Post on 26-Feb-2019
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 1
Werkbladen bij thema de seizoenen: dag 1
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
de lente
…………………………………………………
het voorjaar
……………………………………………………
de dag
…………………………………………………
de nacht
………………………………………………….
de wind
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 2
2. Invullen:
Dit is ……………………………………
Dit is ……………………………………
Dit is ……………………………………
Dit is ……………………………………
Dit is ……………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 3
3. Lezen en overschrijven:
het bos
………………………………………………….
het onweer
……………………………………………………
de boom
……………………………………………………
de tak
…………………………………………………..
de stam
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 4
4. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 5
5. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de lente
het voorjaar
de boom
het onweer
de wind
de wolk
de stam
de tak
de wortel
de nacht
de dag
het bos
de boom
het bos
de wind
de wolk
de wind
het onweer
de nacht
het bos
de wortel
de wind
het wortel
de lente
de lente
de wolk
de tak
de stam
de wortel
het onweer
6. Invullen de of het:
. . . lente . . . tak . . . wind . . . onweer
. . . voorjaar . . . nacht . . . wolk . . . bos
. . . boom . . . dag
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 6
7. Overschrijven en invullen:
Is dit de boom?
Is dit de boom?
Ja, dit is de boom.
Is dit het bos?
……………………….
Ja, dit is …………………………………………………………….
Is dit de tak?
………………………..
Ja, …………………………………………………………………….
Is dit de nacht?
………………………..
Ja, …………………………………………………………………….
8. Overschrijven en invullen:
Is dit de lente?
Is dit de lente?
Nee, dit is de wolk.
Is dit de nacht ?
……………………….
Nee, ………………………………………………………………….
Is dit het onweer?
…………………………
Nee, ………………………………………………………………….
Is dit de stam?
………………………..
Nee, ………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 7
9. Invullen:
Is dit de lente?
Ja, ……………………………………………………………………….
Is dit het onweer?
Ja, ……………………………………………………………………….
Is dit de wind?
Nee, ……………………………………………………………………….
Is dit de wortel?
Nee, ……………………………………………………………………….
Is dit de stam?
Ja, ……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 8
10. Zoek 5 woorden:
gkjstamtksbosmdonweerndubabzdagotodmfnzlentezndbwljmlpv
1.
2.
3.
4.
5.
11. Letters invullen:
de da . het voorj . . r de . ortel
de ta . de b . . m de . olk
het bo . het onw . . r de . acht
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 9
12. Maak de rijtjes af:
schaatsen glijden
ik schaats ik ……………..
jij ……………… jij glijdt
hij …………….. hij ……………
zij ……………….. zij …………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 10
Werkbladen bij thema de seizoenen: dag 2
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
de zomer
…………………………………………………
de maan
…………………………………………………
de zon
…………………………………………………
de regenboog
………………………………………………….
de zee
…………………………………………………
het strand
………………………………………………….
het blad
……………………………………………………
de bloem
……………………………………………………
de plant
…………………………………………………..
de ster
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 11
2. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 12
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de plant
het blad
de bloem
de ster
de maan
de zon
de schelp
de zee
het strand
de bloem
de regenboog
de zomer
de zee
het strand
de zomer
de plant
de schelp
de ster
de bloem
de schelp
de ster
de zee
het blad
de schelp
de plant
het blad
de schelp
de zon
de zomer
de schelp
4. Invullen de of het:
. . . zomer . . . ster . . . plant . . . maan
. . . zon . . . zee . . . strand . . . schelp
. . . bloem . . . blad
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 13
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit de bloem?
Ja, dit is de bloem.
Is dit de zee?
……………………………………………………………………….
Is dit het blad?
……………………………………………………………………….
Is dit de zomer?
……………………………………………………………………….
6. Geef antwoord in een zin:
Is dit de ster?
Nee, dit is de ster niet.
Is dit de zon?
……………………………………………………………………….
Is dit de regenboog?
……………………………………………………………………….
Is dit de plant?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 14
7. Geef antwoord in een zin:
Is dit de zee?
……………………………………………………………………….
Is dit de schelp?
……………………………………………………………………….
Is dit de maan?
……………………………………………………………………….
Is dit het strand?
……………………………………………………………………….
Is dit de regenboog?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 15
8. Zoek 5 woorden:
gkjtksmaankyrzonwndubabzsterotodmfnzstrandzndbladwljmlpv
1.
2.
3.
4.
5.
9. Letters invullen:
de zo . de bl . . m de . omer
de ste . de regenb . . g de . ee
het bla . de m . . n het . . . and
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 16
10. Maak de rijtjes af:
schaatsen glijden
ik schaats ik …………….
jij ……………… jij glijdt
hij …………….. hij ……………
zij ……………….. zij …………….
wij ……………. wij ………………..
jullie ………………. jullie …………………
zij ……………… zij ……………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 17
Werkbladen bij thema de seizoenen: dag 3
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
de herfst
…………………………………………………
de regen
……………………………………………………
het najaar
…………………………………………………
de temperatuur
………………………………………………….
de storm
……………………………………………………
de thermometer
………………………………………………….
het dier
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 18
de mist
……………………………………………………
de vis
…………………………………………………..
de vogel
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 19
2. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 20
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de mist
het dier
de vogel
de mug
de vlieg
de spin
de regen
de paraplu
het najaar
de mist
de vis
de vogel
de paraplu
het najaar
de temperatuur
de temperatuur
de paraplu
de thermometer
de vis
de spin
de vlieg
de regen
de storm
de mist
de vlieg
de mug
de wesp
de storm
de herfst
het dier
4. Invullen de of het:
. . . herfst . . . najaar . . . spin . . . regen
. . . paraplu . . . dier . . . vis . . . storm
. . . temperatuur . . . thermometer
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 21
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit een dier?
Ja, dit is een dier.
Is dit een paraplu?
……………………………………………………………………….
Is dit een vogel?
……………………………………………………………………….
Is dit een wesp?
……………………………………………………………………….
6. Geef antwoord in een zin:
Is dit een dier?
Nee, dit is geen dier.
Is dit een mug?
……………………………………………………………………….
Is dit een thermometer?
……………………………………………………………………….
Is dit een vis?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 22
7. Geef antwoord in een zin:
Is dit een spin?
……………………………………………………………………….
Is dit een storm?
……………………………………………………………………….
Is dit een vlieg?
……………………………………………………………………….
Is dit een paraplu?
……………………………………………………………………….
Is dit een vlieg?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 23
8. Zoek 5 woorden:
gkjtkstghthermometerkywnduvliegbaztomugdmfnzvspintzndwespwljmllkytpv
1.
2.
3.
4.
5.
9. Letters invullen:
de mu . de vl . . g de . ogel
de spi . de temperat . . r de . ist
de rege . het naj . . r de . is
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 24
10. Invullen
regenen het ……………………..
schijnen de zon ……………………….
waaien het ………………………….
stijgen de temperatuur …………………………
dooien het ……………………………
vriezen het ……………………………
stormen het ……………………………
dalen de temperatuur ………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 25
Werkbladen bij thema de seizoenen: dag 4
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
de winter
…………………………………………………
de sneeuw
……………………………………………………
het ijs
…………………………………………………
de hagel
………………………………………………….
de ijzel
……………………………………………………
het licht
………………………………………………….
het donker
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 26
de hond
……………………………………………………
de kat
…………………………………………………..
de eend
……………………………………………………
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 27
2. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 28
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de hagel
het schaap
de winter
de hond
de eend
de kat
de koe
het paard
het schaap
de ijzel
de winter
de sneeuw
de winter
het donker
de ijzel
het schaap
de kat
het paard
het licht
het ijs
de sneeuw
de hagel
het ijs
het licht
de winter
de hagel
het licht
de eend
de hond
het schaap
4. Invullen de of het:
. . . winter . . . sneeuw . . . ijs . . . hagel
. . . licht . . . donker . . . eend . . . schaap
. . . paard . . . hond
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 29
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit de winter?
……………………………………………………………………….
Is dit het licht?
……………………………………………………………………….
Is dit een hond?
……………………………………………………………………….
Is dit de sneeuw?
……………………………………………………………………….
Is dit het ijs?
……………………………………………………………………….
Is dit een paard?
……………………………………………………………………….
Is dit een eend?
……………………………………………………………………….
Is dit de hagel?
……………………………………………………………………….
Is dit de muis?
……………………………………………………………………….
Is dit het paard?
……………………………………………………………………….
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 30
6. Zoek 5 woorden:
jtkschaapdgijstghrkywnduvbkataztdmdonkerfnzvtznggrwerqpwlwinterjmllkytp
1.
2.
3.
4.
5.
7. Letters invullen:
het ij . de sn . . . w de . ond
de winte . de . . nd de . at
de hage . het sch . . p het . onker
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 8 Pagina 31
8. Invullen:
regenen Het …………………….. een uur.
schijnen De zon ………………………. om 10 uur.
waaien Het …………………………. hard.
stijgen De temperatuur ………………………… naar 25 graden.
dooien Het …………………………… bij 1 graad boven 0.
vriezen Het …………………………… 8 graden.
stormen Het …………………………… niet.
dalen De temperatuur …………………. in de winter.