010 December 2007

10

Click here to load reader

description

PPP Nieuwsbrief is een uitgave van het programma psychotische stoornissen in Groningen en de Kop van Drenthe

Transcript of 010 December 2007

Page 1: 010 December 2007

PPP-NIEUWSBRIEF

December 2007 /10

Inleiding De december editie die voor u ligt is wat vroeger dan anders in de maand verschenen. Wij weten dat u massaal de kortste dag gaat vieren met veel licht. Wij wensen u daarbij veel plezier en goede ontmoetingen. In deze nieuwsbrief zal eerst kort worden teruggekeken naar het Schizofreniecongres in Zwolle. Uiteraard vindt u er weer een Cochrane in terug, dit keer over Beschut Wonen, en zijn de inmiddels al weer vaste rubrieken aanwezig.

Zorgen voor verband; Schizofreniecongres

22 november 2007 Een goedgevulde zaal in Zwolle werd verrast door de afmelding van de eerste spreker. Een film over een dakloze leek dit hiaat te vullen, totdat na afloop van de film een heuse tent op het toneel werd geopend en de heer Francken, ervaringsdeskundige, zijn betoog hield. Hierin stond het gevaar voorop dat de nieuwe zorgfinanciering de zorg rond complexe problematiek verbrokkelt in plaats van verbindt in ketens. Verder pleitte hij voor grotere inbreng door naastbetrokkenen, als instrument om de zorg kwalitatief te verbeteren. Voor de pauze zou hier nog een antwoord op moeten komen van de zijde van de heer Prijkel, senior beleidsmedewerker bij VWS en ook van de heer Bos, directeur zorg bij Zorgverzekeraars Nederland. Prijkel legde de nadruk dat in de toekomst, als het aan VWS ligt, innoverende organisaties in de geestelijke gezondheids-zorg zullen worden beloond, terwijl Bos opriep om duidelijk te maken wat wij doen voor mensen met schizofrenie en waarom. “Wanneer we dat niet van jullie te horen krijgen, dan bedenken wij maar wat.” Na de pauze werden we door de heer Kahn, Hoofd Divisie Hersenen, UMC Utrecht, meegenomen in de resultaten van recent hersenonderzoek bij mensen met schizofrenie. Met moderne scanners kunnen de hersenen beter worden bestudeerd dan ooit. Met name de (vervroegde) afname van de hersenmassa bij mensen die leiden aan schizofrenie was het centrale thema in zijn betoog. Dit alles met de nuancering dat er samenhang is, maar de oorzakelijkheid (heeft men schizofrenie omdat de hersenmassa krimpt, of krimpt de mensenmassa omdat men schizofrenie heeft) nog niet is aangetoond.

U leest de maandelijkse nieuwsbrief van de Provinciale Programmagroep Psychotische stoornissen (kortweg: PPP). De programmagroep is een samenwerkingsverband tussen Lentis/Linis en het UCP. Deze

samenwerking heeft als doel een gezamenlijk zorgprogramma te

implementeren en te komen tot een cliëntvolgsysteem voor mensen met

een psychotische stoornis.

Programma Psychotische

Stoornissen

Programmaleider:

Rob Versteden

Voorzitter Provinciale

Programmagroep:

Rikus Knegtering

Secretariaat:

Marja Hillenga

Leden van de Provinciale

Programmagroep

Psychotische stoornissen:

Agnes Glastra

Mense Anne Hartsema

Sarwar Joanroy

Anita Jonkers

Anneke van der Krieke

Astrid Kuster

Pieter Jan Mulder

Harald Schneider

Ellen Siegert

Gosse Venema

Wim Bloemers

E-mail:

Programma Psychose/GGZGRN

[email protected]

PPP archief

Redactie:

Van Oldenbarneveltlaan 15

9716 EA Groningen

050-5751369

Page 2: 010 December 2007

De onderliggende thema’s die Kahn hanteert zijn in zijn goed leesbare boek “Onze hersenen” terug te vinden.

Uitgeverij: Balans, 2006

ISBN: 90 5018 712 9

Als laatste spreker schudde Van der Gaag de zaal wakker met de eerste preventieve ziektebestrijding die is gedocumenteerd. Dat was de veel voorkomende scheurbuik op schepen. En via vele andere vormen van

preventie kwam Van der Gaag ter zake. Hij heeft door een subsidie de gelegenheid om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om met cognitieve gedragstherapie vroegtijdig te interveniëren. Vroegtijdige inzet van cognitieve gedragstherapie bij mensen met een kwetsbaarheid die zou kunnen leiden tot een psychotische stoornis, kan in zijn ogen preventief werken. Het onderzoek wordt op verschillende plaatsen uitgevoerd, maar wat bijzonder is, dat dit ook bij PsyQ in Den Haag zal zijn.

Anoiksis

De Ria van der Heydenprijs Ypsilon is trots en ontroerd, want dit jaar wordt voor de eerste keer de Ria van der Heydenprijs uitgereikt. De prijs is ingesteld door Delta Psychiatrisch Centrum ter nagedachtenis aan wijlen mevrouw Ria van der Heyden (de oprichster van Ypsilon). De prijs wordt jaarlijks toegekend aan een persoon of personen die iets bijzonders hebben gepresteerd voor de chronische patiënt. De prijs bestaat uit een kunstwerk en een geldbedrag van € 5.000,--. Bron: www.anoiksis.nl Mense Anne, regiosecretaris

Ypsilon

EERSTE PROEF MET

FAMILIEKAART START BIJ

ABC-HUIS EN GGZ

DRENTHE

Na een lange voorbereidingsfase is op 2 oktober jl. een proef van start gegaan met de familiekaart die Ypsilon en Anoiksis hebben ontwikkeld. Het eerste concept van de kaart werd uitgedeeld aan een groep familieleden van mensen in het ABC huis van Altrecht. Ook het psychosecircuit van GGZ Drenthe

VERWIJZERTJES

SAMENWERKING

Lentis Linis UMCG

Universitair Centrum Psychiatrie

KENNISCENTRA

Kenniscentrum Schizofrenie Kenniscentrum Rehabilitatie

CLIËNTEN, PATIËNTEN EN NAASTBETROKKENEN

Psychoseplein

Ypsilon Anoiksis

labyrint/in perspectief Tien sleutelfactoren voor herstel Stichting Recovery Nederland Meer weten over psychosen en

schizofrenie?

ALGEMENE INFO

Netwerk Vroege Psychose Pandora

ONDERZOEK EN WETENSCHAP

medscape Richtlijn schizofrenie

ZORGPROGRAMMA PSYCHOTISCHE STOORNISSEN

Klik hier voor het rapport

Page 3: 010 December 2007

zal nog deze maand starten met de introductie van de kaart. Zij vormen de kopgroep van nog meer instellingen die later zullen volgen. Instellingen uit het hele land hebben interesse getoond om aan de proef deel te nemen. Welke daarvan zullen deelnemen aan de tweede pilotgroep wordt rond de jaarwisseling besloten. Leden van Ypsilon konden al met de kaart kennis-maken tijdens de landelijke studiedag op 10 november jl. Het idee achter de kaart laat zich vrij gemakkelijk samenvatten: Deskundigen gaan ervan uit dat in de optimale behandeling van schizofrenie patiënt, familie en hulpverlener nauw met elkaar samenwerken. Nergens is echter vastgelegd welke rol de familie te spelen heeft bij de zorg voor de patiënt. Veel familieleden worstelen daarom dagelijks met de vraag welke ondersteuning ze zelf het best kunnen bieden en welke ondersteuning zij zelf nodig hebben om die rol ook effectief te kunnen spelen. Is de kaart eenmaal ingevuld, dan moet een gesprek met idealiter zowel de betrokken patiënt als de behandelaar duidelijk maken of het familielid ook daadwerkelijk al die taken voor zijn rekening neemt. Het kan immers zijn dat er taken tussen staan die zijn uit te besteden aan bijvoorbeeld thuiszorg of maatschappelijk werk. Of dat de hulpverlener het idee heeft dat het familielid anders te veel belast wordt. Of dat de patiënt of de hulpverlener de taak liever aan iemand anders uitbesteedt. Een driegesprek met uw naaste en zijn hulpverlener brengt daarin helderheid. In datzelfde gesprek worden ook afspraken gemaakt over de ondersteuning die het familielid mag verwachten. De kaart maakt onderdeel uit van het project Familie-participatie, dat financieel mogelijk wordt gemaakt met bijdrage van de stichting Vrienden van Ypsilon, het VSBfonds en het Fonds Psychische Gezondheid te Utrecht. Behalve de kaart ontwikkelde Ypsilon ook een zogeheten visiesheet waarop ze heeft samengevat hoe de rol van de familie bij de behandeling van schizofrenie en psychose er wat haar betreft in grote lijnen uitziet. Deze visiesheet wordt als bijlage aan de keuzekaart toegevoegd en helpt de familieleden bij het invullen ervan.Leuk bedacht, maar werkt het ook? Dat is de vraag waar onderzoekers van het Rob Giel Onderzoeks-centrum (RGOc) van de Rijksuniversiteit Groningen een antwoord op gaan geven. Om die reden wordt de kaart niet nu al massaal verspreid. ". "We werken eerst met een conceptkaart en vervolgens weer een nieuw concept. Uiteindelijk weten we pas over ruim een jaar weten of de kaart daadwerkelijk wordt gebruikt en of de betrokkenen er tevreden over zijn."Wie van de vorderingen op de hoogte wil blijven, kan terecht op www.ypsilon.org

De familiekaart biedt een hulpmiddel bij het maken van die keuze. De kaart, waarvan de definitieve naam overigens nog niet vaststaat, bestaat voor het leeuwendeel uit het beschrijven van alle mogelijk klussen en taken. Wilt u meedenken over de behandeling vanuit

familieperspectief? Kleding wassen?

De financiën beheren? Schulden betalen? Mag de patiënt in

afwachting van een opname bij u wonen? Bij de hulpverlening signaleren dat er een crisis is? Bij elk onderdeel kan het familielid aan- geven of hij daarin een rol voor zichzelf ziet of niet, of dat de mogelijkheid bespreekbaar is.

Page 4: 010 December 2007

Cochrane

���������Onderwerp

Beschermd Wonen Achtergrond

Door een forse afname van long-stay afdelingen in psychiatrische ziekenhuizen voor mensen met ernstige psychiatrische stoornissen is de verantwoordelijkheid voor de zorg rond deze doelgroep verspreid over de GGz, lokale overheden, woningbouw-verenigingen, charitatieve instellingen en de vrije markt. De ondersteuning waar het in deze review om gaat is die in de vorm van huisvesting toegesneden op de zorgvraag van de doelgroep. Doelen

De review heeft als doel om beschermd wonen op effectiviteit te vergelijken met standaard ambulante zorg. Selectiewijze en aantal onderzoeken

Alle studies (gerandomiseerd en quasi-gerandomiseerd) op het gebied van beschermd wonen versus ambulante begeleiding werden geïncludeerd. De maten die daarbij de revue passeerden waren: gebruik van GGz voorzieningen, geestelijke gesteldheid, cliënttevredenheid, sociaal functioneren, kwaliteit van leven en economische gegevens. Resultaten

Hoewel 139 onderzoeken werden gescreend, voldeed niet één ervan aan de inclusievereisten. Conclusie

Uiteraard moedigen de auteurs aan tot het opzetten van goed onderzoek naar de effecten van beschermd wonen. Zij zien naast het voordeel, dat cliënten zich in een veilige haven bevinden met ondersteuning en stabiliteit, vooral ook het nadeel van de blijvende en kostbare afhankelijkheid van de hulpverlening en een zekere mate van maatschappelijke uitsluiting. Het is de vraag of dit laatste wel opweegt tegen de voordelen. Maar zoals gezegd kan deze discussie alleen nog gevoerd worden op basis van verschillende normen en meningen bij gebrek objectief onderzoek. Cochrane-auteurs Chilvers R, Macdonald GM, Hayes AA

Page 5: 010 December 2007

Impressies van het congres ACT en het

verlangen in Leiden op 27 september jl. Deel 2 In de nieuwsbrief van november 2007 staan deel 1, 2 en 3. In deze editie volgt het laatste deel.

4. Hierbij aansluitend info uit workshop: Competitie en meerwaarde van ervaringswerker

Conclusie: er moet een functiedifferentiatie komen inherent aan werkveld en competenties vergelijkbaar met opleiding SPH voor verschillende doelgroepen. ED werken als q Lid van ACT team in een “maatje” functie. q Lid van behandelteam op gesloten afdeling en crisisdienst

thuis in psych. ziekenhuis als “bron van hoop”, belangenbehartiger, ondersteuner”.

q Opleider voor ED trainingen. q Grondlegger van herstelgroepen. q Als trainer voor herstelgerichte trainingen voor cliënten. q Als gastsprekers bij opleidingen, workshops, lezingen etc. q Als onderzoeker en/of lid van kenniscentrum ED.

Knelpunten vanuit ervaringswerkers beschreven q Positionering in het (ACT) team. q Verschillende of geen passende vooropleiding. q Werken vanuit passie en eigen ervaring; geen bijscholing

gewenst om puur te kunnen blijven werken passend bij eigen instelling en of regio.

q Kritische houding van ervaringswerker: wil geen verlengstuk van hulpverlener worden.

q Salaris per instelling wel of niet geregeld: Mist nog taakomschrijving!!

q Er zijn verschillende opleidingen, trainingen voor ED die wel of niet bij elkaar aansluiten.

q Veel ziekteverzuim (dit kan knelpunt zijn) of er zijn van tevoren goede afspraken gemaakt zodat er vervanging is

5. Workshop ACT voor Jeugd Presentatie van ACT Jeugd uit Rotterdam.

Gegevens vooraf: • 8 % (N= 300.000) van de kinderen en adolescenten in

Nederland heeft psychische problemen. • In ons land zijn 5000 jongeren thuisloos. • 500 zwerfjongeren in Rotterdam • 168 nationaliteiten in Rotterdam Gestart met 1 team, nu 6 teams van 7,0 fte per team met in totaal 300 jongeren in zorg. Een van de ACT teams is gevestigd in een middelbare school (in een probleemwijk met veel probleemleerlingen).

Page 6: 010 December 2007

Doelstelling en werkwijze van ACT-jeugd: • Geen uitsluitingscriteria, behalve leeftijdsgrens = 25 jaar. • De intentie is toeleiding naar reguliere zorg, wanneer dit

op basis van wantrouwen niet lukt vindt behandeling en begeleiding plaats vanuit ACT jeugd.

• Op gang brengen van “zelfherstel” in plaats van “helpen met herstel”.

• Autonomie. • (Sociale) competentie. • Stabiele relaties. • Meer gericht op de toekomst. • Grotere mate van tevredenheid. • 7 dagen per week en 24 uur per dag bereikbaar. • Altijd met zijn tweeën op pad. Disciplines in de teams • Kinder- en jeugdpsychiaters. • Traumadeskundigen. • Spv-ers. • Psychologen/psychotherapeuten. • Pedagogen. • Woonbegeleiders. • Ervaringsdeskundigen. • Basisartsen. • Antropologen. • Maatschappelijk werkers. Methodiek Er wordt gewerkt volgens het “Faseringsmodel”: 1. Contact maken. 2. Contact bestendigen. 3. Meer zelfcontrole en zelfregulatie. 4. Eigenaar van zijn/haar eigen behandeling. Ervaringen: • Diagnose is vaak moeilijk in te schatten. Is dan ook niet de

eerste activiteit. (Dit is lastig m.b.t. financiering, er wordt als oplossing een DBC geopend op V-codes (ik, Marrie weet (nog) niet wat dit is trouwens).

• 70% van de jongeren heeft ernstige traumatische ervaringen (buiten èn achter de voordeur): oud-kindsoldaten, jongeren die mishandeld en sexueel misbruikt zijn en jongeren met ‘stil leed’ (bijv. jonge depressieve moslima’s die niet in zorg zijn niet buiten de deur komen).

• Er wordt samengewerkt met de “DOSA”-teams (wijkteams met jongerenwerkers, politie).

• Er wordt samengewerkt met interventieteams van de politie ten aanzien van jeugdbendes: politie pakt de leider en het ACT team neemt de rest in zorg.

• Er wordt (schoorvoetend) samengewerkt met Jeugdzorg. • 80 % van het succes is attitude en oprechte/niet-aflatende

betrokkenheid van de hulpverlener. • 80% van de jongeren die in detentie zitten hoort

behandeld te worden.

Page 7: 010 December 2007

• 20 % van de tijd gaat zitten in registratie.

Workshop van Els Luijten: Rehabilitatie en ACT kun je nalezen in het congresmagazine, bij ons op te vragen. Namens de organisatie en bezoekers van het ACT congres is er een motie toegestuurd naar de vaste kamercommissie van VWS en Justitie waarin de bezorgdheid over de kaalslag in de zorg aan mensen met langdurige psychische problematiek nogmaals bij de politiek onder de aandacht is gebracht. Dit schrijven is toegestuurd aan Gerke Terpstra van de afdeling Communicatie van Lentis met het verzoek dit op intranet te zetten. Tot zover. Maria Ufkes en Marrie Venderink

Resultaten over de individuele

rehabilitatiebenadering Het onderzoek Het onderzoek naar de effecten van de IRB werd gehouden onder mensen met langdurige psychiatrische problematiek, die cliënt zijn van een GGz instelling. Zij konden meedoen aan het onderzoek als zij een wens hadden om iets in hun leven te veranderen. Niet alle veranderwensen kwamen in aanmerking voor het onderzoek, het ging speciaal om wonen, sociale contacten, werk, leren of dagbesteding. Het onderzoek vergeleek twee manieren van begeleiding bij de veranderwensen: • De Individuele Rehabilitatiebenadering (IRB). • Andere vormen van rehabilitatiebegeleiding. Het onderzoek had als vraag met welke begeleiding cliënten er beter in slagen hun veranderwens te bereiken.

Startinterview

Van cliënten die wilden meedoen aan het onderzoek, kregen zij eerst informatie. Degenen die na de informatie wilden meedoen en in aanmerking kwamen voor het onderzoek, zijn geïnterviewd. In dat startinterview is uitgebreid gevraagd welke wensen iemand had en werd gevraagd hoe hij of zij sociaal functioneerde, welke behoeften aan hulp hij of zij had en hoe degene oordeelde over diens kwaliteit van leven.

Loting Na het interview werd met een loting bepaald welke begeleiding de deelnemer aan het onderzoek zou krijgen: IRB of andere begeleiding. Deelnemers konden dus niet zelf kiezen. Dit is gedaan om de twee begeleidingsmanieren zo eerlijk mogelijk met elkaar te kunnen vergelijken.

Uit de praktijk

“Ik zou graag een leuk

iemand ontmoeten,

waarmee ik een relatie

kan aangaan”. Een

gescheiden vrouw woont

in een beschermde

woonvorm, heeft

vrijwilligerswerk en

bezoekt af en toe het

dagactiviteitencentrum.

Toch heeft ze nog een

wens op het gebied van

sociale contacten: ze wil

graag een vaste relatie.

Samen bespreken ze wat

voor soort partner cliënte

wil en in welke

omgevingen de kans

aanwezig is om een

geschikte partner te

vinden.

Met hulp van een IRB

begeleider heeft ze zich

ingeschreven bij een

website voor vriendschap

en relaties. In het tweede

jaar van het IRB traject

ontmoet ze iemand bij

een inloop waarmee het

klikt. Het doel was

daarmee gerealiseerd en

de vrouw geniet er zeer

van.

Page 8: 010 December 2007

Na de loting werden de deelnemers zo snel mogelijk aan een begeleider gekoppeld. De begeleiding en behandeling die men kreeg bij andere zaken liep gewoon door. De nieuwe begeleider en de onderzoeksdeelnemer probeerden in drie tot vier gesprekken de wens “te vertalen” in een concreet doel waarop de begeleiding zich richtte, bijvoorbeeld “met een kennis één keer per week schaken in het buurthuis”.

Wensen in vervulling na 1 jaar?

Na 1 jaar werd iedere deelnemer gevraagd in hoeverre de betrokkene van mening was dat het doel behaald was, met andere woorden: of de wens in vervulling was gegaan. Deelnemers konden bij hun antwoord kiezen uit 1) helemaal of grotendeels, 2) enigszins, of 3) helemaal niet of nauwelijks. Ook stelden we een groot aantal vragen uit het startinterview opnieuw. Zo zijn opnieuw het functioneren, hulpbehoefte, kwaliteit van leven en empowerment (geloof in mogelijkheden voor verandering) in kaart gebracht. Dat deden we om na te gaan of cliënten er, behalve in het behalen van persoonlijke doelen, ook in andere opzichten op vooruit waren gegaan.

Langere termijn, 2 jaar Twee jaar na de start stelden we precies dezelfde vragen aan de deelnemers als na één jaar. Zo hoopten we inzicht te krijgen in de resultaten van rehabilitatie op de wat langere termijn. Een extra reden hiervoor was dat in veel gevallen de begeleiding na één jaar nog doorliep. En de hulpverleners In het onderzoek werd ook bij de hulpverleners informatie opgevraagd. Zo brachten we onder andere in kaart hoe hulpverleners oordeelden over de werkrelatie met de cliënt en van welke soorten zorg betrokkene gebruik had gemaakt Modelgetrouw

Voor deze studie was het ook belangrijk om te weten of de aangeboden begeleiding in de IRB groep ook daadwerkelijk (goede) IRB begeleiding was, die uitgevoerd werd volgens de voorschriften en methodische handvatten. Daarom hebben we een instrument gemaakt om de “modelgetrouwheid” van IRB te meten (is de begeleider “trouw” geweest aan de IRB werkwijze?). Uit de gegevens die we met dat instrument verzamelden bleek dat de IRB begeleiders de methode (heel) goed toegepast hebben. Voor de andere groep begeleiders, degenen die de meer gebruikelijk vorm van begeleiding gaven, hadden we niet zo’n instrument. Wel weten we dat geen van die begeleiders IRB deskundig was.

Page 9: 010 December 2007

Deelnemers aan het onderzoek

* Clienten werden soms niet na een tweede of derde keer geïnterviewd omdat ze niet weer een interview wilden doen. In die gevallen werd bekeken of er via begeleiders informatie verkrijgbaar was over de vraag of het rehabilitatiedoel al dan niet of gedeeltelijk behaald werd IRB onderzoeksgroep:

Rob Giel Onderzoekscentrum/Rijksuniversiteit Groningen,

dr. J.T. van Busschbach

Trimbosinstituut/Altrecht, dr. H. Michon

Altrecht, divisie Willem Arntsz, dr. W. Swildens

Stichting Nieuw Nabuurschap Al vanaf begin jaren negentig is de “vermaatschappelijking” een van de belangrijkste ontwikkelingen in de zorg voor mensen met psychiatrische problemen. Ondanks alle inspanningen van professionele organisaties blijkt toch vaak, door uiteenlopende oorzaken, dat mensen met langdurige psychiatrische problemen in een sociaal isolement terecht komen. Een groep mensen, allen ouder van een zoon of dochter met de diagnose schizofrenie, heeft de Stichting Nieuw Nabuurschap opgericht. Het doel van deze stichting is het bevorderen van maatschappelijke integratie van mensen met een langdurige psychische beperking. Maatschappelijke integratie is het proces dat leidt tot vergroten van mogelijkheden om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. We maken hierbij onderscheid in de levensgebieden wonen, werken, vrije tijdsbesteding en sociale contacten. De stichting ontplooit initiatieven die in het verlengde liggen en aanvullend zijn op activiteiten van de geestelijke gezondheidszorg en andere organisaties die reeds een rol spelen in het bevorderen van maatschappelijke integratie. Een van de uitgangspunten is samenwerking met

304 mensen hadden een veranderwens

156 mensen gingen deel-nemen aan het onderzoek

80 mensen kregen IRB begeleiding

76 mensen kregen andere begeleiding

75* van hen zijn na 1 jaar geïnterviewd

67 van hen zijn na 2 jaar geïnterviewd

64 van hen zijn na 1 jaar geïnterviewd

55 van hen zijn na 2 jaar geïnterviewd

Stichting

Nieuw

Nabuurschap

Bevordering

Maatschappelijke

Integratie van

mensen met een

langdurige

psychische

beperking

Page 10: 010 December 2007

professionals met als motto: “Familie en hulpverlening werken als bondgenoten samen in het belang van de cliënt”.

Informatiepunt

De veelheid van mogelijkheden die de gemeentelijke overheid biedt voor minder financieel draagkrachtigen zal overzichtelijk in kaart gebracht worden. Dit kan leiden tot het oprichten van een informatiepunt, mogelijk gekoppeld aan de Belastingtoko (zie nieuwsbrief november 2007). Project aanvullend steunsysteem Naast het steunsysteem van de hulpverlening beoogt de stichting het opzetten van aanvullende steunsystemen voor mensen met een langdurige psychische beperking. In samenwerking met de Psychiatrische Zorg Thuis van Lentis Groningen, is gestart met een pilot. Een belangrijk aspect is dat we uitgaan van de wens en de zelfbeschikking van de cliënt. In overleg zal worden

geprobeerd een aanvullend steunsysteem �op maat

� te

formeren, met als doel vereenzaming tegen te gaan en het deelnemen aan maatschappelijke activiteiten te bevorderen.

Familie, vrienden en �maatjes

� kunnen een rol spelen in dit

netwerkje. De maatjes zullen geschoold en begeleid worden. Het bewaken van de continuïteit is een belangrijk aandachtspunt.

Groepen In Winschoten gaan in januari 2008 de volgende cursussen/groepen van start: 1. Vaardigheidstraining Emotionele Regulatiestoornis I en II 2. Assertiviteitstraining 3. Cognitieve therapie 4. Lijn in evenwicht 5. Agressie-regulatietraining 6. Veteranengroep (jonge veteranen en Indië-veteranen) 7. Ontspanning, mindfullness 8. Sociale vaardigheden 9. Vrouwengroep Informatie kunt u vragen bij: Cato Pater, telefoon: 0597-456136 Mr.D.U.Stikkerlaan 1, 9675 AA Winschoten.

Adres:

Zorgbelang, Hoendiep 95, 9718 TE Groningen. Tel: 050-5713999.