0-nummer 12

28
- nummer 12 Cue-exposure & bejegening, merkenbeleid, participatie, hallucineren, poldermoskee, gedachten, spiegelen, regenpak, zwarte gat, existentialisme, naamsbekendheid, enz. Foto: Kees C. Keuch nul

Transcript of 0-nummer 12

Page 1: 0-nummer 12

-nummer12

Cue-exposure&

bejegening, merkenbele id, part ic ipat ie,hal luc ineren, poldermoskee, gedachten,

sp iegelen, regenpak, zwarte gat,ex istent ia l i sme, naamsbekendheid, enz.

Foto

: Ke

es C

. Ke

uch

nul

Page 2: 0-nummer 12

-nummer 12

RedactioneelHet heeft lang geduurd maar u heeft nu het nieuwe Nul-nummer in handen, Nul-nummer 12 alweer. De redactie denkt dat er boeiende in-teressante artikelen in zijn te lezen; graag horen wij uw commentaar.In enkele artikelen wordt direct- of indirect gewezen op de nood-zaak van het behoud van de naam Jellinek, in de breedste zin des woord speciaal voor de verslavingsproblematiek en de zorg die daar bij hoort. Door de fusies tussen Jellinek verslavingszorg, Mentrum en AMC de Meren psychiatrie, dreigt de naam Jellinek voor het groot deel te verdwijnen.In 2009 is op basis van het doelgroepenbeleid (?) het Arkin merken-huis ontwikkeld. Onder de paraplu van concernmerk Arkin is gekozen voor negen zogenaamde ‘servicemerken’. Jellinek is daar ééntje van. Hoewel alleen de ‘curatieve’ kant van de verslavingszorg. O.a. de Obrechtstraat valt hieronder. Alles wat op de Vlaardingenlaan huist gaat binnenkort verder onder de naam Mentrum chronische versla-vingszorg. Dat in verslavingsland geen onderscheid wordt gemaakt tussen curatief en chronisch wordt blijkbaar niet begrepen binnen de instelling. Echt verslaafd geraakt is per defi nitie een chronische kwestie geworden. Wel een kwestie die getemd kan worden hoewel het soms lang kan duren. 100% legitiem op persoonlijke titel durf ik te stellen dat het een bizarre onbegrijpelijke bedrijfsverandering is waar men spijt van gaat krijgen.Verder wil ik hier er niet over uitweiden. De stupiditeit van deze move wordt u, als lezer, hopelijk duidelijk na het lezen van o.a. de pagina’s 3 en 7. Verder een artikel over het alcohol en drugsprobleem onder onze Marokkaanse medelanders. Verslaving kun je op verschil-lende manieren bekijken legt Alie Weerman uit. Je kunt het op ver-schillende manieren worden maar er zijn ook verschillende manieren om het verslavingsprobleem hanteerbaar te maken. Vanaf pagina 10 t&m 13 een bizarre beleving van Johannes Olie, een bekende van de Redactie want hij heeft al in eerdere Nul-nummers gepubliceerd. Verderop een beknopte uitleg over de Cue-exposure therapie en de opening van het WoonTrainCentrum in Amsterdam Oost. Hoe de stand van zaken is met het Kennisnetwerk ‘Het Zwarte Gat’, zie voorgaande Nul-nummers, wordt u voorgehouden op pagina 21 t&m 23. Voor de liefhebbers is het artikel op pagina 18 en 19 smullen. Laten we eens in discussie gaan over bejegening en het cliëntperspectief en daarna ijsjes eten om af te koelen. Tot slot Johan op pagina 27 over het ‘zwaard van Damocles’. Misschien kunt u er iets van leren. (KCK)

02

Nul-nummer 12 oktober 2010

0-nummer is een cliëntgestuurd project van de Cliëntenraad ArkinDe cliëntenkrant is gemaakt voor en door (ex) cliënten van de Jellinek.

colofonRedactie & medewerkenden:Kees C. KeuchTeun BaaijensNiels HöfeltJos Oude BosBani da LimaAlie WeermanJohannes OlieTommie ThienpontGert de HaanGerrit KomrijHendrik Jan SlotboomJohan van Glabbeek

Pre-press en druk:Drukgoed & Paardekooper displayAmsterdam

Redactieadres:Redactie Nul-nummerp/a Cliëntenraad ArkinPostbus 758481070 AV AmsterdamE: [email protected]: www.jellinek.nl/clientenraad

Inhoud:2 Redactioneel3 ‘Was het wel gezellig?’4-5-6 Droogmalen in de Poldermoskee7 Gedachten8-9 Ervaringsdeskundigheid als levenskunst10-13 Zomaar een zomerdag14-15 Waarom ik een regenpak kocht16-17 Cue-exposure therapie18-19 Vandaag zijn ijsjes besteld20 Ingezonden en ‘Goodmorning’21-23 De gedachte geeft beweging aan de steen24-25 WoonTrainCentrum geopend26 Verbod op drugs kost miljarden27 ‘Verslagen’

Voor reacties en ingezonden brieven en voor toestemming voor het geheel of gedeeltelijk overnemen van berichten en/of artikelen uit het Nul-nummer kunt u contact opnemen met de redactie via ons e-mailadres.

Cliënten opgelet!

Vanaf 15 oktober krijgt u geen vloeibare methadon meer.

Wij verstrekken dan alleen nog maar methadon in pilvorm.

Vraag meer informatie aan de balie.

Zie pagina 26

Jellinek

Page 3: 0-nummer 12

-nummer 12

Was het wel gezellig?

‘Je bent laat’ zegt Ellen, mijn vrouw. Ik ben naar het sluit ingsfeest van 100 jaar Jell inek geweest, had ik je toch verteld. Daarna ben ik even bij de koffieshop langs geweest en buiten op een terras gezeten. Slechts een halve ki lo wodka, dus dat valt wel mee voor mijn doen. Mijn vrouw is een alcohol ervarings-deskundige, hoewel ze dat zelf niet beseft. Wijselijk praat ze hier niet over. Je zou toch verwachten dat het op zich opmerkelijk is want ik gebruik geen alcohol. Mijn stigma is het van de ‘niet drinkende alco-holist’, soms chronisch, soms niet chronisch. Was het wel gezellig? hoor ik vanuit de slaapkamer. Bloed-heet, teveel mensen, teveel gezich-ten. Teveel van alles. Iedereen wil met je praten maar een gesprek is niet mogelijk. Zo in een andere om-geving dan op hun werkplek herken ik mensen ook (bijna) niet. De Jell i-nek tandarts is bl ij dat zijn afdeling nog Jell inek heet. Eén van de wei-nige spaanders die weten dat je niet zomaar een naam hebt gekregen. En die verander je toch niet tenzij daar een luchtje aan zit. Waren je collega’s er ook? Ik hoor het al, zeker weer groots opgezet? Welke artiesten waren deze keer uitgenodigd? Teveel van alles maar potverdomme geen alcoholvrij bier. Dacht toch dit duidelijk te hebben doorgegeven. Je zat toch in de feestcommissie? Die

honderd jaar Jell inek Verslavingszorg werd gepast uitgeluid. Ze begrijpen niet dat er geen verschil is tussen ‘cure & care’ inzake verslavingsproblema-tiek. De naam Jell inek is opgeofferd. Als je me nog eens moet wegbrengen, bel dan Joke, maar het heet dan Men-trum verslavingszorg. Daar wil je toch niet naar toe, trouwens zover komt het niet. Natuurl ijk niet, hoewel ik er wel trek in heb. Er staat een schaaltje vla met fruit in de koeling, doe zelf even de muesli erbij en kom naar bed, de herhaling van ‘de Wereld draait door’ begint zo. Revolutie, het wordt toch te gek in deze verrotte misselijk makende samenleving. We blijven wel SP stem-men hoor. Je gaat toch niet kotsen? Kan niet kotsen dus hoef ook niet, kots nooit. Kijk, je zou het misschien niet verwachten maar die psychiatrie houdt wel van feesten. Hoe bedoel je? Nou dit heeft niet meer zoveel te maken met 100 jaar Jell inek. Ja uitluiden, de ver-slavingszorg voorbij. We noemen ge-woon alles Dubbel Diagnose. Ik ga sla-

pen. Wacht,ritueel van de nachtkus. Ik ga nog even in de tuin kijken of ik nog wat slakken kan elimineren. Struikel je niet. Denk je soms dat ik dronken ben? De oude psychiater professor Trimbos zei het jaren ge-leden al: “In deze woelige samenle-ving weet ik mijn patiënten niets

beter aan te raden dan een paar borrels per dag”. Jammer dat 10% alcoholist wordt.

(KCK 3-6-2010)

Foto

: Ke

es C

. Ke

uch

03

Page 4: 0-nummer 12

-nummer 12

door: Teun Baaijens

Geteisterd door gure wind en slagregens fi ets ik met mijn collega cliëntenraadslid en hoofd-redacteur van het 0-nummer naar de locatie waar Jellinek Preventie huist. Als aankomend leerling-journalist voel ik mij als kuifje, op stap met kapitein Haddock *, die al gerui-me tijd geleden de whiskyfl es overboord heeft gesmeten.

Ons doel is om een beetje inzicht te krijgen in de verslavingsproblematiek bijallochtonen en alles wat daarmee samenhangt. We gaan op bezoek bij Driss Kaamouchi, een zeer bevlogen medewerker van Jellinek Preven-tie voor een gesprek. Driss is één van deinitiatiefnemers met het opzetten van een net-werk van zorgconsulenten, mantelzorgers, vrij-willigers in Slotervaart om inzicht te krijgen in de verslavingsproblematiek bij allochtonen. Als vrijwilliger heb ik zelf een tweedaagse cursus tot Inter Cultureel Makelaar bij Driss gevolgd.

Driss is geboren en getogen in Marokko, op-gevoed door de vrouwen in zijn naaste omge-ving, daar zijn vader rond de zestiger jaren als gastarbeider naar Nederland was vertrokken. Naar school in Marokko, daarna studie in Lille (Frankrijk). Hij woont sinds 1990 met vrouw en drie kinderen in Nederland. Is afgestudeerd Maatschappelijk Werker waarna hij als jonge-renwerker (zijn passie) is gaan werken bij het Boddaert centrum* in Amsterdam. Thans al ruim twaalf jaar een zeer gewaardeerd medewerker werkzaam bij Jellinek Preventie.

De recorder en de koffi e op tafel, klaar voor het interview. Driss zit middenin de ramadan, dus mag alleen praten. Hij begint zijn betoog met hoe het onzichtbare probleem en vooral het taboe op het gebruik van genotsmiddelen bij allochtonen op te pakken.

Droogmalen in de Poldermoskee Imam* of behandelaar

Kun je aan de lezers uitleggen wat je met Inter cultureelmakelaar bedoelt?

Dit zijn de getrainde bruggenbouwers/vertrou-wenspersonen die cliënten toeleiden naar de intake bij de Jellinek maar niet op de stoel van de behandelaar gaat zitten. Zij zijn tussenperso-nen - gecertifi ceerd door de Jellinek - en houden contact met de cliënt tijdens het verloop van de behandeling. Het gaat natuurlijk ten eerste om de motivatie van de cliënt. De makelaar brengt de cliënt tot aan de voordeur en dan neem ik het proces over.

Zijn er cijfers bekend?

Hoeveel Marokkaanse jongeren verslaafd zijn aan alcohol, softdrugs en harddrugs is niet bekend. Bekend is wel dat drugs en verslavingsproblemen een zware wissel trekken op de Marokkaanse ge-meenschap. Een ruime meerderheid rookt canna-bis waarvan een aanzienlijk deel zelfs dagelijks. Het taboe wordt steeds kleiner.

Alcoholgebruik is tochverboden in de koran?

Voor Moslims zijn drugs, alcohol en gokken 'ha-ram', dat wil zeggen verboden. Er is tevens een groot onderscheid te maken tussen de erkenning van de problemen op verslavingsgebied tussen de Marokkaanse moslimgemeenschap en andere moslims. Echter, het is de keuze van het individu “hoe er mee om te gaan”. De Ramadan wordt vaak gebruikt door verslaafden om hun leven weer op de rails te krijgen. In die weken wordt er in de moskee veel thematische voorlichting gegeven en verwijst de imam zonodig naar mijn persoon om een juiste ingang te vinden en het probleem te erkennen.

04

Page 5: 0-nummer 12

-nummer 12

Driss Kaamouchi is preventie-medewerker van de Jellinek, Driss probeert binnen de Marokkaanse gemeenschap het onbespreek-bare bespreekbaar te maken. Hij wil het taboe doorbreken. Daarbij baseert hij zich op de Koran. In de Koran staat weliswaar dat drugs, alcohol en gokken "haram" is, maar dat iemand die is verleid door sata-nische middelen ook hulp mag inroepen. Marokkaanse ouders weten niets van drugs en verslaving en hebben meestal ook geen weet van de hulpverlening rond verslavings-problemen. Niet zelden wordt de zoon of dochter naar Marokko gestuurd om daar weer "beter" te worden. Kaamouchi wijst in zijn voorlichting niet alleen de Marok-kaanse ouders op hun verantwoordelijkheid, hij betrekt ook de imams en intercultureel makelaars bij de voorlichting over drugs en hulpverlening.

Weet men wel wat de lichamelijke gevolgen van overmatig alcoholgebruik kunnen zijn? Bij lichamelijke klachten komen ze veel te laat bij ons aankloppen en vooral de jeugdigegebruiker drinkt zonder over de gevolgen na te denken.

Wat is de rol van de Imam?

De Imam is een belangrijke schakel tussen de cliënt en mij. Wij hebben inmiddels een Imam (Geestelijk leider) in dienst bij de Jellinek/Arkin. Vooral bij bipolaire stoornissen is hun inzicht van het grootste belang. Tevens werkt Jellinek Preventie samen met een pool Imams die getraind en gecertifi ceerd zijn door ons. In Marokko loopt de hulpvraag lichtjaren achter, eerst komt de familie in beeld, dan de imam of een gebedsgenezer enz. Verslavingszorg is niet aanwezig.

Is het leeftijd gebonden? Een klein subgroepje kiest voor deexperimenteer en stoerheidfase en soms ge-volgd door de recreatieve fase. Leeftijd is niet gebonden, er zijn verschillende leeftijdscatego-rieën te onderscheiden, nm. 15 jarigen, 20 en

de dertigers.

Waarom is dattaboe zo groot?

Ouders zijn meer bezorgd over de eer en de status van het gezin dan over de drugsproblemen van hun kinderen. Verslaving bij de zoon of dochter wordt ontkend, uit angst voor roddel en achter-klap. “Mijn zoon is niet verslaafd maar ziek”. Als de eer toch geschonden wordt, volgt verstoting. Liever geen zoon dan een zoon over wie geroddeld wordt en voor wie de va-der zich moet schamen.

Driss met de Satanskoffer

Foto

: Ke

es C

. Ke

uch

05

Page 6: 0-nummer 12

-nummer 12

Foto

: Ke

es C

. Ke

uch

Is het niet ontzettend moeilijk deze cliënten binnen te krijgen?

Door de gaten die tussen intake en verdere vervolgbehandeling vallen neemt de motivatie zienderogen af en zijn wij vaak weer terug bij af. Die zie ik dus niet meer terug, tenzij zij op de crisisopvang worden opgenomen. De zorgver-zekeraars zoals Agis onderkennen het probleem en zullen hier veel aandacht aan besteden.

De rolverdeling?

Je moet het ongeveer zo zien, de man is het ministerie van buitenlandse zaken en de vrouw die van binnenlandse zaken. De Marokkaanse moeders spelen een belangrijke rol in dit ge-heel, de mannen zijn bijna geheel onzichtbaar (die zitten in de moskee of in het koffi ehuis). Onder het motto van zoals we in Marokko zeg-gen: “voor je vis eet, moet je eerst vis leren vangen”. Vooralsnog blijft het voor deze moe-ders aanmodderen.

Hoe nu verder?

Deze vrouwen kunnen mij 24 uur per dag op mijn mobiel bereiken en een beroep op mijn kennis en expertise doen. Ik begeleid ze in het proces om hun mannen te kunnen aanspreken zeker als hun relatie op het spel staat.

*Boddaert centrum: centrum voor naschoolse dagbehan-deling voor kinderen van 6 t/m 14 jaar met een complexe ontwikkeling en/of gedragstoornis.

*Imam: voorganger in het rituele gebed, hoofd van een Moskee.

Jelli

nek

jaar

vers

lag

1995

Project voor verslaafden met psychiatrische problemen

Mensen die te kampen hebben met chronische verslavingsproblemen én chronische psychiatrische problemen vallen heel snel tussen de wal en het schip van de verslavingszorg en de psychiatrische zorg. Niet uit slordigheid, maar omdat het zo moeilijk is deze cliënten binnenboord te houden. Eind 1994 ontstond door een subsidie uit hetZorgvernieuwingfonds de mogelijkheid met een speciaal project extra aandacht aan deze groep te geven.Voor dit project ‘klinisch casemanagement’ moesten behandelaars van binnen en buiten de Jellinek de handen ineen slaan. Verder was eenaanpassing nodig van de bestaande behandelingsmethoden in deverslavingszorg en de psychiatrie. Om meer voor deze groep verslaafden te kunnen betekenen, moesten gezamenlijke behandelplannen worden bedacht en uitgevoerd. Helaas ontbraken in 1995 de middelen om dit project te continueren. Voor 1996 is opnieuw subsidie aangevraagd.

Historie

* duizend bommen en granaten

06

Page 7: 0-nummer 12

-nummer 12

Scheidingswanden

Bani da Lima

Waar ontleent een zorginstelling of behandelafdeling zijn bestaansrecht aan? Aantal aanmeldingen, aantal opna-mes? Gehanteerde behandelmethodes, succes? Arkin-behandelaars hebben bijna dagelijks met deze vragen te maken. Ook de teamleden van het JellinekMinnesota behandelcentrum houden zich hiermee bezig.

Stakeholders, wetenschappers, collega’s en andere be-langhebbenden van buiten de eigen instelling kijken over de schouders van het JellinekMinnesota-team mee; en ook Arkin-collega’s volgen met een kritisch oog de gehan-teerde behandelmethodes, de resultaten en, uiteraard, ook het aantal aanmeldingen en de daaruit volgende instroom.Met gepaste trots kondigde het JellinekMinnesota team dan ook aan dat op de dag dat het behandelcentrum een jaar bestond – begin augustus 2010 – alle bedden van de klinische afdeling en alle stoelen van de dagbehandeling bezet waren. Een ware teamprestatie.

Toch is er dagelijks een zekere bezorgdheid als over de bezetting van alle behandel-plekken wordt gesproken. “Kunnen we de aanmeld- en intakeprocedures niet versoepelen of in elk geval gemakkelijker laten verlopen? Moeten we het oriënta-tiegesprek en de screening niet anders uitvoeren?” zijn regelmatig gehoorde vragen. De dagelijkse zorg voor wat betreft de bezetting houdt álle teamle-den bezig. Centrale vraag daarbij is: hoe vinden potentiële cliënten ons; ofwel: hoe weten ze van ons bestaan?

Een niet onbelangrijke rol daarbij speelt het communi-catieteam. Deze collega’s bedenken vragen die potenti-ele cliënten zouden kunnen stellen in een van de eerste inhoudelijke contacten met JellinekMinnesota, het zgn. telefonisch oriëntatiegesprek. Zij houden de overige leden van het team scherp door bijna dagelijks te contro-leren of een oriëntatiegesprek ook leidt tot een intake en behandeling.Een aantal van de vragen van het communicatieteam heeft als specifi ek doel het inzicht krijgen in de weg die iemand vóór aanmelding bewandelt. Kortom, hoe komt het dat iemand uiteindelijk juist bij JellinekMinnesota terechtkomt?

Vraag: “Hoe hebt u ons gevonden, en hoe hebt u zich bij ons aangemeld?”. Antwoord:”Via internet ben ik op uw website gekomen”. Vraag: “Hebt u heel specifi ek naar JellinekMinnesota gezocht?” Antwoord: “Ik zocht hulp vanwege mijn probleem. Ben toen naar mijn huisarts gegaan en die heeft me aangeraden om eens onder‘Jellinek’ te kijken en zo heb ik u gevonden. Wat u aan-biedt spreekt me wel aan”.

Of:Antwoord: “Via internet; ik ken de Jellinek al van een tijd geleden en vroeg me af of ik via de site van de Jellinek op een andere behandeling in Amsterdam zou komen. En zo kwam ik bij u terecht”. Vraag: “Wist u dat JellinekMin-nesota een van de afdelingen is van Arkin, en dat andere Jellinek-afdelingen daar ook onder vallen?” Antwoord: “Echt waar? Ik dacht dat ik alle behandelingen bij de Jel-linek al wel heb gehad?”.Of:Antwoord: “Ik heb op internet gezocht op “Minnesota-behandeling”, en u stond als eerste genoemd. Ik wil iets anders dan wat de reguliere verslavingszorg te bieden heeft.” Vraag:”Wist u dat wij onderdeel zijn Arkin, en daarvan de verslavingszorg? De Jellinek. Toch een regu-liere verslavingszorginstelling. Weliswaar een bijzondere behandelafdeling, JellinekMinnesota …’ Antwoord: “Wilt u me dan vertellen dat ook ú bij de Jellinek werkt?”Dit zijn slechts drie voorbeelden uit de dagelijkse prak-tijk. Opvallend is de vanzelfsprekende bekendheid van en met de Jellinek. Gratis reclame, geen dure marke-tingstrategieën, een schijnbaar open deur. De begrippen ‘verslavingszorg’ en ‘de Jellinek’ (b)lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ook voor de JellinekMinnesota-cli-

ënten, die voor driekwart van buiten Amsterdam komen.Jellinek staat voor verslavingszorg. Curatief, chronisch, justitieel … Het zijn scheidingswan-

den die voor intern gebruik mogelijk nodig zijn, maar voor de potentiële cliënt niet interessant. Zo lijkt het, althans, in de praktijk.

Het belangrijkste is deze naamsbekend-heid te koppelen aan een goede reputatie.

Voor een goede reputatie is het nodig om kwaliteit te bieden. Het voortdurend ontwikkelen van zorg en het bewaken van de kwaliteit ervan.

De JellinekMinnesota-teamleden, die zich gesterkt voelen door de inbedding in het totale Arkin-aanbod, zijn zich bewust van de noodzaak van die kwaliteit van zorg. Zij hanteren daarbij de belangrijkste uitgangspun-ten van de behandeling, t.w. eerlijkheid, openheid en bereid(willig)heid.Eerlijk over de uitgangspunten van de behandeling: ver-slaving is een chronische ziekte die zich o.a. kenmerkt door isolement; het creëren van verbondenheid staat centraal in de behandeling.Open over wat wel of wat niet aan behandeling wordt ge-boden: nazorg wordt niet geboden; actieve deelname aan zelfhulpgroepen is essentieel; de cliënt is verantwoorde-lijk voor zijn herstel.Bereid om iemand te verwijzen: als de door ons geboden behandeling niet bij uw hulpvraag past, zijn er andere afdelingen waar u terecht kunt; als u wilt, helpen wij u in uw verder zoektocht naar passende hulp.

Uiteindelijk gaat het erom dat een cliënt zich gehoord en geholpen weet; dat hij zich niet in de steek gelaten voelt; dat wij als hulpverleners hem helpen de chaos die door verslaving is ontstaan te ontwarren; dat wij hem hoop geven door een oplossing voor zijn probleem te bieden.

07

Page 8: 0-nummer 12

-nummer 12

‘Ik voelde me onoverwinnelijk en onsterfelijk door die speed en coke, totdat mijn darmen het opeens niet meer deden, en ik besefte dat mijn lichaam er ook mee op kan houden, ik heb moeten accepteren dat ik sterfelijk ben’

‘Het leven was één groot feest, ik wilde vrijheid, en geen enkele beperking totdat ik constateerde dat ik er eigenlijk niets van gemaakt had en helemaal vast zat. Ik moest accepteren dat ik door die middelen juist beperkt was en pas toen – toen ik dat onder ogen zag en een in mijn ogen saai en suf leven aan durfde gaan - ontstond er stap voor stap meer vrij-heid’

‘De drank loste mijn gevoel van eenzaamheid op, een perfect middel wat dat betreft, maar uitein-delijk was ik eenzamer dan ooit. De drank zorgde voor een schijnverbondenheid, ik heb besloten te stoppen en me een jaar helemaal teruggetrokken, ik moest het alleen doen, en pas toen, vanuit de eenzaamheid, ontwikkelden er zich geleidelijk aan nieuwe, echte contacten.’

Verslaving kun je op verschillende manieren bekij-ken. Je kunt het zien als een hersenstoornis, als een vorm van geleerd gedrag, als een ingeslepen (ongezonde) leefstijl. In de verslavingszorg wordt verslaving vooral gezien als een hersen- en gedrags-probleem dat je met cognitieve gedragstherapie en leefstijltrainingen kunt aanpakken , eventueel ondersteund met medicatie en motiverende ge-spreksvoering.

Een andere – nog minder uitgewerkte – benadering is om verslaving te zien als iets waarbij je gecon-fronteerd wordt met zogenaamde ‘existentiële dilemma’s’ (zie pagina 10), algemeen menselijke levensvragen, die bij een verslaving een bijzondere en indringende kleur krijgen. Vanuit deze optiek zijn ‘ervaringsdeskundigen’ mensen die met pijn en moeite een nieuwe balans hebben weten te creëren binnen deze bestaansdilemma’s. Zij kunnen gezien worden als gespecialiseerde ‘levenskunstenaars’

Op Hogeschool Windesheim in Zwolle ben ik samen met (ex-gebruikers) verslaafde studenten en ex-

verslaafde hulpverleners bezig met het uitwerken van een ‘existentiële benadering van verslaving’, die dicht bij de beleving lijkt aan te sluiten en deze op een kernachtige en motiverende manier aan de hand van een aantal dilemma’s lijkt te kunnen ordenen.

Een existentiële benadering van verslaving wordt in met name Scandinavische landen al langer onder-zocht. De benadering sluit aan bij de existentiële psychologie zoals ontwikkeld door Irvin Yalom, die stoornissen en problemen zag, als het uit de weg gaan van bestaansgegevens (oftewel ‘facts of life’), zaken waar iedereen mee te maken krijgt, maar waar de één constructiever mee om kan gaan dan de ander. Mensen zijn bijvoorbeeld sterfelijk, en – in tegenstelling tot dieren- zijn we ons hiervan bewust. We kunnen kiezen uit mogelijkheden (ook al zijn die misschien beperkt vanwege een lastige hersen-chemie), maar als we kiezen beperken we ons ook weer: kiezen is ook verliezen. We moeten zelf iets van ons levenmaken, iemandanders kan dat niet. We zijn uniek , we vallen met niemand samen, we zijn‘existentieel een-zaam’. De ‘facts of life’ kunnen angst inboezemen en schijnbaar tijdelijk) ‘opgelost ’worden met mid-delen. Uiteindelijk slaan deze ‘facts’ keihard terug en ontkom je niet aan je sterfelijkheid, beperktheid, verant-woordelijkheid en eenzaamheid. Het accepteren van deze ‘facts of life’ zal uiteindelijk leiden tot een betere kwaliteit van leven, en geeft ruimte om

Ervaringsdeskundigheid als ‘levenskunst’ op het gebied van existentiële dilemma’s. Door Alie Weerman, Hogeschool Windesheim

Foto

: Ke

es C

. Ke

uch

08

Page 9: 0-nummer 12

-nummer 12

betekenis en orde aan te brengen, zo veronderstelt deze existentiële benadering.

In mijn onderzoek onderscheid ik zeven existentiële dilemma’s waarin elk mens – bewust of onbewust – een evenwicht in moet aanbrengen, wil hij of zij kunnen (over)leven. Bij een verslaving zijn (sommige van) deze dilemma’s uit balans, de eigenschap-pen van het middel zorgen ervoor dat er langdurig sprake kan zijn van een extreem uit balans zijn: middelen kunnen je een onecht gevoel geven van onsterfelijkheid, kracht, verbondenheid of vrijheid, waardoor je je lange tijd niet van de andere kant van de medaille bewust bent. Het middel ‘lost’ het dilemma schijnbaar op, maar komt als een boeme-rang steeds harder terug, totdat je het onder ogen ziet en er een ‘knop’ in omdraait. In mijn onderzoek richt ik mij op de volgende thema’s, die bij een ver-slaving meestal verdoezeld en uit balans zijn.

1. Leven – Dood (het kunnen leven met besef van eindigheid en sterfelijkheid; levens- of doodsangst kan door het middel schijnbaar ‘opgelost’ worden)

2. Vrijheid – Beperktheid(absolute vrijheid bestaat niet, je kiest altijd, en als je kiest, verlies je ook iets. Gebruik van middelen kunnen een manier zijn om dit dilemma uit de weg te gaan)

3. Verantwoordelijkheid – Schuld (elk mens is ver-

antwoordelijk voor zijn eigen leven en is schuldig als hij dat uit de weg gaat) -verantwoordelijkheid nemen (‘dit is mijn leven’) maakt je ‘schuld’ kleiner.

4. Eenzaamheid- verbondenheid (duurzame ver-bondenheid is meestal pas leefbaar als existentiële eenzaamheid aanvaard wordt)

5. Schaamte – Trots (schaamte vanwege bijv. een verslaving, leidt ertoe dat men er moeilijk kan ‘zijn’ en moeilijk keuzes kan maken; het gaat bij herstel om een evenwicht tussen schaamte en trots (bijv. dat zaken weer lukken). Door schaamte worden de verschillende dilemma’s vaak niet aangegaan, om-dat schaamte ertoe leidt dat je jezelf ‘weg’ maakt, ook te veel ‘trots’ leidt ertoe dat je niet verandert: je stagneert dan in zelfgenoegzaamheid, wat juist weer kwetsbaar maakt.)

6. Zinloosheid – zinvolheid (accepteren dat je zelf betekenis aan het leven moet geven, bovenstaande thema’s onder ogen kunnen zien en er wat mee doen)

7. Orde – chaos (Leven en keuzes maken betekent ook een bepaalde vorm van orde aanbrengen. Orde kan verstikkend zijn, maar chaos ook.)

In de ‘motiverende gespreksvoering’ zouden deze thema’s wellicht wat explicieter kunnen mee resoneren.

In dit stukje kan ik niet uitgebreid op de verschil-lende dilemma’s in gaan en hoe deze naar voren kwamen in de interviews en verhalen van mijn onderzoeksgroep. In modules ‘verslavingservarings-deskundigheid’ die ik op Windesheim draai, blijken de thema’s zeer goed aan te slaan bij studenten en hulpverleners en helpt het om hun herstelproces te ordenen. Het opnieuw kiezen voor bijv. het leven (met besef van eindigheid), voor verantwoordelijk-heid, voor beperktheid, het aanvaarden van exis-tentiële eenzaamheid, het actief aanbrengen van betekenis, en het overwinnen van schaamte, is een manier van kijken naar herstel van verslaving die volgens betrokkenen de kern van het herstelproces goed beschrijft.

Ik verwacht dat de motivatie om duurzaam te stop-pen met gebruik, geworteld is in het maken van keuzes rondom deze thema’s. In de ‘motiverende gespreksvoering’ zouden deze thema’s wellicht wat explicieter kunnen mee resoneren. Voor vragen of informatie kun je terecht bij: Alie Weerman ([email protected])

09

Page 10: 0-nummer 12

-nummer 12

Laat, te laat in de ochtend word ik wakker en de nieuwe zaterdag valt als een warme deken over mij heen: buiten is het zeker 28 graden en ik zet deuren en ramen open om een beetje koelte binnen te krijgen. Dat gaat denk ik niet lukken, er staat geen zuchtje wind.

Ik ga in de bank zitten en bij gebrek aan koffi e neem ik een groot glas water. Het is dagen gele-den dat ik voor het laatst heb gegeten en door gebrek aan geld is er ook geen wijn meer. Ook dat duurt al dagen en dat knaagt erger aan mij dan het niet hebben van eten. Ik vraag mij af hoe het verder moet, zo zonder drank. Ik trans-pireer ook heftig en vraag mij af of het van de warmte komt. Ik kijk naar mijn trillende handen en besef dat het ook wel eens iets anders zou kunnen zijn.

ZOMAAR EEN ZOMERDAGJohannes Olie

Beneden mij hoor ik geanimeerd gekakel. Mijn buurman, een alleenstaande jongen van een jaar of 30 uit Joegoslavië of zo, heeft kennelijk bezoek van een vrouw. Nou ja, het is weekend en mooi weer dus dat is prima. Omdat er verder geen activiteiten op het programma staan begin ik wat te lezen in een boek, waar ik de vorige dag aan ben begonnen.

Dan trekt de situatie beneden mijn aandacht. Uit de geluiden maak ik op dat mijn buurjongen en zijn bezoek bezig gaan in een heftig, emoti-oneel liefdesspel. Omdat alle ramen en deuren openstaan geniet ik ongewild mee. Na verloop van tijd merk ik dat het niet ophoudt…… het gaat maar door en ik begin de indruk te krijgen dat de vrouw die op bezoek is het niet langer prettig vindt.

existentialismeDe term ‘existentialisme’ komt van het woord ‘to exist’ dat ‘bestaan’ betekent. Het exis-tentialisme is een 20e-eeuwse fi losofi sche en literaire stroming die individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en subjectiviteit voor-opstelt. Het existentialisme beschouwt iedere persoon als een uniek wezen, dat altijd, in elke omstandigheid (ook al zijn die nog zo proble-matisch) keuzes kan maken. De uitdaging voor ieder individueel mens is, om zijn vrijheid te gebruiken om een eigen vorm van leven op te bouwen en zijn bestaan zodoende zin te geven. Het existentialisme zou je kunnen uitleggen aan de hand van de theorie van Jean-Paul Sartre : "l'existence précède l'essence". Existentie (het bestaan) gaat vooraf aan essentie (zin van zijn). Mensen ‘zijn’ er, ze bestaan en je kunt daar op veel verschillende manieren ‘zin’ aan geven. Dat je bestaat en hier zelf iets van moet zien te maken, kan angstwekkend zijn. Niemand kan jouw keuze overnemen, dat moet je zelf doen. Alleen mensen zijn zich bewust van dit ‘zijn’ en

kunnen hierover na denken en bang zijn om te leven. Mensen kunnen ook bang zijn voor ‘niet-zijn’. Mensen zijn zich ervan bewust dat ze bestaan, en dat dat ook een keer ophoudt. Dat ze kunnen kiezen en dat niemand die verant-woordelijkheid van je over kan nemen. Hierover hebben existentialistische fi losofen en schrijvers (Sartre, Camus) indringende teksten en romans geschreven. Existentialistische fi losofen schrij-ven hun ideeën vaak in de vorm van verhalen en toneelstukken die de menselijke levensvra-gen op een indringende manier verbeelden. Op het gebied van de psychotherapie heeft Irvin Yalom hierop voortgebouwd. Yalom schrijft ook romans, zoals De Schopenhauer Kuur en Nietz-sches Tranen. Zijn nieuwste boek heeft als titel Tegen de zon in kijken en gaat over doodsangst en hoe je die kunt overwinnen. In Nederland schreef Maarten van Buuren twee jaar geleden het boek Kikker gaat fi etsen waarin hij zijn eigen depressie vanuit een existentialistisch perspectief bekijkt. Hij ziet zijn depressie weerspiegelt in teksten van Sartre.

Vervolg pagina 9

10

Page 11: 0-nummer 12

-nummer 12

Ik hoor dat er woorden zijn: “stop dan toch, stop nou toch……”. Buurman gaat echter door en uit de gesprekken en geluiden maak ik op dat hij over de vrouw urineert en haar slaat. Zij gilt het uit…

Langer dan twee uur luister ik onwillekeurig naar de gebeurtenissen beneden. Het lijkt niet te minderen, de buurman gaat onverdroten door met zijn liefdesspel, maar meer dan overduide-lijk nu ernstig tegen de zin van de vrouw.

Voor het eerst komt het in mij op de politie te bellen, want hier gebeurt toch iets ernstigs, een misdrijf, een verkrachting en straks is het te laat en gaat het fout. Allerlei gedachten schie-ten tegelijk door mijn hoofd.

Uit de fl arden van gesprekken maak ik op dat de buurjongen bij de vrouw in dienst is. Zij heeft kennelijk een bedrijf en verder blijkt uit de-zelfde fl arden dat haar man uiteraard van niets weet. Er wordt uitgebreid gesproken hoe het gebeurde geheim te houden voor debuitenwereld.

Even later gaat het spel weer door waar het even daarvoor was geëindigd, echter nu nog heviger en – kennelijk – gewelddadiger dan hier-voor al werd beschreven.

Ik maak mij nu ernstig zorgen en besluit de politie te bellen. Hoewel ik geen beltegoed heb, blijkt dat ik toch de alarmcentrale kan bel-len en krijg een centralist aan de lijn van 112. Nadat ik hem heb uitgelegd wat er aan de hand is belooft hij zo spoedig mogelijk mensen langs te sturen.

Even later hoor ik actie in de tuin beneden mij: een paar agenten spoeden zich naar de openstaande tuindeur van mijn buurjongen en ik hoor hen met het koppeltje praten. Wat er wordt gezegd kan ik niet verstaan.

De agenten gedragen zich achterdochtig en ik vind het maar vreemd dat ze kennelijk aan mijn verhaal twijfelen. Even later staan ze op en ver-trekken.

Ik loop naar de slaapkamer en probeer een uurtje te gaan slapen. Tegelijk hoor ik beneden de buurjongen en de vrouw tegen elkaar te keer gaan. Ik hoor letterlijk: “Je moet er wat aan doen, hij heeft ons gehoord….”. Ik probeer mijn oren te spitsen en te begrijpen wat er wordt gezegd.

Omdat ik moet plassen sta ik op en loop naar het toilet. Even later hoor ik de vrouw tegen de buurjongen zeggen: “Hij is thuis, hij heeft ons gehoord, je moet er iets aan doen. Dit mag niet uitkomen…..”. Kennelijk hebben zij mij horen lopen over de gang.

De angst slaat mij om het hart. Het is duide-lijk niet de bedoeling dat ik hoorde wat er zich beneden heeft afgespeeld. Bovendien is het hen duidelijk dat ik degene ben geweest die de poli-tie op hen heeft afgestuurd. Dan: “Je moet wat mensen bellen en er een einde aan maken….” en andere, soortgelijke uitspraken.

Het is mij volkomen helder wat er aan het gebeuren is. De vrouw tracht mijn buurjongen ertoe te bewegen mij het zwijgen op te leggen en te voorkomen dat het gebeurde uitkomt. Ze heeft duidelijk angst voor haar echtgenoot.

Foto

: Ke

es C

. Ke

uch

11

Page 12: 0-nummer 12

-nummer 12

Ik word nu echt bang en besluit mijn huis uit te gaan. Gelukkig kan ik nog naar café Linnaeus waar een vriendinnetje van mij werkt en ik nog wel even kan poffen, want geld heb ik niet meer. Geruisloos sluip ik de deur uit, zie nie-mand en loop naar de Linnaeusstraat.

Na een borrel of vijf en de mededeling van bar-keeper Piet – mijn vriendinnetje heeft een vrije dag – dat ik niet meer krijg zonder te betalen, loop ik weer naar huis.

Ik kruip in bed en probeer een uurtje te slapen. Beneden is het nu stil en ik begin te denken dat het orakel over is.

Na enige tijd word ik wakker. Ik loop terug naar de woonkamer. Inmiddels is het donker gewor-den, de avond is gevallen.

Ik hoor echter opnieuw gepraat beneden mij. Mijn buurjongen is druk aan het telefoneren en belt met vrienden. Ik hoor dat hij uitlegt wat er die dag is gebeurt en vraagt zijn vrienden naar hem toe te komen. Ik hoor ook dat hij hen instructies geeft waar ik precies woon en hoe ik eruit zie. Ook hoor ik hem zeggen: “Eén schot door het raam en het is over….”.

Ik word bang. Ik zie bewegingen in de tuin en zie allerlei rare fi guren achter de schutting duiken en op het muurtje bij de gracht zitten. Ik meen ook zo’n rode laserstraal te zien, zoals je die in fi lms op de televisie op geweren ziet zitten: een infrarood vizier!

Ik bel weer met de politie en leg uit wat er die middag is voorgevallen, wat ik heb gehoord en wat ik nu zie in de tuin. De politie belooft actie en ik meen even later een arrestatieteam in de tuin bezig te zien.

Agenten rennen met getrokken wapens heen en weer. In die tussentijd hoor ik op de radio (vanuit de schoorsteen, kennelijk van de buren, want ik bezit geen radio) wat er gebeurt: het nieuws van AT5 heeft de zaak opgepakt en weet te melden dat, in verband met mijn zaak, al meer dan twaalf aanhoudingen zijn verricht in de straten rondom mijn tuin. Ik hoor duidelijk politiebusjes af en aan rijden.

Intussen sissen de agenten mij instructies toe: “Weg bij dat raam, als ik fl uit moet je dui-ken…..”. Ik hoor vele malen fl uiten achter elkaar en kruip door de woonkamer, tot mijn knieën stuk zijn van het ruwe tapijt.Ik ben nu echt in paniek en weet niet meer waar ik mij moet verstoppen, ik zie overal aan de overkant, op het dak en in de tuinen mensen met geweren die op mij worden gericht. Ik hoor ook dat iemand tracht tegen de muren op te klimmen naar mijn keukenraam aan de achter-kant.

Weer bel ik met de politie, al zeker voor de tiende keer. Ik vind het vreemd dat de centralist steeds tegen mij zegt: “Gaat U nu maar rustig slapen, meneer, het komt wel goed”. Daar ben ik echter helemaal niet gerust op. Weer bel ik op en de agent zegt: “Doe de keu-kendeur maar dicht, dan hoor en zie je het niet”. Dat doe ik dus maar.

Weer zit ik in de kamer en besluit naar bed te gaan. Intussen hoor ik dat er beneden aan de voordeur wordt gerommeld. Ik sta inmiddels doodsangsten uit. Ik kijk naar beneden in het trapgat, richting voordeur, en zie dat een pis-tool door de brievenbus in mijn richting wijst.

Ik ben nu doornat van het zweet en doodsbang. Ik bel weer naar de alarmcentrale en vraag hen langs te komen en mij weg te halen daar.

Even later wordt er aangebeld en staan er twee agentes onder aan de trap. Ik pak snel een jack en spring achter in de politie-Golf. Zij rijden weg richting Bureau Linnaeusstraat.

Ik ben veilig.

12

Page 13: 0-nummer 12

-nummer 12

Onderweg vragen ze mij of ik dit al eerder heb meegemaakt. Nadat ik hen heb verteld dat ik bijna 18 jaar een collega van hen ben geweest, vragen ze of het gebeurde mij misschien herin-nert aan iets wat ik heb meegemaakt in mijn politietijd. Ik heb daar geen duidelijk antwoord op. Ze vragen mij vervolgens wat ik vroeger zoal meegemaakte en ik weet nog wat ik ant-woordde: “Dezelfde shit als jullie nu……”.

Na aankomst op het politiebureau wordt ik in een ophoudverblijf geplaatst en wordt mij verteld dat er een dokter onderweg is voor mij. Ik begrijp het niet helemaal en kan niet anders dan het af te wachten.

Ik ga op de harde houten bank liggen en hoor in die tussentijd mensen mijn zaak bespreken. Het geluid komt door luidsprekers in het plafond van mijn verblijf, hoewel dat toch gewoon ventila-tieroosters lijken te zijn.

Ik hoor allerlei bekenden uit mijn verleden over mij praten, als ware het dat hen wordt gevraagd van mij een karakterschets te geven. Alle verhalen zijn waar, maar gedateerd, uit een ver verleden.

Dan verschijnen er twee mannen in mijn tijde-lijk verblijf. Zij stellen zich voor en ik herken er een: dokter Fassaert van de GG en GD, die ik nog ken uit mijn recherchetijd, hij fungeerde toen vaak als schouwarts als ik weer eens een zaak met een dood lijk had.

Ze horen mijn verhaal aan, ik vertel dit nu al voor de zoveelste maal. Nadat zij mij rustig hebben laten uitpraten tot het einde beloven zij mij later terug te komen: ze verlaten even het verblijf voor nader overleg.

Na ongeveer een uur – het lijkt wel een dag – keren de dokter en zijn assistent terug. Ik ben stomverbaasd als de dokter zegt: “Me-neer Olie, als ik U nu vertel dat er vanavond helemaal niets is gebeurd bij U in de straat, kunt U dat dan geloven?

Dan vertelt hij mij wat er echt aan de hand is.

Ik beleef een zeer ernstig delirium als gevolg van alcohol ontwennings verschijnselen en er

is hoegenaamd NIETS gebeurd die dag: noch bij mijn buurjongen en zijn vermeende vriendin, noch met schietgrage vrienden van mijn buur-jongen in de tuinen, noch op de radio en er is al zeker geen arrestatieteam op de been geweest.

Ik kan het niet geloven, maar doe dat toch maar. De dokter geeft mij vervolgens een grote oranje pil en vertelt mij dat ik door een ambu-lance naar de Jellinekkliniek zal worden over-gebracht voor behandeling. Hetgeen even later ook gebeurt. Hoewel ik op eigen benen naar de ambulance loop en plaatsneem op de brancard achterin, wordt ik voor de zekerheid toch vast-gesnoerd met leren riemen: “Voor mijn eigen veiligheid…” zegt de broeder.

In de kliniek wordt ik opgenomen op de IC-afdeling en krijg Haldol* toegediend: ik weet tot zeker drie dagen daarna niet meer wat er is gebeurd met mij, pas later keren de herinnerin-gen terug.

Zomaar een zomerdag van een alcoholist, toch……?

Johannes Olie, Amsterdam, mei 2010.

* Haldol: De werkzame stof in Haldol is haloperidol.Haloperidol behoort tot de groep klassieke antipsychotica. Het vermindert in de hersenen onder andere het effect van de na-tuurlijk voorkomende stof dopamine. Hierdoor nemen psycho-sen, hevige onrust, misselijkheid en bepaalde spiertrekkingen af. Artsen schrijven het voor bij psychose, manie, onrust, schi-zofrenie, depressie, alcoholontwenning, dementie, misselijkheid en braken, hik, tics, dwangstoornissen en pijn.

Foto

: Ke

es C

. Ke

uch

13

Page 14: 0-nummer 12

-nummer 12

Een paar jaar geleden was ik op weg naar de Jellinek psycholoog. Zoals altijd te laat van huis vertrokken, dacht misschien wordt het wel droog. En inderdaad, op een gegeven moment droog, inpakken en wegwezen. Gelukkig bezit ik een snelle fi ets, geen racefi ets maar goed. De combinatie van een goede drijfas tussen de pedalen en mijn kwaliteit van snel trappen bewerkstelligt dat ik een hoog tempo bereik. Bij de Wibautstraat scheur ik het viaduct onderdoor regelrecht een hoosbui in. Welkom in Amsterdam Oost. Verdomme, kom ik toch nog nat aan, iets waar ik een hekel aan heb. Geen tijd meer om even te schuilen want ben reeds over tijd. Jagen tegen de wind in. Waarom doe ik dit? Het is wel aardig om een uurtje te gaan babbelen en ook wel nuttig maar wat een opoffering hiervoor. Aan de andere kant heb ik hem deze keer wel iets te vertellen. Harde wind en slagregen schuin van voren striemt in men gezicht. Ben de weg kwijt voor zover ik nog iets van een weg kan waar-nemen. Een gordijn van waterne-vel maakt het zicht onzichtbaar, alsof de ruitenwissers het niet kunnen bijbenen.

De psycholoog was destijds ge-huisvest in de tijdelijke depen-dance van de Jellinekkliniek op de Lohuizenlaan, uithoek Amster-dam Oost. Dacht dat het dicht bij een parkje was en dit leek erop(zie foto). Full speed scheur ik richting onderdoorgang welke in het blikveld te ontwaren is. Mooi er onderdoor naar beneden, gaat hard, pas op niet te hard, wat is dit? Schrikken! Zeer ernstig! Gooi het stuur naar links, geraak in een slip en op pakweg 10 cm of het achterwiel was er overheen gegaan. Ongelofelijk dit schiet er door men hoofd, dit had dus men dood kunnen betekenen of

De reden waarom ik een regenpak kochteen dwarslaesie en voor de rest van je leven in een rolstoel. Ben nuchter maar al zou je wel beschonken zijn geweest, deze afgrond is bizar onverantwoordelijk. De bezwaarschriften aan de verantwoordelijk wethouder zie ik al voor me ‘welke gek heeft de kans gekregen dit te ontwerpen en uit te voeren?’ Wat blijkt: er is namelijk geheel geen glooiende afrit maar een trap! Probeer het je voor te stellen: rechtdoor

Foto

: Ke

es C

. Ke

uch

14

Page 15: 0-nummer 12

-nummer 12

met deze snelheid zou betekenen meters in het ledige, je kunt trappen wat je wilt, geen grond meer onder de wielen. En dan neerstorten. On-danks dat dit allemaal door men kop schiet race ik door terwijl ik nu dus overduidelijk de weg kwijt ben. Niemand in dit weer op straat die ik de weg kan vragen. Nat tot op het bot, dit zat niet in de planning! Letterlijk als een verzopen kat meld ik me bij

de altijd aardige receptioniste met demededeling dat ik een half uur geleden een afspraak zou hebben met de psycholoog. Als het goed is moet ie nu nog een half uurtje over hebben. Maar eerst papieren handdoekjes uit het toilet om in ieder geval men haar te drogen. Psycholoog komt me ophalen en zegt: ‘tja, dat is even wennen nu hier op deze locatie’. Wil je eerst koffi e of liever nog een handdoekje?

Allebei natuurlijk!

‘Hoe is de stand van zaken, heb je al een uitslag’? Een paar da-gen terug, rond deze tijd zat ik ook op de fi ets, alleen was het fantastisch mooi weer. Aardige man die uroloog, heeft respect voor men probleem, dat denk ik tenminste wel want zo komt hij op mij over. Hij neemt er in ieder geval de tijd voor en geeft me alle gelegenheid tot vragen stellen. Vanaf het eerste gesprek heb ik een recordertje mee laten lopen en dus alles geregistreerd. Deze gesprekken heb ik woor-delijk uitgewerkt. De arts krijgt hier een print van en zegt het plezierig te vinden omdat hij zo kan zien of ik het wel enigszins begrijp en hoe mijn reacties zijn. En ook voor zichzelf zodat hij kan lezen wat ie eigenlijk gezegd heeft. Grappig hè. Tien dagen geleden zijn er biopten* genomen van men prostaat. Dit wordt on-der de microscoop bekeken door de anatoompatholoog die dan het oordeel velt. ‘Aan de rechterkant als ook aan de linkerkant is eh..’ Kanker, zeg ik. Ernstig? Ja. Kan-ker is altijd ernstig.

(KCK 2004/10)

*biopsie: microscopisch onderzoek van stukjes levend weefsel

15

Page 16: 0-nummer 12

-nummer 12

Het zien van een stuk aluminiumfolie kan soms al voldoende zijn om bij ex- drugs-gebruikers een heftige fysieke reactie op te roepen. De foto op de voorpagina kan dan ook voor sommigen trek opwekkend zijn. Zo zijn er voor de verschillende soorten lekkernij zogenoemde uitlokkers of voorspellers die het ‘gebruikers’moeilijk kan maken. De cues zijn de voorspellers. Uitlokkers bijvoorbeeld van eten zijn de producten die de super-markten in de schappen hebben liggen en de (warme) broodjes bij de bakker. Die ‘cues’, dus voedselproducten-cues, zijn heel erg bekend. In eerste instantie zijn deze ook de belangrijkste. Daarna komen er andere ‘cues’, zoals je rot voelen, ruzie gehad hebben, boos zijn. Dit kan leiden tot een eetbui. Of zoals voor een alcoholist (wat een rot woord) die in de supermarkt de flessen wijn hoort roe-pen terwijl die alleen daar is om kaas te kopen.

ue reactiviteit verwijst naar de lichamelijke en subjectievereacties die verslaafdenvertonen op het moment dat zij

in aanraking komen met cues die geas-socieerd zijn met gebruik. Cues worden hier gedefinieerd als (een constellatie* van) stimuli die, in dit geval, samengaan met het gebruik van alcohol, alsmede specifiek aan de alcoholinname gerela-teerde attributen, contexten, emoties en bepaalde verwachtingen of cognities. Alcoholisten vertonen sterke autonome reactiviteit (veranderingen in hartslag, temperatuur, huidgeleiding, speekselpro-ductie en bloeddruk) op het moment dat zij worden blootgesteld aan dergelijke cues, en parallel aan de autonomereactiviteit rapporteren ze een intense drang om te drinken.

GeschiedenisNa 1945 zijn er in het denken over ‘ver-slaving’ meerdere concepten de revue gepasseerd. In de periode 1940-1960

Cue-exposure t h e r a p i e

krijgt het door Dr. Jellinek gepropa-geerde ziektemodel voor verslaving steeds meer aanhang. Volgens dit model bestaan er fundamentele biologische en psychische verschillen tussen verslaaf-den en niet-verslaafden, waardoor de eersten niet in staat zijn om alcohol en andere drugs met mate te gebruiken. Debelangrijkste kenmerken van de ziekte verslaving zijn het ongecontroleerde gebruik en de ontstane lichamelijke afhankelijkheid (tolerantie en onthou-dingsverschijnselen). De belangrijkste implicatie van dit model is dat gematigd gebruik door niet-verslaafden heel goedmogelijk is, terwijl voor (latent) ver-slaafden volledige abstinentie het enige alternatief is. In de periode 1960-1970 ontstaat er binnen de psychologie be-langstelling voor verslaving als een vorm van onaangepast geleerd gedrag dat met behulp van gedragstherapeutische inter-venties ook weer afgeleerd moet kunnen worden; het leertheoretisch model. Een belangrijke interventie die daarbij is uitgeprobeerd is cue-exposure thera-pie, waarbij patiënten herhaaldelijk aan een druggerelateerde stimulus wordenblootgesteld zonder dat ze de drug kun-nen gebruiken in de hoop dat dit zal leiden tot geleidelijke uitdoving van de hunkering naar de verslavende stof en dus tot preventie van terugval ingebruik.

C

Foto

: Ke

es C

. Ke

uch

16

Page 17: 0-nummer 12

-nummer 12

de cirkels van Van Dijk.

Deze ontwikkelingen vormden in dezeventiger jaren de basis voor hetbiopsychosociale ontwikkelingsmodel. Volgens dit model bestaan er slechts relatieve verschillen tussen verslaafden en niet-verslaafden en zijn er vloeiende overgangen tussen gebruik, overmatig gebruik, misbruik, schadelijk gebruik en verslaving. Verslaving wordt in dit model gezien als het resultaat van de continue interactie tussen aangeborenkwetsbaarheid (biologisch), persoonlijke ontwikkeling (psychologisch) enomstandigheden (sociaal).

Vanaf 1990 lijken de medisch-biologische aspecten binnen het biopsychosociale model steeds dominanter te worden en spreekt men steeds vaker over verslaving als hersenziekte. Binnen dithersenziektemodel vormt een aangebo-ren kwetsbaarheid de onmisbare basis voor herhaald gebruik van psychoactieve middelen, terwijl het herhaalde ge-bruik van deze middelen op zijn beurt leidt tot belangrijke, moeilijk terug te draaien, veranderingen in het brein. Deze laatste veranderingen zijn volgens dit model verantwoordelijk voor het ontstaan van de hunkering (craving) die de kern vormt van het ongecontroleerde gebruik en de terugval in gebruik na een periode van abstinentie.

ue-exposure behandeling is gebaseerd op contraconditionering, die succes-vol is gebleken bij de behandeling van

angstklachten en (in mindere mate) eet-stoornissen en stelt de patiënt langdurig en regelmatig bloot aan de betreffende cues teneinde de geconditioneerde reactie te doen uitdoven. Deze methodiek is om-streden omdat ze in het geval van heroïne-afhankelijkheid contraproductief lijkt te zijn (promotieonderzoek Marissen, 2005). Patiënten met angst- en dwangstoornissen zijn wel gebaat bij CET. Bij hen roepen de stimuli iets op waar ze vanaf willen, na-melijk angst. Bovendien hebben angstige mensen irrationele gedachten. Ze denken bijvoorbeeld dat ze doodgaan van angst als er een spin op hun hand gaat zitten. Tij-dens CET merken ze dat zoiets in werke-lijkheid niet gebeurt. Maar bij verslaving is de cognitie heel reëel: “Als ik nu hero-ine gebruik, geeft me dat een lekker ge-voel en vergeet ik mijn problemen”. Daar verandert de confrontatie niets aan.’ De effectiviteit van cue-exposure behande-lingen in de context van verslaving is vrij laag. Volgens de boeken kan cue-exposure behandeling wel worden ingezet als on-derdeel van de cognitieve gedragstherapie (CGT) in een vaardigheidstraining in het omgaan met alcohol. Ook hier wordt de patiënt blootgesteld aan de cues, maar die is niet gericht op de (passieve) uitdoving van de reactie, maar op het actief aanle-ren van alternatief, positief gedrag. Bij de PMT* wordt geoefend en geëxperimenteerd met een ander gedrag. Ik kan me tenmin-ste nog wel herinneren dat we vroeger vanuit de Obrechtstraat met de groep the-rapeutisch naar café Wildschut gingen. We kregen van de kliniek zelfs vijf gulden per persoon om de eerste kosten te lenigen. Voor enkelen was dit te veel en gebruikte het geld om een pak shag te kopen. (KCK 8/2010)

* constellatie: het gehele samenstel van factoren dat invloed op iets of iemand uitoefent

* PMT: psycho motore therapie

Bronnen: Wim van den Brink, onderzoek Maris-sen, ‘Stoornissen in het gebruik van alcohol 2009’, divers.

C

17

Page 18: 0-nummer 12

-nummer 12

Vandaag zijn ijsjes besteld voor onze cliënten op de derde, om af te koelen Door Baaijens & Keuch

Het is 07.56 uur in de ochtend. Het belooft weer een warme tot hete dag te worden. Reden temeer tijdig op te staan, mede ingegeven om-dat er iets in mijn hoofd spookt wat ik zo snel mogelijk op schrift wil stellen. Geachte lezer, patiëntcliënt of behandelaar, mag ik u bij deze een lesje geven over het begrip ‘cliëntperspec-tief’. Wat is dat ook al weer?

Uit jaarverslag Arkin*:Betrokkenheid, deskundigheid, samenwerking encliëntvriendelijkheid staat bij Arkin hoog in het vaandel. Cliëntenperspectief, oftewel een visie op zorg gedefi nieerd vanuit de positie van de cliënt, is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een onmis-bare schakel in het streven naar kwaliteit binnen Arkin. Het is als hoofdlijn opgenomen in het strate-gisch beleid van de organisatie. Het perspectief op zorg- en hulpverlening vanuit de cliënt is anders dan die van hulpverleners. Cliënten zijn de "gebruikers" ofwel de consumenten en kunnen vanuit die positie kennis en ervaringen inbrengen die bijdragen aan verbetering van de zorg.

Niet alleen Arkin voert dit in haar vaandel, bijna elke GGZ instelling paradeert hiermee vandaag de dag. Het zijn loze gevleugelde woorden die mooi klinken maar in de praktijk nog lang niet door iedereen wordt begrepen. Om het begrip ‘cliëntperspectief’ duidelijk te stellen is het goed dit te doen met een voorbeeld(en), liefst zo simpel mogelijk maar wel punctueel gedefi -nieerd.

Zoals gezegd was het die dag tropisch heet in Nederland. Desondanks bezoek ik met collega Teun Baaijens namens de Cliëntenraad de loca-tie in de Jacob Obrechtstraat; vanouds deJellinek kliniek voor Verslavingszorg. Leden van de Cliëntenraad bezoeken regelmatig de klinieken om zo contact met de mensen, die in behandeling zijn, te houden en te horen over de gang van zaken.Zijn er problemen van gemeenschappelijke aard, dan neemt de Raad contact op met het management en bespreekt de zaak hoe dit te verbeteren. Middags vier uur stappen wij de rooksalon binnen en zien aan de mensen die wij daar treffen dat ze vermoeid zijn.

“Hier op de tweede etage, zeker in deze ruimte met die afzuiger, is het wel uit te houden, maar hierboven op de derde sterf je het af. Heb de hele nacht niet kunnen slapen. Gister-avond heeft een groepswerker rond half tien de temperatuur gemeten en schrik niet, dat was 30.4 graden. De warmte blijft hangen in het gebouw. Vanochtend om zes uur waren we al in de kleren, tenminste dat om het lijf wat van je verwacht wordt als je buiten je eigen kamer je begeeft”.

Daarom zie je er zo vermoeid uit zeg ik; “ik weet het uit ervaring, op de derde etage di-rect onder het platte dak is het met deze hitte niet uit te houden. Vroeger zat de Detox op de derde, maar in die jaren kwam het nog maar zelden voor dat het kwik deze hoogte bereikte”. ‘Kun je nagaan, Kees is hier opgegroeid’, grapt collega Teun. Hebben jullie niet aan de bel getrokken en wat voor maatregelen zijn er ge-nomen? “Kom maar mee naar boven dan laat ik het jullie zien. Mijn kamer heeft de hoofdprijs, bijna de hele dag schijnt de zon tot ondergang op deze hoekkamer.

Een beetje verkoeling kan door de deuren van de balkons tegen elkaar open te zetten, dat tocht nog een beetje door. Maar de deur naar

één mobiele airco is er neer gezet

de gewraakte balkondeur op slot. Waar is dat balkon eigenlijk voor bedoeld?

18

Page 19: 0-nummer 12

-nummer 12

het balkon aan de koele kant van het gebouw mag niet meer open van de staf. Een discipli-naire handeling want er is een (lege) fl es wodka op het dak gevonden. Omdat het niet te tra-ceren was wie die fl es heeft binnen gebracht hebben ze niemand kunnen wegsturen”.Dat is een paar weken terug wel gebeurd weten wij; toen was er een fl es tussen het plafond in iemand zijn kamer gevonden. Die persoon wist van niets, een gemotiveerde jongen met abso-luut goede voornemens, maar hij kon zijn koffer pakken en vertrekken. Wie weet hoe lang die fl es daar al heeft gelegen? Dat zijn nu eenmaal de huisregels. Buiten de deur kun je uitglijden maar drank, of dope binnen de muren van de kliniek brengen, ja dat wordt gezien als hoog-verraad. Gelukkig zijn we het daarmee allemaal over eens. Teun en ik zijn hoogst verbaasd, wat is dit nu weer voor waanzin. Dus door toedoen van één persoon wordt de hele groep gestraft. Dat lijkt mij niet meer van deze tijd.

Kijk hier komen we nu bij het begripcliëntenperspectief. Ik zal jullie vertellen dat sinds de opening van de allereerste kliniek (1960) er fl essen drank zijn gevonden. Verstopt op de meest ingenieuze plekken. Voor de staf-leden, die toen nog verpleger heette, was het ondoenlijk dit in de peiling te hebben; in de dakgoot, in de tuin onder de heg, tussen de pla-fonds, in het matras, en zeker voorheen in die oude panden op de gracht, noem maar op.

We zijn het allemaal er dus mee eens dat een persoon betrapt met ‘lekkernij’ in de kliniek, juist dit waar persoon dus mee wil stoppen, uit de behandeling en dus de kliniek wordt gezet. Eerst proberen de motivatie tot stoppen maar wat op te vijzelen. Dit soort dingen gebeuren nu eenmaal in ‘verslavingsland’. Absoluut niet te tolereren maar best wel enigszins te begrijpen. Het geeft juist aan hoe moeilijk het kan zijn om totale afstand van gebruik te nemen. Gelukkig kun je altijd weer opnieuw je aanmelden; later op een moment dat de tijd er rijp voor is.

Het denken vanuit het cliëntperspectief is iets dat in de organisatie op de werkvloer begint. Het heeft te maken met een andere manier van denken, een ‘leerproces’. Een zelfde proces waar de patiëntcliënt voor staat t.a.v. van zijn of haar gebruik.

NB. De Cliëntenraad heeft met het management van de Obrechtstraat contact opgenomen hoe dit hitte probleem zo snel mogelijk te tackelen. De discussie over het cliëntenperspectief zal op een later tijdstip worden opgepakt organisatie breed, want dit gebeurd ook in de andere kli-nieken. Het is goed om met een concreet voor-beeld dit op te pakken bijvoorbeeld bij ‘spiegel bijeenkomsten’*. Inzake de balkondeur is er een misverstand. Die deur mag helemaal niet open omdat het ‘platje’ niet bedoeld is als balkon, hoewel het er wel veel op lijkt. Het probleem is dat het omheiningmuurtje te laag is en daar-door vanaf de derde etage de ‘zuigkracht’ te gevaarlijk is. Dat moet worden toegegeven. Zelfs los van de ‘spring gevoeligheid’is het inderdaad te gevaarlijk! Wellicht kan dat muurtje worden opgehoogd want het is best een aardige plek. Aanpak van het hitteprobleem zal structureel op de agenda moeten worden gezet. Dat geldt trouwens voor de gehele zorgsector want dit weertype wordt de komende jaren meer en meer verwacht.Het ministerie van VWS heeft in 2007 reeds een rapport uitgebracht hoe de zorgsector het hoofd kan bieden aan perioden van aanhoudende hitte. Preventief het probleem vóór zijn, moet de sector toch wel aanspreken. Maar voor het zover is dat dit evidence based geprotocolleerd, geïmplementeerd en bewerkstelligd is, zijn we enkele jaren verder.

“Om het leed wat te verzachten heb ik vandaag ijsjes laten bestellen voor onze cliënten op de derde, om af te koelen”.

*Arkin: Is de groepsnaam ontstaan na de fusie tussen Jellinek verslavingszorg, Mentrum en AMC de Meren GGZ. *Het gaat bij een spiegelbijeenkomst voornamelijk om hoe cliënten de verschillende zaken rondom de verleende zorg heb-ben beleefd. De hulpverleners zijn bij de bijeenkomst aanwezig als publiek; hen wordt als het ware een spiegel voorgehouden. Dit kan de hulpverleners veel inzicht geven in de wijze waarop cliënten tegen de hulpverlening aankijken. Hierbij gaat het om zaken als communicatie met cliënten, bejegening en of cliënten vinden dat de hulpverlening hen goed heeft gedaan.

19

Page 20: 0-nummer 12

-nummer 12

IngezondenGeachte Redactie, Ik ben opgenomen bij ‘Jellinek Herstel’ Vlaar-dingenlaan. Heb een paar 0-nummers gelezen en wil graag iets bijdragen voor in uw blad in verband met 100 jaar Jellinek. Er is genoeg reden om 100 jaar Jellinek te vieren. Maar om te beginnen, niet te vergeten de Oprichters van inmiddels dit mega instituut. Zij zijn de-gene die wij altijd moeten blijven herinneren met respect. Mr. Kees van de reactie schrijft in zijn column het volgende citaat: “hoe komt het toch dat de meeste verslaafden vaak zoveel te vertellen hebben maar te beroerd zijn om het op te schijven”. Zie 0-nummer 10. Mijn reactie hierop is het volgende: misschien ben ik dan de eerste verslaafde, die er niet te beroerd voor is want ik ben al zo’n 17 á 20 jaar bezig met mijn alcohol verslaving, vroeger ook nog hard drugs er bij. Dan zullen mensen zeggen: ‘na 20 jaar ben je nog steeds bezig’? Ja is het ant-woord jammer genoeg. Het is namelijk oorlog voeren met een vijand. Maar ik geef me niet gewonnen, want als je er niet (meer) in gelooft dan ben je bij voorbaat een loser. Ik heb door de jaren vele opnames gehad. Zoveel, dat ik Stafl eden met pensioen heb zien gaan nadat zij ook voor ons hard hebben gewerkt. Dat geldt ook voor de nieuwe generatie stafl eden die ik stage heb zien lopen en die nu volwaardig functioneren. Ook al doen ze het voor een sala-ris, maar bedenk eens even als zulke klinieken er niet zouden zijn, wat er dan met ons zou gebeuren? De Jellinek is jouw wapen leveran-cier waar het nodig is.Rudy B.

Goodmorning

Vanmorgen fietste ik zoals elke dag via het Vondelpark naar de Jellinek, dagbehandeling. Het regende zachtjes en ik was een beetje aan de late kant. Gisteravond was mijn wasmachine stukgegaan en ik maakte me zorgen, alweer een grote uitgave op een ongelegen moment! Opeens zag ik langs de weg een rugzak liggen. Ik neem de tas mee onder de snelbinder en kijk in de kliniek wat er in zit: 2 pas-poorten, een GSM, boeken, huissleutels, lunchpakket ...Het is niet omdat ik me nu klote en nat voel dat ik niet iemands dag kan goedmaken, dus ik bel ene Sofie, het laatst gevormde nummer op de GSM. "Goodmorning Dar-ling !" zegt ze tegen mij. Nu moet ik uitleggen dat ik niet haar "darling" ben maar dat ik die tas heb gevonden van haar vriend. We spreken af om 12 u als ik klaar ben aan de receptie in de kliniek om de tas op te halen. Stipt om 12 uur staat die man mij op te wachten met een opgelucht hart. Hij zegt me hoe blij hij is en glundert omdat hij zijn spullen terug heeft. De twee receptionistes van de Jellinek luisteren gretig mee en genieten ook zichtbaar. Oh zegt die man: ik heb nog een kleinigheid voor je meege-nomen. Uit een plastic tas haalt hij een lang voorwerp in cadeaupapier. Ik zie het meteen: een fles drank! De twee receptionistes krijgen bijna een hartaanval want alco-hol is natuurlijk absoluut verboden in de Jellinek, maar ik red de situatie door die man te zeggen dat ik het erg aardig vind maar dat hij me daar op dit moment niet echt een plezier mee doet. Ik vraag hem: weet je wel waar je bent? Hij heeft geen idee. De receptionistes leggen het hem geduldig uit en ik vertel waarom ik hier ben. De man krijgt een hoofd als een biet, excuseert zich en verdwijnt. Voor mij was het incident gesloten en ik ga naar mijn vol-gende afspraak. Kort daarna kom ik weer beneden langs de receptie en ik wordt geroepen. Die meneer is hier terug geweest en heeft wat voor je achtergelaten: in een envelop zit een boekenbon van 20 euro! Ik kan hem niet bedanken want hij is alweer verdwenen.

Tijdens de lunch doe ik mijn verhaal aan mijn mede cliënten en er wordt smakelijk om gelachen. Er worden nog wel meer verhalen verteld aan tafel en dus ook over mijn wasmachine. Een medecliënt zegt: oh, das geen probleem, mijn vader heeft net een nieuwe gekregen maar de oude is nog goed en staat eigenlijk in de weg. En zo komen ze morgenavond een nieuwe wasmachine bren-gen. Met aankoopbon, gebruiksaanwijzing en alle slangen. Aan huis! Mijn dag kan niet meer stuk ....

Tommie Thienpont 30-1-2009

20

Page 21: 0-nummer 12

-nummer 12

De gedachte geeft beweging aan de steen

Toespraak door Jos Oude Bos uitgesproken zijn-de voorzitter van Kennisnetwerk ‘Het Zwarte Gat’ en de voorzitter van het netwerk vandirecteuren uit de Verslavingszorginstellingen bij de ondertekening van het“Handvest van Maastricht”; Amersfoort 21-5-10.

Achter de tafel vlnr: Ruud Rutten, RvB Tactus en voorzitter netwerk directeuren; Marleen Barth, voorzitter GGZ Nederland en Reinier Schippers,bestuur Kennisnetwerk ‘Het Zwarte Gat’.

We verplaatsen ons kort naar 2020

In de periode 2015-2020 hebben 350.000 mensen gebruik gemaakt van de herstelgeoriënteerde ondersteunende zorg, die geboden wordt door de verslavingszorg in Nederland. Hun kwaliteit van leven is er, sinds zij zich hebben aangemeld bij een instelling, fl ink op vooruit gegaan. Ruim 200.000 mensen hebben zich door de aldaar gebo-den ondersteuning bij hun maatschappelijk her-stel, weer een volwaardige plek in de samenleving weten te verwerven. Zij zijn in staat geweest hun herstel ondersteund door een kortdurende inter-ventie en op een minder geprotocolleerde wijze in de instelling zelf vorm te geven. Dit in samen-werking met professionele ervaringswerkers. Door een optimale onderlinge samenwerking tussen diverse bij verslavingszorg betrokken

stakeholders, zijn de individuele primaire levens-behoeften van deze mensen aangepakt. Ze heb-ben een huis, werk, zingeving en sociale relaties.

150.000 mensen zijn ondergebracht in de door hun zelf gekozen alternatieve woonvormen. Ze kunnen weliswaar niet zelfstandig wonen, maar het ontbreekt hen aan niets. Hun kwaliteit van le-ven is van een dusdanig niveau, dat ze zich geac-cepteerd voelen door hun omgeving. Zo profi teren zij optimaal van de anti stigma campagne die in 2015 werd gelanceerd.

In den beginne was de stap, hoe lang zijn we al bezig met uitproberenOm tussen hemelvaart en ondergang nu eens te dansen, dan weer te marcheren.

Nu gaan we naar 2015

Het heeft even geduurd, maar op herstelgeoriënteerde zorg is volledig geïmplementeerd in alle verslavingszorginstellingen en van de geestelijke gezondheidszorg. De eerste resultaten laten namelijk zien, dat dit model goed aansluit bij de wensen en verwachtingen van cliënten, die gebruik maken van het geboden aanbod.Hierdoor levert cliëntenparticipatie een essen-tiële bijdrage aan innovatie in de sector versla-vingszorg. Kennisnetwerk het ‘Zwarte Gat’ werkt nauw samen met Resultaten Scoren. Zo worden gezamenlijk nieuwe richtlijnen in het kader van op herstelgeoriënteerde zorg ontwikkeld.

Er is een aangepaste versie verschenen van het standaardwerk van Jaap van der Stel. De titel is aangepast en luidt: “Wat iedere professional en ervaringsdeskundige moet weten over opherstelgeoriënteerde zorg in de verslavingszorg.”De anti stigma campagne “iedereen telt mee”, die in het voorjaar van start is gegaan, is een groot succes. Vele prominente Nederlanders heb-ben hun steentje bijgedragen aan het doorbreken van het cliché van de onbetrouwbare verslaafde, die lijdt aan wilszwakte. De basis voor dit initia-tief werd een paar jaar eerder door GGZ Neder-land gelegd met de campagne “één op de vier Nederlanders”,

foto: Hendrik Jan Slotboom

21

Page 22: 0-nummer 12

-nummer 12

Het kruipen hebben we godlof verleerd, maar vaak is onze vaart nog veel te groot.

En nou naar 2012

In 2012 is, door het realiseren van de in het “handvest van Maastricht” beschreven doel-stellingen het fundament gelegd voor de op herstel georiënteerde verslavingszorg. Na een proeftuinperiode van twee jaar waarin we heb-ben laten zien dat de nieuwe aanpak werkt, is ervaringsdeskundigheid volledig geaccepteerd in de zorg. Er is een begin gemaakt met de vol-ledige integratie van ervaringsdeskundigheid in de verslavingszorg. De initiatieven die de cliën-tenraden samen met hun bestuurders hebben ontplooid, blijken succesvol te zijn. Er wordt hierdoor nauwer samen gewerkt met professio-nals en andere stakeholders op het gebied van maatschappelijk herstel.

Na deze uitstapjes in de toekomst, nog enkele woorden over de aard van deverandering in de verslavingszorg

We veranderen naar een situatie, waarin ver-antwoordelijkheid en wederzijdse invloed een centrale rol spelen en waarbij kennis van cruci-ale betekenis is.Van aanbod naar vraaggerichte zorg. Van kwan-titatief gestuurde zorg naar kwalitatieve zorg. Van medezeggenschap naar participatie. De wereld verandert. Belangrijk is om te zien hoe ook het draagvlak voor cliëntenparticipatie toeneemt Sterker nog: de cliëntbeweging in de verslavingszorg wordt niet alleen beïnvloed door maatschappelijke veranderingen, ze heeft de afgelopen jaren ook zelf initiatief genomen om ontwikkelingen te stimuleren. Het beleidsstuk “Empowerment in de verslavingszorg” heeft geleid tot het ontstaan van een countervalling* power van cliënten en ex-cliënten t. a. v. de professionele hulpverlening binnen onze sector. We zetten hierbij zwaar in op ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid, omdat er te vaak van wordt uitgegaan dat de hulpverlener het wel weet en dat daarmee de kennis, ervaring of de ondervinding van cliënten hieraan onderge-schikt is. Daarom zijn we ook zo verheugd door de formele erkenning in dit handvest van erva-

ringskennis als volwaardige derde kennisbron. Waaruit bovendien geput gaat worden bij het inrichten van een nieuw op herstelgeoriënteerd zorgsysteem. Wij willen samen met professio-nals en andere stakeholders bereiken, dat we met mensen met een verslavingsprobleem, die daarvoor hun verantwoordelijkheid nemen, op een minder geprotocolleerde manier kunnen werken aan hun herstel.

Herstel vatten we op als verbetering van het Bio- Psychische- Sociaal functioneren in de breedste zin. Herstel beperkt zich dus niet slechts tot de medische toestand van de direct betrokkene. De rol van een verslaafde in herstel is dus ook niet beperkt tot die van patiënt. Kwa-liteit van leven staat als behandeldoel centraal en neemt toe bij het ondersteunen van herstel-paden. Bij kwaliteit van leven van mensen met een verslavingsprobleem gaat het overigens om precies dezelfde dimensies of domeinen die ook voor gezonde mensen gelden. Het gaat om het ervaren van kwaliteit op fysiek, psychisch, en sociaal terrein, hetgeen gestalte krijgt door persoonlijke kenmerken. Zoals kwaliteit van relaties, geestelijk evenwicht, de vervulling van levensdoelen, de mate van aanpassing aan de ontstane situatie in geval van ziekte en de daarmee samenhangende maatschappelijke participatie.

Van een medisch model naar een op herstel georiënteerd model behelst een paradigma-shift*, die neerkomt op een verandering van enerzijds heel diep verankerde waarden, naar anderzijds een aanname dat zorg gebaseerd moet zijn op de meest actuele kennis, die we hier over hebben. Kennisnetwerk het Zwarte Gat is mede ontstaan omdat we, sinds de komst van het internet, onbeperkt toegang tot digitale informatie hebben. We kunnen tegenwoordig relatief snel aan kennis komen, deze delen en vervolgens nieuwe kennis genereren en die weer zelf verspreiden. We beogen hiermee dat maatschappelijk herstel zijn plek krijgt in een integrale benadering door verregaande samen-werking tussen professionals en ervaringsdes-kundigen. En er niet langer slechts een gefrag-menteerde aanpak is gefi xeerd op de diagnose verslaving. Wij streven naar een aanpak die gebaseerd is op verbinding en heelheid, waarbij ieder zijn verantwoordelijkheid neemt bij het werken aan zijn of haar herstel.

22

Page 23: 0-nummer 12

-nummer 12

We voelen ons hierin niet alleen gesteund door onze kennispartners, maar omdat we voorop lopen bij het initiëren van op herstel georiën-teerde zorg, ook door belangenorganisaties, die de dialoog met ons zoeken.Het LOC* pleit in haar visiestuk “Nederland en de zorg 2010 – 2050, in een theoretisch kader lange termijn” ook naar het verlaten van de klassieke belangenbehartiging, die zal worden vervangen door een participatiemodel. Ook is sprake in dit stuk van een transitie naar een zorgsysteem dat uitgaat van de gezonde aspec-ten van mensen i. p. v het omgekeerde. Ook GGZ Nederland laat zich in dit verband niet onbetuigd met hun visiedocument “Op weg naar herstel en gelijkwaardig burgerschap”. Dit geeft hoop voor de toekomst en voor een vruchtbare samenwerking.Ik wil dit betoog eindigen met een gedicht van Gerrit Komrij geheten ‘gedachte geeft beweging aan de steen. Het gedicht dat jaren een inspira-tiebron was voor de ontwikkeling van de cliën-tenbeweging in de verslavingszorg.

*countervalling power: 'de cliënt wil invloed op het zorgaanbod'. *paradigmashift: een ‘collectieve visie’ op de werke-lijkheid wordt vervangen door een andere visie.*LOC: landelijke cliëntenorganisatie in zorg en welzijn*Zie: www.hetzwartegat.nl

foto

: G

ert

de H

aan

NeerdalingGedachte geeft beweging aan de steen

De kunst wordt door verstening omgebracht

Of al wat we bedachten nu verdween

In de onsterfelijkheid van de nacht

In den beginne was de stap, Hoe lang

zijn we al bezig met uitproberen

Om tussen hemelvaart en ondergang

Nu eens te dansen, dan weer te marcheren?

Het kruipen hebben we godlof verleerd,

Maar vaak is onze vaart nog veel te groot

Wie leeft nu die de zwaartekracht trotseert?

De renner en de luiaard wacht de dood,

Er is geen denken aan dat die uitkomst keert,

Toch droomde ik: een heilige van steen

kwam langzaam op mij af met open armen.

Ik mocht mij aan zijn hart verwarmen

en in het juiste tempo ging ik heen

Gerrit Komrij, 2001 luchtspiegelingen

23

Page 24: 0-nummer 12

-nummer 12

Nazorg- Vervolgzorg- Continue zorg-In januari 2007 werd een Extra 0-nummer uitge-bracht met als thema: “Maatschappelijk her-stel, het zwarte gat na de behandeling”. Wat is er daarna gebeurd? In de alinea hieronder kijken we eerst even terug ‘hoe’ dit toen is verwoord.

oezo Nazorg? Het overgrote deel van de pa-tiëntcliënten die een behandeling in de ver-

slavingszorg ‘succesvol’ afronden, komen hierna nog steeds terecht in een groot zwart gat. Geen situatie die de kans op herstel ten goede komt, integendeel. In 2003 stelde KPMG (accountancy en belastingadvies) in een rapport (‘Nazorg: winst of verliespost?’) al vast, dat geld investeren in nazorg voor cliënten in de verslavingszorg geld oplevert. De maatschappelijke kosten van verslaving zullen niet alleen fors verminderen, maar er is zelfs sprake van maatschappelijk rendement: verslaafden in herstel worden namelijk weer economisch productief. Het is dus van algemeen belang dat er geïnvesteerd gaat worden in het duurzame herstel van de individuele verslaafde. Vervolgzorg dient al bij de aanmelding een vast onderdeel te zijn van het behandelplan: continue zorg, in de woorden van Bani da Lima, is het doel. Wij vinden bovendien dat maatschap-pelijk herstel hoog op de agenda moet komen te staan van beleidsmakers (lokaal en nationaal), alle professionals in de verslavingszorg, zorgverzeke-raars, maar ook woningbouwverenigingen, Sociale Diensten, UWV en alle anderen, die direct betrok-ken (zouden moeten) zijn bij verslaafden in herstel. Wij werden gesterkt in deze opvatting, toen er in de regeringsverklaring 2007 stond: “Hoogwaardige verslavingszorg is mede gericht op arbeidsrehabili-tatie en re-integratie”. Drie maanden later stonden er vervolgens in de ‘Proloog’ van Minister Klink van VWS beleidsvoornemens geformuleerd, die zowaar werden gepresenteerd als een plan van aanpak.Sinds 1998 komt het landelijk netwerk cliënten-raden in de verslavingszorg, twee keer per jaar bijeen. Deze bijeenkomsten vormen de motor van de verdere emancipatie van (ex)cliënten in de verslavingszorg. Dit netwerk heeft geïnspireerd op de ‘Proloog’, een uniform “verzwaard ongevraagd advies met betrekking tot maatschappelijk herstel”, opgesteld. Meerdere cliëntenraden hebben dit advies ingediend bij de directie van hun verslavings-zorginstelling.

Zo ook de Cliëntenraad Jellinek, toen net gefu-seerd met de Cliëntenraad van Mentrum psychi-atrie, met de nieuwe naam ‘Jellinekmentrum’. Niet lang daarna is deze, zoals we allemaal

weten, weer gefuseerd met AMC de Meren psy-chiatrie. Deze drie onder de paraplu van Arkin, het nieuwe ‘moederbedrijf’ voor verslaving & psychiatrie. Door alle hervormingen en perike-len die fusieprojecten nu eenmaal met zich mee brengen heeft het even stil gelegen; het moest rijpen.

Nu deze kennis langzamerhand is doorgedron-gen tot het management in deze zorgsector, landelijk ook bij collega-instellingen, zien we hier en daar projecten van de grond komen. Geïnitieerd vanuit de Jellinek verslavingszorg heeft Arkin in stadsdeel Oost-Watergraafsmeer in augustus een nieuwe voorziening geopend die uniek is voor Amsterdam: het middelen-vrije Woontrainingscentrum(WTC). In het WTC kunnen 45 mensen worden getraind die zijn afgekickt en behandeld. Zij gebruiken geen verslavende middelen meer en zijn gemotiveerd om een leven zonder alcohol en/of drugs op te bouwen.

H

24

Page 25: 0-nummer 12

-nummer 12

Door langdurig gebruik van verslavende midde-len, gebrekkige huisvesting en dito voeding en door het ontbreken van sociale steun, kampen de toekomstige bewoners van het WTC vaak met problemen op diverse levensgebieden, waardoor ze nog niet in staat zijn om zelfstan-dig een huishouding te voeren. In andere voor-zieningen voor thuis- en daklozen verblijven is geen oplossing, omdat daar vaak gedronken en gebruikt wordt. Het WTC biedt hen zeven da-gen per week en 24 uur per dag professionele begeleiding. De mensen verblijven er gemid-deld een jaar. Daarna stromen zij door naar een passende woonsituatie. Wat mensen in het WTC gaan leren verschilt per persoon. Voorbeelden zijn zelfverzorging, huishoudelijke werkzaam-heden, met geld omgaan en sociale contacten leggen en onderhouden. Iedere bewoner krijgt een vaste behandelaar en een woontrainer. Sa-men stellen zij een individueel behandelplan op met haalbare, niet vrijblijvende doelstellingen. Tijdens hun verblijf oriënteren bewoners zich op hun toekomstige woonsituatie. Zij worden regelmatig gecontroleerd op middelengebruik.

Het WTC heeft de eerste en tweede verdieping van de Domselaerstraat* 126 in gebruik. Vroeger zat daar het SPDC Oost met een open en een gesloten afdeling. Voor de komst van het WTC is er fl ink verbouwd. Niet alleen de bovenver-diepingen, ook de hal en de receptie van het gebouw zijn opgeknapt. Alleen wat storend opvalt als je de voorgevel bekijkt is dat je zou denken dat de naam ‘Mentrum Woontrainings-centrum’ per ongeluk fout op het gevelbord is geschilderd. Daar zijn de meningen blijkbaar over verdeeld.

Je ziet het niet zo vaak maar het moet gezegd worden: het is fraai verbouwd, het ziet er mooi uit. Iedere bewoner heeft een eigen zitslaapka-mer met sanitair. (45) Verder zijn er gemeen-schappelijke huiskamers, woonkeukens en twee inpandige rookkamers.

*Domselaer: Tobias van Domselaer, Amsterdam 1611-1685 was een Nederlands prozaschrijver. Hij is het meest bekend geworden door zijn Beschryvinge van Amsterdam (1665). Daarin worden de voornaamste gebouwen, mark-ten en gebeurtenissen uit de 17e eeuw beschreven.

25

Foto

’s:

Kees

C.

Keuc

h

Page 26: 0-nummer 12

-nummer 12

Verbod op drugs kost miljarden: het leidt tot misdaad en is slecht voor de volksgezondheid. Hef het op.

Dit lazen we in het NRC van 18 mei. Hieronder een be-knopt uitreksel van dit artikel.

In het kader van de ‘brede heroverwegingen’ hebben ambtelijke werk-groepen onderzocht hoe de rijksoverheid 30 miljard euro kan bezui-nigen. Alle onderzochte opties doen pijn. Maar er is één optie die een weldadige opluchting zou zijn: regulering van drugs. Onder regulering van drugs verstaan wij het toestaan van productie en verkoop onder voorwaarden.

Al ruim veertig jaar zijn drugs verboden. Maar het gebruik is groter dan ooit en niets wijst er op dat het verbod werkt. Wél staat als een paal bo-ven water dat het verbod schade veroorzaakt. De ongehoorde omvang daarvan dringt echter nauwelijks tot de publieke opinie door. Minstens de helft van alle criminaliteit in ons land is er direct of indirect het gevolg ervan. Het dertigjarige experiment met de verkoop van cannabis via coffeeshops is uniek. Regulering van deze drug heeft niet geleid tot meer gebruik, noch van cannabis noch van andere drugs. Gebruik en verslaving van soft- en harddrugs liggen in Nederland op of onder het Europese gemiddelde.

De werkgroep berekende de totale kosten van de criminaliteit in 2006 op 31,5 miljard euro. De misdaad die het drugsverbod veroorzaakt kost de samenleving minstens de helft, 15,75 miljard euro, dat wil zeggen aan elke Nederlander 924 euro per jaar. De kosten van rechtshandha-ving van het drugsverbod bedroegen volgens prof. Rigter (Erasmus) over 2003 1,6 miljard euro. Daar bovenop komen dan nog de indirecte handhavingskosten. Bovendien wordt belasting op drugs geheven. Drugsregulering biedt dus een formidabele kans voor lastenverlichting.

Drugs laten zich niet wég-verbieden, ze zullen er altijd zijn. Een minder-heid van de gebruikers zal erdoor in de problemen raken. De gevaren van drugs zijn echter véél kleiner dan die van alcohol en tabak: ons land kent dertien keer meer alcoholisten; vijftien keer meer alcohol-doden. Maar juist omdat drugs gezondheidsrisico’s meebrengen, is regulering noodzakelijk. De drugscriminaliteit kunnen we echter missen. Ondertekenaars van dit stuk zijn o.a. Frits Bolkestein, oud-minister van Defensie, Els Borst-Eilers, oud-minister van Volksgezondheid, en Theo de Roos, hoogleraar strafrecht

MethadonpostBegin september is de Inspectie voor de Gezondheids-zorg (IGZ) op bezoek geweest bij de methadonpost op de Sarphatistraat. Deze heeft geconstateerd dat een aantal veiligheidsmaatregelen moeten worden aangepast. Eén hiervan is dat de balies op korte termijn verbouwd zullen worden. Een ander belangrijk punt is dat de Inspectie het verstrekken van vloeibare methadon als onveilig heeft bestempeld. Dit betekent dat de cliënt vanaf 15 okto-ber geen vloeibare methadon meer krijgt, maar deze in pilvorm. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor sterkte

of de dosering die de cliënt ontvangt. Er is geen verschil in de bijwerkingen van vloeibare methadon en metha-don in pilvorm. De methadonpillen met de rest van de medicatie wordt in een ‘baxter’ vorm verpakt op naam, op datum en onder vermelding van de inhoud, door de apotheek bij de Sarphatistraat aangeleverd. Doordat de medicatie verpakt wordt aangeleverd betekent dit dat bij de methadonpost niet meer onmiddellijk kan worden ingespeeld wanneer er iets veranderd in de medicatie. Er is wat tijd nodig om de medicatie bij de apotheek te kun-nen bestellen. In sommige situaties kan dit voor de cliënt een nadeel zijn. Tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door.

26

Page 27: 0-nummer 12

-nummer 12

‘Verslagen’Daar stond ik dan als een verslagen man.

Dezelfde man die twee maanden geleden dacht het allemaalwel even te regelen in z’n eentje, zonder hulp. De man die het

durfde op te nemen tegen een vijand; een zeer gevaarlijkevijand die, naar ik nu weet, verslaving heet. De man die dachthet verleden wel even goed te maken na een week Detox en

zeven weken KBO* training, was weer terug bij af! Gevochten als David tegen Goliath, terug op men knieën,

opnieuw naar de Obrechtstraat. Zwetend, trillend, tien kilo lichter, duizenden Euro’s armer

en vol schaamte melden bij de receptie. Mezelf voelend als een hardleerse bokser die keer op keer op

staat na door een veel te sterke tegenstander te zijnneergeslagen. De handdoek valt, ik strompel naar de hoek vande ring, de ring die Detox heet, voor de zoveelste oplapbeurt.

Stafl eden zeggen: ‘wees niet zo betreurd over wat er isgebeurd, goed dat je er weer bent, nu ben je pas een vent’.Als je maar weet dat dit gevecht niet zonder strakke training

valt te winnen en zeker niet zonder een goede coach. Diehulp kun je krijgen als je het maar wilt. Pak het aan, want

anders ben je in no-time weer gevilt. Als je thuis was blijvenzitten weet je zeker wat er was gebeurd. Dan was je binnen

een paar jaar dood of lag je in de goot.Dan was het ‘zwaard van Damocles’ echt gevallen

en was je pas echt: een verslagen man.

Johan van Glabbeek2010

*KBO: Klinische Behandeling Obrechtstraat

27

Foto

: Ke

es C

. Ke

uch

Page 28: 0-nummer 12

10

Verslavingszorg zal veranderenin Zorg voor Verslaafden

Het wetenschappelijk onderzoekomtrent alcoholgebruik

Jaap van Ginkel100 jaar JellinekSubject: TandartsMaaltijdbeleving

nul

Fot

o: K

ees

C. K

euch

Op de website van de Jellinek onder een specialepagina zijn alle 0-nummers terug te bekijken en lezen.

Klik: www.jellinek.nl/cliëntenraad

www.jellinek.nl/cliëntenraad

3

Foto

: Kee

s C

. Keu

ch

Foto

: Kee

s C

. Keu

ch

Uit

colle

ctie

Kee

s C

. K

euch

Foto

: Will

em V

oors

eten&

de strijd om het bestaan

nummer 8

Foto

: Kee

s C

. Keu

ch

9

Geredvan de

ondergang?

nul

Fot

o: K

ees

C. K

euch

11

Honderd jaar verslavingszorgin Amsterdam

Nieuwe kliniek geopend

nul

Fot

o: K

ees

C. K

euch

stoppen doe je zelf, maar niet alleenJellinekMinnesota

EXTR

A

foto

arch

ief:

Kee

s C

. Keu

ch

Verslavings-ervaringsdeskundigheid

&

Maatschappelijk herstel:het zwarte gat na de behandeling