112 Netwerk - editie 2 - 2015

16
APRIL 2015 'Kwetsbare ouderen moeten veilig wonen' Guido van de Logt, bestuurder van Livio werk net Pilot zelfredzaamheid Kinderen uit Gronau naar MST Zorgambulance steeds beter op de kaart Professionals buigen zich gezamenlijk over prestatie-indicatoren acute zorg ACUTE ZORG IN TWENTE EN OOST-ACHTERHOEK

description

Hét magazine voor acute zorg professionals in Twente en Oost-Achterhoek.

Transcript of 112 Netwerk - editie 2 - 2015

Page 1: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

april 2015

'Kwetsbare ouderen moeten veilig wonen'Guido van de Logt, bestuurder van Livio

werknet

Pilot zelfredzaamheid

Kinderen uit Gronau naar MST

Zorgambulance steeds beter op de kaart

Professionals buigen zich gezamenlijk

over prestatie-indicatoren acute zorg

Acute zorg in twente en oost-Achterhoek

Page 2: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

2

112 netwerk | April 2015

112 journaal

App-epidemie

We kunnen niet zeggen dat we een erg strenge winter hebben gehad. En toch zijn we allemaal toe aan de lente. Van een griepepidemie naar de app-epidemie: de schaatsapp, de ambulancezorgapp… WhatsApp, dat is het hele-maal. Of toch niet? WhatsApp haalde het nieuws. Volgens RTL staan ouders in twijfel of ze de WhatsApp berichten van hun kinderen mogen lezen. Is dit een vorm van bescherming of overtreding van de privacy? Of het nu om een app gaat of om de zorg, de kern van effectieve privacybescherming is een pri-vacybewuste houding met respect voor de persoonlijke levenssfeer van ieder individu, patiënt of medewerker.

Een andere ontwikkeling, maar dan binnen ons zorglandschap is de samen-werking tussen de kinderartsen in Enschede en Gronau. Voor de kinderen uit het Duitse Gronau die opgenomen moeten worden is het ziekenhuis in Enschede 30 km dichterbij dan het dichtstbijzijnde kinderziekenhuis in Duits-land. Met de samenwerking die nu is afgesproken mag je toch wel spreken van winst voor ouder en kind.

Niet alleen binnen de acute (spoed)zorg zijn we aan het ontwikkelen. De zorgambulance staat niet stil, letterlijk en figuurlijk. Inmiddels is deze al jaren een officieel onderdeel van onze orga-nisatie met in 2014 een bezettingsgraad van rond de 80%. Reden om een pilot van één jaar te gaan draaien waarin de zorgambulance ook wordt ingezet op de zaterdag. Voor patiënten betekent het dat zij niet meer hoeven te wachten tot maandag om vervoerd te worden.

In 2013 heeft de oprichting van de vakgroep zorgambulance plaatsgevon-den, die onder andere heeft gezorgd voor officiële opname van het woord ‘zorgambulance’ in de Dikke Van Dale. Daarnaast heeft de vakgroep met een landelijk symposium weer een stap heeft gezet in verdere professionalisering en positionering.

En ‘last’ maar zeker niet ‘least’ willen we u informeren over de voortgang van de landelijke campagne ‘De Mensen Van De Ambulance’. Ongetwijfeld hebt u die op enig moment al voorbij zien komen. Op al onze ambulances staat ook een afbeelding geplakt van deze campagne. Inmiddels is tussentijds on-derzoek gedaan naar de effecten van deze campagne, waarbij ik u alvast kan laten weten dat die positief zijn. De campagne loopt door tot en met 2016, dus u zult er nog geregeld iets over horen.

Astrid van TilborghManager acute zorg Ambulance Oost

2

Unieke knuffel voor kinderen in ambulance

Kinderen die een trauma onder-gaan en in de ambulance terecht komen hebben vaak behoefte aan troost, aan warmte. Veel hulpdien-sten hebben standaard een knuffel bij zich om in die omstandigheden aan een kind te kunnen geven.

Ambulance Oost heeft nu een geheel eigen knuffel laten ontwikkelen. De knuffel is gebaseerd op Bogus, de hond die een belangrijke rol speelt in het ambulanceboek dat Ambulance Oost en RAV IJsselland in 2014 hebben uitgegeven. Bogus is een hond in een ambulancepak. Voor elke aangeschafte knuffel is 0,50 overgemaakt naar de stichting Energy4all. De eerste knuffel werd uitgereikt voor een feestelijke ge-beurtenis. Teammanager Angeli overhandigde aan collega Tjeerd Bogus de hond voor zijn zoontje Sepp die net geboren is. n

Afspraken over communicatieAmbulance Oost en gemeenten Din-kelland en Tubbergen sluiten conve-nant en gaan samen inspanningsver-plichtingen aan. Een voorbeeld van deze inspanningsverplichting is bij-voorbeeld de afspraak die zij hebben gemaakt over de communicatie en de registratie van adressen en weg-afsluitingen. Zij bundelen de krach-ten en hopen hiermee te voorkomen dat een ambulance op een ‘onvoor-zien obstakel’ rijdt. Alles wordt goed gemonitord en de afspraken worden jaarlijks geëvalueerd. n

Page 3: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

3

112 netwerk | April 2015

3

Onderzoek naar spoed in dagpraktijk huisartsenVeel onderzoek in de acute zorg focust zich op huisartsenposten. Er is weinig bekend over hoe huisartsen in de dag-situatie de zorg rondom spoedgevallen hebben georganiseerd en of er verschil-len zijn tussen huisartsen. Ook is onbe-kend hoeveel spoedmeldingen huisart-sen overdag krijgen. Lisanne Wiggers, masterstudent Health Sciences van Uni-versiteit Twente, wil hier met haar af-

studeeronderzoek meer inzicht geven. Zij zal hiervoor onder andere enquêtes afnemen bij de huisartsen in Twente. Het onderzoek vindt plaats onder su-pervisie van Bureau Acute Zorg Euregio en met medewerking van de Landelijke Huisartsen Vereniging Kring Twente, Federatie Eerstelijnzorg Almelo en om-streken en Twentse Huisartsen Onder-neming Oost Nederland. n

Belangstelling voor PREpare

Jan Wohlmann en Lisanne Wiggers zijn gestart met hun afstudeeronderzoek bij BAZE.

Traumaregistratie over de grens vergelekenEr zijn in Nederland vier ziekenhuizen die gegevens over hun traumapatiën-ten zowel aan de landelijke traumare-gistratie (LTR) als aan de Duitse trau-maregistratie (TR-DGU) leveren. In het kader van zijn afstudeeronderzoek bij Bureau Acute Zorg Euregio vergelijkt Jan Wohlmann, masterstudent Health Sciences van Universiteit Twente, deze twee registraties met elkaar. Het doel

is om de Revised Injury Severity Classi-fication, version II (RISC II) die gebruikt wordt in de TR-DGU te vergelijken met de binnen de LTR gebruikte Trauma and Injury Severity Score (TRISS). RISC II en TRISS zijn methoden om de overlevings-kansen van patiënten te vergelijken met de daadwerkelijke overleving en geven een indicatie van de geleverde kwaliteit van zorg. n

Op 16 februari heeft het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Twente besloten om voor 1 juli 2015 jodiumtabletten te gaan verstrekken aan circa 7.000 inwoners van de gemeenten Dinkelland en Losser.

Het gaat om de bevolkings-groep toten met 40jaar en alle zwangeren, die binnen een straal van 25 kilometer van de kerncentrale Lingen (Duitsland) wonen. De inname van ‘gewoon’ jodium vóór het overtrekken van een radioactieve wolk, zorgt er voor dat de schildklier geen radioactief jodium opneemt. Minister Schip-pers van Volksgezondheid besluit op korte termijn op welke wijze jo-diumtabletten worden verstrekt in een straal van 100 kilometer rond-om kerncentrales. In deze cirkels moeten bij een kernongeval alle bewoners tot en met 18 jaar en alle zwangeren van jodiumtabletten zijn voorzien. n

Predistributie van jodiumtabletten

Bij het verschijnen van dit magazine is het laatste People-to-People project met als titel ‘Staff in cross-border urgent care in de EUREGIO’ (SourcE) afgerond.

Het belangrijkste resultaat van het project, dat in samenwerking met de Duitse partner Feuerwehr- und Rettungsdienstakademie Bocholt is uitgevoerd, betreft de ontwikkeling van een concept voor een 80 uur du-rende aanvullende opleidingsmodu-le die Duitse Rettungsdienstmitar-beiter voor een inzet over de grens zal voorbereiden. In toenemende mate is er van zowel regionale als landelijke overheidswege belang-stelling voor het PREpare-project, dat moet leiden tot implementatie van concrete maatregelen die een actieve grensoverschrijdende sa-menwerking tot routine maakt. n

Page 4: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

4

112 NETWERK | apRil 2015

GrootschaliGe zorG

nder zorgcontinuïteit worden alle plannen verstaan die zor-

ginstellingen maken en handelingen die zij verrichten ter voorbereiding op, tijdens en na acute crises. Met als doel om de continuïteit van zorg tijdens rampen te borgen. Op basis van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) worden bij intramurale zorgorganisa-ties onder zorg niet alleen medische en verpleegkundige handelingen ver-

O

Management ZorgAccent op oefening: ‘pea-NUTS’

staan, maar ook wonen en welzijn. De doelgroep bestaat uit mensen die, intramuraal of thuis, langdurige en/of specialistische zorg krijgen die niet uit te stellen is. GHOR stimuleert en on-dersteunt de zorginstellingen bij het maken van bovengenoemde crisisplan-nen en faciliteert ook het beoefenen hiervan. In Twente gaat het om 24 zorggroepen waarmee GHOR Twente op regelmatige basis contacten onder-houdt.

OefeningIn de ochtend vond een informatief programma plaats, verzorgd door collega’s van GHOR. Tijdens dit pro-gramma zijn de diverse niveaus van opschaling, de rol van de Officieren van Dienst, mandatering en bevoegd-heden aan de orde geweest. Onder be-geleiding van een oefenleider en een responsteam is ’s middags een inter-actieve simulatie gehouden. De simu-latie richtte zich op een van de zeven bedreigingen van zorgcontinuïteit die zich tijdens een incident bij één van de woonzorglocaties van ZorgAccent kan voordoen, namelijk de uitval van

GHOR Twente ondersteunt zorginstellingen bij planvorming zorgcontinuïteit

nutsvoorzieningen. De simulatie had verschillende doelen waaronder het naspelen van de interne en externe samenwerking, het met elkaar ervaren wat zich allemaal bij een calamiteit kan voordoen, de rol en functie van GHOR en het onder stress overzicht houden over de diverse acties die bij een cala-miteit ontstaan. Coördinatie, overzicht, samenwerking, korte evaluaties, team-spirit en beslissingen worden in een kort moment op de proef gesteld. Van-uit het management van ZorgAccent is deze oefening als zeer waardevol erva-ren. Na deze oefening moest men wel even ‘stoom afblazen’.

Nut en noodzaakNaast bewustwording is het besef ontstaan dat ZorgAccent haar in- en externe informatie en communicatie moet aanpassen, om bij een calamiteit adequaat en in het belang van cliënten en medewerkers te kunnen handelen. ZorgAccent heeft de oefening als bij-zonder leerzaam en nuttig ervaren. De professionele organisatie door GHOR Twente heeft hierbij zijn nut en nood-zaak bewezen. n

Donderdag 12 februari heeft ZorgAccent deelgenomen aan een crisisteamoefening in het Geneeskundig Trainingscentrum Zuidkamp, in samenwerking met GHOR Twente. Het management van ZorgAccent is in het kader van zorgcontinuïteit geïnformeerd over de samenwerking tussen de verschillende hulpdiensten gedurende een calamiteit met directe gevolgen voor haar cliënten en medewerkers.

Door Jeroen Kip, ZorgAccent

Page 5: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

5

112 NETWERK | apRil 2015

en toxische wolk, een plasbrand of een explosie. Het is zomaar

een greep uit de incidenten die kun-nen voorkomen wanneer er gevaarlijke stoffen worden vervoerd per trein. De eerste paar minuten, voordat de hulp-diensten zijn gearriveerd, zijn van groot belang voor de veiligheid van de bewo-ners rondom het spoor. Om de zelfred-zaamheid van de burgers te vergroten is samen met de gemeente Borne de pilot Zelfredzaamheid & Spoorveilig-

Door Mariëlle Mulder, Saxion Hogeschool, en Ellen Misana, Veiligheidsregio Twente

E

Pilot Zelfredzaamheid & Spoorveiligheid succesvol

heid opgezet. Vanwege de doelstel-ling van MijnBorne2030, waarbij de gemeente samen met de burgers pro-beert de zelfredzaamheid te vergroten en vanwege de vraag vanuit de burgers over spoorveiligheid, werd er besloten om de pilot in Borne uit te voeren.

Uniek projectEen project waarbij getracht wordt ef-fecten van spoorincidenten te verklei-nen en zelfredzaamheid te vergroten is niet vernieuwend, echter is de manier waarop dit project is uitgevoerd dat wel. Dit keer geen training voor hulp-diensten, maar inwoners gingen zelf oefenen. Een unieke manier van oefe-nen in Nederland. Met behulp van in-teractieve vragen, welke met een stem-kastje konden worden ingevuld, en het naspelen van scenario’s werd gepro-beerd het risicobewustzijn en de zelf-redzaamheid te vergroten. Uit de resul-taten bleek dat de burger meer kennis had vergaard over incidenten, zich be-wuster is van eventuele risico’s en dat ze beter in staat zijn om een noodsituatie

Bornse inwoners trainen voor eigen zelfredzaamheid

Veiligheid en zelfredzaam-heid. Elke hulpdienst en ge-meente probeert hieraan zijn steentje bij te dragen. Maar wat gebeurt er als je inwo-ners zelf laat meetrainen om hun zelfredzaamheid te ver-groten? Dit vraagstuk stond centraal in de pilot Zelfred-zaamheid & Spoorveiligheid van Veiligheidsregio Twente en gemeente Borne.

te herkennen en adequaat te handelen. De burgers hebben laten merken dat ze de oefening leerzaam vonden en behoefte hebben aan informatie, met name vanuit de gemeente. Een mobiele applicatie, sleutelfiguren en een herha-ling van de bewonersoefeningen kun-nen in de toekomst voor een nog beter resultaat zorgen.

ToolkitOp donderdag 5 maart reikte burge-meester Rob Welten onder toeziend oog van vijftien inwoners de toolkit Zelfredzaamheid & Spoorveiligheid uit aan Ineke Bakker, gedeputeerde van de provincie Overijssel. Naast de com-plimenten van mevrouw Bakker en de burgers, vroegen de burgers zich af of deze methode ook geschikt is voor de mindere zelfredzame mensen in onze samenleving, zoals gehandicapten en minder valide mensen. Daarom worden de middelen en methodiek momenteel in een pilot in Wierden ingezet, waarbij specifiek aandacht besteed wordt aan deze doelgroep. n

GrootschaliGe zorG

Foto links: Bornse inwoners tijdens de interactieve training. Foto rechts: burgemeester Rob Welten en Ineke Bakker, gedeputeerde provincie Overijssel.

Page 6: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

6

112 NETWERK | apRil 2015

innovatie

LS is een e-learningmodule die gericht is op het vergroten van de

kennis – protocollen en richtlijnen – die van belang zijn in de prehospitale op-vang van traumapatiënten. Het oplei-dingsbeleid van zowel Ambulance Oost als RAV IJsselland is erop gericht maxi-male aansluiting te maken met haar ambulanceverpleegkundigen, -chauf-feurs en meldkamercentralisten. Al in 2008 werd bij Ambulance Oost voor het eerst gewerkt met e-learning mo-dules. Inmiddels is een geheel nieuwe e-learning omgeving ontwikkeld, het online leerportaal Kennisdesk 2.0, waar-bij verbeteringen zijn aangebracht ten aanzien van de opbouw en werkwijze. Met name de simulatie werd in het vo-rige product complex gevonden. Veelal zijn nu generieke modules gemaakt en is de regionale situatie minder in beeld gebracht.

GeaccrediteerdDe nieuwe e-learningmodules, waaron-der TLS, maken onderdeel uit van het op-leidingsaanbod voor de komende jaren. Een gedegen digitale voorbereiding, na-slagwerk en realistische oefenscenario’s die aansluiten op de praktijktrainingen en assessments van de ambulancedienst. Ook zijn deze modules volledig afge-stemd op de LPA8 (ambulanceprotocol-len) die eind 2014 werden ingevoerd (zie 112 Netwerk, oktober 2014). De

T

Nieuw: het online leer- portaal Ambulancezorg

e-learningmodule TLS bestaat uit twee onderdelen: theorie en een kennistoets. De module is geaccrediteerd door V&VN en levert de ambulanceverpleegkundi-ge en -chauffeur bij succesvol afronden drie accreditatiepunten op. TLS bevat de keten van interventies die prehospitaal plaatsvinden. Elke hulpverlener in deze keten draagt bij aan het voorkomen van en vermindering van mortaliteit en mor-biditeit bij een traumapatiënt.

Zo vaak als nodigMet de e-learningmodules hebben de

Instrument bij de waarborging van kennis en kunde binnen de ambulancezorg

ambulanceverpleegkundigen, -chauf-feurs en meldkamercentralisten de mo-gelijkheid op elk willekeurig moment – alleen of in teamverband – zo vaak als nodig te trainen in situaties die in wer-kelijkheid lastig te trainen zijn. Centraal staan de protocollen LPA8 en de meest recente (internationaal) geldende richt-lijnen binnen de ambulancezorg. n

Meer informatie? Neem contact op met Albert van Eldik, staffunctionaris oplei-dingen, via [email protected] of kijk op www.doczero.eu.

Voor ambulanceverpleeg-kundigen en -chauffeurs ontwikkelde Doczero het online leerportaal ‘Ambulan-cezorg’. Naast de Advanced Life Support (ALS) en Pediatric Advanced Life Sup-port (PALS) is de e-learning-module Trauma Life Support (TLS) een van de beschik-bare e-learningmodules ambulancezorg.

Door Doczero en Kitty Muntenaar, Ambulance Oost

Maximale aansluiting op de praktijk

Doczero ontwikkelt haar e-learningmodules in samenwerking met de sector en met inachtneming van de meest recente richtlijnen. De e-learningmodules en cursuspakketten maken maximaal aansluiting met de vraagstukken van de zorgverlener in de ambulance-, ziekenhuis- en gehandicaptenzorg. De continue beschikbaarheid van up-to-date digitaal lesmateriaal, integratie met externe LMS-en op basis van SCORM en koppeling met het kwaliteitsregister maken de producten van Doczero een waardevol instrument bij het bevoegd en bekwaam houden van de zorgprofessional.

Page 7: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

7

112 NETWERK | apRil 2015

over de Grens

Door Alexandra Ziemann, Acute Zorg Euregio

Kinderen uit Gronau in Medisch Spectrum TwenteHoe wordt grensoverschrijdende samenwerking een succes?

p 17 februari 2015 heeft een dele-gatie van het grensoverschrijden-

de samenwerkingsverband, bestaande uit de burgemeester van Gronau, het Duitse ’Initiative Pro Kinderstation‘, zorgverwijzers uit Gronau, de Bezirks-regierung Münster, het EUREGIO- sekretariaat en BAZE, een werkbezoek gebracht aan het Vrouw Kind Centrum (VKC) in MST. De bijeenkomst was het officiële startschot van de samenwer-king tussen zorginstellingen in Gronau

Sinds 1 januari 2015 kunnen kinderen uit Gronau in geval van nood naast Duitse ziekenhuizen met een kinderafdeling ook naar Medisch Spectrum Twente (MST) in Enschede door-verwezen worden. Bureau Acute Zorg Euregio (BAZE) heeft in 2014 onderzocht hoe deze grensoverschrijdende samenwerking tot stand komen kan en heeft daarbij veel geleerd.

en het VKC. Door deze samenwerking wordt 24 uur per dag acute zorg voor kinderen dichtbij huis mogelijk ge-maakt.

Les 1: Kansen benutten, reële pro-blemen oplossen en een kartrekkerBAZE heeft in 2014 onderzocht hoe de samenwerking tussen alle betrok-ken partijen het beste vormgegeven kan worden. Het verzoek kwam uit de praktijk: ouders uit Gronau hadden zich verenigd in het ‘Initiative Pro Kin-derstation’ met als inzet de komst van een kinderafdeling in Gronau. Ze waren echter niet succesvol. Ze hebben niet opgegeven en naar een nieuwe oplos-sing gezocht en deze over de grens ge-vonden.

Les 2: Onafhankelijke coördinatie en iedereen meenemenBAZE heeft tussen maart en juni 2014 met alle betrokkenen in Gronau afzon-derlijke gesprekken gevoerd. Er is ge-kozen voor deze aanpak vanwege de twee jaar durende, emotionele strijd die door de ouders is gevoerd. Door de onafhankelijke positie van BAZE, werd

Een delegatie, bestaande uit Nederlandse en Duitse partners, heeft in februari 2015 een werkbezoek gebracht aan het Vrouw Kind Centrum in MST.

het bureau door alle partijen als coördi-nator geaccepteerd.

Les 3: Pragmatische aanpak en niet te vroeg stoppenVooral door de bemiddelende en coör-dinerende rol van BAZE was het moge-lijk om tot een pragmatische oplossing te komen die voor alle partijen accep-tabel was. Het zieke kind wordt altijd eerst gezien in een zorginstelling in Gronau en, indien het medisch noodza-kelijk is en de ouders/begeleiders hier-mee akkoord gaan, wordt het patiën-tje doorverwezen naar MST. Er is altijd vooraf telefonisch contact tussen de doorverwijzende arts in Gronau en de dienstdoende kinderarts in het VKC van MST. BAZE heeft ook de daadwerkelijke implementatie verder ondersteund. Zo hebben de artsen in Gronau en patiën-ten/begeleiders de belangrijkste infor-matie in de vorm van posters en flyers ontvangen. MST heeft nu een Duitse ontslagbrief en ook de procedure voor vergoeding van kosten is uitgewerkt. In 2015 zal BAZE ondersteunen met de evaluatie en waar nodig met de uitvoe-ring van eventuele aanpassingen. n

O

Page 8: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

8

112 NETWERK | apRil 2015

coverintervieW

Veilig ouder worden in TwenteDoor Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond

an de Logt blikte tijdens zijn ver-haal vooruit op de veranderende

zorgsituatie per 1 januari 2015. Inmid-dels ligt deze datum ruim vier maanden achter ons en zijn de plannen realiteit geworden. Een van de wijzigingen houdt in dat kwetsbare ouderen, die voorheen in aanmerking kwamen voor een verblijf in een woon-/zorgcentrum, nu langer zelfstandig blijven wonen. Zij worden geacht voldoende zelfredzaam te zijn met eventuele hulp van mantel-zorg, thuiszorg en technische hulpmid-delen. Van de Logt maakt zich zorgen over deze groep ouderen, waartoe ook licht dementerenden behoren. ‘Als voorbereiding op het symposium heb ik geïnventariseerd waar deze kwetsbare ouderen wonen in Enschede. Dat blijkt enorm verspreid te zijn. Deze mensen ontvangen geen of weinig hulp en er is geen zicht op de veiligheidsmaat-regelen die deze groep mensen heeft getroffen. Dat kan verstrekkende con-sequenties hebben voor het verlenen

van hulp bij een acuut veiligheidspro-bleem. Het is hoog tijd dat we ons daar als zorgverleners bewust van worden en hier met elkaar over gaan praten.’

Lager risico, grotere impactVolgens Van de Logt moeten we als maatschappij goed nadenken over de risico’s die het langer thuis wonen met zich meebrengt. Bij een brand in een woonhuis is de impact meestal groter dan bij een brand in een woon-/zorg-centrum, waar de middelen aanwezig zijn om veilig en snel te kunnen evacu-eren. Ouderen die thuiszorg ontvangen van Livio hebben met enige regelmaat een thuiszorgmedewerker over de vloer, maar deze is niet toegerust om bijvoorbeeld te controleren of er een werkende rookmelder in de woning aanwezig is. Om betere voorlichting te kunnen geven over de veiligheidsrisico’s heeft Van de Logt onder andere contact met GGD Twente. ‘We combineren onze gegevens over kwetsbare ouderen met

V

Zorgontwikkelingen treffen kwetsbare ouderen

Eind 2014 organiseerde GHOR Twente een

minisymposium dat in het teken stond van

samenwerking tussen de zorginstellingen in Twente

en Veiligheidsregio Twente. Guido van de Logt,

bestuurder van Livio, gaf tijdens deze bijeenkomst

een lezing over de ontwikkelingen in de zorg en wat

deze betekenen voor de veiligheid van minder of

niet-zelfredzame mensen.

'We moeten goed

nadenken over de

risico’s van het

langer thuis wonen'

Page 9: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

9

112 NETWERK | apRil 2015

coverintervieW

De bestuurder

van Livio

praat met

bevlogenheid

over zijn visie

ten aanzien van

veilige zorg voor

ouderen.

gegevens van GGD Twente, om te kij-ken of we bepaalde veiligheidsrisico’s in de thuissituatie beter in beeld kunnen brengen. Daarmee kunnen we in ieder geval onze klanten – en eventueel hun familie – informeren over deze risico’s.’

Situatie achter de voordeurIn een ideale situatie zouden volgens Van de Logt alle hulpdiensten per adres op de hoogte moeten zijn van de situatie achter de voordeur. ‘Als de brandweer zou weten wat de brand-veiligheidssituatie is per woning, kun-nen zij bij een uitruk ook sturen op die informatie. Maar ook informatie over medicijngebruik zou centraal toegan-kelijk moeten zijn voor apothekers, huisartsen en ziekenhuizen. In het ge-val van een ramp kunnen ouderen op die manier sneller de juiste hulp toege-reikt krijgen.’ De vraag die automatisch gesteld wordt, is wie verantwoordelijk is voor het beheren van deze hulpmid-delen en infrastructuren. En naast de praktische uitvoerbaarheid hangt aan een dergelijk ‘veiligheidsnetwerk’ ook een prijskaartje. ‘We hebben bij kwets-bare ouderen te maken met een doel-groep die vaak niet veel te besteden heeft. Investeren in de thuisveiligheid – bijvoorbeeld door de aanschaf van rookmelders – is voor hen dan meestal geen prioriteit. Wij moeten als zorg-verleners met elkaar kijken hoe we die praktische en economische problemen kunnen oplossen.' n

Nieuwe technieken

Van de Logt definieert de groep kwetsbare ouderen als ouderen boven de 75 jaar, zonder financieel kapitaal (met een inkomen onder 1 30.000 per jaar) en zonder sociaal kapitaal (geen familie in de directe omgeving). Van der Logt: ‘Juist kwetsbare ouderen zijn gebaat bij elektronische hulmiddelen, maar de omgang met deze apparaten is voor hen vaak lastig. Over twintig jaar is dat heel anders: de jonge senioren van nu zijn veel meer vertrouwd met technologische ontwikkelingen en zullen daar als ze ouder zijn van profiteren.’

Page 10: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

10

112 NETWERK | apRil 2015

Connect project, is de vertegenwoordi-ging van patiënten en hartrevalidatie. Samen met hen zijn drie doelstellin-gen opgesteld voor het NVVC Connect project in deze regio, waarvan de eer-ste twee eveneens aanbevolen werden vanuit de MICK-studie:• Inzicht krijgen in de patiëntervaring

en -voorkeuren van de acuut hartin-farct keten.

• Verbeteren van herkenning van een acuut hartinfarct bij huisartsen en doktersassistenten.

• Inzicht in en verbeteren van deelna-me aan de hartrevalidatie.

Kick-offDonderdag 23 april vindt de kick-off plaats van het NVVC Connect project in Twente en Oost-Achterhoek. Het programma start om 17.30 uur in de Grolsch Veste te Enschede. Het pro-gramma is te vinden op de website www.acutezorgeuregio.nl. Hier vind je ook de link om je in te schrijven voor deze avond. n

Ketenpartners

er jaar worden er meer dan 27.000 patiënten opgenomen met een

acuut infarct. Het is gebleken dat door goede organisatie van zorg de prog-nose van patiënten sterk kan worden verbeterd. Uitgangspunt daarbij is een sterke en goed samenwerkende ke-ten: van huisarts en ambulance tot en met dottercentrum en revalidatie. Met NVVC Connect wordt regionaal in kaart

Door Manon Bruens, Acute Zorg Euregio

P

Netwerk Acute Zorg Euregio sluit aan bij NVVC Connect

gebracht hoe de zorg rondom cardiolo-gische behandelingen in een bepaalde regio is georganiseerd en welke verbe-teringen mogelijk zijn.

AansluitingGert van Houwelingen, interventiecar-dioloog bij MST en voorzitter van de expertgroep Myocard Infarct (MI) van Netwerk Acute Zorg Euregio, legt uit dat er in de regio al veel ketensamen-werkingsverbanden en afspraken zijn voor patiënten met verdenking op een acuut hartinfarct. De Myocard Infarct en CVA Keten (MICK) studie die in 2012 is uitgevoerd, heeft de keten van de pa-tiënt met de doorlooptijden inzichtelijk gemaakt. De expertgroep in deze regio heeft dezelfde doelstellingen als NVVC Connect. Omdat Twente en Oost-Ach-terhoek nu nog een witte vlek op de kaart van NVVC Connect zijn, is aanslui-ting bij de projectgroep gezocht.

DoelstellingenBelangrijk voor deelname aan het NVVC

Project brengt zorg rondom cardiologische behandelingen in kaart

NVVC Connect is een kwaliteitsproject van de Nederlandse Vereniging van Cardiologie (NVVC). Doel is het verbeteren van de zorg voor patiënten met een acuut hartinfarct (stemi/nstemi). Het acute hartinfarct (Myocard Infarct) is helaas nog steeds een van de meest voorkomende oorzaken van sterfte en invaliditeit in Nederland.

Page 11: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

11

112 NETWERK | apRil 2015

patientenzorG

mbulancezorg heeft een sterk imago en Nederland is heel posi-

tief over ambulancezorg. De resultaten laten echter ook zien dat mensen vaak niet weten hoe ambulancezorg precies werkt en wat ze wel of niet van ambu-lancehulpverleners kunnen verwach-ten. Naar aanleiding daarvan is een meerjaren publiekscampagne opgezet en werd de campagne ‘De mensen van de ambulance’ gelanceerd door minis-ter Schippers op 11 maart 2014.

CampagneAmbulanceprofessionals treden in de campagne zelf naar voren en vertellen wat je kunt doen (of beter kunt laten) als je als patiënt of omstander te maken krijgt met ambulancezorg. De campag-ne is opgebouwd uit drie hoofdthema’s: ‘als je 112 belt’, ‘in het verkeer’ en ‘bij zorgverlening’ en heeft een looptijd van drie jaar. Elk jaar komen deze drie hoofdthema’s voor het voetlicht via verschillende communicatiekanalen en -middelen.

Tussentijdse effectmetingIn december 2014 is een tussentijdse effectmeting imago en campagne am-bulancezorg uitgevoerd. Twee van de onderzoeksdoelen hierbij waren: • Inzicht krijgen in de ontwikkeling

van kennis over ambulancezorg bij het publiek ten opzichte van 2012

Door Kitty Muntenaar, Ambulance Oost

A

Tussentijds resultaat campagne ambulancezorg

(imago onderzoek ambulancezorg, nulmeting).

• Inzicht in bekendheid, bereik, waar-dering en gepercipieerde boodschap van de campagne ‘De mensen van de ambulance’ bij het publiek.

Opvallende resultatenIn 2012 bleek uit het imago-onderzoek ambulancezorg dat Nederland een zeer positieve houding heeft tegenover am-bulancehulpverleners. In 2014 is dit nog verder verbeterd: in 2012 beoordeelde 73% van Nederland ambulancehulpver-leners als zeer positief, in 2014 was dit maar liefst 83%. Het kennisniveau over ambulancezorg is stabiel gebleven. Een kwart van Nederland heeft de campag-ne inmiddels gezien, met name via mas-sacommunicatie. De campagne heeft

'De mensen van de ambulance' bevordert positieve houding publiek

In juli 2012 heeft AZN (sectororganisatie Ambulancezorg Nederland) een grootschalig representatief imago-onderzoek ambulancezorg gehouden onder meer dan 1.000 Nederlanders. De uitkomsten daarvan zijn goed, maar laten ook zien dat er nog ruimte is voor verbetering.

positieve effecten. Een paar voorbeel-den: mensen die de campagne kennen hebben een nog positievere houding gekregen tegenover ambulancezorg dan mensen die de campagne niet ken-nen. Ook hebben zij meer vertrouwen gekregen in ambulancezorg en beoor-delen zij met name de meldkamercen-tralist ambulancezorg veel hoger. Tot slot is het kennisniveau over ambulan-cezorg veel beter.

Voortgang 2015De campagne ‘De mensen van de am-bulance’ loopt tot medio 2016. Dit jaar wordt alle content uit 2014 herhaald en worden de in 2014 ontwikkelde com-municatiemiddelen weer opnieuw in-gezet en staan nieuwe middelen op de rol. Laat u verrassen! n

Maar liefst 83% van de ondervraagden beoordeelde amnulancehulpverleners als zeer positief.

Page 12: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

12

112 NETWERK | apRil 2015

patientenzorG

n maart 2013 is de vakgroep zorgam-bulance van V&VN opgericht. In deze

vakgroep zitten Nathalie Christenhusz (voorzitter) en Erwin van Driel (lid), twee medewerkers van Ambulance Oost. De vakgroep heeft zich als doel gesteld de zorgambulance te willen professiona-liseren en positioneren binnen de am-bulancezorg en haar ketenpartners. De vakgroep begon met zes leden en is in korte tijd gegroeid naar negentien le-den van elf verschillende regionale am-

Zorgambulance steeds beter op de kaart

Na de start in 1992 en de doorontwikkeling van hulp-

ambulance naar zorg ambulance, is in mei 2012 het

eerste kwaliteitskader zorgambulance uitgegeven.

Dit is tot stand gebracht door Ambulancezorg

Nederland (AZN), samen met de beroeps vereniging

voor Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland

(V&VN) en Nederlandse Vereniging van Medisch

Managers Ambulancezorg (NVMMA).

bulancevoorzieningen. De vakgroep is op zoek gegaan naar behoeften van de beroepsgroep en is daar aan gaan wer-ken. Een voorbeeld hiervan is het eva-lueren van het kwaliteitskader zorgam-bulance. Op deze manier willen ze een basis leggen waarop ze verder kunnen ontwikkelen.

Landelijk congresVanuit de vakgroep kwam het idee dat zij zich graag meer wilden profileren

als zorgambulance binnen de gezond-heidszorg en de ambulancesector. De gedachte ontstond tot het organiseren van een landelijk congres met betrek-king tot de zorgambulance in Neder-land.

Niet te oefenenOp donderdag 5 februari 2015 vond in Leusden het eerste landelijk zorgam-bulancesymposium plaats. Het sympo-sium was een eerste ontmoetingsplaats

Door Kitty Muntenaar, Ambulance Oost

Professionalisering en verdieping zorgambulancemedewerkers staan centraal bij eerste symposium

Dikke van Dale

Onder invloed van de vakgroep heeft de Dikke van Dale in het najaar van 2014 het woord ‘zorgambulance’ opgenomen hun bestand.

Ook op zaterdag

De zorgambulance wordt bij Ambulance Oost, bij wijze van proef, vanaf 1 november 2014 gedurende een jaar ook ingezet op zaterdag tijdens de daguren.

I

Geert Nijhuis over Incidentmanagement.

Page 13: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

13

112 NETWERK | apRil 2015

patientenzorG

Zorgambulance steeds beter op de kaartProfessionalisering en verdieping zorgambulancemedewerkers staan centraal bij eerste symposium

Verwachting overtroffen

‘Tijdens de organisatie van het symposium hoopten we op zo’n 60 à 75 bezoekers. Uiteindelijk werden dat er 131. Daar werden we uiteraard wel even stil van’, vertelt voorzitter Nathalie Christenhusz.

Frederiek van Heerikhuizen, psycholoog bij Medisch Spectrum Twente, geeft een interactieve workshop over gesprekstechnieken. ‘Herkennen jullie de situaties die ik schets?’, vraagt ze al rondkijkend. Instemmend wordt er geknikt.

‘Het was leuk om op deze manier te praten’, zegt een RAVU-medewerker in de pauze. ‘Bij de workshop hadden we het er over dat je soms niets hoeft te zeggen, die tip neem ik mee.’

voor zorgambulancemedewerkers met als doel verdere professionalisering en verdieping. Wiro Gruijters, programma-manager AZN, vertelt over de historie en toekomst van de zorgambulance en nadat Thomas Bionda, gedragsbioloog bij de Apenheul, de overeenkomsten tussen mensen en apen heeft uitgelegd gaan verschillende workshops van start:• Incidentmanagement• ‘Daar moet je niet te zwaar aan

tillen’(een workshop over de Po-wer-LOAD, een elektrisch hydrau-lisch brancardsysteem, en fysieke belasting)

• Gesprekstechnieken• Nierdialyse• Radiotherapie• Pijn

Geslaagde dagMarcellino Bogers, dagvoorzitter, ver-zorgde de afsluitende plenaire sessie van de dag; kritisch, humoristisch en deskundig op het gebied van de ge-zondheidszorg. Zowel bezoekers als organisatie kijken terug op een ge-slaagde dag. In de toekomst wil de vak-groep meer bijeenkomsten organiseren voor de zorgambulance. n

Groepsfoto vakgroep zorgambulance.

Johan Keijzer over de Power-LOAD.

Page 14: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

14

112 NETWERK | apRil 2015

achterGrond

et rapport van ZN gaat in op zes acute zorgstromen: heupfractuur,

buikaneurysma (AAA), acuut myocard-infarct, beroertezorg (CVA), geboorte-zorg en multitrauma. Volgens ZN moe-ten deze zorgstromen om kwalitatieve redenen meer geconcentreerd worden bij minder ziekenhuizen. Ralph de Wit, medisch manager bij Bureau Acute Zorg Euregio (BAZE) en traumachirurg bij MST, legt uit voor welke complexe afwegingen het werkveld zich gesteld ziet bij het formuleren van gezamenlijk gedragen indicatoren: ‘De indicatoren zoals opgesteld door ZN werden niet breed gedragen en hadden behoor-lijke consequenties voor het acute zorg landschap. Wat zijn bijvoorbeeld de op-

H

Beleid gevoerd op basis van kwaliteit

Begin 2013 presenteerde Zorgverzekeraars Nederland

(ZN) het rapport Kwaliteitsvisie Spoedeisende Zorg, met

daarin een aantal kritische prestatie-indicatoren voor

de complexe spoedeisend zorg. Het rapport zorgde

voor veel onrust en vormde aanleiding voor professio-

nals uit het veld om zich te buigen over de indicatoren.

timale (volume)normen en hoe worden deze vastgesteld? Welke invloed heeft het vaststellen van deze normen op de beschikbaarheid van acute en reguliere zorg in een ziekenhuis? Als ziekenhuis A geen acute heupfracturen meer mag behandelen, is het dan nog zinvol om daar wel heupvervangende operaties te plannen? En het al dan niet 27/4 beschikbaar zijn van CT-scan of MRI-faciliteiten in een traumacentrum heeft niet alleen invloed op het werk van een traumachirurg, maar bijvoorbeeld ook op het werk van een neuroloog in dat-zelfde ziekenhuis. Al met al kunnen dit behoorlijke verschuivingen betekenen.’

Om de juiste redenenMedio 2014 wees de Autoriteit Con-sument & Markt (ACM) de zorgverze-keraars erop dat hun plannen de keu-zemogelijkheden voor patiënten en verzekerden kunnen verminderen. Zij riep de zorgverzekeraars op om hun plannen met kwaliteitsstandaarden te

onderbouwen. Zorginstituut Neder-land (ZIN) heeft de taak op zich

genomen om dit proces te regis-seren, onder andere door een

expertcommissie in te stellen die hierin het voortouw neemt. Belangrijke par-

tijen in de zorg, waaronder VWS, de Nederlandse Vereni-

ging van Ziekenhuizen, de Neder-landse Federatie van Universitair Medi-

Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond

Professionals buigen zich gezamenlijk over prestatie-indicatoren acute zorg

sche Centra, patiëntenorganisatie NPCF en ZN, werken hier aan mee. ‘Ik vind het een goede ontwikkeling dat kritisch wordt gekeken naar de (on)mogelijkhe-den van ziekenhuizen. Het beleid moet echter wel gevoerd worden op basis van kwaliteitscijfers. Een norm van honderd behandelingen per jaar moet op onder-zoek gefundeerd zijn, wil deze als een kritische prestatienorm kunnen gelden. Misschien zijn vijftig behandelingen per jaar wel voldoende om kwaliteit te kun-nen leveren en kan een klein ziekenhuis deze zorg ook leveren. Dan hoeft een patiënt niet verder te reizen dan nodig is. Kosteneffectiviteit moet hierbij zeker niet uit het oog worden verloren, maar dan wel om de juiste redenen.’

VoorzichtigVoor allerlei soorten van zorg bestaan al kwaliteitscriteria. Met het volgen

Goede zorg verlenen moet altijd het uitgangspunt zijn.

Page 15: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

15

112 netwerk | April 2015

15

Het volgende

magazine van

verschijnt

in juli 2015

Colofon

112 Netwerk is een uitgave van Bureau Acute Zorg Euregio, Ambulance Oost en GHOR Twente.

Dit magazine verschijnt vier keer per jaar en bericht over ontwikkelingen rondom acute zorg in Twente en Oost-Achterhoek.

Jaargang 2015, editie april

RedactieKitty [email protected]

Marja [email protected]

Cees [email protected]

Irma [email protected]

Annemarie [email protected]

CoverfotografieRené Koele

Bladformule, vormgeving, eindredactie en drukwerk

Geen Blad voor de Mond B.V.

Lasondersingel 149-1517514 BR Enschedetel. 053 460 9002geenbladvoordemond.nl

ISSN 2211-8225

G

VOORDEMONDEENBLAD

MAKERS VAN MAGAZINES

werknet

Beleid gevoerd op basis van kwaliteitProfessionals buigen zich gezamenlijk over prestatie-indicatoren acute zorg

van deze criteria worden veel gege-vens geregistreerd. De uitkomsten voor traumazorg worden geregistreerd in de landelijke traumaregistratie (LTR) van de LNAZ. Aan deze registratie ligt vooralsnog geen vastgestelde set indi-catoren ten grondslag. Tevens bestaan er nog geen afspraken over de trans-parantie van deze data. Iets waar het volgens De Wit wel naar toe moet in de toekomst. ‘Het geven van open-heid brengt instellingen echter in een kwetsbare positie. Want betekenen de cijfers dat een ziekenhuis daadwerke-lijk niet goed presteert of is de registra-tie niet goed op orde? Het is makkelijk om ongenuanceerd met deze informa-tie om te gaan. Acute zorgverleners zijn dus voorzichtig met het delen van informatie en daardoor is het transpa-rant maken van de registratiegegevens een proces dat langzaam verloopt.

Gelukkig realiseren steeds meer acute zorgverleners dat transparantie over de resultaten van verleende zorg be-langrijk is.’

Op weg naar transparantieEen ingewikkeld en bewerkelijk proces, daar is geen woord aan gelogen. De minister van VWS heeft grote prioriteit aan het proces gegeven door 2015 uit te roepen tot het jaar van de transpa-rantie. De doelstellingen, meer en be-tere informatie voor patiënten over de kwaliteit en de kosten van de zorg, moeten voor 1 maart 2016 gerealiseerd zijn. Dit inzicht in de kwaliteit van de zorg helpt niet alleen de patiënt, maar is ook nodig om tot kostenefficiënte zorg te komen. In zijn dagelijks werk als traumachirurg constateert ook De Wit steeds opnieuw: goede zorg reduceert juist de kosten. n

Goede zorg verlenen moet altijd het uitgangspunt zijn.

Page 16: 112 Netwerk - editie 2 - 2015

Bezoek ons ook online!112 Netwerk is ook beschikbaar als app voor tablets en smartphones met besturingssystemen

van Apple iOS en Google Android. Je kunt dus met je tablet of smartphone overal waar je bent,

het 112 Netwerk magazine lezen en bekijken. De app is gratis te downloaden.

Acute Zorg Euregio

Postbus 50000

7500 KA Enschede

Tel. 053 487 20 97

[email protected]

acutezorgeuregio.nl

GHOR Twente

Postbus 1400

7500 BK Enschede

Tel. 088 256 78 50

[email protected]

ghortwente.nl

Ambulance Oost

Postbus 784

7550 AT Hengelo

Tel. 074 256 22 22

[email protected]

ambulanceoost.nl