11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied...

45
r . ,Ende de Engel seyde tot haer, En vreest niet, want siet ick verkondige u groote blíjtschap, die alle den volcke wesen sal. (Namelick) dat u heden geboren is de Saligmaker, welcke is Christus de Heere, in de stadt, Davids. LUCAS 2: 10 en 11. ,Och dat Isra& verlossing uit Zion kwame!” zoo luidt de verzuchting van David in den veertienden psalm; en dat was de bede, de wensch en de begeerte van de kerke Gods van den tijd der eerste belofte tot den dag der vervulling. Dat was dus de wensch van een Eva, de moeder aller levenden, en ook van den ouden Simeon en van Anna, de profetes, die het voorrecht hadden, te leven in den tijd, waarop de Heere God naar Zon vrumachtig welbehagen die wensch en begeerte van zoovele rechtvaardige koningen, profeten en kinderen Gods zou vervullen en hun beden zou verhooren. Ja, M. H.! toen de volheid des tijds gekomen was, was naar Gods eeuwig raadsbesluit en in Zijn aanbidde- lijke voorzienigheid het oogenblik daar, waarop geopenbaard zou worden het wonder aller wonderen, waarover hemel en aarde zich zouden ontzetten en waarover zij zich t,ot in eeuwigheid verwonderen zullen. God geopenbaard in het vleesch! Het was de heuglijkste tijding, die aan den armen verloren zondaar gebracht kan worden, hetgeen de engelin de velden van Bethlehem verkondigde en waarbij wu dezen morgen uw aandacht wenschen te bepalen naar asnleiding van het tiende en elfde vérs van Lukas 2. ,En de engel zeide tot hen: Vreest niet! want, ziet, ik verkondig u a aroote blijdschap, die al den volke wezen zal: Namelijk, dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids.” Neen, M. H! nog nooit was er zulk een blijdschap ver-

Transcript of 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied...

Page 1: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

r .

,Ende de Engel seyde tot haer, En vreest niet, wantsiet ick verkondige u groote blíjtschap, die alle denvolcke wesen sal. (Namelick) dat u heden geborenis de Saligmaker, welcke is Christus de Heere, inde stadt, Davids.

LUCAS 2: 10 en 11.

,Och dat Isra& verlossing uit Zion kwame!” zoo luidtde verzuchting van David in den veertienden psalm; en datwas de bede, de wensch en de begeerte van de kerke Godsvan den tijd der eerste belofte tot den dag der vervulling.Dat was dus de wensch van een Eva, de moeder allerlevenden, en ook van den ouden Simeon en van Anna, deprofetes, die het voorrecht hadden, te leven in den tijd,waarop de Heere God naar Zon vrumachtig welbehagen diewensch en begeerte van zoovele rechtvaardige koningen,profeten en kinderen Gods zou vervullen en hun beden zouverhooren. Ja, M. H.! toen de volheid des tijds gekomenwas, was naar Gods eeuwig raadsbesluit en in Zijn aanbidde-lijke voorzienigheid het oogenblik daar, waarop geopenbaardzou worden het wonder aller wonderen, waarover hemel enaarde zich zouden ontzetten en waarover zij zich t,ot ineeuwigheid verwonderen zullen.

God geopenbaard in het vleesch!Het was de heuglijkste tijding, die aan den armen

verloren zondaar gebracht kan worden, hetgeen de engelinde velden van Bethlehem verkondigde en waarbij wu dezenmorgen uw aandacht wenschen te bepalen naar asnleidingvan het tiende en elfde vérs van Lukas 2.

,En de engel zeide tot hen: Vreest niet! want, ziet,ik verkondig u aaroote blijdschap, die al den volke wezenzal: Namelijk, dat u heden geboren is de Zaligmaker, welkeis Christus, de Heere, in de stad Davids.”

Neen, M. H! nog nooit was er zulk een blijdschap ver-

Page 2: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

4

kondigd, nimmer zulk een heil, vrede en zaligheid geopen-baard, nooit hadden de her,ders in Ephrata’s velden zulk eenoverweldigende en zielsverrukkende blijdschap gevoeld, alstoen hen verkondigd werd, dat in Bethlehems beestenstalJezus geboren was. En zoo is er nog nooit zulk een blijd-schap geweest voor al Gods volk, dat aan hun verlorenstaat ontdekt is, als wanneer Jezus in hun harten geborenwordt als hun eenigen Zaligmaker, Die van God gezalfd istot hun Profeet, Priester en Koning en Die over hen regeerenzal tot in eeuwigheid.

Terwül wij dan bij deze blijde boodschap stilstaan, willenwe met elkander letten op:

le. Het feit van Christus’ geboorte;28. De blijde boodschap, die gebracht werd;3e. Het middel, waardoor de beletselen werden wegge-

nomén ;48. Den inhoud der boodschap zelve, en5e. De geestelijke strekking ervan tot blijdschap van een

iegelijk, die ze ontvangt.

Lettende op het feit van Christus’ geboorte, willen wein het kort het een en ander opmerken aangaande Zijnafkomst, de plaats Zijner geboorte, Zijn gedaante en hetwondervolle Zijner geboorte.

We moeten met onze gedachten (zullen we iets zeggenbetrefiende de afkomst van den Heere Jezus) terug tot deneeuwigen Vrederaad Gods. In de stilte der eeuwigheid zag deHeere God het menschdom door de bondbieuk van Adam vanZich afgevallen. En als in heilige verlegenheid, klonk toen devraag des Vaders: ,,Hoe zal ik u onder de kinderen zetten?en u geven het gewenschte land, de sierlijke erfenis van deheirscharen der Heidenen?” (Jer. 3: 19.) Waarop het antwoorddes Zoons luidde, volgens Psalm 40: 8 en 9: ,,Zie, ik kom;in de rol des boeks in van Mij geschreven. Ik heb lux, oMijn God! om U-w welbehagen te doen : en Uwt’ wet is i nhet midden Mijns ingewands.” Dax nam dc gezegende ZoneGods het op zich, om voor al zijn volk de Goddelijke wette voldoen; daar verplichtte HU Zich, om eenmaal de men-

Page 3: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

schelijke natuur aan te nemen en daarin de gerechtigheidvoor de Zijnen te verwerven. En op grond van dat verbondder verlossing, dat in dien Vrederaad gesloten werd, zou Hijeenmaal uit Zijn plaats uitspruiten, om den tempel des Heerente bouwen, (Zach. 6: 12.) Daarom zou HU het paleis deshemels moeten verlaten en dd gestalte eens dienstknechtsmoeten aannemen, opdat aan dezulken, die zich door hetontdekkend licht des Geestes als ellendigen en ontblooten heb-ben leeren kennen, zou toegeroepen worden: ,,GU verdrukte,door onweder voortgedrevene, ongetrooste! zie, Ik zal uwesteenen gansch sierlijk leggen, en Ik zal u op saffierengrondvesten. En uwe glasvensteren zal Ik kristallijnen maken,en uwe poorten van robijnsteenen, en uwe gansche landpalevan aangename steenen” (Jes. 54: 11 en 12). Wanneer devolheid des tijds zou gekomen zijn, dat tijdstip, ‘t welk deHeere in zijn ondoorgrondelijke wijsheid had bepaald, danzou de Heere Jezus in de van God daartoe bestemde plaatsgeboren worden. In het vierde vers van ons teksthoofdstuklezen wij, dat Jozef opging uit Nazareth, naar Judea, totde stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, omdat ereen gebod uitgegaan was van keizer Augustus, dat de gebheele wereld beschreven zou worden.

J3eeds’ vroeger was er een beschrijving bevolen, welkbevel evenwel niet uitgevoerd was. Nu evenwel was de tijdaangebroken dat de Messias geboren zou worden. Wonder-volle leiding der Goddelijke voorzienigheid ! In een beesten&stal, omdat er voor henlieden geen plaats was in de herberg,wordt Hij als een hulpbehoevend wicht, ja, als de armsteonder de armen geboren, opdat Hij eens met Zijn rijkdomalle armoede en ellende van Zijn volk zou vervullen ; opdatHU eenmaal zou ziJn het kleed der naakten, het brood derhongerigen, de rust der verdrukten en de schutsheer tegenden vijttnd. En Naria wond Hem in doeken. Zie, Toeh.! diehandeling van Maria was een zinnebeeld, dat de Heere Jezusals het ware omwonden werd met de erf- en dadelijke schuldZijns volks. Op Hem, die uit de plaats der heerlijkheid wasneergedaald, heeft God de Vader alle ongerechtigheid doenaanloopen en Hij, die geen zonde gekend heeft, werd zonde

Page 4: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

6

voor ons gemaakt, opdat wb zouden zijn rechtvaardigheidGods door Hem, en wij bekleed zouden zijn met Zijn dek-kende gerechtigheid, Hij zou ook zijn het brood voor dehongerigen, n.1. voor degenen, die aan hun ongerechtigheidontdekt, zouden hongeren en dorsten naar Zijne gerechtig-heid en dus door Hem verzadigd kunnen worden. De HeereJezus zelve getuigde :,, Ik ben het brood des levens, dat uitden hemel is nedergedaald.” Die dan met dit Brood des levensverzadigd worden, zullen niet meer hongeren in eeuwigheid.

Hij is de rust voor de verdrukten, Voor al degenen, diebuiten Christus geen rust kunnen vinden, is Hij de rust-aanbrenger. Daarom sprak I3i-j eenmaal: ,,Komt allen tot Mij,die vermoeid en beladen zijt en Ik zal u rust geven.”

We zouden in de derde plaats letten op Zijn gedaante.En dan vragen wij u, Toeh. ! wat de natuurlijke mensch zietin de -gedaante van den Heere Jezus. Niets buitengewoons,niets aantrekkelijks. ‘t Is terecht gelijk de profeet Jesajagetuigt : ,,Daar was aan Hem geen gedaante, nog heer-lijkheid, dat wij Hem zouden begeerd hebben.” Zoo was hetook tijdens het Oude Verbond met de Israelieten ten op-zichte van den tabernakel. Wanneer zij bleven staren op dedassen- en ramsvellen, waarmee de tabernakel uitwendig be-kleed was, zagen zij daarin niets buitengewoons, niets aantrek-kelij ks ; maar wanneer zij door Gods genade verwaardigdwerden, het heiligdom Gods met geestelijke blikken te mo-gen aanschouwen, was die tabernakel hun een dierbaarsymbool van den gezegenden Heere Jezus Christus. Danmochten zu in het koperen brandoffer-altaar, dat in denvoorhof stond, een heenwuzing zien naar de rechtvaardig-making door den Borge des Verbonds; in het koperen wasch,vat de heiliging en de afwassching van de besmetting derzonde. Dan was hun de gouden kandelaar met zijn zevenlampen een bewijs van het volkomen, eeuwig licht dateenmaal door de komst van den Messias zou ontstokenworden. De arke des verbonds met haar verzoendeksel inhet heilige der heiligen bepaalde hen bij de Goddelijke weten b(j Hem, die getuigt (Ps. 40: 4) :

Page 5: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

Ik draag Uw heilige wet,Die Gij den sterv’ling zet,

In ‘t binnenst ingewand.

De bloeiende staf van A$ron toonde hen, dat eens hetKoninkrijk van den grooten Koning zou bloeien over degansche aarde. In één woord : zij zagen in dien tabernakelalles, wat noodig is om welgetroost te leven en zalig testerven.

Evenzoo zal Gods kind, wanneer hij in de Goddelijkheidvan den Heere Jezus mag worden ingeleid, iets buitenge-woons, iets schoons aanschouwen. Dan zal hij met Daviduitroepen: ,,Gij zijt veel schooner dan de menschenkinderen,genade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met debruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blanken rood, hij draagt de banier boven tien duizend. Al wataan hem is, is gansch begeerlijk. Zulk een is mijn liefste,ja zulk een is mijn vriend.” Zu kunnen dan deschoonheidde heerlijkheid, de gepastheid, de algenoegzaamheid, devolzaiigheid van dien Sionskoning niet uitdrukken; zi~ kun-nen niet zeggen, wat zij dan gevoelen, proeven en smaken.

Ten laatste wilden wij ook nog even stilstaan bij Zijnwondervolle geboorte.

En wie kan het dan omvatten, dat de Schepper vanhemel en asrde, Die alle dingen draagt door het WoordZijner kracht: daar als een machteloos, hulpbehoevend, nietigschepseltje in d e kribbe ligt? HU, die van de wolken Zijnwagenen maakt, wandelt op de vleugelen des winds en dehemelen uitspreidt als een gordijn, ligt daar als een hulpe-loos wicht. Wie kan dat eeuwig Godswonder doorgronden?0, als de kerke Gods daarbu bepaald wordt, dan moeten zijgetuigen : ,,O diept.e des rijkdoms beide der wijsheid en derkennisse Gods! hoe ondoorzoekelijk zijn ZUne oordeelen enonnaspeurluk Zijne wegen!” (Rom. 11: 33 )

Wij zouden ten tweede letten op de blijde boodschapdie gebracht werd. Sommigen willen, dat de Heilige Geestde boodschapper was, doch voor deze meening kunnen wenergens in de Heilige’ Schrift grond vinden. ‘t Was een ge-

Page 6: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

8

schapen engel ,en waarschijnlijk dezelfde, die aan Mariaverschenen was, dus de engel Gabriel. Hoe dit zu, de engel,ja het gansche engelenkoor als door God den Vader van uit hethof des hemels uitgezonden, bracht eenvoudigen herders deheerlijkste boodschap die ‘ooit op aarde verkondigd was, Toendie heugluke tijding aan de herders gebracht werd, was het, blij-kens het 9de vers van het teksthoofdstuk, nacht. En daar om-scheen hen de heerlijkheid desHeeren en zeide de engel tot. hen :.Vreest niet !” En ‘t was niet alleen nacht in het rijk dernatuur, maar ook ten opzichte van Israels geestelijk levenmoeten we zeggen, dat het nacht was, dat duisternis overde aarde verspreid was en donkerheid de volkeren bedekteEn is het niet evenzoo gesteld in het hart van elken zon-daar, totdat de Heere Jezus daarin geboren wordt?

We kunnen het wel verstaan, M. H. ! dat de herders, toenhun -die engel verscheen en de heerlijkheid des Heeren henomscheen, vreesden met groote vreeze. Vaak lezen we inGods woord, dat manschen op het gezicht van een engel,met vreeze bevangen worden. Zoo wordt ook van Zachariasin Lucas: 1; 12 getuigd, dat hij, den engel ziende, ontroerdwerd en vreeze op hem viel. Wat daarvan toch de oorzaakmag zijn, Toeh. ? In den staat, waarin de mensch door Godgeschapen was, wist hij van geen vreezen, maar kende huden Heere aan den wind des daags. De mensch kon toenin gemeenschap met den Heere leven. En daarvan kan nu,na den zondeval, juist geen sprake meer zijn, met betrekkingtot den mensch gelijk hij van nature is. De verschijning vanden Heere of van Zijn gezanten uit den hemel boezemthem ontzag in en doet hem vreezen en beven. En ditwordtook openbaar in de bskeermg van den zondaar, wanneerdeze dus door het licht des Heiligen Geestes beschenenwordt. Als Saulus, reizende naar Damaskus, snellijk dooreen licht van den hemel omschenen werd, viel hij ter aarde,terwijl hu bevende uitriep : ,,Heere, wat wilt gij dat ikdoen zal ?”

En, volk des Heeren, toen het licht des Geestes ubestraalde en u uw schuld en zonde deed zien, bleeft gijtoen staande? Of vielt ge met een Saulus ter aarde ? 0,

Page 7: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

9

indien de arme zondaar door Gods Geest ontdekt wordt aanden rampzaligen staat, waarin hu leeft en verkeert, en aande blakende vijandschap, waarin hij met zijn Schepper enFormeerder leeft, dan valt hij voor God neer en vervullenallerlei vreezen en beroeringen zijn hart. Doch ook na ont-vangen genade blijft er iets van die vreeze over. Dat kanons blüken uit de herders van Bethlehem, van wie wU ver-onderstellen mogen, dat zü bekeerde menschen waren. Erblijft bij Gods volk gedurig een vreeze in het hart, hetzijeen vreeze voor zelfbedrog, dat hun weg niet recht is enhet nog eens verkeerd met hen zal uitkomen, hetzij eenvreeze over de aanklevende verdorvenheid, de inwonendezonde, enz; doch driewerf gelukzalig, die alzoo geduriglukvreest.

In de derde plaats zouden we letten op het middel,waardoor de beletselen werden weggenomen. Dat deed deengel, door den herders toe te roepen: ,,Vreest niet!”

We hebben er zooeven opgewezen, dat de oorzaak vande vreeze, waardoor wu met ontzag en beving voor dieHooge Majesteit vervuld worden, gelegen is in onzen afvalvan God, in de zonde. Die vreeze ontstaat uit den vloekder wet; ze is een gevolg van de toorn Gods over de zondeen wordt voortdurend verlevendigd door het bewustzijn datwU den dood tegemoet gaan. De mensch, zooals hij vannsture leeft, heeft dus alle reden om te vreezen! Maar voorGods volk, M. H. ! is die reden weggenomen. De Heere Jezusis gekomen, om de zonde en haar gevolgen te dragen en debesmetting derzelve weg te nemen, zoodat zij van al hunmisdaden door Zijn gerechtigheid uit genade vergevinghebben. Door de komst van Christus, die buiten het werk-verbond geboren werd, doch zich onder hetzelve stelde, isde wet in haar vloek ontwapend. Door den kruisdood vanden Zone Gods en de bloedige offerande van den Middelaardes Verbonds is de toorngloed des Vaders gebluscht, zoodatHU getuigt; ,,Grimmigheid is bij Mij niet” en ten slotte : Christusheeft voor de Zijnen den dood verslonden tot overwinning,zoodat voor hen daaruit de prikkel is weggenomen, en

Page 8: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

10

met Paulus mogen uitroepen : ,Dood ! waar is uw prikkel ?Hel! waar is uw overwinning ?” (1 Cor. 15: 55.)

Zoo zijn, M. H! door de geboorte van den gezegendenSionsvorst al de beletselen voor Gods arm en ellendig volkweggenomen.

En welke boodschap had nu die hemelbode te brengenaan de herders van Bethlehem?

Jiet, ik verkondig u groote blijdschap, die al den volkewezen zal: namelijk, dat u heden geboren is de Zaligmaker,welke is Christus, de Heere, in de stad Davids.”

De engel noemt het een ,,groote blijdschap.” Immers dewenschen, beden en verzuchtingen van al vier duizend jaarwerden nu vervuld en verhoord; al de beloften werden hierin Christ’us Jezus ja en amen; al de schaduwen van het OudeVerbond werden in het lichaam van Christus opgeluisterd.

‘t Was een groote blijdschap, ook vanwege de eeuwig-durende kracht; want ze zou verkondigd worden van ge-slachte tot geslacht: dat evangelie zou verkondigd wordentot aan alle einden der aarde, totdat de volheid derheidenenzou ingegaan zijn en dan gansch Israel zou zalig worden,die blijdschap zou zijn al den volke, uit alle geslachten,talen en natign, waaruit de Heere de Zijnen zou vergaderen.Zulk een blijdschap was er nog nooit geopenbaard en zalook nooit meer boeopenbaard worden : dat eeuwig wonderder verborgenheid der Godzaligheid ; God de Vader schenktZijn Zoon als oen gift aan vijanden !

Wat zal die boodschap die herders aangegrepen hebben !Wat zal dit voor hen geweest zijn, toen het uit den monddes engels hun in de ooren klonk en tot hun harten door-drons : ,,dat 24 heden geboren is de Zaligmaker.” Om dat U.daarom gaat het bij al Gods oprecht-gemaaktevolk, bij dat volk:dat buiten Jezus niet leven of sterven kan, en dat cergens rustkan vinden, voordat zij uit den mond Gods mogen hooren :,, U is heden geboren de Zsligrnaker. Hij, Die u verlossen kanvan schuld en st.raf en het recht de’s levens kan geven : inWien al de beloften voor de ziel ja en amen zijn. ”

,Ziet, ik verkondig u groote blijdschap : namelijk! dat

Page 9: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

11

u heden geboren is de Zaligmaker.” Dat heden ‘t welkde engel daar den herders hooren deed, was overeenkomstigGods raadsbesluit gegrondvest in de nooit begonnen eeuwig-heid, En op hetzelfde oogenblik, dat het heden door den engelwerd uitgesproken, was het dat Christus in Zijn menschelukenatuur geopenbaard werd.

Zoo was dan de Zaligmaker, welke is Christus, geboren,gelijk Hij van den Vader beloofd en aan Zijn volk geschonkenis: de volkomen grondsla g tot zaligheid, het licht tot ver-lichting der heidenen, het geestelijk broodhuis en het mannadat uit den hemel is neergedaald. Wat een heerlijk, hemelschzalig werk, Toch, ! dien Zaligmaker te mogen aanbidden !Geen zaliger werk dan God te mogen aanbidden, loven endanken voor ‘t schenken Zijner zaligheen.

Wat zou het heerlijk zijn, als wü Kerstfeest mochtenvieren gelijk de herders in Bethlehems velden.

Dat zou een onwaardeerbaar voorrecht zijn En mocht Godsvolk nog eens bij vernieuwing in het groote Godswerk wordeningeleid, Dat schenke ons de Heere om Zijns Naams wille.

* %

T O E P A S S I N G .

En de engel zeide tot hen : Vrees niet! want, ziet, ikverkondig u groote blijdschap, die al den volke wezen zal :namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke isChristus, de Heere, in de stad Davids.”

,,Vreest niet !” We wilden wel, dat wij dat een iegeiukuwer konden toeroepen, maar wU zij,n er van overtuigd, dater velen onder ons zijn, die wel degelijk hebben te vreezen,omdat Koning Jezus nog niet in hun hart geboren is. Alzoo menig Kerstfeest is er voorSijgegaan, onbekeerden onderons, zonder dat het de minste vrucht voor u afgeworpenheeft, Voor u is het noodzakelijk, dat gij kreegt te vreezen !Want hoe heerlijk en gezegend het feit van Christus geboorteop zichzelf is en hoezeer de eeuwigheid er toe noodig zijnzal, om de liefde G-ods in het schenken van Zijn Zoon tebewonderen, dat alles is voor ti en m(j op zichzelf nietgenoeg. M. H!

Page 10: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

12

Wij moeten onszelven met een Asaf als een beest voorGod leeren kennen en de Heere Jezus moet in den beesten-stal van ons hart geboren worden, zal het wel zijn met onsop reis naar de eeuwigheid,

Zullen wQ ooit recht Kerstfeest vieren, dan zullen wij,gelijkerwijs Christus onze menschelijke natuur heeft aange-nomen, Zijn Goddelijke natuur deelachtig moeten worden.Dat gij derhalve eens recht leerdet gevoelen, hoe ongeluk-kig, diep- beklagenswaardig en rampzalig uw staat voor deeeuwigheid is ! De plaats des gebeds zou u een plaats desgeweens worden, Dat dan het evangelie der genade, dat gUzoo vaak reeds hoordet verkondigen, niet eenmaal tegen ugetuige ! Want o, gij die onbekeerd van harte blGft en in uwzonde sterft ! gij zult het hard te verantwoorden hebben in dendag der eeuwigheid, wanneer de in Bethlehems beestenstalgeboren Sionskoning tegenover u staan zal en u met donde-rende stem zal toeroepen: ,,Gaat weg van Mij, gij werkersder ongerechtigheid, Ik heb u nooit gekend.” Tyrus en Sidonzal het in den dag des oordeels verdraaglijker wezen danulieden. Daarom, Toeh! gij hebt wel degelijk te vreezen,indien gij nog onbekeerd voortleeft, En ‘t zal u niet baten,dat gij u onder de belijders schaart, indien gij in de prak-tijk een daadverloochenaar bevonden wordt, ,,Zoo zijn wijdan gezanten van Christus’ wege, alsof God door ons bade:wij bidden van Christus wege, laat u met God verzoenen,”(2 Cor. 5: 20) eer het voor eeuwig te laat zal zun en hetu van ‘s Konings lippen zal tegenklinken: ,,Deze mün vijan-den, die niet gewild hebben, dat Ik Koning over hen zij,breng ze hier en sla ze voor Mijn voeten dood!” Nu leeftge nog in de mogelijkheid om zalig te worden ; ‘t is nunog de welaangename tijd, nog de dag der zaligheid ; heden’dan,zoo gij Zijn stemme hoort,verhardt u niet, maar laat u leiden.

Wij moeten leeren vreezen en onze knieën vo Ir dat,,kindeke in de kribbe” leeren buigen. Zeker, M. H ! ‘t is voor eenhoogmoedig schepsel, gelijk ieder mensch van nature is,geen geringe zaak, om daartoe te komen. De hooggevoelendeen opgeblazen mensch vindt het immers kindernchtig ! Godgave, dat wU allen Hem recht kinderlijk leerden vreezen

Page 11: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

13

En een iegehjk onzer bedenke, dat Jehova zegt: ,,Daar iseen woord uit Mijnen mond uitgegaan, dat alle knie zichzal buigen en alle tong Mij zal belijden.” Hier niet te hebbengewild en d;i&r te zullen moeten buigen, dat zal ontzettendzijn. Neen menschen, wij kunnen nooit te kinderlijk v o o r

den hoogen God zijn. Wij kunnen ons nooit te diep voorHem in ‘t stof buigen,

Mocht u dan dat groote voorrecht geschonken worden,dat gij leerdet bukken en buigen in der waarheid, eer detijd zal aanbreken -gien vergevin

en wie weet hoe spoedig - dat erg voor uw zonden en geex ontferming meer

zijn zal. De Heere binde het zelf op uw harten.,,Vreest niet!” zoo klonk het den herders van Bethlehem

tegen. We wezen er daar straks op, dat die vreeze zoo ver-klaarbaar is. Van den natuurlijken mensch getuigt Pau-lus: (Rom : 3; 18) ,,Er is geene vreeze Gods voor hunneoogen .”

Wanneer de Heere echter een ziel wederbaart, komt erdadelijk een diepe eerbied voor God, voor Zijn woord, voorZon dienstknechten, voor Zijn volk; de kinderlijke vreezewordt in de ziel ingeplant, met het gevolg, dat ze onmiddel-luk met de zonde breekt en dezelve leert verfoeien, zoodatze met Jozef uitroepen: ,,Hoe zoude ik dan dit, een zoo grootkwaad doen, en zondigen tegen God!” (Gen. 39: 9) Daarinligt juist het onderscheid tusschen de kinderlijke yn deslaafsche vrees. De eerste doet de zielen de toevlucht nementot God ; de laatste is oorzaak, dat we van God af vlieden.Die door Gods Geest overtuigd zijn, ze vreezen van te zon-digen tegen God, maar ook : ze vreezen, soms dat hun werk nietin waarheid zijn zal. Ze missen dan het geloof en derhalve ookden troost voor hun ziel. Ze redeneeren bij zichzelven, dathet niet met genade bestaan kan, dat zij zooveel verdorven-heid in hun hart ontlwaren; ze vreezen, nog eens in dezonde te zullen terugvallen en als een huichelaar voor Goden menschen openbaar te worden* Doch welgelukzalig, wiezoo gedurigluk vreest. Immers die vrees brengt u in ‘t ver&>borgen voor God. L kunnen we toeroepen: ,,Vreest niet !”want de Heere Jezus is gekomtin is gekom.en, om uw zon-

Page 12: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

14

denschuld en- smet voor eeuwig weg te nemen. Vaak vreestgij, bekommerden in ons midden, even als Bunyan, dat degansche berg van Sinai op u vallen en u verpletteren zal,maar de Heere Jezus heeft de wet voor u volkomen vervuld.Gij vreest, dat Gods toorn u treffen zal, maar indien uwoogen er voor geopend worden, zult Gij het zien, dat in hetbloed van den gezegenden Middelaar de toorn Gods vooraltijd is gebluscht.

,,Vreest niet! want, ziet, ik verkondig u groote blijd-schap.” Ziet ge wel, Toeh ! zoodra de engel gezegd had:,,Vreest niet !” waren de beletselen weggenomen.

En zoo is het, wanneer de Heere door Zijn dierbarenGeest een woord tot uw ziele komt te spreken, ‘t zU onderde verkondiging, ‘t zij ond:r het lezen van Zijn Woord,dan valt al uw vreeze weg.

‘t Was een groote blijdschap, die de engel verkondigde,en, al is het bijna 2000 jaar geleden, toch is zU voor elkkind van God even nieuw, even groot. Die blijdschap kanhun hart zoo verrukken, dat ze bij tijden en oogenblikkenin de liefde Gods denken weg te zinken en te bezwijken.Ze kunnen niet uitdrukken, hoe groot de vreugde is, als zijdat groote wonder mogen aanschouwen en zien mogen, uithoe grooten nood en dood zij verlost zijn door het dierbaarhartebloed van den Heere Jezus. Toch zal de grootste blüd-schap bewaard blüven tot in de eeuwigheid, wanneer alletreuringen en zuchten zullen weggevloden zijp en eeuwigeblijd :chap op hun hoofden wezen zal.

Welk een voorrecht! Vreest niet! gij gansche kerk desHeeren, gij zuigelingen, gij kinderen, gij jongelingen, gij man-nen en vaders in de genade, vreest niet!

De Heere Jezus heeft het wel met u gemaakt en zalhet eeuwig wel met u maken. Straks zult gij ‘t zien, dat deoorzaak der vrees weggenomen is. Dan zal zij plaats makenvoor eeuwige blijdschap en zult gij deel uitmaken van degroote schare, die niemand tellen kan, die staan zal voorden troon en voor het Lam, bekleed zijnde met lange wittekleederen en palmtakken in hunne handen hebbende, om eeu-wig te juichen voor den troon van den geboren Sionskoning en

Page 13: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

het geslachte Godslam de eer, aanbidding en dankzegging toete brsngen tot in alle eeuwigheid!

Mochten wij allen tot die gelukzaligheid worden tosbe-reid, opdat we reeds hier de zalige blijdschap in onze hartenmochten gevoelen en wU onzen verderen weg door dit Mesechder ellenden met vreugde mochten bewandelen. Geve deHeere.dat om Zijns Verbonds wille. Amen !

Page 14: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

11 .

,,Ende (Pilatus) seyde tot haer: Siet, de Mensche!”(Joh. 19: 5b.)

Groot is het onderscheid tusschen den mensch, gelijkhij door den Heere God geschapen, en den mensch, zooalshij door den zondeval geworden is.

Was de mensch in den staat der rechtheid het pronk-juweel der gansche schepping, ja als ‘1 ware de kroon op hetwerk des Heeren, toegerust met uitnemende gaven, zoodathij zijn Schepper kende aan den wind des daags en zichkon verlustigen in de groote werken des Almachtigen; --na den val kan de mensch van nature niet anders openbarendan het beeld desgenen, wien hij in den val is toegevallen,nl. .het beeld des satans. Na den val geen sieraad der schep-ping meer, doch integendeel om der zonden wil van zijngaven beroofd; geen kennen van God meer, maar totalevervreemding van den Heere; geen verlustiging meer inde werken des Allerhoogsten, maar in die van den satan.

Eens het pronkjuweel der schepping en het gelukkigst allercreaturen, is de mensch door de zonde het ongelukkigste,meest beklagenswaardige, rampzaligste schepsel, dat op aardeleeft. En in dien ellendigen staat zou de mensch voor altijdhebben moeten blüven, ware het niet, dat de Heere Godvan eeuwigheid gedachten des vredea gehad had, vaneeuwigheid besloten had in Zijn ondoorgrondelUke liefde,den gevallen menssh wederom in Zijn gemeenschap te her-stellen.

Nooit zou de mensch, die zich vrijwillig en moedwilligvan God had losgerukt, tot Hem hebben kunnen terugkeeren ;het ware voor eeuwig met hem afgedaan, inc+n niet deHeere zelf een weg had ontsloten in Zijn onpeilbare wijsheid,door welken weg met behoud van Gods deugden zondarenkunnen behouden worden, Nogmaals : de mensch war? in

Page 15: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

17

zün ongerechtigheid voor altijd ten onder gegaan, was hetniet, dat de Zone Gods een eeuwiggeldende gerechtigheidhad verworven door Zijn lijden en sterven in de mensche-lijke natuur.

We wenschen dan uw aandacht te bepalen bij ,denMens&” bij uitnemendheid en bij de weldaad, welke Dezeverworven heeft voor Zijn uitverkoren gunst- en bondsvolknaar aanleiding van Johannes 19: 5b, waar Gods Woordaldus luidt : ,En Pilatus zeide tot hen: Ziet, de menach !”

Lichten wij vooraf het verband toe, waarin deze tekst-woorden voorkomen:

In den laatsten nacht die aan de kruisiging van denHeere Jezus voorafging, hadden de Overpriesters en Schrift-geleerden Hem in hun raad des doods schuldig verklaard.Doch daar zij zelven de doodstraf niet mochten voltrekkenen daartoe toestemming behoefden van de Romeinen, a a nwie de Joden onderworpen waren, leidden zij Hem naar hetrechthuis van Pilatus. Nadat deze tot hen uitgekomen wasen gevraagd had, welke beschuldiging zU tegen hun gevan-gene hadden, bleek het spoedig, in welke ongelegenheidPilatus gekomen was. Immers, op de beschuldiging, die zijtegen den IIeere Jezus inbrachten, n.1, dat Hij zich denZone Gods en den Koning der Joden genoemd had; dat hijhet volk beroerde en gezegd had, den Keizer geen schattingte geven ; op die beschuldigingen kon Pilatus, die de drUt’-veer der Joden kende, het doodvonnis niet uitspreken !D a a r o m zeide hij dan tot de Joden : ,,Neemt gij Hem enoordeelt Hem naar uwe wet !” Zij konden Hem dan in hetongelijk stellen zooveel zij wilden. Maar daar was het denJoden niet om te doan, neen ! op het leve~2 van den geze*genden Heere Jezus h;tdden zij het s’ernunt en d;tarotr~ dron-. .*gen zij bij Pilatus te c;terkcr am, d:It hij Eem zou xhuldigvwklarerr. .Doch nact:lt Pilatus Jezus ondtwru~d had, moesthij bekennen , geen schuld in Hetn te vinden.

,,bfaar Hij beroert het volk, Ieerende door geheel Judea,begonnen hebbende van Qalilea !” zoo riepen de Joden deste moer. Doch zoodra Pilatus van Galilea hoorde en verstond,

Page 16: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

dat Jezus afkomstig was uit het gebied van Herodes, welke ook(bij gelegenheid van het feest) te Jeruzalem was, meendehu zich uit de moeilijkheid, waarin hij gekomen was, tekunnen. redden door Jezus naar Herodes te zenden.

Herodes nu, als hij Jezus zag, was zeer verblijd, wanthij had reeds lang gehoopt dien Jezus eens te zien, vanWien hij zooveel wonderlUks gehoord had en van Wien hijmeende, dat het Johannes de Dooper wel zun kon, dien hijhad laten onthoofden, maar die dan weer opgestaan zou zijn.Herodus hoopte, dat Jezus eenig teeken zou doen, maar hoehij vraagde . . . Jezus zweeg Toen bespotten en verachttenHerodes en zUn krijgsknechten Hem, togen Hem een pries-terluk kleed aan en zoo zond Hem Herodes teleurgesteldterug tot Pilatus. En op denzelfden dag werden Herodes enPilatus, dis met elkander in vijandschap geleefd hadden,vrienden !

‘t Is u, om kort te gaan, uit de geschiedenis bekend, datPilatus, omdat hij geen schuld in Hem vond, zocht Hemlos te laten en hoopte dat het volk, ‘t welk bij gelegenheidvan het Paaschfeest de loslating van één gevangene mouhteischen, Jezus zou kiezen ; maar ook, dat het volk, toen hetvoor de keuze gesteld wordt : Bar-abbas, den oproermakeren doodslager of Jezus, den Onschuldige; dat het volk deneerste verkoos, zoodat Bar-abbas werd vrijgelaten en Jezuszou gekruisigd worden, Een treffend beeld voor de kerkeGods, die zich leert kennen als een Bar-abbas, een moordenaaren oproerling, doch die Uor de schuldigverklaring van denOnschuldige vrij uitgaat.

,,Weg met Dezen ! Laat Hem gekruisigd worden !” zooriep de gansche menigte gelijkelijk en nu durft Pilatus nietlanger het recht handhaven. Als Pilatus zag, dat hij nietvorderde, maar veeleer, dat er oproer werd en het geroepder schare en der overpriesters geweldiger werd, oordeeldehij, dat hun eisch geschieden zoude. Toen nam Pilatus danJezus, en gee?elde Hem. Een ontzettende straf was het, die opde ter kruisdood veroordeelden werd toegepast. Ook bij deJoden bestond de geeselstraf, waarvan Mozes had voorge-schreven, dat het aantal slagen nooit de veertig mocht te

Page 17: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

19

boven gaan, zoodat de Joden er l’ater altud veertig min &ntoebrachten. Bij de Joden was in de geeseling nog eenigt,barmhartigheid te bernerken, bij de Romeinen daarentegenniet : bij heil was ten eerste het aantal slagen onbepaald,terwijl bovendien de geesel voorzien was van puntige voor-werpen, waardoor het vleesch van den gestrafte vaneenge.reten werd. Niet zelden gebeurde het dan ook, dat de onge-lukkigen onder de geeseling bezweken. Ongewijde schrijversverhalen van de gruwelijke geeseling van den Heere Jezus,dat Zijn lichaam zoo werd verwond en gescheurd, dat deingewanden konden aanschouwd worden. Na de geeselingnamen de krijgsknechten een kroon van doornen, die zij Hemop het hoofd zetten, gaven zij Hem een rietstaf in de handen wierpen zij Kern een purperen mantel om, Hem toeroepende:%Wees gegroet, gij Koning der Joden !”

Hadden in de zaal van Kajafas de krijgslieden hetpro-fetisch ambt van den Heere Jezus bespot, was door Herodesen zijn knechten Zijn priesterlüke bediening smaadheidaangedaan, hier bespotten de dienaren van Pilatus Zijnkoninklijk ambt.

En ze gaven Hem kinnebakslagen; dat konden zij, nuHij veroordeeld was, vrij en ongestraft doen, zoodat bewaar-heid werd, wat de dichter in Ps. 89 : 16 had gezegd :

,,Elk kan Hem straf’loos tergen.”

In dien desolaten toestand brengt nu Pilatus den HeereJezus uit tot het voik, zeggende: ,,Ziet, de Mensch !”

We willen nu achtereenvolgens zien :10. wat Pilatus met deze woorden bedoelde,20. wat God in Hem te aanschouwen gaf en30. hoe Zijn volk door die aanschouwing op ‘t diepst ver-

nederd en op ‘t zaligst vertroost wordt.

We hebben daareven gezien, dat Pilatus er toe overging,den Heere Jezus te geeselen, hoewel hij zelf getuigen moest,gsen schuld in dezen Mensch te vinden. Hij was dus over-tuigd, met een Onschuldige te doen te hebben,

‘t JIoet ons dan ook eenerzijds verwonderen, dat Pilatus

Page 18: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

20

de geeseling gelastte. Sommigen meenen, dat hij het deedom de Joden te grieven ; anderen oordeelen, dat Pilatus Jezuswilde bespotten en daardoor de Joden gunstiger voor zichzelfstemmen, Doch dit is niet te rijmen met de verklaring vanPilatus zelf aangaande Jezus’ onschuld. Neen, veeleer zienwe er een laatste poging van Pilatus in, om den Heere Jezusvrij te krijgen. Daarvoor had hu wel reden, want zooals weal zeiden, was hu zeker overtuigd van de onschuld vanden Veroordeelde, zoodat het hem als rechter bepaald moei-lijk moest vallen, den Joden hun zin te geven. Daarbij zalhij zich beschaamd gevoeld hebben dat hij, die geroepenwas het recht te handhaven, het om der Joden wil ver-krachtte en wij kunnen er zeker van zijn, dat hu alles inhet werk stelde, om dat onrecht te verhinderen. Ondraaglijk’zal hem daarbij de houding van den Heere Jezus geweestzün : die kalmte, die lijdzaamheid, die verdraagzaamheid endat zwijgen, waarvan de profeet in Jesaja 53 getuigd had:,,Als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als eenschaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders,alzoo deed HU Zünen mond niet open;” - dat alles zal nietnagelaten hebben, op het gemoed van Pilatus diepen indrukte maken. En wanneer we nu nog bedenken, dat de huis-vrouw van Pilatus tot hem gezonden had, zeggende : ,,Hebttoch niet te doen met dien Rechtvaardige, want ik heb hedenveel geleden in den droom om Zijnentwil,” - zouden weer dan nog een oogenblik aan twüfelen, dat Pilatus Jezuszocht los te laten?

Eerst had Pilatus getracht de Joden te kalmeeren en tebewegen, een andere straf op Hem toe te passen; dan, degeheele zaak van zich af te schuiven en Herodes uitspraakte laten doen; vervolgens was zijn hoop gevestigd op dekeuze der Joden van den los te laten gevangene en nu is hij teneinde raad. Nog één ding is er, dat uitkomst geven kan :hij zal trachten, bij de Joden medelijden op te wekken.

Misschien zullen hun harten vermurwd worden als ZÜden Heere Jezus zien, verwond en bebloed ; misschien wordthun toorn gestild ; misschien wordt het volk er doorgeroerd en getroffen ! Daar leiden de krügsknechten

Page 19: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

21

Jezus naar buiten; Hij draagt de doornenkroon, die Hemhet hoofd verwond heeft, zoodat het bloed Hem uit deslapen vloeit ; de versleten purperen mantel bedektmaar ten deele de striemen en afgrbselijke wondender geeselslagen ; een rietstaf is Hem tot scepter in de handgegeven. Zal het Joodsche volk met ontferming bewogenworden ‘? Zal het misschien tevreden zijn met een zoo diepevernedering, een zoo lage bespotting en mishandeling?Pilatus hoopt het, als hij het volk toeroept: ,,Ziet, de Mensch!”

Maar neen ! in hun blinde en hartstochtelijke woedebluft hun hart verhard, alle menscheluk en natuurlijk mee-gevoel ontbreekt ten eenenmale en in plaats van medelijden,barmhartigheid en ontferming te gevoelen, krijten zij hetin hun blakende vijandschap uit : ,,Kruis Hem ! Kruis Hem !”

Hoe werd het woord der Schrift hier vervuld, dat debarmhartigheden der goddeloozen wreed zijn! De Jodenbegeeren hun Koning gekruisigd te zien en als Pilatus danmeent, de handen in onschuld te kunnen wasschen, roepen deJoden hem toe: ,,Zijn bloed kome over ons en over onzekinderen !”

Met die woorden namen zij de verantwoordelijkheid vanden kruisdood des Heeren voor hun rekening. Hoezeer deIsraulieten dan ook die verantwoordelíjkheid te dragen heb-ben en het eenmaal in den dag des oordeels ervaren zullen,dat zu den Heere der Heerlijkheid, hun Koning, verworpenhebben, toch geschiedde dit alles overeenkomstig het raads-besluit van den Almachtigen Schepper van hemel en aarde.Daarom willen we in de tweede plaats zien, wat de HeereGod in Hem te aanschouwen geeft.

We zouden dan zeggen, dat de Heere ons in Hem toont:le. den Mmsch, xooals hi3 geschapen wm ;2e. den Mensch, xooals ICj door den mndeval geworden is;3e. den Nensch, als den vloekdrager der wet.De Zone Gods had de menscheluke nattiur aangenomen,

niet alleen om daarin te lijden, maar ook om daarin deGoddelijke wet te volbrengen, gehoorzaam wordende tot inden dood, ja, tot in den dood des kruises. Maar de zuivere,reine en heilige menschelijke natuur heeft een afkeer van

Page 20: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

22

alle lijden en smart, en is voor die aandoeningen allerge-voeligst, omdat alle lijden, alle smart een vruchtgevolg isvan de zonde. Daarom moest de Heere Jezus dan ook deste krachtiger en dieper alle smarten, Hem aangedaan, ge-voelen, omdat Hij den broederen gelijk geworden was inalles, uitgenomen de zonde.

En door het aanschouwen van dien Mensch worden weteruggeleid tot onzen oorspronkelijken staat. Zóó rein, zóóheilig waren wij uit ‘s Makers hand voortgekomen ; wij warengeschapen in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid, be-kwaam om God te dienen en te verheerlijken. Hij was denbroederen gelijk geworden in alles, uitgenomen dt> zonde,zoodat. Hij vrijmoedig vragen kon : ,,Wie uwer overtuigt mijvan zonde ?” Hij was de zondeloosheid zelve; doch Hem,die geen zonde gekend of gedaan had, heeft God zonde voorons gemaakt, opdat wij zouden zijn rechtvaardigheid rS)odsin Hem. Hij stond da;Jr onschuldi g, en toch als de schuldigstealler menschen, omdat Hij de schuld Zijns volks droeg;HU, die gehoorzaam gebleven was, stond daar als de afvalligeen buiten Gods gunst geslotene, omdat Hij beladen was metde ongehoorzaamheid van Zijn volk.

Zoo toont de Heere ons in dien Mensch tevens, wat wUdoor den zondeval geworden zijn : des doods schuldig; ver-doemelijk voor God en ten gevolge daarvan buiten Gods gunstgesloten voor eeuwig en altoos !

,,De straf,” zoo getuigt de profeet Jesaja, ,,die ons denvrede aanbrengt, was op Hem.” Met de schuld had de HeereJezus ook den vloek aa~nvaard en ds straf, die op de zondebedreigd was. Al het lijden was een gevolg van die straf.Dat Zijn gezegend hoofd verwond en Zijn lichaam bedektwas met striemen en wonden ; dat Hij straks den kruisdoodmoest ondergaan; dat alles wijst ons op de straf der zonde, opden vloek der wet, dien HU te dragen had, zoodat de Heereons in dien Mensch ook den vloekdrager te aanschouwengeeft. En wanneer nu God Zijn kerk licht zeeft in de ver-borgenheid der verlossing, dan ziet zij dien Mensch daarverwond staan om /KNXT’ zonde, verwond om izacir* overtre-dingen ; dan verstaat zij, dat het om haken* angerechtigheid

Page 21: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

23

wil 1s: dat de Heere Jezus Zijn hemeltroon moest verlatenen de menscheloke natuur aannemen; dat x$’ door haarzonden Zijn doornenkroon heeft gevlochten en Zijn bekergevuld ; dat ZQ’ Hem die slagen, die smarten, dat 1Uden heefttoegebracht ; dat HU voor haar een vloekdrager moestworden.

Welk een diepe vernedering voor ZOn volk ! Hoe wordenze bij ‘t aanschouwen van dien Mensch beschaamd en ver-ootmoedigd ! Bij hen is alle schuld, bij Hem alle liefde ! Maarook, wat een rijke troostbron voor het volk, dat het heeftleeren verstaan, dat zij uit en van zichzelven onbekwaam zijntot eenig goed en geneigd tot alle kwaad; dat zU nooit naarGod zouden gezocht of gevraagd hebben, maar zouden afge-weken ztin met een eeuwigdurende afwijking, dat de HeereJezus voor hen een eeu wig-geldende gerechtigheid heeftverworven.

Wanneer de gezegende Heere Jezus aan de kerke Godsin den staat Zijner vernedering wordt voorgesteld en zUdoor den Heiligen Geest daarin geleid wordt, dan wordt zUop het diepst vernederd. Immers dan wordt voor haar dezonde zonde, en de schuld schuld, zoodat zemet den profeetJeremia uitroepen : ,De kroon onzes hoofds is afgevallen ; owee nu onzer, dat wU zoo gezondigd hebben.” (Klaagl. 5: 16).

Worden zij bepaald bij Zijn gezegende geboorte, danwordt het hun een wonder aller wonderen, dat de HeereJezus hun natuur heeft willen aannemen, om daarin te lijdenen te sterven en de gerechtigheid te verwerven.

Hoe zien zij verder in Zijn bloedige besnijdenis eenonderpand der geheele verlossing ! Verklaart Paulus niet inGalaten 5 : 3, dat een iegelijk, die zich laat besnijden, eenschuldenaar is de geheele wet te doen ? Zoo was dan doorde besnijdenis van den Heere Jezus verzekerd, dat HU degansche ‘wet zou volbrengen. ZU worden er ingeleid, dat Hijdat ook voor hen heeft gedaan, zoodat Hij door Zijn dade-lijke gehoorzaamheid het recht der wet heeft vervuld. Wan-neer zij Hem xiogen volgen in ZiJn leven op de aarde ener bij bepaald worden, dat Hij alles heeft ontbeerd en getui-gen moest :

Page 22: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

24

,,De vostsen hebben holen, de vogelen des hemels nesten,maar de Zoon des menschen heeft niet, waar Hij het hoofdop neder legge,” dan verstaan zij, dat HU dat gedaan heeftuit enkele liefde, om voor hen alle zegeningen te verwerven.Ja, de geheele omwandeling des Heeren, Zijn eten en drinken,Zijn slapen en waken, Zijn bidden en worstelen, Zijn strijden enlijden, in é6n woord alles wat de Heere Jezus gedaan heeft,was uitsluitend borgtochtelijk voor Zijn volk, en zoo volko-men in hun plaats, alsof zij zelven dat alles gedaan hadden.

Maar inzonderheid, wanneer zij den Godmensch krijgen teaanschouwen in den hof van Gethsémané en Hem hooren ge-tuigen : ,,Mijne ziel is geheel bedroefd tot den dood toe.”

Volk van God, ziet dan uw Borg daar staan met datbleeke gelaat en dat bedrukte oog door de angst en benauwd-heid der ziel. Tot den dood toe bedroefd ! dat is tot het eindetoe. Hij kon niet meer bedroefd geweest zijn of Hij wareafgesneden ! En geen wonder ; de gezegende Middelaar stonddaar gereed om in te gaan in de eeuwige Godsverlating,gelijk allen onbekeerden eens zal wedervaren.

Hij stond daar beladen met het pak van zonde (zoowelin het algemeen als voor elk van Zijn volk in ‘t bijzonder)voor Zijn Vader, Die nu als Rechter tegenover Hem staatvan wege uw schuld, voor Dengene, die een verterend vuuren een eeuwige gloed is, waarbij niemand wonen kan.

Vuurvlammen gaan uit van Zijn troon, donderslagenworden gehoord en alle de verschrikkingen Godes vliegenden zondaar tegemoet. Was het wonder, dat HU geheel be-droefd was tot den dood toe?

Ziet, HU scheidt zich een steenworp van de drie dicipelen,die Hem vergezellen in den hof, af en HU valt op Zijnaangezicht, biddende en zeggende : ,,Mijn Vader indien hetmogelijk is, laat deze drinkbeker van mij voorbcgaan ! dochniet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.”

Zelfs in de hoogste benauwdheid, volk des Heeren, be-geeft Hem ‘t geloofsvertrouwen niet op Ziju Vader, gelijk Hijden Heere cl:n hier en aan het kruis noemt. HU betoondezich den oversten Leidsman, den Voleinder des geloofs.

Daar ziet gíj, volk des Hoeren, uw Borg met uw zonde

Page 23: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

25

voor God ten gerichte, liggende in het stof des doods, uitge-stort als water, en al Zijn beenderen hebben zich vaneengescheiden ; Zijn hart is als was, het is gesmolten in het middenZijns ingewands (Psalm. 22 : 15, 16). Daar ligt HU onder dentoorn Gods, de Goddelijke wet stort haar vloek over Hemuit; de angst der hel treft Hem; de pijlen dessntans dalenneder, dat alles drukt Hem ‘t zweet uit de porien, perst Hemdroppelen bloeds af.

Bij ‘t zien van dat lijden van Jezus, bij ‘t hooren vanZun gezucht, kan de ziel het niet uithouden : al de tranenschreit hij dan uit zijn lichaam, door de persing des hartenmeent hij te sterven vanwege de innige smart, dat hij datlijden zijn Borg heeft aangedaan.

Worden zU verder bepaald bij Zün gevangenneming,dan zien zij Hem binden, opdat zij ontbonden zouden wor-den; daarna bij Zen zwijgen op de valsche beschuldigingendan is het, opdat hun mond voor altijd rechterlijk zou~nt-sloten worden, daar zij anders nooit van Gods lof zoudenhebben kunnen getuigen. Ja, Hij werd veroordeeld, door Jooden Heiden, opdat die beiden door Hem zouden kunnen be-houden worden. En wanneer zij Hem dan bespot en gegae-seld zien om hun zonde en schuld, zouden zij dan niet ophet diepst vernederd en verootmoedigd, ja, in de zelfvernieti-ging gebracht worden ?

Ja, geliefden, zoolang een mensch niet in ‘t geheim van‘s Heeren lijden en sterven ingeleid wordt, kan hij zeerzeker wel een droefheid kennen, dat hij door zijn zondenGod beleedigd heeft; eI= ook een bludschap, dat hem 0.mChristus’ wil genade geschonken is ; maar eilieve ! hu kentniets van dat geheim. Want daar, in dat plaatsbekleedendlijden en sterven, daar ligt de smart der zonde, die denmensch op het diepst vernederd.

Wanneer de Heilige Geest hen doet verstaan, dat deHeere Jezus in Zijn menscheluke natuur om der zonde wilvernietigd is, worden ook zij in zich zelven vernietigd omde zonden voor eeuwig vaarwel te zeggen en de gerechtig-heid te beminnen. Maar dan worden ze ook op ‘t zaligstvertroost, Juist in het zien, dat de Heere Jezus door Zijn

Page 24: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

26

dadelijke en lijdelijke gehoorzaamheid plaatsbekleedend enschuldovernemend Gods eer verheerlukt en Jehova% deug-den opgeluisterd ; ‘t recht der wet vervuld heeft naar deregelen van het heiligdom ; met een offerande in eeuwigheidvolmaakt, degenen, die geheiligd worden en alzoo in Zijnvernedering het oordeel heeft weggenomen, doch daarnais opgestaan en verheerlukt aan Gods rechterhand, juist datvertroost die op ‘t diepst vernederden ‘t zaligst. Immers deweldaad, in den staat der vernedering verworven, wordt inden staat der verhooging toegepast en verzegeld. Want danwordt de Kerk gebracht tot de vrijheid der heerlijkheid derkinderen Gods. Dan is het: ,,Staat in de vrij heìd, waarmedeChristus u vrijgemaakt heeft.” Die vrijheid bestaat niethierin, dat wij om Christus wil gerechtvaardigd zijn doorde genade des geloofs (‘t geen wel zoo is aan dezijde Gods,dat hun schuld weggenomen is en hun onmiddellijk de ge-rechtigheid van Christus geschonken is); ook niet hierin, datde ziel door de daad des geloofs in de vierschaar ziinerconscientie gerechtvaardigd is, want die beide hebben betrek-king op den staat en zijn een vrijverklaring van schuld enstraf, met een mindere of meerdere bewustheid daarvan doorhet geloof. De ware vrijheid bestaat hierin, dat we ons door‘t geloof niet alleen bewust zijn, dat de schuld is weggeno-men en ons het recht des levens geschonken is, maar ookdat we ons bewust zun finaal van den eersten Adam afge-sneden te zijn en overgebracht in den tweeden, Jezus Chris-tus. ,,Want indien wU met Hem eene plant geworden zijnin de gelijkmaking Zijns doods, zoo zullen wU het ook zijnin de gelijkmaking zijner opstanding.” (Rom. ci : 5) Daarombewegen zü zich in Christus zoo volkomen vrij, dat zUongehinderd en zonder de minsts veroordeeling of beschul-diging in het heiligdom Gods verkeeren, dus kunnen zij inChristus ten allen tijde voor het aangezicht van hun eigenVader verschijnen. De ware vrijheid ziet dus niet alleen opden staat, maar ook op den stand.

Maar, zult gij misschien zeggen, de zonde dan ? ‘t Komter hier op aan, wel te onderscheiden, We weten van Henoch,dat hu met God wandelde en Paulus zelf getuigt : ,Het

Page 25: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.
Page 26: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

28

op den troon Gods om te oordeelen de twaalf geslachtenIsraëls. Want uit Christus’ lijden wordt niet alleen de diepstevernedering geopenbaard, door zijn gadelooze verhooging ookde zaligste vertroosting.

TOEPASSING-.

Uit het verband, waarin onze tekstwoorden voorkomen,zagen we, hoe de Heere Jezus bespot en gegeeseld werd,de krijgsknechten Hem een purperen mantel omhingen eneen kroon van doornen vlochten en opzetten: en Hem kin-nebakslagen gaven. Bij een oppervlakkige beschouwingzouden we in drift en toorn tegen Jood en Heiden ontste-ken ; zouden we als Jeruzalems dochters, weenen om depijn van den lijdenden Heere. Maar indien wij aldus hetlijden en sterven van den Gezegende beschouwen, is heteen bewijs, dat onze oogen voor de geestelijke beteekeniservan nog niet geopend zijn. Neen, Jood en Heiden warenslechts werktuigen, waardoor het besluit des Heeren werdvolvoerd. ‘t Is evenwel gelijk de profeet Zacharias getuigt :het zijn de wonden, Hem geslagen in het huis van Zijnliefhebbers. Dus het zijn onze zonden en meer bepaald dezonden van Gods uitverkoren en inniggeliefde bruidkerk,die den Heere Jezus uit den hemel gebracht hebben, dieHem die wonden toebrachten, die smarten veroorzaakten;daardoor is Hij in den staat van vernedering gebracht.

Derhalve moeten we niet op de Joden of Heidenen zien,maar tot onszelven inkeeren. Wlj zuilen ervan overtuigdmoeten worden, dat het onze zonden zijn ; wU zullen ersmart over moeten leeren dragen, ze recht leeren beweenen,indien wij ooit werkelijk innerlijke behoefte aan het geze-gend bloed van den Heere Jezus zullen leeren gevoelen, omdaardoor gereinigd te worden.

En nu komt de vraag tot een ieder onzer: Hebt gudoor genade al leeren verstaan, dat het uw zonden zijn,die den Heere Jezus verwond hebben? Zijt gij daaraan reedsdoor Gods Geest ontdekt? Hebt gij rouw leeren bedrijven

Page 27: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

29

over uw afval? Kent gij de smart der zonde? Zijt gij reedsuit uzelve uitgeleid en gebracht tot den Middelaar desVerbonds ?

Gewis en zeker zult gij moeten leeren kennen, dat gUdat alles door uw zonden hebt teweeggebracht, dat gij doorUW zonden God onteerd hebt, door uw daden Hem getergdhebt en oorzaak zijt van dat ontzettende lijden en stervenvan den gezegenden Middelaar des Verbonds. Daar komthet voor u en voor mij op aan. Indien wU daarmede nieteenigermate te doen krijgen, zal het vreeselijk zijn voorons, te vallen in de handen des levenden Gods. De waarheidgetuigt ervan : ,,Indien zij dit aan het groene hout doen,wat zal dan aan het dorre geschieden ?”

De Heere Jezus wordt hier voorgesteld als het groenehout, over Wien de Vader Zijn toorn heeft uitgestort; watzal dan aan het dorre hout, d.w.z. aan den onbekeerdenmensch geschieden, wanneer hij dus sterft, zooals hij vannature leefde ? Wat zal het dan voor dien mensch te zeg-gen zijn, als de volle toorn des Almachtigen tot in alleeeuwigheid der eeuwigheden op hem rusten zal? Mochtenwij er door genade toe verwaardigd worden, dat onze blindezielsoogen geopend werden voor den rampzaligen staat,waarin we van nature verkeeren; dat wU hartgrondig vanonze zonden overtuigd werden, opdat we een waarachtigedroefheid naar God kregen, die een onberouwelijke bekeeringtot God werkt en opdat het bloed van den Gezegenden Mid-delaar onmisbaar en noodzakelijk werd voor onze zonden,

Wij hebben u voorgesteld den reinen Mensch, gelijk hijuit de hand des Makers voortgekomen was ; ook den geval-len mensch, gelijk hij door de zonde geworden is en tenslotte ook den vernieuwden mensch, vernieuwd naar hetevenbeeld Gods, en dit zullen we moeten leeren kennen,zal het wel mee ons zijn op reis naar de eeuwigheid. Indiengij daarom nog nooit overtuigd werdt van uw zonden, mochtde Weere u dan nog overtuigen, eer het voor eeuwig telaat zal zijn. Nu is het nog de dag der zaligheid; bedenktdan, wat tot uw eeuwigen vrede dient,

En nu dat volk, dat overtuigd is van zijn zonde; dat

Page 28: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

30

is een zeer gelukkig volk. Niettegenstaande zij een ziele-smart gevoelen over de zonde en bekennen moeten, dat zijhet zijn, die het hart van den gezegenden Heere Jezus ver-wond hebben, toch zijn zij een gelukkig volk. Al is het, datzij bekennen moeten den eeuwigen dood verdiend te hebben,nochtans is hun ziel innerlijk verheugd en verblijd, omdatzu hun hope en verwachting op den Heere Jezus gesteldhebben. Zij zijn overtuigd van de grootheid hunner zondeen gaan van wege de veelheid hunner ongerechtigheden in ‘tstcf gebogen voor den Heere. Zij leeren de onmogelijkheidkennen om uit en van zichzelven gezaligd te worden. Welkeen rijke troostbron kan voor dezulken worden het lijdenen sterven van den gezegenden Borg en Middelaar!

Mocht er maar veel zijn een opwassen in de kennisengenade van onzen Heere Jezus Christus. Doch, helaas!daarvan valt over ‘t algemeen weinig te bespeuren. Er wor-den 91‘ zeer zeker velen gevonden, die overtuigd zijn vanhun zonden, die hun overtredingen voor den Heere hebbenbeleden en eenigermate de schuldvergevende genade hebbenleeren kennen ; die het doodvonnis hebben leeren billijkenen voor wie een deur der hope ontsloten is in het dal vanAchor . . . . . maar waar vindt men een levende behoefte adnde verlossing, ùie in Christus Jezus is ? Waar een opwassenin de kennis en genade van den Heere Jezus Christus?

De meesten van Gods kinderen hebben nu eenmaal eenhope gekregen op de zaligheid, waaruit ze nu leven. ZU ziener naar uit, of de Hcere hen bij tijden en oogenblikken nieteens verkwikt, om daaruit voortdurend te kunnen opmaken,of hun beginsel wel uit God is. En zoo leven zij dan weken,maanden, jaren soms voort, zonder eenige vorderingen temaken in den weg van het schuldovernemend Middelaars-werk, Wat is hun oog toch gesloten voor het loden en ster-ven van den gezegenden Heere Jezus ! Nacht g& die daarinleeft en dus uw verloren toestand hebt leeren kennen, inde noodzakelijkheid gebracht worden, opdat gij de heerlijkheiden de diepste diepte van het Goddelijk borgswerk, benevensden troost, die daarin opgesloten ligt, leerdet kennen.

Dan zoudt gij ook meer en meer te strijden en te waken

Page 29: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

31

krijgen tegen de zonde, die ons, ook na ontvangen genade,zoo lichtelijk omringt en gedurig gevangen neemt.

Want het kan niet anders, dan hoe dieper wu ingeleidworden in het lijden en sterven van den Heere Jezus enzien mogen, wat onze zonden Hem gekost hebben, des temeer zal de zonde haar kracht verliezen.

Wanneer wU dat daadzakeluk in onze harten onderiiinden,zullen wij ook meer en meer van onszelven verlost wordenen het Lam volgen, waar het ook henen gaat.

Daarom bekommerden onder ons, mocht gij uit u7alvenuitgeleid en door den Heiligen Geest ingeleid worden in het ver-lossingswerk van den Heere Jezus opdat gij Hem mocht kennenals Dengene, Die de straf heeft gedragen en den vloek heeftweggenomen, en opdat gij bekleed moogt wordeu met dekleederen des heils en den mantel der gerechtigheid.

Jiet, de mensch !” Daaruit heeft dan de Kerke Godsbij oogenblikken de zalige vertroosting, als zij mag zien deverlossende liefde van Hem, Die nu aan de rechterhand desVaders voor hen niet alleen een biddende, maar ook eendankende Hoogepriester is.

Mocht de Heere God ons dan maar veel inleiden in hetBorgswerk van den gezegenden Middelaar, opdat wij vervuldwerden met den vrede Gods tot roem ZUns naams, tottroost en bludschap onzer zielen en tot stichting Zijnergemeente.

Geve de Heere dat om ZUns verbonds wille. Amen !

Page 30: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

111 l

,,Jesus de Nazarener, de Koningh der Joden.”Johannes 19 : 19b.

Onder de bevelen, die Mozes van den Heere ontvingmet betrekking tot de kleeding van den Hoogepriester (welkebevelen gij kunt vinden in Exodus 28) komt ook de opdrachtvoor tot het vervaardigen van een plaat van louter goud, waaringegraveerd moesten worden deze woorden : ,,De HeiEigheiddes Heeren.” Die gouden plaat moest dan met een hemels-blauwen snoer bevestigd worden aan de voorzijde van demuts des Hoogepriesters en, zoo lezen wij in vers 38. ,,zUzal op het voorhoofd van Aaron zijn, opdat Aiiron drage deongerechtigheid der heilige dingen, welke de kinderen Israelszullen geheiligd hebben, in alle gaven hunner geheiligdedingen ; en zij zal gedurigluk aan zijn voorhoofd zijn, omhenlieden voor het aangezicht des Heeren aangenaamte maken.”

AUon moest dus die plaat dragen, om de kinderenIsraels voor het aangezicht des Heeren aangenaam te maken;want van wege hun zonde waren zU den Heere onaangenaam,onheilig, onrein en de offeranden, die zij den Heere brachten,konden dus zonder tusschenkomst van den Hoogepriesterden Heere evenmin welgevallig wezen : Jehova kan methet onheilige en onreine geen gemeenschap hebben.

Door die gouden plaat aan het voorhoofd van Aäronwerden de Israëlieten er opgewezen, dat zij alleen door detusschenkomst van den Hoogepriester den Heere aangenaamkonden zijn.

Dit nu is een symbool van den Middelaar des Verbonds,die eenmaal als de Hoogepriester ZUns volk zou geopenbaardworden. Wanneer Jehova ons in onszelven aanziet, dan zijnwij onreine, onheilige schepselen, met wie de Heilige Israëlsgeen gemeenschap hebben kan en dan ztin al onze verrich-tingen, al onze gebeden en smeekingen a.h.w. een stank in

Page 31: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

33

Zijne neusgaten ; maar indien wij verwaardigd worden sari-gezien te worden in den eenigen Hoogepriester des NieuwenVerbonds, die de Heiligheid zelve was, dan is niet alleenonze persoon, maar dan zijn ook alle verrichtingen en gebe-den in Hem geheiligd en derhalve ook aangenaam voor hetaangezicht des Heeren.

Niet alleen onze persoon, maar ook al onze verrichtingen.En wel dit laat*ste als een gevolg van het eerste. Dit blijktduidelijk uit de geschiedenis van Kaïn en Abel. We lezenimmers in Gen, 4 : 4b ,,de Heere zag Abel en zijn offer aan”en in ‘t volgende vers : ,,Maar Kaïn en zun offer zag Hij nietaan.” Omdat Abel aangenaam was in de oogen des Heeren,vandaar was zijn offer het ook ; terwijl Kaïns offer geengenade vond in Zijne ooger,, omdat de persoon Hem nietgeheiligd was.

Dienovereenkomstig heeft de Heere tijdens Zijn omwan-deling op aarde geleerd : , Maak eerst den boom goed, danzal ook de vrucht goed Wezen, want een goede boom kangeen kwade vruchten voortbrengen.”

Toeh ! WU zijn van nature allen in den staat der zonde ;onrein en onheilig voor God :. daarom kan de Heere derheirscharen geen gemeenschap met ons hebben, tenzij wUgereinigd en boeheiligd worden, door den Hoogepriester JezusChristus, van onze eigene, doode werken om den levendenGod te dienen.

Die noodzakelijkheid wenschen wU met elkander na tegaan, door te letten op het opschrift, dat de gezegende Hooge-priester des Nieuwen Verbonds boven het hoofd kreeg, toenHij Gode den Vader de eenige, volmaakte en heilige offerande Zijns lichaams bracht aan het kruis, welk opschriftwe vinden in Johannes 19: 19b:

,,Jezm de Nazaréner, de Koning der Joden”.

De vorige maal zagen we, hoe Pilatus alles in het werkstelde om de Heere Jezus te verlossen uit de handen vanhet Joodsche Sanhedrin ; dat we zelfs de onrechtvaardige geeseling als een middel daartoe moeten beschouwen, omdatPilatus hoopte, dat wanneer de Joden Hem met wonden over6

Page 32: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

34

dekt 811 in het spotkleed gehuld, zouden zien, met ontfermingzouden bewogen worden. Maar wU zagen ook, hoe het : Jjet,de Mensch !” van Pilatus op de onbarmhartige Joden geen ande-ren invloed uitoefende, dan dat zu des te meer riepen. ,,KruistHem, kruist Hem !” Alle pogingen, die Pilatus aangewendhad, waren mislukt en nu bezweek hu voor het aandringender Joden : ,,Toen oordeelde Pilatus, dat hun eisch geschiedenzou ; en hij gaf Jezus over tot hunnen wil ;” opdat HU ge-kruist zou worden.

Wij wenschen dan nu te letten op :10. de uitleiding van den Heere Jezus Christus :20. de kruisiging, en30. het opschrift aan het kruis.Nadat zu den Heere Jezus bespot hadden, deden zU Hem

den purperen mantel af, en deden Hem zijn eigen kleeflerenaan, en leidden Hem uit om gekruisigd te worden naar denheuvel van Golgotha. Nu was het bij de Romeinen de ge-woonte, dat de ter kruis.dood veroordeelden hun eigen kruisdroegen ; en zoo moest ook de Heere Jezus Zijn kruis opZich nemen en begaf men zich naar de plaats genaamdGolgotha. Naar alle waarschijnlijkheid was de Heere Jezusdoor de geeseling zeer afgemat en vreesden de Joden, datHU onder het kruis bezwijken zou, Daardoor zouden zU danhun spotzucht niet kunnen botvieren.

Daarom drongen zij eenen Simon van Cyréne, die daarvoorbijging, komende van den akker, dat hij Zijn kruisdroeg. Men weet niet met zekerheid, of Simon van Cyrénehet geheele kruis gedragen heeft of slechts het achterste ge-deelte ; de Waarheid zegt ons allein ; zu dwongen hem hetkruis achter Hem te dragen. Toeh ! daarin ligt veel opgesloten.

Want het is niet alleen een Simon van Cyréne, die ge-dwongen moet worden om het kruis te dragen,ieder menschis van nature onwillig om een kruisdrager te zijn, het gaattegen vleesch en bloed in. In den eersten weg wordt vaakZOO gemakkelijk gezegd, dat men den Heere zal volgen doorbezaaide en onbezaaide velden, door eer en door oneer, doorgoed en kwaad gerucht, maar het wordt spoedig ervaren,dat onze natuur tegen het kruisdragen gekant is. Neen,

Page 33: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

35

Toeh, niemand isons kruis gewilligHeere, dan moeteniemand nu scms

een kruisdrager van nature: zullen wijopnemen en vroolijk dragen achter denwij kruisdragers gemaakt worden. Mocht

opmerken, dat de Veere Jezus dan het1

kruis niet gedragen heeft, dan stemmen we dat dadeluk toe;want de Heere heeft wel het kruislijden voor de kerke Godsondergaan, zoodat zU daarvan bevrijd is; het kruisdragenevenwel heeft Hij voor haar achtergelaten. Wij zullen dusallen kruisdragers achter den Heere moeten zijn, want dege-nen, die het pad van Gods geboden wenschen te loopen,hebben die nalatenschap van den Heere Jezus te aanvaar-den. Zoo is er dan niemand van Gods volk, of hij krijgt eenkruis te dragen : de één een zwaarder kruis dan de ander,de één een inwendig, voor het oog van de wereld verborgenkruis, de ander een uitwendig kruis van verdrukking of ver-volging.

Evenwel, zalig hu, die verwaardigd wordt een kruisdragerachter Jezus te zijn.

Jezus dan werd uitgeleid naar Golgotha, en een grootemenigte van volk en van vrouwen volgde Hem, welke ookweenden en Hem beklaagden, Zeer zeker is er verschil ge-weest in het weenen dier vrouwen. ‘t Grootste gedeelte zalwel geweend hebben uit medelijden en door aandoening;waarschijnlijk waren er onder die vrouwen ook, die doorden Heere Jezus beweldadigd waren op de een of anderewijze, zoodat zU schreiden bij de gedachte aan het gemisvan hun Weldoener, en dan waren er zeker ook dicipelinnendes Heeren, dit: uit waarachtige droefheid weenden. Zoowerden er dan verschillende tranen gestort. En Jezus, zichtot die weenende schare keerende, zeide: ,Gij dochterenvan Jeruzalem ! weent niet over mij, maar weent over uzelven en over uwe kinderen. Want ziet, er komen dagen,in welke men zeggen zal : Zalig zijn de onvruchtbaren ende buiken, die niet gebaard hebben, en de borsten, die nietgezoogd hebben, Alsdan zullen zij beginnen te zeggen tot debergen : Valt op ons ; en tot de heuvelen : Bedekt ons. Wantindien zU dit doen aan het groene hout, wat zal aan hetdorre geschieden ?”

Page 34: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

36

welk een ontzettend oordeel kondigt de Heere Jezushier Jeruzalem aan ! Wat een reden voor de dochteren vanJeruzalem, om over zichzelven en haar kinderen te weenen !,,Want”, zoo spreekt HU, ,, indien zij dit doen aan het groenehout, wat zal aan het dorre geschieden ?” De Borg van hetgenadeverbond, de zonde van Zijn volk op zich genomenhebbende, gaat gebukt onder het rechtvaardig oordeel Godsen moet vanwege die rechtvaardigheid al dat lijden en aldie smart ondergaan : maar wat zal het dan eens te zeggenzijn voor al diegenen, die het Evangelie van Jezus Christusongehoorzaam geweest zijn en op wie de toorn des Almach-tigen naar Zijn rechtvaardig oordeel tot in alle eeuwigheidzal blijven rusten ?

Jeruzalem, de stad des vredes, had Hem, die de wareVrede en het Licht is, verworpen; in plaats daarvan zouoordeel en duisternis over haar komen. De Joden haddente voren geroepen : ,,Zijn bloed kome over ons en overonze kinderen” ; zij hadden den Messias verworpen : vandaarhet oordeel Gods over hen,

Toeh ! zoo gaat het altijd. Wanneer wij het Licht ver-werpen, halen wü het oordeel Gods over ons, een oordeeltot het betoonen van de strafoefenende gerechtigheid overons. Och, dat wij toch met hemelsche wijsheid bestraaldmochten worden, dat wij alzoo het Licht niet verwierpen,opdat wij voor de oordeelen Gods bewaard bleven !

Wij wenschen nu in de tweede plaats te letten op dekruisiging zelve.

En toen zü kwamen aan de plaats, genaamd Hoofd-scheelplaats, kruisigden zij Hem aldaar. Toeh! wie zal instaat zijn te beschrijven, hetgeen daar op dien kruisheuvelgeschiedde? HU, de Zone Gods, de Heere der Schepping,die met é6n wenk de gansche schepping in het niet kondoen verzinken, nu vleesch en bloed aangenomen hebbende,wordt daar aan het hout der vervloeking genageld, en datvoor een volk, dat den eeuwigen dood en het oordeel ver-diend had.

Met elken slag dringen de nagelen dieper in de handenen voeten en stroomt het bloed heviger uit de wonden. En

Page 35: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

37

als dan straks het kruis opgericht is en de gezegende HeereJezus met het gelaat naar de brandende zon gekeerd is, wiezal dan de diepte van dat lichamelijk lijden peilen? Maar,Toeh! nog was dat niet genoeg! Bij dat lich5%melijk lijdenkomt nog een ontzettende verzoeking des Satans. Vroeger,in de woestijn, was de Heere Jezus tevergeefs door Satanverzocht en toen, zoo lezen we in Lucas 4: 1, week hij vanHem voor een tod. Want nu, door den rnond der farizeënen schriftgeleerden, verzocht hu Hem andermaal, zeggende;,,Anderen heeft hu verlost, hij kan zichzslven niet verlossen.Indien Hij de Koning Israels is, dat Hij nu afkome vanhet kruis en wij zullen Hem gelooven. ‘Hij heeft op Godbetrouwd: dat Hij Hem nu verlosse, indien HU Hem welwil! want Hij heeft gezegd : Ik ben Gods Zoon.” Hoe ver-zwaarde hier het een het ander!

Inmiddels hebben de krijgsknechten, naar luid van Psalm22: 19, het lot geworpen over de kleeding van den HeereJezus en die onder elkander verdeeld.

Zij hadden het kruis van den Heere Jezus geplaatsttusschen die van twee moordenaars, om daar a.h.w. medeaan te geven, dat HU de grootste der zondaars was. Maar,Tueh! er was meer in verborgen. Immers, een van de kwaad-doeners, die gehangen waren, lasterde Hem, zeggende. ,,IndienGij de Christus zijt, verlos uzelven en ons.” Maar de anderebestrafte hem en bad: ,,Heere, gedenk mijner als Gij in Uwkoninkrijk zult gekomen zijn !” waarop hij door den HeereJezus werd zalig gesproken. In de eerste plaats een symbool,Toeh! hoe eenmaal de Zone Gods in den dag aller dagen,wanneer HG zal wedergekomen zijn op de wolken des he-mels ol-n te oordeelen, hoe Hij dan een volk ter rechter& eneen schare ter linkerzijde hebben zal, en hoe Hij tot heteene zal zeggen: ,,Komt in, gij gezegenden des Vaders, enbeerf het Koninkrijk, dat u bereid is van voor de grondleg-ging der wereld” en tot de andere: ,,Gaat weg van mij, gijvervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk denduivel en zijnengelen bereid is !” En in de tweede plaats blijkt daaruit,dat al meenden de Joden, dat zij nu triumfeerden, desniet-tegenstaande de gezegende Heere Jezus zich aan het kruis

Page 36: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

38

openbaarde als de Machthebbende en dat, ook toen de HeereJezus aan het kruis hing, de Goddelijke natuur niet van Zijnmenschelüke natuur gescheiden was.

Daar hing dan de gezegende Middelaar: de aarde hadHem uitgeworpen, de hemel wilde Hem niet ontvangen; zoostaat hij daar als het uitvaagsel der menschheid tusschenhemel en aarde. Hij was tot een vloek geworden, omdat Hijde zonden en schuld van Zijn kerk op zich genomen had,om die kerk van den vloek te verlossen, gelijk ook Pauluszegt in 2 Cor. 5: 21. ,,Want Dien, Die geen zonde gekendheeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wU zoudenworden rechtvaardigheid Gods in Hem,” en in Gal. 3: 13.,,Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloekgeworden zijnde voor ons: want er is geschreven : Vervloekt iseen iegelijk die aan het hout hangt.” De Heere Jezus is duseen vloek geworden, om dien van Zijn kerk weg te nemen enze weer in de gemeenschap met God te doen deelen.

Letten we nu in de derde plaats op het opschrift.‘t Was bij de Romeinen de gewoonte, den kruiselingen eenopschrift te geven, opdat ieder, die iets ten goede van denveroordeelde mocht weten, dit aan de overheid kon bekendmaken, waardoor zij dan onschuldig verklaard of althansvan de kruisstraf ontheven werden. Pilatus schreef dan ookeen opschrift voor den Heere Jezus. ‘t Is bekend, dat deverklaringen 3an de eerste drie evangelisten aangaaade datopschrift niet eensluidend zijn. Aangezien evenwel àe apos-tel Jonannes de laatste getuige bij het kruis was, kan hijhet ook het best gezien hebben. Sommigen zijn van meening,dat Pilatus dat opschrift schreef om de Joden te grieven ;en anderen meenen, dat het Pilatus te doen was, om in degunst des keizers te komen. We kunnen evenwelde bedoe-ling van Pilatus buiten beschouwing laten en zeggen, datwat hij van den Heere Jezus verklaarde, waarheid was. Hijwas de Koning der Joden, de van God gegeven en gezalfdeKoning om over Israel en al Zün volk tot in eeuwigheid teregeeren. Zoo blijkt dus ook uit dit opschrift van Pilatus deleiding der Goddelijke voorzienigheid.

Het opschrift was geschreven in drie talen: in de He-

Page 37: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

39

breeuwsche taal, d.i. in de taal van den Bijbel; in de Griek-sche taal of die der wijzen ; en in het Latijn, n.1. de taalder machtigen. Of wilt ge het anders ? in de taal der religie,in die der beschaving en in die der staatkunde.

En ook dit was niet buiten de leiding des Heeren. Dat hetopschrift, in het Hebreeuwsch wa3, wijst er op, dat de HdereJezus Koning was van Zijn kerk, Zijn duurgekochte gemeen-te; Hij is Koning over allen, over rijken en armen, overaanzienlij ken en geringen, over alle standen uit het maat-schappelijk leven : vandaar het opschrift ook in ‘t Grieksch ;en dat nu het opschrift bovendien in het Latün geschrevenwas, geeft ons te verstaan, dat Hij is de Koning der Konin-gen, de Heere der Heeren, Die troont boven alle vorsten enmachtigen der aarde, door Wien koningen regeeren. Hetligt voor de hand, dat Pilatus het opschrift in drie talenschreef, opdat een iegelijk, die in Jeruzalem was, zoowelJood, als Griek en Romein, het zou kunnen lezen.

,Jezus de Nazarener, de Koning der Joden”, zoo luiddehet opschrift, en daarin werd zijn ambt en bediening uit-gedrukt. Immers droeg Hij dien naam, omdat Hij Zijn volkzalig maakt van hun zonden. Hij is de rechtvaardige Spruit,die de Heere aan David verwekken zou, welke als Koningzou regeeren, voorspoedig zou zijn en recht en gerechtigheidzou doen op de aarde. (Jer. 23: 5) Hij is het rijsje, datvoortkomen zou uit den afgehouwen tronk van Isaï, opWien de Geest des Heeren, de Geest der wijsheid en desverstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest derkennis en der vreeze des Heeren rusten zou (Jesaja 11 : 1,2.)Hij is het, die de armen met gerechtigheid zal richten ende zachtmoedigen des laads met rechtmatigheid zal bestraf-fen, maar Die met den adem Zijner lippen den goddeloozezal dooden. (Jesaja 11 : 4). Daarom driewerf gelukzalig, wieden Heere Jezus mag leeren kennen zooals het opschriftHem noemt : als zijn Koning en Zaligmaker.

Dan regeert Hij over hun harten eu bestiert Hij henin al hun gangen. Dan verlost Hij hun zielen van de schuldder zonde. Dan mogen zij Hem aanbidden en verheerlijkenals hun Kxiing niet alleen in hun persoonlijk, maar ook in

Page 38: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

hun huiselijk en maatschappelijk leven. Dan hebben zij Hemnood& in elken weg, op elk terrein des levens.

Toeh! Mochten wij allen er toe verwaardigd wordenden Heere Jezus zoo te benoodigen, opdat wU mochten leventot eer en verheerlijking Zijns naams, tot vrede en zaligeblijdschap onzer zielen. Geve de Heere om Zijns verbondswille ons dat te ervaren.

Het komt er, M. H ! bij het borgswerk CNS neeren op aan,of het lijden en sterven van den gezegenden Middelaar voormij en voor u, d.w.z. voor ons persoonlijk geldt. Dàt heteenmaal geschied is, is ons bekend. “Wij weten, dat Hij heeftgeleden, is gekruisigd, gestorven en begraven, en dat HU isopgestaarï uit de dooden, maar nu komt het er op aan, ofHij dit gedaan heeft tot verlossing van ons persoonlijk.Immers wat baat het ons, of wU dit uit de historie weten,indien wij daar geen profijt van hebben voor onze ziel 3 Diewetenschap kan ons niet in het Koninkrijk der hemelenbrengen ! ‘t Is dus een allesbeslissende vraag, M. H ! Onzegrondslag moet houdbaar zijn voor de eeuwigheid.

En wanneer er nu over het lijden en sterven van denHeere Jezus gesproken wordt, dan zau alle mecschelijk mee-gevoel bij ons uitgebluscht moeten zijn, indien onsdat kouden onaangedaan liet. Maar, 11. H! onze gevoeligheid en aan-doening kan toch niet de grond onzer zaligheid zijn. DeHeere Jezus Zelf roept den weenenden vrouwen toe : ,,Weentniet over Mij, maar weent over u zelven!” En dat kan nietachter blijven, Toeh !, wanneer wij door Gods Geest overtuigdworden van onzen verloren staat, en leeren verstaan, datwij tegen God gezondigd hebben en deden, wat kwaad isin Zijn oogen, zoodat wij als verlegen menschen lseren uit-roepen : :,Wat moet ik doen om zalig te Norden?” WUmoeten ons leeren kennen als reddeloos verloren in onszelven, zullen wu, al3 gansch hulploozen tot Hem vlieden,Die denzulken ten Redder wil zijn. Er moet dus in onze har-ten plaats gemaakt worden voor den Heere Jezus. Immers

Page 39: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

is HU gekomen om te zoeken en zalig te maken wat ver-loren is. Indien dan de Heere God zelve ons ontdekt heeftaan onzen verloren staat, zal Hij ook den weg der zaligheidontsluiten, tot waarachtigen troost voor onze zielen. Wantgewis en zeker zal de Heere Jezus zich openbaren als deschuldovernemende Borg en Middelaar aan al de genen, diehartgrondi g ontdekt zijn.

Wij hebben onszelven dan in de eerste plaats af tevragen, of wij door Gods genade ontdekt zijn aan onszelven.Zoo niet, dan kunnen we ook nooit deelen in den waarach-tigen troost, die een vrucht is van het verzoenend lijden ensterven van den Heere Jezus. Dat de Heere ons dan nogontdekke en bekend make met onzen verloren toestand, opdat er in onze ziel een nood geboren worde, waaruit wU totHem kregen te roepen. Dan zegt de Heere in Zijn Woord :,,Op uw noodgeschrei deed ik groote wonderen.”

M. H ! Het gevaar tot misleiding van onszulven is zoogroot, vooral, indien wij onder de waarheid opgegroeid zijn,er dagelijks in onderwezen worden en er onder verkeeren.Jmmers dan weten wij zoo goed, dat wU zondaars zijn, endat wU schuldig staan tegenover den Heere. ‘t Kan zelfswezen, dat wij onder de prediking van Gods Woord aange-daan waren en er wel eens een traan in het oog kwam. Endan maken wij daar een grond van, waarop wij de eeuwig-heid durven aandoen en die toch waarlijk de eeuwigheidniet verduren kan. Zoo misleiden wij dan onszelven.

Neen! M. H! wie wij ook zijn mogen, of wij openbaarin de zonde leven of geleefd hebben, dan of wij deugdzaamen braaf leven, wU moeten allen leeren kennen, dat wij vanGod zijn afgevallen en den satan toegevallen; en dat wij inde onmogelijkheid verkeeren, om ons weer met God te ver-zoenen, En dan, als wij in de rechte onmogelijkheid verkee-ren om met God vereenigd en bevredigd te worden, danwil Hij een weg in den gekruisten Immanuel ontsluiten enden zaligen troost van Diens verzoening doen ondervindenin onze zielen.

Zonder tusschenkomst van dien Hoogepriester kan Godmet ons, onheilige en onreine schepselen, geen gemeenschap

Page 40: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

hebben, zooals we gezien hebben. WU moeten overgeplantzijn in den gezegenden Christus, wij moeten, zullen wQ onszelven niet misleiden voor de eeuwigheid, wedergeborenworden. Indien wij dat dan nog missen, mocht de Heereerons dan aan ontdekken, opdat we nog heden mochten be-denken, wat tot onzen vrede dient. Nu is het nog de wel-aangename tijd, nog de dag der zaligheid. Morgen kan hetvoor eeuwig te laat zUn! Nu kunnen wij nog bekend ge-maakt worden met den eenigen naam, die gegeven is onderden hemel, waardoor wij moeten en kunnen zalig worden.Indien wu ons dan bedriegen, wij doen het willens en we-tens, want wU behoeven ons niet te misleiden. Dat wu onsdan recht kregen te onderzoeken, of onze weg goed isvoorden Heere en binde de Heere het Zelve op uw harten.

En nu degenen, die de Heilige Geest aan zich zelvenontdekt heeft. Zij zijn verwaardigd door Gods genade tweezaken te leeren kennen : hun verloren staat en de onmo-gelijkheid om zich tot God te bekeeren. De kennis van hunverloren toestand doet hen zuchten tot God, maar zal ookoorzaak zijn, dat zij zich keeren tot het werkverbond omde breuk te herstellen. Doch dan worden zu door den GeestGods er aan ontdekt, dat er uit de werken der wet geenvleesch voor God zal gerechtvaardigd worden en krijgenzU hoe langer hoe meer te verstaan, dat er een weg buiten henmoet ontsloten worden. En als de Heere dien weg ontsluit,wordt er voor hen een deur der hope geopend in het dalvan Achor. ZU wisten van te voren wel, dat er een Zalig-maker voor zondaren geopenbaard was, maar zU kondennooit gelooven, dat het ook voor hen zou ziJn. Wanneer deHeere niet zoo goed was, voor diegenen, wien de noodzake-lijkheid van een weg buiten hen geopenbaard is, den wegin Christus te ontsluiten, dan zouden die zielen zeker om-komen. Dan krijgen zij echter te zien dat er mogelijkheidbestaat om weer met God verzoend te worden en dat hunschuld uitgedelgd kan worden door den eenigen Hoogepries-ter Jezus Christus; dan verstaan zU niet alleen, dat Hij ge-komen is om zondaren zalig te maken, maar mogen zij ookgelooven, dat HU ook hen kan en wil zalig maken ; dat Hij

Page 41: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

43

dus volkomen voor hen aan het recht Gods heeft voldaanen een eeuwig-geldende gerechtigheid heeft verworven ; danwordt dat door de werking des Heiligen Geestes aan hunharten toegepast en verzegeld en zij volkomen in de gunsteGods hersteld. ‘t Is dan met hen, gelijk de apostel Paulusgetuigt : ,, Wu dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, heb-ben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus.” (Ro-meinen 5: 1). ZU gevoelen, dat gelijk Jehova Zelve getuigtin Zijn woord, Hij nooit meer op hen toornen of schelden zal.

Mocht de bekommerde kerk dan uit haarzelve wordenuitgeleid en ingeleid in het Borgswerk van den gezegendenMiddelaar des Verbonds ; en mochten zij, die den Heere JezusChristus voor zich persoonlijk hebben leeren kennen als hunschuldovernemenden Borg en Middelaar en daardoor denvrede met God, die daaruit voortvlceit, ontvingen, mochtendie dan tot eer en verheerlijking Zijns naams leven enmochten zij dien eenigen Hoogepriester noodig hebben alsKoning over hun hart, in hun huiselijk en maatschappelijkleven, opdat wu te zamen mochten verkeeren tot stichtingder gemeente des Heeren en ter eere en verheerlijking Gods.

Geve de Heere dat om Zijns Verbonds wille ! Amen.

Page 42: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

1V .

,,Ende na acht dagen waren sijne dicipelen wederombinnen, ende Thomas met haer: (ende) Jesus quamals de deuren ge4oten waren, ende stont in het mid-den, ende seyde: Vrede zij ulieden !

Daerna seyde Hij tot Thomam, Brengt uwen vinger hier,ende siet mijne handen; ende brengt uwe hant, endesteektse in mijne zijde: Ende en zijt niet ongeloovigh,maar geloovigh.

Ende Thomas antwoordde ende seydo tot hem: MijnHeere en mijn God!

Jesus seyde tot hem, Omdat gij mij gesien hebt, Thomn,so hebt gij gelooft; saligh (zijnse) die en niet sullen ge-sien hebben, ende (nochtans) sullen gelooft hebben.”

(Johannes 20 : 26 - 29.)

,,De Eeere is waarlijk opgestaan, en is van Simon ge-zien. ” Dat was de zalige vertroosting voor het bedruktegemoed van de dicipelen en dicipelinnen des Heeren. ZullenwU evenwel de zalige kracht daarvan in onze onsterfelijkezielen ondervinden, dan is het niet voldoende, te weten datde Heere waarlijk is opgestaan en dat HU van Simon gezienis, maar dan moet Hij ook van ons gezien zijn.

Wat zouden er, wanneer wU aan u, volk des Heeren,vroegen : ,,Is Hij ook van u gezien?“, wat zouden er danvelen zijn, die daarop ontkennend moesten antwoorden.Doch indien wij een trapje lager kwamen en vroegen: ,,Hebtgij geen begeerte, Hem te zien, die U zaliggemaakt heeft,die voor u aan het vloekhout des kruises genageld is, dievoor u spot en smaad gedragen heeft, ja, voor u den doodis ingegaan, die gelijk de profeet Jesaja (;53 : 5) getuigt, ,,om uwovertredingen is verwond, om uw ongerechtigheden is yer-brijzeld ,” die voor u Zijn hemeltroon heeft verlaten en opdeze zondige aarde nederkwam, opdat Hij u zou zaligmakenvan uw zonden?”

Op die vraag zouden zeker velen getuigen, dat zij begeer-te hebben, dien verheerlijkten Koning te aanschouwen; maar

Page 43: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

45

er zouden er ook gevonden worden onder Gods volk, dievanden Heere afgeweken zijn en voor wie de Heere Jezus geengestalte heeft, dat zij Hem zouden begeeren. (Jes. 53: 2)

Zoo zien w& M. H! dat er drieërlei stadium kan zijn in deharten van Gods volk: 10 kan het zijn, dat de steen vanhet hart is afgewenteld, de zegelen verbroken zijn en deHeere Jezus voor hen is opgestaan; 20 is het mogelijk,dat zU den Heere nog niet hebben ontmoet, al is Hij op-gestaan; 30 kan het wezen, als zU a!fgeweken zUn, dat zUgeen gedaante of heerlijkheid in Hem zien, dat zij Hem zou-den begeeren.

Dat zien van den Heere Jezus, dat ontmoeten van dienKoning kan verschillende uitwerking hebben op anderen,die dat voorrecht nog met hadden. ‘t Kan moedeloosheidverwekken, zoodat de ziel zegt: ,,‘t Zal rnü niet gebeuren !”en dan gaan zU door de moedeloosheid bij de pakken neder-zitten. ‘t Kan ook afgunst verwekken. waardoor zij a.h.w.zouden vragen : ,,Waarom heeft hij den Heere wel gezienen ik niet?” Deze en andere vormen van ongeloof krijgensoms de overhand in de harten van Gods volk. Doch M.H 1 al is het ongeloof nog zoo sterk, toch wordt het geloof.er niet van overwonnen. Integendeel: het geloof overwinthet ongeloof en dat wenschen we in dit morgenuur naderte overwegen, wanneer wij u bepalen bij Johannes 20: 26,29,

Er is, M. H ! een groot onderscheid tusschen het ongeloofin den natuurlijken mensch en dat in de harten van Godskinderen. Dat onderscheid openbaart zich helder en klaar inden wedergeboren mensch.

Het ongeloof is de oorzaak van de zorgeloosheid en dat demensch stijf zit op den droesem zuner zorgeloosheid. (Zef. 1:12.) Het ongeloof in het hart van den wedergeboren menschhoudt het geloof a.h.w. gevangen, maar toch blijft het ge-loof levend, want wat God levend gemaakt heeft, zal nietsterven of te niet gemaakt worden. ‘t Is daarom met hetgeloof in de harten der geloovigen als met iemand, die tegenzijn wil in de gevangenis gezet is en wenscht, dat de deurender gevangenis ontsloten mogen worden en hg in vrijheid

Page 44: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

46

gesteld. Dat is de innerlijke begeerte van Gods volk, zoodatzU met den dichter uitroepen: (Ps. 142: 7.)

Voer mij uit mijn gevangenis,Tot roem Uws Naams, die heerlijk is;Dat mij ‘t rechtvaardig volk omring’,En vroolijk van? Uw weldaan zing’.

Zoodra de Heere het geloof uit de gevangenis verlosten hetzelve versterkt, komen zij tot de blijdschap en vrededer kinderen Gods.

Naar aanleiding onzer tekstwoorden wenschen wU danuw aandacht te bepalen bij:

le. het ongeloof in de harten der geloovigen.2e. de werking van dat ongeloof.38. het geloof, dat het ongeloof overwint.48. de zalige troost, die daardoor in het hart gewerkt

wordt.De persoon, M. H! over wien in onze tekstwoorden

sprake is, was een der elven, n.1. Thomas Didymus, ‘t welkis overgezet zijnde, tweelingsbroeder.

Die naam past voor elk mensch, die door Gods genadewedergeboren is en die met een Rebekka, toen zU zwangerwas van haar tweeling, moet uitroepen: ,,Hoe ben ik aldus?

Hij heeft immers naast zijn oude, ook een nieuwe na-tuur van God ontvangen: hij is een tweemensch geworden.Die staat wordt duideluk beschreven in Romeinen 7, waarPaulus zegt: Zoo vind ik dan deze wet in mij, als ik hetgoede wil doen, dat het kwade mij bijligt. Het willen iswel bij mij, maar het volbrengen vind ik niet, Want ik hebeen vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mensch;maar ik zie een andere wet in mijne leden, wel.ke strijdttegen de wet mijns gemoeds en mij gevangen neemt onderde wet der zonde, die in mijn leden is. Ik ellendig mensch !wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods?” Ookin den brief aan de Galaten (hoofdst. 5.) spreekt de aposteler van, als hij zegt: ,,Het vleesch begeert tegen den Geest,en de Geest tegen het vleesch; en deze staan tegen elkander,alzoo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet.” Die strijd tus-schen vleesch en Geest kan niet uitblijven, indien de Heere

Page 45: 11 - Christian Netgenade is uitgestort in Uwe lippen. (Ps. 45: 3.) en met de bruid uit het Hooglied (5: 10 en 16.) ,,MUn liefste is blank en rood, hij draagt de banier boven tien duizend.

47

door Zijn genade het hart komt te bewerken en de oudemensch met al zijn begeerlijkheid van den troon gestootenwordt en zijn plaats in het hart moet inruimen voor dennieuwen mensch, die uit God geboren wordt. Die strijd. diebij de wedergeboorte een aanvang neemt, zal voortduren,tot hij van het lichaam der zonde wordt verlost. ,,En wan-neer dan,” gelijk Paulus spreekt (in 1 Cor. 16: 54.) ,,dit ver -derfelbke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en ditsterfelijke zal onsterfelukheid aangedaan hebben, alsdan zalhet woord geschieden dat geschreven is : De dood is ver-slonden tot overwinning.”

Wanneer we nu willen letten op de werking van hetongeloof in de harten der geloovigen, hebben we daar-van een duidelijk beeld in de daden van Thomas Didymus,den dicipel des Heeren.

De Heere Jezus was, na Zijn opstanding, verschenenaan de dicipelen, toen zij op den eersten dag der weekvergaderd waren. Doch Thomas was met hen niet, toen Je-zus daar kwam. Hij had zich dus uit den kring der dicipelenteruggetrokken en was waarschijnlijk tot zijn vorige levens-wijze teruggekeerd. Daarin openbaarde zich al ztin ongeloof.Wat de Heer Jezus tot deEmmausgangers zeide, gold ook voorThomas: ,,O, onverstandigen en tragen van hart om te ge-looven al hetgeen de profeten gesproken hebben! Moest deChristus niet deze dingen lijden, en alzoo in Zune heerlijk-heid ingaan? (Lucas 24: 25, 26.) Daarbij kwam nog, dat deHeere Jezus, toen ho met Zijn dicipelen op aarde verkeerde,hen meer dan eens wees op de dingen de geschieden zou-den. En toch, in Thomas hart had het ongeloof de overhand.Zelfs zoo sterk, dat toen de andere dicipelen hem mede-deelden : ,,We hebben den Veere gezien”, hij tot hen ant-woordde: ,,Indien ik in Zone handen niet zie het teeken dernagelen, en mijnen vinger steke in het teeken der nagelen,en steke mijne hand in Zijne zijde, ik zal geenszins geloo-ven ,” Hij wilde daarmee dus te kennen geven, dat hu eenzeker bewijs moest hebben en dat hij derhalve niet zoolichtgeloovig was als de andere dicipelen. En daarin lagdus een veroordeeling of liever een verdenking opgesloten