1-2701121201-424%2001%20422%20huize%20voormeer%2012012
-
Upload
digitalepublicaties -
Category
Documents
-
view
212 -
download
0
description
Transcript of 1-2701121201-424%2001%20422%20huize%20voormeer%2012012
Kadastraal minuutplan 1811 - 1832 Topografische Militaire Kaart 1830 - 1850
Topografische Militaire Kaart 1850 - 1864Atlas Eekhoff 1849 - 1859
Type Park S/M
Adres Heideburen, Heerenveen
Architect huis -
Architect park vermoedelijk L.P. Roodbaard
Jaar omstreeks 1849
Opdrachtgever Marcus van Heloma
Uitvoering W. Krijns uit Joure (1833)
Betaling Fl. 104,50 aan de heer Roodbaard, 1849 (bron: R.M.R.)
Huidige eigenaar Van Heloma Stichting
Reconstructie 2001-2002 Bakker-Weenink
Tekening geen
Archief -
Literatuur - Aa, van der, A.J., Het aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden
- Elward, R., Karstkarel, P., Stinsen en states. Adellijk wonen in Friesland,
1990
- Mulder-Radetzky R.L.P, De tuinaanleg van Huize Voormeer, 2000
- Mulder-Radetzky R.L.P, “Tuin van rust en voornaamheid”
- Wielinga, R.J., Langs stinsen, states en andere voorname
woonhuizen in Friesland, 1979
Lijst van Afbeeldingen - Mulder-Radetzky R.L.P, “Tuin van rust en voornaamheid”, p 102, p 104,
p 106, p 107
HUIZE VOORMEER
Historie
De geschiedenis van Huize Voormeer gaat terug op de zeventiende eeuw. Door een ruil tussen de
heer Oenema en de heer van Sickinga kwam huize Voormeer in handen van Van Sickinga. Aan het
begin van de achttiende eeuw werd het huis verkocht aan koopman Johannes de Jong, vanwege
financiële redenen. De Jong liet het huis en de tuin aanpassen aan de vroeg achttiende-eeuwse
smaak. Uit het testament van diens weduwe ontstaat een beeld van een bijzondere aanleg met
diverse bouwwerken.
Halverwege de achttiende eeuw kwam het huis in handen van de familie van Heloma. Ook deze
familie paste huis en tuin aan de toen geldende smaakopvattingen aan. Ze lieten zelfs het huis
afbreken en vervangen door het tegenwoordige bekende huis
In de periode van 1830 tot 1885 werd het huis bewoond door Marcus van Heloma en zijn gezin.
Marcus van Heloma heeft de opdracht gegeven om de formele aanleg aan te passen aan de
landschapsstijl. Uit betalingen en kaartmateriaal komt een beeld naar voren van werkzaamheden
in verschillende fasen. Marcus van Heloma gaf in 1833 Wybren Krijns de opdracht om bomen,
heesters en bloemen te leveren. Of hiervoor een ontwerp was gemaakt, is onduidelijk. De naam
Roodbaard wordt in dit kader genoemd, maar hiervoor zijn (nog) geen bewijzen gevonden.
Het jaar 1849 vormt een nieuwe fase in de landschappelijke aanleg,. Marcus van Heloma breidde
toen zijn terrein uit met een oostelijk perceel. Het nieuw gevormde perceel vormde de aanleiding
voor de opdracht voor een nieuwe aanleg. Uit het archief is een betaling bekend van Fl. 104,50 aan
de heer Roodbaard. Het is om deze reden waarschijnlijk dat Roodbaard werkzaam is geweest bij
de aanleg. Aangezien er geen ontwerptekening bestaat en de opdracht aan het einde van het
leven van Roodbaard plaatsvond (bij de betaling was hij zelfs al overleden), is het de vraag hoe
groot de invloed van Roodbaard op het ontwerp is geweest. Bekend is dat Lambertus Vlaskamp na
de dood van Roodbaard diens werkzaamheden overnam.
Reconstructieplan, Bakker-Weenink, 2002
1750 1803 1833 1849
Interpretatie ontwerp
Helaas is er geen ontwerptekening bewaard gebleven. Met behulp van historisch beeld- en
kaartmateriaal kan enigszins een beeld van het ontwerp gevormd worden. Het kadastraal
minuutplan van 1832 toont een min of rechthoekig perceel, dat gedeeltelijk begrensd wordt door
water. In het perceel zien we twee waterpartijen, een ronde en een kronkelige vijver. De ronde vijver
is een overblijfsel uit de formele aanleg, en ligt in het verlengde van het huis. Bij deze vijver was een
theekoepel geplaatst. Deze theekoepel stond op een verhoging, waardoor er een fraai zicht was
over de vijver, in de richting van het huis. De andere vijverpartij is voor 1832 gegraven in een vroeg
landschappelijke stijl. Wanneer en door wie hieraan gewerkt is, is onbekend.
In de periode rond 1849 werden de twee vijverpartijen tot een vergraven. Deze waterpartij kreeg een
langgerekte kronkelige vorm, met twee bolvormige uiteinden. Het middendeel bestaat uit een lang,
smalle waterloop, waarover een brug werd aangelegd. Dat de ook hier wordt gecombineerd met
reliëfgebruik, zien we onder meer terug in deze brug. Net als bij Ropta State heeft ook deze brug een
ongelijk verloop. Dit hoogteverschil is echter niet zo extreem als bij Ropta State.
De omgeving rond de waterpartij kreeg een open groen karakter, afgewisseld met wat aangeplante
solitaire bomen. Daarnaast treffen we ovale en rondvormige perken aan.