1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. ·...

18
Handboek Familiaal geweld 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België Auteurs: Anne Groenen Onderzoeksverantwoordelijke Gezondheid en Welzijn UC Leuven-Lim- burg, onderzoeksleider Apart Thomas More en verbonden aan KU Leuven Anke Van Vossole Onderzoeker Apart Thomas More en Active Ageing UC Leuven-Limburg Sarah Matkoski Onderzoeker Apart Thomas More en verbonden aan KU Leuven 1. Situering Partnergeweld is een veelvoorkomend probleem in onze maatschappij. De intensiteit en het patroon van escalatie, met soms dramatische gevol- gen, is typerend voor heel wat situaties van partnergeweld. Volgens recent onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn tus- sen de 19% en 55% van de vrouwen ooit het slachtoffer geweest van partnergeweld. Familiaal geweld wordt beschouwd als de meest voorko- mende vorm van geweld (Ellsberg et al. 2008; Van der Veen & Bogaerts 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden van psychologisch partnergeweld. Fysiek en/of seksueel partnergeweld tijdens de afgelopen 12 maanden werd gemeld door 4% van de Europese vrouwen (door 6% van de Belgische vrouwen). Eén op 10 Europese vrouwen maakte één of andere vorm van seksueel geweld mee sinds de leeftijd van 15 jaar, en één op 20 werd verkracht. En 12% in Europa (14% in België) geeft aan slachtoffer te zijn geweest van seksueel geweld vóor de leeftijd van 15 jaar (FRA 2014). Volgens onder- zoek in België zouden 4% tot 23% van de volwassenen tijdens hun leven geconfronteerd worden met één of meerdere vormen van partnergeweld (Groenen & Matkoski 2014). Onderzoek uit 2010 gaf aan dat 12.5% van de respondenten verklaarde minimum één daad van geweld te hebben ervaren door hun (ex-)partner gedurende de voorafgaande 12 maanden (14.9% van de vrouwen en 10.5% van de mannen). Ook mannen wor- den dus slachtoffer van partnergeweld. Wel zijn vrouwen vaker slachtof- Afl. 12 – juli 2015 2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 1

Transcript of 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. ·...

Page 1: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België

Auteurs:Anne Groenen Onderzoeksverantwoordelijke Gezondheid en Welzijn UC Leuven-Lim-burg, onderzoeksleider Apart Thomas More en verbonden aan KU Leuven

Anke Van VossoleOnderzoeker Apart Thomas More en Active Ageing UC Leuven-Limburg

Sarah MatkoskiOnderzoeker Apart Thomas More en verbonden aan KU Leuven

1. Situering

Partnergeweld is een veelvoorkomend probleem in onze maatschappij.De intensiteit en het patroon van escalatie, met soms dramatische gevol-gen, is typerend voor heel wat situaties van partnergeweld.

Volgens recent onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn tus-sen de 19% en 55% van de vrouwen ooit het slachtoffer geweest vanpartnergeweld. Familiaal geweld wordt beschouwd als de meest voorko-mende vorm van geweld (Ellsberg et al. 2008; Van der Veen & Bogaerts2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europaooit slachtoffer werden van psychologisch partnergeweld. Fysiek en/ofseksueel partnergeweld tijdens de afgelopen 12 maanden werd gemelddoor 4% van de Europese vrouwen (door 6% van de Belgische vrouwen).Eén op 10 Europese vrouwen maakte één of andere vorm van seksueelgeweld mee sinds de leeftijd van 15 jaar, en één op 20 werd verkracht. En12% in Europa (14% in België) geeft aan slachtoffer te zijn geweest vanseksueel geweld vóor de leeftijd van 15 jaar (FRA 2014). Volgens onder-zoek in België zouden 4% tot 23% van de volwassenen tijdens hun levengeconfronteerd worden met één of meerdere vormen van partnergeweld(Groenen & Matkoski 2014). Onderzoek uit 2010 gaf aan dat 12.5% vande respondenten verklaarde minimum één daad van geweld te hebbenervaren door hun (ex-)partner gedurende de voorafgaande 12 maanden(14.9% van de vrouwen en 10.5% van de mannen). Ook mannen wor-den dus slachtoffer van partnergeweld. Wel zijn vrouwen vaker slachtof-

Afl. 12 – juli 2015 2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 1

02_Partnergeweld.fm Page 1 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 2: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

fer van herhaalde en ernstigere vormen van partnergeweld (Pieters etal. 2010). De laatste jaren werd ook duidelijk dat de interactie tussenpartners en de wisselende rol van pleger en slachtoffer inherent is aanveel situaties van partnergeweld (Groenen & Matkoski, 2014).

Hoewel partnergeweld een veelvoorkomend probleem is, heeft het eensterk verborgen karakter. Het dark number, of aantal ongeregistreerdegevallen, van partnergeweld is hoog. Europees onderzoek geeft aan datslechts 14% van de bevraagde vrouwen het meest ernstige incident vanpartnergeweld meldden aan de politie. In twee derde van de gevallen(66%) kwam het meest ernstige incident onder de aandacht van geenenkele dienst of organisatie (FRA 2014). Aan deze lage aangiftebereidheidkunnen verschillende redenen ten grondslag liggen, waaronderschaamte, angst, het gevoel dat aangifte niets opbrengt, of onvoldoendekennis over de beschikbare kanalen (Pieters et al., 2010; FRA 2014). Veleslachtoffers komen niet onder de aandacht van professionele instanties enontvangen dus niet de informatie en hulp die beschikbaar is (FRA 2014).

Nochtans heeft partnergeweld verreikende gevolgen voor de partners enhun kinderen. Naast fysieke gevolgen, kunnen slachtoffers ook psychi-sche gevolgen ondervinden. Consequenties kunnen zich ook voordoenop sociaal vlak, zoals isolement ten gevolge van gevoelens van schaamte.Daarnaast brengt partnergeweld een zware financiële kost met zich mee,zowel voor individuen als voor de samenleving in zijn geheel. Tot slot zijnook kinderen vaak, direct of indirect, slachtoffer van partnergeweld. Zozouden kinderen in 80% van de gezinnen waar partnergeweld voorkomt,getuige zijn van het geweld. In 30% tot 60% van deze gevallen zoudenzij zelf geweld ondervinden (Klein Velderman & Pannebakker, 2008;Groenen & Matkoski, 2014).

Kenmerkend voor partnergeweld is bovendien het risico op herhaaldslachtofferschap (Walby & Allen 2004). Partnergeweld verloopt vaak vol-gens een bepaalde dynamiek, ook wel de ‘spiraal van geweld’ genoemd(Walker, 1984). Na een eerste fase van spanningsopbouw, waarin kleinegewelddadige incidenten kunnen plaatsvinden, is er de fase van het acutegeweld. Na deze explosie van het geweld, is er een fase waarin het koppelhet geschil bijlegt en de dader verandering belooft. Deze ‘honeymoon-fase’ wordt gevolgd door een nieuwe fase van spanningsopbouw. Naar-mate deze cyclus van geweld vaker doorlopen wordt, wordt het geweldvaak frequenter en ernstiger (Wyckmans et al., 2012). Zo kan ook bij fataalpartnergeweld meestal een gestage opbouw in de frequentie en de ernstvan het geweld worden vastgesteld. Minstens 70% van de vrouwenmoor-den zou worden voorafgegaan door partnergeweld (Uzieblo & Groenen2011). Tot slot blijken slachtoffers in de praktijk vaak terug te keren naarhun partner, en dit zelfs meerdere malen. Deze cyclus van geweld blijkt inde praktijk moeilijk te doorbreken (Groenen & Matkoski, 2014).

2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 2 Afl. 12 – juli 2015

02_Partnergeweld.fm Page 2 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 3: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

De hoge prevalentie, het verborgen karakter, de ernstige consequentiesén de moeilijk te doorbreken cyclus van partnergeweld wijzen op hetbelang van een vroegtijdige detectie door de omgeving en door profes-sionals. Professionals uit verschillende sectoren in de samenleving komenimmers in aanraking met slachtoffers en/of daders van partnergeweld. Zijhebben baat bij instrumenten die hen kunnen helpen in het herkennen,opsporen (risicoscreening), inschatten (risicotaxatie) en begeleiden (risi-comanagement) van situaties van partnergeweld. Inzicht in risico- enbeschermende factoren kan hen ondersteunen bij de aanpak van part-nergeweld. Dit artikel biedt inzicht in deze processen van risicoscreening,risicotaxatie en risicomanagement, en levert informatie over een aantalbestaande instrumenten.

2. Risicoscreening

Het is duidelijk dat partnergeweld een manifest probleem is, dat ernstigegevolgen kan hebben op verschillende levensdomeinen, zowel voor debetrokken partners als hun omgeving. Preventie en vroegtijdig ingrijpenzijn nodig om de geweldscyclus te doorbreken. Het detecteren vanmogelijke conflicten die kunnen escaleren kan aan de hand van scree-ningsinstrumenten kan gebeuren.

2.1 Wat?

Screenen op partnergeweld is ‘het opsporen van mogelijke situaties vanpartnergeweld door professionals uit de sectoren gezondheidszorg, wel-zijn, politie en justitie, ongeacht of de aanmelding over partnergeweldgaat’ (Groenen & Matkoski, 2014). Situaties van partnergeweld hebbenalle belang bij een goede screening, gezien het grote aantal niet-geregis-treerde gevallen. Screening kan dus een nuttig preventief hulpmiddel zijn.Het kan herhaling of escalatie van het geweld voorkomen. Daarnaast kanhet tijdig opsporen van zaken van partnergeweld bijdragen tot een snelleinterventie, een correcte doorverwijzing en een gepaste begeleiding, enop die manier veel schade voorkomen (Groenen & Matkoski, 2014).

2.2 Vormen

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen drie vormen van screening vanpartnergeweld: universele screening, routinescreening en gerichte scree-ning of case-finding (WHO 2013). Bij universele screening worden grotegroepen, zonder dat daarbij specifieke doelgroepen worden geselec-teerd, bevraagd naar slachtofferschap van partnergeweld. Routinescree-ning verwijst naar het systematisch screenen van àlle vrouwen op

Afl. 12 – juli 2015 2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 3

02_Partnergeweld.fm Page 3 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 4: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

partnergeweld. Dit kan betekenen dat eenzelfde persoon door verschil-lende professionals meermaals bevraagd wordt. Tot slot kan men ookgericht screenen door enkel die vrouwen (en mannen) actief te bevragendie symptomen of klinische condities vertonen die kunnen wijzen oppartnergeweld, zoals suïcidaliteit, onverklaarbare chronische pijnen ofweerkerende vaginale bloedingen (Groenen & Matkoski, 2014).

Of men beter aan routinematige of gerichte screening doet, is onder-werp van discussie. Beide vormen hebben voor- en nadelen. Wel is duide-lijk dat de wijze waarop de screening gebeurt van belang is (Feldman,2013). Professionals worden geacht aan drie algemene voorwaarden tevoldoen: 1) voldoende kennis te hebben van partnergeweld; 2) getraindte zijn in het gebruik van screeningsinstrumenten; 3) voldoende kennis tebezitten met betrekking tot de doorverwijsmogelijkheden indien menpositief screent (WHO 2013). Momenteel ontbreekt nog vaak de nodigebegeleiding en zorg na een positieve screening (Feldman, 2013).

Twee belangrijke beperkingen komen naar voor bij de huidige scree-ningsinstrumenten. Ten eerste focussen de meeste instrumenten opgeweld van mannen naar vrouwen. Mannelijke slachtoffers, zowel bin-nen heteroseksuele als homoseksuele relaties, worden daardoor soms uithet oog verloren. Het taboe dat nog heerst rond partnergeweld tegenmannen, en het feit dat mannen doorgaans minder ernstig geweldondergaan en minder (ernstige) fysieke gevolgen rapporteren, kan aande basis liggen van deze beperkte screening bij mannen (Eigenberg etal., 2012; Nelson et al., 2012). Ten tweede laten vele instrumenten dewederkerigheid van geweld buiten beschouwing. In een aantal gevallenvan partnergeweld plegen beide partners geweld ten aanzien van elkaar,en nemen dader en slachtoffer wisselende rollen op tijdens geweldsepiso-des (Groenen & Matkoski, 2014).

2.3 Bestaande instrumenten

Er bestaan wereldwijd tal van screeningsinstrumenten. Al deze instrumen-ten peilen naar één of andere vorm van partnergeweld, en hebben alsdoel professionals te ondersteunen in hun praktijk. Nochtans verschillendeze instrumenten ook op een aantal vlakken. Screeningsinstrumentenkunnen beoordeeld worden op hun praktische kwaliteiten, namelijk detoepasbaarheid en gebruiksvriendelijkheid ervan. Deze zijn onder andere:1) de vormen van partnergeweld die worden gescreend: focussen zijenkel op fysiek geweld, of op meerdere vormen van partnergeweld?; 2)de lengte van het instrument: instrumenten tot vijf items wordenbeschouwd als kort en hebben het voordeel dat ze kunnen worden inge-zet in settings waar kostbaar moet worden omgesprongen met tijd; 3) deregistratievorm van het instrument: gaat het om zelfrapportage, is het in

2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 4 Afl. 12 – juli 2015

02_Partnergeweld.fm Page 4 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 5: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

te vullen door de professional, of zijn beide registratievormen mogelijk; 4)het aantal en de complexiteit van de richtlijnen voor scoring en interpre-tatie van de antwoorden: eenvoudige instrumenten hanteren slechts éénrichtlijn; 5) de vereisten die aan de professional worden gesteld: is medi-sche kennis vereist of niet; 6) de gendersensitiviteit: kan het instrumentgebruikt worden bij mannelijke zowel als vrouwelijke slachtoffers?

Daarnaast zijn ook de psychometrische kwaliteiten van belang. In welkemate meet het instrument echt wat het beweert te meten, namelijk deaanwezigheid van partnergeweld? Deze psychometrische kwaliteitenhebben betrekking op: 1) de sensitiviteit of gevoeligheid: de mate waarinhet instrument slachtoffers van partnergeweld ook daadwerkelijk identifi-ceert; 2) de specificiteit of nauwkeurigheid: de mate waarin het instru-ment niet-slachtoffers ook daadwerkelijk als niet-slachtoffers identificeert;3) de betrouwbaarheid: de mate waarin twee verschillende metingen eenidentiek resultaat opleveren; 4) de validiteit: de mate waarin het instru-ment meet wat het beoogt te meten.

Voor elk instrument is de combinatie van hun praktische en psychometri-sche kwaliteiten anders. Of een instrument efficiënt is, hangt grotendeelsaf van de context waarin het gebruikt wordt en de doelgroep waarop hetgericht is. Professionals kunnen zo zelf beslissen welk instrument het bestaansluit bij hun praktijk (Groenen & Matkoski, 2014).

De meeste screeningsinstrumenten werden ontwikkeld binnen degezondheidszorg, aangezien artsen vaak als eerste de getuigenissen vanslachtoffers horen en in staat zouden moeten zijn om vlug symptomenvan geweld te herkennen. Dit hoeft echter niet te betekenen dat zij nietinzetbaar zouden zijn in een andere context of door andere professionalsdan medici of clinici (Groenen & Matkoski 2014; Weewauters & Groe-nen, 2011). Zo werden in Vlaanderen bijvoorbeeld richtlijnen uitgewerktvoor huisartsen voor de detectie van partnergeweld (De Deken etal., 2010), en werden instrumenten beschikbaar gesteld voor screeningvan geweld tijdens de zwangerschap1.

Groenen & Matkoski (2014) maakten een evaluatie van 51 screeningsin-strumenten, die zorgvuldig werden geselecteerd. Voor elk instrumentanalyseerden ze zowel de praktische als de psychometrische kenmerken.Of de instrumenten een beperkt aantal items omvatten, eenvoudig zijn ingebruik, of er onderzoek naar verricht werd, en of ze focussen op meer-dere vormen van partnergeweld, werd bestudeerd. De auteurs raden aanom voor screening bij vrouwen gebruik te maken van AAS (Abuse Asses-sment Screen), en bij mannen OVAT (Ongoing Violence Assessment

1 Zie http://www.geweldenzwangerschap.be/begeleiding/Info-professionelen/Eigen-grenzen-en-Beroepsgeheim/Screeningsinstrumenten

Afl. 12 – juli 2015 2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 5

02_Partnergeweld.fm Page 5 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 6: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

Tool). AAS is een instrument bestaande uit vijf items, aanvankelijk ontwik-keld voor het screenen van partnergeweld bij zwangere vrouwen. Onder-zoek wees echter uit dat het ook kan worden gebruikt in een niet-prenatale setting. Het instrument screent op fysiek, emotioneel en sek-sueel geweld. OVAT is een zelf-rapportage instrument voor het detecte-ren van (ernstig) fysiek en emotioneel geweld. Het bestaat uit vier itemsen werd ontwikkeld voor de screening van vrouwen en mannen opspoeddiensten. OVAT screent niet op seksueel geweld.

Welk instrument men ook gebruikt, het is vooral belangrijk dat men opeen bedachtzame manier overgaat tot screening. Een aantal richtlijnenneemt men best in acht bij het gebruik van risicoscreening instrumenten.Eerst en vooral is een open en empathische houding cruciaal (Roelens,2011). Slachtoffers worden geacht onthullingen te doen over moeilijkbespreekbare en pijnlijke ervaringen. Het is belangrijk dat de professionalaangeeft dat hij of zij zich hiervan bewust is. Daarnaast is screening nietafgerond na het afnemen van de vragenlijst. Een bespreking van de resul-taten is onontbeerlijk. Screeningsinstrumenten zijn niet 100% accuraat(Rabin et al., 2009). De mogelijkheid bestaat dat iemand foutief positief ofnegatief gescreend wordt. Het is belangrijk dit toe te lichten aan de per-soon die gescreend wordt. Risicoscreening is vooral een belangrijke tool inhet bespreekbaar maken van het geweld (Groenen & Matkoski, 2014).

3. Risicotaxatie

Naast het opsporen van partnergeweld is het belangrijk in te schattenhoe het geweld zal evolueren. Dit kan best door de risico- en bescher-mende factoren, op basis van wetenschappelijk onderzoek, in kaart tebrengen. Door een inschatting te maken van het risico op (herhaald)geweld kunnen gepaste interventies worden opgestart.

3.1 Wat?

Heel wat hulpverleners en andere professionals komen beroepsmatigdagelijks in aanraking met potentieel huiselijk geweld. Er wordt van henverwacht dat zij beslissingen nemen die slachtoffers effectief beschermenen plegers naar een gepaste aanpak toeleiden. Het voorkomen van her-haling of escalatie van het geweld is de doelstelling. Om dit te bereiken,moeten zij inschattingen maken met betrekking tot de huidige situatie ende mogelijke toekomstscenario’s. Risicotaxatie verwijst dus naar hetinschatten van toekomstig gedrag, in dit geval partnergeweld. De doel-stelling van risicotaxatie is dan ook tweeledig. Enerzijds werkt het preven-tief, doordat het herhaling en/of escalatie van geweld tracht te

2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 6 Afl. 12 – juli 2015

02_Partnergeweld.fm Page 6 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 7: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

voorkomen. Anderzijds kan het ook een curatieve of probleemoplossendefunctie hebben. Risicotaxatie instrumenten kunnen hulpverleners bijstaanin het beoordelen van een situatie. Aan de risico inschatting wordendoorgaans richtlijnen gekoppeld voor gepaste interventie, die de vastge-stelde risico’s moeten verminderen (Groenen & Matkoski, 2014).

3.2 Vormen

Algemeen beschouwd kunnen drie soorten risicotaxatie onderscheidenworden. Deze verschillen in de mate waarin ze gebruik maken vangestructureerde regels om een oordeel te vormen. Bij de ongestructu-reerde klinische beoordeling maakt de professional, los van enige regels,een inschatting op basis van de eigen kennis, klinische ervaring en intuï-tie. De beoordelaar bepaalt zelf hoe informatie verzameld wordt, enwelke factoren in rekening worden gebracht. Meestal wordt gebruikgemaakt van informatie uit interviews, verslagen of testen. Het nadeelvan deze vorm van risicotaxatie is dat deze informeel en subjectief is,grote verschillen kan opleveren tussen beoordelaars en dat klinischeexpertise vereist is om dergelijke inschattingen te kunnen maken. Integenstelling tot deze vorm van beoordeling, waar structuur tot het mini-mum herleid wordt, maakt de actuariële beoordeling net wel gebruik vanformele regels. Op basis van empirisch onderzoek worden risicofactorenen/of beschermende factoren geselecteerd. De combinatie en wegingvan deze factoren volgens strikte regels levert een totaalscore op die destatistische kans weerspiegelt dat geweld gepleegd zal worden. Dezemethode, die formeler, transparanter en objectiever is, houdt het risico indat bepaalde risicofactoren niet in rekening worden gebracht. Deze vormis bovendien vooral gericht op (middel)lange termijn risico’s en minderefficiënt voor het inschatten van acute crisissituaties (Groenen & Mat-koski, 2014). Een vorm van risicotaxatie die een brug slaat tussen beidemethoden, en de voordelen van beiden tracht te combineren, is degestructureerde professionele beoordeling. Hier wordt gebruik gemaakt vaneen lijst van (wetenschappelijk geselecteerde) risico- of beschermendefactoren, maar krijgt de professional ook ruimte om eigen accenten teleggen op basis van kennis en ervaring. Er kunnen factoren toegevoegdworden, en de beoordelaar kan zelf het gewicht bepalen van de verschil-lende factoren (Groenen & Matkoski, 2014).

Belangrijk bij risicotaxatie is echter te onthouden dat er geen direct cau-saal verband bestaat tussen het voorkomen van risicofactoren en hetplaatsvinden van geweld. Iedere cliënt en situatie is immers uniek. Watrisicofactoren doen, is wijzen op een verhoogd risico. Vooral de aanwe-zigheid van meerdere risicofactoren, dus de cumulatie ervan en huninwerking op elkaar, houden een risico in (MacKenzie et al., 2011; Evanset al., 2013). Daartegenover staat dat één specifieke risicofactor ook zo

Afl. 12 – juli 2015 2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 7

02_Partnergeweld.fm Page 7 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 8: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

zwaar kan doorwegen dat maatregelen noodzakelijk zijn. Bovendien kun-nen er in een bepaalde situatie ook factoren aanwezig zijn die een buffervormen voor bepaalde risico’s, en zo bescherming bieden voor geweld.Verder kunnen risico’s zich afspelen op verschillende niveaus: op hetniveau van het individu (micro), op relatie- of familieniveau (meso) of opniveau van de samenleving (macro). Het is belangrijk factoren op al dezeniveaus, dus de gehele context mee in rekening te brengen bij hetinschatten van geweld (Bronfenbrenner, 2009; Kropp et al., 2013). Totslot is het risico op geweld niet enkel contextueel bepaald (afhankelijkvan situaties en omstandigheden), maar ook dynamisch (onderhevig aanverandering in functie van de tijd) (Lodewijks et al., 2008). Risico’s kun-nen evolueren, veranderen in de tijd. Aangezien geweld een dynamischgegeven is, is het inschatten van risico’s op geweld dat dus onvermijdelijkook. Bepaalde risico’s zijn statisch of onveranderlijk, andere dynamisch.Deze kunnen wijzigen doorheen de tijd waardoor risico’s kunnen toe- ofafnemen. Het zijn deze dynamische factoren waarop ingewerkt kan wor-den, en die dus belangrijk zijn bij de ontwikkeling van interventies omrisico’s te beheren. Het voorgaande maakt duidelijk dat risicotaxatie eencomplex gegeven is, afhankelijk van de aanwezigheid en samenhang vanverschillende factoren op verschillende niveaus. Risicotaxatie blijft maat-werk!

Hoewel studies veelbelovend zijn over de kwaliteit van de gestructu-reerde professionele risico-taxatie instrumenten, is enige voorzichtigheidgeboden. Een eerste punt van kritiek is dat de toepassing door niet-kli-nisch geschoolde professionals niet zo eenvoudig blijkt te zijn als door deinstrumenten gepretendeerd wordt (Uzieblo & Groenen, 2011). Een vol-gend punt betreft de nog steeds soms eenzijdige focus op risicofactoren.De meeste instrumenten bevatten weinig beschermende factoren, teweinig dynamische factoren en zijn te weinig sensitief voor risico’s opkorte termijn (Webster et al., 2006).

3.3 Bestaande instrumenten

Ook voor risicotaxatie bij partnergeweld werden wereldwijd verschillendeinstrumenten ontwikkeld. De onderzoeksgroep APART1 maakte een ana-lyse van verschillende instrumenten op basis van hun psychometrischekwaliteiten, om na te gaan welke instrumenten het meest geschikt zijnvoor gebruik door professionals uit de drie domeinen politie, justitie enhulpverlening. Op basis van een literatuur review en focusgroepgesprek-ken met professionals werden zeven criteria opgesteld waaraan de instru-menten werden getoetst. Zeven vragen stonden centraal. Is een(gevalideerde) Nederlandstalige versie van het instrument beschikbaar?

1 Thomas More Hogeschool.

2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 8 Afl. 12 – juli 2015

02_Partnergeweld.fm Page 8 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 9: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

Welke instrumenten voorspellen het meest nauwkeurig toekomstig part-nergeweld? Komen verschillende beoordelaars bij afname in voldoendesterke mate tot dezelfde resultaten? Is klinische expertise van de beoorde-laar vereist? Kan de beoordeling van het risico op partnergeweld aan dehand van één bron van informatie worden beoordeeld? Is het instrumentkort (maximaal 15 items)? Werd het instrument ontwikkeld specifiek voorde inschatting van situaties van partnergeweld? Na evaluatie van ver-schillende instrumenten bleken de Ontario Domestic Assault Risk Asses-sment (ODARA) en de Brief Spousal Assault for Evaluation of Risk (B-SAFER) het best te voldoen aan de vooropgestelde criteria (Groenen &Matkoski, 2014).

De ODARA is een actuarieel instrument dat in Canada werd ontwikkeldom politiemensen toe te laten snelle beslissingen te nemen met betrek-king tot het risicoprofiel van de dader (Williams, 2012). Het voorspelt nietenkel het risico op partnergeweld (met een opvolgingsperiode tot vijfjaar), maar ook de ernst en de timing ervan (Farrell, 2011). De beoorde-ling van de ODARA gebeurt enkel op basis van dossiergegevens, er hoeftgeen interview plaats te vinden (Hilton et al., 2010). Opvallend aan deitems van de ODARA is dat er ook ruimte is voor het perspectief van hetslachtoffer en dat er aandacht is voor eventuele kindslachtoffers. Hetinstrument bestaat uit 13 items die betrekking hebben op 1) anteceden-ten van de pleger; 2) kenmerken van het meest recente delict; 3) de per-soonlijke omstandigheden van het slachtoffer (Timmermans et al., 2010).Voor elk item zijn duidelijke criteria uitgeschreven. Elk item moet met jaof nee worden beantwoord, wat overeenstemt met een respectievelijkescore van één of nul. De totale score is de som van de itemscores en ligttussen 0 en 13. Indien één of meerdere items niet kunnen worden beant-woord, heeft een aangepaste eindscoring plaats. De eindscore wordtomgezet in een risicocategorie.

De B-SAFER werd ontwikkeld als een verkorte versie van de Spousal AssaultRisk Assessment (SARA), met de bedoeling het instrument toegankelijk temaken voor niet-klinisch geschoolde professionals. Het instrumentbestaat uit 15 items die zijn opgedeeld in drie onderdelen: 1) risicofacto-ren van de dader met betrekking tot relationeel geweld; 2) psychosociaalfunctioneren van de dader; 3) kwetsbaarheid van het slachtoffer (Belfrage& Strand, 2012). De beoordelaar kan daarnaast zelf nog relevante casus-gebonden risicofactoren toevoegen. De B-SAFER is een gestructureerdprofessioneel risicotaxatie-instrument waarbij de beoordelaar eeninschatting maakt van het onmiddellijke risico op partnergeweld (binnentwee maanden) het lange termijn risico (meer dan twee maanden), enhet risico op zeer ernstig of fataal geweld. Iedere categorie wordtgescoord volgens de categorie laag, medium of hoog (Belfrage & Strand,2008).

Afl. 12 – juli 2015 2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 9

02_Partnergeweld.fm Page 9 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 10: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

3.4 RTI PG

In ons land worden enkele richtlijnen en sommige instrumenten toege-past door professionals in specifieke contexten. Zo is er bijvoorbeeld eenrichtlijn voor huisartsen beschikbaar (Vanhalewyn & Offermans, 2010).Politiediensten hanteren checklists en type-pv’s, maar de toepassingen enopvolgingen verschillen naargelang de politiezone en de specifiekedienst. Daarnaast is in het methodisch kader van het Steunpunt Alge-meen Welzijnswerk (2008) voor de aanpak van partnergeweld een richt-lijn voor risico-inschatting voor levensbedreigende situaties opgenomen.De Centra Algemeen Welzijnswerk (2014) werkten voorts een visienotauit betreffende de opvang van cliënten en hun kinderen die zich in eenhoog-risico situatie bevinden. Daarin is een instrument opgenomen voorhet inschatten van de veiligheid. Ook de ketengerichte multidisciplinairesamenwerkingsverbanden CO3 in Antwerpen, Korte Keten in Mechelenen LINK in Hasselt maken gebruik van een instrument voor het inschattenvan risicofactoren op verschillende levensdomeinen.

Tot nog toe bestaat in Vlaanderen echter geen sector-overschrijdend enwetenschappelijk gevalideerd instrument dat door professionals uit deverschillende domeinen gebruikt wordt. Een dergelijk instrument zou deuniformiteit en consistentie van risicotaxatie en risicomanagement kun-nen vergroten. Het niet-eenduidig communiceren en het gebruik van deverschillende tools werkt nog al te vaak vertragend op cruciale momen-ten. De onderzoeksgroep APART ontwikkelde op basis van wetenschap-pelijk onderzoek, de analyse van bestaande risicotaxatie-instrumenten eneen bevraging van professionals uit de sectoren hulpverlening, politie enjustitie het Risicotaxatie Instrument Partnergeweld (RTI PG). Het RTI PG isdus een realisatie voor én in samenwerking met het werkveld, een uniekeco-creatie. In situaties waarin zich geweld voordoet binnen een (ex-) kop-pel, kan het RTI PG de professional helpen inzicht te verwerven in de aan-wezige risico- en beschermende factoren. Het instrument brengt factorenin kaart op verschillende niveaus: het micro- niveau (individuele kenmer-ken van de partners), het meso-niveau (factoren die betrekking hebbenop de interactie tussen beiden en de aard van het geweld) en het macro-niveau (factoren betreffende het sociale en professionele netwerk). Hier-door wordt de context van het geweld zo veel mogelijk mee in kaartgebracht bij de beoordeling van de situatie. In tegenstelling tot andererisicotaxatie-instrumenten wordt bovendien voor beide partners eenbeoordeling van de aanwezige risicofactoren gemaakt. Hiermee komt hetinstrument tegemoet aan de nood om de wederkerigheid die speelt bijeen aantal zaken van partnergeweld mee in rekening te brengen. Daar-naast wordt in het instrument rekening gehouden met zowel risicofacto-ren als beschermende factoren. Het risico op (herhaald) geweld wordtimmers niet alleen door de draaglast bepaald, maar ook door de draag-kracht van individuen, koppels en gezinnen. Het is de balans tussen de

2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 10 Afl. 12 – juli 2015

02_Partnergeweld.fm Page 10 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 11: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

draaglast en de draagkracht, of tussen risico- en beschermende factoren,die een indicatie geeft van het risiconiveau (Bakker et al. 1998). Tot slotzijn het merendeel van de te beoordelen risicofactoren dynamische risi-cofactoren. Dit heeft als meerwaarde dat aanknopingspunten voor risico-management worden blootgelegd (Matkoski et al., 2015).

4. Risicomanagement

Risicotaxatie dient eerst en vooral als aanknopingspunt voor de ontwikke-ling van efficiënte interventies. Eens risico- en beschermende factoren inkaart gebracht zijn, wordt een risicobeoordeling opgemaakt. Op basisdaarvan kunnen maatregelen worden genomen om de risico’s te behe-ren.

4.1 Wat?

De laatste jaren wordt steeds meer aandacht besteed aan risicomanage-ment bij tal van misdrijven en veiligheidsfenomenen. Risicomanagementis het proces van preventie van geweld door het beïnvloeden van risico-en beschermende factoren, die spelen bij slachtoffer en dader. Bedoelingis deze factoren zodanig te gaan beheersen of veranderen zodat het niet(opnieuw) tot geweld komt. Tijdens deze fase worden strategieënbepaald en opgevolgd om de risico’s aan te pakken die in beeld kwamentijdens de risicotaxatie. De focus ligt op mogelijke veranderingsproces-sen. De risico-inschatting heeft onder meer tot doel om de meest ade-quate behandeling te identificeren, en om doelstellingen van interventieste bepalen en evalueren (Andrews & Bonta, 2006). Beslissingen over tenemen acties naar dader en/of slachtoffer toe, worden idealiter genomendoor middel van een multidisciplinaire samenwerking tussen professio-nals uit verschillende sectoren.

Bij risicomanagement komen beschermende factoren op de voorgrond.Beschermende, ook protectieve factoren genoemd, zijn kenmerken vaneen persoon of situatie die het risico op partnergeweld verminderen. Zekunnen de tegenpolen zijn van risicofactoren, maar dit is niet noodzake-lijk het geval. De aanwezigheid van beschermende factoren verklaartmede waarom bij blootstelling aan dezelfde of aan een aantal risicofacto-ren in de ene situatie of bij het ene gezin wel partnergeweld plaatsvindten bij het andere gezin niet. Hoewel het onderzoek naar beschermendefactoren minder vergevorderd is dan dat naar risicofactoren, spelen dezeeen belangrijke rol bij risicomanagement. Het is op deze beschermendefactoren dat men vanuit de hulpverlening vaak inzet om een koppel ofgezin sterker te maken. Men gaat na hoe risicofactoren verminderd kun-

Afl. 12 – juli 2015 2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 11

02_Partnergeweld.fm Page 11 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 12: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

nen worden, maar vooral ook op welke manier beschermende factorenversterkt kunnen worden, en de (reeds aanwezige) draagkracht vergrootkan worden.

Dynamische factoren, oftewel te beïnvloeden factoren, zijn goede aan-knopingspunten voor de ontwikkeling van interventies. Het dynamischekarakter van risico’s impliceert dat er op regelmatige tijdstippen eennieuwe risicotaxatie moet worden verricht, zoals bijvoorbeeld bij eenbelangrijke verandering in het leven van de betrokkene. Door middel vanregelmatige evaluaties kan de impact van de interventies op de geïdenti-ficeerde risico’s worden vastgesteld.

4.2 Vormen

Doorgaans wordt er bij risicomanagement gewerkt volgens vier verschil-lende strategieën: 1) monitoren van het risico; 2) behandelen van de ple-ger; 3) toezicht houden op de behandeling en de evolutie van de risico’s;4) veiligheidsplan ontwikkelen en opvolgen voor het slachtoffer (Kropp etal., 2013); Groenen & Matkoski, 2014).

Het doel van monitoring is de veranderingen van de risico’s doorheen detijd te evalueren zodat strategieën voor risicomanagement bijgestuurdworden waar nodig. Monitoring verwijst naar het observeren of surveille-ren van de betrokkenen. Het heeft slechts een beperkt indringend karak-ter. Monitoring strategieën kunnen betrekking hebben op face-to-face oftelefonisch contact met dader, slachtoffer, of andere relevante personenzoals familieleden, collega’s en/of professionals. Het kan ook gaan omelektronisch toezicht, huisbezoeken, drugtesten of inspectie van mail- oftelefoonverkeer (Kropp et al., 2013).

Behandeling is erop gericht het (psychosociaal) functioneren, de interper-soonlijke relaties, agressiebeheersing, of coping vaardigheden van indivi-duen of koppels te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld via individuele,koppel- of groepstherapie. Het kan ook gaan om medische begeleidingbij geestelijke gezondheidsproblemen, of het volgen van een verslavings-programma in geval van middelenmisbruik (Kropp et al., 2013).

Toezicht en controle leggen beperkingen op aan de bewegingsvrijheid, endus aan de rechten en vrijheden, van de dader. Vrijheidsberoving, ofonvrijwillige opname in een correctionele of medische voorziening, is demeest extreme vorm van toezicht. Andere vormen van toezicht kunnenhet individu beperkingen opleggen op vlak van activiteit (bv. verplichtingom een beroepsopleiding te volgen, of het verbod om alcohol of drugste gebruiken), beweging (bv. huisarrest, reis-, straat- of contactverbod),vereniging (bv. geen contact opnemen met bepaalde groepen personen)of communicatie. De opgelegde beperkingen moeten in verhouding zijn

2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 12 Afl. 12 – juli 2015

02_Partnergeweld.fm Page 12 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 13: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

tot het geïdentificeerde risico zodat de individuele rechten zo veel moge-lijk gevrijwaard worden (Kropp et al., 2013).

Tot slot kan men ook slachtoffers versterken via het opstellen van een vei-ligheidsplan. De veiligheid van het slachtoffer verhogen gebeurt ondermeer via maatregelen met betrekking tot de fysieke omgeving, namelijkde woonst, werkplaats en reisroutes van het slachtoffer. Zo kan de zicht-baarheid verhoogd worden door de installatie van lichten of videoca-mera’s. Toegang kan beperkt worden door het plaatsen van sloten ofalarmsystemen. Daarnaast kan ook het slachtoffer zelf versterkt wordenvia training op vlak van bewustzijn, coping vaardigheden, weerbaarheid,en zelfbescherming (Kropp et al., 2013).

Bij risicomanagement kan men dus verschillende strategieën hanterenom op risico’s in te werken. Ten eerste kan men het risico (tijdelijk) verwij-deren, bijvoorbeeld door uithuisplaatsing, arrestatie of hechtenis van dedader. Men kan het risico vermijden, door het slachtoffer op te vangen ineen vluchthuis of residentiële opvang. Risico’s kunnen verminderd wordenvia het opstellen van veiligheidsplannen, empoweren van slachtoffers,opleggen van strafrechtelijke voorwaarden, of doorverwijzen naar multi-disciplinair overleg (Richards, 2009).

Conclusie

Er is een enorme evolutie zichtbaar op het vlak van risicoscreening en risi-cotaxatie, met name in het domein van familiaal geweld. Voor hetinschatten van het risico op partnergeweld en het selecteren van een effi-ciënte behandelingsmethode zijn er tal van instrumenten in omloop. Devraag welk instrument tot de beste risico-inschatting leidt, is niet zo een-voudig te beantwoorden. Enkele richtlijnen kunnen het keuzeproces vooreen adequaat risicotaxatie-instrument ondersteunen. Ten eerste moet hetinstrument een goede inschatting kunnen maken van mogelijk toekom-stig partnergeweld op basis van onderzoek. Ten tweede bepaalt het doelvan de risicotaxatie de keuze voor een specifiek instrument. Als bijvoor-beeld het uitstippelen van de interventie het voornaamste doel is, opteertmen doorgaans voor een gestructureerd professioneel oordeel, waarbijde beoordelaar zelf een sterke inbreng heeft. Het RTI PG tracht de voor-delen van wetenschappelijk onderbouwde instrumenten en praktijkge-richte noden te integreren in een bruikbare en praktijkgerichte tool. Hetvoordeel is dat naast een scoring van risicofactoren, die aangetoond zijnuit onderzoek, er ook ruimte is om zelf factoren aan te brengen zoalsbeschermende factoren. Dit instrument is dan ook flexibel. Het is vooraleen meerwaarde dat het ruimte biedt aan een eigen inbreng van debeoordelaar. Zo kan op een integrale wijze worden gewerkt, waarbij

Afl. 12 – juli 2015 2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 13

02_Partnergeweld.fm Page 13 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 14: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

zowel de ervaring als kennis van de beoordelaar hun plaats krijgen naastwetenschappelijk gefundeerde risicofactoren. Onderzoek naar de effecti-viteit en efficiëntie van dit instrument in verschillende settings is aan tebevelen voor optimalisering en validering.

Wat in elk geval een voordeel is van risicotaxatie, is dat het de communi-catie tussen professionals van verschillende disciplines structureert en ver-eenvoudigt (Janssen, Wentzel & Vissers, 2012). Via het gebruik vaneenzelfde risicotaxatie-instrument door professionals uit verschillendesectoren, wordt een gemeenschappelijke taal gecreëerd en wordt unifor-miteit nagestreefd, een basisvoorwaarde voor een efficiënte risicotaxatiecommunicatie. Op die manier kunnen risicotaxatie-instrumenten onder-steuning bieden aan dossiervorming bij multidisciplinaire ketengerichtesamenwerkingsverbanden (Groenen & Matkoski, 2014). Tot slot kunnenrisicotaxatie-instrumenten een ethische meerwaarde opleveren. Immers,voor ieder dossier wordt dezelfde werkwijze toegepast. Een uniforme risi-cotaxatie leidt verder tot meer conformiteit en inzicht in risicofactoren.Dit dient eveneens het therapeutische belang in individuele dossiers.

Wel is het duidelijk dat de link tussen de uitkomst van de risicotaxatie enhet ontwikkelen van een gepaste interventie nog aandacht behoeft. Hui-dige behandelingen schieten vaak tekort, zoals blijkt uit de relatief hogerecidivecijfers (Uzieblo & Groenen, 2011). Er is nood aan een betereafstemming tussen het geïdentificeerde risico en de aanpak van risico-en/of beschermende factoren (Groenen & Matkoski, 2014).

Tot slot moeten we concluderen dat risicotaxatie instrumenten niet zalig-makend zijn. Ze bieden ondersteuning bij het inschatten van een welbe-paald risico op een bepaald moment in een bepaald dossier en leggen debasis voor een onderbouwd behandelplan. Niet meer, maar ook nietminder dan dat (Groenen, 2008).

Referenties

• ANDREWS D.A. & BONTA J. (2006). The level of service inventory-revi-sed (LSI-R). Toronto: Multi-Health Systems.

• BAKKER I., BAKKER C., VAN DIJKE A. & Terpstra L. (1998). O&O in per-spectief. Utrecht: NIZW.

• BELFRAGE H. & STRAND S. (2008). Structured spousal violence andrisk assessment: Combining risk factors and victim vulnerability factors,International Journal of Forensic Mental Health, 7(1), 39-46.

2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 14 Afl. 12 – juli 2015

02_Partnergeweld.fm Page 14 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 15: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

• BELFRAGE H. & STRAND S. (2012). Measuring the outcome of structu-red spousal violence risk assessments using the B-SAFER: Risk in rela-tion to recidivism and intervention, Behavioral Sciences and the Law,30(4), 420-430.

• BRONFENBRENNER U. (2009). The Ecology of Human development:Experiments by nature and design. Londen: Harvard University Press.

• Centra Algemeen Welzijn (CAW) (2014). Visienota: Het gedifferen-tieerde aanbod van beveiligde opvang. Berchem: CAW.

• DE DEKEN L., pas L., Hillemans K., Cornelis E. & Van Royen P. (2010).Detectie van partnergeweld: een aanbeveling voor de huisarts, Huis-arts Nu, 39(3), S57-S63.

• DE GROOF K. (2008). Aan de slag! Werken rond partnergeweld bin-nen het kader van een CAW. Berchem: Steunpunt Algemeen Welzijns-werk.

• EIGENBERG H.M., Kappeler V. & McGuffee K. (2012). Confronting thecomplexity of domestic violence: a social prescription for rethinkingpolice training, Journal of Police Crisis Negotiations, 12(2), 122-145.

• ELLSBERG M., JANSEN H.A., HEISE L., WATTS C.H. & GARCÍA-MORENO C. (2008). Intimate partner violence and women’s physicaland mental health in the WHO multi-country study on women’shealth and domestic violence: an observational study, The Lancet,371(9619), 1165-1172.

• European Union Agency for Fundamental Rights (FRA) (2014). Violenceagainst Women: An EU wide survey. Wenen: FRA.

• EVANS G.W., Li D. & WHIPPLE S.S. (2013). Cumulative risk and childdevelopment, Psychological Bulletin, 139(6), 1342-1396.

• FARRELL H.M. (2011). Batterers: A review of violence and risk asses-sment tools, Journal of American Academy of Psychiatry and the LawOnline, 39, 562-564.

• FELDMAN M.D. (2013). Screening for intimate partner violence: thetime is now, Journal of General Internal Medicine, 28(10), 1251-1252.

• GROENEN A. & MATKOSKI S. (2014). Partnergeweld: Screening & Risi-cotaxatie. Antwerpen/Apeldoorn: Maklu.

• GROENEN A. (2008). Nieuwe risicotaxatie-instrumenten: beloftevol,maar niet zonder risico, Psychologos, 4, 48-53.

Afl. 12 – juli 2015 2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 15

02_Partnergeweld.fm Page 15 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 16: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

• HILTON N.Z., HARRIS G.T., POPHAM S. & LANG C. (2010). Risk asses-sment among incarcerated male domestic violence offenders, CriminalJustice and Behaviour, 37(8), 815-832.

• JANSSEN H., WENTZEL W. & VISSERS B. (2012). Basisboek HuiselijkGeweld: Signaleren, melden, aanpakken. Bussum: Uitegverij Coutinho.

• KLEIN VELDERMAN M. & PANNEBAKKER F.D. (2008). Primaire preven-tie van kindermishandeling: bekende, gebaande en gewenste paden.TNO: Kwaliteit van Leven.

• KROPP P.R., BELFRAGE H. & HART S.D. (2013). Assessment of Risk ofHonour Based Violence (PATRIARCH): User manual. Sydney/Vancouver/Richmond: ProActive Solutions.

• LODEWIJKS H.P.B., DORELEIJERS T.A.H. & DE RUITER C. (2008). SavryRisk Assessment in Violent Dutch Adolescents: Relation to Sentencingand Recidivism, Criminal Justice and Behaviour, 35, 696-709.

• MACKENZIE M.J., KOTCH J.B. & LEE L.-C. (2011). Toward a cumula-tive ecological risk model for the etiology of child maltreatment, Child-ren and Youth Services Review, 33, 1638-1647.

• MATKOSKI S., GROENEN A. & VAN VOSSOLE A. (2015). RisicotaxatieInstrument Partnergeweld. Geel: Campinia Media.

• NELSON H.D., BOUGATSOS C. & BLAZINA I. (2012). Screeningwomen for intimate partner violence: a systematic review to updatethe U.S. preventive services task force recommendation, Annals ofInternal Medicine, 156(11), 796-808.

• PIETERS J., ITALIANO P., OFFERMANS A.-M. & HELLEMANS S. (2010).Ervaringen van Vrouwen en Mannen met Psychologisch, Fysiek en Sek-sueel Geweld. Brussel: Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Man-nen.

• RABIN R.F., JENNINGS J.M., CAMPBELL J.C. & BAIR-MERRITT M.H.(2009). Intimate partner violence screening tools: A systematic review,American Journal of Preventive Medicine, 36(5), 439-445.

• RICHARDS L. (2009). Domestic Abuse, Stalking and Harassment andHonour Based Violence (DASH 2009) Risk identification and Assessmentand Management Model. Available at http://www.dashriskcheck-list.co.uk/uploads/pdfs/DASH%202009.pdf, accessed on June 23th2015.

2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 16 Afl. 12 – juli 2015

02_Partnergeweld.fm Page 16 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 17: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

• ROELENS K., VERSTRAELEN H. & TEMMERMAN M. (2011). ‘Partnerge-weld en de visie van de gynaecoloog’, In A. Groenen, E. Jaspaert & G.Vervaeke (Eds.), Partnergeweld: als liefde een gevecht wordt. Leuven:Acco.

• TIMMERMANS M., KROES W. & HOMBURG G. (2010). Partiële kwali-teitsbepaling RiHG: eindrapport. Amsterdam: WODC.

• UZIEBLO K. & GROENEN A. (2011). ‘Risicotaxatie bij partnergeweld:Een stand van zaken’. In A. Groenen, E. Jaspaert & G. Vervaeke (Eds.),Partnergeweld: Als liefde een gevecht wordt. Leuven: Acco.

• VAN DER VEEN H.C.J. & BOGAERTS S. (2010). Huiselijk geweld inNederland: Overkoepelend syntheserapport van de vangst-hervangst-,slachtoffer- en daderonderzoek 2007-2010. Meppel: Boom JuridischeUitgevers.

• VANHALEWYN M. & OFFERMANS A.-M., D’HAUWE P., PAS L. &HILLEMANS K. (2010). Partnergeweld: Deontologisch en juridischkader. Aspecten met betrekking tot het medisch dossier en het certifi-caat. Brussel: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen enLeefmilieu.

• WALBY S. & ALLEN J. (2004). Domestic Violence, sexual assault and stal-king: findings from the British Crime Survey. London: Home Office.

• WALKER L.E. (1984). The battered woman syndrome. New York: Sprin-ger Publishing.

• WEBSTER C.D., NICHOLLS T.L., MARTIN M.L., DESMARAIS S. & BRINKJ. (2006). Short-term assessment of risk and treatability (START): Thecase for a new structured professional judgement scheme, BehavioralSciences and the Law, 24, 747-766.

• WEEWAUTERS M. & GROENEN A. (2011). ?Detectie en risicotaxatieinzake partnergeweld in België: Enkele aanbevelingen?, In H. Blow(Ed.), Handboek Familiaal Geweld, Brussel: Politeia.

• WILLIAMS K. (2012). Family violence risk assessment: A predicitvecross-validation study of the Revised Domestic Violence ScreeningInstrument (DVSI-R), Public Health Reports, 36(2), 120-129.

• World Health Organization (WHO (2013). Responding to intimate part-ner violence and sexual violence against women. WHO clinical and policyguidelines. Genève: WHO.

Afl. 12 – juli 2015 2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 17

02_Partnergeweld.fm Page 17 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM

Page 18: 1 Risicoscreening en risicotaxatie inzake partnergeweld in België en... · 2016. 10. 24. · 2010). Europese cijfers geven aan dat 43% van de vrouwen in Europa ooit slachtoffer werden

Handboek Familiaal geweld

• WYCKMANS D., GOEDEE J. & VAN SOMMEREN S. (2012). Vorm eenketen doorbreek de cirkel: Een stappenplan voor een succesvolle multidisci-plinaire aanpak van familiaal (huiselijk) geweld. Hasselt: Provincie Lim-burg.

2. Partnergeweld – Signalen – 1 / 18 Afl. 12 – juli 2015

02_Partnergeweld.fm Page 18 Tuesday, July 7, 2015 10:14 AM