Thema Prikkels

Het zwembadSofie gaat met een vriendin naar het zwembad. Sofie heeft altijd moeite om er in een keer in te springen. Toch is het zo dat als je eenmaal in het water ligt het na een tijd niet koud voelt. Als je dan op de kant klimt, krijg je het juist koud als je uit het water bent. Spring je vervolgens weer in het water, dan voelt het water juist warm aan. Hoe kan het dat hetzelfde water op het ene moment warm en het andere moment koud aanvoelt?

Leerdoelen:- Je kunt beschrijven dat verschillende soorten prikkels worden opgevangen door verschillende

soorten zintuigen. - Het verschil tussen een prikkel en een impuls kunnen uitleggen. - Reflexen kunnen noemen, beschrijven en de functie kunnen toelichten.- Uit kunnen leggen welke soort zenuwen een rol spelen bij het doorgeven van impulsen- Weten wat de drempelwaarde is en deze kunnen uitleggen. Weten dat de drempelwaarde kan

verschillen door gewenning.

Link naar:PrikkelsDrempelwaarde

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Tekst voor aan de zijkant:

Wist je dat ......Er dieren zijn die met hun ogen kunnen zien!Vleermuizen kunnen kijken met hun oren. Een vleermuis zendt een hoge toon uit en deze botst terug op voorwerpen in zijn omgeving. Door deze echo op te vangen met zijn oren, kan een vleermuis inschatten hoe de omgeving eruit ziet. Er zijn blinde mensen die door te klikken met hun tong en naar de weerkaatsing van het geluid te luisteren hetzelfde kunnen als veermuizen, namelijk kijken met hun oren.

Dat een slang ruikt met zijn tong!

Slangen ademen door de neusgaten, maar ruiken daar niets mee. Slangen gebruiken de tong om te ruiken. Zij vangen geurdeeltjes op met de tong en wrijft deze dan langs het geurzintuig in zijn verhemelte. Het geurzintuig vangt de prikkel van de geurdeeltjes op en stuurt een impuls door naar de hersenen! De tong van een slang is gespleten, zodat hij 'stereo' kan ruiken! Door de gespleten tong kan hij bepalen waar de geur het sterkst is. Zo kan hij de plaats van een prooi bepalen. Harstikke handig, een gespleten tong!

------------------------------------------------------------------------subonderdeel thema prikkels

Prikkels Om je omgeving waar te nemen heb je zintuigen. Het zijn er vijf in totaal. Je hebt zintuigen om te kunnen kijken, proeven, horen, ruiken en voelen. Al deze zintuigen geven de informatie over je omgeving door aan de hersenen. Dat is de manier waarop jij weet wat er om je heen gebeurt. Je ziet aan de overkant een vriendin fietsen, je ruikt dat je vader aan het koken is en je hoort dat er een app-je op je telefoon is binnen gekomen.

Leerdoelen:- kunnen uitleggen dat informatie uit je omgeving opgevangen wordt door zintuigen. - Zintuigen zetten deze informatie om in impulsen en sturen dit door naar de hersenen.- Door het opvangen van deze impulsen kun je een beeld van je omgeving krijgen.

Opdracht 1Lees in je biologie boek het hoofdstuk over zintuigen en prikkels. Maak een mindmap van dit hoofdstuk. Als je niet weet wat een mindmap is vind je hieronder een voorbeeld.

Bekijk het filmpje prikkels en impulsen op youtube en maak aantekeningen:https://www.youtube.com/watch?v=MLp7D0Sb6P8 Vul nu je mindmap aan met informatie uit dit filmpje.

Upload je mindmap in de map Thema prikkels.Geef het bestand de naam: klas_prikkels_naam.Vergeet niet je naam in het bestandsnaam te zetten!

Ga nu verder naar drempelwaarde

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Tekst voor aan de zijkant:

Wist je dat ......Zintuigencellen meestal gevoelig zijn voor één specifieke prikkel. Opgevangen prikkels worden door sensorische zenuwen naar de hersenen vervoerd. Pas in de hersenen wordt je je bewust van een prikkel. Een reactie van een organisme op een prikkel uit het milieu noemen we gedrag.

---------------------------------------------------subonderdeel thema drempelwaarde

Drempelwaarde

Zintuigcellen hebben een drempelwaarde. Beneden de drempelwaarde wordt een prikkel niet meer waargenomen. Boven de drempelwaarde heeft een sterkere prikkel tot gevolg dat er meer impulsen verzonden worden. De drempelwaarde kan verhoogd worden (= gewenning of adaptatie) als het

enige tijd aan een sterke prikkel wordt blootgesteld. De huid bevat koude zintuigen die gevoelig zijn voor temperatuurdaling. Zoek uit tot hoeveel oC nauwkeurig een temperatuurverschil (drempelwaarde) waargenomen kan worden door de koude zintuigen in de huid en ga na in hoeverre de drempelwaarde verhoogd kan worden.

Leerdoelen:- Je kunt uitleggen wat een drempelwaarde is. - Je weet dat iets warmer of kouder aanvoelt als er meer gevoelszintuigjes de drempelwaarde

bereiken.- De drempelwaarde verhogen of verlagen noem je gewenning.

Opdracht 1Vertel aan je partner waarmee je samenwerkt in je eigen woorden wat er in het verhaaltje over drempelwaarde staat. Vul nu nog een keer je mindmap aan met deze informatie.

Opdracht 2Ga nog samen met je partner na of je alles begrepen hebt. Pak je mindmap er bij en vertel aan je partner in verschillende stappen hoe je koude en warmte kunt voelen.

Stap 1: hoe voelt Sofie kouStap 2: drempelwaardeStap 3: impulsStap 4: hersenen

Upload je mindmap in de map Thema prikkels Geef het bestand de naam: klas_drempelwaarde_naam.Vergeet niet je naam in het bestandsnaam te zetten!

Als je denk dat je alles snapt mag je nu de toets prikkels doen. Met deze toets kun je controleren of je de stof begrepen hebt.