110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt,...

24
REVALIDATIE MAGAZINE jaargang 16 nummer 4 december 2010 > Aandacht voor ziekte van Parkinson > Slot Revalidatie in Beweging > Onderzoek naar arbeidsrevalidatie > Aan het werk na hersenletsel > Kinderen met hersenletsel > Acceptance & commitment therapy kinderrevalidatie in Nederland 110 JAAR

Transcript of 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt,...

Page 1: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

Revalidatie Magazine jaargang 16 nummer 4 december 2010

> Aandacht voor ziekte van Parkinson > Slot Revalidatie in Beweging> Onderzoek naar arbeidsrevalidatie > Aan het werk na hersenletsel> Kinderen met hersenletsel > Acceptance & commitment therapy

kinderrevalidatie in Nederland110 JAAR

Page 2: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

StomazorgUrologie & continentiezorgWond- en huidzorg

Coloplast BV Postbus 1111

3800 BC Amersfoort E-mail: [email protected]

Telefoon: 033 - 454 44 44www.coloplast.nl

Coloplast ontwikkelt producten en diensten die het leven makkelijker maken voor mensen met een fysieke aandoening. We richten ons op stomazorg, urologie, continentiezorg en wond-en huidzorg. Daarbij werken we nauw samen met mensen die onze producten gebruiken. Dit helpt ons om producten te ontwikkelen en oplossingen te bieden die aansluiten op de persoonlijke behoeftes van onze klanten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Coloplast Customer Service, telefoonnummer: 033 - 45 44 445

Het Coloplast logo is een geregisteerd merk van Coloplast A/S. © 2010-11All rights reserved Coloplast A/S, 3050 Humlebæk, Denmark.

Een compacte en praktische catheter, overal en op elk moment te gebruiken

SpeediCath Compact Man is aanzienlijk kleiner dan de standaard mannencatheter. Zelfcatheterisatie wordt hierdoor veel discreter.

• Discreet design• Compact en praktisch, zowel thuis als buitenshuis• Kan ingebracht worden zonder het gecoate gedeelte aan te raken 1,2

Kijk voor meer informatie of het aanvragen van een proefpakket op www.speedicathcompactman.nl

Designed for discretion

1 Chartier-Kastler et al. Submitted (acceptance study).2 Bagi et al. Submitted (pilot study).

NIEUWE CATHETER

VOOR MANNEN

1222-12_Adv_SpCthCmpctMan_Prof_215x270.indd 1 08-11-10 10:49

Page 3: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

COLOFON Revalidatie Magazine is een uitgave van Revalidatie Nederland. Het tijdschrift verschijnt viermaal per jaar. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Johanna Kinderfonds. Uitgever Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media, Karin Linden (www.bsl.nl) Redactie Frans van den Broek MHA (hoofdredacteur, Raad van Bestuur Rijnlands Revalidatie Centrum) • John Ekkelboom (journalistiek adviseur) • Drs. Annelies van Lonkhuyzen (eindredacteur) • Sjoerd Vegter MHA (hoofdredacteur, Raad van Bestuur De Trappenberg) Redactieraad Dr. Renata Klop (programmacoördinator ZonMw) • Judith Boot (kwaliteits-functionaris Sophia Revalidatie) • Drs. Karin van Londen (senior communicatieadviseur Revalidatie Nederland) • Drs. Hans Slootman (revalidatiearts Stichting Heliomare) • Drs. Ria Zondervan (communicatiead-viseur Revalidatiecentrum Amsterdam) Redactieadres Bohn Stafleu van Loghum • Odette Winter • Postbus 246, 3990 GA Houten • Telefoon (030) 638 37 66 • Fax (030) 638 39 91 • [email protected] Vormgeving AC+M, Maarssen Foto omslag Inge Hondebrink Foto’s worden bij de artikelen gekozen, maar worden niet altijd op de betreffende locatie gemaakt. Abonnementen Bohn Stafleu van Loghum, Afdeling Klantenservice, Postbus 246, 3990 GA Houten, (030) 638 37 36, e-mail via www.bsl.nl/service • Abonnementsprijs Jaarabonnement particulieren € 34,50, studenten € 17,25, instellingen € 69,50 • Voor buitenlandse abonnees geldt een toeslag • Het abonnement kan elk gewenst moment ingaan en wordt automatisch verlengd, tenzij twee maanden voor de vervaldatum schriftelijk is opgezegd • Levering en diensten geschie-den volgens de voorwaarden van Springer Media, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 32107635 op 17 juni 2010. De voorwaarden staan op www.bsl.nl of worden op verzoek toegezonden. Adreswijzigingen Bij wijziging van de tenaamstelling en/of het adres verzoeken wij u de adresdrager met de gewijzigde gegevens op te sturen naar de Afdeling Klantenservice (adres zie Abonnementen). Advertenties • Bureau Van Vliet • Postbus 20 • 2040 AA Zandvoort • Telefoon (023) 571 47 45 • Fax (023) 571 76 80 • [email protected] • Het overnemen envermenigvuldigen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts geoorloofd met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. Het verlenen van toestemming tot publicatie in deze uitgave houdt in dat de standaard publicatievoorwaarden van Springer Media, gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Utrecht onder nummer 281/2003 van toepassing zijn, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. De standaard publicatievoorwaarden zijn in te zien op www.bsl.nl/auteurs of kunnen bij de uitgever worden opgevraagd. • ISSN 1382-6174

8>

‘We hebben kinderenveel te bieden’

Op 9 december 1900 werd in Arnhem het eerste

tehuis voor ‘gebrekkige en mismaakte kinderen’

in Nederland geopend. 110 jaar later behoort de

Nederlandse kinderrevalidatie tot de wereldtop.

• Alice Broeksma

‘ Arbeidsrevalidatie wordt een belangrijk specialisme’ Hoe kan de revalidatiesector de arbeids­

participatie van mensen met een handicap

of chronische aandoening helpen verbeteren?

Naar deze vraag deed TNO Kwaliteit van

Leven onderzoek.

• Adri Bolt

4-10

inhoud4 > ‘Bij Parkinson kunnen we veel doen’

Parkinsonrevalidatie maakt sterke ontwik­keling door.

6 > Berichten

7 > ‘Meer samenwerking is in de maak’ De begeleiding van kinderen en jongeren met niet­aangeboren hersenletsel wordt verbeterd.

10 > Accepteren en verder gaan Acceptance & commitment therapy wordt

breed ingevoerd in de pijnrevalidatie.

11 > ‘Veel weggooien en opnieuw beginnen’Rik Wanders.

15 > Het centrum Reade.

18 > Aan het werk na hersenletselEen protocol voor arbeidsgerelateerde revalidatie na hersenletsel wordt verder ontwikkeld en ingevoerd.

19 > Column De laatste.

20 > Het standpunt Revalidatie, laat een stevig geluid horen!

21 > Het werk Bianca Akkermans, physician assistant.

Wilt u reageren op RM? Hebt u een idee voor een artikel? De redactie hoort het graag: [email protected]!

<12

Revalidatie in beweging houdenDrie jaar geleden ging de revalidatiesector werken

aan de manier waarop de zorg is georganiseerd,

ofwel de zorglogistiek. Het project Revalidatie in

Beweging wordt op 16 december afgesloten.

• Adri Bolt

16>

Page 4: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

4 RM 4 2010

‘ Bij Parkinson kunnen we veel doen’‘Vijf jaar geleden heb ik echt nog een arts tegen een patiënt horen zeggen: “U hebt Parkinson, we kunnen niet veel voor u doen.” Pas sinds kort dringt breder het inzicht door dat een patiënt bij Parkinson op veel gebieden voor-uit kan.’ In Groot Klimmendaal, zegt Ron Meijer die daar revalidatiearts is, staan veel disciplines ten dienste van Parkinson-patiënten: revalidatiearts, ergo- en fysiotherapeut, logopedist, Parkinson-verpleegkundige, diëtist, hapto-therapeut, bewegingsagoog, manueel therapeut, psycholoog, maatschappelijk werker, arbeidstherapeut, activiteitenbegeleider, cognitief trainer. ‘Het trillen dat bij de ziekte kan horen, is maar één aspect. Er zijn veel méér kanten aan Parkinson, zoals spraak- en cognitieve problemen, medische en psychiatrische complicaties. Tot nu toe is er best veel bereikt met medicatie door neurologen, maar er is meer dan medicatie alleen. De kentering kwam toen werd beseft dat alle ruimtes en voorzieningen die er zijn in de revalidatie, de outillage dus en de goede multidisciplinaire setting, voor élke patiënt handig zijn. Dus ook bij Parkinson; dat was lang over het hoofd gezien.’ Van het internationale medicatieonderzoek wordt pas over vijf tot tien jaar een mogelijke doorbraak verwacht. Daar hebben de patiënten in Nederland op dit moment niets aan, zegt de revalidatiearts. ‘Maar wél aan de praktische hulp die nu duidelijk op de voorgrond staat. Door revalidatiebehandeling, hulp op het thuisfront en onder-zoek naar hoe het staat met de arbeidssituatie, kunnen Parkinson-patiënten beter functioneren en vaak langer doorwerken.’

Landelijk netwerk

Het behandelprogramma van Groot Klimmendaal is toonaangevend. Het is op dit moment het enige revalidatiecentrum in ons land waar Parkinson-patiënten ook klinisch behandeld kunnen worden. Maar dat gaat veranderen, als het aan Ron Meijer ligt. De Werkgroep Parkinson en aanverwante Bewegings-stoornissen (WPB), waarvan hij voorzitter is, beoogde bij de oprichting een jaar geleden een landelijk dekkend netwerk van revalidatiecentra te vormen waar Parkinson-patiënten terecht kunnen voor screening en behandeling. De revalidatiearts is enthousiast over de ‘enorm snelle vorderingen’ in het afgelo-pen jaar: ‘In alle regio’s van het land zijn nu revalidatiecentra en ziekenhuizen met revalidatie-afdelingen lid geworden van de werkgroep. Zij committeren zich daardoor een Parkinson-behandelprogramma op te zetten. De werkgroep heeft al een concept voor het behandelkader, dat aangeeft waar een revalidatie-centrum aan moet voldoen en op welke niveaus. Dat gaat ook over specialis-

tische scholing van personeel, dat is absoluut nodig. Alle leden zijn dit nu aan het realiseren. Via het door het UMC St Radboud opgezette ParkinsonNet vindt regionale bijscholing plaats van perifere behandelaars, zoals fysiothera-peuten, ergotherapeuten, logopedisten, maatschappelijk werkers, psychologen en diëtisten.’

Dicht bij huis

Meijer: ‘Het doel is patiënten zo dicht mogelijk bij huis te behandelen, dankzij de kennis van perifere therapeuten. Als er dan moet worden doorverwezen naar een revalidatiecentrum, willen wij dat daar op een zo hoog mogelijk niveau multidisciplinaire gespecialiseerde kennis over Parkinson aanwezig is en dat de behandeling kort maar krachtig zal zijn. Dan heb ik nog als wens dat er in iedere grotere regio een supergespecialiseerd centrum komt, zoals Groot Klimmendaal dat is. Wat mij betreft drie of vier in het land. Dat zijn dan de kenniscentra, waar ook de meest complexe interventies kunnen worden toe-gepast en waar het breedste en meest gespecialiseerde behandelaanbod is.’ Om het doel te bereiken, is ook nog veel voorlichting nodig, vertelt Meijer, bijvoor-beeld naar huisartsen toe. ‘Depressie kán bijvoorbeeld een vroeg symptoom zijn van Parkinson, maar dat wordt vaak niet herkend. Wij willen patiënten zo vroeg mogelijk monitoren, om te kunnen ingrijpen op het moment dat compli-caties dreigen. Zo kan ellende op het werk of thuis worden voorkomen. Als een patiënt aan het werk kan blijven, scheelt dat de maatschappij ook veel geld. Er is dus directe winst en een grote verbetering van de kwaliteit van leven.’

In ons land lijden ongeveer 50.000 mensen aan de ziekte van Parkinson; in 2020 zullen dat er door veroudering van de bevol­king naar verwachting al 70­ tot 80.000 zijn. De ziekte van Parkinson is een langzaam progressieve, invaliderende neurolo­gische aandoening, die zich meestal openbaart tussen het vijf­tigste en zestigste jaar. De ziekte ontstaat door het afsterven van zenuwcellen in de hersenen die de boodschapperstof dopamine produceren. Er is geen genezing mogelijk, er zijn alleen middelen om de symptomen te bestrijden. De levensverwachting verandert niet door de ziekte van Parkinson.

Nog maar kort geleden was nauwelijks bekend hoeveel revalidatie kan betekenen bij de ziekte van Parkinson. ‘En dus kwamen veel patiënten thuis vast te zitten. Maar we zijn bezig aan een grote inhaalslag’, zegt Ron Meijer, voorzitter van de Werkgroep Parkinson en aanverwante Bewegingsstoornissen van de vereniging van revalidatieartsen VRA. • Door Alice Broeksma

Page 5: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

5RM 4 2010

Foto:

Inge

Hon

debr

inkFo

to: In

ge H

onde

brink

‘ Ik heb een bijna onwaarschijnlijke mate van zelfredzaamheid behouden’

Psychisch en sociaal

Er wordt gewerkt aan een lijst met gegevens over welke behandelmogelijk-heden er zijn in welke regio’s. De lijst komt op de website van de Parkinson Vereniging. Die patiëntenvereniging behartigt de belangen van patiënten en bevordert lotgenotencontact, om het leven van patiënten en hun familie draag-lijker te maken. ‘Heel erg belangrijk, want van de ziekte heb je lichamelijk veel last, maar de psychische en sociale gevolgen kunnen veel erger zijn. Je raakt dan jezelf kwijt’, zegt Maria Goedegebuur, Parkinson-patiënt en voorzitter van de Werkgroep wetenschap en ethiek binnen de organisatie. ‘Toen ik tien jaar geleden mijn diagnose kreeg, was de aanpak heel anders. Nu krijg je gelijk een heel aanbod aan informatie en cursussen om te leren leven met de ziekte. Geen patiënt is hetzelfde, maar het is goed inzicht te hebben en isolement voor

te blijven. Anders verstop je je.’ De Parkinson Vereniging, die het woord ‘patiënten’ uit de naam heeft gehaald, beschikt over fondsen en legaten die bijvoorbeeld worden gebruikt om onderzoek te steunen, of jonge artsen die zich willen specialiseren. Maria Goedegebuur: ‘Onderzoekers vragen ons ook wat er onderzocht zou moeten worden en daar zijn we heel blij om. Ten slotte weten patiënten wat voor hen de grootste vragen zijn. Zo vinden wij onderzoek belangrijk dat vooral praktische kennis oplevert, waar mensen met Parkinson direct van profiteren. Voor ons staat een hogere kwaliteit van leven voorop. Daarom is het ook zo goed dat de revalidatie-mogelijkheden worden uitgebreid.’

Meer informatie: www.parkinson-vereniging.nl.

Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De eerste voor mij waarneembare symptomen dateren uit 1999

en ik had zelf vermoedens, maar mijn huisarts weigerde mijn verzoek om doorverwijzing. Officieel kreeg ik mijn diagnose daardoor pas drie jaar later.’ Het was een

nieuwe huisarts die voor de grafisch corrector ‘een rots in de branding’ werd. ‘Zij leerde mij hulp te aanvaarden, regelde thuiszorg en opperde een revalidatietraject

bij Groot Klimmendaal.’ Jansen prijst de geïntegreerde aanpak binnen het centrum. ‘Daardoor heb ik een bijna onwaarschijnlijke mate van zelfredzaamheid behouden.

Mijn huisarts had eens overleg over mij met mijn neuroloog, en daarbij kwam ter sprake dat ik mijn eenpersoons huishouding zelf en toen nog zonder hulp deed:

mijn ADL, de was, de boodschappen, het schoonhouden van mijn appartement. “Maar dat kan toch niet”, zei de neuroloog, hij beschouwde het als medisch

onmogelijk. En zonder revalidatie was het ook niet mogelijk geweest.’

Jos Jansen staat nu op de wachtlijst voor deep brain stimulation, een behandeling waardoor klachten zoals beven, stijfheid en onwillekeurige bewegingen sterk

kunnen afnemen. Als de operatie daarvoor achter de rug is, gaat hij voor een derde behandeltraject naar Groot Klimmendaal. Daar is hij blij om, want: ‘Als sociaal

herintreder heb ik dat dan hard nodig.’

Page 6: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

B e R i C H t e N

6 RM 4 2010

Regelhulp.nl

KFA Revalidatie Prijs 2010

Structurele bekostiging innovatie

HKZ-certificaat Revalidatie Friesland

Regelhulp.nl is de digitale wegwijzer voor gehandicapten, chronisch zieken en ouderen die op zoek zijn naar hulp en voorzieningen om zo zelfstandig mogelijk te kunnen leven. Regelhulp brengt informatie bij elkaar en geeft overzicht in het woud van regelingen en instanties. Daarnaast is het mogelijk om via de website onder meer voorzieningen of een gesprek met de gemeente aan te vragen. Verder kan Regelhulp ook zeer handig zijn voor professionals in revalidatiecentra, die revalidanten ondersteunen bij hun terugkeer naar huis. Voor mensen met meervoudige hulpvragen, en dat zijn revalidanten vaak, heeft Regelhulp het grote voordeel dat het mogelijk is met één formulier meerdere voor-zieningen digitaal aan te vragen. Het scheelt een hoop uitzoekwerk en administratieve lasten. Regelhulp is een initiatief van de ministeries van SZW en VWS, die hierbij nauw samenwerken met onder meer CIZ, UWV, SVB, gemeenten en MEE.

Op 26 oktober ontving Pauline Aarts MSc, ergotherapeut en onderzoeker bij de St. Maartenskliniek in Nijmegen, de KFA Revalidatie Prijs 2010. Deze tweejaarlijkse prijs is dit jaar voor het eerst uitgereikt. De prijs wordt door Stichting Rotterdams Kinderrevalidatie Fonds Adriaanstichting (KFA) toegekend aan ‘personen die zich hebben ingespannen voor aantoonbare en gerealiseerde vernieuwing in de revalidatie van kinderen.’ De beoordelingscommissie heeft vier genomineerde projecten beoordeeld op de innovatie zelf, de effectiviteit van de innovatie en de implementatie ervan. Het project van Pauline Aarts scoort op deze drie punten het hoogst en is daarmee winnaar van de KFA Revalidatie Prijs 2010. Aarts deed onderzoek naar het spelenderwijs toepassen van forced use bij kinderen met een slechte arm- en handfunctie aan één kant. In een ‘piratengroep’ spelen de kinderen dat ze piraten zijn en oefenen ondertussen hun slechte arm. De beoordelingscommissie is van mening dat door forced use – op zich geen aantrekkelijke therapievorm voor kinderen – in deze vorm aan te bieden, het voor zowel kinderen, ouders als behandelaars aantrekkelijk en goed uitvoerbaar is geworden. Bij verschillende revalidatie-centra draaien inmiddels piratengroepen. Aan de prijs is een geldbedrag van 20.000 euro verbonden.

Op 22 november organiseerde Revalidatie Nederland een invitational conference over structurele bekostiging van innovatie in de revalidatiesector. De conferentie vond plaats in de Eerste Kamer der Staten-Generaal in Den Haag. Omdat de politiek en het ministerie van VWS het belang van innovatie voor de revalidatie erkennen, werd een bedrag van zes miljoen euro beschikbaar gesteld voor het Innovatieprogramma Revalidatie, dat loopt tot en met 2011. Daarna is een structurele bekostiging van innovatie nodig. Tijdens de invitational conference werd vanuit het oogpunt van politiek, beleidsmakers en verzekeraars gesproken over dit onderwerp. Revalidatie Nederland pleitte voor een regeling waarbij er een structureel budget beschikbaar komt voor de ontwikke-ling en implementatie van innovaties. Daarnaast pleitte Revalidatie Nederland voor een opslag van 3% op de DBC-prijs voor de bekostiging van procesinnovaties. Kijk voor informatie op www.revalidatie-innovatie.nl.

Onlangs behaalde Revalidatie Friesland het HKZ-certificaat voor medisch-specialistische revalidatiezorg. Eerder kregen Leijpark in Tilburg en Blixembosch in Eindhoven, beide onderdeel van de Libra Zorggroep, dit certificaat. Een organisatie met het HKZ-certificaat heeft intern de zaken goed op orde, is klantgericht – de norm schrijft voor dat regelmatig de klanttevredenheid wordt getoetst – en werkt stelselmatig aan de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening.

ORgANiSAtie eN WeteNSCHAP

> Rijksuniversiteit Groningen. Per 1 augustus 2010

is Cees van der Schans benoemd tot hoogleraar

revalidatiegeneeskunde, met als specialisatie de

paramedische zorgverlening. Hij blijft daarnaast lector

transparante zorgverlening aan de Hanzehogeschool

Groningen.

> Utrecht. Jos Buijs, voorzitter van de raad van bestuur

van Reade in Amsterdam, is op 8 september 2010

benoemd tot bestuurslid van de NVZ vereniging van

ziekenhuizen.

> Technische Universiteit Eindhoven. Op 2 september

2010 promoveerde Annick Timmermans, verbonden

aan Adelante Kenniscentrum, op het proefschrift

Technology-Supported Training of Arm-Hand Skills in

Stroke.

> Hilversum/Davos. Sinds 1 oktober 2010 vormen

revalidatiecentrum De Trappenberg, astmacentrum

Heideheuvel en het Nederlands Astmacentrum Davos

een holding met de naam Merem Behandelcentra.

Met de slogan ‘experts in autonomie’ wil de organisa-

tie aangeven dat in de behandelcentra de eigen regie

van cliënten over hun leven centraal staat.

> Erasmus Universiteit Rotterdam. Op 17 november

2010 promoveerde Diana Wiegerink op het proef-

schrift Social and sexual relationships of adolescents

and young adults with cerebral palsy.

> Vrije Universiteit, Amsterdam. Op 19 november

2010 hield Peter Heuts zijn inaugurele rede, getiteld

Revalidatie, doelgericht en waarde(n)vol. Heuts is

hoogleraar revalidatiegeneeskunde en afdelingshoofd

revalidatiegeneeskunde bij het VUmc, en medisch

directeur van Reade in Amsterdam.

> Universiteit Utrecht. Op 24 november 2010 promo-

veerde Peter Erdmann op het proefschrift Functioning

and related determinants in patients with inflamma-

tory and idiopathic polyneuropathy.

> Radboud Universiteit Nijmegen. Op 1 december

2010 promoveerde Pauline Aarts op het proefschrift

Modified constraint-induced movement therapy for

children with unilateral spastic cerebral palsy: the

Pirate Group intervention.

> Radboud Universiteit Nijmegen. Op 21 december

2010 promoveert Joost van Middendorp op het

proefschrift On the injuries of the vertebrae and

spinal marrow: prognostic factors and classifications.

Page 7: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

Arend de Kloet wijst op een groot probleem, dat al eerder is gesignaleerd in Revalidatie Magazine: maar liefst 18.000 kinderen krijgen jaarlijks de diagnose niet-aangeboren hersenletsel: ‘Lastig is dat de gevolgen van het hersenletsel lang niet altijd zichtbaar zijn, en daardoor niet herkend worden. Het herkennen van meer subtiele symptomen is ook moeilijk in een snel consult. Er zou een structurele follow-up moeten komen, zeker voor de groep met een verhoogd risico op restverschijnselen. Het is belangrijk om die kinderen en jongeren te blijven volgen.’ Daarbij leert de wetenschap nu dat als kinderen op jongere leeftijd hersenschade oplopen, we juist extra bedacht moeten zijn op ontwik-kelingsproblemen. Dit in tegenstelling tot de eerdere jarenlang heersende gedachte dat de jonge leeftijd juist in het voordeel zou werken.

Onwetendheid

Een ander probleem is dat ouders en begeleiders vaak niet weten op welke symp-tomen ze alert moeten zijn. Veel restverschijnselen zijn moeilijk te duiden. ‘Het valt niet op dat een achtjarige nog niet goed kan plannen of logisch redeneren. Op de middelbare school kunnen dit soort problemen in uitvoerende functies zich dan manifesteren. Hoe weet je als ouder of je kind vermoeid, gedeprimeerd of juist ontremd is door de puberteit, of doordat hij door hersenletsel de eisen die worden gesteld niet meer aankan? Deze kinderen en jongeren krijgen door onwetendheid vaak een verkeerd label toegekend. Zij kunnen er vaak niet uithalen wat erin zit. Talenten worden te weinig benut, er wordt te veel gekeken naar de beperking. Het is juist voor deze groep van belang om van mogelijkheden uit te gaan en te ontdekken hoe je ervoor kunt zorgen dat capaciteiten optimaal worden benut.’

Foto:

Inge

Hon

debr

ink

‘Meer samenwerking is in de maak’ ‘Kinderen en jongeren met niet-aangeboren hersenletsel verdienen meer aandacht dan ze krijgen.’ Dat zegt Arend de Kloet, lector Revalidatie

aan De Haagse Hogeschool. ‘Gelukkig is vanuit de revalidatie een mooi initiatief tot samenwerking ontstaan.’ • Door Nicole Mulders

Hokje

Wat vragen deze omstandigheden van de revalidatiesector? Met de deskundig-heid van de revalidatieprofessionals zit het wel goed, meent De Kloet. Een betere samenwerking tussen de partners – zoals ziekenhuis, revalidatiecentrum, GGZ en onderwijs – ziet hij wél als wezenlijk verbeterpunt. ‘Niet-aangeboren hersenletsel is een complex probleem, dat om intersectoraal beleid vraagt. Het valt niet in een hokje te stoppen, iets wat in onze maatschappij juist veel gebeurt. Wat we moeten doen, is gezamenlijk tot meer inzicht komen en elkaars mogelijkheden als aanvul-lend zien.’ Een initiatief vanuit de kinderrevalidatie, samen met kenniscentrum Vilans, heeft de afgelopen jaren geleid tot een breed platform van experts uit reva-lidatie, onderwijs en bij niet-aangeboren hersenletsel betrokken organisaties. In maart werd een landelijk symposium gehouden, Goed op weg, dat diende als start voor een nieuwe fase in de samenwerking. Er is een actieprogramma gefor-muleerd dat onder meer moet leiden tot meer kennis en het beter delen van ken-nis. In zes werkgroepen, waarin vertegenwoordigers uit alle betrokken beroeps-groepen en organisaties meewerken, wordt invulling gegeven aan het actiepro-gramma. De Kloet: ‘Ik verwacht dat kinderen en ouders al snel gaan profiteren van de eerste resultaten, bijvoorbeeld door de uitwisseling van good practice, door betere follow-up van en samenwerking met ziekenhuizen, een onderwijsmodel voor niet-aangeboren hersenletsel en gezinsondersteuning.’

Arend de Kloet ([email protected]) is naast zijn lectoraat werkzaam als orthopedagoog en psycholoog bij Sophia Revalidatie in Den Haag. Zijn aandachtsge-bied is kinderen en jongeren met niet-aangeboren hersenletsel. Kijk voor informatie op www.dehaagsehogeschool.nl/lectoraatR.

7RM 4 2010

Page 8: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

8 RM 4 2010

Drie jaar geleden ging de revalidatiesector werken aan de manier waarop de zorg is georganiseerd, ofwel de zorglogistiek. Het landelijke project Revalidatie in Beweging wordt op 16 december afgesloten met een congres. Wat is er bereikt en hoe gaat het nu verder? • Door Adri Bolt

‘Het was een boeiende periode’, blikt Marcel de Jong terug. Namens adviesbureau CC Zorgadviseurs was hij programmadirecteur van Revalidatie in Beweging. ‘We zijn intensief bezig geweest met de verdere professionalisering van een sector waarin met veel passie en betrokkenheid wordt gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van leven.’ De Jong noemt de revalidatiesector voorts een homogene en ambitieuze sector, die nadenkt over de eigen positie in het zorglandschap. Maar ook een sector ‘waar nog heel veel uitdagingen liggen.’

Sneller

Revalidatie in Beweging startte met ambitieuze doelen, zoals het doel om bij driekwart van de Nederlandse revalidatiecentra de instroom, doorstroom en uitstroom aanzienlijk te verbeteren. En dat lijkt – vrijwel – gelukt. ‘67% van de bij Revalidatie Nederland aangesloten instellingen heeft meegedaan. Bij de instellingen waar we dat betrouwbaar konden vaststellen, is de poliklinische instroom – de periode van aanmelding tot start van de behandeling – nu gemiddeld 44% korter dan voor het project. Bij de klinische instroom was de

gemiddelde reductie zelfs 54%.’ De uitstroom van uitbehandelde patiënten verbeterde eveneens sterk en ook de behandelduur werd korter, waarbij de behandeling iets intensiever werd. De deelnemende instellingen kunnen bij gelijk gebleven behandelcapaciteit meer patiënten behandelen.

Kwaliteit

Verschillende revalidatie-instellingen deden mee aan Revalidatie in Beweging; ieder voor zich zochten zij naar passende oplossingen. ‘Daarbij zagen we dat logistieke verbeteringen altijd samengaan met veranderingen in de inhoud van de behandeling. Het optimaliseren van de patiëntprocessen leidt automatisch tot een kritische reflectie op screening en behandeling.’ Maar wat betekende dit voor de kwaliteit van de behandeling? ‘Om dat te bepalen hebben we een focusgroep van professionals ingesteld, begeleid door twee hoogleraren revalidatiegeneeskunde. De focusgroep heeft de indruk dat de kwaliteit is toegenomen, maar kwaliteit is natuurlijk lastig te objectiveren. Dat toch te doen, is nog een belangrijke uitdaging voor de sector.’

Vliegwiel

De Jong: ‘Revalidatie in Beweging heeft veel in beweging gezet. Niet alleen bij de deelnemende revalidatiecentra, maar ook bij andere revalidatie-instellingen en zelfs binnen de GGZ.’ Maar aan de andere kant: ‘Het vlieg-wieleffect binnen de instellingen zelf komt lastig op gang. Successen binnen het ene team worden niet zomaar overgenomen door andere teams. Dat lukt het beste bij instellingen die veel hebben geïnvesteerd in het instellingbreed aankweken van logistiek bewustzijn en logistieke kennis. Wanneer dat niet gebeurt, blijven de professionals van andere teams denken: “Bij ons kan dat écht niet.”’ Het is dus zaak om sectorbreed te blijven investeren in de ontwikkeling van logistiek, ook omdat ‘kwaliteit en doelmatigheid voorlopig belangrijke thema’s blijven.’ Revalidatie in Beweging is nu afgelopen en het is nog niet duidelijk hoe het verder gaat met de verbetering van de zorglogis-tiek. ‘Binnen Revalidatie Nederland gaat een commissie zich buigen over de resultaten en bekijken hoe het verder moet. Het zou goed zijn als een vervolgprogramma wordt ontwikkeld. Er is de afgelopen tijd aantoonbaar en aansprekend resultaat behaald, maar de winst van het programma ligt vooral in de toekomst.’

Heliomare: efficiënter werken

Om zorglogistieke resultaten te behalen en die te laten beklijven, moet

aan veel voorwaarden worden voldaan, zo blijkt uit het voorbeeld van

Heliomare, een van de deelnemers aan de eerste tranche. ‘Revalidatie

in Beweging is een heel goed, innoverend project. Het is ook een uitste­

kende voorbereiding op het DBC­tijdperk, omdat je veel meer in vooraf

bepaalde behandeleenheden gaat werken. Toch hebben we er bij onszelf

een beetje de rem op gezet’, vertelt manager revalidatie Frans Le Fèvre.

‘We lopen tegen problemen in de planning aan omdat de software niet

goed in staat is vooruit te plannen naar een gegeven ontslagdatum.

Daar komt bij dat Revalidatie in Beweging leidt tot efficiënter werken, en

dus het kunnen behandelen van meer patiënten. Maar wanneer je te veel

resultaat boekt in de zorglogistiek en mensen in minder tijd behandelt,

kun je in de problemen komen. Als er onvoldoende aanbod van patiënten

is om de vrijgekomen behandeluren op te vullen, moet je misschien wel

diezelfde professionals ontslaan die het zo goed hebben gedaan.’

Revalidatie in beweging houden

Page 9: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

Sophia Revalidatie: grote impact

‘We hadden positieve verhalen gehoord over Revalidatie in Beweging,

daarom deden we mee aan tranche twee’, vertelt Henny Renne, project­

leider bij Sophia Revalidatie in Den Haag. ‘Ons doel was om bij alle vol­

wassen poliklinische patiënten op de locatie Den Haag de periode tussen

aanmelding en start van de behandeling terug te brengen tot vier weken.

Het lukte om de mensen binnen twee weken na verwijzing te laten diag­

nosticeren en het lukte grotendeels om de behandeling vervolgens ook

binnen twee weken te laten beginnen. Om dat doel helemaal te halen,

moet de doorstroom in de behandelfase beter worden. Daarom gaan we

onder meer zorgpaden en protocollen ontwikkelen, zodat behandeltrajec­

ten beter aanstuurbaar en voorspelbaar worden.’ Ondertussen wordt al

langer vooruit gepland: ‘Patiënten krijgen hun rooster twee weken vooruit,

en dat vinden ze heel prettig.’ Ook de behandelaars zijn positief: ‘Wel

vonden ze het jammer dat ze vakantiedagen eerder moeten plannen,

maar ze begrijpen de noodzaak daarvan wel.’ Het project had een grote

impact in de organisatie. Renne: ‘We zijn nu Sophia­breed bezig met

zorglogistiek. Het leeft, mensen zijn enthousiast. Een heel mooi resultaat.’

Vroeg sturen

Om succesvol verder te kunnen bouwen aan zorglogistiek, zijn er voorwaarden waaraan voldaan moet worden. ‘De beschikbare planningssystemen zijn bijvoor-beeld nog te weinig in staat om vooruit te kijken. Daar zijn ze niet voor ontwik-keld.’ En structureel vooruit plannen is hét geheim van een goede zorglogistiek. Vooral het vroeg sturen op uitstroom is belangrijk: je moet tijdig weten wan-neer de behandeling klaar is en daar naartoe werken. ‘Toen we begonnen met Revalidatie in Beweging waren thema’s als gestandaardiseerd behandelen en het vroegtijdig bepalen van het ontslagmoment nog nauwelijks bespreekbaar’, aldus De Jong. ‘We wilden aantonen dat je met verbetering van de zorglogistiek het hele behandelproces aanzienlijk kunt versnellen én verbeteren. Zo wilden we een bron van inspiratie en best practices zijn. Nu horen we van de professionals dat het na de screening al plannen van een ontslagdatum dwingt tot professionaliteit. Het dwingt tot nadenken over een efficiënt en effectief behandeltraject, en ze geven aan dat die strakkere planning de kwaliteit van de behandeling bevordert. Dat gebeurt zonder dat de ervaren werkdruk groter wordt, zo bleek uit mede-werkerstevredenheidsonderzoek. Een goede zorglogistiek levert louter tevreden mensen op: managers, medewerkers én natuurlijk patiënten.’

Informatie staat op www.revalidatieinbeweging.nl.

‘ Het dwingt tot nadenken over een efficiënt en effectief behandeltraject’

Illustratie: Roel Seidell

9RM 4 2010

Revalidatie in beweging houden

Revalidatie Nederland
Tekstvak
Revalidatie in Beweging werd onder verantwoordelijkheid van ZonMw uitgevoerd door CC Zorgadviseurs en Prismant. Revalidatie in Beweging is een gezamenlijk initiatief van het Ministerie van VWS en Revalidatie Nederland.
cobi
Rechthoek
Page 10: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

te helpen bij het aanvaarden van alles wat op hun pad komt – ook dit soort hindernissen – worden onder meer mindfulnessoefeningen gedaan. Zij leren hierbij hun aandacht te richten op wat er nu is, in plaats van te blijven steken in rouw over het verleden of gepieker over de toekomst.

goed of fout

Internationale studies laten goede resultaten zien van ACT en ook de eerste ervaringen in de Nederlandse pijnrevalidatie waren positief. Bij Het Roessingh en Zorggroep Adelante werd de behandelwijze met succes ingevoerd. Het invoeren van ACT vraagt een omslag van behandelteams, die moeten leren om consequent de waardevolle zaken in het leven van de revalidant centraal te stellen. Het gaat niet meer om goed of fout gedrag, maar om gedrag wat helpt of niet helpt om het leven waardevoller te maken. Hierdoor zijn er geen algemene regels meer voor de behandeling. Zo worden interventies losgelaten die zijn gericht op pijncontrole en die een waardevol leven doorkruisen. Maar deze interventies worden juist wel toegepast als ze helpen bij het realiseren van een waardevol leven. Beproefde behandelstrategieën bij chronische pijn – zoals graded activity en fysieke training – blijven onveranderd, maar zijn nu gericht op het waardevoller maken van het leven.

train de trainer

Inmiddels is begonnen met het invoeren van ACT bij negen revalidatiecentra. Dit gebeurt volgens het principe van train de trainer: behandelteams volgen een cursus, ex-cursisten doen ervaring op, krijgen supervisie en trainen ver-volgens hun collega’s. ACT wordt nu eerst ingevoerd in de pijnrevalidatie, maar is breder inzetbaar. Ook bij de revalidatie van andere diagnosegroepen kan het opgeven van vermijding en het aanvaarden van het onvermijdelijke helpen om een waardevol leven op te bouwen. De ACT-cursus is daarom opengesteld voor alle revalidatieteams.

Karlein Schreurs,senior gz-psycholoog Het Roessingh, onderzoeker Roessingh Research and Development, universitair hoofddocent Universiteit Twente

Meer informatie over ACT en over de cursus vindt u op www.rcr.roessingh.nl en www.revalidatiebijpijn.nl.

Revalidatie bij chronische pijn begint met een paradox. Iemand zoekt hulp omdat hij van de pijn af wil, maar de revalidatie is gericht op leren leven met de pijn. Voor het slagen van de behandeling is het dus nodig dat de revalidant zijn belangrijkste motief voor behandeling opgeeft. Acceptance & commitment therapy (ACT) biedt een uitweg uit deze paradox. Het uitgangspunt is dat veel lijden juist wordt veroorzaakt door pogingen om lijden te vermijden. Wie chronisch pijn heeft, kan pijn niet vermijden. Sterker nog: chronische pijnklachten blijven in stand of verergeren door vruchteloze pogingen om pijn te vermijden of te controleren. Daarom richt ACT zich op doen wat men waardevol vindt in het leven en daarbij pijn, negatieve emoties en ervaringen aanvaarden.

Verleden en toekomst

Acceptance & commitment therapy begint met het bespreken van de para-dox van pijnbehandeling. Geïnventariseerd wordt wat de revalidant allemaal heeft geprobeerd om de pijn onder controle te krijgen en wat de korte- en langetermijneffecten waren van die acties. Zo wordt duidelijk dat pijncon-trole niet heeft gewerkt. Daarna wordt nagegaan wat voor iemand het leven de moeite waard maakt en welke activiteiten daarbij passen. Revalidanten zijn gemotiveerd deze acties uit te voeren, ook al zijn er hindernissen als pijn, andere vervelende gevoelens of belemmerende gedachten. Om mensen

Paradoxaal genoeg kunnen mensen met chronische pijn hun strijd tegen de pijn vaak pas winnen als

ze die strijd opgeven. Acceptance & commitment therapy helpt hierbij. Deze benadering wordt breed

ingevoerd in de Nederlandse pijnrevalidatie en is ook voor andere revalidantengroepen interessant.

Accepteren en verder gaan

10 RM 4 2010

Het innovatieprogramma Revalidatie van Revalidatie Nederland en ZonMw

moet het innovatievermogen van de revalidatiesector vergroten. Eén van de

doelen is het landelijk invoeren van innovaties die op kleine schaal al suc­

cesvol zijn gebleken. Zeven innovaties – waaronder ACT – zijn inmiddels

geselecteerd. Kijk voor informatie op www.revalidatie­innovatie.nl.

Page 11: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

24 NOvEMBER 1953 > GEBOREN

25 AuGuSTuS 2009 > HERSENINFARCT

SEPTEMBER T/M NOvEMBER 2009 > KLINISCHE REvALIDATIE

DECEMBER 2009 T/M FEBRuARI 2010 > POLIKLINISCHE REvALIDATIE

11

Tijdens zijn slaap kreeg Rik Wanders een zwaar herseninfarct. In één klap kon hij niets meer. ‘Mijn

rechter kant was verlamd en ik zei alleen nog maar “ja”, “nee” en “misschien”.’ Het infarct had

onder meer afasie tot gevolg, een taalstoornis. Nu, ruim een jaar later, vertelt Rik zijn eigen verhaal:

‘Ik zit in een nieuwe wereld.’ • Door Rosanne Faber

‘Ik had nul, ik wist helemaal niks. Heel langzaam ging het toch weer beter. Ik zag: hé, mijn moeder! En toen zag ik: hé, heb ik nóg een zus?! Na veertien dagen ging ik naar het revalidatiecentrum. Eerst had ik mijn bed, toen de kamer, na een maand ging ik zelf douchen, toen scheren, toen lopen. ’s Ochtends ging ik naar de huiskamer. Dan vroegen ze: “Wat wil je hebben?” Ik wist wel “koffie”, maar kon het niet zeggen. “Parachute” zei ik. Dan vroe-gen ze: “Wil je koffie of thee?” En dán kon ik wél “koffie” zeggen. Taal blijft moeilijk, maar de verleden tijd wordt wel steeds langer.

Ik ging ook naar logotherapie. Zij vroeg mij dingen. Bijvoorbeeld: “Wat heb je vroeger gedaan?” En dan wist ik het opeens. Telkens als iemand wat vroeg, dan ontdekte ik weer een stukje hersens. Ik werkte vroeger als senior consulent voor een bank, ik hield mij bezig met betaling en pinnen. Ik heb in een vliegtuig de hele wereld gezien: Zuid-Amerika, Azië, Afrika, overal heb ik gewerkt aan paymentsystemen. Ik was een workaholic, 60, 70 uur per week. Dat kan niet meer, ik heb het afgesloten. Ik zit nu in een nieuwe wereld.

Mijn herinneringen lijken op foto’s, klik, klik, klik… Ik heb alles nog, maar er is geen gevoel meer bij. Normaal heb je gevoel voor vorige week, vorig jaar, skiën, eten in dat restaurant… en dan daarbij “dat was fijn”, of “toen

was ik bang”. Dat is bij mij weg. Maar nu worden er weer nieuwe gemaakt. Nu is een nieuw begin, nieuwe omgeving, nieuwe mensen, dat vind ik positief. Ik begin met een woning, dan weer zelf de financiën regelen en zo verder. Alle dingen die ik in mijn vorige leven deed zijn weg. Motorrijden, helm, leren jas: gooi maar weg. Snowboard: gooi maar weg. Skeelers: weg. Maar in dit nieuwe leven heb ik een geweldige driewielige racefiets met een motortje. Langzaam opbouwen. Je wordt steeds groter.

Na de revalidatie ga je weg, dag! Maar waarheen? Hoe gaat het verder? Iets meer support zou fijn zijn. Je moet er zelf steeds achteraan, iedereen is druk, alles moet snel, snel. Een CVA is ook niet handig hè. Komende vier jaar bezuinigingen, bezuinigingen, dat is wel een ramp. Voor mij is het makkelijk, ik heb geen partner, geen gezin. Ik ben single, niet multi. Ik ga ergens wonen waar het leuk is, ik bepaal zelf wat ik doe. Ik moet nu “ik, ik, ik” zeggen. Dat is heel raar, maar dat móet je doen. Ik was vroeger anders, heel sociaal. Ik denk wel: de oude Rik en ik zijn niet dezelfde. Het zijn de dingen in mijn hoofd hè. Maar ik ben niet depressief, niet geweest ook. Het vergt alleen tijd. Maar genoeg, het is niet treurig. Die arm die het niet doet, dat vind ik niet zo erg. M’n benen werken 30 à 40%, dat is voldoende. Hier is de rest! Ik ben heel erg blij en Nederland is hartstikke mooi. Ik moet veel weggooien en opnieuw beginnen. Het is open: mijn toekomst!’

RM 4 2010

Foto

: Ing

e Ho

ndeb

rink

‘Veel weggooien en opnieuw beginnen’

20101953 2009

Page 12: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

12 RM 4 2010Foto

: Ing

e Ho

ndeb

rink

‘Er zijn tegenwoordig heel veel mogelijkheden’

Jacqueline van Creveld, hoofd Personeel &

Organisatie bij het Openluchtmuseum in Arnhem,

was net zeventien toen ze in ondiep water dook

en twee nekwervels brak. Het was 1982. ‘Nu

zouden ze je onmiddellijk opereren en mobili-

seren. Toen lag ik acht weken met schroeven in

mijn hoofd in tractie. Wachten op het helen van

de botbreuk. Dat gebeurde, maar mijn zenuwen

werkten niet meer. In het ziekenhuis heb ik nog

een half jaar verspeeld toen ze me veel te snel

lieten zitten en ik decubitus kreeg. Dat zag je

toen: een strijd van het ziekenhuis om je zittend

door te geven aan de revalidatiekliniek. Nu weten

ze dat je dat rustig moet opbouwen.’

Jacqueline ging revalideren op de kinderafdeling

van de St. Maartenskliniek. ‘Daar heb ik veel

geluk mee gehad. Ze deden alles om de kinderen

een huiselijke omgeving te bieden.

Na mijn revalidatie heb ik nooit meer thuis

gewoond, want ik kon door naar aangepaste

huisvesting en heb me volledig kunnen richten op

mijn beroepskeuze en baan. Dat kwam voor een

deel door de hulp van mensen om me heen,

maar zoiets ligt ook aan jezelf. Ik zag dat een

slachtofferrol me niet zou helpen.’

Voor de Tweede Wereldoorlog overleden de

meeste patiënten met een hoge dwarslaesie aan

complicaties. Had Van Creveld haar ongeluk een

eeuw geleden gekregen, toen kinderrevalidatie

ontstond, dan had ze waarschijnlijk na haar onge-

luk niet lang geleefd. Nu heeft ze een actief en

compleet bestaan. In de St. Maartenskliniek geeft

ze voorlichting aan nieuwe patiënten. ‘Ik laat dan

zien dat ik al 28 jaar met een hoge dwarslaesie

heel goed functioneer. Natuurlijk, na zo’n ongeluk

staat je wereld op zijn kop. Maar tegenwoordig

zijn er heel veel mogelijkheden. Dat is ook voor

werkgevers belangrijk om zich te realiseren.’

Page 13: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

Op 9 december 1900 werd in Arnhem het eerste tehuis voor ‘gebrekkige en mismaakte kinderen’

in Nederland geopend. 110 jaar later behoort de Nederlandse kinderrevalidatie tot de wereldtop,

en nog steeds wordt hard gewerkt om het beter te doen. • Door Alice Broeksma

uim een eeuw geleden hadden kinderen met een handicap nog de positie van ‘parasieten, die de rijke bron vormen waaruit de bedelaars of de bezienswaardige gebrekkige merkwaardigheden voortkomen’.

Dit citaat, uit 1899, is van orthopedisch chirurg W. Renssen. Deze Arnhemse arts had gezien hoe er in het buitenland voor kinderen met een handicap werd gezorgd. Hij pleitte ervoor ook in Nederland een instelling voor deze groep op te richten. Renssen, die was verbonden aan het Diaconessenhuis in Arnhem, besprak zijn ideeën met de hoofdzuster van het ziekenhuis, Johanna van Ness. Samen met de bestuursvoorzitter en de directeur werd begonnen met geld-inzameling onder notabelen. Met succes: in 1900 werd een tehuis geopend voor kinderen met een handicap. ‘Dokter Renssen zou ons nu eens moeten zien’, zegt geschiedschrijver Harry Dietz. ‘Nederland is wat kinderrevalidatie betreft in de wereld top of the bill.’ Dietz heeft meegewerkt aan het jubileum-boek over 110 jaar kinderrevalidatie van het Johanna KinderFonds. Dit fonds is rechtsopvolger van de Johanna Stichting, zoals het eerste tehuis al snel ging heten. De naam Johanna Stichting werd gekozen als eerbetoon aan zuster Johanna van Ness.

Ziekelijke liefde Bij de Johanna Stichting kregen de leerlingen les in schrijven, rekenen en lezen, en daarnaast in ambachtelijke vaardigheden. Het doel was om hen te leren in hun eigen levensonderhoud te voorzien, bijvoorbeeld als rietvlechter, boek-houder, naaister of dienstbode. De zelfredzaamheid was een prioriteit, maar kijkend met de ogen van nu werden daarbij niet altijd logische oplossingen gekozen. Rietvlechten is bijvoorbeeld niet de eerste activiteit waar we nu aan zouden denken bij motorische stoornissen.Om te illustreren hoe anders de tijdgeest was, draagt Dietz een citaat aan. De Johanna Stichting kreeg in de eerste jaren van haar bestaan niet alle bedden

R

‘ We hebben kinderen veel te bieden’

vol en de bestuursvoorzitter rapporteerde daarover in 1910: ‘En wat houdt ook onze arbeid tegen, dat is de verkeerde verhouding, in welke de ouders tot hunnen ongelukkige kinderen staan. Er bestaat een ziekelijke liefde voor deze ongelukkigen; men koestert ze thuis, men bederft ze, en men is bang ze af te staan aan eene inrichting. Doch er is ook een ander uiterste, n.l. eene schro-melijke verwaarlozing; men vindt ze een lastpost, men geeft niet om hen, men laat ze maar liggen waar ze liggen. […] Het kind wordt er de dupe van, aan z’n opleiding wordt niets gedaan, het wordt bedorven, en gedemoraliseerd door onverstandige weldadigheid.’

intentie

Een andere tijdgeest, maar eigenlijk dezelfde intentie. Harry Dietz: ‘Wat er gebeurde in de Johanna Stichting – en later in de Adriaan Stichting in Rotterdam en de Cornelia Stichting in Beetsterzwaag, de twee andere kinder-centra in ons land – was een vorm van kinderrevalidatie avant la lettre. Alle inspanningen waren erop gericht de kinderen voor te bereiden op een zo zelf-standig mogelijk en zinvol leven. Het grootste verschil met de latere revalidatie was – los van de vakinhoud – dat structureel overleg tussen de verschillende disciplines ontbrak.’ Daarom kan er in ons land eigenlijk pas veel later echt over ‘kinderrevalidatie’ worden gesproken. In 1955 werd revalidatiegeneeskunde erkend als medisch specialisme en in de jaren daarna won de revalidatiege-dachte snel terrein: kinderrevalidatie werd een teamaangelegenheid. De kin-derrevalidatie werd ook steeds specialistischer. Er kwamen nieuwe beroepen bij, zoals ergotherapie, logopedie en maatschappelijk werk. De insteek van de behandeling veranderde eveneens. Voorheen was die vooral gericht op herstel van de stoornis door chirurgische of therapeutische ingrepen, maar geleidelijk verschoof de aandacht naar het verbeteren van praktische vaardigheden door training van de resterende mogelijkheden van het kind en het gebruik van

RM 4 2010

110 jaar kinderrevalidatie in Nederland

13

Page 14: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

14 RM 4 2010

hulpmiddelen en aanpassingen. In de loop van de jaren tachtig nam het aantal bedden in de kinderrevalidatiecentra af door een veranderende ideologie: het besef drong door dat het leven van een kind zich thuis moest afspelen. Ouders wilden poliklinische behandeling, zodat hun gehandicapte kind gewoon thuis was en niet meer langdurig in een instelling. Dietz: ‘Toen rees de vraag: wat voor meerwaarde hebben de aparte kindercentra nog?’ Het was financieel niet meer haalbaar en één voor één fuseerden de kinderrevalidatiecentra met centra voor volwassenen. Tijdens zijn research zag Dietz vooral de afgelopen vijftien jaar ‘spectaculaire verbeteringen’ in de kinderrevalidatie. ‘Dat kwam vooral door het wetenschap-pelijk onderzoek en de onderlinge samenwerking tussen de revalidatiecentra. Daarvoor deed iedereen zo’n beetje zijn eigen ding. Wel met hart en ziel, maar de kinderrevalidatie hing als los zand aan elkaar.’

Apart specialisme

‘Toen ik me begin jaren tachtig als jonge arts ging interesseren voor kinder- revalidatie was het in de ogen van de medische wereld nauwelijks een boeiendvak’, zegt Marja van Tol, kinderrevalidatiearts bij De Hoogstraat en het UMC Utrecht: ‘Er werd ook weinig gepubliceerd over dit onderwerp. Kinder-revalidatie was ver weg in instellingen in de bossen, iets voor oudere collega’s die een rustiger bestaan wilden. Nu staat Nederland in de wereld aan de top, omdat wij als enige kinderrevalidatie als apart specialisme zien en dat is uniek. Voor zover bekend zijn er wereldwijd twee leerstoelen kinderrevalidatiegenees-kunde, en wij hebben er daar één van. Kinderrevalidatie is beslist niet meer iets wat je er even bij doet, zoals vroeger het geval was.’ Van Tol, tevens voorzitter van de sectie kinderrevalidatiegeneeskunde van de vereniging van revalidatie-artsen VRA, vertelt dat wetenschappelijk onderzoek cruciaal is geweest in de ontwikkeling van het vak: ‘Er zijn samenwerkingsprojecten van meerdere centra ontstaan, zoals PERRIN, waarbij ook meetinstrumenten worden gevalideerd om het effect van behandelingen goed te kunnen vergelijken.’ Mede door het weten-schappelijk onderzoek konden tal van verbeteringen worden doorgevoerd. ‘Zo werd ademhalingsondersteuning bij neuromusculaire aandoeningen mogelijk en maken steeds meer centra gebruik van gangbeeldanalyse en botulinetoxine bij de behandeling van spasticiteit.’ Van Tol: ‘In Nederland zijn nu 110 kinderrevalidatieartsen. Wij vormen de ver-bindende factor tussen revalidatiedisciplines en hebben totaaloverzicht over de ontwikkeling van een kind en de problemen die zich daarbij voordoen. Dat is naar andere medisch specialisten toe ook belangrijk, omdat het voor hen soms moeilijk is te bepalen wat de prioriteit bij een behandeling moet zijn. Tijdens gezamenlijk overleg wordt dan besloten wat zinvol is. Welk type behandeling, welke operatie.’

Nog meer afstemmen

Dat in de kinderrevalidatie de laatste jaren belangrijke vorderingen zijn gemaakt, besefte ook arts Greet Meihuizen toen ze als eindredacteur werkte

aan de vierde herziene druk van het boek Kinderrevalidatie: ‘Ik dacht dat het een beetje updaten zou worden. Maar er bleek sinds de vorige druk in 2003 enorm veel te zijn veranderd.’ Tot voor kort was Meihuizen voorzitter van LINK, het Landelijk Innovatieplatform Kinderrevalidatie. LINK heeft zich de afgelopen vier jaar ingezet voor het verbeteren van de kwaliteit van de kinder-revalidatie, door een brug te slaan tussen organisaties die te maken hebben met gehandicapte kinderen. Naast de revalidatiecentra zijn dat het speciaal onder-wijs, MEE Nederland, beroepsorganisaties en natuurlijk patiëntenverenigingen. Onder de naam LOOK, Landelijk Overleg Onderwijs & Kinderrevalidatie, bekostigd door de deelnemende organisaties en fondsen, wordt hier nu verder aan gewerkt. ‘Ouders en gezin zijn beter in beeld in de kinderrevalidatie, het toewerken naar zelfstandigheid en maatschappelijke participatie is een sleutel-begrip geworden, er is oog voor de transitie van kind naar volwassene. Nu is het zaak alles nog meer op elkaar af te stemmen.’ Volgens de arts is het lastig dat samenwerkingsprojecten op het terrein kunnen liggen van meer ministe-ries: volksgezondheid, onderwijs, sociale zaken. ‘Samenwerking tussen discipli-nes en instellingen is nodig, maar regelgeving en financiering is niet altijd een-voudig als er diverse ministeries over gaan. De mensen op de werkvloer willen wel, maar soms lopen initiatieven hierop vast.’

Doelgroep breder

Het vakgebied blijft volop in ontwikkeling, vertelt Meihuizen. ‘De doelgroep wordt breder. Kinderrevalidatie kijkt integraal, naar het samengaan van genees-kunde, opvoeding en onderwijs. Die aanpak kun je ook gebruiken bij andere aandoeningen. Dat gebeurt al met chronische pijn of vermoeidheid en met DCD, dus kinderen met een onhandige motoriek; randgebieden in de traditi-onele kinderrevalidatie. Je kunt misschien verder gaan, en kijken naar bijvoor-beeld diabetes en hartaandoeningen.’ Het verbreden kan toekomstmuziek zijn, zegt Meihuizen: ‘Direct doel nu is het verder versterken van samenwerking.’ De arts signaleert dat soms wel belangen of ego’s in de weg staan. ‘Maar er is ont-zettend veel te winnen met kennisuitwisseling. We hoeven toch niet allemaal hetzelfde wiel uit te vinden?’ Marja van Tol, die naast haar andere activiteiten als kinderrevalidatiearts ook lid is van de stuurgroep van LOOK, stelt vast dat samenwerking de kinderreva-lidatie de laatste jaren al heel ver heeft gebracht. ‘We hebben tegenwoordig heel veel te bieden. De toekomst van kinderen ziet er veel rooskleuriger uit door alle medische en technische vorderingen. Veel meer kinderen overleven en hebben nu een zinvol leven voor zich.’

Het Johanna KinderFonds verbetert de kwaliteit van leven van kinderen en jongeren met een lichamelijke beperking, door het ondersteunen van weten-schappelijk onderzoek en projecten. Het jubileumboek van het fonds heet ‘Het Johanna KinderFonds. 110 jaar kinderrevalidatie in Nederland’ en staat vanaf 9 december als pdf op www.johannakinderfonds.nl.

‘ Het was in de ogen van de medische wereld nauwelijks een boeiend vak’

Page 15: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

H e t C e N t R U M

ngeveer zeven jaar geleden liet Revalidatiecentrum Amsterdam (RCA) zichzelf grondig doorlichten. Daaruit bleek dat de organisatie gezond was en er financieel goed voor stond. Maar om in goede conditie te

blijven en verder te kunnen groeien, moest er wel iets gebeuren, vertelt Jos Buijs, voorzitter van de raad van bestuur van het centrum. ‘Wij hebben gekozen voor innovatie als een van onze speerpunten. Om ons op dat gebied verder te ontwik-kelen, liepen we tegen grenzen aan. We waren te klein om de benodigde geld-stromen binnen te halen. Daarom zijn we op zoek gegaan naar partners met

onderzoeksfaciliteiten om mee samen te werken.’

Om die te vinden, was volgens hem geen enkel probleem. ‘Ze liggen in Amsterdam voor het oprapen.’ Hij doelt onder meer op het VU medisch cen-trum, het Academisch Medisch Centrum en de faculteit Bewegingswetenschap-pen van de Vrije Universiteit Amsterdam. Met deze partijen werkt het revalidatie-centrum inmiddels nauw samen. Daardoor is het mogelijk om behandeling en onderzoek veel beter op elkaar af te stemmen en het vakgebied revalidatie-geneeskunde naar een hoger niveau te tillen. Als voorbeeld van die wisselwerking noemt Buijs de Lokomat. ‘Wij waren lange tijd de eerste in Nederland met zo’n looprobot. Daar zitten nu twee promovendi op. De een onderzoekt het nut van de Lokomat bij patiënten met een partiële dwarslaesie, de ander kijkt of het met dat apparaat mogelijk is de spiermassa en doorbloeding bij deze groep te verbeteren.’

Het revalidatiecentrum ging niet alleen samenwerken met wetenschappers maar ook met het Jan van Breemen Instituut in Amsterdam, het enige centrum voor reumatologie en revalidatie in ons land. Dat behandelt jaarlijks circa 12.500

mensen met reuma. Dit jaar zijn beide centra officieel gefuseerd onder de naam Reade. Een naam die niets betekent, maar waarin volgens de bedenkers de woorden revalidatie, reuma en Amsterdam enigszins herkenbaar zijn. Buijs, nu voorzitter van de raad van bestuur van Reade, legt uit dat beide centra elkaar perfect aanvullen. ‘Het Jan van Breemen Instituut durft meer en is onderne-mender, het RCA is degelijk en bedrijfsmatig sterker. De schaalvergroting geeft ons een strategische meerwaarde. Ook zijn we samen financieel sterker. Als Reade kunnen we grotere investeringen doen in bijvoorbeeld ICT, EPD, veilig-heid en kwaliteitsontwikkeling.’

Nu zijn de twee gefuseerde centra nog fysiek van elkaar gescheiden. Ook dat gaat als het goed is veranderen. Reade heeft verregaande samenwerkingsplan-nen met het VUmc. Aan de zuidwestkant op het VUmc-terrein komt gezamen-lijke nieuwbouw, die volgens plan in 2017 zijn deuren zal openen. Buijs zegt dat een ander onderkomen ook noodzakelijk is omdat de locatie RCA flink uit zijn jas is gegroeid. Er komen tegenwoordig tweemaal zoveel poliklinische patiënten als waarvoor het gebouw aanvankelijk is ontworpen. In het nieuwe complex krijgen de revalidatieonderdelen van Reade en het VUmc gezamenlijke afdelin-gen voor de multidisciplinaire behandeling van de verschillende doelgroepen. Buijs: ‘Bovendien krijgt het gebouw directe verbindingen met de nieuwe poli-kliniek van het VUmc. Zo kunnen onze specialisten straks nog beter samen-werken met de specialisten van het ziekenhuis. Dat komt de zorg ten goede. En die zorg zal steeds meer aansluiten op de wensen van onze klanten in plaats van op onze eigen bedrijfsvoering.’

Foto’

s: Jo

hn Ek

kelbo

om

een revalidatiecentrum in het centrum van de aandacht

Door John Ekkelboom

O

15

Innovatie door samenwerking

Klinische revalidanten per jaar: 500 volwassenen

Poliklinische revalidanten per jaar:

6.000 volwassenen en kinderen

Medewerkers:

850 (revalidatie en reumatologie)

Revalidatieartsen: 25

Bedden: 115

Klinische Revalidatiebehandeluren (RBu’s)

per jaar: 80.000

Poliklinische Revalidatiebehandeluren (RBu’s)

per jaar: 140.000

Aantal locaties: 2 hoofdlocaties en

14 netwerklocaties

RM 4 2010

Page 16: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

Hoe kan de revalidatiesector de arbeidsparticipatie van mensen met een handicap of chronische aandoening helpen verbeteren? Met die onderzoeksvraag ging TNO Kwaliteit van Leven aan de slag, op verzoek van het Revalidatiefonds en Revalidatie Nederland. • Door Adri Bolt

‘In Nederland bestaat een vrij grote afstand tussen de wereld van de arbeid en de wereld van de gezondheidszorg, waaronder de revalidatie’, vertelt TNO-onderzoeker Cees Wevers. ‘Maar de beroepsbevolking wordt ouder en dus hebben steeds meer werkende mensen beperkingen. Daarbij wordt het steeds duidelijker dat meer mensen duurzamer aan het werk gaan als je bij de revalidatie in een vroeg stadium aandacht besteedt aan arbeid. Dus die kloof moeten we dichten.’ Gelukkig zijn er al veelbelovende initiatieven op dat gebied. Het belangrijkste is de ontwikkeling van multi-disciplinaire eerstelijnsrevalidatie, de Vroege Interventie, gericht op mensen met chronische rugklachten. Die begon in revalidatiecentrum Heliomare en wordt inmiddels in veertien revalidatiecentra aangeboden. ‘Chronische rugklachten geven veel problemen bij het werk. De klachten kunnen nu snel worden behandeld in een circa vijftien weken durend multidisciplinair revalidatietraject, waarbij onder andere een arbeidstherapeut is betrokken.’ Goed werkadvies is essentieel. ‘De werknemer moet bijvoorbeeld weten hoeveel pauzes hij moet houden en hoe hij de belasting kan opvoeren.’ Uitgangspunt bij Vroege Interventie is het afstemmen van de revalidatie op het herstel van functioneren in het werk. Er zijn geen wachttijden, de behandeling is goed geprotocolleerd en de diagnostiek en de interventie zijn duidelijk gescheiden. Bij die diagnostiek wordt ook goed gekeken naar car-rière, werk en werkplek van de patiënt. ‘Dat is nodig om mensen te stimule-ren het maximale uit zichzelf te halen, zo nodig zelfs door omscholing.’

Activeren

Vroege Interventie is een activerende behandeling, die mensen zo snel mogelijk laat doen wat ze verantwoord kunnen doen. ‘Voorheen werd eerst gewerkt aan de genezing, daarna ging de patiënt pas aan het werk. In dit nieuwe model gaan genezing en werk gelijk op.’ Van Vroege Interventie is wetenschappelijk aangetoond dat deze ‘het snelste en beste resultaat ople-vert, zowel wat betreft de revalidatie als wat betreft productiviteit in werk’. ‘En dat geldt ook voor de langere termijn. Verder blijven de zorgkosten uiteindelijk het laagst.’ Vroege Interventie werkt dus, maar hoe zit het met andere vormen van arbeidsgerichte revalidatie? ‘Aandoeningen van het bewegingsapparaat en pijnklachten komen heel veel voor, zij veroorzaken ongeveer één derde van alle arbeidsongeschiktheid. Daarom is naar deze

aandoeningen het meeste onderzoek gedaan. Voor andere arbeidsrevalidatie, zoals bij niet-aangeboren hersenletsel of hartrevalidatie, is het aannemelijk dat multidisciplinaire arbeidsgerichte revalidatie in veel gevallen ook effectief is – in opbrengst en in kosten – maar is dat nog niet overtuigend aangetoond. Deze groep is niet alleen kleiner, maar ook heterogener van samenstelling, waardoor onderzoek lastiger is.’

Financiering

De activerende, multidisciplinaire benadering biedt dus veel perspectief. Waarom wordt hij dan niet veel breder toegepast? Wevers: ‘Een belangrijke belemmering is de bekostiging. “Gewone” multidisciplinaire revalidatie valt onder de reguliere gezondheidszorg, maar arbeidsrevalidatie valt onder de arbozorg en moet door de werkgever of uitkeringsinstantie worden betaald. Hier zijn ook re-integratiebedrijven en “rugscholen” actief.’ Maar dit jaar vond in de financiering een doorbraak plaats: ‘Zorgverzekeraar UVIT zag de meer-waarde van multidisciplinaire arbeidsrevalidatie en vergoedt nu als enige ver-zekeraar Vroege Interventie. Daar kan de huisarts dus gewoon naar verwijzen.’ Het zou een volgende doorbraak zijn als niet alleen Vroege Interventie, maar alle arbeidsgerelateerde revalidatie door verzekeraars zou worden vergoed.

16 RM 4 2010

Onderzoeker tNO:

Nieuwe argumenten ‘Dit onderzoek levert ons weer nieuwe argumenten om bij overheid en

werkgevers meer inzet te bepleiten om mensen met een beperking aan

het werk te helpen’, vertelt Fini de Paauw, voorzitter van de Chronisch

zieken en Gehandicapten Raad. ‘Revalidatiecentra moeten beseffen

hoe belangrijk werk is voor veel mensen. Ook voor de samenleving

is het natuurlijk van belang om arbeidsongeschiktheid te voorkomen.

Daarom is het goed dat de centra mensen steunen bij hun terugkeer

naar de arbeidsmarkt. Maar de belangrijkste voorwaarde daarbij is de

bereidheid van ondernemers om mensen met een beperking in dienst

te nemen. Sommige bedrijven, zoals Albert Heijn en Dow Chemical,

doen het wat dat betreft goed, maar zij zijn een grote uitzondering.

Wanneer werkgevers daar niet beter hun best voor gaan doen, zullen

wij mogelijk pleiten voor quotering.

‘ Arbeidsrevalidatie wordt een belangrijk specialisme’

Page 17: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

Wat betekenen deze bevindingen, tegen de achtergrond van trends als pri-vatisering en marktwerking in de zorg? ‘Er komt hoogstwaarschijnlijk meer onderlinge concurrentie, een sterkere klantgerichtheid, meer specialisatie en meer ‘ketensamenwerking’ tussen instellingen. Die tendensen kun je ook in revalidatie en arbeidsrevalidatie verwachten.’

Zichtbaar maken

De onderzoeker vindt dat – anders dan nu het geval is – in alle revalidatie-trajecten arbeid een geïntegreerd onderdeel van de behandeling zou moeten zijn. Ook als de beperkingen dusdanig zijn dat regulier werk moeilijk te realiseren is. Dan is het voor de revalidatie belangrijk dat andere wegen beschikbaar zijn, zoals gesubsidieerd werk. ‘Centra kunnen zich hierbij wel in verschillende richtingen specialiseren en allianties sluiten met andere partijen in de re-integratiebranche. Zo versterk je de hele revalidatiesector. Dat is extra belangrijk omdat het binnen de gezondheidszorg een kleine sector is, die haar toegevoegde waarde duidelijk zichtbaar moet maken.’ Arbeidsrevalidatie biedt daarop duidelijke kansen, maar daarvoor is het wel nodig dat het lukt om zorgverzekeraars ervoor te laten betalen. Dat kan weer door je resultaten en het rendement aan te tonen met systematische regi-stratie en met wetenschappelijk onderzoek naar kosteneffectiviteit.’ Daarbij moet de revalidatiesector open staan voor nieuwe ideeën. ‘Zo zouden revali-datiecentra zich kunnen richten op omscholing, bijvoorbeeld samen met een nabijgelegen onderwijsinstelling. Het vergroten van de arbeidsparticipatie is persoonlijk en maatschappelijk gezien bijzonder belangrijk, en het is een ter-rein waarop de revalidatiecentra echt iets kunnen toevoegen.’

Het rapport ‘Revalidatie en arbeid, investeren voor de toekomst’ en de publieks-samenvatting zijn te vinden op www.revalidatienederland.nl. Informatie over Vroege Interventie staat op www.vroegeinterventie.nl.

17RM 4 2010

effectiviteit aantonenHet Revalidatiefonds initieerde en financierde het onderzoek

door TNO. Dit gebeurde in het kader van het vijftigjarig bestaan.

Directeur Mechteld van den Beld: ‘Betaald werk is een zeer belang-

rijke voorwaarde voor participatie in de samenleving. Ons fonds

ondersteunt graag initiatieven op dit terrein. En wij waren benieuwd

naar de toegevoegde waarde van arbeidsrevalidatie voor persoon en

samenleving. Aanleiding waren de goede berichten over de Vroege

Interventie bij lage rugklachten. De effectiviteit van arbeidsrevali-

datie aantonen is belangrijk om die vergoed te krijgen als reguliere

zorg. Met dit onderzoek hopen wij de revalidatiesector en mensen

met een beperking een steun in de rug te hebben gegeven om dit te

realiseren.’

Om het jubileum kracht bij te zetten, wil het Revalidatiefonds er

verder onder meer voor zorgen dat drie nieuwe Lokomats – geavan-

ceerde apparaten voor looptraining – en vier ‘kinderbewegings-

landschappen’ door revalidatiecentra in gebruik genomen kunnen

worden. Twee Lokomats en drie bewegingslandschappen zijn

al gerealiseerd. Het fonds sloot het lustrumjaar officieel af op 3

december 2010, met een grootschalig symposium en de uitreiking

van de Nationale Revalidatie Prijs. Kijk voor meer informatie op

www.revalidatiefonds.nl.

Tony Bosman (35) is kwaliteitsinspecteur bij een grote heftruck-

fabrikant, de Nacco Materials Handling Group. Die functie had

hij ook al toen hij in 2003 door een motorongeluk een dwars-

laesie opliep. ‘Ik kon een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgen,

maar ik wilde zelf weer aan de slag. Wat moet je doen als je niet

werkt? Hele dagen thuis zitten is ook niets, dan ga je je maar

vervelen of misschien in de kroeg hangen. Mijn werkgever is

altijd goed voor me geweest, ze hebben me de kans gegeven om

weer aan het werk te gaan. Ik werk nu vijf uur per dag en voor

de fysieke werkzaamheden is iemand in dienst genomen. Ik heb

er administratieve taken bij gekregen en doe het denkwerk: als

er problemen zijn met de kwaliteit van goederen, moet ik een

oplossing verzinnen. Ik doe mijn werk met plezier, geen twee

dagen zijn hetzelfde.’

Foto

: Ing

e Ho

ndeb

rink

Page 18: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

er jaar lopen in ons land ongeveer 60.000 mensen hersenletsel op, bijvoorbeeld door een ongeluk of CVA. Veel van hen hebben een baan en willen na het hersenletsel graag weer aan het werk. Uit

onderzoek is echter gebleken dat dit maar een minderheid lukt. Mensen hebben bijvoorbeeld te kampen met vermoeidheid, geheugen- of concen-tratieproblemen en een verlaagd werktempo. Collega’s, werkgevers en bedrijfsartsen overzien vaak niet de gevolgen van het letsel en overvragen iemand daardoor snel. Om deze problemen aan te pakken en mensen terug te begeleiden naar werk, is de methode van arbeidsgerelateerde revalidatie (AGR) ontwikkeld. AGR is in 2008 tot stand gekomen vanuit een samenwer-king tussen Heliomare Revalidatie en kenniscentrum Vilans. De werkwijze is toegespitst op mensen met hersenletsel, maar kan – met een paar kleine wijzigingen – ook worden toegepast bij mensen met andere beperkingen.

Profielen

Arbeidsgerelateerde revalidatie is een manier om arbeid structureel en in een vroeg stadium van de revalidatie aan de orde te stellen. Bij de start van de klinische of poliklinische behandeling wordt meteen met AGR begon-

nen; deze vroege start is een belangrijk kenmerk. Wanneer duidelijk is dat terugkeer naar werk mogelijk een optie is voor een revalidant, wordt in samenwerking met de werkgever een profiel opgesteld van de functie die iemand heeft binnen een bedrijf. Vervolgens bekijken de leden van het reva-lidatieteam wat iemand kan op werkgebied. Hiertoe wordt een persoons-profiel opgesteld. Het functieprofiel en het persoonsprofiel worden naast elkaar gelegd om te kijken waar discrepanties zitten. Op deze discrepanties kan getraind worden. Soms gebeurt het dat er zoveel verschil zit tussen beide profielen, dat het zoeken van een alternatieve functie of andere vorm van dagbesteding reëler blijkt te zijn. Ook daarmee kan dan tijdig worden begon-nen.Bij afronding van de arbeidsgerelateerde revalidatie verzorgt het team een overdracht aan revalidant, werkgever en bedrijfsarts. Tijdens deze over-dracht wordt de re-integratievisie besproken, waarin staat welke stappen op het gebied van terugkeer naar werk al gezet zijn en wat, naar mening van het behandelteam, op dat moment de belangrijkste aandachtspunten zijn bij een terugkeer naar werk. Het team geeft adviezen over hoe het re-integratietra-ject vorm kan krijgen en over middelen die daarbij ingezet kunnen worden.

P

18 RM 4 2010

Foto

: Ing

e Hon

debr

ink

Aan het werk na hersenletselWerk is belangrijk voor veel mensen, ook voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Daarom

is het goed als in de revalidatie structureel aandacht wordt besteed aan hun terugkeer naar werk.

De ‘arbeidsgerelateerde revalidatie’ zorgt daarvoor.

Page 19: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

C O L U M N

A De laatste

Dit is mijn laatste column in RM. Of je het nu altijd met

me eens was of niet, ik hoop dat ik een ander licht heb

kunnen werpen op ziekte, beperkingen en gezondheid. Ik

wilde een manier van kijken aanreiken die onze levens­

uitdagingen een andere lading geven dan we doorgaans

gewend zijn, en die ons bevrijdt van een model waarin

het lichaam alleen maar tekort kan schieten.

Als we kunnen kijken naar ziekte als uitnodiging om onze

schaduwkanten te leren kennen en te zien wat we in ons

leven hebben buitengesloten, dan verplaatsen we onze

aandacht van de pijn en wanhoop naar het inzicht en de

geestelijke groei die deze juist mogelijk maken. Ziekte is

een mogelijkheid om je werkelijke Zelf te ontmoeten en

het mysterie van jouw leven te leren kennen.

Onze gezondheid is een zielsopdracht. Als je je kunt over­

geven aan de innerlijke leiding van de ziel, ben je zelfs tij­

dens je ziekte en mét je verwondingen heel, compleet en

gaaf. Het ervaren van die heelheid, in contact zijn met die

stille, vreugdevolle, dankbare plek in jezelf, dát is het doel

van het leven, dáár werkt onze ziel naartoe. Lichamelijk

fit zijn is noch het geheim noch het doel van ons leven

en is evenmin de garantie voor een diepe beleving van

vreugde, liefde en geluk. Ooit iemand ontmoet die elke

dag dolgelukkig opstaat, enkel en alleen omdat hij licha­

melijk zo gezond is?

We hebben allemaal de mogelijkheid om in perfecte

gezondheid te zijn – hier, nu, op dit moment. Een gezond­

heid die verder gaat dan onze persoonlijke verlangens

en ideeën over hoe het lichaam zou moeten zijn. Een

gezondheid die is gebaseerd op wie we in essentie zijn

en die daardoor vrede, echtheid en schoonheid met zich

meebrengt. Ik hoop dat iedereen die ziek of lichamelijk

beperkt is deze gezondheid mag ervaren.

Annemarie Postma

19RM 4 2010

twee voorbeelden

AGR wordt sinds anderhalf jaar toegepast binnen Heliomare, en met goede resul-taten. Om een voorbeeld te geven: een man van middelbare leeftijd krijgt, één dag voordat hij begint in een nieuwe baan, een CVA. Vier maanden na het CVA pro-beert hij aan het werk te gaan, maar dat mislukt en meneer wordt aangemeld bij Heliomare. Het behandelteam adviseert de werkgever onder meer om een jobcoach in te schakelen die de man kan begeleiden bij zijn re-integratie. Hoewel zijn jaar-contract bijna afloopt, neemt de werkgever dit advies over. Het resultaat is dat deze man nu, twee jaar na het CVA, weer voor 80% aan het werk is en volledig beter is gemeld. Een heel ander verhaal is dat van een jonge man die door een val hersenletsel oploopt. Tijdens de klinische revalidatie wordt gestart met AGR. Daarbij wordt op de werkplek en in het revalidatiecentrum gekeken of de man zijn oude werk zou kunnen hervatten. Uiteindelijk is het advies om niet direct terug te keren naar het werk, maar om te beginnen met dagbesteding. Daar kan verder worden getraind op vaardigheden die op het werk nodig zijn. Hier heeft de AGR dus niet direct geholpen om terug te keren naar werk. Wel heeft het ervoor gezorgd dat er snel duidelijkheid is gekomen over de mogelijkheden met betrekking tot werk en zijn mislukkingen en teleurstellingen voorkomen.

Protocol

AGR is in 2009 als pilot ingevoerd op de afdeling niet-aangeboren hersenletsel van Heliomare. Er loopt promotieonderzoek om deze pilot te evalueren. Daarnaast is vanuit het Innovatieprogramma Revalidatie subsidie verstrekt om het protocol dat wordt gebruikt voor AGR klaar te maken voor landelijke implementatie. Op basis van de ervaringen die zijn opgedaan in Heliomare is eerst het oorspronkelijke pro-tocol op een aantal punten aangepast. Eind november heeft een expertbijeenkomst plaatsgevonden met medewerkers van revalidatie-instellingen uit heel Nederland, waar het protocol is besproken. Volgende stap is nu om de AGR-werkwijze te bespreken met andere betrokken disciplines, zoals bedrijfsartsen, werkgevers en patiëntenorganisaties. Wat vinden zij van de gehanteerde werkwijze en op welke manier willen zij bijvoorbeeld geïnformeerd worden over het revalidatieproces van hun werknemer of cliënt? In maart 2011 wordt het project afgerond en ligt er een effectief en gebruiksvriendelijk protocol voor arbeidsgerelateerde revalidatie dat landelijk inzetbaar is. Uiteindelijk doel daarbij is natuurlijk meer mensen duur-zaam terug helpen naar werk.

Judith van Velzen,onderzoeksmedewerker Heliomare Research & Development en junior onderzoeker Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid

Judith van Velzen hoopt begin 2013 te promoveren op het onderzoek naar de arbeids- re-integratie van mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Informatie staat op www.heliomare.nl, knoppen ‘Research & Development’ en ‘Promotieonderzoeken’. De onderzoeker is bereikbaar via [email protected].

Het innovatieprogramma Revalidatie van Revalidatie Nederland en

ZonMw moet het innovatievermogen van de revalidatiesector vergroten.

Eén van de doelen is het ontwikkelen van nieuwe innovaties op basis

van relevante actuele kennis. Er zijn zestien innovaties geselecteerd,

waaronder de arbeidsgerelateerde revalidatie. Kijk voor informatie op

www.revalidatie­innovatie.nl.

Aan het werk na hersenletsel

Page 20: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

H e t S t A N D P U N t

uim vier jaar hebben wij de functie van hoofdredacteur voor dit blad mogen ver-vullen. We dragen het stokje per volgend

jaar over aan twee gemotiveerde opvolgers. Tijdens ons hoofdredacteurschap hebben in deze rubriek allerlei mensen hun standpunt gegeven. Het was vaak zoeken naar mensen die dat wilden doen, want we zijn als revalidatiesector niet zo van het innemen van standpunten. Misschien is dat wel typerend voor de zorg in het algemeen en voor de revalidatie in het bijzonder. Wij doen ons werk, en stevig van ons laten horen ligt niet in onze aard.

Toch hoort het innemen van standpunten bij deze tijd. Iedereen heeft een mening over van alles, en het is modieus om die mening niet onder stoelen of banken te steken. In een politiek klimaat waarin we dagelijks geconfronteerd worden met uitspraken van Wilders of zijn tegenhangers lijkt het soms alleen om standpunten te gaan, zonder dat men eraan toekomt om met elkaar over de inhoud van gedachten te wisselen. En dat laatste is precies wat wij graag wilden in RM: we hoopten een discus-sie op gang te brengen, want discussie kan helpen om problemen aan het licht te brengen en op te lossen. Toch is die discussie er niet gekomen. Er zal zeker in de wandelgangen over de standpunten gesproken zijn, maar een echte uitwisseling is niet ontstaan.

De revalidatiesector staat bekend als bescheiden en enigszins stoffig. We zijn een kleine speler op een speelveld waar grote zorgaanbieders de boventoon

R

20

Hebt u ook een standpunt dat u kwijt wilt? Mail met [email protected].

voeren. De ziekenhuiszorg, de geestelijke gezond-heidszorg, de thuiszorg: zij domineren de gesprek-ken en naar hun standpunten wordt geluisterd. Dat zal komen doordat we onvoldoende van ons laten horen, maar het komt ook doordat we als sector kennelijk minder interessant zijn. Stel dat zorgver-zekeraar CZ geen voorkeurslijst had gemaakt van ziekenhuizen voor borstkankerbehandeling, maar van revalidatiecentra voor kinderrevalidatie, zou dit

dan de landelijke media halen, het journaal, Pauw en Witteman? Wij denken van niet. Twee jaar gele-den heeft Revalidatie Nederland onderzoek laten doen naar de economische toegevoegde waarde van de revalidatiezorg. De uitkomst was zeer nieuws-waardig en we zijn er ook de boer mee opgegaan. Toch kwam dit nieuws niet verder dan onze eigen sector.

Is het omdat we klein zijn? Heeft het iets te maken met de plaats die de revalidatiegeneeskunde inneemt in de medisch-specialistische pikorde? Het maakt niet eens zo veel uit. Wat we moeten doen,

Revalidatie,laat een stevig geluid horen!

is zelf zorgen dat we wel degelijk gezien en gehoord worden. Neem standpunten in en maak die ken-baar. Ga met elkaar in discussie. Treed naar buiten en laat aan de buitenwereld zien wie we zijn en wat we doen. Toon hoeveel deskundigheid er is in de revalidatiesector, en hoe hard er wordt gewerkt om tot verbeteringen te komen. Laat zien hoeveel men-sen door ons toedoen de kwaliteit van hun leven zien toenemen, weer perspectief hebben, zelfstandig

zijn en participeren in de samenleving. We moeten hardop durven zeggen dat specialistische multidis-ciplinaire revalidatie een heel waardevol vak is, dat de maatschappij veel meer oplevert dan het kost. Daar mogen we best een stevig geluid over naar buiten laten horen. Daar past geen bescheidenheid, dat is gewoon professioneel en sterk!

Frans van den Broek d’Obrenan, Raad van Bestuur Rijnlands Revalidatie Centrum

Sjoerd Vegter,Raad van Bestuur Merem Behandelcentra

‘ We zijn niet zo van het innemen van standpunten’

RM 4 2010

Page 21: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

H e t W e R K

Het beroep physician assistant is vrij nieuw.

Kun je uitleggen wat een PA doet?

‘Een PA neemt een aantal taken van de revali-datiearts over, onder zijn of haar supervisie. In mijn geval doe ik bijvoorbeeld de nieuwe opna-mes, ik bewaak de dagelijkse gang van zaken met betrekking tot de medische zorg in de kliniek, ik schrijf verwijzingen en ontslagbrieven, ik overleg met specialisten en bij nieuwe medische pro-blemen ben ik het eerste aanspreekpunt. Ik ben eigenlijk een soort zaalarts. Het is inderdaad een nieuw vak, dus het is nog een zoektocht naar wat wel en wat niet bij mijn takenpakket hoort.’

Hoe ziet een werkdag eruit?

‘’s Morgens hebben we eerst kort overleg met de unitmanager over de revalidanten, we bekijken bij wie we langs moeten. Dan doe ik samen met de revalidatiearts een ‘wondenronde’ en bepalen we het decubitusbeleid. Vervolgens doen we de papieren visite, waarbij iedere revalidant wordt doorgenomen en gekeken wordt naar medicatie, blaas-, darm- en decubitusbeleid, bloeddruk en alle andere medische zaken die spelen. Aan het einde van de ochtend heb ik spreekuur voor revalidanten, hier kunnen zij naartoe komen met allerhande medische vragen of problemen, zoals benauwdheidsklachten of gewrichtsklachten. In de middag doe ik de opnames vanuit het zieken-huis: de anamnese, het lichamelijk onderzoek, het blaas-darmbeleid, de medicatie. Ik schrijf een opnamebrief voor de rest van het team.’

Waarom is er vraag naar dit nieuwe beroep

en waarom koos jij ervoor?

‘Ik werkte als ergotherapeut bij De Hoogstraat

en was altijd al geïnteresseerd in de medische kant van het verhaal. Omdat ik toe was aan een nieuwe uitdaging ben ik de opleiding tot PA gaan doen. Je moet daarvoor een medische of paramedische achtergrond hebben, en de oplei-ding duurt tweeënhalf jaar. In Nederland bestaat dit beroep nu een kleine tien jaar. Er is behoefte aan minder duur personeel, meer continuïteit in de zorg en kwaliteitsverbetering. Bij ons kan de revalidatiearts zich nu meer bezighouden met complexe medische zorg, het begeleiden van het revalidatieproces en de nazorg.’

Brengt het vak je waarop je gehoopt had?

‘Jazeker! De problematiek is soms zo breed, ik vind het echt een uitdaging om goed in beeld te brengen wat er speelt, tot een goede diagnose

WeRK > PHySICIAN ASSISTANT (PA) OP DE DWARSLAESIEAFDELING VAN DE HOOGSTRAAT PRiVé > WOONT SAMEN

gROOtSte HOBBy’S > REIZEN EN FOTOGRAFIE HeKeL AAN > ONRECHT, ONEERLIJKHEID

RM 4 2010 21

Bianca AkkermansDoor Kitty Rotteveel

te komen en de juiste behandeling in te zetten. Heerlijk om te zien als dat zijn vruchten afwerpt. Daar kan ik trots op zijn. Het minder positieve is de hoeveelheid administratie. En ik moet, net als iedere arts die net begint, wennen aan de verantwoordelijkheid. Er komt een hoop op je af, maar dat is ook spannend. Verder leer ik ook nee te zeggen en prioriteiten te stellen, juist omdat deze functie relatief nieuw is. Wat ik heel fijn vind, is als mensen zich echt gehoord voelen in begeleidingsgesprekken. Ik heb minder direct contact met de revalidanten dan in mijn ergo-therapietijd, dus dat zoek ik graag op. Zo geef ik ook voorlichting, ben ik onderzoeksassistent en ga ik assisteren bij het fertiliteitsspreekuur. Op die manier leer ik steeds meer mijn takenpakket goed in te vullen!’

Foto

: Ben

Hen

ning

er, D

e Ho

ogst

raat

Page 22: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

welcome to a new worldEtac Holland BVFluorietweg 16a1812RR Alkmaar, NederlandTelefoon +31 72 547 04 39 Fax +31 72 540 13 [email protected]

Etac E800 serieelektrische rolstoelen

2010-05-31-Etac_adv_E800.indd 1 02-06-2010 09:39:54

rm-fellowroll 081016.indd 1 16-10-2008 13:16:30

• stalen stang geklemd tussen vloer en plafond• houvast naast bed, stoel of bad• hulp bij omdraaien in bed• voor transfer naar bank of bed• geen schade aan vloer en plafond• geschikt voor personen tot 150 kg

een sterke steun in 5 minuten geplaatst demonstratie filmpjes op de websiteproefzending mogelijk

Pakpaal® producties T 076-5614500

PAKPAAL

www.pakpaal.nl

rev-pakpaal 101008.indd 1 08-11-2010 11:24:33

Gelijke kansen voor kinderen met beperkingen

Heijenoordseweg 36813 GG ArnhemTelefoon (026) 352 69 81ING-bank 65.40.13.004

Het Johanna Kinderfonds zetzich van oudsher in om dekwaliteit van leven van kin-deren en jongeren tot 30 jaarmet (lichamelijke) beperkin-gen te verbeteren door hetfinancieel ondersteunen vanonderzoek en projecten.

Of het nu gaat om scholing,arbeid, wonen, relaties: het isde wens van veel kinderenen jongeren met beperkingenom ‘gewoon mee te kunnendoen’ en eigen keuzes tekunnen maken. In de prak-tijk blijkt dat zij dat niet inalle gevallen kunnen.Daarom ondersteunt hetJohanna Kinderfonds veleinitiatieven die dit ‘gewonemeedoen’ bevorderen.

Bijvoorbeeld door het onder-steunen van wetenschappe-lijk onderzoek, maar ook hetstimuleren van initiatievenop het gebied van onderwijsen doorstroom naar betaaldearbeid voor deze jongeren.Ook projecten op het gebiedvan sportbeoefening, culture-le activiteiten, vakanties enandere vormen van vrijetijds-besteding worden door hetJohanna Kinderfonds finan-cieel ondersteund.

Met uw steun bouwen wijverder aan het streven omkinderen en jongeren metbeperkingen een volwaardigeplaats in onze maatschappijte geven. Meer informatie:www.johannakinderfonds.nl

Page 23: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

DO 10305 Doge advertentie kineti1 1 24-03-2010 14:55:47

Dynasplint® dynamische neurologische spalken.

Voor patiënten met: CVA, MS, Hersenletsel, Ruggenmerg-letsel, Cerebrale Parese, Spina Bifi da en andere neurologischeaandoeningen. Voor volwassenen, kinderen en baby’s.

Een Dynasplint Neurologische Spalk kosteloos 30 dagen proberen? Neem contact met ons op:

www.dynasplint.nl Dynasplint Europe, De Koumen 82, 6433 KE HEERLEN Tel. 045-5230418 Email: [email protected]

Dynasplint Europe, De Koumen 82, 6433 KE HEERLEN Tel. 045-5230418 Email: [email protected]

rev-dynasplint 101022.indd 1 08-11-2010 11:25:13

Hoe maakt u de kwaliteit van uw revalidatiecentrum aantoonbaar?

www.dnv.nl/revalidatie

HKZ certificatie en trainingen als middelCliëntveiligheid en effectiviteit zijn juist in uw sector van grootbelang. HKZ certificering en trainingen zijn middelen om hetzorgproces te optimaliseren, de risico’s te verminderen en uwkwaliteit als revalidatiecentrum aantoonbaar te maken.

Waar kunt u bij DNV voor terecht?> Proefaudit /nulmeting: analyse van uw kwaliteitssysteem> HKZ certificatie: externe beoordeling van uw kwaliteitssysteem> Training: intern auditeren /opzet van een kwaliteitssysteem

Wilt u meer uit uw interne audits halen?Download nu gratis tips via www.dnv.nl/revalidatie

DNV Certification010 2922 700 [email protected]

Page 24: 110 JAAR - Revalidatiemogelijkheden worden uitgebreid.’ Meer informatie: . Zoals vaker gebeurt, liet ook bij Jos Jansen de diagnose Parkinson onnodig lang op zich wachten. ‘De

‘Het tafelblad mocht niet te dik zijn’

Nieuwe Havenweg 5, NL-6827 BA Arnhem, t. 026-3512247, f. 026-4437950, [email protected], www.kindermeubilair.nl

Ergotherapeute Theone Kampstra vertelt.‘Op onze school zitten blinde en slechtziende kinderen die ook verstandelijke of motorische problemen hebben. Het aange-paste meubilair is speciaal voor ons ontwikkeld door Maatwerk. Ze doen hun naam wel eer aan, want ze leveren altijd meubels die precies voldoen aan de eisen die wij opgesteld hebben. Onze samenwerking met hen is heel direct, het is echt samen-werken. De meubels die we hier hebben staan zijn door ons samen ontwikkeld. En veel van de modellen worden inmiddels door Maatwerk ook al weer op andere plekken gebruikt.

Het ontwikkelen van een nieuw meubel gebeurt in drie stappen. Wij stellen in overleg met alle betrokkenen een lijst van eisen op. Maatwerk gaat daarmee aan de gang en komt met een proef-model. Dat testen wij vervolgens in de praktijk. In de laatste fase verfijnt Maatwerk de afstellingen en wordt het definitieve model vastgesteld. Voor ons is dit de manier. Vaak gaat het dan om meubels die nog niet bestaan, die nog niet in de handel zijn. Dan ga je natuurlijk zoeken naar een bedrijf dat het letterlijk op maat maakt voor je.

De computertafel Altus is een voorbeeld van een product dat we sa-men met Maatwerk ontwikkeld hebben. We hadden nogal wat noten op onze zang. Hij moest bijvoorbeeld makkelijk hoog/laag verstelbaar zijn, er moest een flatscreen-arm op gemonteerd kunnen worden, de technische dienst moest makkelijk bij de achterzijde kunnen komen en, niet te vergeten, het blad mocht niet te dik zijn. Dit laatste heeft te maken met de braille-leesregel van de leerlingen, die heeft al een behoorlijke dikte, als het blad dan ook nog eens te dik zou zijn, wordt het lastig werken voor ze. Maatwerk maakte gewoon de perfecte tafel, en ik heb begrepen dat het basismodel inmiddels al op veel andere plekken ook gebruikt wordt.

De kinderen op onze school zijn wel gewend aan hulpmiddelen, ze weten niet beter dan dat ze aan aangepast meubilair zitten. Toch vinden ze het nog altijd leuk om betrokken te worden in het denkproces van tevoren. En we hebben een soort Certificaat ingesteld, dat je krijgt als je hebt laten zien dat je de tafel zelf kunt bedienen. Zijn ze trots op!

De contacten met Maatwerk verlopen prima en meestal vlot. Hoewel het voordeel van de firma (klein bedrijf, dus korte lijnen) tegelijk ook het nadeel kan zijn. Ze hebben het soms gewoon té druk. Dan moet ik er wel eens achteraan bellen. Maar dat doe ik graag bij Maatwerk!’

Maatwerk maakt modulaire systemen voor nu en straks met veel vakmanschap en door productie in huis sterk servicegericht

Visio KIOSB (Koninklijk instituut tot onderwijs van slechtziende en blinde kinderen)

adv.Revalidatiemag.november.2010.indd 1 02-11-2010 08:04:01