sonnycc.files.wordpress.com  · Web viewIch is bemiddelaar tussen über-Ich, Es en omgeving zorgt...

10
CV1- AGOGIEK COMMUNICATIE Zender, ontvanger, coderen, decoderen, code en feedback Buitenkant: code/boodschap Binnenkant: gedachten, gevoelens rond zelfbeeld en beeld van de ander Gesloten kring: zender wordt ontvanger via de feedback DE 5 GRAMMATICALE REGELS (AXIOMAS) VAN COMMUNICATIE 1. Je kan niet niet communiceren 2. Mensen beïnvloeden elkaar met en zonder woorden 3. Wat ik bendoel is niet noodzakelijk waar voor een ander 4. Als ik iets zeg, zeg ik iets over hoe ik wil dat de ander met mij omgaat 5. Wie heeft het voor het zeggen? Wie laat het voor het zeggen hebben?

Transcript of sonnycc.files.wordpress.com  · Web viewIch is bemiddelaar tussen über-Ich, Es en omgeving zorgt...

CV1- AGOGIEK

COMMUNICATIE

• Zender, ontvanger, coderen, decoderen, code en feedback

• Buitenkant: code/boodschap

• Binnenkant: gedachten, gevoelens rond zelfbeeld en beeld van de ander

• Gesloten kring: zender wordt ontvanger via de feedback

DE 5 GRAMMATICALE REGELS (AXIOMA’S) VAN COMMUNICATIE1. Je kan niet niet communiceren2. Mensen beïnvloeden elkaar met en zonder woorden3. Wat ik bendoel is niet noodzakelijk waar voor een ander4. Als ik iets zeg, zeg ik iets over hoe ik wil dat de ander met mij omgaat5. Wie heeft het voor het zeggen? Wie laat het voor het zeggen hebben?

ZELFBEELDWaarom is zelfkennis belangrijk voor een leraar?

Belang van zelfkennis:

– maakt groei mogelijk

– maakt controle op eigen handelen mogelijk

– is een voorwaarde voor goede communicatie

– = fundament EQ / sociale intelligentie

Zelfkennis voorkomt:

– onduidelijke of verwarde communicatie

– uitzenden van onbewuste signalen

– gebrekkig zelfvertrouwen

– dat je de oorzaken van problemen steeds bij anderen legt

FENOMENOLOGISCH-DIALECTISCH PERSOONSMODEL VAN VERHOFSTADT-DENÈVEFenomenologie verwijst naar de unieke subjectieve inhoud die elk mens aan zichzelf en de omgeving toeschrijft.

Dialectisch refereert naar het onderliggend proces waardoor deze inhouden tot stand komen en ontwikkelen. dialectiek is een denkvorm waarbij we op basis van twee extreme en tegenovergestelde standpunten ontdekken dat de waarheid ergens tussenin ligt.

Samenvattend kunnen we stellen dat we een persoonsmodel hanteren waarbij we op basis van een soort innerlijke dialoog komen tot een subjectief en veranderend beeld van onszelf en de omgeving.

IK-MIJ REFLECTIE EN EXISTENTIËLE BASISTHEMA’S

DE EXISTENTIËLE CONFRONTATIE: STILSTAAN EN OPENSTAAN

De mens wordt – ‘totaal’ onafhankelijk van zijn wil – op een bepaald moment en binnen een bepaalde plaats, een sociale context geboren. Daarnaast kunnen we, in tegenstelling tot het dier, ‘innerlijk’ kijken naar onszelf, reflecteren over onszelf. kan angstgevoelens veroorzaken

over zichzelf over sterven zekerheid

DE MENS ALS SUBJECT EN OBJECT: IK REFLECTEER OVER MIJHet IK KAN nadenken over zichzelfhet ik is observatorhet mij is het verhaal over onszelfessentie: wat en wie ben ik in mijn wereld?

denken we dit niet object niet meer ontwikkelen en groeien

KEUZE EN VERANTWOORDELIJKHEID

Existentieel gezien mens vrij constant MOET kiezen paradox?

mens moet verantwoordelijk zijn voor zijn keuzes kan angst en onzekerheid veroorzakennemen van een beslissing met oog op de toekomst

Indien met oog op het verleden valkuil

VRIJHEID

Vrijheid van keuze? rekening houden met eindigheid, sekse, fysische en sociale realiteit kunnen niet beslissen over sekse of uiterlijk erkenning van die beperkingen leidt tot authentieke vrijheid.

HET ZELF IN BEELD 6 PERSOONSDIMENSIES1. Zelfbeeld wie ben ik?2. Alterbeeld hoe zijn de anderen? Zelfbeeld vergelijken met anderen3. Meta-zelf welk beeld hebben de anderen van mij? 4. Ideaal-zelf wie zou ik willen zijn en worden? 5. Ideaal-alter hoe zouden de andere moeten zijn?6. Ideaal-meta-zelf welk beeld zouden ze van mij moeten hebben?

REFLECTEREN :Tijdsperspectieven:

- Verleden: wie was ik als kind?- Nu: wie ben ik?- Toekomst: wie zal ik zijn?

Extern versus intern- Extern wat men zegt en hoe men handelt- Intern wat men denkt en voelt

Bewust versus onbewustOok onbewust reflecteren snel eigenschappen van jezelf aan iemand anders toeschrijven (projectie)

JOHARI-VENSTER

Open Self: vertrouwde zone gedragingen, attitudes, motivaties, ideeën en gevoelens voor jezelf en voor de anderen bekend.

Blind Self: eigen blinde vlek heel merkbaar voor anderen, maar niet voor onszelf

Hidden Self: gemaskeerde zone wat jij wel weet maar anderen niet.

Unknown Self: voor niemand bekend

KERNKWADRANTEN

Kwaliteit:

- Is een kwaliteit die tot de kern behoort van de persoon.

- Als ik aan een persoon denk, dan is dat zijn specifieke sterkte.

- Hij/zij zal van zichzelf zeggen ”dat kan toch iedereen”.

Valkuil:

- Geen licht zonder schaduw

- Iedere kernkwaliteit heeft een zon en een schaduwkant

- Dit is niet het tegengestelde !!!!!, maar eerder een vervorming

- De kwaliteit schiet te ver door

- Teveel van het goede

Uitdaging:

- De uitdaging is het positief tegenovergestelde van de valkuil.

- Waar ik mag aan werken, maar positief gezien.

- Deze tweede kwaliteit is de uitdaging, een balans vinden tss uw eerste en deze.

Allergie:

- Je kan afleiden vanuit de kernkwaliteiten waar mogelijks conflicten zich kunnen voordoen.

- Het blijkt dat je allergisch bent voor een teveel van je uitdaging.

FREUD VS. ROGERS

PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING VAN FREUDFundamenteel conflict tussen Über-Ich en Es.

Persoonlijkheid bepaald door de conflicten uit de kindertijd

ES:

kind = bundel driften en reflexen, eist onmiddellijke bevrediging.

Meest bepalende kracht van persoonlijkheid.

Meest ‘dierlijk’ deel van onze persoonlijkheid

Onbewust; amoreel

lustprincipe

2 soorten driften Eros levensdrift gericht op overleven

Thanatos doodsdrift gericht op vernietiging

Ich:

Baby/peuter: botsing met de realiteit:

Behoeften kunnen niet altijd onmiddellijk bevredigd worden.

Aanpassing aan omgeving is noodzakelijk:

Ontwikkelt zich uit Es

Helpt Es met behoeftenbevrediging, rekening houdend met eisen van omgeving/realiteit (en Über-Ich)

Realiteitsprincipe

Bemiddelaar tussen Es, Über-Ich en buitenwereld

Ich = Waarneming en verstand (reguleert impulsen)

Über-Ich

Kind van 4 à 5 jaar: Confrontatie met verwachtingen en eisen omgeving (ouders)

Geweten: zegt wat goed/slecht is

Door verinnerlijking geboden/verboden ouders

Ich – ideaal: zegt hoe we willen zijn Door verinnerlijking idealen ouders

Gestuurd door ideaalprincipe

DYNAMIEK VAN DE PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELINGConstant conflict tussen Es, Ich en Über-Ich

es eist voldoening

Über-ich verwerpt de eisen van es

Ich is bemiddelaar tussen über-Ich, Es en omgeving zorgt voor angst nood aan afweermechanismen

verdringing in het onbewuste verdringenprojectie negatieve kenmerken van zichzelf aan iemand anders toeschrijvensublimatie niet aanvaarde, negatieve gevoelens omzetten tot een

positieve aanvaardbare daad ontkenning bedreigend materiaal niet accepterenrationalisering concentreren op het technisch ipv van het emotionele

aanvaardbare reden waarom men zich slecht gedraagt reactieformatie een impuls ontkrachten door in de tegenovergestelde

richting te reageren verplaatsing onaanvaardbare impuls op een veilige manier uiten

ROGERSLeerkracht zijn is NIET “instrueren”, “kennis meedelen”,

Leerkracht zijn is WEL “bevorderen van het veranderen en van het leren als onderwijs doel” via een gemeenschap van lerenden. Hoe een groep transformeren tot een gemeenschap van lerenden?

weetgierigheid losmaken onderzoeksgeest opwekkennieuwe richtingen aanboren zich openstellen voor vragen en veranderingen

Lerenden die een evenwicht vinden tussen hetgeen nu bekend is en de vloeiende, veranderende problemen en feiten van de toekomst.

Creatieve wetenschapsbeoefenaarsGeleerden en praktijkmensenWare studenten

HOE? VOORWAARDE?

Niet: beheersing vakgebied begeleider, indeling van het leerplan, gebruik van media, hoorcolleges, boeken.

◦ Zijn (slechts) belangrijke hulpmiddelen

◦ Wel: houding en instelling die tot uitdrukking komt in de persoonlijke relatie .

⇒ Rogeriaanse basishoudingen (3)

Rogeriaanse Basishoudingen

1. Echtheid gevoelens tonenGeen rol spelen voor de klasRechtstreekse ontmoeting aan gaan met de lerendenZich tonen als een levende persoon met gevoelens en overtuigingen

2. Waardering= aanvaarding = vertrouwenWaardering voor de gevoelens, mening, persoon van de leerlingWaardering van de lerende als onvolmaakte menselijke wezensFundamenteel vertrouwen in het vermogen van het menselijk organisme

3. Empathiein de huid kruipen van anderen RogersVermogen reacties van de lln van binnenuit begrijpen, zonder te beoordelen

Onzekerheid over empathie, waardering, echtheid.

Wat als: ik geen empathie of waardering voel?◦ Echtheid is belangrijkste houding◦ Echtheid: vertellen over eigen gevoelens ZONDER beoordeling van persoon (ik-

boodschap)◦ Oordelen zijn aanvechtbaar (gevoelens niet) ⇒wrevel, frustratie

Geen vertrouwen: volproppen met info◦ Alternatieve hypothese: Leerlingen willen leren, groeien, zijn geneigd tot zelf-

discipline ⇒zorgt voor een andere (persoonlijke) relatie