03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

64
Toegang tot respijtzorg Eindrapportage tijdelijke opvang ter ondersteuning van mantelzorgers in Overijssel Stuurgroep Stichting Overijssel Logeervoorzieningen

description

Eindrapportage tijdelijke opvang ter ondersteuning van mantelzorgers in Overijssel Overijssel Logeervoorzieningen Stuurgroep Stichting

Transcript of 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

Page 1: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

Toegang tot respijtzorgEindrapportage tijdelijke opvang ter ondersteuning van mantelzorgers in Overijssel

Stuurgroep Stichting

OverijsselLogeervoorzieningen

Page 2: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

Rapportage Logeergids.nlRapportage van de Stichting Stuurgroep Logeervoorzieningen Overijssel (St. SLO)In opdracht van de Provincie Overijssel

Borne, maart 2010

ISBN 978-90-76925-39-4

Bestuur St. SLOMevrouw H.J. Nap-Borger, voorzitterMevrouw E. Oonk, secretarisDe heer J. Dijkstra, penningmeesterMevrouw G.M.J. de Groot-MeuwissenDe heer B. Boonk

UitvoeringMevrouw N. HuismanVrijwilligerscentrale Zwolle, Steunpunt Informele ZorgMevrouw M. Moulijn, SVWO/Arcon

RedactieM. Moulijn en M. Schulp, SVWO/Arcon

VormgevingLaurien STAM grafisch ontwerp

Colofon

Page 3: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

3

Beste lezer,

In opdracht van de provincie hebben het Platform Mantelzorg Overijssel (PMO) en Mezzo, de landelijke belangenorganisatie voor mantelzorgers, verkennende studies verricht. Hieruit bleek dat er in Overijssel behoefte was aan meer opvangvoorzieningen ter ondersteuning van mantelzorgers en aan meer infor-matie over deze opvangvoorzieningen.

In 2006 hebben Provinciale Staten van Overijssel de motie Weegenaar-Bosch aangenomen. Hierin wordt 500.000 euro beschikbaar gesteld voor het opzetten van logeer- of respijtvoorzieningen. Deze voorzie-ningen zijn bedoeld ter ondersteuning van mantelzorgers. Mensen die zorg nodig hebben en die krijgen via mantelzorg kunnen tijdelijk bij deze voorzieningen terecht om hun mantelzorgers te ontlasten.

Voor de uitvoering van bovengenoemde motie werd in 2007 de Stichting Stuurgroep Logeervoorzie-ningen Overijssel (St. SLO) opgericht. De stuurgroep bestaat uit maatschappelijk en politiek betrokken bestuurders die zich vrijwillig en van harte inzetten voor de belangen van de mantelzorgers. De stichting wordt bijgestaan door medewerkers van SVWO/Arcon, het provinciale adviesorgaan op het terrein van zorg en welzijn. Daarnaast wordt de stichting geadviseerd door een medewerker van de Vrijwilligerscentrale Zwolle onderdeel Steunpunt Informele Zorg en door een medewerker van PMO.

Van de provincie Overijssel heeft de stuurgroep een aantal opdrachten meegekregen die zijn gericht op het verbeteren van respijtzorg in Overijssel. Hiervoor is een provinciaal budget van € 400.000,– beschikbaar gesteld. De opdrachten zijn:• Het inventariseren van het aanbod aan logeervoorzieningen in Overijssel en de publicatie hiervan op een website en/of in een logeergids;• Het formuleren van kwaliteitscriteria waaraan logeervoorzieningen moeten voldoen;• Het opwaarderen van één of meer bestaande logeervoorzieningen;• Het realiseren van heldere procedures rond de toegang tot logeervoorzieningen in de provincie Overijssel.

Deze rapportage geeft weer op welke manier de stichting voldaan heeft aan deze opdrachten. In de aanbevelingen staat vermeld hoe volgens onze stichting de toegang tot opvangvoorzieningen in Overijssel verder verbeterd kan worden.

De Stichting Stuurgroep Logeervoorzieningen Overijssel,Mevrouw H.J. Nap-Borger

Voorwoord

Page 4: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

4

Conclusies en aanbevelingen 5

1. De Logeergids.nl 9 1.1 Kenmerken van de opvang 9 1.2 Kenmerken van de logeergids 9 1.3 Provinciaal respijtaanbod 10 1.4 Bekendheid logeergids 10 1.3 Toekomst logeergids 12

2. Pilot Logeeropvang 13 2.1 Inleiding 13 2.2. De werving van mantelzorgers 15 2.3. Conclusies 16

3. Kwaliteitscriteria voor logeeropvang 19 3.1 Basisvoorwarden logeeropvang 19 3.2 Criteria voor ideale situatie opgesteld vanuit matelzorgperspektief 20

4. Opgewaardeerde voorzieningen 21 4.1 Vergoedingsmogelijkheden 21 4.2 Beoordelingsprocedure 21 4.3 Opgewaardeerde locaties 22

Bijlagen 25

Inhoud

Page 5: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

5

Algemeen

De stuurgroep heeft van de provincie Overijssel een aantal opdrachten gekregen met als doel de tijdelijke opvang ter ondersteuning van mantelzorgers in Overijssel te verbeteren. Gedurende het project bleek dat veel mantelzorgers en verwijzende professionals, zoals medewerkers van Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), zorg-kantoren en zorgloketten, onbekend zijn met het begrip respijtzorg. Als de term al bekend was, heerste er vaak spraakverwarring. In dit project wordt uitgegaan van de volgende definitie van respijtzorg: de tijdelijke overname van zorg zodat de mantelzorger tijd voor zichzelf heeft. Met andere woorden: niet de mantelzorger, maar de verzorgde gaat tijdelijk uit logeren.

Tijdens de uitvoering bleek dat men vaak niet op de hoogte is dat respijtzorg zowel uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) als uit de Wet op de Maat-schappelijke Ondersteuning (WMO) kan worden bekostigd. In de AWBZ staan de zorgbehoeften van de verzorgde centraal. In de WMO kunnen gemeenten respijt-zorg aanbieden aan mantelzorgers in het kader van mantelzorgondersteuning (prestatieveld 4). Niet alle gemeenten kennen deze mogelijkheid en slechts weinig gemeenten trekken hiervoor financiële middelen uit.

Tot slot viel op dat de kwaliteitsverschillen tussen de steunpunten mantelzorg groot zijn. Mantelzorgsteunpunten zijn vaak de eerste opstap naar respijtzorg. Wanneer zij mantelzorgers onvoldoende ondersteunen heeft dit direct gevolgen voor de mate waarin mantelzorgers gebruikmaken van respijtzorg. Hoewel de kwaliteit van een steunpunt in eerste instantie een gemeentelijke verantwoordelijkheid is, wordt van-uit dit project een centrale provinciale aansturing van de mantelzorgsteunpunten aanbevolen. Dit kan (boven)regionale samenwerking en het delen van expertise bevorderen.

Hieronder geeft deze samenvatting weer hoe aan elke afzonderlijke deelopdracht voldaan is en welke aanbevelingen de stuurgroep heeft. In de hoofdstukken 1 tot en met 4 worden de deelprojecten uitgewerkt.

Samenvattende algemene aanbevelingen:

Vergroot de bekendheid van de respijtzorgmogelijkheden. Dat kan met een pr-campag-ne over respijtzorg. Als voorbeeld is in Noord-Holland de Week van de Respijtzorg georganiseerd (www.weekvanderespijtzorg.nl). Deze campagne was gericht op zowel mantelzorgers als op verwijzers, zoals huisart-sen en medewerkers van WMO-loketten en thuiszorg-organisaties.

Informeer gemeenten over goede voorbeelden van respijtzorgverstrekking aan mantelzorgers in het kader van de WMO.

Investeer in respijtopvang door gemeenten.

Stuur mantelzorgsteunpun-ten centraal aan als het gaat om samenwerking en exper-tiseopbouw.

Conclusies en aanbevelingen

Page 6: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

6

Deelproject 1. De Logeergids.nl

OpdrachtHet inventariseren van de logeervoorzieningen in Overijssel en de publicatie van de resultaten in devorm van een website en/of logeergids.

ResultaatUit de inventarisatie blijkt dat er 141 logeervoorzieningen in Overijssel zijn. De logeervoorzieningen zijn, met voor mantelzorgers relevante kenmerken, gepubliceerd op een website (www.logeergids.nl) en in een brochure (de logeergids). Voor meer informatie, zie hoofdstuk 1 op pagina 9.

Aanbevelingen• De gegevens van de logeergids moeten regelmatig bij-

gehouden worden, wil men een actueel overzicht kun-nen bieden. Het aanbod wijzigt namelijk regelmatig doordat nieuwe logeervoorzieningen worden opge-richt en andere voorzieningen verdwijnen, verhuizen of hun aanbod wijzigen. Er zijn gemeenten die deze taak voor hun rekening nemen, maar niet alle gemeenten zijn hiertoe bereid. Bovendien is (boven)regionale samenwerking noodzakelijk omdat veel mantelzorgers afhankelijk zijn van een logeervoorziening buiten de gemeentegrens. Om een provinciaal dekkend actueel respijtzorgaanbod op de website te garanderen is provinciale subsidie in deze gewenst, naast eventuele gemeentelijke bijdragen.

• Toets de logeervoorzieningen in de gids aan de kwaliteitscriteria (zie deelproject 3) en vermeld in de gids welke voorzieningen aan de criteria voldoen.

• Uit een wittevlekkenanalyse (zie bijlage 1.1) blijkt dat het Overijsselse logeeraanbod een aantal doelgroepen onvoldoende bedient. Een provinciale impuls om doel-groepuitbreiding mogelijk te maken is gewenst (zie ook deelproject 4).

• De bekendheid van de opvangvoorzieningen moet verder vergroot worden. Dit is te realiseren via respijt-zorgbijeenkomsten voor mantelzorgers en open dagen bij opvangvoorzieningen. Daarnaast is informatiever-strekking over respijtzorg aan gemeenten (aan zowel de beleidsmedewerkers als de loketmedewerkers) gewenst.

Deelproject 2. Pilot logeeropvang

OpdrachtHet realiseren van heldere procedures rond de toegang tot logeervoorzieningen in de provincie Overijssel.

ResultaatTussen 1 januari 2008 en 1 februari 2009 hebben 10 mantelzorgers meegedaan met een pilot. Door gebruik te maken van logeeropvang brachten zij drempels en knelpunten aan het licht die de toegang tot logeervoor-zieningen hinderen. De bevindingen zijn besproken met WMO-loketten, CIZ en de Overijsselse zorgkantoren. Samen met hen is bekeken hoe de informatievoorziening verbeterd en de aanvraagprocedure vereenvoudigd kan worden. Daarnaast zijn de bevindingen besproken met verschillende zorgaanbieders en de mantelzorgsteunpun-ten. Hierdoor kunnen zij mantelzorgers voortaan beter ondersteunen en worden knelpunten voorkomen. Zie voor meer informatie hoofdstuk 2, pagina 13.

AanbevelingenDe aanbevelingen worden uitgesplitst naar de verschil-lende organisaties die bij respijtzorg betrokken zijn.

Aanbevelingen aan het CIZ• De huidige procedure voor indicatiestelling via CIZ

werkt belemmerend met als gevolg dat mantelzorgers onvoldoende gebruimaken van respijtzorg.

• Zorg voor juiste telefoonnummers en webadressen op de website van het CIZ en in telefoongesprekken. Corrigeer bijvoorbeeld het onjuiste telefoonnummer

en webadres van zorgkantoor Menzis;• Verstrek informatie over de mogelijkheden van een indicatie en hoe hiervan gebruikgemaakt kan worden. Verwijs bijvoorbeeld naar de opvangmogelijkheden in

Overijssel die op www.logeergids.nl vermeld staan;• Geef in de bruto-indicatiestelling duidelijk weer wat

een zorgvrager nodig heeft, zonder rekening te houden met de inzet van de mantelzorger. Hierop kan worden teruggevallen wanneer de mantelzorger onverhoopt uitvalt. Houd bij de netto-indicatiestelling rekening met de belasting van een mantelzorger en indiceer zodanig dat de mantelzorger af en toe de zorgtaken uit handen kan geven.

Page 7: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

7

Aanbevelingen aan de zorgkantoren• Verstrek duidelijke en juiste informatie op de website

en in telefoongesprekken. Wees bijvoorbeeld duidelijk over de vergoeding van kosten die gemaakt worden bij een zorghotel of zorgboerderij in het geval van een persoonsgebonden budget;

• Neem in de productieafspraken met zorgaanbieders op dat het mogelijk moet zijn om een tijdelijke verblijfsplaats te reserveren;• Verstrek informatie over de mogelijkheden van een

indicatie en hoe hiervan gebruik gemaakt kan worden. Verwijs bijvoorbeeld naar de opvangmogelijkheden in Overijssel die op www.logeergids.nl vermeld staan;

• Vereenvoudig de administratieve procedures rondom het PGB;

• Bied ook de mogelijkheid aan om mantelzorger en verzorgde samen te laten verblijven in een logeervoor- ziening, waarbij de mantelzorger de zorgtaken volledig overdraagt tijdens het verblijf.• Verwijzers moeten overbelaste mantelzorgers wijzen

op de mogelijkheid in aanmerking te komen voor een ontspannend respijtarrangement (georganiseerd door Mezzo of steunpunten mantelzorg).

Aanbevelingen aan gemeenten en mantelzorgsteunpunten• Investeer in de functie die consulenten kunnen hebben

bij het kiezen van respijtzorg en in de ondersteuning bij de administratieve procedures. Consulenten hebben hierover meer informatie nodig. Sommigen kunnen een training gebruiken zodat ze beter zijn toegerust om aanvragen bij CIZ te doen en navraag bij het zorg-kantoor. Kortom: investeer in de deskundigheidsbevor-dering van de consulenten op voornoemde aandachts-gebieden;

• Verbeter de pr en de voorlichting over respijtzorg;• Licht de medewerkers van het zorgloket in over de

respijtmogelijkheden voor mantelzorgers;• Regel indien gewenst praktische zaken voor mantelzor-

gers, zoals vervoer van en naar een respijtvoorziening;• Verstrek ruimhartige mantelzorgondersteuning, bied

bijvoorbeeld arrangementen aan zwaarbelaste man-telzorgers zodat zij tijdens het respijt afleiding hebben en leren ontspannen.

• Verwijzers moeten overbelaste mantelzorgers wijzen op de mogelijkheid in aanmerking te komen voor een ontspannend respijtarrangement (georganiseerd door Mezzo of steunpunten mantelzorg).

Aanbevelingen aan de provincie Overijssel• Verbeter de pr en voorlichting over respijtzorg;• Stimuleer initiatieven die leiden tot een provinciaal dekkend respijtzorgaanbod dat voldoet aan wensen van mantelzorgers en dat alle doelgroepen bedient;• Investeer op provinciaal niveau in de deskundigheid van de consulenten en centrale ondersteuning van de steunpunten mantelzorg.

Aanbevelingen aan respijtzorgaanbieder• Bied een reserveringsmogelijkheid aan en flexibele

opvangmomenten;• Bouw samen met mantelzorgers aan vertrouwen in

uw organisatie. Organiseer bijvoorbeeld open dagen, bied de gelegenheid voor kennismakingsgesprekken, zorg voor goede overdrachtsmomenten en neem afspraken van thuis over (bijvoorbeeld eetvoorschriften en bedtijden);

• Maak afspraken met zorgkantoren zodat gasten zorg in natura kunnen ontvangen;

• Bied een mantelzorger de mogelijkheid om samen met degene die zorg nodig heeft bij u te verblijven;• Organiseer activiteiten voor uw gasten en zorg dat

gasten gezelschap hebben.

Page 8: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

8

Deelproject 3. Kwaliteitscriteria

OpdrachtHet formuleren van kwaliteitscriteria waaraan logeervoorzieningen moeten voldoen.

ResultaatEr zijn kwaliteitscriteria geformuleerd, onderverdeeld in minimale criteria (basiscriteria) en criteria die leiden tot een uit het oogpunt van mantelzorgers ideale logeeropvang. De criteria zijn bekendgemaakt bij alle logeervoorzieningen in Overijssel en gebruikt bij deel-project 4. Voor meer informatie zie hoofdstuk 3, pagina 19.

Aanbevelingen• Het is gewenst dat alle logeervoorzieningen minimaal

aan de basiscriteria voldoen. Momenteel zijn de kwali-teitsverschillen tussen logeeraanbieders te groot. Een kwaliteitssysteem, bijvoorbeeld opgezet met de Verenigde Zorgboeren (kwaliteitswaarborg) of het kwaliteitsinstituut Stichting Harmonisatie Kwaliteits-beoordeling in de Zorgsector (HKZ) kan hier een op-lossing zijn;

• De in de logeergids (zie deelproject 1) opgenomen voorzieningen zouden minimaal moeten voldoen aan de basiscriteria;

• Gemeenten zouden in hun vergunningenbeleid moeten opnemen dat logeervoorzieningen minimaal aan de basiscriteria moeten voldoen voordat ze mogen starten.

Deelproject 4. Opwaardering logeeraanbod

OpdrachtHet opwaarderen van één of meer bestaande logeervoorzieningen.

ResultaatEr zijn 7 logeervoorzieningen opgewaardeerd. De vraag om een financiële bijdrage in geval van opwaardering van de accommodatie bleef achter bij de verwachtingen van de stuurgroep. Voor sommige zorgaanbieders bleek de op te brengen eigen bijdrage voor het effectueren van het project een obstakel te zijn, dit mede als gevolg van de huidige economische situatie.Voor meer informatie zie hoofdstuk 4, pagina 31.

Aanbevelingen• Het is nodig nog meer logeervoorzieningen op te

waarderen, mede gelet op de kwaliteitsverschillen tussen logeeraanbieders (zie deelproject 3). Impuls-subsidies van overheidswege blijven daarom gewenst.

Verborgen Kracht

Page 9: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

9

Uit onderzoek van het Expertisecentrum Mantelzorg blijkt dat mantelzorgers het moeilijk vinden om de zorg uit handen te geven en gebruik te maken van respijtzorg. Bovendien vinden zij het lastig om een respijtzorgadres te vinden dat voldoet aan hun wen-sen. Daarom heeft de St. SLO allereerst alle voorzienin-gen in kaart gebracht die meerdaagse respijtopvang buitenshuis (logeeropvang) bieden in Overijssel. Daarnaast is bekeken over welke kenmerken van de opvang mantelzorgers informatie wensen om een beslissing te kunnen maken of zij hun verzorgde willen achterlaten bij de betreffende opvang.

In dit hoofdstuk worden deze kenmerken behandeld. Vervolgens wordt ingegaan op de kenmerken van de logeergids en wordt het opvangaanbod in Overijssel geanalyseerd. Tot slot wordt beschreven hoe de logeer-gids bekend is gemaakt en de bekendheid ervan.

1.1. Kenmerken van de opvang

Uit een inventarisatie onder mantelzorgers, mantelzorg-consulenten en op basis van de kennis van het Platform Mantelzorg Overijssel blijken de volgende kenmerken van belang te zijn: • de wijze van aanmelding bij de opvang, de mogelijk- heid om te reserveren, de annuleringsmogelijkheden en de kennismakingsmogelijkheden• het zorgaanbod en met name de professionaliteit• de verschillende faciliteiten en activiteiten• de locatie en het type opvang • overige zaken, zoals een vervoersregeling en het toestaan van huisdieren

1.2 Kenmerken van de logeergids

De kenmerken van de opvang zijn met behulp van een vragenlijst geïnventariseerd bij de logeervoorzieningen. Aan de hand van symbolen is de informatie weergegeven in de gids. Om mantelzorgers over te halen om gebruik te maken van een logeervoorziening is gekozen voor een recreatieve uitstraling, gericht op de mantelzorger en de verzorgde.

1. De Logeergids.nl

opgave is noodzakelijk

Roomserviceis mogelijk

winkel aanwezig

speelvoorzienin-gen aanwezig

internetaansluitingaanwezig

1 Persoonskameraanwezig

Bereikbaarheidper trein

Toegankelijk voorrolstoelen

voorbeelden van gebruikte symbolen

Page 10: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

10

1.3 Provinciaal respijtaanbod

Op de website www.logeergids.nl worden 141 logeervoorzieningen vermeld (stand 01-11-2009). Het Overijssels aanbod bestaat uit • 82 zorggerelateerde instellingen (zoals verzorgings- en verpleeghuizen)• 32 logeerhuizen• 19 zorgboerderijen• 5 kleinschalige woonvormen met een logeerkamer • 3 zorghotels

Uit een wittevlekkenanalyse (zie bijlage 1.1) blijkt dat het Overijsselse logeeraanbod een aantal doelgroepen weinig bedient, te weten:• opvang van meervoudig beperkten• opvang voor zwaar dementerende ouderen• opvang voor kinderen en jongeren met een psychische of psychiatrische aandoening (zoals een autistische stoornis) in combinatie met een laag IQ• opvang voor mensen met een zware verstandelijke beperking• opvang voor jongeren boven de 16 jaar

Daarnaast valt op dat opvang voor volwassenen en ouderen buiten een zorggerelateerde instelling beperkt is en dat het aantal locaties in de regio IJsselland (Zwolle en omgeving) ook gering is.

1.4 Bekendheid van de logeergids

De website en brochure zijn op 22 mei 2008 gepresenteerd in het Provinciehuis door de gedeputeerde Ranter en de voorzitter van de stuurgroep, mevrouw H.J. Nap-Borger, in aanwezigheid van politici, bestuurders en professionals die te maken hebben met mantelzorgers. Om de website en brochure verder bekend te maken onder de doelgroep zijn logeergidsen verspreid onderverwijzers, zoals mantelzorgsteunpunten, gemeentelijke zorgloketten, PMO en MEE. Daarnaast zijn er folders over de logeergids verspreid onder huisartsen, bibliotheken en vele andere instellin-gen en organisaties. Tot slot zijn logeergidsen uitgedeeld tijdens bijeenkomsten voor mantelzorgers over respijt-zorg, georganiseerd door mantelzorgsteunpunten.

In maart 2009 zijn er vragenlijsten verstuurd naar alle gemeentelijke zorgloketten, wethouders die belast zijn met de WMO en WMO-cliëntenraden met de vraag in hoeverre de logeergids bekend is, gebruikt wordt en wat eventueel verbeterd zou kunnen worden. Hieruit bleek dat de logeergids bekend was in 9 gemeen-ten, maar zelden gebruikt werd. Men verwijst mantel-zorgers liever door naar het steunpunt mantelzorg en er wordt weinig gewezen op respijtmogelijkheden. In 7 gemeenten werd aangegeven dat de logeergids niet bekend was. Voor meer resultaten zie bijlage 1.2.

Steenwijkerland

Staphorst

ZwarteWaterland

Dalfsen

Hardenberg

OmmenZwolle

Raalte

Kampen

Hellendoorn

Twenterand

TubbergenDinkelland

LosserOlst/Wijhe

Deventer

AlmeloWierden

Oldenzaal

Hengelo

Borne

Hof van Twente

Rijssen/Holten

Enschede

Haaksbergen

Page 11: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

11

Bezoek websiteDe website is vanaf de lancering in mei 2008 gemiddeld tussen de 16 en 30 keer per dag bekeken. In tabel 1.1 is te zien dat meer dan een jaar na de lancering van de website sprake is van een constant bezoekersaantal.

Tabel 1.1 Samenvatting aantal bezoeken dagelijks/per maand www.logeergids.nl

Maand Dagelijks gemiddelde Totalen per maand

Bezoeken Pagina’s Hits Bezoeken Pagina’s Hits

Dec 2009 24 77 374 754 2411 11620

Nov 2009 26 112 468 809 3379 14050

Okt 2009 29 112 543 912 3496 16859

Sep 2009 25 107 470 777 3220 14116

Aug 2009 23 77 364 740 2404 11314

Jul 2009 27 111 380 854 3441 11792

Jun 2009 22 87 372 682 2624 11179

Mei 2009 18 67 325 564 2106 10093

Apr 2009 16 86 400 495 2582 12028

Mrt 2009 23 120 558 720 3722 17303

Feb 2009 24 118 595 696 3320 16667

Jan 2009 21 117 497 652 3628 15422

Dec 2008 16 52 235 512 1619 7298

Nov 2008 19 102 416 576 3077 12509

Okt 2008 20 85 428 633 2664 13274

Sep 2008 16 98 485 509 2949 14555

Aug 2008 19 104 407 589 3243 12645

Jul 2008 22 96 356 700 2985 11046

Jun 2008 30 200 791 912 6029 23742

Mei 2008 23 370 1446 651 10383 40500

Page 12: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

12

1.5 Toekomst logeergids

Inmiddels wordt tegemoet gekomen aan de wens van mantelzorgers en consulenten om het gehele respijt-aanbod in Overijssel in kaart te brengen op een nieuwe website: www.respijt.nl. Door koppeling van de databases worden de logeergids en respijt.nl tegelijkertijd bijgehouden. Inmiddels hebben andere provincies kenbaar gemaakt dat zij zich willen aansluiten bij dit initiatief.

Page 13: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

13

In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de pilot logeeropvang. Eerst wordt de achtergrond ge-schetst waarom een pilot rondom respijtzorg nodig is. Tevens wordt ingegaan op de probleemstelling en de opzet van de pilot. Daarna wordt uiteengezet hoe de mantelzorgers zijn geworven en welke reacties dit opriep. Voorts wordt ingegaan op de knelpunten die mantelzorgers in Overijssel ervaren wanneer zij gebruik-maken van logeeropvang en welke effecten de logeer-opvang volgens de mantelzorgers op hen heeft gehad. In de bijlagen zijn ondermeer de ervaringen te vinden van de mantelzorgers die hebben meegedaan aan de pilot, de verslagen van gesprekken met de Zwieseborg (over de evaluatie van de pilot), met het CIZ en de Overijsselse zorgkantoren (over de bevindingen van de pilot).

2. Pilot Logeeropvang

1 SCP, Mantelzorg. Een overzicht van de steun van en aan mantelzorgers in 2007, 2009.2 SCP, Mantelzorg over de hulp van en aan mantelzorgers, 2003.3 SCP, Mantelzorg. Een overzicht van de steun van en aan mantelzorgers in 2007, 2009.4 SCP, Mantelzorg over de hulp van en aan mantelzorgers, 2003.5 H. Bakker en M. Moree , Wie vervangt de mantelzorger? Professionele vormen van oppas thuis, 2003; M. Morée en G. Visser, Respijtzorg Uit en Thuis, 2004.6 VWS, notitie De mantelzorger in beeld, 2005.7 VWS, brief aan de Tweede Kamer, betreffende Mantelzorg en vrijwillige inzet d.d. 2-11-2006. Maatergelen zijn onder meer: expliciet rekening houden met de belastbaarheid van de mantelzorger in de indicatiestelling en een budgetverhoging voor mantelzorgondersteuning.8 H. Bakker en M. Moree, Wie vervangt de mantelzorger? Professionele vormen van oppas thuis, 2003; M. Morée en G. Visser, Respijtzorg Uit en Thuis, 2004.9 Expertisecentrum Mantelzorg, Ruimte voor respijt, 2009.

2.1 Inleiding

Mantelzorgers en overbelasting Er zijn naar schatting 3,5 miljoen mantelzorgers in Nederland1. Ongeveer 83% van de mantelzorgers heeft tijdsproblemen door de zorgtaken2, 17% geeft aan zwaar belast of overbelast te zijn door hun zorgtaken en 15% ervaart een achteruitgang van de eigen gezondheid3. Bij de belaste mantelzorgers blijkt ziekte en/of over-spannenheid veelvuldig voor te komen (40%), evenals conflicten thuis of op het werk (34%)4. De kans is groot dat deze mantelzorgers uiteindelijk uitvallen en zelf zorg nodig hebben. Verzorgden worden in dat geval meestal permanent intramuraal opgenomen5.

Het ministerie van VWS stelt vast dat zware belasting en overbelasting worden veroorzaakt door het ontbreken van het “verbindingsschakeltje tussen het verlichten van taken (ondersteuning, ontspanning etc.) en het belast worden”6. Ondanks preventieve maatregelen om de belasting van mantelzorgers te beperken7 blijkt dat veel mantelzorgers te laat aangeven dat het hen teveel wordt2 . Een tijdelijke adempauze voor mantelzorgers waarbij zorgtaken worden overgenomen is dan ook geen luxe, maar voor veel mantelzorgers van vitaal belang om hun zorgtaken te kunnen volhouden9.

Zorgboerderij de Zwieseborg

Page 14: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

Er zijn verschillende ondersteuningsvormen die tot doel hebben mantelzorgers te ontlasten10. Ondersteuning waarbij de zorgtaken worden overgenomen wordt res-pijtzorg genoemd11. Uit een studie van Expertisecentrum Mantelzorg blijkt dat 11% van de mantelzorgers aangeeft behoefte te hebben aan respijt, dat wil zeggen wat tijd voor zichzelf12. Een voorbeeld van respijtzorg is de logeer-opvang13. In een logeeropvang kan een zorgbehoevende tijdelijk worden ondergebracht, waarbij de zorg voor enkele dagen of weken volledig wordt overgenomenvan de mantelzorger.

Drempels bij het gebruik van respijtzorg Hoewel uit de verkennende studies van PMO en Mezzo (zie voorwoord) blijkt dat mantelzorgers in Overijssel behoefte hebben aan respijtzorg, wordt hiervan weinig gebruik gemaakt. Eenzelfde conclusie trekt het Expertise-centrum Mantelzorg. Zo heeft één op de tien mantelzor-gers (90%) behoefte aan een oppas. Maar slechts 9% van degenen die dit aangeven maakt daadwerkelijk gebruik van deze ondersteuningsvorm14. Hoe komt dit?

Uit studies komen verschillende redenen naar voren voor het niet-gebruik van ondersteuningsvormen door mantelzorgers. Ten eerste kennen veel mantelzorgers de verschillende ondersteuningsvormen niet. Respijtzorg is bijvoorbeeld een relatief onbekend fenomeen, in het bijzonder de logeeropvangmogelijkheden zijn onbekend. Ook denken veel mantelzorgers dat zij niet in aanmer-king komen voor een voorziening. Ten derde zien zij op tegen de administratieve rompslomp die een aanvraag voor een voorziening mogelijk met zich meebrengt15.

Bovendien is de mantelzorger afhankelijk van de mede-werking van degene die zorg nodig heeft want hij of zij moet de aanvraag doen, niet de mantelzorger. Ten vierde vinden mantelzorgers dat voorzieningen niet aansluiten bij hun behoeften. Zo willen de meeste mantelzorgers lie-ver een logeeropvang die lijkt op de thuissituatie en niet een verpleeg- of verzorgingshuis. Helaas is dit voor oude-ren vaak de enige vorm van logeeropvang in de omge-ving. Tot slot ervaren mantelzorgers emotionele drempels omdat zij de zorg niet willen overlaten aan onbekenden16.

Pilot logeeropvang in OverijsselOm te achterhalen welke drempels mantelzorgers in Overijssel ervaren bij het gebruikmaken van logeerop-vang, is een pilot opgestart. In de pilot zijn Overijsselse mantelzorgsteunpunten17 benaderd met de vraag of zij mantelzorgers kenden die tijd voor zichzelf nodig hadden en wilden meedoen aan de pilot. De aangemelde mantel-zorgers konden degenen die zij verzorgden voor een peri-ode van maximaal 2 weken laten logeren bij vakantie-boerderij en zorghotel de Zwieseborg in Hardenberg of een logeeropvang naar eigen keuze18.

De mantelzorgers werden aangemeld door mantelzorg-consulenten. Zij bepaalden wie in aanmerking kwam voor de pilot. De consulenten hielpen bij een CIZ-aanvraag voor tijdelijk verblijf. Wanneer de kosten voor het logeer-verblijf (deels) niet vergoed werden vanuit de AWBZ, dan stond de Stichting SLO garant voor de verblijfs- en zorg-kosten. Er waren veel belangstellenden, maar uiteindelijk hebben 13 mantelzorgers zich aangemeld. Slechts 10 van hen hebben daadwerkelijk gebruik gemaakt van respijt-zorg (zie verder hoofdstuk 2).

10 W. van Lier, Drempelvrees bij respijtzorg, 2004.11 N.J.A. van Exel, M.A. Koopmanschap, W.B.F. Brouwer, Respijtzorg een verkenning van behoefte en gebruik onder 273 mantelzorgers, 2005.12 Expertisecentrum Mantelzorg, Ruimte voor respijt, 2009.13 M. Morée, Logeren biedt respijt adempauze voor mantelzorgers, 2005.14 Expertisecentrum Mantelzorg, Ruimte voor respijt, 2009.15 J. Kooi en W.H. Buysse, Mantelzorgers in het indicatieproces - Resultaten van een schriftelijke enquête onder het Mantelzorgpanel Haagse Randgemeenten, 2005 en M. Morée en G. Visser, Respijtzorg Uit en Thuis, 2004.16 Expertisecentrum Mantelzorg, Ruimte voor respijt, 2009.17 Voor de pilot is contact opgenomen met Steunpunt Informele Zorg Twente, Steunpunt Informele Zorg Zwolle, Carinova, Vrijwillige Thuiszorg en Zorggroep Oude en Nieuwe Land.18 De Zwieseborg is na een vooronderzoek aangewezen als een Overijsselse opvang die aan veel wensen van mantelzorgers en verzorgden tegemoet komt. Om die reden is mantelzorgers aangeraden om hiervan gebruik te maken. Wanneer een mantelzorger een andere voorkeur had, was dat ook mogelijk.

14

Page 15: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

Met de gegevens die tijdens de pilot zijn verzameld, worden de volgende vragen beantwoord:

Hoe ervaren mantelzorgers de toegang tot logeeropvang in Overijssel, welke drempels ervaren zij, wat zijn de effec-ten van de logeeropvang voor de mantelzorger en hoe kan de toegang tot logeeropvang verbeterd worden?

De pilot heeft niet alleen gegevens opgeleverd, het heeft tevens ertoe geleid dat respijtzorg beter bekend is geworden in Overijssel. Daarnaast is meer ervaring opgedaan met de dienstverlening van mantelzorgsteun-punten en logeeraanbieders en tot slot zijn tien mantel-zorgers tijdelijk geholpen door de volledige overname van hun zorgtaken.

2.2. De werving van mantelzorgers

In de pilot zijn Overijsselse mantelzorgsteunpunten19

benaderd met de vraag of zij mantelzorgers kenden die tijd voor zichzelf nodig hadden en wilden meedoen aan de pilot. De mantelzorgers konden zich aanmelden vanaf 1 januari 2008 tot 1 februari 2009. Voor de werving van mantelzorgers is een flyer gemaakt (zie bijlage 2.1). Deze is verspreid onder mantelzorgers op de Dag van de Mantelzorg in november 2007. Daarnaast zijn er mantelzorgbijeenkomsten over respijtzorg georgani-seerd door de steunpunten om meer informatie over respijtzorg en deze pilot te verstrekken.

De respijtzorgbijeenkomsten werden goed bezocht. Ook werden er regelmatig vragen gesteld aan de mantel-zorgconsulenten over de pilot. Hoewel de belangstelling onder mantelzorgers groot was, bleken weinig mantel-zorgers zich aan te melden als deelnemer aan de pilot. De redenen om dit niet te doen, komen terug in de con-clusies van paragraaf 2.3. Daarnaast hebben een aantal kandidaten geen gebruik gemaakt van logeeropvang omdat dit niet meer nodig was (zie kader 1).

Afgevallen kandidaten

Een mantelzorger zorgt al jaren voor haar demente-rende 90-jarige echtgenoot. Hij heeft veel zorg nodig en doet continu∆25 een beroep op haar, ook ‘s nachts. Overdag heeft ze een paar uur thuiszorg, maar ‘s nachts staat ze er alleen voor. Ze wil haar man graag blijven verzorgen, maar kan de situatie eigenlijk niet meer aan. Er is ondertussen nachtzorg aangevraagd, maar op korte termijn is dit niet te realiseren door de grote vraag hiernaar. Mevrouw besluit als laatste redmiddel haar man tijdelijk onder te brengen bij de Zwieseborg. Helaas gaat haar man daarna snel achteruit en binnen enkele dagen – vlak voor het tijdelijke verblijf – over-lijdt hij.

Een andere mantelzorger zorgde niet alleen intensief voor haar inwonende, dementerende moeder, maar ook voor haar eigen gezin met jonge kinderen. Deze mevrouw gaf na lange tijd aan dat zij de combinatie echt niet meer aan kon en vroeg om opname in een verpleeghuis. Toen zij in april informeerde naar de pilot, was ze ten einde raad. Haar moeder stond al maanden op een aantal wachtlijsten van verpleeghui-zen. Helaas was er nergens plaats. Mevrouw wenste tijdelijke opvang in de zomervakantie zodat zij in de vakantie aandacht aan haar kinderen kon besteden. Op 1 juni was er eindelijk plaats in een verpleeghuis en tijdelijke opvang was niet meer nodig.

Een derde mantelzorger verzorgde zijn dementerende echtgenote. Zelf had hij echter ook gezondheidsklach-ten en kon tijdelijk niet voor zijn vrouw zorgen wegens een ingrijpende operatie. Er werd tijdelijke opvang voor mevrouw aangevraagd. Bij de indicatiestelling bleek dat mevrouw al zo ver was in haar dementiepro-ces dat zij opgenomen moest worden in een gesloten afdeling van een verpleeghuis. Niemand in de omge-ving (onder andere de kinderen) beseften hoeveel zorg de mantelzorger verleende. Het is de vraag of mevrouw terugkeert naar huis wanneer hij hersteld is.

10 W. van Lier, Drempelvrees bij respijtzorg, 2004.11 N.J.A. van Exel, M.A. Koopmanschap, W.B.F. Brouwer, Respijtzorg een verkenning van behoefte en gebruik onder 273 mantelzorgers, 2005.12 Expertisecentrum Mantelzorg, Ruimte voor respijt, 2009.13 M. Morée, Logeren biedt respijt adempauze voor mantelzorgers, 2005.14 Expertisecentrum Mantelzorg, Ruimte voor respijt, 2009.15 J. Kooi en W.H. Buysse, Mantelzorgers in het indicatieproces - Resultaten van een schriftelijke enquête onder het Mantelzorgpanel Haagse Randgemeenten, 2005 en M. Morée en G. Visser, Respijtzorg Uit en Thuis, 2004.16 Expertisecentrum Mantelzorg, Ruimte voor respijt, 2009.17 Voor de pilot is contact opgenomen met Steunpunt Informele Zorg Twente, Steunpunt Informele Zorg Zwolle, Carinova, Vrijwillige Thuiszorg en Zorggroep Oude en Nieuwe Land.18 De Zwieseborg is na een vooronderzoek aangewezen als een Overijsselse opvang die aan veel wensen van mantelzorgers en verzorgden tegemoet komt. Om die reden is mantelzorgers aangeraden om hiervan gebruik te maken. Wanneer een mantelzorger een andere voorkeur had, was dat ook mogelijk.

19 Voor de pilot is contact opgenomen met Steunpunt Informele Zorg Twente, Steunpunt Informele Zorg Zwolle, Carinova, Vrijwillige Thuiszorg en Zorggroep Oude en Nieuwe Land.

15

Kader 1

Page 16: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

16

Veel mantelzorgers zagen op tegen de administratieve procedures. Hoewel de door de mantelzorgers verzorgde personen gegarandeerd hun kosten vergoed zouden krijgen en mantelzorgers ondersteund werden door een consulent bij de CIZ-aanvraag, moesten zij wel meewer-ken aan de CIZ-aanvraag en twee vragenlijsten invullen. Het bleek dat veel mantelzorgers liever niet meededen aan de pilot om deze reden. Dit bleek overigens niet geheel onterecht te zijn. Enkele mantelzorgers hebben zich in eerste instantie wel opgegeven voor de pilot van-wege de garantstelling, maar toen bleek dat zij de kosten van de logeeropvang vergoed kregen van het zorgkantoor, hebben zij zich teruggetrokken. Hierdoor hebben wij geen informatie over deze mantel-zorgers kunnen verzamelen. Respijtzorgaanbod dat georganiseerd wordt door de mantelzorgsteunpunten en waaraan geen administratieve procedures verbonden zijn (de kosten worden betaald door gemeenten zonder dat er een indicatie nodig is), worden sneller gebruikt dan de mogelijkheid die de pilot biedt.

Uiteindelijk hebben 10 mantelzorgers meegedaan aan de pilot, waarbij 12 keer gebruik is gemaakt van logeer-opvang. De ervaringen van deze mantelzorgers kunt u vinden in bijlage 2.3. Wat opviel was dat het aantal aanmeldingen in de loop van de tijd toenam. Mantelzorgers vertelden elkaar over hun respijtervaringen en hielpen elkaar om toch de voor velen grote stap tot respijtzorg te nemen. Het lijkt erop dat er een latente behoefte is voor logeeropvang en dat herhaling noodzakelijk is om het gebruik ervan te sti-muleren. De pilot heeft dus niet alleen geleid tot verhel-dering van de knelpunten in de toegang tot respijtzorg, maar heeft ook een bijdrage geleverd om de drempel voor mantelzorgers iets te verlagen.

2.3. Conclusies

Op basis van eerdere studies naar de toegang van respijt-zorg, de gevoerde gesprekken met het CIZ en de zorgkan-toren, de ervaringen van de 10 mantelzorgers die hebben deelgenomen aan de pilot en vele mantelzorgers die besloten hebben om niet mee te doen met de pilot wor-den in dit hoofdstuk de onderzoeksvragen beantwoord.

Mantelzorgers over de toegang tot logeeropvangMantelzorgers ervaren de logeeropvang in Overijssel als slecht toegankelijk. Zij zijn vaak niet bekend met de logeermogelijkheden, kennen weinig logeervoorzienin-gen, hebben weinig vertrouwen in logeeropvang en zien enorm op tegen de administratieve procedures en de kosten die opvang met zich kan meebrengen. PR en voorlichting zijn nodig om de bekendheid en het imago van respijtzorg te vergroten.

Drempels voor mantelzorgersMantelzorgers ervaren verschillende drempels om gebruik te maken van respijtzorg. Tijdens de pilot kwamen de volgende drempels aan de orde:

a. Emotionele drempels: uit handen geven van de zorg en overtuigen van de verzorgdeTen eerste geven mantelzorgers de zorg niet snel uit handen. Pas als de situatie nijpend wordt, zoeken zij hulp. Dan is het eigenlijk al te laat. Dit bleek ook het geval te zijn bij drie aanmeldingen die uiteindelijk geen gebruik hebben gemaakt van respijtzorg (zie kader 1). Mantelzorgers blijken het dus lastig te vinden om de zorg uit handen geven.

Daarnaast willen veel verzorgden liever niet uit logeren. Hieraan geven veel mantelzorgers gehoor. Zij zien opvang als het in de steek laten van hun verzorgde. Dat het voor een verzorgde ook prettig kan zijn om in een andere omgeving te verkeren, was voor hen een heel ander per-spectief. Sommigen hadden wel eens gebruik gemaakt van tijdelijk verblijf in een verzorgingshuis. Met alle res-pect voor het geweldige werk dat mensen in verzorgings-huizen leveren, is de overgang tussen de thuissituatie en een verzorgingshuis voor velen erg groot en daardoor geen prettige ervaring. Opeens wordt degene die ver-zorgd wordt een afhankelijke patiënt en omringd met professionals in plaats van een autonome partner, kind of ouder die zorg nodig heeft.

Page 17: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

Kader 2

17

Beide emotionele drempels leiden ertoe dat mantel-zorgers overtuigd moeten worden om gebruik te maken van logeeropvang. PR en voorlichting hebben hierin een belangrijke rol. Herhaling van de boodschap is hierbij een sleutelwoord. Een voorbeeld hiervan is te lezen in kader 2. Daarnaast is het van belang dat de verzorgde de logeeropvang aantrekkelijk vindt. Daarnaast moet in sommige gevallen aandacht wor-den besteed aan de mantelzorgers. Wanneer de zorg-taken wegvallen, weten sommige mantelzorgers niet wat zij moeten doen. Begeleiding hierbij, bijvoorbeeld door het aanbieden van arrangementen aan mantel-zorgers, is in sommige gevallen wenselijk. Er zijn man-telzorgers die er (mede om die reden) de voorkeur aan geven om samen weg te gaan.

De kracht van de herhaling en aantrekkelijkheid van de opvang

Een mantelzorger gaf zich pas op nadat haar consu-lent haar op de pilot had gewezen, zij in de krant een artikel had gelezen over de pilot en zij een bijeenkomst over respijtzorg had bijgewoond. Elke keer dat zij er-over hoorde, vertelde zij dit aan degene die ze verzorgt. De verzorgde wilde echter niet uit logeren. Pas na drie keer bezochten zij vrijblijvend de Zwieseborg. De verzorgde was hierover enthousiast en hierdoor kreeg de mantelzorger alsnog respijt.

b. Beperkt keuzeaanbod: weinig bekende, deskundige en aantrekkelijke opvangmogelijkheden.De tweede drempel wordt gevormd doordat mantel-zorgers niet bekend zijn met het logeeraanbod. Daarnaast vinden zij het merendeel van het aanbod niet aantrekkelijk genoeg en/of betwijfelen ze in hoeverre de juiste zorg verleend kan worden. Mantelzorgers maken graag gebruik van een organi-satie die zij kennen, die bij hen in de buurt is en die de verzorgde aantrekkelijk vindt. Daarnaast willen man-telzorgers deskundige opvang. Dit geldt in het bijzon-der voor mantelzorgers die een dementerende verzor-gen. Veel logeervoorzieningen voldoen niet aan deze

wensen, vooral niet als het gaat om volwassenen en ouderen. De Zwieseborg in Hardenberg was onbekend onder de mantelzorgers. Bovendien werd door veel mantelzorgers aangegeven (voornamelijk afkomstig uit de Kop van Overijssel en uit Twente) dat de locatie te ver gelegen was. Over de deskundigheid van de Zwieseborg voor de opvang van dementerenden zijn vragen gesteld. Daarnaast gaven veel mantelzorgers aan dat zij liever samen met de verzorgde uit logeren gingen, waarbij de zorgtaken overgenomen werden, dan dat zij gescheiden werden. In veel logeervoorzie-ningen is dit niet mogelijk, bij de Zwieseborg echter wel.

Een verbeterd logeeraanbod en het winnen van het vertrouwen van mantelzorgers is nodig. Dit kan bij-voorbeeld door te zorgen voor een goede overdracht bij het halen en brengen, afspraken van thuis (zoals eetvoorschriften en bedtijden) over te nemen, contact te houden met de mantelzorger tijdens de opvang, de mogelijkheid bieden voor een kennismakingsgesprek en/of een proefverblijf. De aantrekkelijkheid van het logeeraanbod kan verbeterd worden door activiteiten te organiseren voor de cliënt en daarnaast wordt gezelschap erg op prijs gesteld. Ook dienen logeer-voorzieningen zich in de omgeving te bevinden van degene die verzorgd wordt en vinden sommigen het prettig wanneer er in hun eigen taal/dialect gesproken wordt.

c. Onduidelijke procedure en administratieve drempelsMantelzorgers weten niet waar zij precies moeten zijn om respijt aan te vragen. Bovendien zien zij enorm op tegen de administratieve procedures. In de praktijk blijkt dat de procedures voor zorg in natura vaak een-voudig zijn, maar de procedures voor een persoons-gebonden budget blijken regelmatig te leiden tot bureaucratische drama’s. Juiste en duidelijke informatieverstrekking is nodig. Administratieve fouten moeten voorkomen worden en geldperikelen tussen instanties moeten door het zorg-kantoor afgehandeld worden. Daarnaast zou het pret-tig zijn wanneer bij alle logeervoorzieningen zorg in natura geleverd zou kunnen worden. Tot slot kunnen zorgkantoren wellicht de hoeveelheid formulieren en

Page 18: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

18

gevraagde informatie (kopieën van bankafschriften en persoonsbewijzen) verminderen. Zolang de zorgkantoren administratieve drempels opwerpen is goede begeleiding door de consulenten van het mantelzorgsteunpunt onontbeerlijk. Ter verduidelijking is een stroomschema van de procedure toegevoegd in bijlage 2.2.

d. Drempels door beperkte opvangmomentenBij veel logeervoorzieningen zijn mantelzorgers niet vrij om het tijdstip van de opvang te bepalen, ook is reserve-ren niet altijd mogelijk of juist een last-minuteopvang. Mantelzorgers stellen dit wel op prijs zodat zij ook hun eigen bezigheden kunnen plannen (zoals een reis) of kun-nen niet terecht wanneer zij acute opvang nodig hebben.

Bij de Zwieseborg waardeerden mantelzorgers het zeer dat zij zelf konden bepalen wanneer zij gebruik wilden maken van de opvang. Bovendien konden mantelzorgers de opvang van tevoren reserveren zodat zij zelf een vakantie konden boeken. Tot slot was het mogelijk om heel snel opvang te regelen wanneer dat nodig was.

e. Financiële drempelsUit de pilot blijkt dat in sommige gevallen het persoons-gebonden budget ruimschoots voldoende is om de kosten te betalen. In andere gevallen, in het bijzonder de gevallen waarin veel zorg verleend moet worden, blijkt het budget ontoereikend te zijn. Juist in deze gevallen hebben mantelzorgers respijt extra hard nodig. Bij de vaststelling van het budget moet meer rekening houden met de verschillen in zorgzwaarte en daarmee in zorgkos-ten. Daarnaast kunnen mantelzorgers van iemand zonder aantoonbare medische aandoening zich geen respijtzorg veroorloven.

f. Praktische problemenSommige mantelzorgers hebben praktische problemen die het gebruikmaken van logeeropvang lastiger maken. Een voorbeeld hiervan is de vervoersproblematiek van twee mantelzorgers die deelnamen aan de pilot.

Effecten van logeeropvangBijna alle mantelzorgers vonden het prettig om even tijd voor zichzelf te hebben. Velen gebruikten het respijt-moment om bij te tanken, te ontspannen en ervaringen op te doen die ze niet met degenen die ze verzorgen kunnen beleven. Een mantelzorger gaf aan dat ze niet wist wat ze moest doen wanneer de zorgtaken wegval-len. Blijkbaar wist ze niet meer hoe ze zich kan vermaken en ontspannen. Ondersteuning in dit soort gevallen is wenselijk.

Page 19: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

19

Er komen steeds meer logeervoorzieningen in Overijssel voor mensen met een zorgvraag. Er wordt relatief weinig gebruik gemaakt van dergelijke logeeropvang. Dit komt onder andere doordat het logeeraanbod on-voldoende aansluit op de behoeften en wensen van de cliënten en hun mantelzorgers.

Mantelzorgers willen graag een vertrouwde logeerlocatie voor hun zorgvrager met een huiselijke inrichting en aan-trekkelijke omgeving. De logeerlocatie moet aangepast zijn aan de beperkingen van de zorgvrager en deskundige zorg bieden zonder dat het associaties met zorg en zie-kenhuizen oproept. Een ideale logeerlocatie lijkt op de thuissituatie. Om dit te concretiseren worden in dit hoofdstuk kwaliteitscriteria beschreven. Er zijn voorwaar-den opgesteld waaraan eigenlijk alle logeervoorzieningen zouden moeten voldoen. Daarnaast zijn er criteria opge-steld waaraan logeervoorzieningen idealiter aan moeten voldoen volgens mantelzorgers. Deze criteria zijn in deel-project 4 gebruikt om te bepalen of een logeervoorzie-ning in aanmerking komt voor een financiële tegemoet-koming.

3.1 Basisvoorwaarden logeeropvang

Thema 1. OrganisatieDe logeerlocatie besteedt voortdurend aandacht aan kwaliteitsverbetering. Te denken valt aan de beschikking over een klachtenreglement, voldoen aan de HKZ-normen en/of bezig zijn met de verwerving van het keurmerk voor zorgboerderijen of een HKZ-certificatie.

Thema 2. Inrichting van de logeerlocatieDe logeerlocatie is toegankelijk en bruikbaar voor de doelgroep, dat wil zeggen dat de inrichting is afgestemd op de behoeften van de doelgroep.

Thema 3. Aantrekkelijkheid voor de gastenDe logeerlocatie is bereikbaar voor de doelgroep. Er is een op de doelgroep afgestemd aanbod wat betreft ambiance, activiteiten en omgeving.

Thema 4. Omgang met mantelzorgersDe organisatie heeft een open houding naar mantelzorgers. Deze is telefonisch goed bereikbaar en de medewerkers hebben een toegankelijke houding. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor kennismakings- en/of exitgesprekken.

Thema 5. Geboden zorg en aanpassingenOp de logeerlocatie is gediplomeerd en betaald personeel aanwezig of beschikbaar, dat is opgeleid voor het verzorgen en begeleiden van de doelgroep. Waar sprake is van vrijwilligers, worden deze begeleid door professionals.

Thema 6. Geboden respijtopvangEr wordt verblijf geboden met het oog op het ontlasten van een mantelzorger.

3. Kwaliteitscriteria voor logeeropvang

Page 20: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

20

Thema 1. De organisatieDe logeerlocatie werkt continue aan kwaliteitsverbete-ring en beschikt over een kwaliteitsnormering, bijvoor-beeld HKZ en/of het keurmerk voor zorgboerderijen. Daarnaast streeft de organisatie naar continuïteit in haar werknemersbestand. De organisatie beschikt over een mantelzorgprotocol, waarin geregeld is hoe de omgang met mantelzorgers is vormgegeven.

Thema 2. Inrichting van de logeerlocatieDe logeerlocatie is toegankelijk en bruikbaar voor de doelgroep, dat wil zeggen dat de inrichting is afgestemd op de behoeften van de doelgroep. De logeerlocatie is kleinschalig in opzet en is huiselijk en sfeervol ingericht. In de locatie zijn de volgende vertrekken aanwezig:• Ruime slaapkamers De locatie beschikt over slaapkamers, waar men voldoende ruimte heeft om zich terug te trekken. Naar keuze zijn er zowel een- als tweepersoonskamers beschikbaar. De kamers zijn volledig aangepast aan de beperkingen van de doelgroep maar zodanig ingericht dat er zo min mogelijk associatie met zorg bestaat.• Een sfeervolle gezamenlijke ruimte De locatie biedt een prettige, kleinschalige gezamen- lijke ruimte aan de gasten die gebruikt wordt als woon- en/of eetkamer. Hierbij is aandacht besteed aan een sfeervolle inrichting.• Er is een hobbykameraanbod passend bij de doelgroep.

Thema 3. Aantrekkelijkheid voor de gastenDe logeerlocatie is goed bereikbaar voor de doelgroep. Er is een op de doelgroep afgestemd aanbod wat betreft ambiance, activiteiten en omgeving. Het biedt op de doelgroep afgestemde recreatiemogelijkheden en middelen voor de gasten om hobby’s uit te oefenen.

Thema 4. Omgang met mantelzorgersDe organisatie heeft een open houding naar mantel-zorgers. Deze is telefonisch goed bereikbaar en de medewerkers hebben een toegankelijke houding. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor kennismakings- en/of exitgesprekken. De organisatie houdt rekening met de persoonlijke wensen van de mantelzorger wat betreft de omgang en verzorging van de gast. Er is een mogelijkheid van gezamenlijk logeren door de mantel-zorger en de verzorgde. In dat geval blijft de logeeropvang verantwoordelijk voor de zorgtaken. De organisatie is goed op de hoogte van de sociale kaart. Zij kan cliënten en mantelzorgers doorverwijzen naar desbetreffende instanties.

Thema 5. Geboden zorg en aanpassingenOp de logeerlocatie is gediplomeerd en betaald personeel aanwezig of beschikbaar, dat is opgeleid voor het verzor-gen en begeleiden van de doelgroep. Waar sprake is van vrijwilligers, worden deze begeleid door professionals. De organisatie biedt aan de doelgroep aangepaste voor-zieningen, die zo min mogelijk associaties oproepen van zorg en ziekenhuizen.

Thema 6. Geboden respijtopvangEr wordt verblijf geboden met het oog op het ontlasten van een mantelzorger. De logeeropvang is flexibel in tijd, dat wil zeggen dat het hele jaar door voor een nacht, weekend, midweek of gedurende de vakantie van een mantelzorger opvang wordt geboden. Ook biedt de logeeropvang zowel eenmalige als terugkerende opvang. De logeeropvang is voor acute gevallen beschikbaar, maar biedt ook reserveringsmogelijkheden zodat een mantelzorger een vakantie of weekendje weg kan plan-nen. De organisatie biedt de mogelijkheid om online te reserveren. Bij de logeeropvang is het mogelijk om zowel zorg in natura te ontvangen als een persoonsgebonden budget in te zetten.

3.2 Criteria voor ideale situatie opgesteld vanuit een mantelzorgperspectief

Page 21: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

21

Om ervoor te zorgen dat logeervoorzieningen in Overijssel beter inspelen op de wensen van mantel-zorgers zijn er middelen beschikbaar gesteld aan aan-bieders van logeeropvang. Met deze middelen kunnen zij een verbeterslag realiseren. De financiële tegemoet-koming bedraagt maximaal 20.000,– euro en de logeer-aanbieder moet minimaal 50% van de kosten zelf bijdragen. In dit hoofdstuk wordt beschreven welke vergoedingsmogelijkheden er zijn, hoe de beoordelings-procedure heeft plaatsgevonden en welke logeerlocaties opgewaardeerd zijn.

4.1 VergoedingsmogelijkhedenAanbieders van logeeropvang in Overijssel kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van:• Verbouwingskosten binnen de locatie• Ontwerp- en inrichtingskosten van de omgeving • Aanschaf van aankleding • Aanschaf van meubilair • Aanschaf van vrijetijdsproducten

4.2 BeoordelingsprocedureEr zijn drie oproepen verstuurd aan de logeervoorzienin-gen die in de logeergids staan vermeld om een aanvraag voor tegemoetkoming in de kosten in te dienen. Daarnaast is er informatie verstrekt tijdens bijeenkom-sten voor logeervoorzieningen, bijvoorbeeld tijdens een netwerkbijeenkomst zorglandbouw in Salland.

Er zijn in totaal 11 aanvragen ingediend. De logeervoorzie-ningen zijn bezocht door een door de St. SLO ingestelde commissie, bestaande uit een medewerker van het Steunpunt Informele Zorg Zwolle en een medewerker van Platform Mantelzorg Overijssel. Zij werden ondersteund door een medewerker van SVWO/Arcon. De commissie beoordeelde de logeervoorzieningen op de basiscriteria en bekeken in hoeverre de aanvraag zou leiden tot een verbetering van de situatie voor mantelzorgers en zorg-vragers. Op de aanvraag volgde een onderbouwd advies aan de stuurgroep. Op basis hiervan nam de stuurgroep een beslissing. Hiervan werd de aanvrager schriftelijk op de hoogte gesteld.

Een logeervoorziening kwam niet in aanmerking voor een vergoeding omdat deze niet voldeed aan de basiscriteria. Een andere logeervoorziening voldeed al aan veel criteria en de aanvraag zou niet leidden tot een substantiële verbetering van het aanbod. Twee logeervoorzieningen hebben hun aanvraag ingetrokken. In het ene geval omdat de organisatie de eigen bijdrage in de investering niet kon opbrengen, in het tweede geval omdat de orga-nisatie de gewenste begroting niet kon indienen.

4. Opgewaardeerde voorzieningen

de Pieperhoeve

Page 22: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

22

1. Stichting De Eik/Z.O.N., locatie EnschedeDe Eik/Z.O.N. is een orthopedagogisch centrum voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en bij wie een problematische opvoedingssituatie bestaat.In de locatie te Enschede wordt weekend- (vrijdag tot en met zondag) en vakantieopvang geboden aan thuis-wonende jongeren met een licht verstandelijke handicap van 5 tot 16 jaar en een IQ tussen de 50 en 85. Het doel van deze opvang is het ontlasten van de thuissituatie en een plezierig verblijf voor de jongeren te bieden. Er worden 6 kinderen per keer opgevangen. Men loopt er tegenaan dat de kinderen eigenlijk te weinig speelmoge-lijkheden binnen hebben. Daarom is een financiële bij-drage verstrekt in de verbouwings- en inrichtingskosten voor een nieuwe speelkamer (uitbreiding van het pand).

2. Zorgboerderij De Eschrand, DaarleZorgboerderij De Eschrand biedt op dinsdag, in het weekend en in de vakanties logeeropvang aan kinderen tussen 4 en 18 jaar met autisme en aanverwante stoor-nissen. Het doel van deze opvang is een zinvolle vrijetijds-besteding te geven aan kinderen/jongeren met autisme en aanverwante stoornissen en ontlasting van de thuis-situatie. Er kunnen momenteel maximaal 9 kinderen logeren en de bedoeling is om dit uit te breiden tot 12 kinderen. Voor sommige kinderen is een groep van 9 kinderen te groot. Daarom wil men een kleinere locatie waar men met een groep van 3 kinderen terecht kan. Er is een finan-ciële bijdrage toegekend voor de inrichting van een extra opvanglocatie in een woonhuis naast de boerderij.

3. Zorgboerderij de Pieperhoeve, GenemuidenOp de Pieperhoeve zijn veel verschillende doelgroepen welkom, zoals kinderen, jongeren, ( jong)volwassenen en ouderen. De locatie is geheel aangepast voor rolstoelen. De opvang richt zich vooral op kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking en/of autisme of ADHD. Binnenshuis zijn er al voldoende recreatievoorzieningen. Buiten wil men graag een afgebakend speelterrein aan-leggen, zitgelegenheden op het terras en in de boom-gaard en een kas om werkzaamheden in de moestuin het hele jaar mogelijk te maken. Voor deze aanpassingen is een financiële tegemoetkoming verstrekt. Op 27 juni 2009 zijn gedeputeerde de heer Ranter en de voorzitter van de stuurgroep, mevrouw Nap-Borger, bij de open dag aanwezig geweest.

4.3 Opgewaardeerde locatiesHieronder wordt beschreven welke organisaties zijn opgewaardeerd:

de Eschrand

Page 23: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

23

4. Zorgboerderij de Rietstulp in MastenbroekZorgboerderij de Rietstulp is landelijk gelegen en richt zich op verschillende doelgroepen, waarbij alle leeftijden welkom zijn. Wel moet men mobiel zijn en feeling heb-ben met de boerderij en dieren. Er wordt zowel dagop-vang als logeeropvang in de weekenden en vakanties geboden. De weekenden en vakanties zijn qua logeer-opvang gereserveerd voor kinderen, op werkdagen en jaarlijks een week is de zorgboerderij gereserveerd voor ouderen. Daarnaast wordt crisisopvang aan de deelne-mers geboden. Er wordt dagopvang aan 12 deelnemers geboden en logeeropvang aan 5 deelnemers. Op dit moment ont-breekt een plaats om veilig buiten te spelen. Daarom ontvangt de Rietstulp een tegemoetkoming in de kosten van een afgebakend speelterrein met een speeltoren, duikelrekken, basketbalpaal, tafeltennistafel en buiten-speelgoed.

5. Logeerboerderij de Eigen Kracht in DiepenveenVOF De verborgen kracht vangt kinderen en jongeren met een psychiatrische stoornis al dan niet in combi-natie met een verstandelijke beperking op. De organisatie biedt opvang op 2 locaties. In Lettele wordt in het ene gebouw een kindergroep (4 - 9 jaar) en in het andere gebouw een jongerengroep (10 - 16 jaar) opgevangen. Bij de locatie in oprichting in Diepenveen wordt een kindergroep (4 - 9 jaar) opgevangen. Het is de bedoeling om in de toekomst de varkensschuur te verbouwen om ook een jongerengroep op te kunnen vangen. De kinderen en jongeren kunnen terecht tussen de 4 en 16 jaar. Er worden maximaal 6 kinderen opgevangen per week-end. De kinderen en jongeren hebben buiten voldoende speelmogelijkheden. De slechtweermogelijkheden zijn echter beperkt. De Verborgen kracht ontvangt daarom een financiële bijdrage om een overdekte ruimte te bouwen voor binnenactiviteiten. Hierin wil men speel-toestellen (voetbaltafel, airhockey, fietsen, skelters, trampoline en een tafeltennistafel) plaatsen.

6. Zorghoeve de Zwieseborg in HardenbergLandhoeve de Zwieseborg is landelijk gelegen in de buurt van Hardenberg en richt zich op verschillende doelgroepen, ongeacht leeftijd en beperkingen. Er wordt logeeropvang geboden in een logeerhuis en in een zorghotel. De zorghoeve is ondergebracht in een stichting.De Zwieseborg vraagt een tegemoetkoming in de kosten van boeken en spelletjes binnenshuis. Buitenshuis is er voldoende activiteitenaanbod. Vooral in de winter en herfst zijn er onvoldoende mogelijkheden. Er is een tege-moetkoming verstrekt om speciaal voor de doelgroepen ontwikkelde boeken en spelmateriaal aan te schaffen, zoals grootletter- en luisterboeken.

7. Zorgboerderij Ensink in EnschedeZorgboerderij Ensink is landelijk gelegen in de buurt van Enschede en richt zich op kinderen met een beperking in hun ontwikkeling en/of gedrag. Er wordt logeeropvang geboden in de boerderij. De organisatie ligt in handen van een familie, verenigd in een VOF. De zorgboerderij verzoekt om een tegemoet-koming in de kosten van een snoezelruimte. De kinderen hebben weinig plek om zich rustig terug te trekken. Hieraan is wel behoefte en hierin voorziet een snoezel-ruimte. Daarom wordt een tegemoetkoming in de kosten hiervoor verstrekt.

4.3 Opgewaardeerde locatiesHieronder wordt beschreven welke organisaties zijn opgewaardeerd:

de Rietsulp

Page 24: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

24

Opgewaardeerde locaties

Steenwijkerland

Staphorst

ZwarteWaterland

Dalfsen

Hardenberg

Ommen

Enschede

Genemuiden

Daarle

Diepenveen

Hardenberg

Mastenbroek

Zwolle

Raalte

Kampen

Hellendoorn

Twenterand

TubbergenDinkelland

LosserOlst/Wijhe

Deventer

AlmeloWierden

Oldenzaal

Hengelo

Borne

Hof van Twente

Rijssen/Holten

Enschede

Haaksbergen

Page 25: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

25

Bijlage 1.1 Witte vlekken Overijssels logeeraanbod 26

Bijlage 1.2 Bekendheid van de logeergids bij gemeenten 27

Bijlage 2.1 Flyer voor mantelzorgers 29

Bijlage 2.2 Stroomschema toegang respijtzorg 30

Bijlage 2.3 Ervaringen van mantelzorgers 32 Ervaring 1: Liever zorg in natura 32 Ervaring 2: Een fijne plek voor de verzorgde 35 Ervaring 3: Verschillen in zorgzwaarte 37 Ervaring 4: Reserveringsmogelijkheid in de buurt 39 Ervaring 5: Met spoed opvang gezocht 40 Ervaring 6: Opvang in de buurt in eigen dialect 40 Ervaring 7: Goede overdracht bij ontvangst en vertrek 42 Ervaring 8: Speciaal vervoer naar de logeeropvang 43 Ervaring 9: Samen een weekendje weg 44 Ervaring 10: Indicatie voor iemand zonder aantoonbare aandoening 45

Bijlage 2.4 Gesprek CIZ Enschede 46

Bijlage 2.5 Gesprek zorgkantoor Twente (Menzis) 48

Bijlage 2.6 Gesprek zorgkantoor Zwolle (Achmea) 50 Op 25 mei 2009 heeft er een gesprek plaatsgevonden met

zorgkantoor Zwolle (Achmea. Hieronder vindt u de notulen hiervan.

Bijlage 2.7 Gesprek zorgkantoor Midden IJssel 53 Op 24 juni 2009 heeft er een gesprek plaatsgevonden met

zorgkantoor Deventer (Midden IJssel). Hieronder vindt u de notulen hiervan.

Bijlage 2.8 Evaluatie Proef Logeeropvang bij de Zwieseborg 56

Bijlage 4.1 Voorbeelden voor een opwaardering 59

Bijlage 4.2 Media 60

Bijlage 5 Lijst van afkortingen 61

Bijlage 6 Met dank aan 62

BijlagenHet eerste nummer van de bijlage verwijst naar

het hoofdstuk waarin de bijlage wordt behandeld. Bijlage 1.1 en 1.2 behoren

dus bij hoofdstuk 1.

De bijlagen hebben uitsluitend tot doel u inzicht

te bieden in de gegevens die de Stuurgroep Logeer-

voorzieningen Overijssel heeft gebruikt om tot haar conclusies en aanbvelingen

te komen.

De weergaven van degesprekken met derden

(bijlage 2.4, 2.5, 2.6 en 2.7)zijn met instemming van

betrokken tot stand gekomen. Deze bijlagen zijn uitsluitend

informatief en aan de inhoud daarvan kan op generlei

wijze rechten/plichten worden ontleend.

Page 26: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

26

In Overijssel bestaat de helft van de logeerlocaties uit zorggerelateerde instellingen. Daarnaast is een kwart van de logeervoorzieningen een logeerhuis. Zorgboerderijen die logeeropvang bieden zijn in opkomst, momenteel beslaan zij 13% van het aanbod. Er zijn nog relatief weinig zorghotels en vakantieparken die logeeropvang bieden.

In Overijssel wordt vooral logeeropvang aangeboden aan ouderen en kinderen (beide 31%). Daarnaast is er opvang voor jongeren, meestal tot 16 jaar (24%). De opvang voor jongeren boven de 16 en volwassenen is beperkt.

Het logeeraanbod in Overijssel richt zich vooral op men-sen met een verstandelijke beperking (30%), voornamelijk een lichte verstandelijke beperking. Daarnaast is er opvang voor mensen met een lichamelijke beperking (28%). Voor meervoudig beperkten is het aanbod relatief klein (15%). De opvang voor mensen met een psychische aandoening en gedragsproblematiek (nu 8%), vooral voor kinderen en jongeren tot 16 jaar met een autistische stoornis of ADHD en een normaal IQ, en voor demente-renden (nu 19%), voornamelijk licht dementerendeouderen, is in opkomst.

In alle Overijsselse gemeente is minimaal 1 logeervoor-ziening te vinden. De grote steden Almelo, Deventer en Enschede bieden de meeste logeervoorzieningen. In Twente zijn de meeste logeervoorzieningen te vinden, in de regio IJsselland is het aanbod beperkt.

ConclusieEr zijn de volgende witte vlekken in de Overijsselse logeeropvang aan te wijzen:• opvang voor meervoudig beperkten, • opvang voor zwaar dementerende ouderen, • opvang voor kinderen en jongeren met een psychische of psychiatrische aandoening (zoals een autistische stoornis) in combinatie met een laag IQ, • opvang voor mensen met een zware verstandelijke beperking, • opvang voor jongeren boven de 16 jaar, • opvang voor volwassen en ouderen buiten een zorggerelateerde instelling,• opvanglocaties in regio IJsselland (Zwolle en omgeving).

Bijlage 1.1 Witte vlekken Overijssels logeeraanbod

Type logeervoorziening Overijssel

Spreiding in leeftijd voor logeervoorziening in Overijssel

Page 27: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

27

Er is een enquête gestuurd over de bekendheid van de logeergids naar alle gemeentelijke WMO-loketten en de WMO-cliëntenraden. Daarnaast is er een bezoek gebracht aan verschillende WMO-loketten. Hieronder is per gemeente de reactie op de enquête beschreven. Gemeenten die niet vermeld zijn, hebben geen reactie gestuurd.

Gemeente Almelo (WMO-loket)De logeergids is bekend en wordt sporadisch gebruikt. De gemeente vindt de logeergids een goed initiatief. Er wordt echter door burgers weinig naar gevraagd. In het kader van de integrale intake wil men hieraan meer aandacht gaan besteden. Er wordt door mantelzorgers wel eens om vervangende zorg gevraagd. De gemeente wijst een mantelzorger hier alleen op wanneer hij of zij met een concrete vraag komt. Er zijn 2 logeergidsen gestuurd naar Almelo.

Gemeente Dalfsen (WMO-loket en wethouder)De logeergids is bekend. Zij gebruiken de logeergids om te inventariseren welke mogelijkheden er voor respijtzorg zijn binnen de gemeente. Burgers vragen hier niet naar. Er komen weinig mantelzorgers bij het loket, ongeveer 1 per maand. Vaak gaat het om de zorg voor de partner, soms voor een ouder of kind. Ze stellen bijvoorbeeld vragen over het mantelzorgcompliment en hoe het zit met dagbesteding voor de verzorgde. Het loket bezit meerdere logeergidsen, maar wijst mantelzorgers zelden op de mogelijkheden omdat er tot nu toe geen vraag is naar andere vormen van respijt dan dagopvang.

Gemeente Deventer (WMO-loket)De gids was nog niet bekend. Er komen wel eens mantel-zorgers bij het loket, ongeveer 30 telefoontjes per week en ongeveer 5 komen op bezoek. Het gaat vaak om oude-ren, meestal partners. Ze vragen vaak om voorzieningen. Er is bij het loket onvoldoende informatie om mantelzor-gers te ondersteunen, er wordt snel door verwezen naar MEE en mantelzorggroepen van Carinova. Er zijn meerde-re gidsen achtergelaten. Men was heel blij met deze informatie en denkt dat er veel behoefte aan is.

Gemeente Dinkelland (WMO-loket)Logeergids is bekend, maar wordt niet gebruikt. Burgers vragen hier niet naar. Er komen wel eens mantelzorgers bij het loket, vaak zorgen zij voor hun partner of kind. Zij vragen vaak om huishoudelijke hulp, maar er wordt ook wel eens om vervangende zorg gevraagd.

Gemeente Enschede (WMO-loket)De logeergids is bekend, maar wordt niet gebruikt. Mantelzorgers vragen niet om de gids. Er komen onge-veer 6 tot 12 mantelzorgers per week bij het loket. Zij stellen vragen over het mantelzorgcompliment en om informatie en advies. De mantelzorgers worden verwezen naar het steunpunt informele zorg of naar stichting MEE. Men merkt op dat informatie over welke voorzieningen beschikbaar zijn voor mantelzorgers nog weinig bekend is. Ten behoeve van de informatievoorziening zijn er 10 logeergidsen aangevraagd.

Gemeente Haaksbergen (WMO-cliëntenraad) De logeergids is bekend bij de raad maar men weet niet of de gids in de gemeente wordt gebruikt. De gemeente ondersteunt het cluster mantelzorg in de cliëntenraad, financiert steunpunt informele zorg Twente en organi-seert mantelzorgmiddagen/avonden. De raad is niet op de hoogte of er respijtzorg in de gemeente wordt gebo-den. De logeergids vindt men een prima initiatief. De WMO-cliëntenraad heeft zelf een logeergids en leent deze uit aan andere mantelzorgers of ze worden verwezen naar de website.

Gemeente Hellendoorn (WMO-loket)De logeergids was nog niet bekend. Mantelzorgers wor-den meestal doorverwezen naar de vrijwillige thuishulp voor mantelzorgondersteuning. Er komen regelmatig mantelzorgers bij het loket. Zij vragen om voorzieningen en verstrekkingen voor de WMO en AWBZ. Er wordt niet gevraagd om vervangende zorg, omdat dit beter bij de vrijwillige thuiszorg kan worden gedaan, daar die beter kunnen inspelen op dit soort vragen. Er is wel een zicht-exemplaar van de logeergids aangevraagd.

Bijlage 1.2 Bekendheid van de logeergids bij gemeente

Page 28: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

28

Gemeente Kampen (WMO-loket)De logeergids was niet bekend, maar men wilde er alles over weten. Er komen ongeveer 6 mantelzorgers per week bij het loket. Men vindt dat er over voldoende infor-matie wordt beschikt om mantelzorgers te ondersteu-nen. Graag ontvangt men 4 gidsen, deze zijn opgestuurd. Gemeente Losser (WMO-loket)De logeergids was niet bekend. Er komen wel eens man-telzorgers langs bij het loket. Meestal stellen zij vragen over voorzieningen en diensten. Er wordt nog niet om vervangende zorg gevraagd, maar de gemeente wil graag 20 logeergidsen ontvangen om mantelzorgers te wijzen op de mogelijkheden. Bij het WMO-loket ontbreekt infor-matie hierover.

Gemeente Losser (WMO-cliëntenraad)De logeergids was niet bekend. Wel is het mogelijk om gebruik te maken van respijtarrangementen, georgani-seerd door SIZ Twente. Er is een logeergids gestuurd.

Gemeente Ommen (WMO-loket)De gids was nog niet bekend. Er komen ook geen mantel-zorgers bij het loket. Er zijn wel mensen die voorzienin-gen aanvragen voor een ander, maar die worden niet automatisch beschouwd als mantelzorger. Voor doorvra-gen heeft men weinig tijd. Er zijn geen expliciete vragen over mantelzorgondersteuning. Bij problemen wordt ver-wezen naar Landstede of het mantelzorgsteunpunt. Op dit moment is het loket nog niet gefocust op mantelzor-gers. De medewerkers van het loket hebben net voorlich-ting gehad over wat mantelzorg precies is. Er zijn meer-dere logeergidsen achtergelaten.

Gemeente Raalte (WMO-loket en wethouder)De logeergids is bekend en wordt gebruikt. Het loket geeft de folder wel eens mee aan mantelzorgers. Men weet niet of ook gebruik gemaakt is van de logeergids. Er komen ongeveer 12 mantelzorgers per maand bij het loket. Zij zorgen vaak voor de partner. Ze komen met uit-eenlopende vragen over huishoudelijke hulp, problemen met vervoer en aanpassingen in en om de woning. Het loket beschikt over voldoende informatie om mantelzor-gers te helpen aangezien er korte lijnen zijn met het steunpunt mantelzorg van Carinova en met de mantel-zorgconsulent van de vrijwillige thuiszorg. Mantelzorgers vragen ook wel eens om vervangende zorg. Er zijn vol-doende logeergidsen aanwezig bij het loket.

Gemeente Rijssen-Holten (WMO-cliëntenraad)De logeergids is bekend, maar men weet niet of de gemeente de logeergids gebruikt. In deze gemeente bestaat het respijtaanbod voornamelijk uit vrijwillige thuiszorg en dagopvang voor ouderen en kortdurend verblijf. Er zijn geen arrangementen voor mantelzorgers. Er zijn drie logeergidsen gestuurd.

Gemeente Steenwijk (WMO-cliëntenraad)De logeergids is onbekend bij de raad. De gemeente vult mantelzorgondersteuning in door het mantelzorgsteun-punt te subsidiëren. Er wordt momenteel geen vervan-gende zorg geboden, maar men is wel bezig met de ontwikkeling van initiatieven. De raad vindt het respijt-zorgaanbod onvoldoende tot slecht in de gemeente en men wil meer mogelijkheden voor respijtzorg en verschil-lende vormen. Er is een logeergids verstuurd naar de cliëntenraad.

Gemeente Wierden (WMO-loket)De logeergids is bekend en de logeergids is eenmaal gebruikt bij een situatie waarbij voor een burger met een psychiatrische achtergrond tijdelijk opvang nodig was tij-dens werkzaamheden aan de woning. Er komen regelma-tig mantelzorgers aan het loket. Zij zorgen voor kinderen, partners, ouders en/of vrienden. Ze komen met vragen over oppas voor een dementerende partner, bezoekdienst, vragen op het gebied van WMO en AWBZ, maaltijdvoor-ziening, alarmering en ondersteuning op financieel gebied. Er is ruimschoots voldoende informatie aanwezig bij het loket omdat het erg veel foldermateriaal bezit. Ook logeergidsen en flyers zijn voldoende aanwezig.

Gemeente Zwolle (WMO-loket)Ze kenden de logeergids. Er komen regelmatig mantel-zorgers aan het loket en die worden goed doorverwezen naar het Steunpunt.

Gemeente Zwolle (WMO-cliëntenraad)De logeergids was niet bekend bij de cliëntenraad. De gemeente verleent hulp in huis wanneer de taak te zwaar wordt voor de mantelzorger.

Page 29: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

29

Bijlage 2.1 Flyer voor mantelzorgers

Page 30: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

30

Bijlage 2.2 Stroomschema toegang respijtzorg

GEEN RESPIJTZORG

verzorgde X

verwachte duur zorgverlening < 3 maanden

partner c.q. huisgenoot geen partner c.q. huisgenoot

geen AWBZ-zorg; gebruikelijke zorg i.c.

zorgplicht

zorg in natura na indicatie

geen indicatie,aangewezen

op vrijwillige zorg

Indicatie aanvragenbij CIZ voor tijdelijk

verblijf

Vrijwillige opvangvia mantelzorgsteunpunt/

vrijwillige thuiszorg

Mantelzorgarrangementenvia MEZZO of gemeente

verzorgde X

verwachte duur zorgverlening > 3 maandenzonder indicatie

verzorgde X

verwachte duur zorgverlening > 3 maandenmet indicatie

geen respijtzorg respijtzorg mogelijk respijtzorg mogelijk

Zorg in natura of PGB

Zorg in natura in combinatie

met mantelzorg

PGB in combinatie

met mantelzorg

in natura bijv. tijdelijk verblijf of tijdelijke

omzetting naar PGB

ingekocht met PGB

Page 31: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

31

Kosten van respijtzorg

Respijtzorg kan kosten met zich meebrengen, dit is echter niet altijd het geval. Dit hangt af van wie de respijtzorg levert: Vrijwillige zorg of andere vormen van respijtzorg.

Vrijwillige zorgDe inzet van een vrijwilliger is gratis en voor deze vorm van respijtzorg is geen indicatie nodig. Het is mogelijk dat hiervoor een kleine bijdrage in de kosten wordt gevraagd; bij veel zorgverzekeraars is deze inzet opgenomen in de verzekering.

Professionele zorgAan deze vormen van respijtzorg zijn wel kosten verbonden. Deze kosten worden in de meeste gevallen (deels) vergoed, wanneer de zorgvrager een indicatie heeft.

Uw kosten (deels) vergoed krijgen?Als een mantelzorger gebruik wil maken van respijt-zorg, dan wordt dit in de meeste gevallen vergoed. Om deze vergoeding te krijgen, heeft de zorgvrager een indicatie nodig van het CIZ of Bureau Jeugdzorg. De stappen hiervoor zijn:• Indicatiestelling • Zorgtoewijzing • Eigen bijdrage • Persoonsgebonden Budget of Zorg in Natura

Indicatiestelling Om een indicatie te krijgen, moet de verzorgde een aanvraag doen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of bij Bureau Jeugdzorg voor kinderen en jongeren tot 18 jaar met psychiatrische problemen. Hierbij dient als het gaat om logeeropvang een aanvraag tot tijdelijk verblijf ingediend te worden. De aanvraag bij CIZ gaat via een aanvraagformulier. Voor een aanvraag bij Bureau Jeugdzorg dient contact opgenomen te worden met de dichtstbijzijnde vestiging.Het CIZ/ Bureau Jeugdzorg bepaalt of iemand in aan-merking komt voor vergoeding van de zorgkosten. Is dit het geval, dan kijken zij ook naar de zorg die iemand nodig heeft en voor hoe lang.

Zorgtoewijzing Wanneer de verzorgde recht heeft op AWBZ-zorg, dan stuurt CIZ/ Bureau Jeugdzorg het indicatiebesluit naar de aanvrager en naar het zorgkantoor in de regio. Het zorgkantoor regelt dat de zorg verleend wordt.De zorgvrager kan zelf aangeven van welke zorgverlener hij of zij het liefste gebruik zou willen maken van respijt-zorg. Dit wordt een voorkeursaanbieder genoemd. Een zorgverlener (ook wel zorgaanbieder genoemd) is bijvoor-beeld een verzorgings- of verpleeghuis, een zorghotel of een logeerboerderij.

Eigen bijdrage Meestal is er voor de geleverde zorg een eigen bijdrage verschuldigd. De hoogte hiervan is afhankelijk van uw belastbaar inkomen. De eigen bijdrage wordt bepaald door het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten(CAK-BZ).

Persoonsgebonden Budget of Zorg in Natura Zodra de aanvrager het indicatiebesluit heeft ontvangen, weet deze op welke zorg, begeleiding, hulp of voorzienin-gen hij/zij recht heeft. De aanvrager kan kiezen op welke manier hij/zij deze zorg wil ontvangen. Vaak zal hier tijdens het indicatiegesprek al naar gevraagd worden. Er zijn twee mogelijkheden:• Persoonsgebonden Budget

Het PGB is een budget waarmee degene die zorg nodig heeft zelf hulp kan regelen. Hij of zijn kiest zelf de zorgverleners uit en betaalt deze voor hun diensten. Deze zorgaanbieder hoeft niet AWBZ-erkend te zijn. Hierdoor is meer keuze in respijtzorgaanbieders. Hij of zij is verantwoordelijk voor de financiële administratie en de verantwoording van het budget aan het zorg-kantoor. Het zorgkantoor zorgt voor de verstrekking van het PGB.

• Zorg in naturaBij zorg in natura krijgt degene die zorg nodig heeft de zorg, begeleiding, hulp of voorzieningen via een zorginstelling, die een contract heeft met het zorg-kantoor of de gemeente (AWBZ-erkend). De zorgvrager kan zelf een voorkeursaanbieder aangeven. Het zorg-kantoor regelt de verdere administratieve en financiële afwerking voor de zorgvrager.

Het is ook mogelijk om tijdelijk een PGB aan te vragen of de ene soort zorg (functie) in PGB te vragen en de andere functie in natura.

Page 32: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

32

Ervaring 1: Liever zorg in naturaDe mantelzorger, mevrouw A uit Nijverdal, zorgt voor haar man. Hij heeft al enkele jaren last van hartkwalen en wordt snel moe. Zij durft haar man niet alleen te laten uit angst dat hij last van zijn hart krijgt. Vanaf november gaf ze bij haar mantelzorgconsulent aan dat ze graag wat rust en tijd voor zichzelf wilde hebben. Ze had last van migraine, concentratieproblemen, gevoelens van beklem-ming op de borst, slapeloosheid, spierkrampen en gespannen spieren. Daarnaast wilde ze graag haar zoon in de Verenigde Staten bezoeken, maar dan moet er iemand op haar man passen. Zijn volwassen kinderen wilden dit echter niet twee weken doen. Daarom is zij op 19 december 2007 aangemeld voor de proef.

De indicatieMeneer A had al een CIZ-indicatie voor tijdelijk verblijf (1 etmaal per week) en persoonlijke verzorging (0 tot 1,9 uur per week), die bij Attent Thuiszorg konden worden afgenomen. De indicatie is aangevraagd op 29 november 2007 en afgegeven op 3 december 2007. Er werd gebruik gemaakt van persoonlijke verzorging, verstrekt door Attent als zorg in natura. Van het tijdelijk verblijf was nog geen gebruik gemaakt. Het probleem was dat Attent geen reserveringsmogelijkheid kent. Pas een week van tevoren kan bepaald worden of er plaats is. Aangezien mevrouw A haar vliegticket van tevoren moest boeken, was opvang bij Attent geen optie.

Het logeerverblijfHet echtpaar is van tevoren gaan kijken bij de Zwieseborg en heeft een kennismakingsgesprek gehad. Beiden waren erg enthousiast over de locatie. Er werd eerst een proef-verblijf gedaan van 21 tot 26 februari 2008. Omdat dit verblijf goed bevallen was, verbleef meneer tijdens de vakantie van zijn vrouw van 22 maart tot 5 april 2008 nogmaals bij de Zwieseborg.

Meneer A is erg tevreden over de dienstverlening van de Zwieseborg en is van plan om hier vaker te verblijven zodat zijn vrouw wat tijd voor zichzelf heeft. Hij vond het een mooie, groene locatie in een prachtige omgeving. De kamer was geweldig en de contactpersoon bij de Zwieseborg was heel aardig en hartelijk. Wat hij ook erg op prijs stelde was dat twee vrijwilligers hem hadden meegenomen om de omgeving te bezichtigen.

Mevrouw A heeft tijdens haar verblijf in Amerika eindelijk weer goed geslapen. Ze vond het heerlijk om wat tijd voor zichzelf te hebben. Ze is met een goed gevoel vertrokken want ze had vertrouwen in de Zwieseborg. Het kennismakingsgesprek had ze erg prettig gevonden en de mensen waren vriendelijk. Bovendien kon ze om de dag bellen naar de Zwieseborg om haar man te spreken. Wat ze minder prettig vond was dat het wel erg stil was op de Zwieseborg omdat er geen andere gasten waren. Daarnaast heeft hij zich niet aan zijn dieet gehouden (hij mag geen zout en niet teveel alcohol). Mevrouw vindt dit erg onverstandig van hem. Als zij bij hem was geweest, zou dit niet gebeurd zijn.

Administratieve procedureMevrouw A vertelde dat ze erg opzag tegen de admini-stratieve procedure, zoals het invullen van de papieren. Het meeste administratieve werk is door de mantelzorg-consulent overgenomen. Daarbij is afgesproken dat de consulent precies doet wat het zorgkantoor haar aan-raadt om te doen. Mevrouw A merkt achteraf op dat als zij het zelf had moeten regelen, dat ze er nooit aan begonnen was. De administratieve afhandeling heeft de mantelzorgconsulent erg veel tijd gekost. Ook zij gaf achteraf aan dat ze er niet aan begonnen was als zij

Bijlage 2.3 Ervaringen van mantelzorgersIn deze bijlage worden de tien ervaringen beschreven van de mantelzorgers die hebben deelgenomen aan de pilot.

Aanvraag > 29-11-2007CIZ-besluit > 3-12-2007 Verblijf > 21 t/m 26 feb. PGB-besluit > 5-6-2008Herzien PGB-besluit > 27-8-2008 Ontvangst PGB > 1-9-2008

Page 33: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

33

van tevoren had geweten hoeveel tijd het zou kosten. “Het heeft mij ongeveer 25 uur gekost. Als ik dit voor elke mantelzorger in mijn bestand zou willen doen, dan heb ik veel te weinig tijd.” De consulent kreeg de kosten – ondanks de CIZ-indicatie tijdelijk verblijf – echter niet ver-goed. Uiteindelijk heeft een medewerker van SVWO/Arcon dit voor elkaar gekregen met behulp van een PGB voor tijdelijk verblijf. In kader 3 is te lezen hoe het admini-stratieve proces bij het zorgkantoor is verlopen.

EvaluatieDe familie is blij dat zij gebruik hebben kunnen maken van de Zwieseborg. Mevrouw kon met een gerust hart haar zoon in de Verenigde Staten bezoeken en heeft voor het eerst in tijden weer ontspannen kunnen slapen. De familie is wel erg geschrokken van de administratieve handelingen. In eerste instantie was de familie ook niet gelukkig met het PGB. Dit moet immers verantwoord worden. Het stelt hen echter wel in staat om vaker gebruik te maken van door hen gewenste logeeropvang. Het budget blijkt namelijk ruimschoots voldoende te zijn voor nog een aantal verblijven. Hoewel het echtpaar erg tevreden was over de Zwieseborg, gaat het ook bij andere logeeraanbieders kijken om meer ervaring op te doen.

AanbevelingWanneer zorgkantoren afspraken maken met (door man-telzorgers gewenste) respijtzorgaanbieders dan kan er gekozen worden tussen een persoonsgebonden budget of zorg in natura. Zorg in natura geeft minder administra-tieve rompslomp dan een PGB. Tot nu toe worden er voor-namelijk afspraken gemaakt met verpleeg- en verzor-gingshuizen, die vaak niet voldoen aan de wensen van mantelzorgers. Daarnaast zou de informatieverstrekking door CIZ en het zorgkantoor over de mogelijkheden die een indicatie biedt verbeterd kunnen worden.

Knelpunten in het administratieve proces

Foutieve informatieOp de website van CIZ (www.ciz.nl) staat vermeld dat iemand met een indicatie terecht kan bij een zorgkantoor, die de AWBZ-zorg regelt. Daarom is op 21 maart 2008 contact opgenomen met zorgkantoor Menzis in Enschede via het nummer dat vermeld staat op de website van CIZ. Dit bleek het nummer van de afdeling PGB te zijn. De consulent legde het geval uit en vroeg hoe de kosten van de Zwieseborg vergoed konden worden. De medewerker meldde dat zij een verkeerd nummer had gedraaid en dat zij de afdeling zorgbemiddeling moest bellen. De medewer-ker van zorgbemiddeling raadde aan om de rekening naar de eigen zorgverzekeraar te sturen. Deze zou een eigen bijdrage berekenen. Tijdelijk verblijf valt echter onder de AWBZ en niet onder de zorgverzekering, maar aangezien de consulent de opdracht had om alle aanwijzingen op te volgen, belde zij met de zorg-verzekeraar van meneer. De medewerker van de zorg-verzekering bevestigde dat de rekening bij hen inge-diend kon worden. Dit is gebeurd op 26 maart 2008. Op 6 mei 2008 ontvangt meneer het bericht dat de rekening niet vergoed wordt. Op 13 mei 2008 neemt de consulent nogmaals contact op met het zorgkan-toor. Nu wordt ze doorverbonden met de afdeling zorg in natura. De medewerker meldde dat de zorg-verzekeraar IAK de rekening zou moeten betalen en raadde aan om bezwaar te maken tegen de beslissing van 6 mei 2008.

OnduidelijkhedenOmdat de consulent wist dat de informatie niet klopte vroeg zij om ondersteuning bij SVWO/Arcon. Op 21 maart 2008 is opnieuw gebeld met het zorgkantoor op het nummer dat vermeld staat op www.ciz.nl. Nu vroeg de medewerker om het cliëntnummer van meneer A dat in het indicatie-

kader 3

Page 34: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

34

besluit van CIZ vermeld zou staan. Hierin stond wel een referentienummer, maar geen cliëntnummer. Hoewel dit verwarrend was, voldeed dit nummer ook. De medewerker raadde aan om een persoonsgebon-den budget (PGB) aan te vragen. Hiervoor was een omzettingsformulier nodig bij zorgbemiddeling. Er is gebeld met de afdeling zorgbemiddeling om een PGB-omzettingsformulier te verkrijgen. De medewerker vertelde dat dit niet mogelijk was aangezien de per-soonlijke verzorging al in natura werd verleend door Attent Thuiszorg. Na enig aandringen stelde de mede-werker voor om het deel tijdelijk verblijf te veranderen in een PGB. In dat geval zouden echter alleen de zorg-kosten van de Zwieseborg vergoed worden en niet de verblijfskosten. Iedereen die in een hotel verblijft, moet immers verblijfskosten betalen. De SVWO/Arcon-medewerker zei hierop dat meneer helemaal geen gebruik zou maken van een zorghotel maar gewoon alleen thuis kon blijven of zijn vrouw kon vergezellen, indien hij geen zorg nodig zou hebben. De medewerker begreep dit, maar legde uit dat het probleem was dat een zorghotel niet AWBZ-erkend is en daarom zou het verblijf niet vergoed worden. De Zwieseborg is via de Baalderborg echter wel AWBZ-erkend. Dit blijkt inderdaad het geval te zijn.

Geldperikelen tussen instantiesOp 25 januari 2008 blijkt dat het zorgkantoor een indicatie heeft afgegeven aan de Baalderborg. De Baalderborg kan de kosten declareren bij het zorg-kantoor als zorg in natura en een PGB is in dat geval niet nodig. De medewerker van het zorgkantoor raad-de aan om contact op te nemen met de Zwieseborg over de rekening. Er werd contact opgenomen met de Zwieseborg. De Baalderborg bleek inderdaad een zorgtoewijzing te hebben ontvangen voor meneer, maar die was gericht aan Attent Thuiszorg. Zij hebben navraag gedaan bij een CIZ-medewerker en die meld-de dat de zorgtoewijzing aan Attent was gericht. Om die reden hebben zij dit doorgegeven aan Bureau Zorgtoewijzing en een nieuwe zorgtoewijzing ontvan-

gen waardoor de zorg niet meer aan hen toegewe-zen was. Op 13 mei 2008 wordt opnieuw contact opgenomen met het zorgkantoor, afdeling zorgbe-middeling. De zorgtoewijzing ligt wel degelijk bij de Baalderborg. De kosten van het verblijf moeten gedeclareerd worden bij het zorgkantoor. Op 3 juni meldde de Zwieseborg dat het logeerverblijf niet onder de productieafspraken van de Baalderborg kan vallen. Het wordt duidelijk dat bij de Zwieseborg in dit geval geen zorg in natura wordt geaccepteerd. Op 5 juni bepaalde het zorgkantoor dat de indicatie tijdelijk verblijf wordt omgezet in een PGB. Meneer A ontvangt vanaf 1 januari 2008 een PGB van 96 euro per week (dit staat gelijk aan 1 etmaal tijdelijk ver-blijf). Meneer kan uit zijn PGB de verblijfskosten van de Zwieseborg betalen. Aangezien de Zwieseborg gespecialiseerd is in zorg worden de kosten volledig vergoed. Met het budget dat overblijft nadat de rekeningen van beide verblijfsperioden betaald zijn, kan het echtpaar nog een keer opvang betalen.

Administratief misverstandIn juli 2008 ontvangt de familie een persoonsgebon-den budget. Dit is, ondanks de telefonische toezeg-ging, echter niet toereikend om de rekeningen te betalen. Wat blijkt? Het persoonsgebonden budget is toegekend vanaf 1 augustus 2008 in plaats van per 1 januari 2008. Op 27 augustus wordt opnieuw contact opgenomen met het zorgkantoor voor omzetting van het persoonsgebonden budget per 1-1-2008. Hiervoor moet een omzettingsverzoek worden ingediend met een kopie van de rekeningen, waaruit blijkt dat voor 1 augustus gebruik is gemaakt van zorg. Deze brief is verstuurd op 27 augustus. Het totale budget is begin september alsnog op de rekening van het echtpaar gestort. Meneer en mevrouw A beraden zich nu hoe zij het restant van het budget gaan gebruiken. De mantel-zorgconsulent heeft het echtpaar aan het eind van het jaar ondersteund bij de verantwoording.

Page 35: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

35

Ervaring 2: Een fijne plek voor de verzorgdeDe mantelzorger, mevrouw B uit Steenwijkerland, zorgt voor haar man. Hij heeft al jaren hartklachten, is behan-deld voor longkanker en recent opnieuw geopereerd. Hij kan weinig zelf doen en is vaak moe. Hij heeft hulp nodig bij douchen en omdat hij vergeetachtig begint te worden, moet er in de gaten gehouden worden dat hij zijn medi-cijnen inneemt. Zij krijgt ook steeds meer lichamelijke gebreken, onder andere rugklachten en vindt de zorg zwaar. Ze wilde graag een keer op bedevaart naar Lourdes, maar vanwege haar man was dit niet mogelijk. Ze wist niet dat haar man uit logeren kon gaan. Een thuiszorgmedewerker wees haar op de pilot en via een mantelzorgconsulent is zij hiervoor aangemeld.

De indicatieMeneer B had al een indicatie voor huishoudelijke hulp. Op 8 april 2008 is daarnaast een indicatie voor tijdelijk verblijf ingediend. Op 3 juni 2008 is een indicatie afge-geven voor 10 dagen tijdelijk verblijf voor 7 etmalen per week.

Het logeerverblijfMeneer B verbleef van 12 tot en met 20 mei 2008 bij de Zwieseborg. Meneer en mevrouw B kijken met gemengde gevoelens terug op het logeerverblijf. Achteraf voelde de mantelzorger zich schuldig omdat zij haar man had achtergelaten. Meneer B gaf aan dat hij zich erg eenzaam had gevoeld. Dit is voor mevrouw B een grote emotionele drempel om opnieuw gebruik te maken van logeerop-vang. Meer informatie vindt u in kader 4.

Administratieve procedureEr is op 3 juni een indicatiebesluit verstuurd, maar helaas heeft de familie dit niet ontvangen. Het is onduidelijk of dit niet is aangekomen of dat dit zoek is geraakt. De mantelzorgconsulent heeft contact gezocht met het

zorgkantoor Achmea en het indicatiebesluit is opnieuw verstuurd. De familie heeft een persoonsgebonden bud-get gevraagd en dit is toegewezen. Het zorgkantoor heeft in september een PGB-formulier gestuurd naar de familie waarop onder andere het rekeningnummer vermeld moest worden. Dit is echter niet teruggestuurd. Helaas is de mantelzorgconsulent hier pas achter gekomen in maart 2009. De consulent heeft het formulier voor de familie ingestuurd en de benodigde gegevens achter-haald. Dit formulier met retourenquête is verstuurd naar de familie met het verzoek het formulier te ondertekenen en versturen. De mantelzorger, mevrouw B, vond het erg ingewikkeld en verwarrend. Zij kon geen hulp vragen want haar man lag destijds in het ziekenhuis en haar dochter was op vakantie. Ze begreep het formulier niet want dit was afkomstig van het zorgkantoor en ze was particulier bij een andere organisatie verzekerd. De man-telzorgconsulent heeft het opnieuw uitgelegd en namens haar een brief gestuurd naar het zorgkantoor. Op 14 mei 2009 werd verzocht om aanvullende gegevens zoals kopieën van de factuur en een verantwoordingsformulier. Op 10 juni wordt gevraagd om andere aanvullende gege-vens zoals een kopie van het legitimatiebewijs, een kopie van het verzekeringsbewijs, een kopie van een recent bankafschrift en een kopie van de zorgovereenkomst tussen 12 en 20 mei. Het echtpaar wacht nog steeds op de toewijzing van het PGB.

EvaluatieDeze mantelzorger vindt het heel belangrijk dat degene die zij verzorgt het in de opvang naar zijn zin heeft. Het is voor haar een drempel om weg te gaan wanneer de zorgvrager geen vakantiegevoel heeft. Daarnaast zorgt mevrouw B wel voor haar man, maar begint zij zelf ook steeds verwarder te raken. Zij kan eigenlijk geen PGB beheren. Zorg in natura zou in dit geval beter zijn geweest, maar het probleem is dat de door haar ge-wenste plek – een vakantieopvang voor haar man – vaak niet als zorg in natura wordt geleverd.

Aanvraag 1 > 28-11-2007CIZ-besluit 1 > 21-2-2008 Aanvraag 2 > 8-4-2008CIZ-besluit 2 > 3-6-2008Verblijf > 12 t/m 20 juniPGB-besluit > 1-9-2008Ontvangst PGB > onbekend

Page 36: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

36

Emotionele drempels voor een mantelzorgerDe dag dat mevrouw B haar man bracht, was het vrij druk want er waren veel dagjesmensen in het restaurant. Het zag er gezellig uit. Het was een prachtig ingerichte kamer op een geweldige locatie. Maar ondanks de eerste goede indruk heeft mevrouw B haar man niet met een gerust hart uit handen gegeven. Allereerst wist niemand dat meneer zou komen logeren en de aanmeldformulieren waren zoekgeraakt. Gelukkig kwam er even later een mevrouw die hen een kamer aanwees. Ten tweede bleek dat pas de volgende dag een verpleegkundige zou langskomen om samen met meneer te overleg-gen over de benodigde zorg. Mevrouw B wilde hierbij graag zijn en drong erop aan dat de verpleegkundige vandaag zou komen. Een half uur later kwam er een verpleegkundige die van huis opgeroepen was. Ze hadden gevraagd om een rollator, hulp bij het douchen en hulp bij het medicijngebruik van meneer. Dit was allemaal geregeld. Tot slot bleek echter dat meneer ‘s nachts alleen zou zijn op de Zwieseborg want op dat moment waren er geen andere gasten. Mevrouw vond dat een naar idee. Daarom kreeg meneer een kamer met een intercom. Op die manier zou hij ‘s nachts altijd hulp kunnen inroepen. Ondanks de pogingen van de Zwieseborg om in te spelen op de wensen van mevrouw, had zij moeite om meneer achter te laten.

Meneer B heeft tijdens zijn verblijf weinig gevraagd aan het personeel van de Zwieseborg. Achteraf vertel-de hij echter dat hij zich erg eenzaam heeft gevoeld. Hoewel er direct werd ingespeeld op zijn wensen, als hij deze kenbaar maakte, vrijwilligers hem een keer hebben meegenomen naar Hardenberg en hij “buitengewoon lekker” had gegeten, had hij weinig om handen. Overdag ging hij een blokje om met de rollator rond de boerderij en in het restaurant. Daar waren mensen aan het werk en had hij aanspraak.

Maar na 17.00 uur werd het stil. Meneer wilde graag vissen en had zich hierop verheugd. Maar helaas werd er gewerkt bij de vijver en was dit tijdelijk niet moge-lijk. Meneer kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn logeerverblijf. De entourage was erg goed, de mensen waren zeer vriendelijk, maar hij had het leu-ker gevonden als er wat meer mensen waren geweest en hij iets te doen gehad zou hebben. Meneer geeft aan dat hij een verblijf bij de Zwieseborg nog eens zou proberen wanneer er wat meer activiteiten voor hem georganiseerd zouden worden en hij zou kunnen vissen.

Tijdens haar bedevaart naar Lourdes vond mevrouw het geweldig dat ze even vrij was. Doordat meneer niet meer zo mobiel is en zijzelf ook steeds meer klachten krijgt, gaan ze niet vaak naar buiten. Ze vindt het best zwaar om de hele dag op elkaars lip te zitten. Ze vond het ook fijn dat haar man even uit de dage-lijkse sleur zou komen want de hele dag stilzitten is niet goed voor hem. Voor haar was het een verade-ming. Pas toen mevrouw thuiskwam, vertelde hij dat hij zich eenzaam had gevoeld, dit had hij niet tijdens de dagelijkse telefoongesprekken gedurende de vakantie verteld. Mevrouw voelde zich toen schuldig omdat ze hem had achtergelaten. Ze zou hem niet gauw nog een keer in een dergelijke situatie achter-laten en als ze dit tijdens haar verblijf had geweten, dan zou ze hem onmiddellijk laten ophalen door de kinderen. Desondanks zou ze hem er weer laten ver-blijven als hij dat zou willen. In elk geval zou ze voor zichzelf graag nog eens gebruik willen maken van langdurige respijtzorg, maar dan wel in een logeer-locatie waar haar man ook een vakantiegevoel zou hebben.

Kader 4.

Page 37: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

37

Ervaring 3: Verschillen in zorgzwaarteEen mantelzorger, mevrouw C uit Steenwijk, verzorgt haar inwonende dementerende moeder. De mantelzorger heeft een zware belasting: haar moeder wordt steeds slechter en zij neemt steeds meer taken voor haar reke-ning zoals de persoonlijke verzorging, de organisatie van de zorg, permanent toezicht en begeleiding bij de dage-lijkse bezigheden van haar moeder. Doordat haar moeder ‘s nachts erg onrustig is en door het huis dwaalt, slaapt mevrouw C slecht. Daarnaast is er steeds minder infor-mele hulp beschikbaar om de taken tijdelijk over te nemen. Dit komt doordat de belasting te zwaar wordt voor familie en vrijwilligers. Voorheen logeerde de moe-der nog wel eens bij de broer van mevrouw C, maar dit is door de toegenomen zorgvraag niet meer mogelijk. Ze wil heel graag een keer op vakantie, maar oppas is niet te vinden. Een verpleeg- of verzorgingshuis is niet moge-lijk. Daar zijn huisdieren meestal niet toegestaan en de moeder wil absoluut niet weg zonder haar hond. Gelukkig is dit bij de Zwieseborg wel mogelijk mits de moeder hem zelf aangelijnd uitlaat en verzorgt. Mevrouw C wordt door haar consulent getypeerd als een zwaar belaste mantelzorger, die op korte termijn en het liefst met enige regelmaat respijt nodig heeft om haar taak te kunnen volhouden.

De indicatieDe moeder had al een indicatie (d.d. 21-2-2008) voor onder andere ondersteunende begeleiding, persoonlijke verzorging en tijdelijk verblijf van een etmaal per week. Dit wordt deels uitgekeerd in zorg in natura en deels in een persoonsgebonden budget (PGB). Van het PGB wordt personeel ingehuurd voor onder andere persoonlijke ver-zorging en tweemaal per week nachtzorg. Het PGB is hiervoor ontoereikend. Op 4 april 2008 is een indicatie-aanvraag ingediend voor extra tijdelijk verblijf. Op 7 juni belde CIZ op waarom mevrouw een tweede aanvraag had ingediend. Zij had immers al een PGB. Mevrouw C raakte door dit telefoontje van streek en wilde het verblijf zelfs annuleren omdat zij bang was de rekening niet te kunnen betalen. De mantelzorgconsulent heeft contact opgenomen met CIZ en gezegd dat een aanvullend PGB gewenst is zodat mevrouw C op vakantie kan gaan. Op 16 juni 2008 is besloten dat de moeder een indicatie voor zorgzwaartepakket 5 ontvangt. Dit betekent dat ze permanent opgenomen kan worden in een instelling. Omdat geen gebruik wordt gemaakt van een instelling, wordt PGB uitgekeerd. Bij de indicatie stelde men de

vraag of het nog wenselijk is om de moeder thuis te laten wonen. Het zou wellicht beter zijn wanneer de moeder opgenomen zou worden in een verpleeghuis. De indicatie houdt in dat er een totaalbedrag van ongeveer 200 euro per etmaal wordt uitbetaald inclusief de ondersteunende begeleiding en persoonlijke verzorging. Hiermee is het PGB fors verhoogd. De kosten zijn echter nog steeds ontoereikend om de zorgkosten, inclusief de kosten van de Zwieseborg te betalen. De zorgkosten zijn erg hoog door het permanente toezicht dat nodig is.

Het logeerverblijfDe moeder verbleef van 9 tot en met 13 juni bij de Zwieseborg. Toen de moeder 4 dagen later werd opge-haald, was zij haar logeerverblijf alweer vergeten. Mevrouw C weet daardoor niet hoe het haar bevallen is op de Zwieseborg. Mevrouw C vond het moeilijk om haar moeder achter te laten ondanks dat ze een goede indruk had van de Zwieseborg. Ze vond het er prachtig uitzien. “Het is echt een loslaatproces alsof je je kinderen voor het eerst achterlaat op de kleuterschool.” Wel vond ze dat het heel stil was op de Zwieseborg want er was geen enkele andere gast.

Mevrouw C vond het de eerste dagen erg wennen om alleen te zijn. Het was stil zonder haar moeder. Maar na twee dagen vond mevrouw C het “heerlijk” om even tijd voor zichzelf te hebben. Ze was voor het eerst in tijden helemaal ontspannen aangezien ze normaal gesproken altijd op haar hoede is vanwege haar moeder. Wat ze heel jammer vond, was dat ze niet weet hoe haar moeder het op de Zwieseborg heeft gehad. Ze had na het verblijf heel kort een gesprek met de verzorgster van haar moeder. Deze vertelde dat ze naar Hardenberg waren geweest en dat moeder veel in de knuffelhoek van de kinderboerderij had gezeten. Dit vond mevrouw C eigenlijk iets te weinig. Ze had het op prijs gesteld als de Zwieseborg iets meer aandacht besteed zou hebben aan het natraject bijvoor-beeld door een nagesprek of door een dagschrift te over-handigen. Dat zou ook stimuleren om haar moeder vaker gebruik te laten maken van de Zwieseborg. Toen ze haar moeder ophaalde, maakte het geen goede indruk dat haar moeder naar kabeltekst zat te kijken in plaats van een televisieprogramma.

Page 38: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

38

Administratieve procedureDoordat mevrouw C al een PGB had, was de admini-stratieve procedure eenvoudig. Zij krijgt maandelijks een extra budget op haar rekening gestort. De factuur van de Zwieseborg is door de mantelzorgconsulent naar het zorgkantoor toegestuurd.

EvaluatieMevrouw C zou graag vaker gebruikmaken van logeer-opvang, om af en toe ontlast te worden en wat meer tijd te hebben voor andere familie en vrienden. Aangezien haar moeder zoveel zorg nodig heeft, is dit veel te duur. Het zorgkantoor betaalt 96 euro per etmaal tijdelijk verblijf als PGB. De kosten van de Zwieseborg voor haar moeder bedroegen bijna 900 euro per etmaal. Ter verge-lijking: het logeerverblijf van meneer A, die veel minder zorg nodig heeft, kostte iets meer dan 100 euro per etmaal bij de Zwieseborg. Een verblijf in een verzorgings-huis zou voor meneer A ongeveer 120 euro per etmaal kosten, terwijl een verblijf in een verpleeghuis voor de moeder van mevrouw C ongeveer 160 euro zou kosten. Hoewel dit laatste bedrag aanzienlijk goedkoper is dan de Zwieseborg, is het PGB in dit geval nog steeds niet toereikend, terwijl dat in het geval van meneer A bijna het geval is. Het merendeel van de kosten is daarom betaald door de Stichting Stuurgroep Logeervoorzienin-gen Overijssel. De verschillen in zorgzwaarte (en daardoor in kosten) worden op dit moment nog niet meegenomen in het bedrag voor het PGB. Voor mantelzorgers van ver-zorgden die veel zorg nodig hebben, pakt dit nadelig uit. Mevrouw C constateert dan ook dat zij de logeeropvang heel erg op prijs stelt en echt nodig heeft, maar volgend jaar niet weer voor de Zwieseborg kiest. Een verblijf daar is voor haar moeder veel te duur. Zij hoopt dat er volgend

jaar door de verhoging van het PGB geld overblijft na aftrek van de personeelskosten. Dit budget kan zij dan gebruiken om haar moeder enkele nachten onder te brengen bij een goedkopere logeeropvang. Toch rijst in dit geval wel de vraag hoelang het nog mogelijk is om te mantelzorgen voor iemand die continue zorg en toezicht nodig heeft.

Aanvraag 1 > 28-11-2007CIZ-besluit 1 > 21-2-2008Aanvraag 2 > 4-4-2008CIZ-besluit 2 > 16-6-2008Verblijf > 9 t/m 13 juni PGB-besluit > 18-6-2008 Ontvangst PGB > maandelijks

Page 39: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

39

Ervaring 4: Reserveringsmogelijkheid in de buurtMeneer D uit Den Ham (gemeente Twenterand) verzorgt zijn inwonende, hoogbejaarde dementerende vader.Nu is meneer D in september getrouwd en wilde hij graag samen met zijn vrouw op een 10-daagse huwelijks-reis meteen na de huwelijksplechtigheid. De vader kan echter niet alleen gelaten worden, vooral ‘s nachts is ondersteuning gewenst. De mantelzorgconsulent bekeek eerst of een vrijwillige oppas geregeld kon worden. Dan zou meneer in zijn eigen omgeving kunnen blijven. Dat lukte echter niet voor 10 nachten. Daarom ging de voor-keur uit naar een logeeropvang in de buurt zodat de omgeving voor de vader vertrouwd was. Bovendien wilde de zoon liever zorg in natura aangezien een PGB admini-stratieve rompslomp oplevert en hij het al druk genoeg had met een huisverbouwing en het regelen van zijn huwelijk. Het liefst wilde hij een plek hebben in woon-zorgcentrum Het Liefferdinck in Den Ham. De mantel-zorgconsulent belde verschillende verpleeg- en verzor-gingshuizen in de buurt om te vragen of tijdelijk verblijf mogelijk was van 19 tot en met 27 september. Uiteindelijk bleek dat alleen het Haarhuus in Westerhaar bereid was om in de betreffende periode een plek vrij te houden voor de vader, mits er een CIZ-indicatie werd verkregen. Dit is nodig omdat in deze organisatie alleen zorg in natura mogelijk is. Zonder CIZ-indicatie komt men er niet in.

De indicatieEr is een aanvraag gedaan en op 18 augustus heeft er een telefonisch indicatiegesprek plaatsgevonden. Op 25 augustus is de indicatie toegekend.

Het logeerverblijfHoewel in eerste instantie was afgesproken dat de vader in het Haarhuus terecht kon, bleek vlak voordat hij uit logeren zou gaan, dat er wel ruimte beschikbaar was bij het Liefferdinck. Het bleek ook geen probleem te zijn om de toewijzing om te zetten. De vader verbleef daarom van 19 tot en met 27 september in het gewenste Liefferdinck. De vader vond het wel verwarrend om te wisselen tussen zijn eigen huis en het Liefferdinck en andersom, maar na enkele dagen was de situatie weer genormaliseerd. De mantelzorger moest even de knop omzetten toen hij zijn vader achterliet bij het Liefferdinck, maar heeft daarna genoten van zijn huwelijksreis.

Administratieve procedureDe administratieve procedure verliep prima. Zodra de indicatie geregeld was, werd er zorg in natura verleend. Dit werd geregeld via het zorginformatiepunt in Twenterand.

EvaluatieMeneer D en zijn kersverse bruid zijn heel blij dat ze op huwelijksreis konden en er opvang voor de (schoon)vader beschikbaar was op een voor hem vertrouwde plaats. Het was wel een beetje verwarrend dat de gewenste locatie eerst niet mogelijk was, maar uiteindelijk toch wel. Zorg in natura blijkt een stuk gemakkelijker te regelen dan een PGB. Het is jammer dat de meeste opvangvoorzieningen die zorg in natura verlenen, geen reserveringsmogelijk-heid kennen.

Aanvraag > 18-8-2008 CIZ-besluit > 25-8-2008Verblijf > 19 t/m 27 sept

Page 40: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

40

Ervaring 5: Met spoed opvang gezochtMeneer en mevrouw E zorgen voor hun (schoon)moeder, die slecht ziet. Ze wilden graag samen op vakantie, maar konden hun (schoon)moeder niet alleen achterlaten. De moeder had al vaker gelogeerd bij verzorgingshuis Welgelegen. Dit jaar wilde de moeder echter liever thuis blijven. Daarom had het echtpaar voor twee weken een vrijwillige oppas thuis geregeld. Helaas bleek de oppas op het laatste moment verhinderd te zijn. Het echtpaar had met spoed andere opvang nodig.

De indicatieEr is met spoed een aanvraag bij CIZ gedaan op 20 juni 2008. Daarbij hebben ze als voorkeur verzorgingshuis Welgelegen opgegeven, want daar was de moeder al eer-der geweest. Op 23 juni 2008 is de indicatie afgegeven.

Het logeerverblijfEr bleek gelukkig nog plaats te zijn voor de moeder bij Welgelegen. Het echtpaar kon een dag na de geplande vertrekdatum alsnog met een gerust hart op vakantie. Op 24 juni vertrok het echtpaar voor een welverdiende vakantie. De moeder vond het weliswaar jammer dat ze niet thuis kon blijven, maar schikte zich in de situatie.

Administratieve procedureEr is zorg in natura geleverd bij verzorgingshuis Welgelegen.

EvaluatieHet echtpaar was erg blij dat op deze manier op zeer korte termijn opvang geregeld kon worden in een voor de moeder bekend verzorgingshuis.

Ervaring 6: Opvang in de buurt in eigen dialectMevrouw F uit Enschede heeft een manisch-depressieve man met een heupafwijking. Hij beweegt zich buitens-huis is een rolstoel voort en binnenshuis met een stok. Ook heeft hij last van incontinentie, geheugenproblemen en moeite met zijn oriëntatievermogen. Zij zorgt al 28 jaar voor hem. Ze doet de persoonlijke verzorging zoals hulp bij het douchen en aankleden, verschonen en toe-zicht bij de inname van medicijnen, ook geeft ze hulp bij dagelijkse bezigheden, verricht het huishouden en obser-veert zijn gedrag en conditie. Ze heeft soms het gevoel dat ze tekortschiet in de zorgtaken, vooral als ze zelf erg druk is of zich niet goed voelt. Op dit moment heeft ze last van slapeloosheid, concentratieproblemen en andere lichamelijke ongemakken die op stress duiden. Vorig jaar is ze samen met haar man meegegaan op vakantie, geor-ganiseerd door het mantelzorgsteunpunt. Nu wil ze graag een keer alleen weg op de fiets. De mantelzorg-consulent had haar al gevraagd of de proef haar iets leek, maar in eerste instantie reageerde ze terughoudend. Ze wilde weten wat haar man ervan zou vinden. Hij bleek het niet leuk te vinden en ze besloten niet mee te doen aan de proef. Na een paar weken lazen ze in de krant over de proef en woonde ze een respijtzorgbijeenkomst voor mantelzorgers bij. Mevrouw F merkte dat ze het erg nodig had om even wat tijd voor zichzelf te hebben. Uiteindelijk is meneer F akkoord gegaan. Ze hebben aan de mantelzorgconsulent gevraagd of meneer gebruik zou kunnen maken van de Zwieseborg. De indicatieMeneer F ontvangt al huishoudelijke hulp en persoonlijke ondersteuning door Livio. Op 17 april is er een aanvraag ingediend voor tijdelijk verblijf. Op 20 juni 2008 is beslo-ten om ondersteunende begeleiding, persoonlijke verzor-ging en tijdelijk verblijf van 2 etmalen per week te ver-strekken.

Het logeerverblijfMeneer F verbleef van 5 tot en met 11 augustus in de Zwieseborg. Van tevoren hebben ze op internet en in een folder bekeken wat de Zwieseborg inhield. De logeer-kamer vond mevrouw prachtig, daar wilde zij ook graag logeren. Gelukkig is het ook mogelijk om samen een keer naar de Zwieseborg te gaan. Ze zijn op 5 augustus samen met de taxi naar de Zwieseborg toegegaan. Het logeer-verblijf kende een slechte start want de rit duurde erg lang. Meneer was, ondanks zijn luiers, doornat bij aan-

Aanvraag > 20-6-2008 CIZ-besluit > 23-6-2008 Verblijf > 24 juni t/m 12 juli

Page 41: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

41

komst. De Zwieseborg is eigenlijk te ver weg voor meneer, een opvang in de buurt zou beter zijn. Daar aangekomen vond het echtpaar de locatie heel warm, huiselijk en goed verzorgd. Wat ze erg prettig vonden was dat men bij de Zwieseborg Twents sprak, zoals het echtpaar zelf ook doet. Mevrouw liet haar man met een gerust hart achter. Wat meneer erg prettig vond aan het logeerverblijf was dat hij overdag lekker op het terras kon zitten en kon kijken naar de mensen die langs kwamen. Verder hebben vrijwilligers hem verschillende keren meegenomen, onder andere naar een dierentuin, uit wandelen, de markt in Hardenberg enzovoort. Dat waardeerde hij erg. Het ver-blijf beviel hem veel beter dan in het verpleeghuis, waar hij tijdelijk ook is geweest toen hun huis werd verbouwd. Daar was het niet mogelijk om van tevoren de kamer te zien, werd er veel gekletst door de bewoners en had hij een bed in de kamer, wat niet prettig is omdat hij rookt. Hij verbleef dan ook veel liever in de Zwieseborg. Wat hij jammer vond aan de Zwieseborg was dat hij vooral ‘s avonds wel erg alleen was. Mevrouw vond het erg onprettig dat hij zelf mocht weten hoe laat hij naar bed ging, uit bed ging en wat hij at. Zij vindt dat meneer dan onverantwoordelijke beslissingen neemt, wat meer sturing vanuit de Zwieseborg hierin zou zij gewaardeerd hebben. Toch is mevrouw F heel blij dat ze de stap naar logeeropvang gemaakt hebben en dat haar man het ook naar zijn zin heeft gehad. Een volgende keer zou zij sneller gebruikmaken van deze mogelijkheid.

Administratieve procedureOp 1 juli 2008 heeft mevrouw F bericht ontvangen van het zorgkantoor. Vanaf 1 juni 2008 zou alle zorg in een persoonsgebonden budget uitgekeerd worden. Mevrouw wil liever zorg in natura, zeker de zorg die zij nu al in natura ontvangt. De mantelzorgconsulent verzocht het zorgkantoor om alleen het deel tijdelijk verblijf om te zet-ten in PGB en de rest van de zorg uit te keren als zorg in natura. Op 4 augustus ontvangt het echtpaar het PGB voor tijdelijk verblijf. Het PGB is hoger dan de kosten van het logeerverblijf bij de Zwieseborg, dus de rekening kan

hieruit betaald worden. Mevrouw geeft aan dat ze erg blij is met de ondersteuning van de mantelzorgconsulent bij het invullen van de formulieren. Gezamenlijk hebben zij een afrekening gemaakt. Op 4 april 2009 blijkt echter dat het zorgkantoor alleen de zorgkosten van de Zwiese-borg wil vergoeden en niet de verblijfskosten. Dit is ech-ter niet in overeenstemming met de afspraken die met het zorgkantoor zijn gemaakt. Na verschillende telefoon-tjes door een SVWO/Arcon-medewerker met het zorg-kantoor wordt er een herberekening gemaakt. Alle kosten die gemaakt zijn bij de Zwieseborg worden vergoed.

Hoewel het echtpaar de Zwieseborg ver van huis vindt en ‘s avonds erg eenzaam, is dit een heel veel betere opvangmogelijkheid dan een verpleeghuis. Het echtpaar gaat het restant van het PGB gebruiken voor een geza-menlijk verblijf in de Zwanenhof in Zenderen (Logeerhuis Twente). In de toekomst willen ze vaker gebruikmaken van logeeropvang.

Aanvraag > 17-4-2008CIZ-besluit > 20-6-2008Verblijf > 5 t/m 11 aug.PGB-besluit 1 > 1-7-2008PGB-besluit 2 > 4-8-2008Ontvangst PGB > 4-8-2008

Page 42: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

42

Ervaring 7: Goede overdracht bij ontvangst en vertrekMevrouw G uit Zwolle verzorgt, samen met haar volwas-sen thuiswonende zoon, haar man. Hij heeft in 1989 een hersenbloeding gehad. Zijn linkerkant functioneert niet en zijn korte termijngeheugen functioneert slecht. Hij heeft hulp nodig bij het douchen en begeleiding bij de dagbesteding. Hij maakt 8 dagdelen per week gebruik van dagbesteding. Het wordt mevrouw soms allemaal teveel, want ze heeft duidelijke stresssymptomen. Ze heeft bijvoorbeeld last van gevoelens van slapte, con-centratieproblemen, nervositeit en gespannen spieren. De laatste tijd huilt ze vaak. Ze wil heel graag wat tijd voor zichzelf. Daarom heeft ze zich in juni 2008 aan-gemeld voor de proef.

De indicatieOp 12 juni 2008 is de indicatieaanvraag gedaan voor tijdelijk verblijf. Op 8 juli is 1 etmaal per week tijdelijk verblijf toegewezen.

Het logeerverblijfMeneer G verbleef van 8 tot en met 15 september bij de Zwieseborg. Hier kreeg hij de benodigde zorg en ging hij naar een dagbesteding in de omgeving. Mevrouw G vond de ontvangst niet helemaal goed geregeld. Er was niemand aanwezig om hen op te vangen. Gelukkig kwam dit later goed en waren ze tevreden over de opvang. Ook deze meneer vond het verblijf wel erg stil en een-zaam. Ook met het eten ging het niet helemaal goed want er werd een paar keer geen rekening gehouden met zijn dieet. Bij aankomst was er een duidelijke afspraak gemaakt over het tijdstip van vertrek, maar toen mevrouw haar man kwam halen, was er niemand aanwezig.

Administratieve procedureOp 1 november 2008 is besloten het tijdelijk verblijf uit te keren als PGB. Het bedrag bleek ruimschoots voldoende om de rekening van de Zwieseborg te voldoen. Mevrouw G moest haar bankrekeningnummer doorgeven aan de sociale verzekeringsbank (SVB), die de betaling van het PGB regelt. Op 10 maart 2009 bleek echter dat het PGB nog niet was uitgekeerd en dat de rekening van de Zwieseborg nog niet was betaald door mevrouw G. Toen de mantelzorgconsulent navraag deed, bleek dat mevrouw G een spaarrekeningnummer had doorgegeven aan de SVB. Zij heeft wel herinneringen ontvangen van het zorgkantoor maar omdat ze niet begreep wat het zorgkantoor van haar wilde, heeft ze die brieven vernie-tigd. Haar redenering was dat ze een zorgverzekering had bij een andere verzekeraar dan het zorgkantoor. Vervolgens heeft de mantelzorgconsulent gevraagd of de rekening van de Zwieseborg rechtstreeks betaald kon worden aan de Zwieseborg. Hierop ontving het echtpaar op 14 mei 2009 een brief van het zorgkantoor waarop stond dat mevrouw gegevens moest aanleveren, waaron-der kopieën van facturen en een verantwoordingsbijlage. Dit heeft zij niet gedaan omdat ze niet begreep waarvoor het diende. De mantelzorgconsulent heeft dit alsnog gedaan. Op 10 juni heeft het zorgkantoor gevraagd of het echtpaar de persoonsgegevens wilde controleren en aanvullen. Dit is gedaan. Anno oktober 2009 is het PGB nog niet toegekend. De mantelzorgconsulent heeft het opgegeven en de gegevens doorgegeven aan een mede-werker van SVWO/Arcon.

EvaluatieMeneer en mevrouw kijken terug op een prettige periode. Hij was tevreden over de logeeropvang en zij heeft tijd voor zichzelf kunnen hebben. Zij hadden een goede ont-vangst en vertrek op prijs gesteld. Tot slot was het voor dit echtpaar lastig om de aanvraag en het PGB te regelen. Zij hebben hierbij ondersteuning nodig van een mantel-zorgconsulent, die hiervoor de tijd en deskundigheid heeft. Meneer en mevrouw begrijpen niets van de aan hen toegestuurde formulieren.

Aanvraag > 12-6-2008CIZ-besluit > 8-7-2008Verblijf > 8 t/m 15 septPGB-besluit > 1-11-2008Ontvangst PGB > 2009

Page 43: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

43

Ervaring 8: Speciaal vervoer naar de logeeropvangMevrouw H zorgt voor haar man. Hij heeft in 2005 een dubbele liesbreuk en een navelbreuk gehad. Dit heeft tot complicaties geleid en meneer ligt de hele dag op bed om zijn buik te ontlasten. Hij gaat steeds verder achteruit. Mevrouw doet sinds zijn ongeluk de gehele verzorging, zowel op het persoonlijk vlak, huishoudelijk als hulp bij de dagelijkse bezigheden. Ze heeft sinds kort tijdelijk een huishoudelijke hulp vanuit de WMO. Ze heeft vaak het gevoel dat ze tekortschiet in de zorgtaken en voelt zich erg machteloos omdat haar man steeds meer achteruit gaat. Ze vindt het erg vervelend dat als ze af en toe voor zichzelf kiest, het dan niet mogelijk is om te doen wat ze graag wil omdat haar man haar nodig heeft. Mevrouw werkt naast haar zorgtaken fulltime en zorgt ook voor haar thuiswonende dochter. Daarnaast bezoekt ze voor en na haar werk haar dementerende moeder. Het lukt haar dikwijls niet om alle taken te combineren. Het gezin verkeert momenteel in financiële problemen door de toestand van meneer. Mevrouw kan het steeds minder goed aan, zij heeft last van slapeloosheid, opvlie-gingen en haar schildklier werkt te langzaam. Om deze redenen wil mevrouw L graag meedoen aan de proef. De familie is sinds het ongeluk niet meer op vakantie geweest.

De indicatieOp 3 juli 2008 is er een indicatie aangevraagd. Op 12 augustus is er een indicatiebesluit afgegeven. Meneer ontvangt tijdelijk verblijf van 1 etmaal per week, onder-steunende begeleiding van 4 dagdelen per week en heeft een medische vervoersindicatie.

Het logeerverblijfVan 22 tot en met 28 september 2008 verbleef meneer bij de Zwieseborg. Van tevoren maakte het echtpaar zich erg druk want er moest liggend vervoer worden geregeld. Het was de vraag hoe dat geregeld moest worden en wie dat zou doen. Uiteindelijk is meneer door de vrijwillige Stichting Twentse Wensambulance vervoerd naar de Zwieseborg (tegen benzinekosten). Meneer heeft het heel erg naar zijn zin gehad. Er werd goede zorg geleverd, er was veel 1 op 1 contact en ‘s middags besprak hij met de kok wat het menu die dag zou zijn.

Mevrouw had een week vrijgenomen van haar werk en had het bezoek aan haar moeder een week aan iemand

anders overgedragen. Ze hoefde dus helemaal niets te doen. Dit is haar echter erg tegengevallen. Ze wist niet meer wat ze met haar tijd moest doen. Ze heeft hierdoor een waardeloze week gehad. Hiervan heeft ze geleerd dat ze tijdens de respijtweek ook zelf activiteiten moet plannen, door bijvoorbeeld zelf op vakantie te gaan.

De familie (het echtpaar met hun dochter) is gezamenlijk nogmaals weggegaan van 8 tot en met 15 december. Men heeft gekozen voor het bungalowpark Care Holidays in Heino. De zorg werd daar overgenomen door de Stichting residentiële en ambulante zorg. Hier heeft de familie een heerlijke week gehad en is men gezamenlijk echt tot rust gekomen. Ze hebben besloten om vaker gebruik te maken van het PGB zodat mevrouw haar zorgtaken in de toe-komst beter kan volhouden. Meneer en mevrouw hebben behoefte aan zorgovername wanneer zij samen weg zijn dan dat meneer alleen uit logeren gaat.

Administratieve procedureHet PGB was ontoereikend om de zorgkosten van de Zwieseborg te betalen. Dit komt omdat meneer veel zorg nodig heeft. De kosten van het bungalowpark waren veel lager. Het PGB is verantwoord met de rekening van de Zwieseborg en niet met de rekening van het bungalow-park. In een evaluatiegesprek met een zorgkantoor bleek dat betwijfeld werd of het verblijf bij het bungalowpark vergoed zouden worden, hooguit de daar gemaakte zorg-kosten. Dit komt omdat het verblijf gezien wordt als een vakantie en niet als tijdelijk verblijf.

Het echtpaar stelt het PGB erg op prijs. Meneer heeft zich goed vermaakt bij de Zwieseborg, maar gaat nog liever weg samen met zijn familie. Mevrouw heeft echt behoefte aan respijtzorg, zeker omdat zij zorg en werk combineert, maar heeft geleerd dat zij of samen met haar man weg wil gaan of met iemand anders. Alleen thuiszitten is voor haar niet ontspannend. Daarnaast vindt het echtpaar het belangrijk dat er een (liggend) vervoersmogelijkheid is bij een logeerlocatie.

Aanvraag > 25-6-2008CIZ-besluit > 12-8-2008Verblijf 1 > 22 tm 28 sept.PGB-besluit > 12-8-2008Ontvangst PGB > 2-11-2008Verblijf 2 > 8 tm 15 dec.

Page 44: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

44

Ervaring 9: Samen een weekendje wegMevrouw I zorgt voor haar partner. Hij is een demente-rende man van 64 jaar met woedeaanvallen. Zij vrouw kan de zorg eigenlijk niet aan. Meneer is in april 2008 tijdelijk opgenomen bij het Meulenbelt om haar te ont-lasten. Nu wil ze graag nogmaals tijdelijk ontlast zijn van haar zorgtaken, maar dan willen ze graag samen weg. Op 16 juni 2008 vraagt een mantelzorgconsulent wat de mogelijkheden zijn binnen de proef om samen een weekendje weg te gaan.

De indicatieOp 8 november 2007 is er een indicatieaanvraag gedaan. Op 9 november is er persoonlijke verzorging toegewezen, dat in natura wordt verleend door Thuiszorg Service Nederland (TSN). Later is de indicatie omgezet in zorg-zwaartepakket 5VV.

Het logeerverblijfOp 11 en 12 juli 2008 is gebruik gemaakt van de Zwiese-borg. Ze vonden het leuk, maar niet voor herhaling vat-baar. Ze vonden het erg ver van de bewoonde wereld en meneer en mevrouw beschikken niet over eigen vervoer. Daarom zal meneer volgende keer weer voor tijdelijk verblijf naar het Meulenbelt gaan wanneer mevrouw op vakantie gaat.

Administratieve procedureMevrouw I stuurde de rekening van de Zwieseborg met een bedrag van 141,94 op 17 juli naar CIZ. Deze stuurde de rekening retour. Vervolgens is de rekening naar het zorgkantoor in Enschede gestuurd. De volgende dag belde een medewerker van het zorgkantoor met het verzoek om een PGB van 30.000 euro aan te vragen. Dit betrof een omzetting van de gehele indicatie (inclusief persoonlijke verzorging en dagopvang). Op die manier zou de rekening, volgens het zorgkantoor, vergoed kunnen worden. Bovendien zou mevrouw M een arbeidscontract kunnen krijgen zodat zij betaald de zorg zou kunnen uitvoeren.

Op 11 augustus 2008 is het zorgzwaartepakket 5VV omgezet van zorg in natura naar PGB. Bij het zorgkantoor was namelijk niet bekend dat meneer al thuiszorg van TSN ontving en naar de dagopvang ging. Het bleek dat TSN een achterstand had en de zorg nog niet had gede-clareerd. Daarom besloot het zorgkantoor een tijdelijk PGB toe te kennen van 7.000 euro waaruit het verblijf van de Zwieseborg betaald zou kunnen worden. Met dit enorme bedrag kan mevrouw vaker gebruikmaken van de Zwieseborg. Zij moet echter nog wel administratieve handelingen verrichten, zoals een kopie van de verzeke-ringspas, een IB-formulier bij de belastingdienst opvra-gen en een verantwoordingsformulier invullen. Naast de rekening van de Zwieseborg kreeg mevrouw ook een afzonderlijke rekening van de geleverde thuiszorg. Ook deze rekening kan vanuit het PGB worden betaald.

EvaluatieAls mevrouw I van tevoren had geweten wat zij aan administratieve procedures moet doorlopen voor een weekendje weg (de aanvraag, de verantwoording, kopie-en inleveren etc.), dan zou ze hieraan nooit begonnen zijn. Zowel voor mevrouw als de mantelzorgconsulent is het een zware belasting geweest om dit allemaal te regelen.

Aanvraag > 8-11-2007CIZ-besluit > 9-11-2007Verblijf > 11 t/m 12 juli PGB-besluit > 11-8-2008Ontvangst PGB > 4-12-2008

Page 45: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

45

Ervaring 10: Indicatie voor iemand zonder aantoonbare aandoeningMeneer en mevrouw J zorgen voor hun 17-jarige dochter. Zij heeft al enkele jaren pijnlijke gewrichten en kan hierdoor weinig prikkels verdragen. Sinds 2005 zijn haar klachten verergerd en heeft ze continue zorg nodig. Sinds 2007 kan ze niet meer lopen. Er is slechts gedeelte-lijk een diagnose gesteld. De dochter heeft de ziekte van Lyme, astma en het hypermobiliteitssyndroom (HMS). Dit verklaart echter niet de mate van klachten die de dochter ervaart, daarom wordt ze nog verder onderzocht. De ouders zorgen voor haar, zonder indicatie omdat de aandoeningen medisch niet aantoonbaar zijn. Volgens de consulent zijn zij overbelast en dringend toe aan respijt. De ouders hebben al meerdere indicatieaanvragen inge-diend. Er is sinds kort tijdelijk een PGB toegekend via een rechterlijke uitspraak voor persoonlijke verzorging en ondersteunende begeleiding. De verpleging is niet toe-gekend en voor activerende begeleiding loopt nog een bezwaarprocedure. CIZ wil dat de dochter wordt opgeno-men in een revalidatiecentrum. Dit is een voorliggende voorziening, die bekostigd wordt door de ziektekostenver-zekering. Daarom wordt geen AWBZ-indicatie afgegeven. De ouders willen hun dochter echter niet in een revalida-tiecentrum laten opnemen.

De indicatieOp 8 juli 2008 is een indicatie aangevraagd. Op 17 juli 2008 is besloten de indicatie af te wijzen. Op 17 decem-ber 2008 en 2 januari 2009 is nogmaals een aanvraag gedaan. Op 8 januari 2009 is besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen aangezien de bezwaar-procedure tegen het besluit van 17 juli nog loopt. Een aanvraag is alleen mogelijk wanneer er veranderingen in de gezondheid en leefomstandigheden zijn gebleken. Dit is niet het geval.

Het logeerverblijfDe dochter zou van 15 tot 20 januari verblijven in de Zwieseborg. Professionele zorg is echter niet te geven aan deze jongedame doordat het arbotechnisch niet te verantwoorden is. De dochter kan niets, alles moet voor haar gedaan worden en alles doet zeer. Zij in heel zwaar, weegt meer dan 100 kilo. Maar kan geen gebruikmaken van een tillift omdat dit te pijnlijk is. De vader draagt de dochter overal naartoe. Dit doet ook zeer, maar is minder pijnlijk dan een tillift. De verzorgers bij de Zwieseborg vonden dit te zwaar. Zij hebben dit twee dagen gedaan

vanwege hun medeleven met de dochter en de ouders. Deze zorg kon echter niet 5 dagen geleverd worden. In overleg is besloten de logeeropvang voortijdig te beëindigen.

Administratieve procedureHet verzoek is afgewezen, de bezwaarprocedure loopt nog.

EvaluatieVoor mantelzorgers van iemand die geen medisch aan-toonbare aandoening heeft, maar wel zorg nodig heeft, is respijt onbetaalbaar. En ook professionele zorg kent grenzen. In sommige gevallen is de benodigde zorg lastig te realiseren wanneer voldaan moet worden aan allerlei arbotechnische eisen.

Aanvraag 1 > 8-07-2008CIZ-besluit 1 > 17-07-2008Aanvraag2 > 17-12-2008Aanvraag 3 > 2-1-2009CIZ-besluit 2 en 3 > 8-1-2009Verblijf > 15 tot 20 jan

Page 46: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

46

Aanwezig:Henk Veltkamp, teamleider AWBZAnnemarie Baken, kennisdrager CIZHerma Nap, St. SLOBert Boonk, St. SLOMaaike Moulijn, SVWO/Arcon (notulen)

Mevrouw Nap vertelt eerst over de Stichting Stuurgroep Logeervoorzieningen Overijssel. Deze stichting is opge-richt in juli 2007 om uitvoering te geven aan een aantal door de provincie Overijssel geformuleerde opdrachten die samenhangen met het verbeteren van respijtzorg in de provincie Overijssel. Onder respijtzorg wordt zorg verstaan die tijdelijk het werk van een mantelzorger uit handen neemt. De stichting richt zich voornamelijk op de logeeropvang, tijdelijk verblijf in bijvoorbeeld een verzorgingshuis, op een logeerboerderij of in een zorg-hotel. Hiertoe zijn provinciale middelen beschikbaar gesteld. Voor de uitvoering van deze opdrachten wordt de stichting bijgestaan door medewerkers van SVWO/Arcon, een provinciaal adviesorgaan op het terrein van zorg en welzijn. Daarnaast wordt de stichting geadvi-seerd door een medewerker van de Vrijwilligerscentrale Zwolle, onderdeel Steunpunt Informele Zorg en door een medewerker van het Platform Mantelzorg Overijssel (PMO). De hiervoor genoemde opdrachten aan onze stichting zijn:1. Het inventariseren van de logeervoorzieningen in Overijssel en de publicatie van de resultaten in de vorm van een website en/of logeergids (zie www.logeergids.nl)2. Het realiseren van heldere procedures rond de toegang van logeervoorzieningen in de provincie Overijssel3. Het formuleren van kwaliteitscriteria waaraan logeervoorzieningen zouden moeten voldoen4. Het opwaarderen van één of meer bestaande logeervoorzieningen

In het kader van de tweede opdracht, het realiseren van heldere procedures, vindt het gesprek met CIZ plaats. De stichting heeft 14 mantelzorgers gevolgd terwijl zij gebruikmaken van logeeropvang. Hieruit zijn enkele vragen naar voren gekomen met betrekking tot de indica-tiestelling door CIZ.

Vervolgens vertelt de heer Veltkamp over de positie van CIZ. CIZ heeft afgelopen jaren zorgvuldig haar onafhan-kelijkheid bewaakt, en in dat kader geen relatiebeheer gevoerd. Nu vindt er een omslag plaats en is relatiebe-heer wel mogelijk en belangrijk geworden. Dat komt omdat nu de regelgeving duidelijker is geworden. De AWBZ wordt steeds meer een verzekering, waarbij CIZ de claimbeoordeling doet. Anders wordt de zorg onbetaal-baar. Dit vergt een andere houding van indicatiestellers. CIZ is nu meer aan de regelgeving gebonden. Door gewij-zigde regelgeving is het mogelijk dat cliënten die een geldige aanvraag hebben, maar een nieuwe aanvraag doen, minder geïndiceerd krijgen. Daarom wordt soms aan cliënten aanbevolen om geen nieuwe aanvraag te doen wanneer zij nog een geldige aanvraag hebben. Naast een indicatie (dit is een besluit), brengt CIZ soms ook een advies uit aan het zorgkantoor, zoals over de wens om een PGB of de voorkeursaanbieder. Dit laatste is niet bindend voor een zorgkantoor, maar een extra service aan de cliënten.

De heer Boonk vraagt in hoeverre het zorgkantoor kan afwijken van de indicatie. De heer Veltkamp geeft aan dat het zorgkantoor het indicatiebesluit moet uitvoeren, maar er zit wel rek in het besluit. Cliënten krijgen een klasse geïndiceerd. Per functie wordt er een bepaald aantal uren toegekend. In deze klassen zit rek, er wordt bijvoorbeeld 2 tot 6 uur geïndiceerd. Het zorgkantoor bepaalt in dat geval hoeveel zorg er verleend wordt. Er vindt geen terugkoppeling plaats tussen CIZ en zorg-kantoor over het besluit en de uitvoering hiervan.

Mevrouw Nap vraagt hoe er geïndiceerd wordt en in hoeverre mantelzorgers hierbij betrokken worden. Mevrouw Baken antwoordt dat er meestal telefonisch geïndiceerd wordt. Alleen wanneer het nodig is, vindt er thuisbezoek plaats, bijvoorbeeld bij taalproblemen of

Op 11-2-2009 heeft er een gesprek plaatsgevonden met CIZ locatie Enschede. Hieronder vindt u de notulen van dit gesprek.

Bijlage 2.4 Gesprek CIZ Enschede

Page 47: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

47

wanneer de cliënt niet vrij uit kan spreken aan de tele-foon. Bij de indicering wordt gekeken naar de situatie. Soms wordt alleen informatie opgevraagd bij de hulp-verleners of bij de mantelzorgers (dit gebeurt vooral bij GGZ-cliënten). In de regel wordt met meerdere mensen gesproken bij een indicatie, waaronder met degene die zorg nodig heeft als met de mantelzorger. Ook de moge-lijkheden en belasting van de mantelzorger komt aan bod in het gesprek.

Mevrouw Nap vraagt hoe er wordt omgegaan met man-telzorg. In de Eerste Kamer is er afgesproken dat mantel-zorg vrijwillig moet plaatsvinden. De heer Veltkamp geeft aan dat dit soms wel tot dilemma’s leidt. Als er iemand in huis is die geen werk verricht en in principe de zorg kan overnemen, maar er wel een indicatie wordt afgegeven en er PGB gevraagd wordt dan kan de partner hetzelfde werk als een mantelzorger doen, maar dan betaald. Bij de indicatie wordt eerst gekeken in hoeverre er gebruik gemaakt kan worden van voorliggende voorzieningen (uit de ziektekostenverzekering bijvoorbeeld). Daarna wordt bekeken wat gebruikelijke zorg is en pas dan wordt bekeken wat mantelzorgers kunnen doen. Er wordt nu wel dwingender omgegaan met mantelzorgers dan voorheen, juist vanwege het bovengenoemde dilemma. Mantelzorg is nog steeds niet afdwingbaar. Wanneer een mantelzorger de zorgtaken niet meer wil of kan vervullen dan moet er een indicatieaanvraag plaatsvinden. Wanneer een mantelzorger tijdelijk respijt nodig heeft, wordt er vaak een tijdelijk verblijfsindicatie van 1 etmaal per week afgegeven. Wanneer er meer respijt nodig is, dan kan men zich afvragen of er niet een omslagpunt is bereikt dat er eigenlijk een permanente verblijfsindicatie nodig is. Als dat wordt afgegeven en mensen kiezen ervoor om toch thuis te blijven wonen, dan is er een bepaald budget beschikbaar. Dit is waarschijnlijk te wei-nig om alle zorg te betalen, maar als dat een probleem is dan kunnen mensen ervoor kiezen om de verzorgde toch te laten opnemen.

Vervolgens wordt gevraagd wat CIZ onder respijtzorg ver-staat. CIZ ziet dit als zorg ter vervanging van gebruikelijke zorg. Als de mantelzorger uitvalt of op vakantie gaat, is vervanging van de zorgtaken mogelijk, daarvoor kan een

indicatie aangevraagd worden. Respijtzorg (overname van gebruikelijke zorg) wordt alleen vergoed bij (dreigende) objectiveerbare overbelasting van de mantelzorger. Dan kan er tijdelijk AWBZ-zorg worden verleend. Dit moet geobjectiveerd worden door een huisarts of de medisch adviseur van CIZ. .

De heer Boonk vraagt hoe de bruto-netto indicatie plaats-vindt. De indicatie is niet de volle omvang van zorgtaken, de mantelzorg en gebruikelijke zorg zijn er afgetrokken. Bij uitval van de mantelzorger is een nieuw indicatiebe-sluit nodig en ook bij uitval van degene die gebruikelijke zorg verleent, is ook een nieuw indicatiebesluit nodig. Bij dit laatste is zoals gezegd bovendien een verklaring van een huisarts of medisch adviseur nodig. Het aantal uren mantelzorg dat verricht wordt, is wel aangegeven in het dossier. Deze zorg moet de zorgaanbieder leveren wanneer een mantelzorger uitvalt op grond van artikel 16 van de AWBZ (spoedprocedure). De crisismelding moet binnen 14 dagen geformaliseerd zijn en leiden tot een nieuw indicatiebesluit.

Vervolgens is de vraag hoe de samenwerking met de gemeente verloopt. Er is een nauwe samenwerking met gemeenten. Er wordt een aanvraag gedaan bij het gemeentelijke zorgloket. Deze bepaalt of het om WMO of AWBZ gaat. In sommige gemeenten, zoals Enschede, doet CIZ bijna alles. In die gevallen gaat de indicatieaanvraag rechtstreeks naar CIZ. Een aanvraag kan ook rechtstreeks bij CIZ worden ingediend. Een eventuele WMO-aanvraag wordt dan doorgestuurd. Voor burgers is het gemeentelij-ke zorgloket in principe het centrale punt. Ook de samen-werking met zorgkantoor Menzis is goed. Menzis stuurt zowel de cliënt als de contactpersoon het PGB-besluit om malafide PGB-bedrijven niet in de kaart te spelen. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen het zorgkantoor en CIZ over casussen en regelgeving. Er vindt heel soms terug-koppeling plaats over casussen tijdens dit soort overleg-gen.

Er wordt gevraagd hoe de afhandeling na de indicatie is. Wordt de cliënt op de hoogte gesteld wat hij of zij kan doen met de indicatie? De heer Veltkamp antwoordt dat dit niet gebeurt. Er wordt uitgegaan van zelfstandige burgers, die zelf hun zorg kunnen regelen. In de praktijk

Page 48: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

48

blijkt dat heel weinig cliënten dit kunnen. Vooral in de GGZ is dit een groot probleem. Het is wel de bedoeling dat de cliëntencategorie in de AWBZ verkleind wordt, doordat steeds meer zorg wordt overgenomen door gemeenten. CIZ heeft er echter nadrukkelijk voor gekozen om geen sociale kaart aan te bieden. Zij moeten onafhan-kelijke indicaties stellen en zijn geen maatschappelijk werk. Deze taak ligt bij het zorgloket of het zorgkantoor.

Tot slot legt mevrouw Moulijn een casus voor: een man met lichamelijke beperkingen heeft op bepaalde tijden zorg nodig, onder andere bij het wassen en aankleden. Een dementerende vrouw heeft 24 uur per dag toezicht nodig. Beide ontvangen een PGB van 96 euro per etmaal tijdelijk verblijf. Beiden zijn geïndiceerd voor 1 etmaal tij-delijk verblijf per week. Het verblijf van meneer is echter veel goedkoper dan dat voor mevrouw. Kan het zorgkan-toor in zo’n geval iets aan de indicatie doen zodat mevrouw toch meer zorg kan betalen? Mevrouw Baken antwoordt dat er wel extra indicaties gesteld kunnen worden, zoals lijfgebonden zorg en begeleiding. Ook kunnen er leveringsvoorwaarden, zoals toezicht, gesteld worden. Maar dit heeft geen gevolgen voor de hoogte van een PGB. Ook verpleeghuizen hebben dit probleem. Zij verdelen dure cliënten vaak tussen de verschillende huizen. CIZ kan hier niets mee en houdt hiermee geen rekening. Heel soms benoemt CIZ wel dat er een omslag-punt is bereikt, maar dan wordt er geen zorgzwaartepak-ket geïndiceerd maar alleen de functies in de hoogste klassen. Het is dan wel nodig om aan te geven waarom men afwijkt van de reguliere regels.

Herma Nap bedankt de heer Veltkamp en mevrouw Baken hartelijk voor hun tijd om de vragen van de St. SLO te beantwoorden.

Aanwezig:Nico Moorman, coördinator Menzis zorgkantoorDineke Altink, zorgbemiddelaar MenzisHerma Nap, Stichting Stuurgroep Logeervoorzieningen OverijsselBert Boonk, Stichting Stuurgroep Logeervoorzieningen Overijssel Maaike Moulijn, SVWO/Arcon (notulen)

1. Hoe is de samenwerking met gemeenten geregeld?• Menzis en de gemeenten hebben jaarlijks contact en bij belangrijke ontwikkelingen in het veld• De 14 Twentse gemeenten werken samen (regio

Twente) en passen zich ook digitaal aan elkaar aan. Het zorgkantoor werkt hieraan mee.

• Alle gemeenten hebben een zorgloket. • Deskundigheidsbevordering en het opstellen van

formulieren vindt in overleg plaats.• De rol van CIZ verschilt per gemeente wat betreft

de WMO-indicatiestelling• Sommige gemeenten hebben de betaling en verant-

woording van PGB huishoudelijke hulp uitbesteed aan Menzis (aparte afdeling “WMO support”).

2. Is een AWBZ-erkenning nodig?Wel bij zorg in natura, niet bij PGB. Er is wel discussie of er niet een kwaliteitstoets moet zijn bij PGB maar vooralsnog is dat niet het geval.

3. Hoe wordt het PGB-bedrag vastgesteld?Op basis van de CIZ-indicatie en de tarieven van CVZ. Deze laatste instantie bepaalt de hoogte van 96 euro per etmaal dat als tijdelijk verblijf is toegekend, onaf-hankelijk van de zorgzwaarte. Bij toenemende zorg-zwaarte wordt er als het goed is wel meer etmalen tijdelijk verblijf toegekend. Het is ook mogelijk op basis van (toenemende) zorgzwaarte een hoger PGB-bedrag te krijgen.

Bijlage 2.5 gesprek zorgkantoor Twente (Menzis)Op 14 augustus heeft er een gesprek met het zorg-kantoor Twente plaatsgevonden over respijtzorg. Hieronder vindt u de notulen hiervan.

Page 49: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

49

4. Wat kost tijdelijk verblijf bij zorg in natura?Verblijf in een verzorgingshuis kost ongeveer 120 euro en een verpleeghuis ongeveer 160 euro per etmaal. Menzis maakt per zorgaanbieder tariefsafspraken.

5. Wat is het standpunt van het zorgkantoor met betrekking tot mantelzorgers/respijtzorg?

Wij kunnen de indicatie die CIZ verleent niet beïnvloe-den, maar daarbinnen proberen we zoveel mogelijk maatwerk te leveren. We wijzen bijvoorbeeld op vrij-willige thuiszorg. Als mensen een indicatie verblijf hebben, maar niet uit huis willen, proberen we andere maatregelen te nemen en samenwerking te zoeken met gemeenten bijvoorbeeld voor woningaanpassin-gen. Als de mantelzorg tijdelijk wegvalt, moet het zorgkantoor goed meewerken aan oplossingen. Dit alles natuurlijk wel binnen financiële grenzen. Als het te duur is om iemand thuis te verplegen, dan stellen we wel een plaats in een verpleeghuis voor. We maken afspraken met aanbieders en hierbij proberen we reke-ning te houden met de wensen van onze cliënten. We horen van jullie dan ook graag welke wensen mantelzorgers hebben. In een eerder gesprek werd al de optie van reserveren genoemd (zodat de mantel-zorger een vakantie kan plannen). Als we dat weten, kunnen we een reserveringsmogelijkheid opnemen in de afspraken met aanbieders.

6. Wat gebeurt er met de reguliere zorgverlening tijdens de vakantie van een cliënt?

Ons zorgkantoor heeft de afspraak gemaakt met de zorgaanbieders dat als de cliënt op vakantie gaat, de aanbieder zoveel mogelijk moet meewerken aan zorg-verlening op de locatie van de cliënt, bijvoorbeeld door een medewerker te sturen of zorg ter plaatse in te huren.

7. Vraag over de pilot: is er nog iets te regelen voor de eerste kandidaat, zorg in natura in plaats van PGB?

Als de Baalderborg de zorgverlening niet binnen de productieafspraken met zorgkantoor Zwolle wil laten vallen, dan kunnen wij daar niets aan doen. In dat geval moet er wel een PGB ingezet worden. Wellicht is het mogelijk om hiervoor in 2009 afspraken te maken.

8. Kent u logeervoorzieningen zoals de Zwieseborg in Twente?

Kijk eens naar Villa Attent in Nijverdal. Dit is een mooie logeerlocatie waar enkele plaatsen als zorg in natura beschikbaar zijn.

9. Hebt u nog aanbevelingen voor onze pilot?• Neem in de aanbevelingen op dat de voorlichting door

CIZ en de zorgkantoren aan cliënten over de mogelijk-heden van de indicatie en PGB moet verbeteren. Ook gemeenten moeten mantelzorgers beter wijzen op de mogelijkheden die er zijn.

• Neem contact op met kwaliteitsmedewerker Robert Kattier van CIZ.

• Sommige zorgverzekeraars bieden vervangende mantelzorg in het aanvullend pakket. Het is interes-sant om je hierin te verdiepen.

Page 50: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

50

Op 25 mei 2009 heeft er een gesprek plaatsgevonden met zorgkantoor Zwolle (Achmea). Hieronder vindt u de notulen hiervan.

Aanwezig:Els Burmeister, teamleider zorgtoewijzingAnnemarie, team casuïstiekYvonne Breekveld, team PGBHerma Nap, St. SLOBert Boonk, St. SLOMaaike Moulijn, SVWO/Arcon (notulen)

Mevrouw Nap stelt de Stichting Stuurgroep Logeervoorzieningen Overijssel voor. Deze stichting is opgericht in juli 2007 om uitvoering te geven aan een aantal door de provincie Overijssel geformuleerde opdrachten die samenhangen met het verbeteren van respijtzorg in de provincie Overijssel. Onder respijtzorg wordt zorg verstaan die tijdelijk het werk van een man-telzorger uit handen neemt. De stichting richt zich vooral op de logeeropvang, tijdelijk verblijf in bijvoorbeeld een verzorgingshuis, op een logeerboerderij of in een zorgho-tel. Hiertoe zijn provinciale middelen beschikbaar gesteld. Voor de uitvoering van deze opdrachten wordt de stich-ting bijgestaan door medewerkers van SVWO/SVWO/Arcon, een provinciaal adviesorgaan op het terrein van zorg en welzijn. Daarnaast wordt de stichting geadvi-seerd door een medewerker van de Vrijwilligerscentrale Zwolle, onderdeel Steunpunt Informele Zorg en door een medewerker van het Platform Mantelzorg Overijssel (PMO). De hiervoor genoemde opdrachten aan onze stichting zijn:• Het inventariseren van de logeervoorzieningen in Overijssel en de publicatie van de resultaten in de vorm van een website en/of logeergids (zie www.logeergids.nl)• Het realiseren van heldere procedures rond de toegang van logeervoorzieningen in de provincie Overijssel• Het formuleren van kwaliteitscriteria waaraan logeervoorzieningen zouden moeten voldoen• Het opwaarderen van één of meer bestaande logeer- voorzieningen

In het kader van de tweede opdracht, het realiseren van heldere procedures, vinden gesprekken met CIZ en de Overijsselse zorgkantoren plaats. De stichting heeft 10 mantelzorgers gevolgd terwijl zij gebruikmaken van logeeropvang. Veel zorgvragers hebben in dit kader gebruik gemaakt van zorghoeve de Zwieseborg uit Hardenberg (en toevalligerwijs was de foto in de ver-gaderzaal bij Achmea zorgkantoor gemaakt bij de Zwieseborg). Hieruit zijn enkele vragen naar voren ge-komen met betrekking tot de zorgtoewijzing door het zorgkantoor en omgang met PGB-bestedingen.

De heer Boonk vraagt hoe de relatie tussen CIZ en het zorgkantoor is. Mevrouw Burmeister geeft aan dat er een goede relatie is Ook is er overleg met diverse andere zorgkantoren. Daarnaast hebben de zorgkantoren van Achmea, vooral in Zwolle en Drenthe gezamenlijke bij-eenkomsten.. De heer Boonk vraagt waarin zorgkantoren van elkaar kunnen verschillen. Dit is voornamelijk wat betreft het beleid omtrent overbruggingszorg. Dit zorg-kantoor heeft afspraken gemaakt over overbruggingszorg in overleg met zorgaanbieders en dit neergelegd in een overbruggingszorgnotitie.

De heer Boonk vraagt hoe het zorgkantoor de indicaties van CIZ hanteert en in hoeverre het zorgkantoor kan afwijken van de indicatie. Een groot deel van de indicaties wordt automatisch verwerkt, zonder tussenkomst van bureau zorgtoewijzing. In het systeem komen ongeveer 100.000 indicaties per maand binnen. Wanneer er een voorkeursaanbieder is aangegeven, dan wordt de indica-tie rechtstreeks doorgestuurd naar deze aanbieder. Wanneer er geen voorkeursaanbieder is aangegeven, dan gaat bureau zorgtoewijzing de mogelijkheden bekijken. Ook als een zorgaanbieder aangeeft dat het niet mogelijk is om binnen de productieafspraken de indicatie uit te voeren en/of wanneer er een tekort aan beschikbare plaatsen is, dan komt de indicatie weer bij bureau zorg-toewijzing. De toewijzing is dus soms een knelpunt. De productieafspraken worden door de zorgaanbieders met de afdeling Inkoop gemaakt en hebben betrekking op de hoeveelheid en kwaliteit van de geleverde zorg. Als de indicatie op naam van een aanbieder staat, kan de aanbieder deze niet zonder meer terugleggen bij BZT. Bureau zorgtoewijzing heeft slechts indirect invloed op

Bijlage 2.6 Gesprek zorgkantoor Zwolle (Achmea)

Page 51: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

51

de productieafspraken, namelijk onder andere door middel van een signalenlijst. Wanneer er tekort is aan bepaalde zorg dan worden deze signalen doorgegeven aan bureau inkoop. Wat er daarna mee gebeurt, is niet bekend. Hiervoor moet bureau inkoop geraadpleegd wor-den. Wanneer er geen sprake is van een spoed- of crisis-situatie dan wordt in principe weer verwezen naar de zorgaanbieder. Bij bijvoorbeeld thuiszorg wordt de zorg toegewezen aan de leverancier die hoog op de ranking staat. Hoog op de rankinglijst wil zeggen dat deze aan-bieder nog voldoende budget heeft. Wanneer er geen voorkeursaanbieder is aangegeven, dan moet de zorgaan-bieder binnen 5 werkdagen contact opnemen. Daarom krijgt bureau zorgtoewijzing een signaal en wordt er een brief gestuurd of gebeld met de contactpersoon.

De heer Boonk vraagt hoe de afstemming tussen de WMO en AWBZ is geregeld in deze regio. Mevrouw Breekveld vertelt dat gemeenten hier vaak zelf de toe-wijzing voor de huishoudelijke verzorging doen en dat er weinig afstemming is. Wel wordt er bij bureau zorg-toewijzing bekeken welke zorgverlener al actief is bij de cliënt. In principe wordt – indien mogelijk – aangesloten bij dezelfde zorgverlener. Wanneer er tijdelijke opname plaatsvindt, wordt de gehele indicatie toegewezen aan de andere organisatie. De zorg in de thuissituatie krijgt in deze periode geen indicatie. Dit vinden de zorgaanbieders in de thuissituatie wel eens lastig en het komt voor dat ze - wanneer de cliënt weer thuiskomt - geen zorg meer bieden. Huishoudelijke verzorging valt niet binnen de AWBZ en moet dus door de cliënt zelf geregeld worden. In principe wordt een indicatie verblijf niet tijdelijk om-gezet. Dit komt omdat iemand dan op de wachtlijst kan blijven staan. De andere functies kunnen wel tijdelijk omgezet worden.

Mevrouw Nap vraagt in hoeverre mantelzorgers betrok-ken worden bij de zorgtoewijzing. Annemarie antwoordt dat cliënten soms wel klagen over de inzet van familie-leden in het kader van de gebruikelijke zorg. Als deze zorg wegvalt dan geeft dat namelijk meteen problemen. Sterker nog wanneer er sprake is van overbelaste mantel-zorgers dan is er vaak niet meteen plaats bij een zorg-aanbieder. Daarom wordt er weer een beroep gedaan op mantelzorgers om de zorg nog even vol te houden.

Er wordt dan wel gekeken naar verschillende regio’s, zo is er in Groningen vaak meer plek dan in Overijssel. De melding voor AWBZ-zorg komt vaak binnen via een zorgaanbieder/huisarts. Er wordt dan meteen gevraagd of de zorgvrager een gesprek kan voeren en indien dit niet het geval is, wie de contactpersoon is. Op die manier is bekend wie de vaste mantelzorger is.

De heer Boonk vraagt wat het maximale PGB-budget is. Mevrouw Breekveld vertelt dat dit afhangt van de indica-tie. In principe is het maximum 300 euro per dag, maar in sommige gevallen is een bedrag tot 500 euro per dag mogelijk. Er is per regio een bepaald totaalbudget vast-gesteld. Dit is afhankelijk van het aantal inwoners. Tot nu toe heeft het regiokantoor elk PGB-verzoek nog kunnen inwilligen omdat er budget wordt bijgestort wanneer tekorten dreigen.

Mevrouw Moulijn vraagt hoe het mogelijk is dat bij de verantwoording van een PGB een tijdelijk verblijf is af-gewezen, terwijl van tevoren was gemeld dat dit bij een AWBZ-erkende instelling (zoals de Zwieseborg) wel ver-goed wordt. In dit geval kwamen in eerste instantie de zorgkosten wel voor vergoeding in aanmerking, maar de verblijfskosten niet. Dit is later rechtgezet. Mevrouw Breekveld antwoordt dat er in januari veel uitzendkrach-ten werken en dat hierdoor soms wel eens fouten wor-den gemaakt. Verder blijkt het onduidelijk te zijn welke kosten wel en niet vergoed worden. De maaltijdkosten mogen niet uit een PGB betaald worden, in tegenstelling tot bij zorg in natura. Verblijfskosten in principe wel. Aan de telefoon werd gezegd dat de verblijfskosten alleen ver-goed worden wanneer het een AWBZ-erkende instelling is. Volgens mevrouw Breekveld is dat niet waar. In dat geval kan er immers zorg in natura verstrekt worden. De verblijfskosten worden echter niet verstrekt wanneer de zorgvrager en mantelzorger samen weg willen. Dan is het vakantie en dat moeten mensen zelf betalen. De stichting ziet dit echter ook als een vorm van respijt-zorg wanneer de zorg volledig overgenomen wordt door de zorgaanbieder. Voor veel mantelzorgers is dit een res-pijtmoment, maar wel laagdrempelig want zij hoeven hun kind, partner of andere zorgvrager niet achter te laten terwijl de zorg wel volledig wordt overgenomen. Mevrouw Breekveld geeft aan dat het ook afhangt van de

Page 52: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

52

zorginstelling hoe die de kosten op de rekening omschrijft. Wanneer er gesproken wordt over “tijdelijk verblijf voor een persoon” in plaats van “hotelovernach-ting voor 2 personen” dan helpt dat al. Mevrouw Moulijn koppelt dit terug naar de Zwieseborg. Uit een PGB kun-nen de volgende kosten betaald worden: tijdelijk verblijf (maximaal 104 etmalen per jaar), persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding. Therapieën, behandelingen, vrijetijdsbesteding en trainingen mogen niet vanuit het PGB betaald worden.

Mevrouw Moulijn geeft aan dat veel cliënten opzien tegen de bureaucratie rondom een PGB. Is het niet moge-lijk om met de aanbieders die cliënten kiezen productie-afspraken te maken of als het ware te leren van de keuze in het zorgaanbod van cliënten met een PGB? Mevrouw Breekveld geeft aan dat de SVB en Per Saldo de admini-stratie van een zorgvrager kunnen overnemen. Elke cliënt met een PGB ontvangt een informatiemap van Achmea waarin dit genoemd is. De stichting zal deze map ook ontvangen. Tot nu toe wordt de inkoop uit PGB niet mee-genomen door bureau inkoop. Vaak worden er particulie-ren ingehuurd uit een PGB en geen zorginstellingen. Mevrouw Nap vraagt hoe de informatieverstrekking is geregeld aan cliënten met zorg in natura. Er is een alge-mene informatiefolder (die de stichting heeft ontvangen), die verspreid wordt via de zorginstellingen. Er vindt nu een pilot plaats in Drenthe, waarbij wel informatie wordt verstrekt en waarbij keuzemogelijkheden worden gebo-den tussen verschillende aanbieders en verschillende zorgpakketten.

Mevrouw Nap bedankt allen hartelijk voor hun tijd om de vragen van de St. SLO te beantwoorden.

Page 53: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

53

Op 24 juni 2009 heeft er een gesprek plaatsgevonden met zorgkantoor Deventer (Midden IJssel). Hieronder vindt u de notulen hiervan.

Aanwezig:Mariska Gort (zorginhoudelijk adviseur)Marlies Hoekman (medewerker afdeling PGB)Masha Kaauw (zorgtoewijzer zorg in natura)Herma Nap (bestuur St. SLO)Bert Boonk (bestuur St. SLO)Maaike Moulijn (SVWO/Arcon, notulen)

Mevrouw Nap stelt de Stichting Stuurgroep Logeervoor-zieningen Overijssel voor. Deze stichting is opgericht in juli 2007 om uitvoering te geven aan een aantal door de provincie Overijssel geformuleerde opdrachten die samenhangen met het verbeteren van respijtzorg in de provincie Overijssel. Onder respijtzorg wordt zorg ver-staan die tijdelijk het werk van een mantelzorger uit han-den neemt. De stichting richt zich vooral op de logeerop-vang, tijdelijk verblijf in bijvoorbeeld een verzorgingshuis, op een logeerboerderij of in een zorghotel. Hiertoe zijn provinciale middelen beschikbaar gesteld. Voor de uitvoe-ring van deze opdrachten wordt de stichting bijgestaan door medewerkers van SVWO/Arcon, een provinciaal adviesorgaan op het terrein van zorg en welzijn. Daarnaast wordt de stichting geadviseerd door een medewerker van de Vrijwilligerscentrale Zwolle, onder-deel Steunpunt Informele Zorg en door een medewerker van het Platform Mantelzorg Overijssel (PMO). De hier-voor genoemde opdrachten aan onze stichting zijn:Het inventariseren van de logeervoorzieningen in Overijssel en de publicatie van de resultaten in de vorm van een website en/of logeergids (zie www.logeergids.nl)Het realiseren van heldere procedures rond de toegang van logeervoorzieningen in de provincie OverijsselHet formuleren van kwaliteitscriteria waaraan logeer-voorzieningen zouden moeten voldoenHet opwaarderen van één of meer bestaande logeer-voorzieningenIn het kader van de tweede opdracht, het realiseren van heldere procedures, vinden gesprekken met CIZ en de Overijsselse zorgkantoren plaats. De stichting heeft 10 mantelzorgers gevolgd terwijl zij gebruikmaken van logeeropvang. Veel zorgvragers hebben in dit kader

Bijlage 2.7 Gesprek zorgkantoor Midden IJssel

gebruik gemaakt van zorghoeve de Zwieseborg uit Hardenberg. Hieruit zijn enkele vragen naar voren gekomen met betrekking tot de zorgtoewijzing door het zorgkantoor en omgang met PGB-bestedingen.

De medewerkers van zorgkantoor Midden IJssel stellen zichzelf ook voor. Mevrouw Gort is verantwoordelijk voor zorginkoop en beleid, zij voert gesprekken met instellin-gen over budgetten, (zorg)bemiddeling bijvoorbeeld bij overbruggingszorg en kwaliteit. Mevrouw Hoekman voert alle fasen van een PGB-cliënt uit, van aanvraag tot alle controles. Mevrouw Kaauw gebruikt de AZR-applicatie. Hierin wordt zorg doorgegeven aan zorgaanbieders wan-neer er een CIZ-indicatie binnenkomt. Zij is verantwoor-delijk voor de signalering van wachtlijsten en bemiddelt wanneer cliënten geen voorkeur hebben aangegeven. Zij vertelt dat wanneer de indicatie past binnen de benodigde en gevraagde zorg en de voorkeursaanbieder ruimte heeft, dat de indicatie dan rechtstreeks naar de instelling gaat. De instelling neemt contact op met de cliënt. Als de indicatie niet past binnen de benodigde en gewenste zorg of wanneer de voorkeursaanbieder geen plaats heeft, dan wordt contact opgenomen met de cli-ent en wordt er bemiddeld. Een voorbeeld: iemand van 35 jaar heeft een verpleeghuisindicatie, maar woont liever thuis, waar de zorgkosten veel hoger zijn. Wat doe je dan? Deze vragen worden behandeld door de zorg-toewijzers.

Mevrouw Moulijn vraagt hoe het zit met productie-afspraken en –plafonds. In Salland zijn de productie-afspraken verdeeld tussen de zorgaanbieders, nieuwe aanbieders ontvangen een startbudget. Er vindt jaarlijks een inventarisatie plaats waar de cliënten zitten en of er extra bouw nodig is. Aan het eind van het jaar vindt een hercalculatie plaats waarbij de overgebleven middelen worden herverdeeld. Elk jaar wordt de verdeling tussen de aanbieders opnieuw bekeken. Er zijn prestatie-indica-toren opgesteld, dit is voor zorginkoop de inkoopleidraad, deze is voor 2009-2010 te vinden op de website. Mevrouw Moulijn vraagt of er bij de zorginkoop rekening wordt gehouden met het PGB-gebruik van hun cliënten, bijvoorbeeld als de vraag naar een bepaalde kleine aan-bieder, zoals een zorgboerderij, groot is, dat men dan overweegt om zorg in te kopen bij deze aanbieder zodat

Page 54: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

54

informatiegesprek geweest over de AWBZ. Wat de mede-werkers nu als een groot probleem zien is de begeleiding. Gemeenten zoeken hierover contact met elkaar. Naast de contacten met CIZ en gemeenten, heeft het zorgkantoor ook contacten met andere zorgkantoren in het land. In stuurgroepen worden knelpunten besproken. Daarnaast is er in crisissituaties contact met andere zorgkantoren voor bemiddeling.

Mevrouw Nap vraagt of mantelzorg ook wordt meege-nomen in de indicatiestelling. In de Eerste Kamer is dit uitgebreid besproken want dit zou niet mogen gebeuren. De medewerkers hebben het vermoeden dat mantelzorg wel een rol speelt in de indicatiestelling. Er wordt uitge-gaan van de netto-indicatie. Deze indicatie zou voldoende moeten zijn voor als de mantelzorger wegvalt. Het blijkt dat CIZ bij de indicatiestelling rekening houdt met even-tuele aanwezigheid van mantelzorg. Dat betekent dat de indicatie lager uitvalt als er mantelzorg geboden wordt. Mocht de mantelzorg geheel of gedeeltelijk wegvallen, dan kan er een nieuwe indicatie aangevraagd worden. Dit is dus niet conform de bespreking in de Eerste Kamer. Daarnaast is een vraag hoe snel CIZ indiceert. Officieel moet dit binnen 6 weken, maar snel indiceren is heel belangrijk en het gaat nu steeds sneller. Er zijn steeds minder knelpunten met de indicering door CIZ.

De heer Boonk vraagt wat de verhouding is tussen de bestedingen voor zorg in natura en PGB. Voor zorg in natura wordt ongeveer 190 miljoen uitgegeven en voor PGB 13 miljoen (hiermee is Midden IJssel het kleinste PGB-kantoor van Nederland). Gemiddeld gezien wordt 10 a 12% aangewend voor een PGB. Dit wordt verder uit-gezocht door mevrouw Hoekman.

Vervolgens vraagt mevrouw Nap hoe het zorgkantoor omgaat met mantelzorgers. Er gaan signalen naar Salland verzekeringen voor een aanvullend pakket, bijvoorbeeld voor palliatieve zorg. Dit kan niet wanneer dit eigenlijk AWBZ-zorg zou moeten zijn. In een dergelijk aanvullend pakket is ook ruimte voor extra verpleging in de thuissituatie. Men weet niet of er al gedacht wordt aan een speciale mantelzorgpolis. Bij bemiddeling wordt

zorg in natura geleverd kan worden. Dit wordt nog niet gedaan maar zal worden doorgegeven als suggestie aan de zorginkoop. Het zorgkantoor verstrekt wel informatie aan (kleine) zorgaanbieders over hoe zij in aanmerking kunnen komen voor productieafspraken (dan moeten ze eerst AWBZ-erkend worden).

Waarom is het PGB in sommige gevallen ontoereikend, terwijl zorg in natura duurder zou zijn? PGB wordt voor maximaal 2 etmalen per week toegekend, zelfs als CIZ voor 7 dagen indiceert. Het is wel mogelijk om verschil-lende functies te bundelen om op die manier het PGB te verhogen. Zorg in natura wordt wel voor 7 dagen per week toegekend. Daarom wordt ook altijd aanbevolen om eerst zorg in natura aan te vragen bij CIZ, want dan wordt er 7 etmalen geïndiceerd. Daarna kan het eventu-eel omgezet worden naar een PGB. Tot en met 30 juni was het mogelijk om een indicatie tijdelijk om te zetten naar een PGB, zowel tijdelijk verblijf als ondersteunende begeleiding. Dat is nu niet meer mogelijk. Wanneer er sprake is van een zorgzwaartepakket(ZZP)-indicatie, dan is het niet mogelijk om alleen de functie tijdelijk verblijf om te zetten in een PGB en de overige functies als ZZP af te nemen in zorg in natura. Wanneer het echter geen ZZP-indicatie betreft, dan kan wel een PGB worden aan-gevraagd voor alleen de functie tijdelijk verblijf.

De heer Boonk vraagt hoe de contacten met CIZ zijn, vindt er bijvoorbeeld terugkoppeling plaats over de ver-strekte indicaties. Met CIZ Apeldoorn is er een keer per kwartaal overleg over de gevolgen van de indicaties. Soms is er ook contact met Enschede of Zwolle, dit is afhankelijk van waar de cliënt woont. Daarnaast vraagt de heer Boonk zich af hoe de verhouding tussen gemeen-ten (verantwoordelijk voor de huishoudelijke hulp) en CIZ is. Er wordt aangeven dat Deventer zelf indiceert, zij vragen soms advies aan CIZ. Daarom zijn de contacten tussen CIZ en Deventer niet goed. Het leidt er ook toe dat cliënten een indicatie van de gemeente (voor huishoude-lijke hulp) en van CIZ (voor de AWBZ) kunnen krijgen. 3 van de vier gemeenten laten de verstrekking van een PGB voor huishoudelijke verzorging over aan het zorgkan-toor, onder andere in Raalte. Met deze gemeente is een

Page 55: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

55

wel aandacht besteed aan de familie. Mantelzorgers worden erop gewezen dat zij ook aan henzelf moeten denken en er niet onderdoor aan moeten gaan. De offici-ele zorgvrager is de cliënt, maar de mantelzorger hoort er wel bij. In principe wordt de cliënt gebeld, maar er wordt wel gekeken naar het ziektebeeld. In sommige gevallen wordt de contactpersoon (vaak de mantelzorger) gebeld. De meeste zorgbemiddeling (ongeveer 90%) vindt echter plaats door de zorgaanbieder, alleen wanneer de cliënt niet tevreden is dan is er pas contact met het zorgkan-toor. Als er geen voorkeursaanbieder wordt aangegeven dan neemt het zorgkantoor ook contact op. Vaak geeft de cliënt dan alsnog zijn of haar voorkeur aan of geeft de medewerker een lijstje met mogelijkheden, de cliënt kan dan een keuze maken. Mevrouw Moulijn wijst de mede-werkers op de logeergids (www.logeergids.nl) en binnen-kort www.respijt.nl. Op deze websites staat het respijt-zorgaanbod in Overijssel vermeld op een voor mantelzor-gers en zorgvragers aantrekkelijke manier.

Daarna wordt gevraagd wat er gebeurt met de reguliere zorgverlening tijdens de vakantie van een cliënt. Bij zorg in natura moeten zorgaanbieders dit onderling regelen via onderaannemerschap of cliënten moeten tijdelijk een PGB aanvragen. Hiervoor wordt zoveel mogelijk ingevuld door het zorgkantoor, vaak hoeven cliënten alleen een handtekening te zetten.

Tot slot vraagt mevrouw Nap of het zorgkantoor nog aanbevelingen heeft voor de stichting. De medewerkers maken zich zorgen over de begeleidingsfunctie, ook omdat gemeenten dit nog niet oppakken. Daarnaast is er in deze regio veel dementie. Er zijn verpleeghuisplekken, maar het lijkt erop dat het aantal plaatsen afneemt. Hiervoor moeten meer ketenzorgprojecten komen. Daarnaast is de overbruggingstijd te kort, dit is nu een half jaar waarin extra uren worden toegekend. Soms zijn wachtlijsten langer dan een jaar en dan valt na een half jaar een deel van de zorg weg.

Mevrouw Nap bedankt allen hartelijk voor hun tijd om de vragen van de St. SLO te beantwoorden.

Page 56: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

56

Op 16 maart 2009 vond er een evaluatiegesprek plaats bij de Zwieseborg over de pilot. Hieronder staan de notulen van dit gesprek.

Aanwezig: Tonnie Mulder (Landhoeve Zwieseborg, zorgcoördinator); Ben Koopman (Baalderborg, clusterhoofd); Jenny Drenten (Landhoeve Zwieseborg); Peter Liebrechts (Baalderborg, commercieel directeur) en Maaike Moulijn (SVWO/Arcon, in opdracht van Stichting Stuurgroep Logeervoorzie-ningen Overijssel, notulen)

De Proef Logeeropvang is opgezet door de Stichting Stuurgroep Logeervoorzieningen Overijssel. In dit project mogen overbelaste mantelzorgers even de zorg uit han-den geven en degene die zij verzorgen gaat tijdelijk uit logeren. Tijdens de proef is vooral ingezet op logeren bij de Zwieseborg, maar wanneer de mantelzorger of ver-zorgde de voorkeur gaf aan een andere logeervoorzie-ning, dan was dat ook bespreekbaar. De bedoeling was dat er 20 mensen met een zorgvraag uit logeren zouden gaan. De kosten van een logeerverblijf werden gegaran-deerd door de Stichting, dat wil zeggen dat de rekening door de stichting werden betaald wanneer er geen of een ontoereikend PGB werd verstrekt. Uiteindelijk hebben slechts 10 mantelzorgers deelgenomen aan de proef. Veel mantelzorgers vonden het een grote drempel om hun verzorgde achter te laten. Ook zagen ze erg op tegen de rompslomp rondom de aanvraag en de financiële afhandeling, ook al werden ze hierbij ondersteund door een consulent van een lokaal mantelzorgsteunpunt. 8 Zorgvragers verbleven bij de Zwieseborg, te weten de heer A, de heer B, mevrouw C, de heer H, de heer F, de heer G, mevrouw en mevrouw I en juffrouw J. In de evaluatie zijn alle gasten afzonderlijk besproken.

Liever zorg in naturaDe heer A heeft het erg naar zijn zin gehad. Hij vond de locatie prachtig en heeft genoten van de uitstapjes met de vrijwilligers. Wat hij en zijn vrouw erg jammer vonden, was dat zorg in natura niet mogelijk is bij de Zwieseborg. Zij vinden de administratie rondom een PGB lastig. De drempel was voor hen minder hoog geweest wanneer zij geen PGB hoefden aan te vragen. De Zwieseborg stelt voor om te kijken in hoeverre het in de toekomst mogelijk

is om via het Avondlicht of Baalderborg tijdelijk verblijf/kortdurend verblijf/overbruggingszorg te kunnen bieden binnen de productieafspraken. Een voorbeeld van een organisatie die al logeeropvang in natura biedt, is Villa Attent in Nijverdal.

Eenzaam verblijfDe heer B heeft pas bij thuiskomst aan zijn vrouw verteld dat hij zich erg eenzaam had gevoeld. De Zwieseborg heeft allerlei activiteiten voorgesteld, maar dat wilde meneer niet. Het is lastig om te bepalen wat in een der-gelijk geval goed is om te doen: toch doorzetten en meneer laten meedoen met activiteiten of hem zijn eigen gang laten gaan. Meneer B bleek ook meer in de war te zijn dan zijn vrouw had doorgegeven. Hij had heel erg het gevoel dat hij door zijn vrouw achtergelaten was. Sommige zorgvragers die liever niet zonder de mantel-zorger willen zijn, proberen de mantelzorger een schuld-gevoel te geven. De kans dat deze mantelzorgers opnieuw gebruikmaken van respijtzorg is gering. In een dergelijk geval is het goed om aan mevrouw te vertellen wat er tijdens het verblijf is gebeurd en welke activiteiten voorgesteld zijn. Een mantelzorger zal dan inzien dat de logeervoorziening alles heeft gedaan om het de zorgvra-ger naar de zin te maken. Ook de heer G voelde zich een-zaam en voelde zich achtergelaten door de mantelzorger.

Verslag voor de mantelzorgerDe mantelzorger van mevrouw C wist niet wat haar moeder allemaal had gedaan tijdens het verblijf. Mevrouw is ook te ver in haar dementie om zich dit te herinneren. De mantelzorger gaf aan dat zij graag een verslagje had willen ontvangen van het verblijf. Het blijkt dat de broer van de mantelzorger zijn moeder heeft opgehaald en een verslagje heeft ontvangen. Blijkbaar moet hier sprake zijn geweest van een misverstand tussen de mantelzorger en haar broer.

OverdrachtsmomentVerder bleek de mantelzorger van mevrouw C minder tevreden te zijn geweest over de overdracht. Er waren afspraken gemaakt over het tijdstip van halen en bren-gen, maar volgens de mantelzorger was er niemand aan-wezig toen haar moeder gebracht werd. De Zwieseborg geeft aan dat het een probleem is dat als er nog geen

Bijlage 2.8 Evaluatie Proef Logeeropvang bij de Zwieseborg

Page 57: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

57

gasten zijn, er soms niemand aanwezig is. Pas op het moment dat is afgesproken, komt er iemand. Sommige mensen komen een half uur of een uur te vroeg en dan moeten ze wachten tot het afgesproken tijdstip. Men gaat in de toekomst hier meer aandacht aan besteden, bijvoorbeeld door andere aanwezigen (bij de receptie of in het restaurant) te melden dat er een gast kan komen. Deze gast kan dan even wachten in het restaurant met een kopje koffie of thee. Een andere mogelijkheid is om de gast duidelijk te vermelden dat er niemand aanwezig is wanneer hij of zij te vroeg aankomt.

Hoge rekening bij continu toezichtTot slot was de rekening van mevrouw C erg hoog omdat er continue toezicht nodig is. Bij deze gast is het de vraag of zij eigenlijk niet in een verpleeghuis thuis hoort. Maar de overgang tussen thuis (in een woonboot) en een ver-pleeghuis is erg groot. De Zwieseborg denkt erover na om arrangementen voor bepaalde doelgroepen aan te bie-den. De kosten per persoon nemen dan af en ook de een-zaamheid is een minder groot probleem. Het is bijvoor-beeld mogelijk om mensen met dementie en hun man-telzorgers uit te nodigen of alleen de mensen met dementie. Beide hebben voor- en nadelen.

ArrangementenDe Stichting Informele Zorg Twente organiseert arran-gementen voor mantelzorgers en hun verzorgden. Er wor-den gezamenlijke activiteiten gedaan, maar daarnaast worden ook activiteiten georganiseerd voor alleen de mantelzorgers en alleen voor de zorgvragers. Dit soort arrangementen zou wellicht in samenwerking met het mantelzorgsteunpunt Carinova of vrijwillige thuiszorg georganiseerd kunnen worden. Het voordeel van een der-gelijk arrangement is dat het voor de mantelzorger en zorgvrager heel laagdrempelig is omdat ze niet geschei-den worden. Het nadeel is dat de kans groot is dat de mantelzorger veel zorg alsnog zelf uitvoert en toch niet tot rust komt. Toch zijn deze arrangementen erg populair en vaak al snel volgeboekt.

Er worden ook wel arrangementen voor een bepaalde doelgroep georganiseerd, vaak kinderen met een beper-king. Voor mensen met dementie is dit soms lastig aan-gezien zij soms liever niet geconfronteerd willen worden

met anderen die ook aan dementie leiden (en zeker niet wanneer die verder in het proces zijn dan zijzelf omdat dit erg confronterend is). Toch zou het een goede manier zijn om de kosten te verlagen zodat een verblijf ook voor deze doelgroep betaalbaar blijft. De mantelzorgers van meneer H en meneer F hebben al aangegeven dat zij hun verzorgden wel een keer samen naar de Zwieseborg konden laten gaan zodat zij samen op pad kunnen.

VervoersproblemenVoor meneer H en meneer F was het vervoer naar de Zwieseborg toe een probleem. Meneer H moest liggend vervoerd worden. Uiteindelijk kon hij gelukkig met de vrij-willige ambulance vervoerd worden. Het is goed wanneer een logeeraanbieder een gast in een dergelijke situatie op deze vervoersmogelijkheid kan wijzen. Meneer F is met een taxibus gebracht. Het probleem was dat hij erg lang over de rit heeft gedaan omdat er onderweg steeds andere klanten opgehaald en gebracht moesten worden. Hierdoor was hij – ondanks zijn luiers – helemaal nat bij de Zwieseborg aangekomen. De Zwieseborg heeft een eigen vervoersbus. Op afspraak kan deze bus een gast ophalen van en naar het station of in de omgeving rondrijden. Deze vervoersmogelijkheid kan misschien beter bekend gemaakt worden onder de (potentiële) gasten. Meneer en mevrouw I waren hiervan bijvoorbeeld niet op de hoogte. Deze mantelzorger en verzorgde zijn samen een weekend weggegaan en zij vonden het ver-voer een groot probleem. Toch moet er in die tijd al een bus geweest zijn.

Rekening van de thuiszorgTot slot was er nog een probleem met de thuiszorg bij meneer en mevrouw I. Zij hebben thuis thuiszorg, in principe moet die thuiszorg voor vervanging zorgen wanneer zij elders verblijven. Hiervoor heeft de Zwiese-borg echter gezorgd. En hierdoor moeten zij dubbel betalen. Meneer en mevrouw gaan dit nog uitzoeken.

DialectDe heer F gaf aan dat hij het heel prettig vond dat hij tijdens zijn verblijf in het Twents werd aangesproken. De Zwieseborg geeft aan dat meneer F zich wel eenzaam voelde, maar hierover niet klaagde.

Page 58: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

58

Week van de respijtzorgTot slot kwam nog de week van de respijtzorg naar voren. In Noord-Holland wordt uitgebreid aandacht besteed aan de mogelijkheden van respijtzorg en is hiervoor een spe-ciale week georganiseerd. Dit vindt jaarlijks in januari plaats. SVWO/Arcon bekijkt of er financiële middelen zijn om dit ook in Overijssel te organiseren. Tijdens deze week worden mantelzorgers gestimuleerd om gebruik te maken van respijtzorg. De Zwieseborg geeft aan dat het mogelijk is om een presentatie over respijtzorg te geven op de zolder, waar ook een filmzaal aanwezig is. SVWO/Arcon neemt hierover nog contact op met de Zwieseborg.

Te zware zorgbehoefteTot slot is juffrouw J bij de Zwieseborg geweest. Hiervoor heeft St. SLO nog geen rekening ontvangen. Deze jonge-dame had heel veel weefselpijn en kon hierdoor in geen enkele tillift. Het meisje woog erg zwaar maar moest getild worden. Zij had overal hulp bij nodig en er wasveel begeleiding nodig (regelmatig 2 begeleiders). Ze kon op geen enkele manier meewerken. De zorg was voor de medewerkers dan ook erg zwaar en niet arboverant-woord. Daarnaast had het meisje zelf teveel pijn en heeft ze op een gegeven moment haar ouders gebeld om haar op te halen. Zij zou 4 dagen blijven maar heeft uiteinde-lijk 2 nachten doorgebracht bij de Zwieseborg.

Niet-betaalde rekeningenEr zijn nog 2 openstaande rekeningen, te weten van de heer B en de heer G. Beiden hebben een persoonsgebo-den budget ontvangen waaruit de rekeningen betaald kunnen worden. Bij de heer G is het persoonsgebonden budget niet gestort omdat er een spaarrekening is op-gegeven. Er is nu een bankrekeningnummer opgegeven en beloofd dat de rekening meteen betaald zou worden. Wanneer dit niet voor 1 april is gebeurd, neemt de Zwieseborg contact op met St. SLO. De heer B is nog niet bereikt. Wanneer dit niet lukt voor 1 april zal de Stichting SLO de rekening voorschieten. Hierover wordt de Zwieseborg nog geïnformeerd.

Er is 1 dubbel betaalde rekening, te weten van mevrouw C. Zij heeft de rekening zelf overgemaakt en de St. SLO ook. De Stichting heeft het geld terug ontvangen, maar het aan mevrouw C toegekende persoonsgebonden budget was ontoereikend om de kosten te betalen. St. SLO gaat erachteraan wat hier precies gebeurd is. Dit heeft geen invloed op de openstaande rekeningen van de Zwieseborg.

Page 59: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

59

Om de mogelijkheden om het opwaarderen van een logeervoorziening onder de aandacht te brengen, werden aan logeeraanbieders de volgende voorbeelden voorgelegd.

Voorbeeld 1aanschaf van meubilairEen logeerlocatie voor lichamelijk beperkte gastenwil in hoogte verstelbare bedden aanschaffen die geen associaties hebben met zorg (in de plaats van standaard ziekenhuisbedden) zodat de slaapkamers huiselijker ogen. Er wordt een aanvraag gedaan voor huiselijke in hoogte verstelbare bedden.

Voorbeeld 2aanschaf van vrijetijdsproducten en inrichtingskostenEen logeerlocatie voor verstandelijk gehandicapten wil een snoezelruimte bieden. Dit is een sfeervolle ruimte die geen storende elementen bevat, comfortabele lig- en zitplaatsen biedt bij een behaaglijke temperatuur, rustige muziek en gezeefd licht of geen natuurlijk licht. Er wordt een aanvraag gedaan voor een bed, zitzakken, muziek-apparatuur, cd’s, dimlichten, kussens en lichtsprieten.

Voorbeeld 3 aanschaf van meubilair en aankledingEen logeerlocatie wil het interieur aanpassen zodat het voldoet aan de eisen van deze tijd. Zij vragen een tegemoetkoming in de kosten van nieuwe meubels en decoratie.

Voorbeeld 4 aanschaf van vrijetijdsproductenEen logeerlocatie voor verstandelijk gehandicapte kinderen wil buiten speeltoestellen realiseren zodat de kinderen voldoende recreatiemogelijkheden hebben.

Voorbeeld 5 ontwerp- en inrichtingskostenEen logeerlocatie voor dementerende ouderen wil graag een parkje met zitbanken aanleggen. Er wordt een aanvraag gedaan voor de ontwerpkosten van het park.

Voorbeeld 6aanschaf van vrijetijdsproducten en meubilairEen logeerlocatie wil een leeshoek aanbieden. In het kader van dit project is het mogelijk om een tegemoet-koming in de kosten aan te vragen.

Voorbeeld 7:(her)inrichtingskostenEen logeerlocatie wil een aantal kamers geschikt maken als gastenverblijf voor mantelzorgers en een aantal kamers geschikt maken voor verblijf van zowel de mantelzorger als de zorgvrager. In het kader van dit project kan een tegemoetkoming in de aanpassings-kosten worden aangevraagd.

Bijlage 4.1 Voorbeelden voor opwaardering

Page 60: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

60

zorg- of hulpvraag die bijvoorbeeld mantelzorg ont-vangen. Vanaf januari 2009 bieden zij daarnaast ook logeeropvang, in een nieuw multifunctioneel gebouw. Vooral dat laatste had over bezoek niet te klagen. Wel je schoenen uitdoen, als je een kijkje kwam nemen op de eerste etage, want alles is nieuw.

Zelfs de provincie Overijssel en de Stichting Stuurgroep Logeervoorzieningen Overijssel weten het project zeer te waarderen. Dankzij financiële bijdragen hebben zij het terrein weten op te waarderen met een speelter-rein met skelterbaan en een terras met zitgemak voor de oudere zorgvragers.

Tijdens de open dag was dan ook dhr. G. Ranter, gedeputeerde van de provincie Overijssel aanwezig om samen met mevr. Nap, voorzitter van stichting, het startsein te geven voor deze nieuw aan te leggen skelterbaan.

Zorgboerderij de Pieperhoeve organiseerde zaterdag een succesvolle Open Dag. Het was een komen en gaan van bezoekers. “Ik mag aannemen dat TT Assen een beetje last van ons had’, zegt een goedlachse Ingrid van Maastricht doelend op de bezoekersaantallen. Er was dan ook van alles te doen, voor jong en oud aan de Slaperdijkweg 1B in Genemuiden.

Paardrijden, al dan niet met een huifkar, workshops voor kinderen, workshop keramiek, verkoop van eigengemaak-te producten, muziek, gratis koffie, thee, fris en er was veel belangstelling voor een rondleiding.

Zorgboerderij de Pieperhoeve is een agrarisch bedrijf met vleesvee, schapen, paarden, ezels, geiten en konijnen. Het bedrijf biedt sinds 2004 dagopvang en zorg aan deel-nemers met een verstandelijke en/of sociale beperking (zoals autisme of ADHD), mensen met een burn-out, dementerende ouderen of andere personen met een

Bijlage 4.2 MediaKrantenartikel over heropening van de Pieperhoeve

De Pieperhoeve verwelkomt honderden bezoekers © Z-RTV Fotografie / RDV

De Pieperhoeve verwelkomt honderden bezoekers

Drukte bij Open Dag Zorgboerderij

Page 61: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

61

Bijlage 5 Lijst van afkortingen

AWBZ Algemene Wet Bijzondere ZiektekostenCIZ Centrum Indicatiestelling ZorgEM Expertisecentrum MantelzorgHKZ Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de ZorgsectorPGB Persoonsgebonden Budget PMO Platform Mantelzorg OverijsselSIZ Steunpunt Informele ZorgSt. SLO Stichting Stuurgroep Logeervoorzieningen OverijsselWMO Wet op de Maatschappelijke OndersteuningZIN Zorg in Natura

Page 62: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

De volgende personen en instanties worden bedankt voor hun bijdrage aan dit project:

Andries van der Meulen mantelzorgconsulent Steunpunt Mantelzorg Zorggroep Oude en Nieuwe LandAnita Groot Obbink mantelzorgconsulent Vrijwillige Thuiszorg NijverdalAnita Klasenmantelzorgconsulent Vrijwillige Thuiszorg Nijverdal)Annemarie Bakenkennisdrager CIZ EnschedeAnnet Rupertouderenadviseur/consulent SWOHvTDianne Veehof ouderenadviseur/consulent SWOHvTDineke Altinkzorgbemiddelaar MenzisEdith Harmsen Consulent Informele Zorg Haaksbergen en Hof van TwenteEls Burmeister teamleider zorgtoewijzing AchmeaGeesken van Knapen mantelzorgconsulent Vrijwillige Thuiszorg Nijverdal,Gemeentelijke WMO-loketten die informatie hebben verstrekt over de gevraagde informatie door mantelzorgersGretha van der Veer consulent steunpunt informele zorg TwenteHenk Veltkamp teamleider AWBZ CIZ EnschedeJacquelien ter Beek consulent steunpunt informele zorg AlmeloJannet Huisman Consulent Informele Zorg TwenteJanny Kremers mantelzorgconsulent Vrijwillige Thuiszorg Nijverdal

Bijlage 6 Met dank aan

Logeervoorzieningen die informatie hebben verstrekt ten behoeve van de logeergidsMantelzorgers en degenen die zij verzorgen die hebben deelgenomen aan de pilotMaria Westen – Reckman ouderenadviseur SWO Rijssen – HoltenMariët Velding mantelzorgconsulent Stichting Vrijwillige thuiszorg OverijsselMariska Gort zorginhoudelijk adviseur zorgkantoor Midden IJsselMarlies Hoekman medewerker afdeling PGB zorgkantoor Midden IJsselMasha Kaauw zorgtoewijzer zorg in natura zorgkantoor Midden IJsselMedewerkers van de Zwieseborg Mevrouw Bults mantelzorgconsulent Vrijwillige Thuiszorg NijverdalNico Moorman coördinator Menzis zorgkantoorNieske Huisman Coördinator Informele Zorg ZwolleRia Krabbendam Platform Mantelzorg OverijsselSteunpunten Mantelzorg in Overijsselvoor hun medewerking aan de pilotThea Eijsink consulent Steunpunt Informele Zorg EnschedeWMO-cliëntenraden die informatie hebben verstrekt over de gevraagde informatie door mantelzorgersYvonne Breekveld team PGB Achmea

62

Page 63: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

63

Page 64: 03-2010_EindrapportageRespijtzorg_Logeergids

SVWO/ArconAzelozestraat 25

7622 NC Borne074 - 242 65 20

[email protected]

StichtingStuurgroep Stichting

OverijsselLogeervoorzieningen