| RISICOANALYSE | KB 04/12/2012 · 4. Uitwendige invloeden en vitale stroombanen Na het uitvoeren...

16
NL | RISICOANALYSE | KB 04/12/2012

Transcript of | RISICOANALYSE | KB 04/12/2012 · 4. Uitwendige invloeden en vitale stroombanen Na het uitvoeren...

NL

| RISICOANALYSE |KB 04/12/2012

2

WIE IS ELECTROTEST? ELECTROTEST is een dynamisch bedrijf dat een activiteiten- programma heeft in de domeinen veiligheid en energie.

De knowhow werd gedurende meer dan 25 jaar opgebouwd door ingenieurs en technici die de nodige kwaliteit in deze domeinen kunnen garanderen.

De keuringen die worden uitgevoerd onder accreditatie kan u bekijken in het dossier van Belac nr. 234. (www.belac.be)

WAAROM KIEZEN VOOR ELECTROTEST? z Actief in heel België

z Flexibele afspraken

z Reeds meer dan 25 jaar ervaring

z Keuringen op maat

z Ervaren inspecteurs

z Bespaar door uw keuringen te combineren

UW PARTNER IN VEILIGHEID?

N° 234-INSP

MPB.AVG6EI.NV.01.17

3

IS EEN RISICOANALYSE VOLGENS HET KB 04/12/2012 VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE NODIG? Het KB 04/12/2012 (publicatie in het Belgisch Staatsblad van 21/12/2012) heeft de bedoeling om eenzelfde veiligheidsregime in te voeren voor alle elektrische installaties en vervangt het KB 02/06/2008 dat alleen van toepassing was op de oude elektrische installaties. Dit KB is van toepassing op zowel de laag- als de hoogspanningsinstallaties.

Alle werkgevers/uitbaters zijn voortaan verplicht om een risicoanalyse uit te voeren van elke elektrische installatie die zich bevindt in de gebouwen of op de terreinen van de onderneming of inrichting. Hieronder vallen ook de inrichtingen die door de werkgever/uitbater gehuurd worden. Het KB heeft als doel om het welzijn en veiligheid van de werknemers op de werkvloer te verbeteren. De werkgever/uitbater is verplicht om zijn werknemers, aannemers en onderaannemers op de hoogte te stellen van de risico’s die zich kunnen voordoen op de werkvloer.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de elektrische installaties die geïnstalleerd zijn voor/na 1981/1983.

z 1981 (01/10/1981): huishoudelijke installaties en gelijkgestelde installaties

z 1983 (01/01/1983): niet huishoudelijke installaties

Een oude elektrische installatie is een installatie van vóór 1981/1983.

De risicoanalyse moet uitgevoerd worden op alle elektrische installaties:

z die op de dag van vandaag in werking zijn

z alle toekomstige uitbreidingen

z alle nieuwe installaties die nog gebouwd gaan worden in de toekomst

4

RISICOBEOORDELING EN ANDERE PREVENTIEMAATREGELEN DE WERKGEVER/UITBATER:

z voert een risicoanalyse uit van elke elektrische installatie waarvan hij de houder is

z houdt eveneens rekening met de bepalingen betreffende arbeidsmiddelen

z evalueert de voorziene 11 risico’s (bijlage 2 van dit document)

z treft op grond van de risicoanalyse alle nodige preventiemaatregelen ter bescherming van de werknemer

z toont aan dat de elektrische installatie zodanig is uitgevoerd, wordt uitgebaat en in stand gehouden dat de werknemers doeltreffend beschermd zijn tegen de risico’s verbonden aan elektriciteit

z zorgt ervoor dat de elektrische installaties onderworpen worden aan de nodige controles

z verzekert de nodige opleiding van de werknemers en hij verstrekt de nodige instructies om de risico’s eigen aan het gebruik van, de uitbating van en de werkzaamheden aan de elektrische installatie te vermijden, rekening houdende met de opdrachten waarmee deze werknemers belast zijn

z stelt een dossier van de elektrische installatie (bijlage 1 van dit document) samen, bewaart het en stelt het ter beschikking van de personen bij de uitvoering van hun werk of bij het vervullen van hun opdracht.

5

MINIMUMVOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE UITVOERING VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Volgens het KB moet elke elektrische installatie ten minste voldoen, voor elk te evalueren risico, aan de bepalingen van het AREI (wetgeving op de dag van de indienststelling).

Voor de OUDE installaties is het toegelaten om hiervan af te wijken, rekening houdend met de minimumvoorschriften die opgenomen zijn in de bijlage 1 van het KB.

Alvorens de risicoanalyse aan te vangen, moeten op alle elektrische installaties de nodige controles door een erkend organisme uitgevoerd zijn. Dit wil zeggen:

z voor de elektrische installaties van vóór 1981/1983: een éérste controle onderzoek (uitgesteld gelijkvormigheidsonderzoek)

z voor de elektrische installaties van na 1981/1983 gaan we er van uit dat de gelijkvormigheidsonderzoeken en de periodieke controle onderzoeken uitgevoerd zijn. Indien dat niet het geval is en/of de verslagen zijn niet meer beschikbaar moeten deze alsnog uitgevoerd worden.

Verhoging van het veiligheidsniveau door de jaren heen

Minimale voorschriften betreffende de uitvoering van de elektrische installatie. Volgens het KB moet elke elektrische installatie ten minste voldoen, voor elk te evalueren risico, aan de bepalingen van het AREI (wetgeving op de dag van de indienststelling). Voor de OUDE installaties is het toegelaten om hiervan af te wijken, reke-ning houdend met de minimum voorschriften die opgenomen zijn in de bij-lage I van het KB. Alvorens de risicoanalyse aan te vangen, moeten op alle elektrische installa-ties de nodige controles door een erkend organisme uitgevoerd zijn. Dit wil zeggen:

voor de elektrische installaties van vóór 1981/1983: een éérste controle onderzoek (uitgestelde indienststelling);

voor de elektrische installaties van na 1981/1983 gaan we er van uit dat de gelijkvormigheidsonderzoeken en de periodieke controle onder-zoeken uitgevoerd zijn. Indien dat niet het geval is en/of de verslagen zijn niet meer beschikbaar moeten deze alsnog uitgevoerd worden.

Verhoging van het veiligheidsniveau door de jaren heen

Uitvoeringstermijnen? Voor de installaties van vóór 1981/1983: 1ste controle onderzoek ten laatste op 1/1/2014; Risico beoordeling en algemene preventiemaatregelen ten laatste op

31/12/2014; Minimale voorschriften betreffende de uitvoering ten laatste op

31/12/2016 (eventueel verlengbaar tot 31/12/2018). Voor de installaties na 1981/1983: Vanuit de “wet op het welzijn” van de werknemer moet het principe van het “dynamisch risicobeheer” toegepast worden. Het is aan de werkgever om periodiek opnieuw de risico’s te beoordelen en de gepaste maatregelen te nemen, en dit op basis van “de stand der techniek”.

Hoe gaat Electro-Test te werk? De risicoanalyse wordt altijd samen met een vertegenwoordiger van uw bedrijf uitgevoerd. In de meeste gevallen is dit de installatieverantwoorde-lijke en/of de preventieadviseur. Hieronder een beschrijving van onze werkwijze: Om een volledige risicoanalyse te kunnen uitvoeren dient u uw

installatie eerst in kaart te brengen. Door de jaren heen is er heel wat gewijzigd in het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties): Het bouwjaar van uw installatie is dus heel belangrijk. Zo kunnen

wij inschatten aan welke wetgeving (ARAB-AREI) de installatie dien-de te voldoen. Het AREI heeft GEEN terugwerkende kracht. Op basis van het bouwjaar van uw installatie worden de eventuele afwijkingen bepaald.

Om te kunnen starten met de risicoanalyse is het dus heel belangrijk dat de afwijkingen van de inbreuken gescheiden worden. Enkel op de afwijkingen wordt een risicoanalyse uitgevoerd. De inbreuken (hier wordt geen risicoanalyse op uitgevoerd), dient u zo snel mogelijk op te lossen.

Om een risicoanalyse kwalitatief en volledig te kunnen uitvoeren, die-nen wij, in functie van het type installatie, in het bezit te zijn van:

6

UITVOERINGSTERMIJNEN? Voor de installaties van vóór 1981/1983:

z 1ste controle onderzoek ten laatste op 01/01/2014

z Risico beoordeling en algemene preventiemaatregelen ten laatste op 31/12/2014

z Minimale voorschriften betreffende de uitvoering ten laatste op 31/12/2016 (eventueel verlengbaar tot 31/12/2018)

Voor de installaties na 1981/1983: Vanuit de “wet op het welzijn” van de werk- nemer moet het principe van het “dynamisch risicobeheer” toegepast worden. Het is aan de werkgever/uitbater om periodiek opnieuw de risico’s te beoordelen en de gepaste maatregelen te nemen, en dit op basis van “de stand der techniek”.

7

AANPAK ELECTROTEST De risicoanalyse wordt altijd samen met een vertegenwoordiger van uw bedrijf uitgevoerd. In de meeste gevallen is dit de installatieverantwoordelijke en/of de preventieadviseur.

Hieronder een beschrijving van onze werkwijze:

Om een risicoanalyse kwalitatief en volledig te kunnen uitvoeren, dienen wij, in functie van het type installatie, in het bezit te zijn van het dossier van de elektri-sche installatie (zie bijlage 1 van dit document).

Door de jaren heen is er heel wat gewijzigd in het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties):

z Het bouwjaar van uw installatie is dus heel belangrijk. Zo kunnen wij inschatten aan welke wetgeving (ARAB-AREI) de installatie diende te voldoen. Het AREI heeft geen terugwerkende kracht. Op basis van het bouwjaar van uw installatie worden de eventuele afwijkingen bepaald.

z Om te kunnen starten met de risicoanalyse is het dus heel belangrijk dat de afwijkingen van de inbreuken gescheiden worden. Enkel op de afwijkingen wordt een risicoanalyse uitgevoerd. De inbreuken (hier wordt geen risicoanalyse op uitgevoerd), dient u zo snel mogelijk op te lossen.

z Na het uitvoeren van een eerste controle op de oude elektrische instal-latie, zullen we op basis van een risicoanalyse, een aantal voorstellen doen, eventueel rekening houdend met de minimale voorschriften zoals beschreven in bijlage 1 van het KB 04/12/2012.

z Vervolgens gaan we op de ganse elektrische installatie een risicoanalyse uitvoeren naar de 11 risico’s zoals ze opgenomen zijn in artikel 4 van het KB.

8

z In samenspraak stellen we een plan van aanpak op en bekijken met u de nodige maatregelen die genomen kunnen worden. Indien mogelijk zullen er meerdere mogelijke maatregelen voorgesteld worden. Elk risico zal door een afzonderlijke steekkaart worden weergegeven (voorbeeld in bijlage

3 in dit document). U beslist zelf welk(e) restrisico(‘s) aanvaardbaar zijn voor uw bedrijf.

z Wij staan steeds ter beschikking voor advies.

1. schema’s van de installatie (schema, tabellen of lijsten); 2. Voor indienststellings- en controleverslagen; 3. berekeningsnota’s en andere documenten indien van toepassing. 4. Uitwendige invloeden en vitale stroombanen

Na het uitvoeren van een eerste controle op de oude elektrische instal-

latie, zullen we op basis van een risicoanalyse, een aantal voorstellen doen, eventueel rekening houdend met de minimale voorschriften zo-als beschreven in bijlage 1 van het KB 04/12/2012.

Vervolgens gaan we op de ganse elektrische installatie een risicoanaly-se uitvoeren naar de 11 risico’s zoals ze opgenomen zijn in artikel 4 van het KB (bijlage 2).

In samenspraak stellen we een plan van aanpak op en bekijken met u de nodige maatregelen die genomen kunnen worden. Indien mogelijk zullen er meerdere mogelijke maatregelen voorgesteld worden. Elk risi-co zal door een afzonderlijke steekkaart worden weergegeven (bijlage 3). U beslist zelf welke restrisico (’s) aanvaardbaar zijn voor uw bedrijf.

Wij staan steeds ter beschikking voor advies.

Welke diensten kan Electro-Test u nog bieden? Risicoanalyses op uw elektrische installatie:

op uw laagspanningsinstallatie op uw hoogspanningsinstallatie bijkomende testen en metingen (indien van toepassing)

Advies geven over de te nemen maatregelen;

Het opstellen van een plan van aanpak;

Controles uitvoeren volgens adviezen; Het adviseren betreffende het verplichte elektrisch dossier.

9

BIJLAGE 1 - Dossier van de elektrische installatie

1. De schema’s en de plannen van de elektrische installatie:

Iedere elektrische installatie maakt het voorwerp uit van één of meerdere:

z stroombaanschema’s z inplantingsplannen, indien van toepassing bij HS z situatieplannen van de aardverbindingen z plannen met de uitwendige invloeden

Indien van toepassing zijn de hiervoor genoemde schema’s en plannen aangevuld met:

z zoneringsplannen z plan van de vitale stroombanen z plan van de ondergrondse leidingen

Indien noodzakelijk voor het begrip, de correcte installatie en de veilige uitbating, zijn deze schema’s en plannen aangevuld met:

z functionele schema’s z uitvoeringsschema’s z samenstellingsplannen van de uitrustingen

De schema’s en de plannen kunnen worden aangevuld met documenten die op een meer gedetailleerde wijze de verschillende kenmerken van het elektrisch materieel en/of de producten bevatten. De schema’s en/of hun bijlagen kunnen het volgende bevatten:

z de nominale spanningen en de aard van de stromen z het aardingsschema z de te verwachten kortsluitstromen aan de oorsprong van de installatie en

ter hoogte van elk verdeelbord z de aard, de samenstelling en de kenmerken van de stroombanen z de kenmerken van de bronnen (alternatoren, transformatoren,

omvormers, ...) met onder meer: het vermogen, nominale spanningen en -stromen, impedanties, ...

10

z de kenmerken van de elektrische leidingen met inbegrip van de beschermingsgeleiders: plaatsingswijze, aard, aantal en doorsnede van de geleiders, de lengte van de leidingen

z de kenmerken van de beveiligingsinrichtingen: de toegekende stroom-sterkte, het onderbrekingsvermogen, de aard en de onderbrekingsken-merken

z de kenmerken van de schakeltoestellen, scheidingstoestellen en contactoren, hun toegekende stroomsterkte en gebruikscategorie

z de kenmerken van de vast opgestelde gebruikstoestellen.

2. Afwijkingen op het AREI

Indien de elektrische installatie delen omvat die al of niet volledig voldoen aan het AREI, de identificatie van deze delen, de conclusies van de risico evaluatie met betrekking tot deze delen en een verantwoording van de maatregelen die een bescherming van het welzijn van de werknemers verzekeren op een niveau dat gelijkaardige waarborgen biedt als deze die bereikt worden door de naleving van het AREI.

3. Berekeningsnota’s en andere documenten

U dient in het bezit te zijn van een dossier met alle kabel- en kortsluitstroombe-rekeningen op basis van de hiervoor aangehaalde schema’s en plannen van de installatie.

4. Controleverslagen

z Het eerste controleverslag (installaties van voor 1983) z Het gelijkvormigheidsonderzoek (installaties van na 1983) z De verslagen van de twee laatste periodieke keuringen volgens het AREI

5. Instructies

Het ophangen van de EHBO-voorschriften. Het ter beschikking stellen van procedures/instructies voor de werknemers.

6. BA4/BA5 personeel

De lijst van de werknemers die over de bekwaamheid BA4/BA5 beschikken, de domeinen waarvoor deze bekwaamheid geldig is en de evaluatie die geleid heeft tot het toekennen van de bekwaamheid.

11

01

Elektrische schokken

... door rechtstreekse aanraking.

02 ... door onrechtstreekse aanraking.

03 ... te wijten aan ontlading.

04 ... te wijten aan potentiaalspreiding.

05 ... te wijten aan ophoping van energie (condensatoren,…).

06

Thermische invloeden

... brandwonden omwille van de elektrische installaties

07 ... brand te wijten aan de elektrische installatie.

08 ... ontploffing te wijten aan de elektrische installatie.

09... te wijten aan oververhitting omwille van de elektrische installatie.

10 ... te wijten aan lichtbogen.

11 Overstromen ... te wijten aan overbelasting, kortsluiting en isolatiefout.

12

Overspanning

... ten gevolge van fouten die kunnen ontstaan tussen actieve delen op kringen van verschillende spanningen.

13 ... ten gevolge van inzonderheid het schakelen.

14 ... van atmosferische ontladingen.

15 Spanningsdaling en het terug opkomen van de spanning.

16

Gezondheid

... risico’s te wijten aan elektrische velden.

17 ... risico’s te wijten aan magnetische velden.

18 ... besmettingsrisico’s.

19 Bewegingen ... en het ontijdig aanzetten.

20 Werkrisico’s inherent aan het gebruik van elektrische energie en de werkzaamheden aan de elektrische installaties.

BIJLAGE 2 - Beschrijving van ons overzicht van de risico’s

12

Index bijlage

Situatie Alle klaslokalen

Foto

AREI art: 68Bescherming tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking. Algemene principes tot het voorkomen van elektrische schokken bij laagspanning.

KB 04/12/2012 hoofdstuk II art. 4

2Elektrische schokken door onrechtstreekse aanraking.

7Thermische invloeden: brand te wijten aan de elektrische installatie.

UitlegVerlichtingstoestellen van de klasse I zijn niet verbonden met een beschermingsgeleider. Ten gevolge van een isolatiefout zal er geen foutstroom naar de aarde vloeien om de beveiliging te doen werken.

Toegelaten op het moment van de indienststelling?

Ja, volgens de toen geldende reglementering

BIJLAGE 3 - Voorbeeld steekkaart

Bijlage 2 - Beschrijving van ons overzicht van de risico’s

1.

Elektrische schokken

… door rechtstreekse aanraking.

2. … door onrechtstreekse aanraking.

3. … te wijten aan ontlading.

4. … te wijten aan potentiaalspreiding.

5. … te wijten aan ophoping van energie (condensatoren,…).

6.

Thermische invloeden

… , brandwonden omwille van de elektrische installa-ties

7. …, brand te wijten aan de elektrische installatie.

8. …, ontploffing te wijten aan de elektrische installatie.

9. …, te wijten aan oververhitting omwille van de elek-trische installatie.

10. …, te wijten aan lichtbogen.

11. Overstromen te wijten aan overbelasting, kortsluiting en isolatie-fout.

12.

Overspanning

… ten gevolge van fouten die kunnen ontstaan tus-sen actieve delen op kringen van verschillende span-

ningen.

13. … ten gevolge van inzonderheid het schakelen.

14. … van atmosferische ontladingen.

15. Spanningsdaling en het terug opkomen van de spanning.

16.

Gezondheid

…, risico’s te wijten aan elektrische velden.

17. …, risico’s te wijten aan magnetische velden.

18. …, besmettingsrisico’s.

19. Bewegingen … en het ontijdig aanzetten.

20. Werkrisico’s inherent aan het gebruik van elektrische energie en de werkzaamheden aan de elektrische installaties.

Bijlage 3– Steekkaart

Index bijlage:

Situatie Alle klaslokalen

Foto

AREI art.: 68 Bescherming tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking - Algemene principes tot het voorkomen van elektrische schokken bij laag-spanning.

KB 04/12/2012 hoofdstuk II art.4

2 Elektrische schokken door onrecht-streekse aanraking.

7 Thermische invloeden: brand te wijten

aan de elektrische installatie. Uitleg: Verlichtingstoestellen van de klasse I zijn niet verbonden met een bescher-

mingsgeleider. Ten gevolge van een isolatiefout zal er geen foutstroom naar de aarde vloeien om de beveiliging te doen werken. Er is constant brand- en elektrocutiegevaar.

Toegelaten op het moment van de indienst-stelling?

Ja, volgens de toen geldende reglementering

Risicoanalyse op basis van NBN EN ISO 12100: Veiligheid van machinesBasisbegrippen voor ontwerpRisicobeoordeeling en risicovermindering

13

Kwantificatie van de risico’s:

Frequentie (Fr):

≤ 1 uur (+5)> 1 u tot ≤ 1 dag (+4)> 1 dag tot ≤ 2 weken (+3)> 2 weken tot ≤ 1 jaar (+2)> 1 jaar (+1)

3

Waarschijnlijkheid van een incident (Pr):

Zeer hoog (+5) Mogelijk (+4) Misschien (+3) Zelden (+2) Verwaarloosbaar (+1)

4

Afwendings- mogelijkheid (Av)

Onmogelijk (+5) Zelden (+3) Waarschijnlijk (+1)

5

Totaal 12

GevolgenErnst (Se)

Klasse (CI)

3-4 5-7 8-10 11-13 14-15

dood, amputatie 4 x

onomkeerbaar, verlies van vingers 3

omkeerbaar, medische behandeling is nodig

2

omkeerbaar, eerste hulp is nodig 1

Partiële Besluit:Aanvaardbaar Maatregelen te treffen Niet aanvaardbaar

14

Oplossingen Mogelijk Na toepassingRisico aan-vaarbaar?

Fr Pr Av CI Se

1Alle toestellen binnen/buiten handbereik moeten met de aarde verbonden worden.

3 2 5 10 1 Ja

2

Alle toestellen binnen/buiten handbereik moeten vervan-gen worden door toestellen van de klasse II.

3 1 5 9 1 Ja

3

Alle toestellen buiten hand-bereik kunnen voorlopig in dienst blijven.

De elektrische stroombanen voor deze kringen zullen extra voorzien worden van een differentieelschakelaar van 30 mA.

Indien er herstellingswerk-zaamheden uitgevoerd wor-den en/of lampen vervangen worden moet dit buiten span-ning gebeuren en volgens een opgestelde procedure.

Bij verbouwingswerkzaamhe-den zullen in de toekomst alle elektrische leidingen voorzien worden van een bescher-mingsgeleider.

3 3 5 11 2 Misschien

WAARVOOR KUNT U BIJ ELECTROTEST NOG TERECHT?

CONTROLES

z Elektriciteit z Explosieveiligheid (ATEX) z Gas z Water en riolering z Branddetectie z Noodverlichting - Veiligheidsverlichting z Hefwerktuigen en liften z Elektrische installaties in medische ruimten z Energie (EPC-EPB) z Thermografie

OPLEIDINGEN - ADVIEZEN & RISICOANALYSES z Meer info vind je op www.electro-test.be

Al onze diensten vindt u op:WWW.ELECTRO-TEST.BE

HOOFDKANTOORKerkstraat 331820 Melsbroek

T +32 (0)2 751 98 39F +32 (0)2 751 52 09E [email protected]

ANTWERPENT +32 (0)3 233 56 66

WEST-VLAANDERENT +32 (0)50 79 26 66

OOST-VLAANDERENT +32 (0)9 223 56 66

LIMBURGT +32 (0)11 72 05 65

VLAAMS-BRABANTT +32 (0)16 30 96 66

LIÈGET +32 (0)4 223 06 66

HAINAUTT +32 (0)65 31 96 66T +32 (0)71 30 76 66

NAMURT +32 (0)81 73 96 66

LUXEMBOURG T +32 (0)84 22 37 00