SK december 2008

12
DEBAT OVER EUTHANASIE | GROTE OLIEBOLLENTEST VERLAAG JE HUUR | RON JANS OVER BOERENBLUF Door God op aarde geflikkerd Jaargang 25 - December 2008

description

Groninger Studentenkrant december 2008

Transcript of SK december 2008

DEBAT OVER EUTHANASIE | GROTE OLIEBOLLENTESTVERLAAG JE HUUR | RON JANS OVER BOERENBLUF

Door God op aarde geflikkerd

Jaar

gang

25

- Dec

embe

r 200

8

2 Groninger Studentenkrant Apart'ja & Cartoon

Apar

t’ja

De grote oliebollentest: zie pagina 6 en 7Door Peter Valkema

Negenenzeventig: een leeftijd waarop de meeste mensen van hun oude dag genieten, niet te veel nieuwe dingen uitpro-beren en het rustiger aan gaan doen. Zo niet Jacky Meester: deze energieke dame zit nog lang niet achter de geraniums. ‘Je blijft jong als je altijd nieuwe dingen probeert.’

Door Joost KnaapFoto: Hanne van der Velde

Jacky Meester is nog regelmatig te vinden in de collegebanken, gaat nog wekelijks naar fitness, heeft op 63-jarige leeftijd een wereldreis gemaakt, verzamelt wasknijpers, doet aan mantelzorg voor haar 91-jarige nicht en gaat binnenkort op vakantie naar het voormalig Birma. Haar huis is opvallend modern. Nergens zijn stoffige tapijten, geborduurde lampenkappen of kleedjes met een bloemenmotief te ontdekken, maar juist strak en enigzins futuristisch ogende designmeubelen vullen de kamers. Vol trots geeft Meester een rondleiding door haar woning, die bestaat uit twee samengevoegde schippershuisjes. De kleine kamers doen knus en geborgen aan en er hangt veel moderne kunst. De computer heeft een prominente plek. Meester blijkt een niet onverdienstelijk amateurfotograaf te zijn, getuige de vele reisfoto’s die een complete wand bedekken. Oningelijst en met plakband opgehangen, want ‘dan kan ik nog eens variëren, anders hangt het zo vast’. Er liggen schelpen in vitrinekasten en op een tafel staat een grote mand met maar liefst 139 verschillende wasknijpers van over de hele wereld. In de eetkamer gaat Meester zitten en begint enthousiast te vertellen. ‘Ik ben de jongste uit een nest van vier kinderen.’ Als kind viel haar levenslust al op. ‘Misschien heb ik wel ADHD gehad’, peinst ze. ‘Mijn zussen zeiden weleens, omdat ik de benjamin was, dat ik alles meegekregen heb wat onze ouders nog over hadden.’ Na drie jaar gymnasium ging Meester naar de kweekschool, zoals de PABO vroeger heette. Ze wilde lerares worden. Ze trouwde op jonge leeftijd en kon daarna niet werken, want vrouwen werden geacht thuis te blijven om voor de kinderen te zorgen. Meester is twintig jaar thuis geweest, maar toen ze veertig was en de kinderen wat ouder waren, begon het te jeuken. Ze werkte eerst in

het Buitengewoon Lager Onderwijs en later op de moedermavo, het volwassenenonderwijs om mensen een tweede kans te geven een opleiding af te ronden. Ze liet zich bijscholen om Kunstgeschiedenis te kunnen doceren. Zo kwam ze voor het eerst in aanraking met het Hoger Onderwijs voor Ouderen (HOVO) en sindsdien volgt ze iedere week college.

In het begin schoven de ouderen aan bij reguliere colleges, later waren de colleges enkel in de avonduren. Maar, stelt Meester, tussen de studenten zitten was natuurlijk ‘veel leuker’. Ze volgt de colleges enkel uit interesse, en maakt bijna nooit tentamens. ‘Ik heb hoogst waarschijnlijk geen echte wetenschappelijke interesse. Als je wilt studeren moet je alleen zitten. Ik heb mensen om me heen nodig: ik ben een mensenmens.’ Meester ging op haar drieënzestigste met pensioen, terwijl ze eigenlijk graag nog door had willen gaan. Ze kon hierdoor wel haar gedroomde wereldreis maken. De energieke vrouw heeft altijd al veel gereisd. Toen ze 58 was maakte ze een voettocht van Pieterburen naar de Middellandse Zee. Zes jaar geleden ging ze voor het eerst naar het voormalig Birma en over een paar weken gaat ze terug. Deze keer met een

potje geld dat ze heeft ingezameld. Ze wil er mensen helpen, want ‘je moet niet alleen voor jezelf leven’. Zelf kan Meester niet verklaren hoe ze nog zo actief is. ‘Zo ben ik nu eenmaal, denk ik. Ik ben zelf nog steeds verbaasd dat ik zoveel kan.’ Het is volgens Meester wel belangrijk altijd positief te blijven en ook open te staan voor nieuwe indrukken. ‘Je blijft jong als je altijd nieuwe dingen probeert’. Ze vindt dat mensen te veel zeuren dat het allemaal niks is en vergeten zijn wat echte armoede is. ‘We zijn de weg kwijt geraakt in deze enorme hoeveelheid spullen, er komt geen einde aan.’ Ontbreekt er nog iets in haar leven? ‘Nee, alles wat ik heel graag wilde, doe ik ook.’ Al had ze misschien wel wat meer schilderijen willen kopen. Positief en optimistisch, dat zijn zijn de sleutelbegrippen voor zo’n lang leven. ‘Ik heb weer voor een jaartje bijgetekend.’

‘Ik heb weer voor een jaartje bijgetekend’

Jacky Meester blijft jong, omdat ze altijd iets nieuws probeert.

‘Ik liep van Groningen naar de Middellandse Zee’

Het gesprek Groninger Studentenkrant 3

‘Au, zo neuk ik ook al heel lang’Youp van ‘t Hek laat voelen waar de wonden zitten

‘Flikker er maar vast wat koffie in!’ laat Youp van ’t Hek telefonisch weten. Als hij drie kwartier te laat binnen komt lopen blijkt hij zijn auto total loss gereden te hebben. De komiek is in Hoogezand voor de try-outs van zijn oudejaarsconference. ‘Het is treurig gesteld met Nederland.’

Door Lise Evers en Sarah VenemaFotografie: Jan Luursema

‘Leef alsof het je laatste dag is.’ Dat is de boodschap die Youp van ‘t Hek al 35 jaar lang in zijn voorstellingen uitschreeuwt. Een boodschap die iedere Nederlander menigmaal heeft kunnen horen en waardoor steeds meer mensen zich af beginnen te vragen wanneer de kleine man er toch eens mee ophoudt. Zelf kan Van ’t Hek daar best in komen. ‘Ik had allang moeten stoppen. Maar het is zo leuk om te doen. En als je naar alle schilderijen van Van Gogh kijkt, dan is op heel veel schilderijen zijn kleurgebruik overal hetzelfde en herhaalt hij zich ook.’ Dus is Van ’t Hek de laatste dag van het jaar weer op de buis te zien met zijn zesde oudejaarsconference, getiteld ‘Troost’. Of er in de voorstelling daadwerkelijk troost gevonden wordt is volgens de cabaretier nog maar de vraag. ‘Ik denk dat het lachen wel troost biedt, maar ik zet volgens mij een vrij treurig Nederland neer. En ik verzin echt niks’. Het is dus somber gesteld met ons land, dat is de clou van het verhaal. In Van ‘t Heks programma volgen de grappen elkaar in een rap tempo op en zo wordt de ene na de andere Nederlander onderuit gehaald. Daar gaan de topmannen van de grote banken. De hockeyers en hun gelal worden verpletterd en voetbalsupporters blijken in de kritische ogen van de cabaretier geen haar beter te zijn. Ook de Rijdende Rechter, Geert Wilders en Erica Terpstra worden niet gespaard. Zij zijn allemaal belachelijk en eigenlijk geldt dit voor alle inwoners van ons kleine platte landje. Aldus Van ‘t Hek, die slechts ‘op een rij zet’ wat hij het afgelopen jaar heeft gezien.

Niet slim genoeg Een echte boodschap is niet terug te vinden in de conference en dat is volgens Van ’t Hek precies de bedoeling. ‘Ik ben gewoon de cabaretier die langskomt en optreedt. En dat wil ik ook eigenlijk steeds meer worden. De cabaretier komt langs, de cabaretier vertelt en de cabaretier gaat weer weg.’ Gewoon grapjes maken dus. Iets anders zou de artiest

niet eens willen doen. ‘Op een bepaalde leeftijd heb je een aantal dingen geprobeerd en dan weet je wat je wel en niet kan. En Youpie moet bijvoorbeeld geen romans schrijven. Ik ben er wel eens aan begonnen en al lezend dacht ik: ik ben niet slim genoeg om allerlei karakters door elkaar te weven.’ Toneelstukken schrijven doet hij wel, maar ook die zijn toch weer gewoon grappig. Zelf ziet Van ’t Hek grappig zijn beslist niet als gemakzucht. ‘Laat ik eens iets arrogants zeggen: Mensen aan het lachen maken is helemaal niet zo makkelijk. Er zijn een hoop mensen die dat tevergeefs proberen. Ik denk dat als er iets van een God is, hij mij op aarde heeft geflikkerd om dit te doen voor de mensen in het Nederlandse taalgebied.’ Van ’t Hek als landsnar van Nederland, aangewezen door God zelf. Een kleine dosis arrogantie kan hem niet ontzegd worden. Aan de andere kant is het de man wel gelukt om binnen drie dagen de Groningse stadsschouwburg zo goed als uitverkocht te krijgen. Een schouwburg waar hij al vaak heeft gespeeld, in een stad waar hij het vaak over heeft. ‘Als ik in Groningen ben blijf ik gelijk een week. Ik hou van de stad en ik hou van studenten. Ik hou ervan om met ze

te lullen in een kroeg. Als ze zeggen dat ik niet leuk meer ben, kom maar op! Eigenlijk ben ik verloofd geraakt met de stad. Ja, ik moet haar nog een keer ten huwelijk vragen.’

Grootste nederlaagOver de mensen die zijn voorstellingen bezoeken is de cabaretier erg tevreden. ‘Van schouwburgdirecteuren hoor ik dat mijn publiek erg gevarieerd is. Als ik bijvoorbeeld in Venlo speel komen ze vanuit het hele land naar me toe.’ Vanaf zijn oudejaarsconference in ’89 werd hij echt populair bij het grote publiek. ‘Toen vond iedereen mij grappig en zat er ook ineens heel veel publiek tussen dat ik er liever niet meer in wilde hebben. De mensen die ‘Youpie’ begonnen te schreeuwen.’ Waar hebben we dit eerder gehoord? Onlangs verkondigde Freek de Jonge in het tv-programma De wereld draait door dat hij niet iedereen meer in zijn zaal wilde hebben. ‘Bij hem is dat een soort kinnesinne omdat het publiek niet meer zo hard loopt, dat gelul ben ik

helemaal moe.’ Toch is Van ’t Hek er niet mee bezig een bepaald soort publiek te trekken. Wel probeert hij het opkopen van kaarten tegen te gaan, zoals gebeurde bij een vorige oudejaarsconference. In een persconferentie noemde hij dit ‘de grootste nederlaag uit mijn carrière.’ ‘De kaarten gingen voor vijfhonderd euro weg en ik wil niet optreden voor een zaal waar iedereen vijfhonderd euro heeft betaald. Toen hebben we de boel afgeblazen.’ Dat Van ’t Hek één van ’s lands populairste cabare-tiers is moge duidelijk zijn. Maar wie van zijn collega’s vindt hij zelf de moeite waard? ‘Ik zie niet zoveel maar wat goed is breekt door. Toen ik voor de eerste keer Hans Teeuwen zag, dacht ik ‘ja, da’s goed’. Van de nieuwe generatie vind ik Wim Helsen prachtig en ik hoor steeds dat Pieter Derks goed is.’

Een randje rock-’n-rollDe bekende interviewer Frénk van der Linden typeert Youp van ’t Hek als oninterviewbaar en moeilijk te penetreren.

Waar komt dit imago vandaan? ‘Soms wil ik bij serieuze bladen best meer over mijn privéleven vertellen, maar dan staat het volgende week meteen in de Privé. Je wordt in de loop der jaren steeds meer gesloten. Ik heb wel eens

de paparazzi een dag achter me aan gehad, gewoon om te kijken of ik nog wel bij m’n eigen vrouw ben. Dat vind ik een vies gevoel.’ De fotograaf die ’s ochtends op zijn deurmat ligt, en het bestaan van toeren en slapen in hotels ziet Van ’t Hek als ‘een randje rock ’n roll’ aan zijn beroep. ‘Ik ben geen accountant, zal ik maar zeggen.’ En laten dat nou juist de mensen zijn waar de cabaretier telkens weer tegenaan schopt. ‘Ik ben opgegroeid tussen die ongelofelijk grote huizen, waar iedereen met zoveel respect naar diezelfde

huizen kijkt. En ik kijk daar dus niet met groot respect naar. Ik vind de mensen die daar wonen vaak ongelofelijke pleur- ken. Die mensen houden elkaar in ere, ze spelen elkaar de bal toe.’ Op de vraag hoe het mogelijk is dat hij niet zo is ge-worden antwoordt hij: ‘Waarom ik niet en de rest wel weet ik niet, maar ik vond de mensen niet zo leuk. Ik was anders. Ik begon pas met zoenen op mijn negentiende, want daarvoor zat ik altijd met meisjes te discussiëren. We gingen naar mu-sea en deden allemaal dingen die ik heel belangrijk vond.’ Tijdens het spelen van de try-out van zijn Oude-jaarsconference bewijst de energieke vijftiger maar weer eens dat het voor hem nog lang geen tijd is om te stoppen. Hij is scherp, snel, rauw en houdt het Nederlandse volk een grote lachspiegel voor. ‘Het doel van een cabaretier is niet alleen om de mensen aan het lachen te maken, maar ook om net als een citroen te laten voelen waar de wonden zitten. Dat je denkt: Ja, au, zo neuk ik ook eigenlijk al heel lang.’

‘Het gelul van Freek de Jonge ben ik zat’

‘Ik begon pas met zoenen op mijn negentiende’

4 Groninger Studentenkrant Nieuws & Achtergrond Sport & Column

‘Er wordt gewoon te veel betaald’Ex-student regelt je huurverlaging

Bijna de helft van de studenten betaalt te veel voor zijn of haar kamer. Leg je hier niet moedeloos bij neer, is de boodschap van Jasper Vos. Hij heeft sinds kort zijn eigen onderneming, jehuurverlagen.nl.

Door Persis BekkeringFotografie: Hanne van der Velde

Te veel huur betalen. Het probleem bestaat niet alleen in Amsterdam, dat zó overvol is dat studenten honderden euro’s neerleggen voor een bezemkast. Ook Groningen wordt geteisterd door huisjesmelkers die studenten hun stufi aftroggelen met te hoge huren. Hier sta je als huurder niet machteloos tegenover. Sinds kort kun je namelijk terecht op jehuurverlagen.nl, een initiatief van Jasper Vos. Vos (26) studeerde in 2007 aan de RUG af in de Filosofie van de Psychologie. Bepaald geen logische keuze voor wie zelfstandig ondernemer wil worden. Hij volgde daarom bijvakken bij Rechten en Bedrijfskunde

en deed werkervaring op bij een groot internationaal belastingadvieskantoor in Rotterdam. ‘Toen ik studeerde heb ik leuk op kamers gewoond en daarna in een huisje in de Oosterpoort’, vertelt de jonge ondernemer. ‘Daar betaalde ik te veel, had ik op websites uitgezocht. Na enige tijd heb ik eerst

geprobeerd gewoon te praten met de huisbaas, maar volgens hem was het heel ingewikkeld om de huur te verlagen: hij wilde eerst met zijn advocaat en bouwmeester praten. Het contact met de huisbaas bleef zakelijk, maar hij had allerlei smoesjes. Dat schoot niet op. Na driekwart jaar ben ik naar

de huurcommissie gegaan. Bij dit lange proces had ik graag wat hulp gehad. Daarom ben ik zelf een bedrijf begonnen.’ Wat biedt zijn bedrijf dan voor hulp? ‘Studenten kunnen op de website een formulier invullen. Dan kom ik langs voor een exacte meting, die ik naar het puntensysteem vertaal (methode van het ministerie van VROM om de kwaliteit van een woonruimte in punten uit te drukken, red.). Betaalt de student inderdaad te veel, dan ga ik naar de verhuurder voor een informeel gesprek. Gaat hij niet overstag, dan stuur ik eerst een aangetekende brief. Werkt dat niet, dan ga ik na twee maanden naar de Huurcommissie. Ik bied zelfs hulp in een rechtszaak.’ De student betaalt voor Vos’ hulp zestig euro voor één kamer. De kosten gaan omlaag bij een groter aantal kamers. Vos vertrouwt op de effectiviteit van zijn methode. ‘De dreiging met de Huurcommissie heeft al een preventieve werking. Bovendien is de kans klein dat na uitspraak van hen de kantonrechter nog nodig is, want 95% van de huurbazen gehoorzaamt hieraan.’ Het jaarverslag van de Huurcommissie bevestigt dit percentage. Op de vraag waarom studenten dan niet beter direct naar die commissie kunnen stappen, heeft de filosoof zijn antwoord klaar. ‘Dat gebeurt gewoon nauwelijks. Er is kennis van zaken vereist, je moet alles zelf uitzoeken. Daarnaast moet je behoorlijk zeker van jezelf zijn om stappen te zetten. Als je geen jurist bent, durf je dit vaak niet. Ook zijn studenten bang voor verstoring van de relatie met de huurbaas. Terwijl die relatie toch al slecht is: je betaalt te veel, dus voel je je bedonderd.’ De Huurcommissie reageert enthousiast op het initiatief. ‘Hartstikke goed’, zegt een medewerkster aan de telefoon. ‘Het is handig voor studenten die er geen verstand van hebben. We zien hem niet als concurrent, want uiteindelijk moeten wij toch uitspraak doen. Het is trouwens de bedoeling dat iedereen die van ons hulp wil, eerst zelf met de huisbaas heeft gepraat.’ Over de toekomst durft Vos nog geen verwachting uit te spreken. ‘Ik noem het liever hoop’, stelt hij. Als het in Groningen een succes wordt, wil hij zijn project uitbreiden naar de andere studentensteden. ‘Want er wordt gewoon te veel betaald.’

Ondernemer Jasper Vos belooft huurverlagingen.

Zoektocht naar vergeten mijnenNederland had nederzettingen op Spitsbergen. Historicus Hidde de Haas deed hier onderzoek naar en ging mee op een Poolexpeditie. ´Ik dacht echt: Yes!´

Door Thomas van den OeverFoto: Hidde de Haas

‘Het is een prachtig gebied. Echt onbeschrijfelijk mooi’, vertelt De Haas enthousiast. De afgelopen twee zomers trotseerde hij de Noorse kou en de niet bepaald ideale werkomstandigheden om archeologisch veldwerk te doen op Spitsbergen, dat boven de Poolgrens ligt. Zelf relativeert hij de kou, want ‘daar kun je je op kleden’. En zó koud vond hij het er niet: ‘De zomers op Spitsbergen vallen voor het poolgebied relatief mee. Meestal is het er in de zomer, als het niet te bewolkt is of hard waait, op zeeniveau tussen de 0 en 5 graden. Maar ik heb ook nog foto’s van de keer dat we uit ons tentje kropen en er een laag sneeuw lag’. Het jaar 2007/2008 was het vierde International Polar Year (IPY). Het IPY is een overkoepelend internationaal project dat uit ruim tweehonderd wetenschappelijke deelprojecten bestaat. Het doel is ‘meer te weten te komen over de poolgebieden’, aldus De Haas. In het kader van een deelproject van het IPY, het Large-scale Historical Exploitation of Polar Area’s (LASHIPA), deed De Haas, werkzaam als aio bij het Arctisch Centrum van de RUG, industrieel-archeologisch onderzoek naar de Nederlandse Spitsbergen Compagnie (NESPICO), dat omstreeks de jaren twintig van de vorige eeuw steenkolen dolf in Spitsbergen. De Haas: ‘Op Spitsbergen zelf zijn nog een boel resten in het landschap te zien van Nederlandse nederzettingen. En uit archiefstukken bleek dat een groot aantal bekende Nederlandse ondernemers uit de jaren twintig betrokken was bij het mijnbouwproject aldaar.’ Ten slotte hadden de mijnbouwprojecten op Spitsbergen destijds ook een onderzoekswaardige economische en

politieke context. ‘Dat maakte het tot een interessant onderzoeksproject, ook omdat er verder nog nooit iemand naar gekeken had.’ Voordat De Haas naar Spitsbergen vertrok dook hij in Nederland eerst in de archieven. Hij onderzocht er de bedrijfs- en infrastructuur van NESPICO. Terugkijkend meent hij dat het veldwerk in het koude Noorden en het archiefwerk hier in Nederland feitelijk niet zo heel veel van elkaar verschillen. ‘Toen ik begon met mijn onderzoek naar NESPICO was er geen bedrijfsarchief’, vertelt De Haas. Uiteindelijk vond hij het archief terug in de kelders van De Nederlandse Bank. ‘Dat was een waanzinnig mooie ontdekking’, herinnert hij zich. ‘Ik dacht echt: Yes! Ik heb bronmateriaal!’ Precies zulke ervaringen had hij ook op Spitsbergen, hoewel hij het veldwerk zelf toch wel wat spectaculairder vond. ‘Dan liep ik daar gericht te zoeken in mijn winterpakje, en dan vond ik ineens een grote lier van een transportsysteem waarmee kolenkarretjes de berg op en neer werden getakeld.’ Hij wil er maar mee zeggen dat het veldwerk en het onderzoek in de archieven elkaar

mooi aanvullen. ‘Het landschap en het klimaat hebben natuurlijk een grote invloed op hoe je een bedrijf opzet in het Arctisch gebied; dat kun je wel nalezen in een historische bron, maar als je eenmaal op de Pool bent krijg je er toch een beter en completer inzicht in’, redeneert De Haas. In het gebied waar hij afgelopen zomer zijn onderzoek naar NESPICO deed waren op dat moment ook een aantal andere wetenschappers in het kader van

LASHIPA bezig met verschillende deelonderzoeken. ‘We hadden heel veel contact met elkaar en we hielpen elkaar ook met het onderzoek. Van de maand die ik op Spitsbergen doorbracht ben ik twee weken bezig geweest met mijn core-onderzoek en de andere twee weken ben ik ook bezig geweest met gelijksoortig onderzoek van mijn collega’s’, herinnert hij zich. En andersom waren er allerlei wetenschappers van verschillend allooi die zijn onderzoek soms in een ander daglicht stelde. ‘Ik kreeg ook af en toe commentaar van biologen op mijn werk. Biologen hebben natuurlijk een hele andere wetenschappelijke benadering dan historici; commentaar uit zo’n hoek kan soms heel stimulerend werken’, weet De Haas. Als het even kan keert De Haas komende zomer terug naar het poolgebied om Rijpsburg, de plek waar de Nederlanders in 1920 hun eerste mijnbouwnederzetting stichtte, te onderzoeken. Maar ook als dat niet lukt gaat hij terug, al was het maar om weer op de Pool te zijn.

´Als je geen jurist bent, durf je dit vaak niet´

‘Ik liep te speuren in mijn winterpakje’

Het Poolgebied waar Hidde de Haas onderzoek doet naar Nederlandse nederzetting.

Groninger Studentenkrant 5Sport & Column

‘Conflicten zijn hartstikke nuttig’Ron Jans over Ronaldinho’s, boerenbluf en lijken op zichzelf

Nog nooit was iemand zo lang trainer van FC Groningen als Ron Jans. De geboren Zwollenaar kan zijn succes en dat van de club relativeren. ‘Grootspraak past niet bij ons.’

Door Herwin Thole en Rosanne Schepers

Fotografie: Hanne van der Velde

Ron Jans is trots, al vindt hij dat overdreven om te zeggen. Ruim zes jaar is hij hoofdtrainer van FC Groningen. Hij is daarmee de langstzittende trainer in de geschiedenis van de club. ‘Ze houden je niet zo lang vast aan je contract als het niet bevalt’, geeft Jans aan. Maar hij blijft met beide benen op de grond staan. ‘Mensen kijken soms naar je op, maar dat is niet nodig. Iedereen is gelijk’, zegt Jans in het restaurant van de Euroborg, de Groene Kathedraal. Op de achtergrond klinkt het geroezemoes van lunchende mensen. Glossy en glamourDe nuchtere kijk van Jans past bij een club als FC Groningen. ‘We hebben van de week hard moeten lachen om een stuk in Voetbal International’, verhaalt de vijftiger met een glimlach. ‘Het ging over boerenbluf, over een uitspraak van onze algemeen directeur, die na de 5-0 overwinning op Volendam in de persruimte iets te vrolijk was. En dat is allemaal genoteerd. Grootspraak past eigenlijk niet bij ons.’ Die instelling vertaalt zich ook naar het soort spelers dat de club aantrekt. De persoonlijkheid van een voetballer wordt uitvoerig onderzocht. ‘De houding van iemand in het veld komt meestal overeen met hoe iemand buiten het veld is’,

vertelt Jans terwijl hij met een papiertje in zijn handen speelt. ‘Hoe gaat hij om met beslissingen van de scheidsrechter, hoe gaat hij er mee om als hij twee ballen achter elkaar verkeerd speelt? Als hij naar spelers gebaart van wat een waardeloze bal, vinden wij dat soort lichaamstaal niet bij Groningen horen.’ De geboren Zwollenaar is wars van sterallures. ‘Als je kijkt naar de grote sterren, de Ronaldinho’s, hoe die zich gedragen. Dat is glossy en glamour en daar heb ik dus niks mee. En de club ook niet. Voor sterallures ben ik allergisch.’ Makkelijk en slordigFC Groningen doet de laatste drie seizoenen van zich spreken en behoort tot de subtop van Nederland. Om mee te blijven doen om Europees voetbal blijft de club actief scouten, maar het is steeds lastiger om nieuw talent te

vinden. ‘Steeds meer landen hebben meer geld dan Nederlandse clubs’, zegt Jans. ‘Bij Groningen kunnen we qua transferbedragen best wat dingen doen, maar qua salaris willen we geen miljoen euro betalen.’ Voetballers die naar Groningen komen zijn meestal jonge spelers die niet kiezen voor het grote geld, maar zich nog door willen ontwikkelen. ‘Dat lukt met buitenlanders makkelijker dan met Nederlanders’, vertelt Jans. ‘We wilden afgelopen zomer graag Meeuwis [Roda JC] en Wisgerhof [NEC] halen, maar wij kunnen hun salaris niet betalen. Die jongens willen meer verdienen dan bij hun huidige club, dat is logisch.’ Volgens Jans zijn er privépersonen die gedeeltelijk het salaris van die spelers betalen. ‘Maar ik ga niet over het geld. Ik geef technisch advies. Met onderhandelingen wil ik me niet bemoeien, want daar heb ik niks mee.’ De vrouw van Jans komt ondertussen aan tafel zitten. Ze luistert terwijl haar man vertelt over de Ron Jans van vijfentwintig jaar geleden. ‘Ik was soms wel wat makkelijk en slordig, maar dat heb ik nu helemaal niet meer. Ik ben heel punctueel, ik bereid alles voor. Ik heb er een hekel aan om op het laatste moment allerlei dingen nog te doen.’ Jans herinnert zich hoe hij zich vroeger voorbereidde op toetsen. ‘Dan was het toch van, we gaan deze hele nacht maar even door, dan zit het er morgen wel weer in’, grinnikt de hoofdtrainer. Jans memoreert een ‘geweldige uitspraak’ die hij recent heeft gelezen. ‘Hoe ouder je wordt, hoe meer je op jezelf begint te lijken. Je komt er achter wat je kunt en niet kunt, wat je wilt en niet wilt. Je wordt steeds bewuster van dingen. Als je jong bent word je nog geleefd door de waan van de dag. Als ik naar mijn oudste zoon kijk, en zie waar hij zich druk over maakt. Dat deed ik toen ook, maar nu niet meer.’ Eén van de dingen die Jans heeft geleerd is omgaan met kritiek. ‘Vroeger was ik een beetje bang om het oneens te zijn met iemand, maar nu helemaal niet meer. Ik vind conflicten hartstikke nuttig.’ Scherp tegen scherpJans vertelt meerdere malen dat hij het omgaan met groepen mensen en samen naar een doel toewerken fantastisch vindt. ‘Als er dan ook nog een grasveld en een bal ligt, is het helemaal mooi’, zegt de trainer. Twee jaar geleden gaf hij college aan de RUG voor het vak ‘Gedrag in organisaties’. ‘Ron Jans komt en dan ineens zitten de collegebanken vol’, grijnst de coach. Hij wil graag interactie met de toehoorders. Vragen en opmerkingen zijn welkom. ‘Maar als iemand ook

maar een beetje kritiek heeft, dan ga ik er meteen bovenop.’ Ook tegen journalisten is Jans gevat. ‘Het gaat om scherp tegen scherp. Je probeert op een subtiele manier iets aan te geven. Vorig jaar vroeg een journalist of ik niet bang was dat mijn spelers zich spaarden voor de bekerwedstrijd tegen Feyenoord. Terwijl die wedstrijd niet eens op het

programma stond. Dan zeg ik ook dat hij zich beter moet voorbereiden. Maar dat knippen ze natuurlijk uit de opname’, vertelt Jans smalend. ‘Als het hun beroep is en ze bereiden zich niet goed voor, daar heb ik een hekel aan.’ Verliest Jans ook weleens een woordenstrijd? ‘Ja, met mij’, onderbreekt zijn vrouw. ‘Ja, altijd’, beaamt Jans lachend.

FC Groningen-trainer Ron Jans: ‘We willen geen salaris van een miljoen betalen.’

‘Voor sterallures ben ik allergisch’

‘Ik kreeg de collegebanken vol’

Toen God de wereld geschapen had, bezocht hij Adam en Eva in het paradijs. ´Ik heb nog twee leuke eigenschappen over. De eerste is het vermogen om staande te plassen.’ De man riep onmiddellijk: ´Ja, dat wil ik!’, waarna hij enthousiast wegrende om een boom te zoeken. ´Hier is de tweede´, zei God met een knipoog tegen de vrouw: ´Het vermogen tot een meervoudig orgasme.’ Na een kreet van geluk keek Eva meewarig naar Adam, staand bij zijn boom. Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de biologische achtergrond van zowel de lichamelijke als de geestelijke verschillen tussen mannen en vrouwen. Wellicht liggen die ten grondslag aan het verschil in hun gedrag. Niet oninteressant, want deze verschillen zijn vaak een bron van onenigheid in man-vrouw relaties. Het is tijd om de onderzoeksresultaten eens te gebruiken om ons te verplaatsen in het andere geslacht en rekening te gaan houden met elkaars beperkingen. Uit onderzoeksresultaten blijkt dat mannen over het algemeen heel gericht kijken en dat vrouwen een veel ruimer blikveld hebben dan mannen. Niet gek dus dat menig vrouw verontwaardigd is als haar mannelijke wederhelft een poging doet om

‘achteloos’ de rondingen van een passerende vrouw in zich op te nemen (lees: gefocust en langdurig naar haar kont staart). Dus mannen, onderschat niet wat de vrouw ziet: alles. En vrouwen: aangezien jullie er beter in zijn om ‘ongemerkt’ naar mooie mannen te kijken, gun de man zijn pleziertje ook eens. Daarbij zorgen man-vrouw verschillen vaak voor communicatieproblemen. Een bekend geluid uit de mond van een vrouw is bijvoorbeeld ‘hij luistert niet’. Mannen klagen daarentegen vaak over het feit dat vrouwen te veel praten zonder tot de kern van hun verhaal te komen. Ik ben mij ervan bewust dat er ook veel luisterende mannen zijn en niet zeurende vrouwen, dus waar komen de clichébeelden toch vandaan? Uit onderzoek blijkt dat de communicatieverschillen zijn te verklaren door de evolutie van de mens. Tijdens de jacht moesten mannen direct en efficiënt communiceren, want dit was noodzakelijk voor snel handelen. Vrouwen gebruikten de communicatie vooral thuis in de groep vanuit een sociaal oogpunt. Dit uit zich in onze tijd in het feit dat vrouwen graag over hun zorgen en problemen praten met anderen, al is het alleen maar om gevoelens met elkaar te delen. Menig man luistert daarentegen kortstondig en gaat snel over tot actie, want hij denkt het probleem zo wel even

op te lossen. Vervolgens krijgt de vrouw de indruk dat de man niet luistert, met alle gevolgen van dien. Dus om voortaan conflicten te voorkomen: vrouwen, maak duidelijk dat jullie geen oplossing willen, maar alleen over het probleem willen praten. Mannen, wees een luisterend oor voor vrouwen. Een ander veelvoorkomend communicatieprobleem is het verschijnsel ‘liegen’. Vrouwen hebben feilloos door wanneer de man staat te liegen. Door evolutie hebben vrouwen namelijk de eigenschap ontwikkeld om door middel van spreektaal en lichaamstaal de gemoedstoestand van andere groepsleden in de gaten te houden. Beide hersenhelften werken beter samen, waardoor ze sneller in staat zijn verbanden te leggen tussen het gesproken woord en de visuele informatie. Mannen letten echter meer op het gesproken woord alleen. Dus mannen: lieg nooit tegen een vrouw. Als een leugentje voor bestwil toch nodig is om de boel te redden, doe het dan via de telefoon, in het donker of met het hoofd onder de dekens. Andersom zijn vrouwen in staat glashard in het gezicht te liegen van een man. Een man doet daar helaas niets aan. Zelfs het faken van een meervoudig orgasme is geen probleem!

Door Wanda van der Zee

Colu

mn

Man-vrouw clichés

U

itge

spre

id

De

Grot

e O

liebo

llent

est

De Grote Oliebollentest

Lise: Een kleine zompige bal verkregen uit de handen van een sjofel mannetje. Vermijd deze kraam! Cijfer: 4. Persis: Is dit echt een oliebol? Kleiner heb ik ze nog nooit gegeten. Hoewel de smaak niet abject is, is de substantie zeker weerzinwekkend: een met olie volgezogen deegbal, klef en zacht. Geen knapperige korst, en vers zal het ook niet zijn. Een afrader: 4.

Merel: Het interieur kan wel een schoonmaakbeurt gebruiken. Het wekt mijn eetlust niet echt op. De oliebol is van een relatief klein formaat. Hij is wel even opgewarmd maar lijkt niet heel vers, het korstje is niet zo knapperig als gewenst. Verder mist deze bol pit: wat een weeïge smaakervaring. Een essentieel criterium voor een geslaagde oliebol is voor mij persoonlijk de hoeveelheid poedersuiker. Het is dan ook niet slim geweest daar zuinigjes mee om te gaan. Daarom: een 5.

Carolien: De meeste oliebollen zijn gewoon nog koud, de rode magnetron in het hoekje doet zijn werk dus niet echt goed. De man die ons helpt is kortaf en onvriendelijk. Het is hier ook wel erg ongezellig eten, terwijl wij proberen te genieten van de taaie, plakkerige en ook nog eens vrij zoutloze bol loopt er een zwerver voorbij die ons allevier tegelijk probeert op te pikken. Een welverdiende 3.

Ossenmarkt 4

Grote Markt 9

Persis: Deze gigantische Oud-Hollandse gebakkraam oogt gezellig en uitnodigend. Een zoete bakgeur lokt je er naartoe. Drie medewerkers helpen de klanten met humor en hete, versgebakken oliebollen. Je krijgt genoeg poedersuiker. De smaak is of er een engeltje op je tong plast: zoet, knapperig en perfect in olie gedrenkt. Absolute winnaar. Een 9.

Merel: Wow, wat een goede oliebol! Oliebollen zonder krenten willen nog wel eens saai worden, maar bij deze is het tegendeel bewezen. Dit is een kraam waar je nog wel een tweede wil eten. De verkopers, gehuld in schone witte jasjes, zijn vriendelijk en maken een gezellig praatje, wat meteen een sfeertje creëert waarin je geniet van je aankoop. De kraam ziet er ook gezellig uit, als een chalet in een wintersportoord. De oliebol was geweldig, hij was en warm en knapperig, en werd volledig ondergedompeld in de poedersuiker. Een om te onthouden voor Oud & Nieuw! Deze oliebol neigt naar perfectie en verdient een 9.

Lise: Wat mij betreft de onovertroffen winnaar van deze oliebollentest. De heerlijk knapperige, rijk met poedersuiker bestrooide oliebol smaakt fantastisch. Bewijs hiervoor wordt geleverd door alle oorkondes die aan de muur prijken. Cijfer: 9.

Carolien: Op zoek naar het perfecte huiselijke gevoel? Dan moet je bij deze kraam zijn: wat een gezelligheid. En kennelijk weet jong en oud dat. Voor ons worden vier basisscholieren aan een oliebol uit het knuistje geholpen en na ons komt een oudere mevrouw die vraagt wat de allerlekkerste bollen zijn. Vriendelijk wordt ze geholpen. De knapperige, verse, luchtige bollen versierd met een flinke dot poedersuiker zijn een heerlijke oppepper in de winterse kou. Een 9!

Merel: Dit stenen huisje ziet er qua aankleding wel sfeervol uit. Het staat op een wat onverwachte plek, tegenover het ziekenhuis aan een redelijk drukke weg. Echt ontspannen genieten is moeilijk, want naast brandweerauto’s en ambulances stijgt er meters naast ons een helikopter op. Toch zeggen de verkopers veel bollen te verkopen, zelfs in november. Hoeveel oliebollen per dag? ‘Dat is toch een beetje het geheim van de smid’, wordt ons bloedserieus verteld. De oliebol was ietwat soppig, alsof hij te lang in de olie had liggen weken. Ook was hij aan de kleine kant, en zou hij voor een wat grotere trek niet bevredigend zijn. Maar de warmte en knapperigheid maken een hoop goed. Ik denk dat dit een goede middenmoter is qua oliebollenkraam en ik geef ze dan ook een 7.

Lise: Typisch geval van verkeerd gebakken. Van binnen te zacht en van buiten te donker. Zelfs de meest doorgewinterde obesitaspatiënt uit het aan de overkant gelegen UMCG ziekenhuis loopt met een grote boog om deze gebakkraam heen. Cijfer: 5.

Carolien: Deze verkopers zijn bijna eng enthousiast over hun werk en verzekeren ons ervan dat ze het ontzettend druk hebben zo voor het ziekenhuis. Toch gek, want wij hebben er wel een kwartier gestaan en geen andere klant gezien. Dit terwijl de oliebollen niet heel slecht zijn. Ze zijn een beetje sponzig, maar lang niet zo erg als op de Ossenmarkt. Bovendien zijn ze lekker magnetronwarm. Vooral de smaak van de naturelbol is niet te versmaden. Het is wel een beetje vervelend dat je om een servetje moet vragen. Toch maar een 7 voor deze kraam.

Persis: Een Oostenrijks hutje siert het Hanzeplein. Dat geeft een merkwaardig beeld: een nostalgische oliebollenkraam, geflankeerd door een brandweerauto met laaiende sirenes, een uitrukkende traumaheli en patiënten die met hun ene arm aan een infuus zitten, met hun andere arm proberen te roken. ‘Wilt u spanning en vertier? Koop dan uw oliebollen hier’, zou de leus kunnen zijn. De oliebol zelf is degelijk en knapperig, hoewel die iets te donker is. De kraam is schoon en verzorgd. Prima kwaliteit. Cijfer: 7.

UMCG 6,5

Jesper: Mijd deze kraam. De oliebol is niet meer van deze tijd. Het vet is nog zicht- en voelbaar aan de buitenkant, terwijl de binnenkant erg melig is. Typisch iets wat voor familie op oudejaarsdag misschien acceptabel is, maar niet als koopwaar. Laat staan met de tegenzin die de verkoper voor zijn werk aan de dag legt. Cijfer: 4.

Herwin: Zwaar onder de maat. De oliebol is taai en rubberig. Als je ‘m tegen de muur gooit komt hij terug stuiteren. De verkoper lacht schamper als wij vertellen dat we zijn oliebollen komen testen. ‘Jullie zijn toch niet van het AD?’ is alles wat hij kan uitbrengen. Ik hoop niet voor hem dat heel Vinkhuizen de Studentenkrant lees. Een zware onvoldoende: 3.

Carolien: Een enigszins achterdochtige verkoper slijt zijn droge taaie bollen aan ons. Helaas is deze laatste bol van de dag een enorme teleurstelling die je laat zitten met een vervelende nasmaak. Het lijkt wel alsof hij gisteren is gemaakt. Een meevaller is een grote hoeveelheid krenten per bol en gelukkig levert deze koopman wel een enorme berg poedersuiker bij de bollen. Het poeder verdoezelt de saaie smaak van de bol een beetje. Dit nare eind van de dag bezorgt de kraam in Vinkhuizen een 4.

3,7

December is de maand van de feestdagen. Dus moeten er oliebollen op tafel komen. Maar waar kun je die het beste halen in Groningen?

Foto:Hanne van der Velde

Foto:Hanne van der Velde

Foto:Hanne van der Velde

Uitgespreid

De Grote O

liebollentestDe Grote

Oliebollentest

Persis: Een ijsverkoper moet in de winter ook wat, dus verkopen ze bij Toscane nu ook oliebollen. Groot voordeel is dat je hier tenminste warm en gezellig kunt eten, in plaats van blauwbekkend en poedersuikerknoeiend. De oliebollen zijn echter oud en lauw. Het meest abominabele was nog wel de banaanachtige bijsmaak, die totaal ongepast is bij een oliebol. Omdat ook de bediening nors is, als eindcijfer een 5.

Merel: Wat gooit deze oliebollenbakker door zijn deeg? Deze bijsmaak kan ik niet thuisbrengen en bevalt me totaal niet. Het lijkt wel alsof er een banaansmaakje is toegevoegd? Deze oliebol wil ik niet eens opeten, en dat zegt behoorlijk wat. We zitten lekker warm binnen maar het heeft juist wel wat om op straat voor een sfeervol kraampje staan te happen in plaats van in een ijswinkel. IJsjes schijnen hier geweldig te zijn, maar door mijn oliebolervaring hier zal ik pas in de zomer terugkomen voor een herkansing. Een 4.

Lise: Geen koukleum taferelen bij deze tent! Dit is dan ook meteen het enige voordeel aan ijssalon Toscane, want deze oliebol heeft een hoogst merkwaardige, niet te definiëren smaak. Schoenmaker blijf bij uw leest! Cijfer: 3.

Carolien: Zulke hoge verwachtingen had ik nog wel omdat het ijs bij Toscane zo heerlijk is. De oliebollen zijn echter taai, lauw en banaanachtig. Ik krijg het gevoel dat het handige plastic bakje dat bij de bol wordt geleverd de abominabele kwaliteit van de oliebol moet verdoezelen. Ik mis ook wel een beetje dat gezellige gevoel van je adem zien terwijl je je oliebol opeet. Een 4.

Toscane4

Merel: De positie van deze kraam vind ik briljant. Hebben mensen net hun best gedaan in de Fitness First, staat er een aanlokkelijke kraam voor hun neus waar ze nauwelijks omheen kunnen. Het is hier leuk aangekleed, in de Sint-en-Piet-sferen. Deze groot geschapen oliebol gaat er wel in. Hij smaakt goed, maar door een gebrek aan knapperigheid concludeer ik dat hij er al een tijdje lag. Dit is een voldoende, een prima oliebol maar ik zou er niet voor omfietsen. Een 6.

Persis: De locatie is een afschuwelijke verleiding voor alle bezoekers van de nabijgelegen sportschool. Hoewel sporten hongerig maakt, en honger rauwe bonen zoet, doorstaat deze oliebollenkraam ook het kritische oordeel van een recensent met volle buik. De enorme oliebollen zijn knapperig, niet te zoet en prima op temperatuur. Geen enorme uitblinker, maar zeker een goede koop. Cijfer: 8.

Lise: Verkoopt zichzelf met de tekst: ‘hofleverancier aan koning klant’. Deze titel schept hoge verwachtingen die de kraam helaas niet waar maakt. Deze koning klant blieft namelijk geen lauwe bol uit de magnetron. Het formaat van de oliebol is enorm! Cijfer: 6.

Carolien: Weer zo’n gezellig ouderwets ogende kraam. Met een lach worden we geholpen aan een lichtelijk plakkerige bal die wel een lekker krokant buitenlaagje heeft. Mijn oliebol is goed warm, maar dit komt omdat hij net uit de verdekt opgestelde magnetron is gehaald. De kraamhouder had wel wat guller met zijn krenten mogen zijn in deze enorme bollen. Gelukkig kon hij/zij de zoutpot wel vinden bij de naturelbollen. Deze bollen zijn toch wel een 7 waard.Westerhaven 6,8

Carolien: Een heerlijke luchtige bol met een lekkere smaak. Bij elke hap word ik weer verrast door het krokante korstje. Het enige nadeel aan deze bol is dat hij koud is. Hij werd wel in de magnetron gestopt maar kwam er niet echt warm uit, dat is jammer. De omgeving, een druk kruispunt in Paddepoel is niet bevorderlijk voor de sfeer. Toch maakt de smaak van deze heerlijke bol dat allemaal weer goed. Hij verdient een dikke vette 8.

Jesper: Pure reclame voor Paddepoel. Luchtige bol, met dunne maar krokante korst. Is de vijfenzestig cent meer dan waard, ondanks dat er te weinig krenten in zitten. Cijfer: 7,5.

Herwin: Een oliebol zoals die moet zijn. Deze bol is allesbehalve vet, klef en zompig. Het deeg is luchtig, de korst knapperig en er zit precies genoeg poedersuiker op. De locatie roept geen kerstsfeer op. Het waait er nogal en de vele optrekkende auto’s maken dat je snel het saaie winkelcentrum induikt. De plek is matig, maar de aardige mevrouw achter de toonbank maakt een hoop goed. Een ruime 8.

Padd

depo

el

7,8

Jesper: Mijd deze kraam. De oliebol is niet meer van deze tijd. Het vet is nog zicht- en voelbaar aan de buitenkant, terwijl de binnenkant erg melig is. Typisch iets wat voor familie op oudejaarsdag misschien acceptabel is, maar niet als koopwaar. Laat staan met de tegenzin die de verkoper voor zijn werk aan de dag legt. Cijfer: 4.

Herwin: Zwaar onder de maat. De oliebol is taai en rubberig. Als je ‘m tegen de muur gooit komt hij terug stuiteren. De verkoper lacht schamper als wij vertellen dat we zijn oliebollen komen testen. ‘Jullie zijn toch niet van het AD?’ is alles wat hij kan uitbrengen. Ik hoop niet voor hem dat heel Vinkhuizen de Studentenkrant lees. Een zware onvoldoende: 3.

Carolien: Een enigszins achterdochtige verkoper slijt zijn droge taaie bollen aan ons. Helaas is deze laatste bol van de dag een enorme teleurstelling die je laat zitten met een vervelende nasmaak. Het lijkt wel alsof hij gisteren is gemaakt. Een meevaller is een grote hoeveelheid krenten per bol en gelukkig levert deze koopman wel een enorme berg poedersuiker bij de bollen. Het poeder verdoezelt de saaie smaak van de bol een beetje. Dit nare eind van de dag bezorgt de kraam in Vinkhuizen een 4.

3,7 Vinkhuizen

December is de maand van de feestdagen. Dus moeten er oliebollen op tafel komen. Maar waar kun je die het beste halen in Groningen?

Foto: Jan Luursema

Foto: Jan Luursema

Foto: Jan Luursema

Foto: Jan Luursema

Doo

r Per

sis

Bekk

erin

g, L

ise

Ever

s, C

arol

ien

Lind

eman

, Her

win

Tho

le, J

espe

r Ver

hoef

, Mer

el Z

eils

tra

8 Groninger Studentenkrant

Cultuur & Gluren bij

Dag in dag uit is Mariëlle Smits (19) bezig met sport. Turnen, honkbal, zwemmen en bewegen op muziek: de eerstejaars ALO-studente heeft een zwaar programma. ‘Ik ben blij als ik zo kan douchen.’

Door Laura van DamFotografie: Jan Luursema

‘Oké jongens, op de mat’, roept Smits’ judoleraar, waarna zij en haar medestudenten netjes op hun knieën plaatsnemen tegenover de man. Het is half twaalf ’s ochtends en de sfeer zit er goed in bij de klas. ‘Iedereen rechtop. Buigen.’ En de les gaat van start. Onder luid gelach wordt er een variant op het spel ‘commando pinkelen’ gespeeld. Hierbij moeten de leerlingen zo snel mogelijk achtereenvolgens zitten, staan of liggen als ze het woord ‘commando’ voor het bevel horen. Wanneer het zweet bij iedereen op het voorhoofd staat wordt er in tweetallen begonnen met het oefenen van worpen. Smits en haar partner Harma doen samen een oefening waarbij ze om beurten de ander steeds over hun schouder moeten gooien. Dit lukt niet iedere keer, wat zorgt voor grote hilariteit bij de twee.

Na wat klassikale instructies maant de leraar dat het wel wat rustiger kan. ‘Vooral de dames gillen veel.’ Als laatste wordt een oefening gedaan waarbij de ene helft van de groep mag aanvallen en de andere helft alleen mag ontwijken door snelle bewegingen. De les wordt afgesloten met de judogroet: iedereen neemt op

een rijtje plaats en buigt. Dan is het voor Smits even haasten met omkleden omdat ze over een paar minuten alweer in de gymzaal moet staan voor de volgende les: Praktijk Projectmatig Werken. Onderweg van de ACLO naar een ander sportcentrum vertelt Smits dat ze nog niet weet wat ze uiteindelijk na haar opleiding wil gaan doen. ‘Waarschijnlijk niet lesgeven, maar we moeten pas aan het eind van dit jaar een definitieve richting kiezen. De specialisatie Sportgezondheid lijkt me op dit moment het meest interessant.’ Eenmaal in de gymzaal vraagt de leraar, tevens Smits’ mentor, of iedereen het opgedragen werk wel heeft gedaan, om vervolgens plaats te nemen op een bank achter in de zaal. Vandaag is het namelijk de beurt aan twee groepjes om de rest van de klas les te geven door middel van zogenaamde managementgames. Het groepje van Smits krijgt de opdracht om een voor een over een dunne balk te lopen en vervolgens een koprol op de mat erachter te maken. ‘Jezus hé, vet gay!’ roept een jongen uit wanneer ze in tweetallen hand in hand de balk

moeten trotseren. Na een klassikale evaluatie van de oefeningen is het de beurt aan Smits’ werkgroepje. Ze hebben een aantal opdrachten bedacht, waaronder één waarbij groepjes van vijf zo snel mogelijk op vier voeten aan de andere kant van de zaal moeten komen. De oefeningen lopen allemaal gesmeerd. Tijdens de nabespreking zijn de leraar en groep dan ook tevreden.

De laatste les op het programma voor vandaag is klimmen, wat Smits vandaag voor de tweede keer doet. ‘Verder hebben we dit semester ook nog turnen, honkbal, zwemmen, en bewegen op muziek’, vertelt ze. Dat laatste zou van haar wel afgeschaft mogen worden. ‘Ik ben nogal motorisch gestoord’, lacht ze. Het klimmen heeft ze in ieder geval al aardig onder de knie, want redelijk snel bereikt ze steeds de top van de indrukwekkende klimwand. Eenmaal op de grond oefent ze samen met een medestudent het zekeren. De leraar ziet er streng op toe dat iedereen geconcentreerd blijft, en ook Smits ontvangt nog een waarschuwing: ‘Wees even serieus, je hebt wel iemand anders in je handen hè.’ Dertig minuten later mogen de tuigjes weer af en zit het er qua lessen voor Smits vandaag weer op. ‘Zo, ik ben echt blij als ik zo eindelijk kan douchen’, zucht ze. Moe begeeft ze zich samen met haar klasgenoten naar de kleedkamers.

Glur

en b

ij..

‘Jezus hé, vet gay!’

Ook wandklimmen is onderdeel van het studieprogramma van Mariëlle Smits (rechtsboven).

Klimmen, pinkelen en een judogroet

imPRESSiesWorld Press Photo prikkelt de verbeelding

Iedereen heeft zijn eigen inter-pretatie van een foto. Afgelopen maand was de expositie van World Press Photo in Groningen. Honder-den bezoekers bekeken de foto’s, maar wisten zij eigenlijk wel wat de fotograaf wilde overbrengen?

Door Romée Gramende en Mariet van Hasselt

Na tentoongesteld te zijn in onder andere New York, Tokyo en Zagreb kwam de expositie van World Press Photo in het hoge Noorden. Deze jaarlijkse expositie is het resultaat van een wereldwijde wedstrijd waar professionele persfotografen van over de hele wereld gratis aan mee kunnen doen. Op deze manier zet World Press Photo zich in om de persvrijheid grensoverschrijdend te bevorderen. De winnende foto’s van verschillende categorieën zoals ‘Sport’, ‘Hedendaagse Kwesties’ en ‘Natuur’ waren een maand lang te zien in de grote, lichte Aa-kerk. Achter deze mooie foto’s schuilen vaak schokkende of ontroerende verhalen die in eerste instantie niet uit de foto af te leiden zijn. Van de honderden geïnteresseerde bezoekers vragen we enkele wat zij denken dat het verhaal achter de foto van Jean Revillard uit Zwitserland is. Hij is de winnaar in de categorie ‘Hedendaagse kwesties: stories’. Een blonde Rechten-studente van 21, die met een groep vriendinnen de expositie bezoekt, kijkt bedachtzaam.

Na een lange stilte antwoordt ze vastbesloten ‘dat deze foto is genomen ergens in de jungle in Zuid-Amerika. In het midden

van de foto is een tent te zien die gebouwd is door toeristen, gemaakt van hun kleren. Zij slapen hierin omdat ze niet meer terug naar huis kunnen die nacht vanwege een tropische storm.’ Een avontuurlijk verhaal, maar of het klopt is de vraag. ‘Dit is vast een decor van een actiefilm’, aldus een supermarktmedewerkster na overleg met haar zoontje. ‘De held is op zoek naar zijn liefde en overnacht ondertussen in deze tent.’ Wederom een spannend verhaal, maar dicht bij de waarheid zitten ze niet. Een streng ogende hoogleraar, in een zwart pak met een koffer aan zijn zijde, doet het beter: ‘Volgens mij is dit een tent van een dakloze die zich geen huis kan veroorloven. Ik zou zeggen dat deze foto is genomen in de bossen in Nederland.’ De vraag is nu wie werkelijk in deze tent

vertoeft. Het antwoord is een stuk serieuzer dan wat de supermarktmedewerkster en haar zoontje in eerste instantie dachten. In deze tent overnachten vluchtelingen uit het Midden-Oosten. Vijf jaar na de sluiting van het vluchtelingencentrum Sangatte bij Calais brengen zo’n vijfhonderd migranten onder beroerde omstandigheden de nacht door in noodonderkomens langs de randen van de stad. Velen van hen zijn conflicten in Irak, Afghanistan en Darfur ontvlucht en hopen mee te kunnen liften met treinen en auto’s door de kanaaltunnel, om in Engeland asiel aan te vragen. Zo blijkt dat het verhaal achter de foto vaak een mysterie is voor het publiek. Hetgene wat de fotograaf wil overbrengen komt hierdoor misschien niet altijd over, maar dit resulteert wel in fantasierijke verhalen van het publiek.

De winnende foto van Jean Revillard in de categorie ‘Hedendaagse kwesties: stories’.

‘Het is vast het decor van een

actiefilm’

Nieuws & Achtergrond Groninger Studentenkrant 9

‘Homo’s voelen zich weer thuis’Golden Arm vreest concurrentie niet

Al ruim veertien jaar heeft de Golden Arm een monopoliepositie in Groningen. De enige gaydiscotheek van het Noorden krijgt er niet alleen een concurrent bij, ook zijn ze vanaf heden een besloten club. Mensen zonder ledenpas komen er niet meer in.

Door Rosanne Schepers en Marinke Kerkhoff

Fotografie: Jan Luursema‘Er kwamen steeds meer groepen met hetero’s in de Golden Arm’, vertelt bedrijfsleider Wim Heideveld. ‘Het werd meer een gemixte discotheek in plaats van een gayclub. Met het nieuwe beleid willen we onze gayidentiteit meer uitdragen.’ Lid worden is gratis en voor iedereen, al wil de gaydiscotheek voornamelijk niet-hetero’s bereiken. Niet alleen het beleid is veranderd, ook het interieur heeft een metamorfose ondergaan. Naast een nieuwe bar, danspaal en banken heeft de discotheek nu ook een riante rookruimte. Heideveld heeft gekozen voor een grote gezel-lige ruimte, in tegenstelling tot veel uitgaansgelegenheden die een hok met tl-verlichting hebben. De ruimte is een suc-ces, maar Heideveld heeft er gemengde gevoelens bij. ‘Op een rustige avond als vrijdag zit het rookhok vol, maar is de dansvloer leeg.’ Hoewel de horecabaas zelf geen nadelige financiële gevolgen ondervindt van het rookverbod, is hij er toch geen voorstander van. ‘De Golden Arm heeft een uitstekend luchtcirculatiesysteem waardoor rookoverlast

minimaal is.’ Heideveld vindt dat de overheid de keuze bij de ondernemers moet laten, zo is er voor ieder wat wils. De bedrijfsleider merkt nu al verschil in de samenstelling van het publiek. Oude gezichten

die de discotheek waren ontvlucht vanwege het toegenomen aantal hetero’s voelen zich nu weer thuis in de Golden Arm. Ondanks het ietwat teruggelopen bezoekersaantal, is Heideveld tevreden: ‘De Golden Arm is weer een echte gaydiscotheek geworden.’ Toch is er ook kritiek van homo’s zelf op het nieuwe beleid. Een homoseksuele student, die niet met zijn naam in de krant wil, was voorheen veelvuldig bezoeker van de bewuste club. Tegenwoordig voelt hij zich niet meer op zijn plek in de nieuwe setting. ‘In de oude Golden Arm kon ik mezelf zijn tussen homo’s en hetero’s. Ik stoor me niet aan de hetero’s in de Golden Arm, de homo’s pik je er toch zo wel uit.’ Hij mist het uitgaan met zijn heterovrienden in de Golden Arm, voor wie de drempel nu te hoog is geworden. Voor hem zelf is de lol er ook af: ‘De Arm is truttig geworden.’ Kennelijk is er dus toch behoefte aan een heter-ovriendelijke gaydiscotheek. Horecatycoon Sjoerd Koois-tra, exploitant van vele gaybars in de bekende Reguliers-

dwarsstraat in Amsterdam, springt handig in op het gat in de markt wat is ontstaan nu de Golden Arm besloten is geworden. Medio 2009 staat de opening van gaydiscotheek ‘De Exit’ gepland in het pand van Pizzeria Contini in de Peperstraat. Kooistra hoopt het succes van de Exit in Am-sterdam mee te nemen naar Groningen. Heideveld reageert positief op deze ontwikkeling: ‘Dit kan een opleving van de Groningse homoscene betekenen. Hoe meer hoe beter.’ Over de locatie heeft hij echter zijn twijfels. Heideveld denkt dat het grote pand niet vol te krijgen is met homo’s, en dat deze hierdoor snel in de minderheid zullen raken. In de Golden Arm zal het grootste gedeelte van het publiek voortaan weer homoseksueel zijn. Mocht je nieuwsgierig zijn naar de vernieuwde discotheek maar niet meteen lid willen worden, dan kun je altijd een dagkaart kopen. Op de vraag of dit ook voor hetero’s geldt, antwoordt Heideveld lachend: ‘Als ze maar niet met dertig man tegelijk komen.’

De Golden Arm is vanaf heden een besloten slub.

‘De Golden Arm is truttig geworden’

(Advertenties)

De wonderbaarlijke reis - Eduardo MendozaDoor Elske Woudstra

Het nieuwste boek van de Spaanse auteur Eduardo Men-doza (bekend van De stad der wonderen) lijkt met personages als Jozef, Maria en Jezus prima in de decembermaand te passen. Wie een traditioneel kerstverhaal ver-wacht, komt echter bedrogen uit. Hoofdpersoon van De wonderbaarlijke reis is de filosoof Pomponio. Hij reist in de eerste eeuw van onze jaartelling door

het Romeinse rijk en komt in Nazareth terecht, waar de plaatselijke timmerman ter dood is veroordeeld wegens moord. Jezus, de zoon van de timmerman, vraagt Pom-ponio de onschuld van zijn vader Jozef te bewijzen en de ware schuldige van de moord te vinden. Tijdens zijn zoektocht naar de moordenaar ontmoet Pomponio de meest uiteenlopende personen, van wie de namen bij de lezer zeker een lichtje zul-len doen branden. Vaak zijn het Bijbelse figuren, of personen die bekend zijn uit de Romeinse oudheid. Mendoza weet het verhaal echter zo te schrijven, dat alle traditionele beelden op de kop worden gezet. De manier waarop Pomponio bijvoorbeeld Jezus beschrijft als blond jongetje met bolle wangen en flaporen, zal de lezer ongetwijfeld een glimlach ontlokken. Het onderzoek naar de moord verloopt een tikkeltje mysterieus, maar leidt uiteindelijk toch tot een verrassende, enigszins vergezochte, ontknoping. Een minpuntje is dat het klassiek aandoende taalgebruik er-voor zorgt dat je als lezer al snel afdwaalt. De wonder-baarlijke reis is een boek dat zeker de nieuwsgierigheid wekt, maar enige kennis van de Bijbel en de klassieke oudheid is bij het lezen wel vereist.

Jij maakt het verschil - Eske Scavenius en Patrice van RiemsdijkDoor Mariet van Hasselt

Volgens Tex Gunning, directeur van Unilever Azië, zijn grote leiders ‘eerst en vooral een groot mens’. Dit is meteen de eerste zin van het inspirerende en verhelderende boek Jij maakt het verschil. Inspiratie & leiderschap voor the next generation, geschreven door sociaal ondernemer Patrice van Riemsdijk en student Economics & Business Eske Scavenius. In het boek, bedoeld voor de student en de jonge starter, komen verschillende leiders aan het woord waaronder Ruud Lubbers, bovengenoemde Tex Gunning en oprichtster en directeur van WarChild Willemijn Verloop. Allen hebben verschillende en inspirerende visies op het concept leiderschap. Vragen die behandeld worden zijn: Hoe motiveren organisaties hun jonge mensen? Wat vormt de inspiratie om leiding te geven, wat zijn de drijfveren of waardevolle eigenschappen? Wat is de waarde van fouten? Ook zijn er kwantitatieve onderzoeken gedaan met vragen als: Hoe zie jij je loopbaan voor je? Welke eigenschappen zijn nu nog niet belangrijk, maar worden essentieel voor de leider in de toekomst? Op de vraag waardoor leiders zich het meest hebben ontwikkeld, antwoordt 10% ‘met hun studie’ tegenover 34% ‘door de bestuursfuncties ze bekleed hebben.’ Ben Verwaayen, voormalig CEO British Telecom zegt over zijn studie: ‘best interessant, maar niet relevant.’ Over samenwerken zegt hij: ‘leer niet om de slimste van de klas te zijn, je rol is om het slimste uit iedereen in de klas te krijgen.’ Het is niet een boek dat je in een ruk uitleest, maar wel inspirerend en makkelijk toepasbaar op je eigen leven. Zo nu en dan gaat het de filosofische kant op (‘de beste leerschool is het leven’) maar heeft men daar tegenwoordig juist niet behoefte aan? Een aanrader voor diegene met leidinggevende ambities, maar zeker geen vereiste.

10 Groninger Studentenkrant Recensies

v

ChangelingDoor Sarah Venema

Wat doe je als de politie beweert dat ze je zoon teruggevonden hebben, terwijl jij zeker weet dat deze jongen je zoon niet is? Hoe vertel je je verhaal als de politie je het zwijgen oplegt? Dat is het dilemma van Christine Collins (Angelina Jolie) in Changeling, de nieuwe film van Clint Eastwood. Dit waargebeurde verhaal speelt zich af in het Los Angeles van 1928 en begint op een koude zaterdag in maart. De alleenstaande moeder Christine Collins moet een collega vervangen en verbreekt daarmee de belofte aan haar zoon om samen naar de bioscoop te gaan. De teleurgestelde zoon Walter blijft alleen thuis. Als Collins thuiskomt is haar tienjarige zoon nergens te bekennen en ligt zelfs zijn lunch nog onaangetast in de koelkast. Walter Collins is verdwenen. De L.A.P.D., het corrupte politiecorps van Los Angeles, start een zoektocht naar de kleine Collins, terwijl iedereen met de bedroefde moeder meetreurt. Activist en pastoor Briegleb (John Malkovich) betuigt zijn steun in zijn via de radio uitgezonden kerkdiensten, waarin hij tegelijkertijd de politie uitfoetert. Na vijf maanden vindt de politie een jongetje genaamd Walter Collins. Omringd door pers en politie wacht Christine haar vermiste zoon op, maar schrikt als er een vreemde

uit de trein stapt. ‘This is not my son’, blijft Collins herhalen. De politie kan zich geen blunder permitteren en wringt zich in allerlei bochten om de hele wereld, inclusief de wanhopige moeder, te laten geloven dat deze jongen daadwerkelijk haar kind is. Volgens hen is de jongen gekrompen door zijn trauma en herkent Collins hem niet door hallucinaties en waanideeën. Terwijl de pastoor Christine helpt strijden voor een zoektocht naar haar zoon, doet de politie er alles aan om hun blunder te verdoezelen en de wanhopige moeder het zwijgen op te leggen. Als er nieuwe feiten aan het licht komen en de bevolking onrustig wordt begint de zaak uit de hand te lopen. Changeling vertelt dit aangrijpende verhaal in een rustig tempo. Er is duidelijk aandacht besteed aan mooie beelden en passende details. Zo word je als kijker door ouderwetse trams en telefonistes op rolschaatsen vervoerd naar een heel ander tijdperk. Ook de machteloosheid van een vrouw die niet geloofd wordt komt goed over, mede dankzij het spel van Oscarwinnares Angelina Jolie. De emoties en gebeurtenissen zijn indrukwekkend, maar het tempo is te traag om de film spannend te kunnen maken. Tweeënhalf uur Changeling wordt daardoor een veel te lange zoektocht naar een verloren zoon.

Recensies

DVD BOEK FILM

LeatherheadsDoor Merel Zeilstra

Een film met sterren als George Clooney en Renee Zellweger op de voorkant huur je normaliter met een gerust hart. Deze acteurs maken ook in de film Leatherheads hun naam waar. Clooney speelt een American Football-held, Dodge Connoly, die zijn team op de been probeert te houden terwijl zijn club bijna failliet gaat. Het team trekt sterspeler Carter Rutherford aan ter versterking, een wat lullig studentje in wie je

niet direct een Football-talent ziet. De goedgebekte journaliste Lexie Littleton (Renee Zellweger) komt onderzoek doen naar het zogenaamde heldhaftige oorlogsverleden van deze Carter. Zoals verwacht ontstaat er een strijd om de knappe Lexie. De scène waarin de twee hoofdpersonages elkaar voor het eerst ontmoeten is meteen de beste van de hele film. Zellweger en Clooney dagen elkaar uit in een scherpe conversatie, met fantastische dialogen. De seksuele aantrekkingskracht tussen deze twee is sterk gespeeld. De film speelt zich af in de jaren ’20 en vertelt de kijker veel over de manier waarop het sporten verliep toen het nog niet geprofessionaliseerd was. Het is lachwekkend om te zien hoe spelers verbaasd zijn over nieuw ingevoerde regels die niet meer weg te denken zijn uit het hedendaagse Football. Ze snappen niet goed waarom het slaan en schoppen van een tegenstander ineens niet meer mag. Dit is grappig, maar veel verder dan een glimlach gaat het niet. Ook ontwikkelt het plot zich niet erg verrassend, want natuurlijk komt er een belangrijke wedstrijd waarin de twee kemphanen tegenover elkaar komen te staan. Deze eindscène duurt te lang. De film bevat droge humor, die af en toe erg flauw kan zijn. Of je hier om kunt lachen is een kwestie van smaak. De dialogen zijn snel en origineel en het acteerwerk is ook sterk. De verhaallijn is echter slap door een gebrek aan verrassingen en onverwachte wendingen. De romantische komedie Leatherheads is dan ook absoluut geen ‘must see movie’.

Deerhunter - MicrocastleDoor Marinke Kerkhoff

Het concert van Deerhunter in Vera, afgelopen juni, was weinig overtuigend. In de tussentijd heeft de band echter niet stilgezeten. Onlangs dook er namelijk alweer

een nieuw schijfje op in de cd-rekken van dit vijftal uit Atlanta. Microcastle is het derde album van Deerhunter en begint net als het vorige (Cryptograms, 2007) met een instrumentale intro. Het klinkt zowel dromerig als experimenteel en daarmee wordt de toon voor de rest van de cd direct gezet. Met Microcastle slaat Deerhunter een iets andere weg in dan voorheen. De noise is verdwenen met als enig aandenken hier en daar een wat gruizig geluid. De psychedelische experimentele gitaarrock is nog steeds aanwezig, maar wordt afgewisseld met mooie heldere melodieën die een wat ijle sfeer veroorzaken. De aangename stem van zanger Bradford Cox is de gids die je moeiteloos meevoert in deze zogenaamde luistertrip. De grens tussen dromerig en saai is dun. Deerhunter toont lef door deze grens op te zoeken, met het bijbehorende risico hem te overschrijden. Ze gaan net een stapje te ver tijdens het tiende nummer, ‘Saved by Old Times’. Een licht gevoel van irritatie komt opzetten als de titel keer op keer op slepende wijze herhaald wordt. Die kleine misstap valt echter te verwaarlozen. Deerhunter is er namelijk in geslaagd een interessante cd te maken, die de neiging heeft zich aan te passen aan je stemming en beter te worden bij elke luisterbeurt. Een tweede kans hebben ze dubbel en dwars verdiend: dit keer overtuigen ze wél.

CD

BOEK

Het laatste woord Groninger Studentenkrant 11

Het laatste woord

ColofonDe Groninger Studentenkrant is een onafhankelijk blad gemaakt door en voor studenten van HBO- en WO-instellingen in Groningen. Het verschijnt tien maal per jaar in een oplage van circa vijfduizend exemplaren die gratis worden ver-spreid op de RUG, de Hanzehoge-school en andere locaties in Gron-ingen.

StichtingsbestuurVoorzitter: Wanda van der Zee (06-14278523), Penningmeester: Daniël Smeding, Acquisitie en PR: Bernice [email protected]

HoofdredactieJesper Verhoef (06-42362986) en Herwin Thole (06-50817155)[email protected]

RedactiePersis Bekkering, Laura van Dam, Lise Evers, Roza Freriks, Romée Gramende, Mariet van Hasselt, Marinke Kerkhoff, Joost Knaap, Carolien Lindeman, Thomas van den Oever, Eva Paré, Anke van

Ravensteijn, Rosanne Schepers, Sarah Venema, Elske Woudstra, Wanda van der Zee, Merel Zeilstra

FotografieJan Luursema (www.janluursema.nl)Ewoud Rooks (www.erooks.nl)Hanne van der Velde (www.hannev.nl)

VormgevingHerwin Thole

MedewerkersPeter Valkema

DrukwerkGrafische Industrie de Marne

CoverfotoJan Luursema

Webmastervacature

Groninger StudentenkrantSt. Walburgstraat 22C9712 HX Groningenwww.studentenkrant.orgISSN 09270237

zoekt voor haar site een enthou-siaste nieuwe

WEBMASTER.

Lijkt het jou leuk om een nieuwssite gericht op studenten te bouwen en vorm te geven, rea-geer dan snel.

Voor meer informatie kan je na-tuurlijk ook altijd contact met ons opnemen.

Mail naar [email protected], of bel 06-50817155 (Herwin Thole)www.studentenkrant.org

De GroningerStudentenkrant

Recentelijk pleitte de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) ervoor huisartsen die weigeren mee te werken aan euthanasie en de patiënt ook niet door willen verwijzen naar een andere arts strafrechtelijk te laten vervolgen. Een goed voorstel?

Partij voor het leven Als ‘partij voor het leven’ staan de SGP-jongeren pal voor de beschermwaardigheid van het leven. De NCRV documentaire ‘voor ik het vergeet’ heeft op dit punt het nodige stof doen opwaaien. We doen een dringende oproep aan de politiek en het maatschappelijk middenveld om in het geweer te komen tegen voorstellen om tot euthanasiedwang voor artsen te komen. Dat is de wereld op z’n kop. Wij belijden dat het begin en einde van het leven in Gods hand liggen. Het is een belangrijke taak om de zieke medemens de best mogelijk behandeling te geven. De overheid is geroepen hier alle medewerking en benodigde facilitering aan te geven. Zowel de NVVE als de SGP-jongeren willen iets doen aan het leed dat velen overkomt. Helaas is de denkrichting hierbij totaal verschillend. De NVVE kiest de autonomie van de patiënt, en daarmee van de mens, als uitgangspunt voor haar denken en stellingname. En dat in weerwil van de richtlijn dat ‘van een arts die een gewetensprobleem heeft met euthanasie niet kan worden gevergd dat hij zijn patiënt actief helpt bij het zoeken van een andere arts.’ De NVVE stelt namelijk dat deze richtlijn in strijd is met goed hulpverlenerschap en dat een zodanig handelende arts strafrechtelijk dient te worden vervolgd. Deze visie doet een sterke inbreuk op de morele verantwoordelijkheid die de arts als persoon en als professional bezit. Deze visie stoelt tevens op een heilloos streven naar totale uitbanning van het lijden in dit leven, door medische en menselijk ingrijpen. Pijlers onder dit gedachtegoed zijn de maakbaarheidgedachte en vergoddelijking van het menselijk denken en beslissen. Dat staat haaks op de Bijbelse belijdenis dat God de Heere regeert. Hij staat boven arts en patiënt. Autonomie van de patiënt kan daarom in geen geval dienen als rechtvaardiging voor euthanasie. Datgene wat de patiënt wenst, is ook niet per definitie wenselijk voor zijn welzijn. De arts dient hierin ook zijn eigen verantwoordelijkheid te kennen en te nemen. De Hippocratische eed, die nog steeds (in gewijzigde vorm) wordt toegepast, is hier helder in. Een arts dient te zorgen voor zieken, gezondheid te bevorderen en lijden te verlichten. Eén van de terreinen van de politiek waarover de Bijbel op bijzonder directe wijze spreekt, is de zorg voor het leven. Op grond hiervan zetten wij ons in voor een maatschappij waarin ieder leven gerespecteerd en gewaardeerd wordt. Er bestaat geen minderwaardig of niet beschermwaardig leven. Ook als leven niet meer “waardevol” zou zijn, of zelfs “ongewenst” is. Alle actieve levensbeëindigende praktijken, zoals toegestaan in de euthanasiewetgeving, keuren we af. Niettemin hebben wij oog voor de eindigheid van het leven en zijn wij van mening dat langdurig kunstmatig rekken van het leven en uitstellen van de dood onverantwoord is. Voor zover een verbod op euthanasie in de huidige politieke setting niet gerealiseerd kan worden, pleiten wij voor strengere regelgeving met betrekking tot de meldingsplicht van artsen en aanscherping van andere wettelijke voorwaarden. Daarnaast kan het grootste deel van de verzoeken om euthanasie voorkomen of vermeden worden door effectieve pijnbestrijding en deskundige en betrokken palliatieve zorg. Wij voeren dan ook een hartelijk pleidooi voor het beschikbaar stellen van extra middelen voor hospices en palliatieve zorg. Dat is het leven meer dan waard.

Wilmar Karels en Jan Kloosterman zijn respectievelijk lid van de politieke commissie sociaal economische zaken en voorzitter van de SGP-jongeren.

Belang van patiënt gediend bij pragmatisme De ideële organisatie Loesje verwoordt het als volgt: ‘Stel God vindt het goed dat je sterft, maar de regering houdt het tegen.’ Absurd als het moge klinken, feitelijk slaat de prikkelende omkering de spijker op de kop. Het is niet God die de aarde regeert, het zijn mensen die dat doen. Met de invoering van de euthanasiewet onderkende het kabinet Kok II dat gegeven: het zijn ménsen die keuzes maken, juist bij een gewichtig onderwerp als actieve euthanasie. Het niet langer strafbaar maken van dergelijke levensbeëindiging was een maatregel die tot op de dag van vandaag op brede steun uit de samenleving kan rekenen. Het voorstel van de NVVE artsen strafrechtelijk te vervolgen wanneer ze gewetensproblemen hebben bij euthanasie en de patiënt niet actief aan een andere arts willen helpen is evenwel een brug te ver. De artsenorganisatie KNMG stelt terecht dat die plicht om door te verwijzen relatief is. Van een arts die een gewetensprobleem heeft met euthanasie kan niet worden verlangd dat hij zijn patiënt actief helpt bij het zoeken van een andere arts. In de praktijk vormen gewetensbezwaarde artsen een kleine minderheid, waar niet per se mee gewerkt hoeft te worden. Immers, de keuze voor een andere arts staat vrij. Het strafrechtelijk vervolgen staat gelijk aan het schieten met een kanon op een mug: het voorstel is niet-proportioneel, vooral omdat er makkelijkere, andere oplossingen zijn. Dat de NVVE een discussie aanzwengelt over de willekeur in de dagelijkse praktijk is niettemin te waarderen. Het kan niet zo zijn dat persoon A niet geholpen wordt vanwege een onwillige arts die op morele gronden bezwaar heeft, terwijl op hetzelfde moment een andere arts best aan zijn verzoek gehoor had willen geven. In de praktijk levert dit schrijnende situaties op. Het leven van de patiënt, door hemzelf als zinloos ervaren, wordt dan veel te lang gerekt. Een redelijke oplossing voor dit probleem is dat de arts in een vroeg stadium kenbaar maakt dat hij niet aan een eventueel toekomstige euthanasie mee wil werken. De vertrouwensrelatie die hij of zij met de patiënt heeft biedt hier veel mogelijkheden toe. Na een dergelijke mededeling staat het de patiënt vrij een andere huisarts te zoeken. Eén waarmee hij in ieder geval enige tijd een vertrouwensrelatie op kan bouwen, absoluut noodzakelijk bij een besluit tot levensbeëindiging. Weliswaar moet de mens namelijk autonoom over zijn lichaam kunnen beschikken, het besluit tot levensbeëindiging middels euthanasie moet goedgekeurd worden en nauw overlegd zijn met iemand met een professionele medische achtergrond. Dat uit christelijke hoek fel geageerd wordt tegen het voorstel van de NVVE wekt geen verbazing. Ongewenst gevolg hiervan is echter wel dat het debat tamelijk zwart-wit gevoerd wordt. Dit terwijl juist in een meer pragmatische aanpak de enige levensvatbare en werkelijke oplossing ligt. Daarmee direct het enige belang dienend dat telt: dat van de patiënt.

Jesper Verhoef is hoofdredacteur van de Groninger Studentenkrant en studeert CIW en Geschiedenis

Reageren? Mail naar [email protected]

Culin

aire

SK-

Pade

Dag

boek

van

een

maa

gd

Donderdag 6 november

Goed, de ganggenoot en ik hebben gezoend. Mijn hoofd raakte op hol en hormonen regeerden mijn lichaam. Toch heb ik het niet verder laten komen. Je laat je als maagd niet zomaar je jeugd en kuisheid afnemen door een toevallige buurman met een lekker kontje. Nee, daar zijn echte liefde, passie en minstens een paar sfeerkaarsjes voor nodig. Als maagd ben je volgens mij nog bijzonder. Je straalt een onschuld uit die je na de eerste keer seks niet meer terug zal krijgen. Mis-schien is dit wel de grootste onzin, maar het is toch hoe ik erover denk. Daarom laat ik me niet gaan, hoeveel alcohol ik ook naar binnen heb gewerkt en hoe erg mijn lichaam er ook naar verlangt. Zodra het verder dan zoenen dreigt te gaan, rinkelt er een belletje en ben ik in één klap

rigide. De jongen die zo ver mag gaan moet toch

iets meer doen dan me dronken voeren.

Vrijdag 21 november

Op de studentenvereniging ben ik een leuke

jongen tegengekomen. We draaiden samen een

dienst en ik had het meteen te pakken. Zoals

dat hoort, deed ik een achtergrondonderzoek

bij mensen die hem beter kennen. Hij blijkt een

vriendin te hebben. Het is een meisje dat ook op

de vereniging zit en ze is best aardig. Jammer,

dat gaat dan maar niet door. Je kunt geen relaties kapot maken voor je eigen geluk, dat is

niet eerlijk. De ganggenoot heeft sinds de be-wuste avond niet meer met me gesproken. Zijn

deur is steeds dicht en als we elkaar toch per

ongeluk tegenkomen, loopt hij me straal voor-

bij. Toen ik eenmaal uit mijn roze wolk was

neergedaald kwam ik erachter dat de kerel een

Geert Wilders-aanhanger is die heel Groningen

afschuimt. Het is ook eigenlijk gewoon een eikel. Gelukkig ga ik binnenkort verhuizen.

Lief dagboek,

De Harmonie serveert inmiddels al bijna drie maanden warme maaltijden. Hoog tijd om de proef op de som te nemen en het eten aan een kritisch oordeel te onderwerpen. De kantinemedewerkster kijkt er wel even van op als de voltallige SK-redactie om eten staat te brullen. Met een verschrikte blik in haar ogen vlucht ze snel de keuken in om voor ons het wereldbekende en alom geroemde culinaire hoogstandje ‘nasi à la Harmonie’ te bereiden. Bij de Harmoniekantine namelijk geen overdreven gedoe met menukaarten. De ene dag staat er bami op het menu, de andere dag nasi. Dat maakt de keuze wel zo makkelijk. Verrassend vlug krijgen de eersten een dampend bord voor de neus. Maar wat is toch dat vreemde, zoemende geluid gevolgd door een

pingeltje dat we constant horen? Langzaam dringt het besef door dat we gewoon een magnetronmaaltijd voorgezet krijgen. Het ruikt wel goed, dat moet gezegd worden. Omdat de kantine gebruikt maakt van een soort lopend buffet kun je nog naar believen kroepoek en satésaus toevoegen. Alhoewel, de satévoorraad blijkt maar zeer beperkt. De volgende teleurstelling dient zich kort daarop aan: de nasi is op. En dat terwijl er nog twee mensen maaltijdloos zijn. Gelukkig is men flexibel bij de Harmonie en wordt naadloos overgestapt op bami. Terwijl ze het zweet van haar voorhoofd veegt, verzucht de kantinemedewerkster: ‘Normaal gesproken komen er maar tien mensen per avond. En nu ineens een hele groep.’ Na afgerekend te hebben bij een zeer opgewekte caissière kunnen we beginnen met eten. De kantine is praktisch leeg, dus het is nu eens geen probleem balancerend met een dienblad een plek te

vinden. De smaak van nasi is goed, de porties zijn groot genoeg: geen van de redacteuren heeft honger na het eten. Een klein minpuntje is de kroepoek, die droog en smaakloos is. Geen culinair hoogstandje, maar ook zeker niet slecht. Gewoon een voedzame maaltijd. Op de accommodatie valt natuurlijk wel wat af te dingen. De Harmoniekantine is nu eenmaal niet de meest sfeervolle plek in Groningen. Eigenlijk is het met de uitstraling hetzelfde als met het eten: eenvoudig, maar het voldoet. Als we het hebben over de prijs, dan is dat toch een heel ander verhaal; €6,25

is echt te veel voor een gewone magnetronmaaltijd. Mensen die zichzelf nog eens aan een Harmohap willen wagen moeten er snel bij zijn. Vanwege een gebrek aan belangstelling stopt de Groningse semi-mensa waarschijnlijk per januari met het serveren van warme maaltijden. En dat is best jammer, want het is een goed initiatief. De uitvoering in deze vorm, een magnetronmaaltijd voor een hoge prijs, laat echter nog te wensen over.

Door Joost KnaapFotografie: Jan Luursema

De kroepoek is droogen smakeloos

Prijzige magnetronmaaltijd

het hele jaar door studieboeken voor universiteit en hogeschool

www.selexyz.nl

guldenstraat 20 en zernikeplein 11 groningen

(Advertentie)

(Advertenties)