- 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et...

15
- 1249 / 6 - 97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1997-1998 (*) 27 OKTOBER 1997 ONTWERPVANALGEMENE UITGAVENBEGROTING voor het begrotingsjaar 1998 BELEIDSNOTA van het ministerie van Middenstand en Landbouw voor het begrotingsjaar 1998 (**) L- MIDDENSTAND EN KMO De wereld van de Kleine en Middelgrote Onderne- mingen en de zelfstandigen vormt een belangrijke schakel in onze economie. De recentste gegevens van het N.LS. tonen het belang aan van deze sector. In 1996 zijn er 6 611 KMO-vennootschappen meer dan in 1995. Het aantal zelfstandigen in hoofdberoep bedroeg in 1996 591 654. De gezamenlijke omzet van de KMO-vennoot- schappen nam in 1996 met 4,5 %toe ten opzichte van 1995 en bedroeg 9 132 miljard. Ook de uitvoerpresta- ties van de KMO's verbeterden in 1996. Het aantal exporterende KMO's steeg met 3 on tot n 221. Hun totaal uitvoerbedrag bedroeg 3 493 miljard, dit is een stijging met 12,8 % ten opzichte van 1995. Zie: - 1249 - 97 / 98 : - N' 1 : Uitgavenbegroting. - N" 2 en 3 : Verantwoordingen. - N" 4 en 5 : Beleidsnota's. (*) Vierde zitting van de 49' zittingsperiode. (**) Overeenkomstig artikel 79,n' 1,van het Reglement van de Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft de minister van Landbouwen de Kleine en Middelgrote Ondernemingen de beleidsnota van zijn departement overgezonden. - 1249 / 6 - 97 / 98 Chambre des Représentants de Belgique SESSION ORDINAIRE 1997-1998 (*) 27 OCTOBRE 1997 PROJET DE BUDGET GENERAL DES DEPENSES pour l'année budgétaire 1998 NOTE DE POLITIQUE GENERALE du ministère des Classes moyennes et de l'Agriculture pour l'année budgétaire 1998 (**) L- CLASSES MOYENNES ET PME Le monde des Petites et Moyennes Entreprises et des indépendants constitue un maillon important de notre économie. Les données les plus récentes de l'LN.S. soulignent l'importance de ce secteur. En 1996, on dénombrait 6.611 PME-sociétés de plus qu'en 1995. La même année, le nombre d'indépen- dants à titre principal a atteint 591 654. Toujours en 1996, le chiffre d'affaires global des PME-sociétés a augmenté de 4,5% par rapport à 1995. Il se chiffrait à 9 132 milliards. Les résultats à l'exportation des PME ont également progressé en 1996. Le nombre de PME exportatrices a augmenté de 3 on unités pour atteindre le nombre de n 221. Le montant total de leurs exportations se chiffrait à 3 493 milliards, soit une augmentation de 12,8% par rapport à 1995. Voir: - 1249 - 97 / 98 : - N°1 : Budget des dépenses. - N" 2 et 3 : Justifications. - N" 4 et 5 : Notes de politique générale. (*) Quatrième session de la 49' législature. (**) Conformément à l'article 79, n° 1, du Règlement de la Chambre des Représentants, le ministre de l'Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises a transmis la note de politique générale de son département. S.-2953

Transcript of - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et...

Page 1: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

- 1249 / 6 - 97 / 98

Belgische Kamervan Volksvertegenwoordigers

GEWONE ZITTING 1997-1998 (*)

27 OKTOBER 1997

ONTWERPVANALGEMENEUITGAVENBEGROTING

voor het begrotingsjaar 1998

BELEIDSNOTAvan het ministerie van Middenstand

en Landbouwvoor het begrotingsjaar 1998 (**)

L - MIDDENSTAND EN KMO

De wereld van de Kleine en Middelgrote Onderne-mingen en de zelfstandigen vormt een belangrijkeschakel in onze economie. De recentste gegevens vanhet N.LS. tonen het belang aan van deze sector. In1996 zijn er 6 611 KMO-vennootschappen meer danin 1995. Het aantal zelfstandigen in hoofdberoepbedroeg in 1996 591 654.

De gezamenlijke omzet van de KMO-vennoot-schappen nam in 1996met 4,5 %toe ten opzichte van1995 en bedroeg 9 132miljard. Ook de uitvoerpresta-ties van de KMO's verbeterden in 1996. Het aantalexporterende KMO's steeg met 3 on tot n 221. Huntotaal uitvoerbedrag bedroeg 3 493 miljard, dit is eenstijging met 12,8 % ten opzichte van 1995.

Zie:- 1249 - 97 / 98 :

- N' 1 :Uitgavenbegroting.- N" 2 en 3 :Verantwoordingen.- N" 4 en 5 :Beleidsnota's.

(*) Vierde zitting van de 49' zittingsperiode.(**) Overeenkomstig artikel 79,n' 1,van het Reglement van de

Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft de minister vanLandbouwen de Kleine en Middelgrote Ondernemingen debeleidsnota van zijn departement overgezonden.

- 1249 / 6 - 97 / 98

Chambre des Représentantsde Belgique

SESSION ORDINAIRE 1997-1998 (*)

27 OCTOBRE 1997

PROJET DE BUDGET GENERALDES DEPENSES

pour l'année budgétaire 1998

NOTE DE POLITIQUE GENERALEdu ministère des Classes moyennes

et de l'Agriculturepour l'année budgétaire 1998 (**)

L - CLASSES MOYENNES ET PME

Le monde des Petites et Moyennes Entreprises etdes indépendants constitue un maillon important denotre économie. Les données les plus récentes del'LN.S. soulignent l'importance de ce secteur. En1996, on dénombrait 6.611 PME-sociétés de plusqu'en 1995. La même année, le nombre d'indépen-dants à titre principal a atteint 591 654.

Toujours en 1996, le chiffre d'affaires global desPME-sociétés a augmenté de 4,5% par rapport à1995. Il se chiffrait à 9 132 milliards. Les résultats àl'exportation des PME ont également progressé en1996. Le nombre de PME exportatrices a augmentéde 3 on unités pour atteindre le nombre de n 221.Le montant total de leurs exportations se chiffrait à3 493 milliards, soit une augmentation de 12,8%parrapport à 1995.

Voir:- 1249 - 97 / 98 :

- N°1 : Budget des dépenses.- N" 2 et 3 : Justifications.- N" 4 et 5 : Notes de politique générale.

(*) Quatrième session de la 49' législature.(**) Conformément à l'article 79, n° 1, du Règlement de la

Chambre des Représentants, le ministre de l'Agriculture et desPetites et Moyennes Entreprises a transmis la note de politiquegénérale de son département.

S.-2953

Page 2: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

- 1249 / 6 - 97 / 98

Ondanks de lage rentevoet daalden de investerin-gen van de KMO-vennootschappen, goed voor 54 %van de totale investeringen van vennootschappen,met 13 miljard of een daling met 3,3 %.

Niettegenstaande de moeilijke economische con-junctuur tijdens de eerste helft van de jaren '90werden in de KMO's nog 30 000 extra banen ge-creëerd. Wanneer we de KMO-werknemers en desector van de zelfstandigen groeperen, vertegen -woordigen zij vandaag samen 56 % van de totaleprivé- tewerkstelling.

Maatregelen als de versterking van de lage loon-maatregel, het Plus 2 - Plus 3-plan, de verruimingvan de hoogste Maribel tot typische KMO-sectorenals de bouw, de horeca en de detailhandel, de aan-werving van deeltijdsen met vermindering van pa-tronale bijdragen, onder meer in het geval van loop-baanonderbreking, zullen het mogelijk maken omhet aanwezige tewerkstellingspotentieel binnen deKMO's te activeren. De verdere verlaging van dearbeidskosten in deze ondernemingen blijft dan ookprioritair in het KMO-beleid.

In uitvoering van het Regeerakkoord, zal een ont-werp van programmawet tot bevordering van hetzelfstandig ondernemerschap worden ingediend. Demaatregelen die in dit ontwerp zijn uitgewerkt, kun-nen in drie beleidslijnen worden gebundeld:

1. Een coherente starterspolitiek2. Een politiek tot versterking van het econo-

misch draagvlak van de KMO's3. Een politiek van administratieve vereenvoudi-

ging en begeleiding

1. Een coherente starterspolitiek

Het aantal faillissementen van KMO-vennoot-schappen is gestegen van 2 319 in 1989 naar 5 864 in1996. Waar de verhouding tussen nieuwopgerichtevennootschappen versus faillissementen nog 12 tot 1bedroeg in 1989, is deze verhouding teruggevallen op3 tot 1 in 1996.

Daarnaast blijkt uit recente studies dat 60 %vande faillissementen zich voordoet bij de ondernemin-gen die minder dan 5 jaar oud zijn.

Het onderzoek van de UFSIA bij curatoren overoorzaken van faillissementen bij jonge KMO's wijstbovendien uit dat gebrekkige startersvaardighedenop het vlak van de beheerscontrole en het manage-ment meer doorwegen bij faillissementen dan tekor-ten in commerciële en technische vaardigheden. Eenbetere opleiding en begeleiding zou in vele gevalleneen faillissement kunnen voorkomen.

Deze conclusies ondersteunden de noodzaak aaneen beleid gericht op een betere voorbereiding vanstartende zelfstandigen en een verhoogde onderne-mingsna tali tei t.

[ 2 ]

Malgré un faible taux d'intérêt, les investisse-ments des PME-sociétés, représentant 54% de l'en-semble des investissements des sociétés, ont diminuéde 13 milliards, soit une baisse de 3,3 %.

Nonobstant la mauvaise conjoncture économiqueconstatée au cours de la première moitié des années'90, les PME ont créé 30 000 emplois supplémentai-res. Le groupe des travailleurs salariés des PME etdu secteur des travailleurs indépendants, représenteaujourd'hui 56 % de l'emploi total dans le secteurprivé.

Des mesures telles que la renforcement de la me-sure - bas salaires, le Plan Plus 2 - Plus 3, l'exten-sion du Maribel majoré à des secteurs typiquementPME tels que la construction, l'horéca et le commercede détail, ainsi que l'embauche de temps partielsavec réduction des cotisations patronales, notam-ment en cas d'interruption de carrière, permettrontd'activer le potentiel actuel de création d'emploisdans les PME. Poursuivre la réduction des coûts dutravail dans ces entreprises demeure dès lors priori-taire dans le cadre de la politique des PME.

En exécution de l'Accord de Gouvernement, unprojet de loi-programme pour la promotion de l'entre-prise indépendante sera déposé. Les mesures pré-vues dans ce projet peuvent être regroupées en troislignes de politique:

1. Une politique cohérente pour les débutants2. Une politique de renforcement de l'assise éco-

nomique des PME3. Une politique de simplification administrative

et d'accompagnement administratif

1. Une politique cohérente pour les débu-tants

Le nombre de faillites de PME-sociétés est passéde 2 319 en 1989 à 5864 en 1996. Alors que le rap-port entre le nombre de sociétés nouvelles et celui desfaillites était encore de 12 contre 1 en 1989, ce rap-port est tombé à 3 contre 1 en 1996.

Par ailleurs, de récentes études révèlent que 60 %des faillites ont lieu parmi les entreprises de moinsde 5 ans.

L'enquête menée par l'UFSIA auprès de curateursquant aux causes de faillites de jeunes PME indiqueen outre que les capacités insuffisantes des débu-tants en matière de contrôle de gestion et de manage-ment sont davantage déterminantes dans les faillitesque les inaptitudes commerciales et techniques. Unemeilleure formation et un meilleur accompagnementpourraient dans de nombreux cas éviter la faillite.

Ces conclusions ont confirmé la nécessité d'élabo-rer une politique visant une meilleure préparationdes indépendants débutants et un accroissement descréations d'entreprises.

Page 3: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

1.1. Daartoe wordt de wet betreffende de toegangtot het zelfstandig beroep, de zogenaamde vesti-gingswet, grondig gemoderniseerd.

De nieuwe vestigingswet wil de vereisten inzakeberoepsbekwaamheid drastisch vereenvoudigen enharmoniseren. De 42 vandaag gereglementeerde be-roepen worden gegroepeerd in 4 clusters, nl. de bouw,de voeding, de persoonsverzorging en de technischeberoepen. Voor elk van deze clusters zullen specifie-ke vormingsvereisten worden opgesteld; ook kunnenberoepseigen bekwaamheidseisen worden toege-voegd. De bepaling van deze vereisten zal gebeurenna een grondige evaluatie, op basis van wettelijkvastgelegde criteria, door het departement in samen-spraak met de betrokken sectoren.

Daarnaast wordt de basiskennis van het bedrijfs-beheer veralgemeend tot alle handelaars, ongeachtof hun beroep al dan niet is gereglementeerd op hetvlak van de beroepsbekwaamheid.

Tenslotte wordt een specifieke stageformule voorzelfstandigen ingevoerd. Het objectief hiervan is ookpersonen die niet over de nodige ervaring of hetvereiste diploma beschikken, de kans te geven deondernemers- vaardigheden via de praktijk te ver-werven met het oogop hun vestiging in een zelfstan-dig beroep.

1.2. Om de toegang van starters tot de kapitaal-markt te verbeteren, krijgt het Participatiefonds demogelijkheid om een deel van het risico verbondenaan een starterskrediet voor zijn rekening te nemen.In samenwerking met de kredietinstellingen zaldaartoe een regeling worden uitgewerkt waardoorhet bankrisico op startersleningen wordt verlaagd endie op die manier een krachtig economisch en sociaalhefboomeffect op de ondernemingsnataliteit zal kun-nen hebben.

2. Een politiek tot versterking van het eco-nomisch draagvlak van de KMO's

2.1. De snelheid van de technologische evolutievereist vandaag een degelijke permanente bijscho-ling van werknemers. Het bestaand stelsel van edu-catiefverlofvindt echter weinig ofgeen toepassing inKMO's, hetgeen voor deze laatste het risico inhoudtop een concurrentiële handicap. Daarom zal dit stel-sel worden aangepast aan de specifieke noden van deKMO's: het systeem geldt voor beroepsopleidingenbuiten de arbeidsuren, het wederzijds akkoord vanwerknemer en werkgever is nodig, de werknemerheeft recht op uitbetaling van het loon in plaats vanop inhaalrust.

2.2. De opmerkelijke tewerkstellingsresultatenvan de KMO's werden hoger reeds aangehaald.

Om het tewerkstellingspotentieel- dat zich voor-namelijk bij de kleinste ondernemingen situeert -verder te benutten, wordt een fiscale vrijstelling ver-leend ten belope van 165 000 frank per bijkomend

[ 3 ] - 1249 / 6 - 97 / 98

1.1. Daartoe wordt de wet betreffende de toegangtot het zelfstandig beroep, de zogenaamde vesti-gingswet, grondig gemoderniseerd.

La nouvelle loi d'accès tend à simplifier et harmo-niser radicalement les exigences en matière de com-pétence professionnelle. Les 42 professions régle-mentées à ce jour sont subdivisées en 4 groupes: laconstruction, l'alimentation, les soins aux personneset les professions techniques. Des normes spécifiquesde formation seront fixées pour chacun de ces grou-pes auxquelles des normes spécifiques de compéten-ce professionnelle à chaque profession pourronts'ajouter. La définition de ces normes s'opérera auterme d'une évaluation approfondie, sur la base decritères définis dans la loi, par le Département, enconcertation avec les secteurs concernés.

Il est en outre prévu de généraliser les connaissan-ces de gestion de base à tous les indépendants, queleur profession soit réglementée ou non en matière decompétence professionnelle.

Enfin, une formule de stage spécifique pour desindépendants est instaurée. L'objectif de cette mesu-re est de permettre à ceux qui n'ont pas l'expérienceou le diplôme requis d'acquérir, par la pratique, lescapacités entrepreneuriales en vue de leur établisse-ment dans une profession indépendante.

1.2. Afin d'améliorer l'accès des débutants aumarché des capitaux, le Fonds de Participation estdoté de la possibilité de prendre en charge une partiedu risque lié aux crédits des débutants. Dans cetteperspective et en collaboration avec les institutionsde crédit, un régime sera élaboré, qui permettra deréduire le risque bancaire des prêts pour débutantset qui pourra constituer par conséquent un puissantlevier économique et social pour la création d'entre-prises.

2. Une politique de renforcement de l'assiseéconomique des PME

2.1. L'évolution technologique galopante nécessi-te aujourd'hui une formation complémentaire per-manente des travailleurs salariés. Le système actuelde congé-éducation payé n'est cependant pas, ou trèspeu, utilise dans les PME qui, de ce fait, risquent desouffrir d'un handicap concurrentiel. C'est pourquoice système sera adapté aux spécificités des PME: lesystème est d'application pour les formations profes-sionnelles en dehors des heures de travail, l'accordmutuel de l'employeur et du travailleur est nécessai-re et le travailleur a droit au paiement de son salaireen lieu et place du repos de récupération.

2.2. Les résultats remarquables enregistrés parles PME en matière de création d'emplois ont déjà étémentionnés ci-avant.

Afin d'activer le potentiel d'emploi - existantprincipalement chez les plus petites entreprises -une exonération fiscale de 165 000 FB est accordéepour tout membre de personnel supplémentaire en-

Page 4: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

- 1249 / 6 - 97 / 98

personeelslid in de ondernemingen met minder dan11 werknemers.

2.3. Voor groei-KMO's met nood aan bijkomendefinanciële middelen worden enkele fiscale stimuliingevoerd om nieuw kapitaal aan te trekken op debeurs. Het openstellen van het kapitaal door eenbeursintroductie vormt voor familiale ondernemin-gen immers vaak de beste garantie voor de continuï-teit en groei. Daarom zalonder meer een verminde-ring van de roerende voorheffing tot 15 % wordentoegekend op de dividenden van alle aandelen vanKMO-vennootschappen die zich op de beurs inschrij-ven, evenals een vrijstelling van registratierechtenop de inbreng van nieuw kapitaal.

3. Een politiek van administratieve vereen-voudiging en begeleiding

De voorbije decennia is het volume van de regelge-ving en de eraan verbonden administratieve formali-teiten sterk toegenomen. Deze administratieve ver-plichtingen, waarvan de relatieve kost veel zwaarderweegt op KMO's dan op grote ondernemingen, vor-men stilaan een rem op de economische groei en deontwikkeling van de werkgelegenheid.

Van een beleid van administratieve vereenvoudi-ging kan echter niet worden verwacht dat het opkorte termijn leidt tot een drastische verminderingvan het aantal formulieren. Op de eerste plaats moeteen halt worden toegeroepen aan de creatie van nieu-we administratieve verplichtingen en een doeltref-fende begeleiding worden georganiseerd.

Daartoe worden maatregelen genomen op tweeniveaus:

3.1. Door de invoeringvan een homogeen netwerkvan unieke KMa-loketten - waar op één en dezelfdeplaats en in de onmiddellijke omgeving van de onder-nemingen zowel een maximum aan administratieveformaliteiten zullen kunnen worden vervuld (bij-voorbeeld inschrijving in het handelsregister, BTW-nummer, aanvraag vestigingsattest, ...) , als infor-matie en advies worden verkregen - wordt eenbedrijfsvriendelijke relatie opgebouwd. Anderzijdszal door de samenwerking tussen deze dienstencen-tra en de administraties de totstandkoming van ver-eenvoudigde reglementen, procedures en formalitei-ten worden bevorderd.

3.2. De oprichting van een specifieke dienst bij deDiensten van de Eerste Minister, Dienst voor deAdministratieve Vereenvoudiging genoemd. Dezedienst wordt belast met het bevorderen, opvolgen encoördineren van de initiatieven en werkzaamhedenvan de federale administraties met betrekking tot deadministratieve vereenvoudiging. Deze dienst zal te-gelijkertijd over een instrument beschikken dat toe-laat constant en op een systematische wijze de im-pact van de reglementeringen op de ondernemingen,

[ 4 ]

gagé dans les entreprises comptant moins de 11 tra-vailleurs.

2.3. Pour les PME à potentialité de croissanceayant besoin de moyens financiers supplémentaires,quelques stimulants fiscaux sont instaurés afin d'at-tirer ces nouveaux capitaux en bourse. En effet,l'ouverture du capital par une introduction en bourseconstitue souvent pour les entreprises familiales lameilleure garantie de continuité et de croissance.C'est la raison pour laquelle une réduction du pré-compte mobilier à 15 % sera entre autres octroyéesur les dividendes de toutes les actions de PME-sociétés cotées en bourse. De même, une exonérationdes droits d'enregistrement sur l'apport de capitalnouveau est prévue.

3. Une politique de simplification adminis-trative et d'accompagnement administratif

Au cours des précédentes décennies, le volume dela réglementation et des formalités administrativesqui en découlent a fortement augmenté. Ces con-traintes administratives, dont le coût relatif pèsedavantage sur les PME que sur les grandes entrepri-ses, constituent petit à petit un frein à la croissanceéconomique et au développement de l'emploi.

On ne peut cependant prétendre qu'une politiquede simplification administrative pourra à court ter-me aboutir à une réduction significative du nombrede formulaires. Il faut tout d'abord arrêter la créationde nouvelles contraintes administratives et organi-ser un encadrement efficace.

A cette fin, des mesures sont prises sur deux ni-veaux:

3.1. L'instauration d'un réseau homogène de gui-chets-PME uniques - rassemblant en un seul etmême lieu et à proximité immédiate des entreprisesun maximum de formalités administratives (parexemple: inscription au registre de commerce, numé-ro de T.V.A., demande d'attestation d'accès à la pro-fession, ...), d'informations et de conseils - favorise-ra des relations plus conviviales entre lesadministrations et les entreprises. Par ailleurs, lacollaboration entre ces services et les administra-tions favorisera la conception de règlements, de pro-cédures et de formalités plus simplifiées.

3.2. Création d'une unité spécifique auprès desServices du Premier Ministre appelée Agence pour laSimplification Administrative. Ce service est chargéde promouvoir, suivre et coordonner les initiatives ettravaux des administrations fédérales en matière desimplification administrative. Ce service disposera,simultanément, d'un outil permettant d'évaluer demanière continue et systématique l'impact des régle-mentations sur les entreprises ainsi que le coût descontraintes administratives auxquelles elles sont

Page 5: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

alsmede de kostprijs van de administratieve ver-plichtingen waarmee ze worden geconfronteerd, teevalueren: de « Administratieve Impactfiche »,

De «Administratieve Impactfiche » zal, op vraagvan de Minister van KMO, door elke auteur van eenwetsontwerp of van een ontwerp van koninklijk be-sluit verplicht moeten worden opgesteld en aan hetdossier worden toegevoegd.

Deze fiche zal bestaan uit een reeks vragen diedoor de auteurs van het ontwerp van wet of regle-ment moeten worden beantwoord. Deze vragen zul-len onder meer betrekking hebben op de categorieënen het aantalondernemingen die door de maatregelgetroffen zullen worden, op de geschatte kosten enbaten voor de bedoelde ondernemingen en voor deadministraties en op het eventueel voorafgaandelijkplaatsgevonden overleg met de bedrijfswereld.

Aan de hand van dit systematisch onderzoek naarde kwaliteit van de impactanalyse van het ontwerpvan reglementering, zal de Dienst voor de Admini-stratieve Vereenvoudiging onder- meer een methodo-logie kunnen verfijnen voor de bepaling van de kosten de omvangvan de administratieve verplichtingen,met het oog op de beperking ervan.

** *

De stapsgewijze voorbereidingvan de KMO's op deinvoering van de euro vormt een belangrijk onder-deel van hun concurrentiestrategie voor de toekomst,zowel op nationaal als op internationaal gebied.

Een volledige informatie over de concrete gevolgenvan de invoering van de euro, gericht op de werkelij-ke behoeften van de KMO's en rekening houdend methun onderlinge diversiteit, zal hen toelaten de over-gang naar de eenheidsmunt vlot aan te pakken en teintegreren in hun bedrijfsstrategie.

De medewerking van de externe adviseurs van deKMO's (boekhouders, accountants, ...) zal hierbij ga-rant staan voor een zeer ruime verspreiding van deinformatie en de coherente toepassing van de prakti-sche aanbevelingen ten behoeve van KMO's optima-liseren.

** *

Het sociaal statuut der zelfstandigen heeft in1997, zowel inhoudelijk als op het vlak van het be-heer, een aantal grondige wijzigingen ondergaan.

Inhoudelijk werd onder meer de pensioenwetge-ving hervormd. Dit resulteerde in de inwerkingtre-ding op 1juli 1997 van de eerste fase van de geleide-lijke invoering van de gelijkberechtiging tussenmannen en vrouwen. Hierdoor werd het sociaal sta-tuut afgestemd op de EG-Richtlijn 7917van 19 de-cember 1978.

Bovendien werden waarborgen voor de leefbaar-heid van het wettelijk pensioenstelsel ingebouwddoor de, eveneens geleidelijke, invoering van een

[ 5 ] - 1249 / 6 - 97 / 98

confrontées. Il s'agit de la « Fiche d'Impact adminis-tratif».

La « Fiche d'Impact administratif» sera obligatoi-rement rédigée, à la demande du Ministre des PME,par chaque auteur d'un projet de loi ou d'arrêté royalet jointe au dossier.

Cette fiche consistera en une série de questions àdestination des auteurs de projets de loi ou de règle-ment. Ces questions porteront notamment sur lescatégories et le nombre d'entreprises qui seront tou-chées par la mesure, les coûts et bénéfices estiméspour les entreprises visées ainsi que pour les Admi-nistrations ainsi que les consultations éventuellesintervenues préalablement avec le monde des entre-prises.

Cet examen systématique de la qualité de l'analy-se d'impact administratif du projet de réglementa-tion permettra, entre autres, à l'Agence pour laSimplification Administrative d'affiner une métho-dologie de détermination du coût et de l'importancedes contraintes administratives, en vue d'une limita-tion de celles-ci.

** *

L'adaptation progressive des PME au passage àl'euro est un élément important de leur stratégieconcurrentielle pour l'avenir, tant sur le plan natio-nal que sur le plan international.

Une information complète sur les implicationsconcrètes du passage à l'euro, mais ciblée sur lesbesoins réels des PME et tenant compte des différen-ces pouvant exister entre elles, devrait permettre dedémystifier le passage à la monnaie unique et del'intégrer au mieux dans la stratégie des entreprises.

A cette fin, la collaboration des conseillers exter-nes des PME (comptables, experts-comptables, ...)permettra une diffusion très large de cette informa-tian, tout en optimalisant les chances d'une mise enoeuvre cohérente des recommandations pratiques àl'intention des PME.

** *

En 1997, le statut social des indépendants a subiune série de modifications tant au niveau du fondqu'au niveau de la gestion.

En ce qui concerne le fond, la législation en matiè-re de pension a été réformée. Le 1er juillet 1997, lapremière phase de l'instauration progressive del'égalité entre les hommes et les femmes est entréeen vigueur. Le statut social s'aligne ainsi sur la Di-rective européenne 7917du 19 décembre 1978.

Des garanties de viabilité du régime légal de pen-sion ont été prévues par l'introduction, égalementprogressive, d'une condition de carrière qu'il faut

Page 6: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

- 1249 / 6 - 97 / 98

loopbaanvoorwaarde die moet worden vervuld omvervroegd op pensioen te kunnen gaan en door eenlichte mildering van het effect van de proportionali-teit. Door dit laatste sluit het individueel pensioen-recht, conform het verzekeringsprincipe, nauwer aanbij het aandeel van de bijdragen dat voor de betrok-kene effectief aan zijn pensioen wordt besteed.

Het sociaal statuut werd uitgebreid met een vierdestelsel, met name de sociale verzekering in geval vanfaillissement. Deze nieuwe wettelijke sociale dek-king, die eveneens sinds 1juli 1997 in voege is, biedtnaast het behoud, gedurende maximaal vier kwarta-len, van de rechten op gezinsbijslag en gezondheids-zorgen het recht op een uitkering gedurende maxi-maal twee maanden. Deze uitkering van 30 000 of25 000 fr/maand, al naar gelang er al dan niet gezins-last is, moet gefailleerde zelfstandigen in de periodedie onmiddellijk op het faillissement volgt enige fi-nanciële ademruimte bieden.

Op het vlak van het beheer kan niet worden voor-bijgegaan aan de invoering van het globaal financieelbeheer, dat aan het paritair samengestelde Alge-meen Beheerscomité voor het sociaal statuut derzelfstandigen een ruime bevoegdheidsuitbreiding enbeheersverantwoordelijkheid heeft gegeven,

Dit beleid zal in 1998 worden verdergezet rondtwee hoofdthema's: enerzijds het financieel even-wicht en anderzijds het . toegankelijker »maken vanhet sociaal statuut.

Het vrijwaren van het financieel evenwicht is delaatste jaren steeds één van de hoofdbekommernis-sen van het departement geweest. Onder impuls vande reeds aangehaalde hervormingen, tonen zowel devoorlopige cijfers over 1997 als de begroting 1998 aandat het gevoerde beleid zijn vruchten begint af tewerpen.

Om verder in die richting te blijven evolueren isdan ook een efficiënt schuldbeheer noodzakelijk. Debasis hiervan werd gelegd door de consolidatie van deschuld van het verleden. Bovendien heeft het Alge-meen Beheerscomité van het sociaal statuut aan-vaard dat absolute prioriteit moet worden gegevenaan de aflossing van die schuld van het verleden.

Dit streven naar financieel evenwicht wordt medeondersteund door het startersbeleid, dat hoger werduiteengezet.

Het tweede hoofdthema, met name het toeganke-lijker maken van het sociaal statuut, is een vlag dieheel wat ladingen dekt.

Het doel moet erin bestaan om dit stelsel vansociale zekerheid, dat in zijn huidige vorm dertigjaarbestaat, inhoudelijk en formeel te toetsen aan denoden en de verwachtingen van de samenleving envan de sociaal verzekerden op vandaag.

Deze toetsing zou, in nauwe samenwerking metalle bij het sociaal statuut betrokkenen instanties -met name het departement van Middenstand enLandbouw, het Rijksinstituut voor de Sociale Verze-keringen der Zelfstandigen, het Algemeen Beheers-comité, de sociale verzekeringsfondsen en de zelf-standigenorganisaties - moeten leiden tot een

[ 6 ]

remplir pour pouvoir prendre sa préretraite, et parune légère réduction de l'effet de proportionnalité.Par cette dernière mesure, conformément au princi-pe d'assurance, l'écart s'amenuise entre le droit à lapension individuelle et la part des cotisations effecti-vement versées pour la pension de l'intéressé.

Un quatrième régime a été ajouté au statut social,à savoir l'assurance sociale en cas de faillite. Outre lemaintien des droits aux allocations familiales etsoins de santé pendant quatre trimestres au maxi-mum, cette nouvelle couverture sociale légale, égale-ment entrée en vigueur le 1er juillet 1997, offre ledroit à une indemnité pendant deux mois au maxi-mum. Cette indemnité de 30 000 ou 25 000 francspar mois selon qu'il y ait des personnes à charge ounon, doit offrir aux indépendants faillis un répit fi-nancier pendant la période qui suit immédiatementla faillite.

En ce qui concerne la gestion, il convient de men-tionner l'instauration de la gestion financière globaleélargissant les compétences et la responsabilité ges-tionnelle du Comité général de gestion constitué pa-ritairement.

Cette politique sera poursuivie en 1998 autour dedeux thèmes principaux: d'une part l'équilibre finan-cier et d'autre part l'accès plus aisé du statut social.

Ces dernières années, le maintien de l'équilibrefinancier a toujours été un des soucis majeurs duDépartement. Sous l'impulsion des réformes préci-tées, tant les chiffres actuellement disponibles pour1997 que le budget 1998 montrent que la politiquemenée commence à porter ses fruits.

Pour continuer dans cette voie, une gestion effica-ce de la dette est nécessaire. Cette gestion repose surla consolidation de la dette du passé. Par ailleurs, leComité général de gestion du statut social a acceptéqu'une priorité absolue soit accordée au rembourse-ment de cette dette du passé.

Ce rééquilibrage financier est également soutenupar la politique pour les débutants, exposée ci-des-sus.

Le deuxième thème principal - l'accès plus aisédu statut social - a de nombreuses significations.

L'objectif doit être la confrontation dans le fond etla forme de ce régime de sécurité sociale, qui dans saforme actuelle existe depuis trente ans, aux besoinset attentes de la société et des assurés sociauxd'aujourd'hui.

Cette confrontation, en étroite concertation avectoutes les instances concernées par le statut social-à savoir le département des Classes moyennes et del'Agriculture, l'Institut national d'assurances socia-les pour travailleurs indépendants, le Comité géné-ral de gestion, les fonds d'assurances sociales et lesorganisations d'indépendants - doit aboutir à un

Page 7: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

specifiek sociaal zekerheidsstelsel, waarin de zelf-standige ondernemer van de eenentwintigste eeuwzich zal kunnen terugvinden.

De interne coherentie van het stelsel moet onder-zocht en zo nodig worden bijgestuurd. Het geheelmoet, waar mogelijk, verstaanbaarder worden ge-maakt en administratieve formaliteiten moeten, indit tijdperk van gedigitaliseerde gegevens en elektro-nische communicatie, tot hun essentie worden her-leid.

II. A - LAND- EN TUINBOUW

De regering erkent het sociaal economisch belangvan de land- en tuinbouw, zowel op het vlak van hetvoortbrengen van hoogkwalitatieve producten als in-zake het gebruik van de open ruimte. Bijgevolg zet zijhaar beleid verder ter ondersteuning van de concur-rentiepositie van deze sector. Ze doet dit aan de handvan de instrumenten die het gemeenschappelijklandbouwbeleid biedt en aan de hand van de structu-ren die de laatste jaren uitgewerkt werden.

De federale regering onderhoudt nauwe betrek-kingen met de regionale regeringen. De bevoegdhe-den van elkeen worden hierbij gerespecteerd. Hier-door wordt een optimale coherentie van het beheervan de sector verzekerd.

1. Europees en internationaal niveau

Na de hervorming van het gemeenschappelijklandbouwbeleid (GLB) in 1992 voor de grote sectoren(akkerbouw, rund- en schapenvlees) en de toepassingvan de Marrakech-akkoorden (G.AT.T.) sinds 1 juli1995, dient het Europees beleid opnieuwaangepastte worden teneinde de toetreding tot de EuropeseUnie voor de Midden- en Oost-Europese landen(MOEL) mogelijk te maken.

De Europese Commissie heeft de oriëntatie voorde hervorming van het GLB voorgelegd in de Agenda2000. Zij geeft hierbij de voorkeur aan een meermarktgericht beleid door de competitiviteit van decommunautaire productie te verhogen, dit met hetoog op een verhoogde vraag naar landbouw- en voe-dingsproducten op de wereldmarkt.

Om deze doelstelling te bereiken, stelt de Commis-sie een vermindering voor van de steunmaatregelenvoor de productie. Dit zou, volgens haar, Europa eenbetere uitgangspositie bezorgen tijdens de eerstvol-gende onderhandelingsronde in het kader van deWereldhandelsorganisatie.

Rekening houdend met het belang voor de Europe-se en in het bijzonder voor de Belgische landbouw,dringt een grondige reflectie zich opvóór de start vannieuwe hervormingen van het GLB.

In principe moet de aanpassing van het GLB in deeerste plaats het resultaat zijn van fundamentelebeleidsoriëntaties en niet van gebeurtenissen diezich buiten de landbouw voordoen.

[ 7 ] - 1249 / 6 - 97 / 98

régime spécifique de sécurité sociale où l'entrepre-neur indépendant du 21e siècle ne perdra pas sesmarques.

La cohérence interne du régime doit être analyséeet, le cas échéant, corrigée. L'ensemble doit, si possi-ble, devenir plus compréhensible. Les formalités ad-ministratives doivent, en cette période de digitalisa-tion des informations et de communicationélectronique, être ramenées à leur essence.

II.A - AGRICULTURE ET HORTICULTURE

Reconnaissant l'importance socio-économique del'agriculture et de l'horticulture, tant en matière deproduction de produits de qualité qu'en matière d'uti-lisation de l'espace, le gouvernement poursuit sa po-litique de soutien de la position concurrentielle autravers des instruments offerts par la politique agri-cole commune et des structures mises en place cesdernières années.

Afin d'assurer une cohérence optimale de la ges-tion du secteur, tout en respectant les compétencesde chacun, le gouvernement fédéral entretient desrelations étroites avec les gouvernements régionaux.

1. Le niveau international et européen

Après la réforme de la politique agricole commune(PAC) en 1992 pour les grands secteurs (grandescultures, viandes bovine et ovine) et l'application desaccords de Marrakech (G.AT. T.) à partir du ier juillet1995, la politique agricole européenne est appelée àconnaître de nouvelles adaptations pour permettrel'élargissement de l'Union européenne notammentaux pays d'Europe centrale et orientale (PECO).

La Commission européenne a, à cette fin, déposédes orientations de réforme de la PAC dans son Agen-da 2000. Elle y opte pour une politique plus orientéevers le marché et visant une compétitivité accrue dela production communautaire dans la perspectived'un accroissement de la demande de produits agri-coles et alimentaires sur le marché mondial.

Pour atteindre cet objectif, la Commission proposeune réduction des soutiens à la production, qui don-nera, selon elle, une meilleure position à l'Europedans le prochain cycle de négociations de l'Organisa-tion mondiale du Commerce.

Compte tenu de ces enjeux pour l'agriculture euro-péenne et en particulier belge, une réflexion sérieuses'impose préalablement à toute nouvelle réforme dela PAC.

Sur le plan des principes, l'ajustement de la PACdoit en effet d'abord être le résultat de la définitiond'orientations fondamentales et pas d'évènementsextérieurs à l'agriculture.

Page 8: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

- 1249 / 6 - 97 / 98

De landbouw moet haar economische karakter be-houden. Het inkomen dient op de eerste plaats af-komstig te zijn van het op de markt brengen vanvoedingsmiddelen en non-food producten.

Het is belangrijk een duidelijk onderscheid te be-houden tussen landbouwbeleid en plattelandsbeleid,tussen markt- en prijsbeleid en structureel beleid.Deze verschillende elementen zijn evenwel comple-mentair voor de aanpassing van de bedrijven en hunproductie aan het nieuweconomisch klimaat en aande nieuwe verwachtingen van de maatschappij. Bo-vendien moet het op elkaar afstemmen van dezeelementen het behoud verzekeren van een actievelandbouwbevolking, harmonieus verdeeld over hetgehele grondgebied van de EU.

De andere sectoren die nog moeten hervormd wor-den, zoals de sector van de olijfolie en de wijnbouw,mogen echter evenmin uit het oogverloren worden.

Bovenop deze waarschijnlijk langdurige werk-zaamheden, zalonze aandacht zich verder toespitsenop de belangrijkste gemeenschappelijke marktorde-ningen voor onze landbouw, en in het bijzonder voorde rundveesector die gedestabiliseerd is door deBSE-crisis (bovine spongiforme encyphalopathie).

Bij al deze hervormingen dient er gewaakt te wor-den over de versterking van het GLB om de tendenstot hernationalisering tegen te gaan. Wil de toekom-stige uitbreiding van de E.U. een kans op welslagenhebben, dan is dit des te essentiëler op het vlak vande sanitaire en de fytosanitaire maatregelen als ophet vlak van de kwaliteitsnormen. Dit met het oogopde vrijwaring van de volksgezondheid, de dierenge-zondheid en de gewasbescherming in de eenheids-markt.

2. Het land- en tuinbouwbeleid op het fede-raal vlak

De nodige maatregelen zullen genomen wordenom de landbouwsector in staat te stellen zich tehandhaven binnen de nieuwe socio-economische evo-lutie.

2.1. Uitvoering van het GLB.

In uitvoering van de hervorming van de E.U-rege-ling van de landbouwfinanciering, en met name omeen correcte besteding van de E.U-gelden te waarbor-gen, is een bijsturing van de organisatie en de perso-neelsbezetting van de betaalorganen en -dienstenvan de E.a.G.F.L.-garantie-afdeling onontbeerlijk.De interne controles zullen geoptimaliseerd worden.

Het gevoerde beleid inzake fraudepreventie, meerin het bijzonder de interdepartementale samenwer-king, dient in het kader van de InterdepartementalePreventiecel die in de lente van 1997 opgericht werd,aangescherpt en verdiept te worden.

De tenuitvoerlegging van de steunmaatregelenvoor de producenten, vastgesteld in het kader vanhet hervormd landbouwbeleid, vereist een geïnte-greerd beheers- en controlesysteem (G.B.C.S.). Dit

[ 8 ]

L'agriculture doit conserver son caractère écono-mique où le revenu provient principalement de lamise sur le marché de biens alimentaires et nonalimentaires.

Il importe de bien garder la distinction entre poli-tique agricole et politique rurale, politique de prix etde marché et politique structurelle, celles-ci étanttoutefois complémentaires pour permettre l'adapta-tion des exploitations et des productions au nouvelenvironnement économique et aux nouvelles atten-tes de la société. De plus, la coordination de ceséléments doit assurer le maintien d'une populationactive agricole harmonieusement répartie sur l'en-semble du territoire de l'U.E.

Les autres secteurs encore à réformer commel'huile d'olive et la viticulture ne doivent cependantpas nous laisser indifférents.

Au-delà de ces travaux qui s'annoncent longs, no-tre attention continuera à se porter sur les organisa-tions communes de marché importantes pour notreagriculture, en particulier dans le secteur bovin, dé-stabilisé par la crise de l'encéphalopathie spongifor-me bovine (ESB).

Dans toutes ces réformes, il sera veillé au renforce-ment de la PAC pour contrecarrer les tendances à larenationalisation. Ceci est d'autant plus essentielpour réussir le futur élargissement de l'U.E., en ma-tière de mesures sanitaires et phytosanitaires, demême qu'en matière de normes de qualité, et ce envue de garantir la santé publique, la santé animale etla protection des cultures dans un marché unique.

2. La politique agricole et horticole au ni-veau fédéral

Les mesures nécessaires seront prises afin de per-mettre au secteur agricole de se maintenir dans lecontexte de la nouvelle évolution socio-économique.

2.1. Application de la P.A.C.

En exécution de la réforme du régime européen definancement agricole, et notamment afin de garantirune utilisation correcte des moyens financiers euro-péens, une correction de l'organisation et des effectifsdes organismes et services de paiement ainsi que dela section Garantie du F.E.a.G.A. est indispensable.Les contrôles internes seront optimalisés.

La politique menée en matière de prévention de lafraude, plus particulièrement la collaboration inter-départementale, doit être affûtée et approfondiedans le cadre de la Cellule de Prévention interdépar-tementale mise en place au printemps 1997.

La mise en œuvre des mesures d'aides aux produc-teurs prévues dans le cadre de la politique agricoleréformée nécessite un système intégré de gestion decontrôle (SIGEC). Ce système est développé entre

Page 9: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

systeem wordt verder uitgebouwd, ondermeer d.m.v.aangepaste informatica-toepassingen en het gebruikvan orthofotoplannen. Naast een efficiënte controledienen een gebruiksvriendelijke toepassing en een-voudige administratieve procedures gegarandeerd teworden.

De begeleidende maatregelen, die werden goedge-keurd bij de hervorming van het gemeenschappelijklandbouwbeleid, worden verder uitgevoerd.

Bovendien worden de steunmaatregelen voor debiologische teeltmethoden uitgebreid. De regelingvoor de vervroegde uittreding in de landbouwsectorwordt voor de tweede maal met een jaar verlengd.Deze regeling zet oudere landbouwers aan hun land-bouwactiviteiten stop te zetten en hun gronden overte laten aan jongere, landbouwers teneinde de le-vensvatbaarheid van hun bedrijf te verbeteren.

2.2. Creëren van gunstige economische voorwaar-den

In nauwoverleg met andere Departementen zal erover gewaakt worden om de concurrentiepositie vande Belgische landbouwsector te vrijwaren ondermeerdoor het verder wegwerken van fiscale en socialeongelijkheden. Tevens zal gewerkt worden aan het instand houden van een normaal investeringsklimaatdoor te voorzien in voldoende rechtszekerheid voorde sector. Dit zal gebeuren in nauwoverleg met degewestelijke overheden.

Om de rendabiliteit van de melkveebedrijven vei-lig te stellen werd er in 1996 het quotumfonds opge-richt. Dit quotumfonds is een aankoop- en herver-deelsysteem van melkquota tussen derden. Dezenieuwe melkquotaregeling wordt, met het oog op dekomende campagnes, geëvalueerd en eventueel bij-gestuurd.

De maatregelen die op middellange en lange ter-mijn voorzien zijn voor de tuinbouwsector en voor deveehouderij worden voortgezet.

Om een tijdelijke en efficiënte hulp binnen speci-fieke voorwaarden (ziekte, overlijden, ...) voor delandbouwbedrijfsleiders te blijven verzekeren, wordtvoorzien in werkingstoelagen voor vervangingsdien-sten.

2.3. Marktgerichte kwaliteitsproductie met hogetoegevoegde waarde

Het gevoerde beleid ter verbetering en verzeke-ring van de kwaliteit van landbouwproducten zalvoortgezet worden.

Wat de vleessector betreft, zal het beleid van glo-baal en gecoördineerd toezicht op de productiesector« from stable to table» nog versterkt worden. Cen-traal hierin staat het programma «Acties van hetFonds voor de gezondheid en de produktie der die-ren » (zie bijlage I voor een gedetailleerde beschrij-ving van de werking van dit Fonds).

[ 9 ] - 1249 / 6 - 97 / 98

autres par le biais d'applications informatiquesadaptées et par l'utilisation de plans orthophotogra-phiques. Outre un contrôle efficace, il faut égalementgarantir une application aisée et des procédures ad-ministratives simples.

L'application des mesures d'accompagnement, ap-prouvées lors de la réforme de la politique agricolecommune, sera poursuivie.

De plus, les mesures d'aide aux méthodes de cultu-re biologique seront élargies. Le régime de cessationanticipée de l'activité dans le secteur agricole est,pour la deuxième fois, prorogé d'un an. Ce régimeencourage les agriculteurs plus âgés à cesser leursactivités agricoles et à céder leurs terres à de plusjeunes agriculteurs en vue d'améliorer la viabilité deleur exploitation.

2.2. Création de conditions économiques favora-bles

On veillera, en étroite concertation avec d'autreDépartements, à garantir la position concurrentielledu secteur agricole belge, notamment en poursuivantla suppression des inégalités fiscales et sociales. Parailleurs, il faudra instaurer un climat d'investisse-ment favorable en prévoyant une sécurité juridiquesuffisante en faveur du secteur, et ce en étroite con-certation avec les autorités régionales.

Afin de préserver la rentabilité des exploitationslaitières, le fonds des quotas a été créé en 1996. Ils'agit d'un système d'achat et de redistribution dequotas laitiers entre tiers. Ce nouveau régime dequotas laitiers fait l'objet d'une évaluation en vued'éventuelles adaptations pour les prochaines cam-pagnes.

Les mesures prévues dans les plans à moyen etlong termes rédigés pour les secteurs de l'horticultu-re et de l'élevage seront poursuivies.

Afin de continuer à garantir aux exploitants agri-coles, une possibilité d'aide temporaire et efficacedans des circonstances spécifiques (maladie, décès,...), l'octroi d'indemnités au fonctionnement est envi-sagé pour les services de remplacement.

2.3. Marktgerichte kwaliteitsproductie met hogetoegevoegde waarde

La politique engagée visant à améliorer et à ga-rantir la qualité des produits agricoles sera poursui-vie.

En ce qui concerne le secteur de la viande, lapolitique visant à surveiller la filière de production« de la fourche à la fourchette» d'une manière globa-le et coordonnée sera intensifiée. Un élément essen-tiel en l'occurrence est le programme «Actions duFonds pour la santé et la production des animaux »(cfr, annexe I pour une description détaillée du fonc-tionnement du Fonds).

Page 10: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

- 1249 / 6 - 97 / 98

Wat betreft de dierenziekten, moet de meeste aan-dacht besteed worden aan de bestrijding van zoö-noses en van ziekten die belangrijke gevolgen kun-nen hebben voor de economie van veeteeltbedrijven.

De herstructurering van de Verbonden voor Die-renziektenbestrijding en van de provinciale laborato-ria zal de ontwikkeling van een globaal sanitair toe-zicht voor alle niet meldingsplichtige ziekten,mogelijk maken.

De verder doorgedreven ontwikkeling van het toe-passingsgebied van SANITEL, met name tot in deslachthuizen, zalook toelaten de controle en hetopvolgen van bedrijven te versterken.

Wat betreft de strijd tegen de residuën, zal hetinvoeren van een «Residu »-statuut in het kader vanSANITEL de stigmatisering van illegale praktijkenvan bepaalde veetelers nog verstrengen. Deze veete-lers zullen bijkomende controles op eigen kosten on-dergaan. Dit statuut zal alzo het principe van « devervuiler betaalt » huldigen.

Deze repressieve aanpak zal begeleid worden dooreen strikte en precieze omkadering van het gebruikvan dierengeneesmiddelen op de bedrijven, in hetkader van de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding.

Wat betreft zuivelproducten, zal bijzondere aan-dacht besteed worden aan de externe contaminan-ten, die vooral te wijten zijn aan bepaalde bronnenvan milieuvervuiling.

Wat de plantaardige sector betreft, wordt eenstreng fytosanitair preventiebeleid gevoerd waar-door de insleep en verspreiding van schadelijke orga-nismen voorkomen wordt. Strikte invoercontroles eneen screening van de eigen productie zijn essentieel.Dit geldt in het bijzonder voor het vermijden vanbruinrot bij aardappelen.

De basis voor een kwaliteitsproductie is het ge-zond en kwaliteitsvol zaai- en plantgoed. De opge-stelde keuringsreglementen zullen leiden tot verbe-terde controle en staan borg voor de naleving van dekwaliteitsnormen.

Verder zullen de inspanningen, voor een meer ver-antwoord gebruik van gewas-beschermingsmidde-len, onverminderd verdergezet en zelfs versterktworden.

De verplichte controle van de spuittoestellen en deinvoering van een verplichte spuitlicentie kunnenhierbij vermeld worden als voorbeeld.

Het beleidsplan dat werd uitgewerkt voor de resi-dubewaking moet resulteren in een strikter toezichten significante verlaging van residu-overtredingenin de groenten- en fruitsector.

Een streng erkenningsbeleid en een kwalitatiefreductiebeleid gericht op «probleemgewasbescher-mingsmiddelen » moeten negatieve effekten op hetleefmilieu minimaliseren.

De geïntegreerde productiemethode voor pitfruit,gereglementeerd sinds 1996, zal verder gestimuleerdworden via een financiële ondersteuning. Deze evolu-tie naar meer milieuvriendelijk productiemethode

[ 10]

En matière de maladies des animaux, l'accentprioritaire sera mis sur la lutte contre les zoonoses,ainsi que sur les maladies ayant un impact impor-tant sur l'économie des exploitations d'élevage.

La restructuration des Fédérations de lutte contreles maladies des animaux ainsi que des centres pro-vinciaux de dépistage permettra de développer unesurveillance sanitaire globale pour toutes les mala-dies n'étant pas à déclaration obligatoire.

La poursuite du développement de SANITEL, no-tamment vers les abattoirs, permettra également derenforcer le contrôle et le suivi sanitaire des exploita-tions.

En matière de lutte contre les résidus, la mise enplace toujours dans le cadre de SANITEL du statut«Résidu» permettra de renforcer la stigmatisationdes comportements illégaux de certains éleveurs.Ceux-ci feront l'objet de contrôles supplémentaires àleur charge, officialisant ainsi le principe du pol-lueur-payeur.

Cette approche répressive sera accompagnée parun encadrement strict et précis de l'utilisation demédicaments vétérinaires au niveau des exploita-tions, dans le cadre de la guidance vétérinaire.

En ce qui concerne les produits laitiers, un accentparticulier sera mis sur les contaminations extérieu-res à l'exploitation, dues notamment à certains sour-ces de pollution environnementale.

Pour ce qui est du secteur végétal, une politique deprévention phytosanitaire sévère est menée permet-tant d'éviter l'introduction et la propagation d'orga-nismes nuisibles. Des contrôles stricts à l'importa-tion et un screening de notre propre production sontessentiels. Cela vaut notamment pour éviter la pour-riture brune de la pomme de terre.

Des semences et des plantes saines et de qualitéconstituent la base d'une production de qualité. Lesrèglements d'expertise qui ont été élaborés permet-tront un meilleur contrôle et garantiront le respectdes normes de qualité.

Par ailleurs, les efforts axés sur une utilisationdavantage raisonnée des produits phytosanitairessont poursuivis, voire renforcés.

Le contrôle obligatoire des pulvérisateurs et l'in-troduction d'une licence de pulvérisation sont deuxexemples illustrant ces efforts.

Le plan politique élaboré en matière de contrôledes résidus doit permettre une surveillance plusstricte et une réduction significative des infractionsen matière de résidus dans le secteur des fruits etlégumes.

Une politique d'agrément stricte et une politiquequalitative de réduction axée sur les produits phyto-sanitaires « à problèmes» doivent réduire les effetsnégatifs sur l'environnement

La méthode de production intégrée pour les fruitsà pépins, réglementée depuis 1996, sera stimulée parun soutien financier. Cette évolution vers une métho-de de production davantage respectueuse de l'envi-

Page 11: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

vervult een voorbeeldfunctie voor de volledige land-en tuinbouwsector.

In de groenten- en fruitsector is de vernieuwdeGemeenschappelijke Marktordening, die moet resul-teren in een meer marktgerichte productie, een ver-dere kwaliteitsverbetering en extra aandacht voormilieu-aspecten, operationeel.

Een vernieuwde structuur wordt uitgewerkt opdatuit de markt genomen produkten zo optimaal moge-lijk ter beschikking zouden komen van liefdadig-heidsinstellingen, sociale instellingen en scholen.

Overigens zal de herziening van het wettelijk enregelgevend instrumentarium aangaande de contro-le inzake de kwaliteit van landbouwproducten voort-gezet worden om een grotere horizontale homogeni-teit van de bevoegdheden, de procedures en desancties te verzekeren.

Ten slotte, wat betreft het dierenwelzijn zal allesin het werk gesteld worden om het beleid inzake deerkenning van veeteeltbedrijven, dierenasielen,-winkels en -parken op punt te stellen.

2.4. Onderzoek en ontwikkeling (0 & 0)

De nodige middelen worden vrijgemaakt voor hetonderzoek en de ontwikkeling ter ondersteuning vanhet kwaliteits- en het economisch beleid dat werduitgewerkt door het Departement.

De Onderzoeksinstellingen van het Ministerie vanMiddenstand en Landbouw werden gereorganiseerd.

De Consultatieve Raad voor onderzoek en ontwik-keling in de landbouw zal de krachtlijnen en deprioriteiten voor onderzoek en ontwikkeling vastleg-gen en de ondernomen acties evalueren.

De koppeling tussen het onderzoek enerzijds en deomkadering en de groepsvoorlichting anderzijds zalgeïntensifieerd worden langs proeftuinen en land-bouwcentra. Om het onderzoek in de diverse erkendeinstellingen beter te coördineren werd voor de fruit-teelt een overkoepelend proefcentrum (PCF) opge-richt.

Dit PCF zal fungeren als voorbeeld voor anderesectoren (groenten).

Specifieke initiatieven worden genomen om deomkadering van de biologische land- en tuinbouw teverbeteren.

De sector zal geleidelijk meer eigen middelen in-brengen om de middelen beschikbaar voor a & a teverhogen. Gelet op de kleinschalige structuur vanoverwegend ééngezinsbedrijven kan deze medefi-nanciering evenwel niet even hoog zijn als voor deindustriële of commerciële sector.

[ 11 ] - 1249 / 6 - 97 / 98

ronnement constitue un exemple pour l'ensemble dusecteur agricole et horticole.

Dans le secteur des fruits et légumes, la nouvelleorganisation commune de marché est opérationnelle.Elle doit permettre une production davantage axéesur le marché, une amélioration de la qualité et setraduire par une plus grande attention pour les as-pects environnementaux.

Une nouvelle structure est en cours d'élaborationafin de permettre une distribution optimale des pro-duits retirés du marché entre institutions caritati-ves, œuvres sociales et écoles.

Par ailleurs, la révision du dispositif législatif etréglementaire relatif au contrôle en matière de quali-té des produits agricoles sera poursuivie dans le butd'assurer une plus grande homogénéité horizontaledes compétences, des procédures et des sanctions.

Enfin, en ce qui concerne le bien-être des animaux,tous les efforts seront consacrés à la mise en oeuvredes politiques d'agrément des élevages, des refugeset des magasins d'animaux ainsi que des parcs zoolo-giques.

2.4. Recherche et Développement (R & D)

Les moyens nécessaires sont libérés pour la re-cherche et le développement en vue de soutenir lapolitique de la qualité et la politique économiqueélaborées par le Département.

Les établissements scientifiques du Ministère desClasses moyennes et de l'Agriculture ont été réorga-nisés.

Le Conseil consultatif pour la recherche et le déve-loppement dans l'agriculture fixera les lignes de forceet les priorités de la recherche et du développementet il évaluera les actions entreprises.

La liaison entre la recherche d'une part et l'enca-drement et la vulgarisation de groupe d'autre partsera intensifiée par le biais des jardins d'essais et descentres agricoles. Afin de mieux coordonner la re-cherche dans les diverses institutions agréées, uncentre d'essais - coordinateur (C.E.F.) a été créé pourla fruiticulture.

Ce centre servira d'exemple pour les autres sec-teurs (légumes).

Des initiatives spécifiques sont prises pour amélio-rer l'encadrement de l'agriculture et de l'horticulturebiologiques.

Le secteur contribuera progressivement à uneaugmentation des moyens disponibles pour la R&D.Vu l'échelle structurelle réduite des exploitationsprincipalement unifamiliales, ce cofinancement nepeut néanmoins être aussi élevé que celui existantdans le secteur industriel ou commercial.

Page 12: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

- 1249 / 6 - 97 / 98

II.B. - ZEEVISSERIJ

Wat het visserijbeleid betreft, is het federaal ni-veau bevoegd voor de uitvoering van het Europeesmarkt- en prijsbeleid. In concreto gaat het hierbij omhet beleid inzake toegang tot de visgronden, quota,visvergunningen, meerjarig oriëntatieprogrammainzake de vlootcapaciteit, marktbeleid, controle enonderzoek. De gewestelijke overheden zijn bevoegdvoor de uitvoering van het Europees structuurbeleid,met name de structuurverbetering in de visserij- enaquicultuursector, van de vissersvaartuigen, de vis-sershavens en de visverwerkende bedrijven.

Wat de controle op de toepassing van het gemeen-schappelijk visserijbeleid betreft, met inbegrip vande positiebepaling van de vissersvaartuigen via sa-tellietcommunicatie, is een installatie van een con-trole centrum noodzakelijk, evenals de plaatsing vande nodige apparatuur aan boord van de vissersvaar-tuigen.

Met het oogop de registratie van de vangstmeldin-gen zullen de nodige voorzieningen getroffen wordenvoor de totstandkomingvan een geïntegreerd compu-terbestand.

De prijsvorming is de belangrijkste determinantvan de leefbaarheid binnen de sector. Daarom moetde doorzichtigheid van de prijsvorming verder bevor-derd worden.

Om de rendabiliteit van de vloot te verhogen dienteen beter beheer van de beschikbare quota via hetgroepsbeheer ervan te worden onderzocht. Verschil-lende individuele reders kunnen aldus door groeps-vorming gezamenlijk afspraken maken om de aan degroep toegekende quota zo efficiënt mogelijk te be-nutten.

Door het opleggen van een daadwerkelijke econo-mische band tussen het vissersvaartuig en België,zal de uitvlagging van Belgische vissersvaartuigentegengegaan worden.

De sector kampt met een bemanningsprobleem.Het komt er vooral op aan de momenteel bestaandemaatregelen ter zake beter op elkaar af te stemmenen efficiënter aan te wenden. In dit verband dringteen verhoging van de vergoeding van de scheepsjon-gens zich op.

Tot slot moet de toegang tot het beroep van visser-reder worden gestimuleerd. Daartoe zal de mogelijk-heid gecreeërd worden om Belgische vaartuigen metvisvergunning te vervangen door bestaande vaartui-gen zonder visvergunning, ondermeer door aankoopervan in het buitenland.

[ 12 ]

II.B. - PECHE MARITIME

En ce qui concerne la politique de la pêche mariti-me, le niveau fédéral est compétent pour l'exécutionde la politique européenne de prix et de marché.Concrètement, il s'agit de la politique relative à l'ac-cès aux zones de pêche, aux quotas, aux permis depêche, au programme d'orientation pluriannuel con-cernant la capacité de la flotte, la politique du mar-ché, le contrôle et la recherche. Les pouvoirs régio-naux sont, quant à eux, compétents pour l'exécutionde la politique structurelle européenne, à savoirl'amélioration structurelle du secteur de la pêche etde l'aquaculture, les ports de pêche et les entreprisesde traitement du poisson.

En ce qui concerne le contrôle de l'application de lapolitique commune de la pêche, y compris le position-nement des bateaux de pêche par satellite, l'installa-tion d'un centre de contrôle est nécessaire de mêmeque l'installation de l'appareillage nécessaire à borddes bateaux de pêche.

Pour l'enregistrement des communications de cap-tures, les dispositions nécessaires seront prises pourla conception d'un fichier informatique intégré.

La formation des prix est le facteur déterminantprincipal de la viabilité au sein du secteur. C'estpourquoi il faut essayer de promouvoir la transpa-rence de cette formation des prix.

Afin d'augmenter la rentabilité de la flotte, il fautexaminer une meilleure gestion des quotas disponi-bles par le biais d'une gestion collective. Ainsi, plu-sieurs armateurs individuels, en se regroupant,pourront ensemble conclure des accords afin de pou-voir utiliser aussi efficacement que possible les quo-tas accordés au groupe.

En établissant un lien économique effectif entre lebateau de pêche et la Belgique, la disparition depavillons belges pourra être contre- carrée.

Le secteur souffre d'un problème d'équipage. Ils'agit surtout d'harmoniser davantage les mesuresexistant à l'heure actuelle et de les utiliser de maniè-re plus efficace. Dans ce contexte, une augmentationdes indemnités des mousses s'impose.

Enfin, il faut stimuler l'accès à la profession depêcheur-armateur. A cette fin, il est prévu de pouvoirremplacer des bateaux belges avec permis de pêchepar des bateaux existants sans permis de pêche,notamment par l'achat de ces bateaux à l'étranger.

Page 13: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

BIJLAGE I

Organisatie Afdeling 55, programma 2 : Acties van hetFonds voor de gezondheid en de productie van de dieren »

1. Algemeen

Het programma . Acties van het Fonds voor de gezond-heid en de productie van de dieren » groepeert de acties vanhet Bestuur van de dierengezondheid en de kwaliteit vande dierlijke producten (DG 5) in de verschillende sectorenvan de dierlijke productie. Deze acties worden medegefi-nancierd door de betrokken sector. Het programma omvatvier sectoren : de sector runderen, de sector varkens, desector pluimvee en de sector melk. De medefinancieringvanuit de verschillende sectoren wordt gerealiseerd via het«Fonds voor de gezondheid en de productie van de die-ren », een begrotingsfonds dat werd opgericht in 1987 (die-rengezondheidswet van 24 maart 1987). In deze wet wordtde doelstelling van dit Fonds als volgt omschreven: «HetFonds heeft tot doel tussen te komen in de prefinancieringvan vergoedingen, toelagen, investeringsaankopen, voor-schotten en andere prestaties met betrekking tot de be-strijding van de dierenziekten en de verbetering van dehygiëne, de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en dedierlijke produkten, evenals met betrekking tot het onder-zoek en de controle op de aanwezigheid van residu's vanverboden of niet-gewenste stoffen en met betrekking tot deuitvoering van de gemeenschappelijke ordening der mark-ten in de sector melk en zuivelproducten, alsmede van demaatregelen die deze ordening aanvullen. »

De acties van het Fonds bestrijken per sector de ver-schillende doelstellingen die worden vermeld in de wet. Alsbelangrijkste kunnen vernoemd worden:

de programma's voor dierziektenbestrijding;

de programma's voor hormonenbestrijding;de programma's voor kwaliteitsbewaking.

Het Fonds wordt gespijsd door bijdragen en retributiesvan de verschillende sectoren.

De bijdragen worden opgelegd in verschillende stadiavan de productiesector (landbouwbedrijven, slachthuizen,melkerijen, ...). De retributies worden geïnd bij certificatievan dieren of producten en bij controles op dieren of pro-ducten die ingevoerd worden uit derde landen.

Met de bijdragen uit de sector worden de programma'svan het lopend jaar gefinancierd en worden er per sectorreserves aangelegd. Deze reserves moeten toelaten om bijonvoorziene gebeurtenissen (epidemies van dierziekten,contaminaties van bepaalde producten) over voldoendemiddelen te beschikken voor de financiering van de gevol-gen ervan. Het gaat hierbij voornamelijk om schadeloos-stelling voor de vernietiging van dieren of van producten.

2. Realisaties

Sinds de oprichting van het Fonds werd, in overleg metde betrokken sectoren, een planmatige aanpak voorzienvan verschillende dierziekten (o.a, runderbrucellose, -leu-cose en -tuberculose, klassieke varkenspest). Deze planma-tige aanpak was relatief succesvol: na meer dan 10 jaarstatus quo slaagde men er uiteindelijk in om de runderbru-cellose terug te dringen; de opeenvolgende epidemieën vanklassieke varkenspest werden, in den beginne weliswaarerg moeizaam, bedwongen; geleidelijk werd een systeemvan epidemiologische bewaking op de landbouwbedrijven

[ 13 ] - 1249 / 6 - 97 / 98

ANNEXEI

Organisation Section 55, programme 2 : Actions duFonds pour la santé et la production des animaux»

1. Généralités.

Le programme «Actions du Fonds pour la santé et laproduction des animaux» regroupe les actions de l'Admi-nistration de la santé animale et de la qualité des produitsanimaux (D.G.5) dans les différents secteurs de la produc-tion animale. Ces actions sont cofinancées par le secteurconcerné. Le programme comprend quatre secteurs : lesecteur bovins, le secteur porcs, le secteur volailles et lesecteur lait. Le cofinancement par les différents secteursest réalisé par le biais du «Fonds pour la santé et laproduction des animaux », un fonds budgétaire créé en1987 en vertu de la loi du 24 mars 1987 relative à la santédes animaux. Cette loi définit l'objectif de ce Fonds commesuit: « Le Fonds a pour but d'intervenir dans le préfinance-ment des indemnités, subventions, investissements, avan-ces et autres prestations concernant la lutte contre lesmaladies animales et l'amélioration de l'hygiène, de lasanté et de la qualité des animaux et des produits ani-maux, concernant la recherche et le contrôle de la présencede résidus de substances interdites ou non désirées etconcernant l'exécution de l'organisation commune desmarchés dans le secteur du lait et de ses dérivés ainsi quedes mesures complétant cette organisation ».

Les actions du Fonds couvrent, par secteur, les diffé-rents objectifs cités dans la loi. Parmi les plus importants,citons:

- les programmes de lutte contre les maladies desarumaux;

- les programmes de lutte contre les hormones;- les programmes de contrôle de la qualité.Le Fonds est alimenté par des cotisations et des rétribu-

tions des différents secteurs.Les cotisations sont imposées à différents stades du

secteur de production (exploitations agricoles, abattoirs,laiteries, ...). Les rétributions sont perçues à la certificationdes animaux ou des produits et lors des contrôles desanimaux ou des produits importés de pays tiers.

Les cotisations du secteur permettent de financer lesprogrammes de l'année en cours. Des réserves sont consti-tuées par secteur. Ces réserves doivent permettre de dispo-ser de suffisamment de moyens pour financer les consé-quences d'événements imprévus (épidémies de maladiesanimales, contaminations de certains produits). Il s'agitprincipalement d'indemnisations pour la destruction d'ani-maux ou de produits.

2. Réalisations

Depuis la création du Fonds, une approche planifiée desdifférentes maladies d'animaux est prévue en concertationavec les secteurs concernés (entre autres brucellose bovine,leucose bovine, tuberculose bovine, peste porcine classi-que). Cette approche planifiée a enregistré un succès rela-tif: après plus de dix ans de statu quo, on a finalementréussi à juguler la brucellose bovine; les épidémies succes-sives de peste porcine classique ont pu être maîtrisées,certes difficilement au début; progressivement, un systèmed'épidémio-surveillance a été instauré dans les exploita-

Page 14: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

- 1249 / 6 - 97 / 98

ingesteld dat momenteel wordt uitgebreid met een systeemvan residubewaking; het sanitelsysteem voor de identifica-tie en registratie van de verschillende diersoorten werdontwikkeld en ingesteld; een residu- en hormonenbestrij-dingsprogramma werd uitgebouwd in samenwerking metde andere bevoegde Departementen en Diensten.

De realisatie van deze acties werd grotendeels gefinan-cierd door de inbreng van bijkomende financiële middelenvan de sectoren. Daarenboven werden, via de bijdragenvan de sectoren vooral voor wat de runder- en varkenssec-tor betreft, belangrijke reserves opgebouwd. Op 1 januari1997 bedroeg de totale reserve van het Fonds 1 521,4 Mio Fverdeeld als volgt:

sector runderen: 685,1 Mio Fsector varkens: 666,1 Mio Fsector pluimvee: 1,5 Mio Fsector melk: 168,7 Mio FDeze reserves maakten het mogelijk om de huidige var-

kenspestepidemie te financieren in de begroting 1997.De voorziene reserve op 31 december 1998 bedraagt

1653,9 Mio F, verdeeld als volgt:sector runderen: 711,0 Mio Fsector varkens: 756,5 Mio Fsector pluimvee: 23,1 Mio Fsector melk: 179,1 Mio FDe gevolgen van de uitbraken van klassieke varkens-

pest werden in deze cijfers verrekend.

3. Heroverweging

Bij de opmaak van de begroting 1996 werd beslist om deevolutie, de beschikbaarheid en de reserves van het Fondsvoor de gezondheid en de productie van de dieren hetvoorwerp te laten uitmaken van een heroverweging. Hetdoel was de reserves vanuit verschillende invalshoeken tebenaderen, nl. :

1. de impact op het begrotingsresultaat van een éénma-lige aanwending van grote reserves (het «stuwmeeref-fect »);

2. de vragen vanuit de betrokken sectoren over de be-schikbaarheid en het gebruik (opbrengst van de interest)van de reserves.

Deze heroverweging werd gerealiseerd in de schoot vande begrotingscel. Een werkgroep samengesteld uit verte-genwoordigers van het Ministerie van Middenstand enLandbouw, van de Administratie van de Begroting en deControle op de Uitgaven en van de Inspectie van Financiënonderzochten de mogelijke alternatieven. De begrotingscellegde haar conclusies voor aan de betrokken Ministers. Op16 december 1996 besliste de Ministerraad om de huidigetechniek van het aanleggen van deze reserves te behouden.Tevens werden de modaliteiten voor het aanwenden van dereserves vastgelegd.

4. Beleidsopties 1998

Met de werking van het begrotingsfonds werd een solie-de basis van medebeheer en medefinanciering gecreëerdvoor het voeren van acties in de dierlijke productiekolom.

Sommige aspecten ervan zijn evenwel toe aan bijsturingof moeten beter uitgebouwd worden:

1. De inning van de verplichte bijdragen werd bemoei-lijkt door verschillende procedures, o.a. voor het EuropeseHof. Naar aanleiding daarvan wordt momenteel een wets-ontwerp voorgelegd aan de kamer. Dit ontwerp moet een

[ 14 ]

tians agricoles, système actuellement complété par un sys-tème de contrôle des résidus; le système Sanitel pourl'identification et l'enregistrement des différentes espècesanimales a été développé et instauré; un programme delutte contre les résidus et les hormones a été mis au pointen collaboration avec les autres Départements et servicesconcernés.

La réalisation de ces actions a été financée en majeurepartie par l'apport de moyens financiers supplémentairesprovenant des secteurs. En outre, d'importantes réservesont été constituées par le biais des cotisations des secteurs,principalement en ce qui concerne le secteur bovin et lesecteur porcin. En date du lee janvier 1997, le montant totalde la réserve du Fonds se chiffrait à 1 521,4 Mios FBrépartis comme suit:

secteur bovins: 685,1 Mio Fsecteur porcs: 666,1 Mio Fsecteur volailles: 1,5 Mio Fsecteur lait: 168,7 Mio FCes réserves ont permis de financer l'épidémie de peste

porcine actuelle dans le budget 1997.La réserve prévue pour le 31 décembre 1998 se chiffre à

1 653,9 Mio FB répartis comme suit:secteur bovins: 711,0 Mio Fsecteur porcs: 756,5 Mio Fsecteur volailles: 23,1 Mio Fsecteur lait: 179,1 Mio FLes conséquences de l'apparition des foyers de peste

porcine classique ont été prises en compte dans ces chiffres.

3. Réévaluation

Lors de l'élaboration du budget 1996, il avait été décidéde procéder à une réévaluation de l'évolution, de la disponi-bilité et du montant des réserves du Fonds pour la santé etla production des animaux. L'objectif était d'analyser lesréserves de différents points de vue, à savoir:

1. l'impact sur le résultat budgétaire d'une utilisationunique de grandes réserves {« effet de barrage »);

2. les questions émanant des secteurs concernés sur ladisponibilité et l'utilisation (produit de l'intérêt) des réser-ves.

Cette réévaluation a été réalisée au sein de la cellulebudgétaire. Un groupe de travail composé de représen-tants du Ministère des Classes moyennes et de l'Agricultu-re, de l'Administration du Budget et du Contrôle des Dé-penses, et de l'Inspection des Finances, a examiné lesalternatives éventuelles. La cellule budgétaire a soumisses conclusions aux Ministres concernés. Le 16 décembre1996, le Conseil des Ministres a décidé de maintenir latechnique actuelle d'utilisation de ces réserves et les moda-lités de l'utilisation des réserves ont été fixées.

4. Options politiques 1998

Le fonctionnement du fonds budgétaire constitue unebase solide de cogestion et de cofinancement d'actions dansla filière de la production animale.

Certains aspects nécessitent cependant une correctionou doivent être mieux élaborés:

1. La perception des cotisations obligatoires a été entra-vée par diverses procédures, notamment au niveau de laCour européenne. Suite à cela, un projet de loi est actuelle-ment à la Chambre des Représentants. Ce projet doit créer

Page 15: - 1249 / 6 - 97 / 98 - De Belgische Kamer van ... · Lemonde des Petites et Moyennes Entreprises et ... 1996.Le nombre de PME exportatrices ... des faillites ont lieu parmi les entreprises

duidelijk organiek kader creëren voor een meer efficiënteinning van de bijdragen.

2. In de varkenssector werd een begin gemaakt metdifferentiatie van de bijdragen in functie van de risico'sverbonden aan de bedrijfsvorm. Deze differentiatie zalverder worden doorgetrokken in het kader van een globaleinspanning voor het herstructureren van de varkenssector.

3. De differentiatie van de bijdragen in de sectorenrunderen en pluimvee zal worden voorbereid, in aanslui-ting op de kwalificatie van de bedrijven in Sanitel.

4. De sector pluimvee zal in 1998, het tweede jaar waar-in de inning van de bijdragen kan worden gerealiseerd,volwaardig worden uitgebouwd.

[ 15 ] - 1249 / 6 - 97 / 98

un cadre organique clair pour une perception plus efficacedes cotisations.

2. Dans le secteur porcin, on a instauré une différencia-tion des cotisations en fonction des risques liés au typed'exploitation. Cette différenciation sera poursuivie dansle cadre d'un effort global de restructuration du secteurporcin,

3. La différenciation des cotisations dans les secteursbovins et volailles sera élaborée, suite à la qualification desexploitations dans le système Sanitel.

4. In 1998, deuxième année de perception de cotisa-tions, le secteur volaille sera totalement développé.