. [ F OTO : R E P O R T E R S ]
21 20
Infrastructuur – literatuurlijst artikels in Ruimte
Hieronder vindt u een selectie van artikels over infrastructuur die verschenen in het VRP-tijdschrift Ruimte. Als u geïnteresseerd
bent in een van deze artikels, kan u contact opnemen met [email protected]
VAN MOERKERKE, B., ‘De vallei wordt een talud. Verkeersknoop Lummen.’ Ruimte 1, jaargang 1, 2009, p. 22
VAN MOERKERKE, B., ‘Een concept voor de Vlaamse doortocht’, Ruimte 2, jaargang 1, 2009, p. 48
ARUP UK – SUM RESEARCH, ‘Is Liefkenshoektunnel het alternatief?’, Ruimte 2, jaargang 1, 2009, p. 62
RAEYMAEKERS, K., ‘Stad aan de stroom zonder brug’, Ruimte 2, jaargang 1, 2009, p. 71
VAN MOERKERKE, B., ‘Een ring is een weg in het landschap’, Ruimte 3, jaargang 1, 2009, p. 24
HAINE, K., ‘Dromen van een groene rivier’, Ruimte 3, jaargang 1, 2009, p. 46
VADER, R. en OPSOMER, F., ‘Het visitekaartje van de stad’, Ruimte 3, jaargang 1, 2009, p. 52
GOETHALS, M., LAUWERS, D. en VANVELDHOVEN, S., ‘Het leerproces van Oosterweel’, Ruimte 3, jaargang 1, 2009, p. 67
VAN MOERKERKE, B., ‘Creatief voor de slimme weggebruiker’, Ruimte 4, jaargang 1, 2009, p. 44
RENARD, P., ‘Het landschap is mijn grootste zorg’, Ruimte 5, jaargang 2, 2010, p. 10
RENARD, P., ‘Een debat over stad en rand’, Ruimte 5, jaargang 2, 2010, p. 54
VAN MOERKERKE, B., ‘Een hommage aan de mens’, Ruimte 6, jaargang 2, 2010, p. 52
DE SMEDT, P., HOLEMANS, D. en WACKENIER, L., ‘Vlaanderen staat stil’, Ruimte 6, jaargang 2, 2010, p. 56
VAN ACKER, M., ‘Kanalen en kolonies in de Kempen’, Ruimte 6, jaargang 2, 2010, p. 72
CANDAELE, B. en STALENHOEF, G., ‘Verdichting langs het Albertkanaal’, Ruimte 8, jaargang 2, 2010, p. 48
VAN ACKER, M., ‘De tram maakte van de kust een vastgoedeldorado’, Ruimte 8, jaargang 2, 2010, p. 74
PELEMAN, D. en VAN ACKER, M., ‘De renaissance van de infrastructuur’, Ruimte 9, jaargang 3, 2011, p. 44
BLONDIA, M. en DE BLOCK, G., ‘Grote projecten voor kleine stations’, Ruimte 9, jaargang 3, 2011, p. 58
TOTTE, P., ‘Wonen langs de snelweg’, Ruimte 10, jaargang 3, 2011, p. 20
VAN MOERKERKE, B., ‘Het plan achter de vlinder’, Ruimte 10, jaargang 3, 2011, p. 30
DE WANDELER, K., ‘De zeven levens van een Brusselse brug’, Ruimte 10, jaargang 3, 2011, p. 80
BLONDIA, M. en DE DEYN, E., ‘Een tramtrein voor Klein-Brabant’, Ruimte 11, jaargang 3, 2011, p. 50
VAN MOERKERKE, B., ‘Strijd om de schaduw van het viaduct’, Ruimte 12, jaargang 3, 2011, p. 14
AUCHA GOMEZ, E. en NAGELS, L., ‘Verdamd maar niet verdoemd’, Ruimte 14, jaargang 4, 2012, p. 54
VERBAKEL, W., ‘Traag heeft zo zijn voordelen’, Ruimte 15, jaargang 4, 2012, p. 54
VERMEULEN, P., ‘Uit de ban van de Ring’, Ruimte 16, jaargang 4, 2012, p. 14
RENARD, P., ‘Infrastructuur creëert economie’, Ruimte 16, jaargang 4, 2012, p. 42
BEKAERT, P., ‘Er zit vaart in het kanaal’, Ruimte 16, jaargang 4, 2012, p. 60
VAN DE WETERING, H., ‘Agglomeratie 2.0’, Ruimte 17, jaargang 5, 2013, p. 18
MOERMAN, A., ‘Een plan voor de ontsluiting van de haven’, Ruimte 17, jaargang 5, 2013, p. 46
BORRET, K. en JACOBS, E., ‘Park & Ride – visitekaartje van de stad’, Ruimte 19, jaargang 5, p. 58
PUTSEYS, I., TACK, B. en VANHAVERBEKE, F., ‘Wervend water: blauwgroene netwerken in de Eurometropool’, Ruimte 21,
jaargang 6, p. 41
AERTS, J., ‘In de ban van de Ring: van infrastructuurwerken tot stadsvernieuwing’, Ruimte 21, jaargang 6, p. 53
VAN REETH, J., ‘Regionet Leuven: openbaar vervoer als hefboom voor duurzame ruimtelijke ordening’, Ruimte 21,
jaargang 6, p. 57