022 December 2008

14
PPP-NIEUWSBRIEF December 2008/12 Jaargang 2 Inleiding Een drukke tijd is voorbij. Een tijd, zoals ieder jaar, vol congressen en cursussen. Ook de opleiding van het zorgprogramma heeft zijn tweede ronde gehad in het gastvrij onderwijscentrum van het UMCG. De PPP Nieuwsbrief voorziet u ook nu weer van allerlei wetens- waardigheden, maar we willen meer. Wij zouden mensen graag ook de gelegenheid willen bieden hun mening te laten horen. Uiteraard wel op het gebied van de zorg voor mensen met psychotische stoornissen. Harald Schneider zal in de januari editie de eerste column schrijven, zodat u er nog even over kunt nadenken. Deze maand een extra dikke editie. Wij wensen u allen prettige feestdagen. Vervolg Cursus Psychotische stoornissen Zoals gezegd, de laatste middag van de tweede ronde Opleiding Zorgprogramma Psychotische stoornissen zit erop. We hebben veel vragen gehad over hoe we nu verder moeten. Deze laatste ronde hebben we door deskundige filmers op DVD laten zetten. Dat werk is op het moment van dit schrijven nog niet afgerond, maar we verwachten binnenkort de eerste resultaten. U leest de maandelijkse nieuwsbrief van de Provinciale Programmagroep Psychotische stoornissen (kortweg: PPP). De programmagroep is een samenwerkingsverband tussen Lentis/Linis, UMCG/UCP en het RGOC. Deze samenwerking heeft als doel een gezamenlijk zorgprogramma te implementeren en te komen tot een cliëntvolgsysteem voor mensen met een psychotische stoornis. Programma Psychotische Stoornissen Programmaleider: Rob Versteden Voorzitter Provinciale Programmagroep: Rikus Knegtering Secretariaat: Ellen Klein Leden van de Provinciale Programmagroep Psychotische stoornissen: Wim Bloemers Agnes Glastra Henny ten Hove Hein Bokern Anita Jonkers Joke Wentholt Astrid Kuster Anne Miedema Pieter Jan Mulder Janneke Nieuwland Nynke de Boer Inge Rinzema Harald Schneider Ellen Siegert Gosse Venema Bertil Bakker E-mail: Programma Psychose/GGZGRN [email protected] PPP archief Redactie: Rob Versteden Janneke Nieuwland

description

De PPP Nieuwsbrief is een uitgave van het zorgprogramma psychotische stoornissen in Groningen en de Kop van Drenthe

Transcript of 022 December 2008

PPP-NIEUWSBRIEF

December 2008/12

Jaargang 2

Inleiding Een drukke tijd is voorbij. Een tijd, zoals ieder jaar, vol congressen en cursussen. Ook de opleiding van het zorgprogramma heeft zijn tweede ronde gehad in het gastvrij onderwijscentrum van het UMCG. De PPP Nieuwsbrief voorziet u ook nu weer van allerlei wetens-waardigheden, maar we willen meer. Wij zouden mensen graag ook de gelegenheid willen bieden hun mening te laten horen. Uiteraard wel op het gebied van de zorg voor mensen met psychotische stoornissen. Harald Schneider zal in de januari editie de eerste column schrijven, zodat u er nog even over kunt nadenken. Deze maand een extra dikke editie. Wij wensen u allen prettige feestdagen.

Vervolg Cursus Psychotische stoornissen

Zoals gezegd, de laatste middag van de tweede ronde Opleiding Zorgprogramma Psychotische stoornissen zit erop. We hebben veel vragen gehad over hoe we nu verder moeten. Deze laatste ronde hebben we door deskundige filmers op DVD laten zetten. Dat werk is op het moment van dit schrijven nog niet afgerond, maar we verwachten binnenkort de eerste resultaten.

U leest de maandelijkse nieuwsbrief van de Provinciale Programmagroep Psychotische stoornissen (kortweg: PPP). De programmagroep is een samenwerkingsverband

tussen Lentis/Linis, UMCG/UCP en het RGOC.

Deze samenwerking heeft als doel een gezamenlijk zorgprogramma te

implementeren en te komen tot een cliëntvolgsysteem voor

mensen met een psychotische stoornis.

Programma Psychotische

Stoornissen

Programmaleider: Rob Versteden

Voorzitter Provinciale Programmagroep:

Rikus Knegtering Secretariaat: Ellen Klein

Leden van de Provinciale

Programmagroep Psychotische stoornissen:

Wim Bloemers Agnes Glastra Henny ten Hove Hein Bokern Anita Jonkers Joke Wentholt Astrid Kuster Anne Miedema

Pieter Jan Mulder Janneke Nieuwland

Nynke de Boer Inge Rinzema

Harald Schneider Ellen Siegert Gosse Venema Bertil Bakker

E-mail:

Programma Psychose/GGZGRN [email protected]

PPP archief

Redactie:

Rob Versteden Janneke Nieuwland

Wat wij als werkgroep opleiding beogen is een cursus die in kleinere kring kan worden gegeven met behulp van werkboeken en DVD’s. Deze cursussen worden begeleid door collega’s die hiervoor getraind zijn. Een en ander zal nog wat tijd vergen om goed te zijn voorbereid, maar het biedt uiteindelijk de mogelijkheid voor iedereen om de cursus te volgen.Uiteraard ook met de mogelijkheid om een certificaat te halen na het afleggen van een toets.Over enkele maanden hopen we te starten en we zullen dat in de nieuwsbrief vermelden. Rehabilitatieonderzoek in Nederland Onlangs verscheen van de hand van H. Michon en J. van Weeghel het resultaat van een breed opgezette studie naar onderzoeken die zijn verricht naar rehabilitatie-interventies sinds de aanvang van dit millennium. Aangezien er in die jaren een veelheid aan studies van zeer uiteenlopend formaat en opzet op het gebied van rehabilitatie zijn verricht is dat een zinvol idee. Het rapport geeft in vogelvlucht een fraaie opsomming en beschrijving ervan. Met recht mag hier uit blijken dat de rehabilitatie de aandacht heeft gekregen die het verdient. Toch blijkt ook weer uit dit rapport dat de eeuwige neiging om rehabilitatie en (re)integratie als identiek te beschouwen in elk geval bij mij als lezer tot verwarring leidt. Ik zal u zeggen waarom. Rehabilitatie is het leren je recht als burger (weer) te laten gelden. Daarmee is niet gezegd dat het hebben van dit recht betekent dat je volledig participeert aan de samenleving (welke samenleving eigenlijk?). Een probleem is ook, dat men in de zoektocht naar wat participatie precies inhoudt men veelal zich vastgrijpt aan arbeidsreïntegratie. Dat valt ook af te lezen aan het feit dat dit het best onderzocht blijkt in het overzicht van Michon en Van Weeghel. Misschien is het gemakkelijker voor onderzoek waarin arbeid een rol speelt om aan de benodigde fondsen te komen. Is arbeidsintegratie een garantie voor sociale participatie? Toen ik in een ver verleden in een grote autofabriek werkte werd zo tegen half vier hardop geroepen wie die dag de “kneuzenbus” moest rijden. Die bus was bedoeld om de arbeidgereïntegreerde collega’s naar de eerste de beste tramhalte te brengen. Met Jos Dröes, die terecht hierover wordt geciteerd, vind ik te groot vertrouwen in de maatschappij (van onze ongekneusde medemens) niet op zijn plaats.

VERWIJZERTJES

SAMENWERKING

Lentis Linis UMCG

Universitair Centrum Psychiatrie Rob Giel Onderzoekcentrum

KENNISCENTRA

Kenniscentrum Schizofrenie Kenniscentrum Rehabilitatie

CLIËNTEN, PATIËNTEN EN NAASTBETROKKENEN

Ypsilon Anoiksis

labyrint/in perspectief Tien sleutelfactoren voor herstel Stichting Recovery Nederland Meer weten over psychosen en

schizofrenie? Kinderen van ouders met psychiatrische problemen

Stichting Nieuw Nabuurschap Maatjesproject van Humanitas

ALGEMENE INFO

Netwerk Vroege Psychose Pandora

ONDERZOEK EN WETENSCHAP

medscape Richtlijn schizofrenie

ZORGPROGRAMMA

PSYCHOTISCHE STOORNISSEN Klik hier voor het rapport

Registratie- en Volgsysteem Psychotische Stoornissen

Dus het lezen van de nota heeft mij weer veel geleerd. Voor het zorgprogramma is van belang dat het evidence based niveau voor de meeste interventies nog erg laag is. Dit is voor Michon (onderzoeker van het Trimbosinstituut) en Van Weeghel (directeur van het Kenniscentrum Rehabilitatie) dan ook aanleiding om een oproep te doen aan ZonMw om met kracht verder onderzoek te stimuleren. De nota is te downloaden. Rob Versteden

Oxford Tales 2 Samen met collega Els de Hoog van het UCP woonde Rob Versteden een aantal workshops bij in Oxford, onder de titel “Social functioning in schizophrenia: Centers of Excellence”. De workshops werden (be-)geleid door Professor Tom Burns, van oorsprong een doorgewinterde sociaal psychiater. Er waren dertien deelnemers vanuit Zuid Korea tot Duitsland en diverse landen daartussen. De gastvrijheid werd verzorgd door The Queen’s College, gesticht in 1341. In deze aflevering een korte samenvatting van de workshop van Professor Tom Burns Maar eerst iets over Oxford zelf. Zoals in zoveel middeleeuwse steden, zijn de gebouwen versierd met zgn. gargoyles. Gargoyles zijn beelden meestal van zandsteen die enigszins uitsteken van de muren, daar waar het gootwater naar beneden stort. De naam is een verbastering van het Franse gargouille dat keel of strot betekent. De meeste van u zullen deze beeldjes wel kennen van de grote middeleeuwse kathedralen als de Notre Dame, maar ook dichter bij huis, de St. Jan in ’s-Hertogenbosch. Het doel is dat de beeldjes het water van de monumentale muren houden. Als snel is zichtbaar dat men blijkbaar zo’n groot plezier had in deze gargoyles dat er veel meer aan de muren werden bevestigd dan noodzakelijk. Deze “nutteloze“ beeldjes worden ook wel grotesken genoemd. Er wordt veel gebruik gemaakt van dieren en karikaturen. Ook fabeldieren, zeemeerminnen, maar soms ook eenvoudige portretten hangen ertussen. Er doen uiteraard allerlei verhalen de ronde over de betekenis van de beeldjes. Eén historicus wijst er op, dat die verhalen soms in zeer uiteenlopende en ver uit elkaar liggende steden op een paar details na hetzelfde zijn. Als u Gargoyles googlet dan komt u ook de Oxfordse jazzband met die naam tegen, naast een boeiende discussie

http://www.nature.com/

Workshop Measuring Social Functioning in

Schizophrenia

Tom Burns sprak tot onze groep over het meten van sociaal functioneren bij mensen met schizofrenie. In de vorige lezing was al naar voren gekomen, dat het meten van sociale variabelen moeilijk is, maar, aldus Burns: Dat is nog geen reden om er niet naar te kijken. Hij wijst er op dat veel medicatie gericht is op het bestrijden van positieve symptomen, maar dat de laatste jaren de interesse is verlegd naar het farmacologisch en psychologisch behandelen van negatieve symptomen. De negatieve symptomen en het aanhoudende sociale onvermogen zijn immers de grootste veroorzakers van sociale kosten en belasting van de naastbetrokkenen. En om die reden is het dan ook noodzakelijk het begrip “sociaal functioneren” beter te leren begrijpen en te meten. Meting van sociaal functioneren kan op drie manieren: Lab-achtig: zoals het observeren bij taken en interacties, of als een soort benadering hiervan, het meten van het cognitief functioneren. Zelf-score: Cliënten kunnen zelf registreren. Observatie-score: dat kan door een behandelaar gebeuren, maar in sommige gevallen ook door een onderzoeker. De scores zelf kunnen dan vervolgens op twee manieren worden beoordeeld. Dat kan in de sfeer van wat iemand wel of niet kan, of de score wordt afgezet tegen het gemiddelde van een groep. Burns bespreekt vervolgens een aantal bekende scoringsinstrumenten als de Global Assessment Scale en nog bekender de GAF, Global Assessment of Functioning die nu is omgewerkt (bij de uitwerking van de DSM IV in de Social and Occupational Functioning Assessment Scale (Sofas). Probleem bij de meeste observatielijsten is dat zij symptomen meten, waarvan bekend is dat die niet per definitie van grote invloed zijn op het sociaal functioneren. Hij eindigt zijn verhaal dan ook met een geheel ander type van scoren. De Social Outcome Index (SIX) probeert te scoren aan de hand van een “objectieve index” voor sociaal functioneren. Het gaat over een aantal eenvoudig te meten variabelen. Of zoals we in de rehabilitatie zouden zeggen: over gewone dingen. Het zijn scores op bekende risicovariabelen als huisvesting, relaties en werk. De eenvoud van de lijst is te vergelijken met de APGAR score die op een aantal vaste tijdstippen wordt toegepast bij pasgeborenen.

De SIX ziet er als volgt uit:

Werk

- geen =0 - vrijwillig/beschut =1 - reguliere arbeidsmarkt =2

Huisvesting

- Thuisloos/24 uur beschermd =0 - Begeleid, ambulant =1 - Zelfstandig (volledig) =2 Partnerschap

- Alleen =0 - Partner =1 Vriendschap

- Geen contact afgelopen week =0 - Wel contact met vriend(in) in de afgelopen week =1 Kan het zo eenvoudig zijn? Ik denk het niet. De discussie betrok al onmiddellijk de Londense bevolking erbij die merendeels bestaat uit eenpersoonshuishoudens. En daarmee waren we zelfs met deze eenvoudige lijst als snel beland in het moeras van sociale variabelen, die telkens maar veranderen. Burns vindt de SIX vooral een goede lijst omdat hij simpel zich richt op de statistische gegevens rond mensen met ernstige psychische ziekten met de woorden: als je werkelijk je behandeling van betekenis wilt laten zijn, dan zul je willen dat deze score voor jouw cliënt omhoog gaat op deze schaal. Anoiksis

Psychiatrie moet op de schop (verkorte versie) Door Malou van Hintum in de Volkskrant van Zaterdag 15 november

2008 Stoornissen Genetische factoren spelen een steeds belangrijker rol bij onderzoek naar oorzaken Autisme, schizofrenie en depressie: zijn dat afzonderlijke stoornissen?Volgens het huidige handboek voor de psychiatrie wel. Maar dat zal niet lang meer duren, meent emeritus hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Herman van Engeland (Universiteit Utrecht). 'Epidemio- logisch en moleculair genetisch onderzoek bevestigt wat clinici in hun praktijk al langer constateren: dat ertussen deze stoornissen overlap bestaat', zegt hij.

'Ouders die lijden aan schizofrenie, hebben een verhoogde kans op een autistisch kind. Adolescenten die een schizofrene psychose hebben, leden op de basisschool vaak aan PDD-NOS.Kijk je naar mensen die als kind behandeld zijn voor PDD-NOS, dan blijkt dat op 40-45-jarige leeftijd de kans zestien keer groter is dat ze een schizofrene psychose hebben gehad dan bij normale mensen”. 'Wat we hieruit kunnen afleiden, is dat die syndromen niet onafhankelijk van elkaar bestaan, en dat er veel meer onderlinge verwevenheid is dan tot nu toe werd aangenomen.'Drie onderzoekers promoveerden afgelopen zomer bij Van Engeland op de vraag of mensen met verschillende gedragsstoornissen overeenkomstige afwijkingen delen, zowel symptomatisch als genetisch. Dat bleek inderdaad het geval. Een van de drie, kinderpsychiater Jacob Vorstman (Universiteit Utrecht), onderzocht zestig jongeren met het 22q11-deletiesyndroom, wat betekent dat ze een stukje van hun dna op chromosoom 22 missen. Er zijn zo'n veertig 'De aangedane genen in het22q11-gebied spelen dus kennelijk een rol bij beide aandoeningen', zegt Vorstman. 'Je kunt het vergelijken met het syndroom van Down. Kinderen die dat hebben, hebben allemaal één chromosoom 21 teveel. Maar onderling kunnen die kinderen sterk van elkaar verschillen: de een heeft bijvoorbeeld een ernstige hartafwijking, de ander juist een grote oogafwijking. Zo kun je je voorstellen dat sommige mensen met bijvoorbeeld schizofrenie, autisme, depressie of bipolaire stoornis óók allemaal dezelfde genetische afwijking delen, en dat andere specifieke genetische- en omgevingsfactoren er vervolgens voorzorgen dat ze verschillende gedragsstoornissen o Toen Vorstman de psychiatrische gedragsstoornissen van de 22q11-deletie-patiënten in kaart bracht, bleek dat ongeveer de helft van hen leed aan autismespectrum stoornissen. Vorstman is ervan overtuigd dat de classificatie van psychiatrische ziekten op den duur verfijnd zal worden op biologische en genetische oorzaken. 'Het is veel logischer om op grond van de etiologie een indeling te maken, dan op grond van de fenomenologie, zoals nu noodgedwongen gebeurt.’Zo is het in de somatische geneeskunde gegaan, en zo zal het ook in de psychiatrie gaan.' Hoogleraar biologische ontwikkelingspsychologie Chantal Kemner (Universiteit Utrecht en Universiteit Maastricht) bevestigt op basis van eigen onderzoek naar basale informatieverwerking bij mensen met autisme en schizofrenie, dat er sprake is van een gedeeltelijke overlap in afwijkingen.

Maar ze is voorzichtig over de consequenties daarvan. 'Eerst moeten we een beter beeld krijgen welke overlap er precies is en hoe deze gerelateerd is aan klinische symptomen. Wij onderzoeken subgroepen patiënten die ingedeeld zijn op grond van bepaalde symptomen, niet op basis van een ziekte.In deze subgroepen is dan waarschijnlijk beter te bepalen hoe een bepaalde afwijking in informatieverwerking samenhangt met een bepaald symptoom.' Gericht op details Kemners onderzoek laat ook zien dat mensen met schizofrenie en mensen met autisme in hun visuele waarneming allebei sterk ge richt zijn op details. Maar gebruik je een ander soort test, waarbij gekeken wordt naar het vermogen om je gedeeltelijk af te sluiten voor auditieve prikkels, dan kunnen mensen met schizofrenie dat juist minder goed dan mensen met autisme. De eerste groep laat zich minder afleiden dan de tweede. Kemner: 'Daarin zie je dus verschillen tussen beide groepen. Bovendien moetje niet vergeten dat we altijd praten over groepsgemiddelden.Op diagnostisch niveau, bij de individuele patiënt, kun je hier nog niets mee.' 'Ik zal allang blij zijn wanneer we één afwijking in de informatieverwerking direct kunnen relateren aan een onderliggende biologische oorzaak aan de ene kant, en aan een bepaald symptoom aan de andere kant.' Immunologie-professor Hemmo Drexhage (Erasmusuniversiteit Rotterdam) toont zich daarentegen ronduit optimistisch over de resultaten van toekomstig onderzoek naar de relatie tussen psychiatrische stoornissen en biologische markers, in het bijzonder het immuunsysteem.Vorige week kwamen in Rotterdam negentien onderzoeksinstellingen samen die met ruim tien miljoen Europese euro's onder de titel MOODINFLAME de relatie tussen biomarkers en het immuunsysteem gaan bestuderen. Want het afweersysteem zou wel eens een belangrijke onderliggende factor kunnen zijn voor gedragsstoornissen, denken ze. 'Er is een sterke relatie tussen auto-immuunziekten en psychiatrische stoornissen', zegt Drexhage. 'Zo hebben mensen met bipolaire stoornis meer kans op schildklier- auto-immuunziekte en type 1-diabetes, dat clustert samen.'Eigenlijk is het heel logisch, vindt hij. Mensen zijn niet alleen lichamelijk of geestelijk ziek, daar is een verband tussen: en dat verband zijn de biomarkers. Drexhage heeft zelf een potentieel belangrijke

Ze zijn altijd beschouwd als passieve afweercellen, die alleen in actie zouden komen als er schade optrad. We denken nu dat microgliaeen actieve rol in de hersenen spelen en met zenuwcellen en steunweefsel een ingewikkeld samenspel uitvoeren. Als ze verstoord zijn, raakt dat samenspel ookverstoord, en daarmee de hardware in de hersenen die verantwoordelijk is voor de aanmaakvan en controle op gevoelens. Dan ga je vreemde dingen zien en ervaren, omdat de input niet goed wordt verwerkt.' En dan word je depressief, angstig of psychotisch, denkt hij. 'Er is in MOODINFLAME onderzoek gedaan waarbij mensen naast ssri's (een type antidepressiva) een antiontstekingsmiddel kregen om de microglia rustig te houden, en dat werkt. Dat anti-ontstekingsmiddel, een cox-2-remmer die ook wel gebruikt wordt tegen reuma, versterkt de werking van de ssri's.' Drexhage verwacht dan ook dat op lange termijn niet symptomen, maar biomarkers de basis worden voor de classificatie van psychiatrische stoornissen. 'Je kunt je voorstellen dat de aanwezigheid van bepaalde biomarkers bijvoorbeeld 30 procent kans geeft op depressie, 60 procent op bipolaire stoornis, 30 procent op schizofrenie en 5 procent op autisme. We hebben het dan overeen basismarker die samen met andere factoren zorgt voor een ziektebeeld. Nieuwe leidraad? Worden biomarkers de nieuwe leidraad in de psychiatrie? Rutger Jan van derGaag, als hoogleraar klinische kinder- en jeugdpsychiatrie verbonden aan het UMC St. Radboud en vanaf volgende week vrijdag de nieuwe voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, gelooft niet in óf-óf. Zo eenvoudig is het niet. 'Wat we weten, is dat stoornissen ontstaan door voortdurende wisselwerking tussen aanleg van het individu en omgeving in de ruimste zin. Gedrag wordt aangestuurd door neuropsychologische systemen die worden gevormd door netwerken in het brein, die voortkomen uit genetische aanleg in wisselwerking met omgevingsfactoren. Dat begint al bij de conceptie, en dat is een voor elk individu uniek en dynamisch proces. Hoe uniek en dynamisch, zie je aan een-eiige tweelingen wier dna identiek is, maar van wie de een wel autisme of schizofrenie krijgt, en de ander niet.

Hoe kan dat? 'Daar kom je niet achter door te kijken naar één biomarker die kenmerkend is voor bijvoorbeeld een groep mensen met autisme, maar door verschillende soorten populaties te onderzoeken met die biomarker, en dan te kijken naar de wisselwerking tussen aanleg, biomarker en omgeving. Welke factoren zorgen er vervolgens voor dat de een ADHD krijgt, de ander schizofrenie en de volgende helemaal niets? 'Het is interessant om te weten dat bij (sommige) mensen met schizofrenie een aantal genen anders is, of ontbreekt. Maar er zijn ook mensen die zulke genen missen en niet schizofreen zijn, en er zijn schizofrenen die zulke genen niet missen. Willen we een patiënt een juiste diagnose geven, dan moeten we veel specifieker naar onderliggende factoren kijken: het immuunsysteem, de bekabeling in de hersenen. Want gedrag dat er in de kliniek hetzelfde uitziet, kan heel verschillende oorzaken hebben, ik verwacht dat we over een jaar of vijftien veel gerichtere diagnosen kunnen stellen, en dus ook veel gerichter kunnen behandelen. Wetenschappers zullen hard na moeten denken welke 'classificaties' op welk niveau - genetisch, neurochemisch, neurofysiologisch, neuropsychologisch en gedragsmatig - het nuttigst zullen blijken om voortgang te boeken met ons begrip van psychiatrische problemen.' Hoe komt het dat de een ADHD krijgt, de ander schizofrenie en de volgende helemaal niets? Bron: www.anoiksis.nl

Ypsilon

Afscheid van Anneke van der Krieke

Anneke van der Krieke, die ons altijd voorzag van nieuws in deze rubriek, gaat de Provinciale Programmagroep Psychotische stoornissen verlaten. Anneke trekt zich geheel terug uit de Groningse activiteiten en gaat zich meer richten op Drenthe. Wij bedanken Anneke voor haar geweldige inzet voor naastbetrokkenen, zowel in onze gelederen als in de Familievereniging Lentis en wensen haar veel succes met haar activiteiten in Drenthe. Als laatste goede daad heeft zij nog een opvolger gevonden

voor ons. Joke Wentholt zal namens Ypsilon de PPP komen

versterken.

Klik op deze link voor meer informatie over Ypsilon

Cochrane Cochrane Cochrane Cochrane Onderwerp

Probleemoplossende vaardigheden voor schizofrenie

Mensen met schizofrenie hebben vaak niet de mogelijkheid om problemen op te lossen die zich van dag tot dag voordoen bij stressvolle levensgebeurtenissen. Deze tekorten kunnen van invloed zijn op het vermogen om zelfstandig te leven, en zo bijdragen tot invaliditeit en een slechte kwaliteit van leven. Probleemoplossende therapie is een psychologische interventie ter verbetering van het functioneren van mensen met schizofrenie. Het benadert problemen op een systematische manier en deze therapie kan worden gebruikt als aanvulling op de antipsychotische ondersteunende interventies. medicatie en andere Achtergrond Ernstige en langdurige symptomen van schizofrenie zijn vaak de oorzaak van invaliditeit. Milieustress, zoals belangrijke gebeurtenissen in het leven en de praktische problemen die de mensen in hun dagelijks leven tegen komen kunnen de symptomen van schizofrenie verergeren. Tekortkomingen in het probleemoplossend vermogen bij mensen met schizofrenie zijn van invloed op hun onafhankelijkheid en interpersoonlijk functioneren en hebben ook een nadelige invloed op de kwaliteit van hun leven. Als gevolg daarvan zijn therapieën ontwikkeld zoals de probleemoplossende therapie ter verbetering van het probleemoplossend vermogen van mensen met schizofrenie. Doelen Het vaststellen van de effectiviteit van probleemoplossende therapieën in vergelijking met andere soortgelijke therapieën of standaard zorg. Selectiewijze en aantal onderzoeken We hebben de Cochrane Schizophrenia Group's Register (september 2006) geraadpleegd, dat gebaseerd is op het regelmatig doorzoeken van BIOSIS, CENTRAL, Cinahl, EMBASE, MEDLINE en PsycINFO. Wij onderzochten alle referenties van de voor dit onderzoek relevante studies. Resultaten We vonden slechts drie kleine studies (n = 52) die probleemoplossend versus standaard zorg, training van copingvaardigheden of niet-gespecificeerde interacties evalueerden. Onvoldoende rapportage van gegevens zorgde voor veel onbruikbare resultaten. We waren niet in staat om ee meta-analyse te maken. Algemene resultaten zijn beperkt en onduidelijk. Er zijn geen significante verschillen gevonden tussen de diverse behandelgroepen op het gebied van psychisch functioneren, gedrag of sociale vaardigheden. Er werden geen gegevens gepresenteerd over de algemeen welbevinden, de kwaliteit van het leven of de tevredenheid. Conclusie We vonden onvoldoende bewijsmateriaal ter bevestiging of weerlegging van de voordelen van de probleemoplossende therapie als een extra behandeling voor mensen met schizofrenie. Dit kwam vooral door het klein aantal deelnemers, de kwaliteit van de rapportage, de

Deze Cochrane werd

verzorgd door

Pieter Jan Mulder

methoden en de resultaten. Meer studies met een adequate rapportage van methoden voor het minimaliseren van bias (onbedoelde subjectiviteit) zijn vereist. Gevalideerde, betrouwbare en klinisch betekenisvolle resultaten zijn nodig voor gedegen advies aan beleid en praktijk. Cochrane-auteurs Xia J, Li C. Probleemoplossende vaardigheden voor schizofrenie. Cochrane Database of Systematic Reviews 2007, Issue 2. Art. Nr: CD006365. DOI: 10.1002/14651858.CD006365.pub2. Congressen

Agenda:

• Sociale relaties en burgerschap. Grote tweejaarlijkse congres

Kenniscentrum Rehabilitatie 18 december 2008

• Vooraankondiging tweejaarlijkse nascholing psychosen en in

het bijzonder schizofrenie op 5/6 maart 2009 te Zwartsluis Doelgroep: psychiaters, psychologen en nurse-practitioners. Onderwerpen: negatieve symptomen, cognitieve functies, genetica van theorie naar praktijk, overdragen van medische kennis in de praktijk. Accreditatie is aangevraagd.

• Verpleegkundig Symposium UCP/PPP Op 17 april 2009 vindt het Verpleegkundig Symposium plaats dat al bijna als een traditie wordt georganiseerd door verpleegkundigen van het UCP/UMCG. Dit jaar heeft de organisatie in nauwe samenwerking met de Provinciale Programmagroep Psychotische stoornissen (PPP) het thema “Verpleegkundig handelen in een zorgprogramma voor psychotische stoornissen” uitgewerkt. De gehele dag zal in dit teken staan. Zoals regelmatige bezoekers weten wordt de dag met een sfeervol en muzikaal samenzijn afgesloten. Meer informatie volgt.

• Referaat Lectoraat Rehabilitatie

Studiemiddag Visiedocument Herstel en Gelijkwaardig

Burgerschap van GGz Nederland Op dinsdag 27 januari 2009 zal in de Marie Kamphuisborg (voorheen de Hanzeborg) een studiemiddag plaatsvinden over het nieuwe Visiedocument Herstel en Gelijkwaardig Burgerschap van GGz Nederland. Drs. Ellen de Haan van GGz Nederland presenteert het visiedocument en prof.dr. Durk Wiersma van het Rob Giel Onderzoekscentrum en dr. Jos Dröes, psychiater en hoofdopleider St. Rehabilitatie ’92 zullen ieder vanuit hun eigen invalshoek ingaan op de betekenis van de visie voor nabije toekomst van de langdurende zorg in de GGz. De CoP die de Herstelondersteunende zorg als thema uitwerkt presenteert de huidige kennis op dit gebied. De middag zal beginnen om 14.30 uur, Zernikeplein 23, collegezaal C0.03.. Nadere informatie volgt nog, maar u kunt nu al de datum vastleggen. De toegang is gratis.

Klik op deze link voor meer informatie

Groepen

Lotgenotengroep De afdeling Psychosen van het UCP organiseert lotgenotencontact voor patiënten die een psychose hebben meegemaakt en die graag in contact willen komen met anderen. Lotgenotencontact is voor veel patiënten een bron van herkenning, erkenning, steun en informatie. Het kan ondersteuning bieden bij het verwerken van een psychotische stoornis en bij het leren leven met een deze stoornis.

Bijeenkomsten In aanwezigheid van een hulpverlener wordt tijdens acht of meer bijeenkomsten in een ontspannen sfeer gesproken over onderwerpen die door de groep worden ingebracht. Iedereen kan op zijn eigen manier meedoen. Als u vooral veel wilt luisteren of juist vertellen, is dat mogelijk. Als u het moeilijk vindt om in een groep te praten, dan wordt daar rekening mee gehouden. Waar en wanneer Eens per twee weken is er op dinsdag van 17.00 tot 18.30 uur een bijeenkomst. De bijeenkomsten vinden plaats in het UCP Libermanmodules

Er zijn 6 Libermanmodules namelijk: Module 1: Omgaan met antipsychotische medicatie. Module 2: Omgaan met psychotische symptomen. Module 3: Omgaan met vrije tijd. Module 4: Omgaan met verslaving. Module 5: Omgaan met werk. Module 6: Omgaan met sociale relaties en intimiteit: Deel 1: het aangaan en onderhouden van sociale relaties. Deel 2: het aangaan en onderhouden van een intieme relatie.

Libermanmodule Omgaan met sociale relaties en intimiteit deel 1

gaat op 14 januari 2009 van start! Het maken van vrienden en behouden van vriendschap is belangrijk omdat daarmee het aantal mensen met wie u activiteiten kunt ondernemen toeneemt en vaak ook het aantal mensen waarbij u steun kunt vinden en waarvoor u zelf van betekenis kunt zijn. Het lijkt zo vanzelfsprekend: je komt iemand tegen die je aardig vindt, maakt een afspraak en er groeit vriendschap. Maar vaak is dat niet zo gemakkelijk als het lijkt. Soms is het zelfs al moeilijk gewoon tijdens een gesprek de ander in de ogen te kijken, laat staan hem of haar uit te nodigen samen iets te ondernemen. Wie weet is dan de Liberman module 6 deel 1 ’Het aangaan en onderhouden van sociale relaties’ iets voor u?! De trainers van de Liberman modules gaan ervan uit dat je veel kunt leren. Door een aantal vaardigheden te oefenen gaat u zich zekerder voelen en lukt het vaak beter om contacten te leggen, te behouden en te verdiepen. Voor wie is de training geschikt? De training is in eerst plaats ontwikkeld voor mensen die er in hun dagelijkse leven tegenaan lopen dat ze moeilijk in contact komen met anderen en/of het moeilijk vinden dit contact te behouden en uit te bouwen naar een intieme relatie. De training werkt alleen als u zélf iets wilt leren op dit vlak, niet als u komt omdat u door anderen gestuurd bent. Een andere voorwaarde is dat u gemotiveerd bent om met anderen in een groep te leren.

Klik op deze link voor meer informatie over de lotgenotengroep Aanmelden bij:

Secretariaat Psychosen van het Universitair Centrum Psychiatrie Telefoon: 050-3612132 of via e-mail [email protected]

Locatie: Eugeria

Tijdstip: 13.30 – 15.30 uur Aanmelden:

Linis, FACT team 5 Marja Hillenga Telefoon: 5223109 E-mail: [email protected]

in een groep te leren. Tijdens deze module leert u een aantal vaardigheden zoals:

• het maken van een afspraak met iemand • het maken van een praatje en het uiten van positieve gevoelens

of kritiek.

Deel 1 sluit af met het evalueren van sociale relaties en het nemen van een besluit over de wijze van voortzetten van een contact. Health 4U

Health 4U: voor wie is het? Health 4U is speciaal ontwikkeld voor mensen die medicatie gebruiken omdat ze last hebben van psychische klachten. Vaak leiden deze klachten, in combinatie met medicatie, tot een ongezonde levensstijl waardoor mensen zwaarder worden en de lichamelijke conditie kan verslechteren. Deze training is ontwikkeld om hier wat aan te doen. Health 4U: wat is het? Health 4U is een unieke combinatie van verschillende trainingen die kunnen helpen om ongezonde gewoonten te veranderen, overgewicht te bestrijden en uw conditie te verbeteren. Het uitgangspunt is dat overgewicht en de kans op ziekte, ook als deze ontstaan door bijwerkingen van medicatie, vooral samenhangen met eenzaamheid, negatieve gevoelens en vervelende gedachten. Deze leiden vaak tot ongezonde gewoonten zoals veel roken, teveel eten en onvoldoende beweging. Familieavonden De afdeling Psychosen van het UCP organiseert regelmatig informatie-bijeenkomsten voor familieleden van patiënten die psychotisch zijn of zijn geweest. U vindt hier meer informatie over deze bijeenkomsten.

Voor wie en waarom Psychotische klachten beïnvloeden niet alleen het leven van de patiënt, maar ook dat van de mensen uit zijn omgeving. De psychotische klachten kunnen bij de partner, kinderen, ouders, broers en zussen bijvoorbeeld leiden tot zorg, onzekerheid, spanning en angst. Voorlichting over psychosen en het uitwisselen van ervaringen met anderen, kunnen dan nuttig zijn en steun bieden. De familieavonden kunnen helpen beter met eventuele problemen om te gaan. Tijdens de familieavonden zijn er leden van Ypsilon aanwezig. Dit is de patiëntenvereniging voor familieleden van psychotische patiënten. De

leden houden voordrachten en beantwoorden vragen vanuit hun eigen

ervaringen. Ook vertellen zij welke activiteiten de vereniging organiseert.

Psycho-educatie De afdeling Psychosen van het UCP organiseert wekelijks voorlichtings-bijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten krijgt u informatie over de oorzaken, de behandeling en de preventie van psychosen.

Voor wie De voorlichtingsbijeenkomsten zijn bedoeld voor mensen die mogelijk psychotische verschijnselen hebben of hebben gehad. De gegeven

Meer weten over Health 4U, klik op deze link Informatie Marian Kanon Telefoon: 5223349 Klik op deze link voor meer informatie over de familieavonden Aanmelden bij: Secretariaat Psychosen van het Universitair Centrum Psychiatrie Telefoon: 050-3612132 of via e-mail

[email protected] Klik op deze link voor meer informatie over de voorlichtingsbijeenkomsten

informatie helpt bij het uitzoeken of er psychotische symptomen zijn of zijn geweest. Ook helpt de informatie beter met psychische klachten om te gaan en te weten wat er aan te doen is. De bijeenkomsten zijn vrij

toegankelijk voor patiënten van het UCP en daarbuiten. Waar en wanneer De bijeenkomsten zijn elke vrijdagmiddag (m.u.v. van feestdagen) van 13.30 tot 14.30 in het Universitair Centrum Psychiatrie van het UMCG.

Aanmelden bij: Secretariaat Psychosen van het Universitair Centrum Psychiatrie Telefoon: 050-3612132 of via e-mail

[email protected]