1137 Elektronisch Kinddossier In 2009 Ingevoerd In De Jeugdgezondheidszorg

2
kwaliteitsbeleid 122 8-2008 > zorg & financiering patiëntenzorg optimaal kunnen benutten. De database ondersteunt de huisartsen tevens bij het declareren van de zogenoemde inschrijfta- rieven bij de zorgverzekeraars. Bij slechts één huisarts ingeschreven Er bereiken de stichting veel vragen over het probleem dat ontstaat wanneer een huisarts zowel op de persoonlijke AGB-code (Algemeen Gegevensbeheer Zorgverleners) als op de prak- tijkcode dezelfde patiënt aanmeldt. De ION-database is zo opgezet dat er slechts één huisarts (dus één AGB!) per patiënt kan zijn. Ofwel een patiënt kan slechts bij één huisarts staan ingeschreven. De combinatie met de mogelijkheid van het aanmelden ofwel op per- soonlijke AGB ofwel op praktijk-AGB leidt tot het probleem dat patiënten geblokkeerd raken. Het is nooit de bedoeling geweest dat een huis- arts op zowel de persoonlijke als de praktijk- AGB aanmeldt. De database kan niet controle- ren of een persoonlijke AGB bij een praktijk- AGB hoort en vice versa. De Stichting ION is nu met Vecozo (Veilige com- municatie in de zorg) in gesprek om te bezien hoe dit op te lossen: enerzijds het nu ontstane probleem van de blokkering doordat een huis- arts zelf twee keer heeft aangemeld en er dus geen discussie is over waar de patiënt thuis- hoort, anderzijds hoe dit dubbel door dezelfde huisarts/praktijk aanmelden kan worden voor- komen. De Stichting ION roept huisartsen op om zorg- vuldig met het aanmelden van patiënten om te gaan en niet de patiënt zowel op de persoonlijke als op de praktijk-AGB aan te melden. ION-database vanaf 1 juni 2008 De Eerste Kamer heeft op 9 april 2008 de Wet burgerservicenummer in de zorg aangenomen. Vanaf 1 juni 2008 mag het burgerservicenummer (BSN) in de zorg worden gebruikt, een jaar later wordt dat verplicht. Huisartsen kunnen hier- door vanaf 1 juni beschikken over de burgerser- vicenummers van hun verzekerde patiënten. Over de wijze waarop huisartsen de burgerservi- cenummers van hun patiënten kunnen verkrij- gen, worden zij geïnformeerd door de Lande- lijke Huisartsen Vereniging (LHV). De database van de Stichting ION is reeds volledig operatio- neel. Dus kunnen huisartsen zodra zij daadwer- kelijk beschikken over de BSN’s de bestanden van ingeschreven patiënten aanleveren aan die database. Deze bestanden moeten namelijk behalve de naam-, adres- en woonplaatsgege- vens van patiënten en de AGB-code van de huis- arts ook de burgerservicenummers bevatten. Bron: Stichting ION, 30 juni 2008< 1137 elektronisch kinddossier in 2009 ingevoerd in de jeugdgezondheidszorg Eind 2009 moeten alle instellingen in de jeugd- gezondheidszorg werken met digitale dossiers voor de kinderen. In de toekomst moet het elektronisch kinddossier kunnen aansluiten bij het elektronisch patiëntendossier (EPD) in de zorg. Dit staat in een brief van minister Rouvoet aan de Tweede Kamer over de voortgang van het elektronisch kinddossier in de jeugdgezond- heidszorg (EKD JGZ). Allereerst moeten de huidige papieren dossiers gedigitaliseerd worden. Instellingen schaffen hiervoor zelf een softwarepakket aan en zorgen er zelf voor dat hun medewerkers daarmee kun- nen werken. De gemeenten zijn bestuurlijk ver- antwoordelijk en treden op als financier. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gaat met subsidie van Jeugd en Gezin gemeen- ten en JGZ-instellingen begeleiden bij de invoe- ring. ZenF-0808-cyaan.qxd 12-9-2008 10:23 Pagina 122

Transcript of 1137 Elektronisch Kinddossier In 2009 Ingevoerd In De Jeugdgezondheidszorg

Page 1: 1137 Elektronisch Kinddossier In 2009 Ingevoerd In De Jeugdgezondheidszorg

kwaliteitsbeleid

122 8-2008 > zorg & financiering

patiëntenzorg optimaal kunnen benutten. Dedatabase ondersteunt de huisartsen tevens bijhet declareren van de zogenoemde inschrijfta-rieven bij de zorgverzekeraars.

Bij slechts één huisarts ingeschreven

Er bereiken de stichting veel vragen over hetprobleem dat ontstaat wanneer een huisartszowel op de persoonlijke AGB-code (AlgemeenGegevensbeheer Zorgverleners) als op de prak-tijkcode dezelfde patiënt aanmeldt. De ION-database is zo opgezet dat er slechts éénhuisarts (dus één AGB!) per patiënt kan zijn.Ofwel een patiënt kan slechts bij één huisartsstaan ingeschreven. De combinatie met demogelijkheid van het aanmelden ofwel op per-soonlijke AGB ofwel op praktijk-AGB leidt tothet probleem dat patiënten geblokkeerd raken.Het is nooit de bedoeling geweest dat een huis-arts op zowel de persoonlijke als de praktijk-AGB aanmeldt. De database kan niet controle-ren of een persoonlijke AGB bij een praktijk-AGB hoort en vice versa.De Stichting ION is nu met Vecozo (Veilige com-municatie in de zorg) in gesprek om te bezienhoe dit op te lossen: enerzijds het nu ontstaneprobleem van de blokkering doordat een huis-arts zelf twee keer heeft aangemeld en er dusgeen discussie is over waar de patiënt thuis-

hoort, anderzijds hoe dit dubbel door dezelfdehuisarts/praktijk aanmelden kan worden voor-komen. De Stichting ION roept huisartsen op om zorg-vuldig met het aanmelden van patiënten om tegaan en niet de patiënt zowel op de persoonlijkeals op de praktijk-AGB aan te melden.

ION-database vanaf 1 juni 2008

De Eerste Kamer heeft op 9 april 2008 de Wetburgerservicenummer in de zorg aangenomen.Vanaf 1 juni 2008 mag het burgerservicenummer(BSN) in de zorg worden gebruikt, een jaar laterwordt dat verplicht. Huisartsen kunnen hier-door vanaf 1 juni beschikken over de burgerser-vicenummers van hun verzekerde patiënten.Over de wijze waarop huisartsen de burgerservi-cenummers van hun patiënten kunnen verkrij-gen, worden zij geïnformeerd door de Lande-lijke Huisartsen Vereniging (LHV). De databasevan de Stichting ION is reeds volledig operatio-neel. Dus kunnen huisartsen zodra zij daadwer-kelijk beschikken over de BSN’s de bestandenvan ingeschreven patiënten aanleveren aan diedatabase. Deze bestanden moeten namelijkbehalve de naam-, adres- en woonplaatsgege-vens van patiënten en de AGB-code van de huis-arts ook de burgerservicenummers bevatten.Bron: Stichting ION, 30 juni 2008<

1137 elektronisch kinddossier in 2009 ingevoerd in de jeugdgezondheidszorg

Eind 2009 moeten alle instellingen in de jeugd-gezondheidszorg werken met digitale dossiersvoor de kinderen. In de toekomst moet hetelektronisch kinddossier kunnen aansluiten bijhet elektronisch patiëntendossier (EPD) in dezorg. Dit staat in een brief van minister Rouvoetaan de Tweede Kamer over de voortgang van hetelektronisch kinddossier in de jeugdgezond-heidszorg (EKD JGZ).

Allereerst moeten de huidige papieren dossiersgedigitaliseerd worden. Instellingen schaffenhiervoor zelf een softwarepakket aan en zorgener zelf voor dat hun medewerkers daarmee kun-nen werken. De gemeenten zijn bestuurlijk ver-antwoordelijk en treden op als financier. DeVereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)gaat met subsidie van Jeugd en Gezin gemeen-ten en JGZ-instellingen begeleiden bij de invoe-ring.

ZenF-0808-cyaan.qxd 12-9-2008 10:23 Pagina 122

Page 2: 1137 Elektronisch Kinddossier In 2009 Ingevoerd In De Jeugdgezondheidszorg

ict

123zorg & financiering > 8-2008

Begin 2009 moeten alle JGZ-instellingen bezigzijn met het invoeren van de digitale dossiers. Inaansluiting hierop geldt 2009 als een invoe-ringsjaar. Eind 2009 moet het mogelijk zijn datalle instellingen met digitale dossiers werken.Elk kind krijgt dan vanaf het eerstvolgende con-tactmoment met de JGZ een digitaal dossier. Informatie uit de dossiers moet landelijk elek-tronisch kunnen worden overgedragen, als dekinderen in zorg komen bij een andere JGZ-instelling. Dit moet snel, beveiligd en betrouw-

baar gebeuren. Rouvoet: ‘Omdat ik het belang-rijk vind hiervoor een toekomstbestendige op-lossing te kiezen, heeft het mijn voorkeur om tekiezen voor aansluiting bij het Landelijk Scha-kelPunt (LSP) van de AORTA-zorginfrastructuur.Daarmee wordt dan tegelijkertijd een aantalstappen gezet die noodzakelijk zijn om te zijnertijd aan te kunnen sluiten bij het EPD in de zorg.Deze ontwikkeling wordt zowel door mij alsdoor de minister van VWS als wenselijk gezien.’Bron: www.jeugdengezin.nl, 17 juli 2008<

1138 rfid-technologie stoort medische apparatuur

Systemen die werken met op afstand afleesbarechips met informatie, bijvoorbeeld polsbandjesmet een elektronische identificatiecode, kunnenmedische apparatuur verstoren. Dat blijkt uiteen artikel dat is verschenen in het gezagheb-bende Journal of the American Medical Association( JAMA).

Het artikel beschrijft een onderzoek dat onderleiding van het Academisch Medisch CentrumAmsterdam (AMC) en onderzoeksinstituut TNOwerd uitgevoerd naar de storende invloed vantwee typen RFID op 41 medische apparaten dieworden gebruikt op intensivecare-units of inoperatiekamers. RFID (radio frequency identifi-cation) is een techniek voor tracking & tracing;het (op afstand) identificeren en volgen van goe-deren of personen. Dat gebeurt door het viaradiogolven uitwisselen van gegevens van infor-matiechips met behulp van elders aanwezigeapparatuur. Het is voor het eerst dat veiligheids-risico’s van deze techniek voor ziekenhuizenzijn onderzocht. Binnen de gezondheidszorg groeit de belang-stelling voor RFID. De toepassingsmogelijkhe-den zijn dan ook legio. Erik Jan van Lieshout,internist-intensivist in het AMC en een van deleiders van het onderzoek, noemt als voorbeel-den het volgen van patiënten via een polsbandmet chip (waarmee men kan nagaan waar en

hoe lang zij zich in het ziekenhuis bevinden, duszeer geschikt voor het registreren van wachttij-den) of het lokaliseren van dure medische appa-ratuur of disposables als verbandgaas (zodat nade operatie geen gaas meer onopgemerkt in hetlichaam achterblijft). Of de RFID-techniek veiligis voor gebruik in een omgeving waar veel elek-tronische apparatuur staat, zoals een intensive-careafdeling of een operatiekamer, was echterniet bekend.Nu blijkt dat de radiogolven van RFID medischeapparatuur kunnen storen, waarschuwen deonderzoekers voor invoering van dit soort syste-men zonder grondige evaluatie vooraf en pleitenze voor meer onderzoek op locatie. Voorafgaandaan installatie van RFID zou men eigenlijk terplekke, dus op de kamer of afdeling waar hetsysteem gebruikt gaat worden, moeten nagaanwat de veiligheidsrisico’s zijn. Vooral van belangis de plaats van de uitleesapparatuur waarmeeRFID-chips communiceren. Zij vormen de voor-naamste bron van verstoringen. Om de risico’snog verder te verminderen dienen fabrikantenvan medische apparatuur in de toekomst meeraandacht te besteden aan het reduceren van destralingsgevoeligheid van hun apparaten. Deonderzoekers van AMC en TNO pleiten er daar-om voor om samen met de industrie systemen teontwikkelen die wel veilig zijn voor de zorg.

ZenF-0808-cyaan.qxd 12-9-2008 10:23 Pagina 123