10 onderzoeken over reclame die je gelezen moet hebben

12
ONDERZOEK 10 ONDERZOEKEN OVER RECLAME EN CONSUMENTENGEDRAG DIE JE GELEZEN MOET HEBBEN. Afkomstig van EURIB, 2015.

Transcript of 10 onderzoeken over reclame die je gelezen moet hebben

ONDERZOEK 10 ONDERZOEKEN OVER RECLAME EN

CONSUMENTENGEDRAG DIE JE GELEZEN MOET HEBBEN.

Afkomstig van EURIB, 2015.

1. TOPHITS EN HUN BOODSCHAP

Reclame die gebruikmaakt van popmuziek heeft meer effect dan reclame zonder muziek. En

een advertentie waarin wordt gezongen heeft meer impact dan enkel instrumentele muziek.

Popmuziek appelleert aan 12 verschillende soorten universele emoties. Als je deze emoties

(thema’s) door de jaren heen consequent herhaalt, bouw je een relatie op met je publiek die

verdergaat dan wanneer je incidenteel een ‘pakkend’ liedje gebruikt. Bekende merken kiezen

vaak één of twee thema’s uit en laten dit door de jaren heen terugkomen.

Je kunt emoties ook benadrukken binnen een bepaalde tijdsgeest. Zo stond in de jaren ’90

escapisme centraal, later gevolgd door desire en smile. Deze thema’s kan je ook benadrukken

door gebruik van bepaalde woorden. Bron

2. DOE WAT JE BELOOFT

Doe wat je belooft. Verwachtingen overtreffen maakt vaak geen verschil in waardering voor het

merk. Het verbreken van een belofte leidt tot irritatie, maar het nakomen dan wel overtreffen

levert evenveel waardering op.

Als je doet wat je belooft, heb je een sociaal contract vervuld wat staat voor betrouwbaarheid. Bron

3. ELABORATION LIKELIHOOD MODEL

Consumenten verwerken boodschappen op verschillende manieren. Als hij in staat is om

de boodschap te verwerken (heeft ie tijd, zijn er geen andere stimuli die afleiden, kijkt hij

niet via vluchtig medium, etc) en er is betrokkenheid/relevantie met de boodschap, dan zal

hij de boodschappen verwerken langs de centrale route. Hij heeft dan meer aandacht voor

de boodschap en zal dan ook meer tijd besteden aan de inhoud, en dus kan hij overreden

worden met argumenten.

Andersom geldt dat iemand die niet in staat is om de boodschap te verwerken en/of

betrokken is, hij overreden kan worden door andere heuristieken. Bijvoorbeeld een dokter

in een witte jas, kleur, gevoelens, lengte van de advertentie etc. Dat betekent dat mensen

niet eens hoeven te begrijpen wat de boodschap vertelt, maar ze ook overreden kunnen

worden op gevoel.Bron

4. SLOGANS DIE RIJMEN

Rijm in een pay-off of slogan verhoogt de snelheid waarmee ons

brein informatie verwerkt. Woorden worden eerder herkend en

sneller begrepen, en de boodschap wordt sneller verwerkt. Rijm

kan dus de illusie van geloofwaardigheid opwekken.

Bron

5. FAST FORWARD DOOR RECLAME

Met de komst van digitale tv kunnen consumenten reclames doorspoelen. Maar dat wil

niet zeggen dat reclames die doorgespoeld worden niet effectief zijn. Wat gebeurt er?

Mensen die reclames doorspoelen kijken op welk moment ze het op pauze kunnen

zetten. Ze zijn minder betrokken bij de reclames en er treedt interactie op tussen de

verschillende commercials (bijv door visuele transfer). Als je merkpersoonlijkheid

onderscheidend is, val je júist op bij het doorspoelen en vergroot het zelfs de

koopintentie. Dit onderstreept het belang van een sterke merkpersoonlijkheid, die bij

een lage betrokkenheid perifeer wordt verwerkt. Ditzelfde treedt ook op als je loopt in

een drukke winkelstraat. Bron

6. ZIEN DOET ETEN

Foodmarketeers willen graag hun voedsel verkopen. Wanneer ze lekkere, maar ongezonde

producten voor advertenties willen gebruiken kunnen ze beter gebruikmaken van

genietende mensen in plaats van een productshot. Reden? Mensen die alleen een

productshot zien gaan argumenten verzinnen om het ongezonde product niet te eten. Maar

als ze iemand zien genieten wordt het idee ‘het zal dan wel niet zo slecht zijn’ geactiveerd.

Stimuleer dus jonge, frisse mensen om foto’s op sociale media te plaatsen waar ze hun

ongezonde snack verorberen. Beleidsmakers zullen juist het omgekeerde moeten doen.

Bron

7. LINKS & RECHTS

De plek van de weergave van een product op een verpakking heeft invloed op de

perceptie of het een ‘light’ product is of niet. Staat het product links boven afgebeeld, dan

wordt het product als ‘lichter’ beschouwd, rechtsonder juist als ‘zwaar’. Dus als je een

gezonde variant van een cracker wilt promoten, zet dan de foto van het product

linksboven op de verpakking.

Onze hersenen hebben geleerd met tijdheuristieken te werken. Voor en na plaatjes of

‘oud’ en ‘nieuw’ plaatjes moeten daarom van links naar rechts weergegeven worden. Wel

zo prettig dat het in lijn ligt met onze heuristiek. Let op: in andere culturen kan dit juist

andersom zijn. Bron

8. 98% VAN DE LEZERS VINDT DIT ARTIKEL LEUK

Als in communicatie de sociale norm wordt benoemd, stijgt de gedragsverandering. Om mensen

bijvoorbeeld over te halen achterstallige belasting te betalen helpt het om het volgende te

vermelden: “94% van de Nederlanders betaalt de belasting op tijd”.

Deze gedragsverandering wordt nog groter al je zegt: “94% procent van de mensen uit uw stad

betaalt belasting op tijd”. Gebruik dus de juiste, specifieke data waar de doelgroep zich mee kan

identificeren. Hoe specifieker de norm, hoe meer mensen hun gedrag veranderen. Wanneer er

(nog) geen norm is, kunnen onderzoeken een uitkomst bieden.

Het helpt niet om cijfers te geven van ongewenst gedrag. De sociale norm moet wel gaan over

gewenst gedrag.

Bron

9. BEKENDE GEZICHTEN.

Mensen kunnen heel snel (binnen 55 millieseconden) bepalen of

iemand betrouwbaar is op basis van het gezicht. Daarom werken

bekende mensen in reclames ook goed, die gezichten herkennen we

en vinden we daarom betrouwbaar. Voor marketeers die geen duur

bekend gezicht kunnen betalen is het een goed idee om gezichten van

onbekende modellen digitaal aan te passen door er trekken van

bekende personen aan toe te voegen. Bron

10. HAPPINESS

Iemand in een positieve gemoedstoestand neemt snellere beslissingen en oordeelt positiever over

dingen die hem overkomen. In aankoopbeslissingen leidt dit ertoe dat consumenten dan eerder

beslissingen nemen op heuristieken (perifere cues). En alternatieven niet sterk afwegen. Het heeft

voor marketeers dus zin om mensen in een positieve gemoedstoestand te brengen.

Een positieve gemoedstoestand (happiness) betekent voor jongeren opwinding, opgetogenheid en

enthousiasme. Voor ouderen is dit juist rust, vredigheid, sereniteit.

Maar als iemand meer op toekomst is georiënteerd wordt happiness sterker geassocieerd met

opwinding dan met kalmte. Iemand die meer op het heden is georiënteerd associeert happiness

sterker met kalmte.

De betekenis die iemand geeft aan happiness is dus van invloed op de productpropositie die hem het

meeste aanspreekt. Als iemand happiness associeert met opwinding, zal een happiness claim die

hieraan appelleert [bijvoorbeeld bronwater van het merk: pure excitment] tot een hogere voorkeur

leiden. Bron

MEER INFORMATIE: WWW.EURIB.ORG

Deze samenvatting wordt je aangeboden door Energize.