Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In...

39
Leefstijl Sociaal-emotionele vaardigheden en actief burgerschap voor het primair onderwijs Proefles voor groep 1 - 2 www.leefstijl.nl

Transcript of Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In...

Page 1: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

Leefstijl

Sociaal-emotionele vaardigheden

en actief burgerschap voor het primair onderwijs

Proefles voor groep 1 - 2

www.leefstijl.nl

Page 2: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

Bedankt voor uw interesse in Leefstijl.

Voor u liggen een aantal proeflessen aan uit de handleiding voor groep 1/2 van het primair

onderwijs.

Thema 1 – les 3 Samen in de klas

Thema 2 – les 1 Met je oren!

In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind van iedere

les in dit proefpakket, vindt u de bijbehorende bladen. Niet alle leerkrachten van groep 1 en 2 willen

werkbladen voor hun leerlingen gebruiken. U bent hier volkomen vrij in.

In de lessuggesties wordt ook regelmatig verwezen naar het prentenboek ‘Hallo, wie ben jij?’. In

deze proeflessen zijn ook daarvan de bladen opgenomen die bij de betreffende lessen horen.

Het complete programma voor groep 1 en 2 bestaat uit:

Een training

De handleiding (inbegrepen in de training, niet los verkrijgbaar)

Zes opbergmapjes voor werk- en kopieerbladen

Prentenboek ‘Hallo, wie ben jij?’

Een cd ‘Hallo, wie ben jij?’

Voor vragen en informatie:

Uitgeverij Edu’Actief b.v.

Postbus 1056

7940 KB Meppel

tel. 0522 – 235 235

fax 0522 – 235 222

www.leefstijl.nl

[email protected]

De lessen van de methode kunt u naar eigen inzicht in uw klas gebruiken. U kunt de lessen aanpassen

aan het niveau van de leerlingen, aan gebeurtenissen in uw klas of op school, en aan uw eigen

wensen. Daarom gebruiken we de term ‘lessuggesties’ voor iedere les.

Wij wensen u veel plezier met de leefstijllessen!

Met vriendelijke groet,

Nathalie de Weerd

Uitgever Leefstijl

Page 3: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

Overzicht van de complete lessen voor groep 1 en 2

P R O E F L E S S E N

Thema 1 De groep? Dat zijn wij!

Les 1 Hallo, hier ben ik! Spelactiviteiten Ik ben en ik ken; Hoe heet jij?;

Hallo daar!Praatplaten, etc. Jikke de grootoorvos;

Hallo, wie ben jij?;Jikke gaat van hand tot hand

Creatieve activiteiten Dit ben ik! ; Wie is wie?;Wat hoort bij jou?

Kopieerblad 1 Dit ben ik! Kopieerblad 2 JikkeKopieerblad 3 Wat hoort bij jou?

Les 2 Prettig kennis te makenSpelactiviteiten Tjoeke Tjoeke Treintje;

Wie is dit?; RiRaRood; Schoentje zetten; Allemaal anders; Hoe lang ben jij?

Praatplaten, etc. Hoeveel jaar?Creatieve activiteiten Mijn lievelingskleur;

De Jikke-ExpressKopieerblad 1 ‘De Jikke-Express’

Les 3 Samen in de klasSpelactiviteiten Kom in de kring; Levend memory;

Rupseflups; Stop, hou op!; Inspringspel

Praatplaten, etc. Wie doet aardig?;Afspraken maken

Creatieve activiteiten Opgelost; Aardig of niet?Media-educatie Wie mag er op de computerKopieerblad 1+2 Aardig of niet?

Les 4 Doe je mee?Spelactiviteiten Hindernisparcours;

Mijn lievelings… ; Samen of alleen?; Mag ik meedoen?;Paardenkoers

Praatplaten, etc. We maken een kringetje;Mo zoekt een vriend

Creatieve activiteiten We maken een kringetjeWie is je vriend?; Vriendjes

Media-educatie Vrienden voor het levenKopieerblad 1a+b ‘Mijn lievelings’

Kopieerblad 2 We maken een kringetjeKopieerblad 3 Vriendjes

Thema 2 Praten en luisteren

Les 1 Met je oren!Spelactiviteiten Wie ben je?; Wat is het?;

Maak een geluid … en wees sti;lLuister je?; Geef het door;Wat hoor je?

Praatplaten, etc. Als je wilt luisteren …;Wat moet ik doen?;Mo en Bessie naar de dierentuin;Wie staat met een hoed bij het raam?

Creatieve activiteiten Luister!; Grote orenKopieerblad 1 Luister je?

Les 2 Waarom, waarom?Spelactiviteiten Wie is het?; Zoek naar het

verschil; Praatmemory; Ik zie, ikzie, …; Wie kan het onthouden?Waarom? Daarom!

Praatplaten, etc. Waarom, waarom, waarom?Creatieve activiteiten Ga je mee?;

Ik zit op school en ik zie …Media-educatie Achter het scherm

Kopieerblad 1 t/m 8 Zoek naar het verschil Kopieerblad 9 Praatmemory

Kopieerblad 10 Ik zit op school en ik zie …

Les 3 Laat het zien!Spelactiviteiten Maak eens een geluid;

Luisteren met je ogen?;Luisteren en bewegen;Wat zeggen dieren?

Praatplaten, etc. Verzin een gesprekCreatieve activiteiten Laat het zien!;

Welke dieren kun je horen?Kopieerblad 1 Luisteren en bewegen

Kopieerblad 2+3 Wat zeggen dieren?Kopieerblad 4 Verzin een gesprek

Kopieerblad 5a+b Laat het zien!Kopieerblad 6 Welke dieren kun je horen?

Les 4 Eerst even vragenSpelactiviteiten Mag ik de bal van jou?; Hoe vraag

je het?; Mag ik dan van jou?Praatplaten, etc. Eerst even vragen;

Jikke wil, Jikke zal en Jikke moet!Mag ik er even mee?

Creatieve activiteiten Mag ik die kleur na jou?Wie vraagt er om mee te spelen?Afpakken of vragen?

Kopieerblad 1 Wie vraagt er om mee te spelen?

INHOUD

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L3

G R O E P 1 E N 2

Page 4: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2

4 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

INHOUD

Thema 3 Ken je dat gevoel?

Les 1 Blij of …? Spelactiviteiten Kadootje, kadetje, kaduitje;

Maak de ander blij; Wie hetlaatst lacht; Lachen is gezond;De maan is rond

Praatplaten, etc. Blij of …?; De gekke bekkentrekker Creatieve activiteiten Dansen als … ; Een blije teke-

ning; Maak me blij; Lachen of …?Media-educatie Emoticons/smileys

Kopieerblad 1 Lachen of …?

Les 2 Wat een leed!Spelactiviteiten Een klein zigeunermeisje;

Als er geen … was, wat was ikdan verdrietig!; Kun jij Jikke troosten?; Kunnen blaadjes doodgaan?

Praatplaten, etc. Om te huilen?; Bessie en Brom; Het dode vogeltje

Creatieve activiteiten Tranende ogen; Troosttekening;Troosttoneeltjes; Een mooieherinnering

Media-educatie Zielige films

Les 3 Ben jij bang voor …?Spelactiviteiten De gigantisch grote griezelgang;

Jikke is bang; Ben jij bang voor …?;Zeg Roodkapje, waar ga jeheen?;De gevaarlijke draak;Schildpadjes en krokodillen

Praatplaten, etc. Wat doe je als je bang bent?Nieuw in de klas; Bang;Jikke wil niet naar Sinterklaas

Creatieve activiteiten Griezelbeesten; Spoken;Het klassenmonster

Media-educatie Griezelig op het schermKopieerblad 1 Ben jij bang voor …?

Les 4 Eerste hulp bij boosheidSpelactiviteiten Boze tonen; Stop, hou op!;

Mag ik je vrolijk maken?;Boos? Relax!

Praatplaten, etc. Koningin Hittepit is laaiend;Eerste hulp bij boosheid;Hand of duim?

Creatieve activiteiten Maskers; Speel toneel;Blij, boos, bang of verdrietig?

Kopieerblad 1a+b Blij, boos, bang of verdrietig?

Thema 4 Ik vertrouw op mij!

Les 1 Zo zie ik eruiSpelactiviteiten Ga staan en …!;

Wie heeft dat ook?;Voelsprietje;Wat is er veranderd?;Spiegelspel; Rug aan rug

Praatplaten, etc. Zo zie ik eruit;Spiegeltje, spiegeltje;Wat is een mens veel!;… vind ik mooi

Creatieve activiteiten Maak een mens mooiKopieerblad 1 Maak een mens mooi

(lichaamsdelen)Kopieerblad 2 Maak een mens mooi (kleren)

Les 2 Ik kan al veelSpelactiviteiten Vertel het maar;

Heb jij het onthouden?;De wensfee

Praatplaten, etc. Ik ben echt wel trots op mij!;Ik word groot

Creatieve activiteiten Jij bent bijzonder;Als ik kon toveren; Dit ben ik

Kopieerblad 1 Jij bent bijzonder Kopieerblad 2 Als ik kon toveren

Les 3 De voorstelling kan beginnenWat gaat er deze les gebeuren? Bessie en Mo maken een voor-

stelling;De voorstelling voorbereiden;De voorstelling uitvoeren

Media-educatie Dames en heren!

Les 4 Wie woont bij jou?Spelactiviteiten Samen in een huis;

Wat hoort bij wie?;Helpen in huis;Familiebingo

Praatplaten, etc. Wie is wie in de familie?;De flat van Kareltje Knol

Creatieve activiteiten Huisje spelen;Familiedomino;De woonkamer

Kopieerblad 1 Samen in een huisKopieerblad 2a+b Wat hoort bij wie?

Kopieerblad 3 Familiebingo - fichesKopieerblad 4a, b, c Familiebingo - kaarten

Kopieerblad 5 Familiedomino

P R O E F L E S S E N

Page 5: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2

5 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

INHOUD

Thema 5 Allemaal anders, iedereen gelijk

Les 1 Stop! Dat wil ik nietSpelactiviteiten Kikkers op een drijfblad;

Wil jij met me dansen?;Masseren maar

Praatplaten, etc. Jikke, o Jikke;Vandaag mag jij niet meedoen;Ra, ra, ra wie heeft de bal?

Creatieve activiteiten Laat je niet kisten;Opkomen voor elkaar

Les 2 Om de beurtSpelactiviteiten De één na de ander;

Wat een machine!;Vangnet;De avonturentrein

Praatplaten, etc. Daantje het haantjeCreatieve activiteiten Een vreemd dier

Media-educatie Om de beurt

Les 3 Samen delenSpelactiviteiten Stoelendeeldans;

Eén voor jou, één voor mij;Wie doet wat?

Praatplaten, etc. Samen spelen, samen delen;Soms kan me dat niets schelenVeterdrop

Creatieve activiteiten Samen delen

Les 4 Niemand zoals jijSpelactiviteiten Zoek het verschil;

Zie het verschilPraatplaten, etc. Wie lijkt er op mij?;

WereldmensenCreatieve activiteiten Anders dan anders;

Mjammie;Smileys;Aankleden maar!

Kopieerblad 1 Wereldmensen

Thema 6 Lekker gezond

Les 1 Schone handenSpelactiviteiten Een dagje uit het leven van

mijn handen;Deze vuist op deze vuist;Was je handen;Wat voel je?

Praatplaten, etc. Handen wassen;Wat is er aan het handje?

Creatieve activiteiten Schone vieze handen;Mooie handen;Een hand van steen

Kopieerblad 1 De kraan

Les 2 Schone tandenSpelactiviteiten Goed of slecht voor je tanden?;

Poetsles;Naar de tandarts

Praatplaten, etc. PoetspraatjeCreatieve activiteiten Hoeveel tanden en kiezen?;

Het heen-en-weer-tanden-doosje

Kopieerblad 1 PoetsdiplomaKopieerblad 2 Hoeveel tanden en kiezen?

Les 3 Jongens en meisjesSpelactiviteiten Hoe lang ben jij?;

Jongens en meisjes;Ken je lichaam

Praatplaten, etc. Ik zie …Creatieve activiteiten Ik ben groter dan …;

Van jong naar oudKopieerblad 1 JongenKopieerblad 2 MeisjeKopieerblad 3 Ik ben groter dan …

Les 4 Pluim op je hoedSpelactiviteiten Wat heb je geleerd?

Praatplaten, etc. Ik kan al heel veel;Pluim op je hoed

Creatieve activiteiten Afscheidsmutsen;De ik-zal-aan-je-denken-teke-ning

Kopieerblad 1 De ik-zal-aan-je-denken-teke-ning

P R O E F L E S S E N

Page 6: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

Geachte ouders en/of verzorgers,

Net als veel andere scholen besteedt …….(naam school) gericht aandacht aan de ontwik-keling van sociaal-emotionele vaardigheden. Wij maken daarbij gebruik van Leefstijl, eenmethode die wereldwijd gebruikt wordt en sinds 1990 ook in Nederland wordt toegepast.

De leefstijllessen zijn erop gericht om kinderen op ongedwongen wijze vaardigheden teleren die in de moderne samenleving onmisbaar zijn. Het gaat daarbij bijvoorbeeld omsamen spelen; praten en luisteren; rekening houden met elkaar; omgaan met gevoelens enmet verschillen; zelf beslissingen durven nemen, en opkomen voor jezelf.

Het leefstijlprogramma is opgebouwd uit zes thema’s, die steeds uit vier lessen bestaan.Op school werken alle groepen tegelijkertijd aan hetzelfde thema, waarbij in ieder leerjaaruiteraard andere accenten worden gelegd. Geen enkele leefstijlles is hetzelfde.

We starten deze week met het eerste thema: De groep? Dat zijn wij.

In deze lessenserie besteden we vooral aandacht aan de sfeer in de groep. Als deze goedis, voelen kinderen zich beter op hun gemak: zowel bij elkaar als bij hun leerkracht. Dit isgoed voor hun persoonlijke ontwikkeling en de creativiteit binnen de groep.

Om ouders en opvoeders zoveel mogelijk bij deze lessen te betrekken, bieden wij insamenhang met het leefstijlprogramma voor de leerlingen ook een aantal workshops vooropvoeders aan.

(Hier eventueel extra informatie over de ouderworkshops.)

Daarnaast krijgen de kinderen na afloop van het thema hun werkboek mee naar huis. Zokrijgt u een indruk van wat wij in de klas bespreken. Ook zijn er in ieder werkboekjeopdrachten opgenomen die u samen met u kind kunt doen, en vindt u steeds een toelich-ting op het thema.

Wij hopen u zo voldoende te hebben geïnformeerd. Hebt u nog vragen, dan horen wij datgraag,

Met vriendelijke groet,

P R O E F L E S S E N

CONCEPTBRIEF VOOR OUDERSTHEMA 1

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L6

G R O E P 1 E N 2

Page 7: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L7

THEMA 1

Les 3 Samen in de klas

Over elkaar helpen, geholpen worden en afspraken maken in de klas.

Page 8: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

8 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

Achtergrond voor leerkrachten

Duidelijke regels en afspraken helpen om een sfeer van veiligheid, vertrouwen en weder-zijds respect in een school en een groep te creëren. Iedereen weet zo waar hij aan toe is.Grenzen geven veiligheid.

Er is een verschil tussen regels en afspraken. Regels zijn voorschriften die meestal van hoger-hand worden opgelegd, waar je je aan moet houden. Je mag niet door het rode licht lopen, jemoet ’s ochtends op tijd op school komen, op zaterdag en zondag ben je vrij, enzovoort. Op regels hebben kinderen zelf meestal weinig invloed. Licht waar mogelijk de achterliggen-de reden van regels toe (bescherming, aangeven van grenzen). Kinderen zullen regels eerderaccepteren en meer geneigd zijn zich eraan te houden als ze begrijpen waar ze voor dienen. Afspraken worden niet van boven opgelegd, die maak je samen. Duidelijke afspraken makenis een goede start voor een nieuw schooljaar. Zorg er echter wel voor dat de gemaakte afspra-ken in de loop van het jaar ook worden nagekomen. Zowel de kinderen als de leerkrachtenzijn verantwoordelijk voor de controle daarop, aangezien de afspraken samen zijn gemaakt.

Goede, duidelijke afspraken:• worden gemaakt met inbreng van alle betrokkenen.• zijn bij iedereen bekend.• worden door iedereen begrepen.• dienen een duidelijk doel.• worden door iedereen geaccepteerd. • kennen een sanctie bij overtreding.• worden regelmatig geëvalueerd.• worden zo veel mogelijk in ‘plustaal’ geformuleerd.

Een voorbeeld van ‘plustaal’ is: ‘Hang je jas aan de kapstok.’ Dezelfde boodschap luidt in‘mintaal’: ‘Gooi je jas niet op de grond.’De betekenis van deze twee zinnen is hetzelfde. Maar het eerste voorbeeld geeft aan welkgedrag gewenst wordt, terwijl het tweede het ongewenste gedrag verbiedt. Plustaal ver-groot de kans dat het gewenste gedrag wordt uitgevoerd, terwijl het risico van mintaal is,dat juist het tegendeel gebeurt. Want waar denkt u aan als u NIET aan een roze olifant magdenken?

Tot slot: duidelijke regels en afspraken maken is niet hetzelfde als een goed onderling con-tact opbouwen. Kinderen voelen zich veilig in een groep als zij zich onderling verbondenvoelen. Regels en afspraken vervullen daarbij een regulerende rol.

LesdoelKinderen:• leren hoe ze elkaar kunnen helpen in de klas.• leren het stopteken.• ontdekken door spel wat ‘aardig doen’ inhoudt.• ontdekken het verschil tussen samen en alleen spelen.• realiseren zich dat samen spelen soms méér maar soms ook minder is.• ontdekken dat onderling vertrouwen belangrijk is.• maken afspraken voor in de klas.

Page 9: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L9

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

Overzicht lessuggesties

� Spelactiviteiten

Kom in de kringEen spel waarbij je veilig bent als je in de kring staat en een (kring)gesprek over elkaar helpen in de klas.

Levend memoryEen spel en een (kring)gesprek over hoe je elkaar kunt helpen in de klas.

RupseflupsEen samenwerkingsspel. Kinderen vormen een wandelende rups.

Stop, hou op!Kinderen oefenen het stopteken om aan te geven dat ze willen dat de ander ophoudt.

InspringspelKinderen spelen hoe ze elkaar kunnen helpen in een vervelende situatie.

� Praatplaten, verhalen, gedichtjes, liedjes

Wie doet aardig?Een gedichtje en een spel. Kinderen geven aan of iemand in het gedichtje iets aardigs of vervelends zegt. Welke aardige dingen kun je tegen elkaar zeggen?

Afspraken makenPraatplaten om afspraken te maken in de klas.

Suggesties voor prentenboeken: zie de website www.leefstijl.nl.

� Creatieve activiteiten

OpgelostSamen een puzzel maken en oplossen.

Aardig of niet?Kinderen geven aan of iets aardig is of niet.

� Media-educatie

Page 10: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

Lessuggesties Spelactiviteiten

Kom in de kringEen spel waarbij je veilig bent als je in de kring staat en een (kring)gesprek over elkaar helpen in de klas.

In dit spel probeert een leeuw kinderen te tikken. De kinderen vormen een kring in het(speel)lokaal. Zij houden elkaars handen vast. Vraag wie de leeuw wil zijn. De leeuw gaatbuiten de kring in een hoekje liggen ‘slapen’.

Wijs vijf kinderen aan uit de kring. Zij sluipen naar de slapende leeuw toe. Als de leeuwwakker wordt en ze dreigt te tikken, rennen ze terug naar de kring. In de kring zijn ze veiligen mag de leeuw hen niet pakken. Hoeveel kinderen kan de leeuw pakken? Wijs daarna eenander kind aan om leeuw te zijn. Wijs ook vijf nieuwe kinderen aan die de leeuw wakkerproberen te maken. Het spel herhaalt zich.

Mogelijke vragen• Vond je het een spannend spelletje?• Hoe kon je ervoor zorgen dat je niet gepakt werd door de leeuw? • Heb je elkaar geholpen om niet gepakt te worden door de leeuw? Hoe heb je dat gedaan?• Help je wel eens andere kinderen? • Waarmee kun je elkaar helpen in de klas? Bijvoorbeeld: met veters strikken; iemand troos-

ten die verdrietig is; iemand helpen zoeken die iets kwijt is; een schaar uitlenen.• Je helpt allemaal wel eens iemand terwijl die daar niet om vraagt. Hoe zie je dat iemand

hulp nodig heeft? Bijvoorbeeld: zien dat een kind wil meespelen; zien dat een kind potlo-den nodig heeft die jij gebruikt.

• Waarmee help jij volwassenen? Bijvoorbeeld: stil zijn als volwassenen dat vragen; ietshalen als ze dat vragen.

Blijf aandacht besteden aan het helpen van elkaar in de klas. Benoem het gedrag als u zietdat kinderen elkaar helpen. Let daarbij op het verschil tussen jongens en meisjes: voormeisjes is helpen vaak een manier om aardig gevonden te worden. Voor hen is het belang-rijk om te leren dat je niet altijd voor iedereen lief hoeft te zijn. Het gaat erom of iemand jehulp echt nodig heeft. Voor jongens is presteren belangrijk. Zij willen graag horen dat zegoede helpers zijn.

Levend memoryEen spel en een (kring)gesprek over hoe je elkaar kunt helpen in de klas.

Materiaal• Stroken papier en stickertjes. Maak voor ieder kind een strook papier, met daarop een

plaatje. De strook kan als een muts op het hoofd worden gezet. Er zijn steeds twee mut-sen met hetzelfde plaatje erop.

De kinderen zitten in een kring. Zet ieder kind een muts met plaatje op het hoofd. Bij eenoneven aantal kinderen doet u zelf mee. De kinderen weten zelf niet welk plaatje op hunmuts staat. Vraag de kinderen om op zoek te gaan naar degene die hetzelfde plaatje heeft.Als ze elkaar gevonden hebben, gaan ze naast elkaar in de kring zitten.

SAMEN IN DE KLASTHEMA 1, LES 3

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L10

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

Page 11: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L11

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

Mogelijke vragen• Hoe heb je je maatje gevonden? Heb je elkaar geholpen of heb je het alleen opgelost?• Hoe kon je elkaar helpen bij dit spelletje?

Als de activiteit Kom in de kring niet gespeeld is:• Help je wel eens andere kinderen? • Waarmee kun je elkaar helpen in de klas? Bijvoorbeeld: met veters strikken; iemand troos-

ten die verdrietig is; iemand helpen zoeken die iets kwijt is; een schaar uitlenen.• Je helpt allemaal wel eens iemand terwijl die daar niet om vraagt. Hoe zie je dat iemand

hulp nodig heeft? Bijvoorbeeld: zien dat een kind wil meespelen; zien dat een kind potlo-den nodig heeft die jij gebruikt.

• Waarmee help jij volwassenen? Bijvoorbeeld: stil zijn als volwassenen dat vragen; ietshalen als ze dat vragen.

RupseflupsEen samenwerkingsspel. Kinderen vormen een wandelende rups.

Laat de kinderen voor dit spel hun schoenen uitdoen. Zo worden harde botsingen tussenneuzen en schoenneuzen voorkomen. Verdeel de klas in groepjes van vier. De kinderen gaanper groepje achter elkaar op hun knieën zitten en houden elkaar bij de enkels vast. Samenproberen ze te lopen. Als dit goed gaat, wordt de rups langer gemaakt door steeds meergroepjes samen te voegen.

Stop, hou op!Kinderen oefenen het stopteken om aan te geven dat ze willen dat de ander ophoudt.

De kinderen zitten in een kring. Leer de kinderen een stopteken dat ze kunnen maken als zewillen dat een ander ophoudt met iets wat ze niet fijn vinden. Een hand opsteken met dehandpalm naar buiten, zoals een politieagent, is een voorbeeld van een stopteken. Mis-schien weten de kinderen nog andere stoptekens.

Nu spelen elkaar afwisselende tweetallen steeds een situatie waarin iemand iets doet watde ander niet prettig vindt. Maak een keuze uit de situaties hieronder of gebruik situatiesdie in uw klas voorkomen. Het kind dat iets niet fijn vindt, geeft het stopteken en zegt:‘Stop, hou op!’ Dan speelt een ander tweetal een situatie.

Page 12: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

12 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

Mogelijke situaties• A trekt aan de vlechten van B. B vindt dat niet leuk. • Twee kinderen spelen samen op de computer. A doet alleen maar gek en schopt de boel in

de war. B heeft hier last van.• A maakt rijmwoorden op de naam van B. B vindt dat niet leuk. • A lacht B uit omdat die iets niet kan. • Twee kinderen zitten naast elkaar in de kring. A schommelt met zijn benen. B heeft hier

last van.

Inspringspel Kinderen spelen hoe ze elkaar kunnen helpen in een vervelende situatie.

Leg kort uit wat een rollenspel is: vertel dat het een ‘net alsof’-spel is. Bij deze activiteitkunt u steeds een ander kind vragen of het in het midden van de kring wil staan of zitten.Vertel wat er zogenaamd met dit kind aan de hand is. Gebruik hiervoor situaties die hieron-der vermeld staan of situaties die zich voordoen in de klas. De kinderen in de kring beden-ken iets om het kind te helpen. Ze mogen om de beurt naar het kind in de kring gaan om dituit te spelen.

Mogelijke onderwerpen • Een kind heeft niemand om mee te spelen.• Een kind kan zijn veters niet strikken.• Een kind heeft zijn brood vergeten.• Een kind is gevallen en heeft zich pijn gedaan.• Een kind heeft een toren gebouwd en een ander kind heeft hem omgegooid.• Een kind wordt weggeduwd zodat iemand anders eerder bij de poppenhoek is. • Een kind heeft samen met andere kinderen geknutseld met papier en lijm. De andere kin-

deren zijn al klaar en doen nu iets anders. Moet jij nu in je eentje alles opruimen?

Maak kinderen erop attent dat ze elkaar vaak ook al helpen als ze aan u vertellen wat eraan de hand is.

Praatplaten, verhalen, gedichtjes, liedjes

Wie doet aardig?Een gedichtje en een spel. Kinderen geven aan of iemand in het gedichtje iets aardigs of vervelends zegt. Welke aardige dingen kun je tegen elkaar zeggen?

Materiaal• Prentenboek bladzijde 15.

Lees het gedichtje Wie doet aardig? Vraag na ieder couplet of de kinderen aardig of verve-lend doen tegen elkaar. Laat kinderen hun duim omhoog steken als ze het aardig vinden.Als ze het niet aardig vinden, steken ze hun duim naar beneden. Vraag de kinderen daarnaom met hun gezicht te laten zien hoe het kind uit het versje zich voelt.

Page 13: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L13

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

Mogelijke vragen• Wat gebeurt er als je aardig bent voor iemand?• Wat gebeurt er als iemand aardig is voor jou?• Waarom doe je soms niet aardig? Vertel iets over uzelf. Misschien hebt u onlangs niet aar-

dig gedaan. Vertel kinderen de reden hiervoor. Misschien was u moe, of boos. Het onaardi-ge gedrag wordt daarmee niet goedgepraat, maar het wordt voor kinderen wel duide-lijk(er) waarom iemand soms niet aardig doet. Laat kinderen met eigen voorbeeldenkomen.

Vraag hierna aan de kinderen iets aardigs te zeggen tegen iemand in de groep. Geef zoveelmogelijk kinderen de gelegenheid om iets aardigs te zeggen. Zorg ervoor dat over iedereeniets aardigs wordt gezegd.

Afspraken makenPraatplaten om afspraken te maken in de klas.

Materiaal• Prentenboek bladzijde 16 tot en met 20.• Kopieerblad 1.

Teken op het bord of op een papier een zonnetje met een blij gezicht en een wolkje met eenboos gezicht. Laat nu achter elkaar de praatplaten Aardig of niet? uit het prentenboek zien.Vraag aan de kinderen of de plaat bij het zonnetje of bij het wolkje hoort. Bespreek waar-om dat zo is.

Maak naar aanleiding van de plaatjes een aantal afspraken.Bijvoorbeeld:• We helpen elkaar.• We lachen samen.• We vragen het eerst als we met speelgoed van een ander willen spelen.• We wachten op onze beurt.• We delen samen.• We doen elkaar geen pijn.• We ruimen samen op.

Kom in de loop van het jaar regelmatig op deze afspraken terug. U kunt daartoe de plaatjesmet positief gedrag van het kopieerblad Aardig of niet? op een groot vel papier plakken endeze in de klas ophangen. Vestig niet alleen de aandacht op afspraken als kinderen zich er nietaan houden. Laat kinderen ook merken dat u het opmerkt als ze de gemaakte afspraken wélnakomen. Door positief gedrag te benadrukken, is de kans groter dat ze dergelijk gedrag her-halen.

Page 14: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

14 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

Creatieve activiteiten

OpgelostSamen een puzzel maken en oplossen.

Materiaal• Ansichtkaarten of platen uit een tijdschrift.• Scharen.

Laat deze opdracht uitvoeren door één of meer groepjes van vier kinderen. Ieder groepjekrijgt vier ansichtkaarten. Van de kaarten maken de kinderen (of de leerkracht) een puzzelvan vier of zes stukjes. Ze leggen van iedere puzzel één stukje op tafel. De overige stukkendoen ze allemaal samen in een doos. Om de beurt pakken de kinderen één stukje uit dedoos. Ze kijken bij welke puzzel op de tafel hun stukje past. Ze helpen elkaar om de stukkenop de goede plaats te leggen.

Aardig of niet?Kinderen geven aan of iets aardig is of niet.

Materiaal• Kopieerbladen 1 en 2.

Kinderen maken met behulp van de kopieerbladen de opdracht Aardig of niet? Ze knippende plaatjes van kopieerblad 2 uit en plakken deze in de vakjes met een wolkje of een zon-netje op kopieerblad 1.

Media-educatie

Wie mag er op de computer?Vraag de kinderen met hoeveel kinderen tegelijk je aan één computer kunt werken. Als erregels zijn over het gebruik van de computer in de klas, is dit een goed moment om deze teintroduceren. Als die er (nog) niet zijn, bespreekt u met de kinderen hoe je het computer-gebruik eerlijk kunt regelen.

Page 15: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

Kopieerblad 1 Aardig of niet?

SAMEN IN DE KLASTHEMA 1, LES 3

15 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

Page 16: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

16 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

Kopieerblad 2 Aardig of niet?

Page 17: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

15

Wie doet aardig?

Mag ik met jullie spelen? vroeg Aisha aan Esmee. Maar weet je wat Esmee zei? Esmee zei: Aisha, nee! Wij vinden jou niet aardig. Jij doet vandaag niet mee!

Mag ik misschien een keertje? vroeg Robbie aan Martijn. Maar weet je wat Martijn zei? Martijn zei: Deze trein, die is gewoon van mij! Weg Rob, je bent te klein!

Ik wil ook van die glijbaan zei Rudi aan Liedwij. En weet je wat Liedwij zei? Liedwij zei: Tuurlijk! Jij mag ook wel lekker glijden. Maar sta je in de rij?

Heb jij een nieuwe auto? vroeg Redah aan Agaath. En weet je wat Agaath zei? Agaath zei: Inderdaad! Wil jij er ook mee spelen? Je weet nu waar die staat.

ie doeWWi

dig?et aar

g ik met jMaAisha g oevr

eet jeMaar wAEsmee zei:

ij vinden jWandJij doet v

ullie spelen?.aan Esmee

at Esmee zei?e wnee!Aisha,

dig.ou niet aarg niet mee!daa

araMMM

J j

g ik misscMag Robbieoevr

eet jeMaar wMartijn zei: D

oowedie is g

g

hien een keertje?ce aan Martijn.

at Martijn zei?e wein,Deze tr

an mij!n v

oowedie is g je b,g RobeWWe

aIk wil ook vzei Rudi aan

eet je wEn w

an mij!n vbent te klein!

an die glijbaanwij.n Lied

wij zei?at Liedw

Twij zei: Liedelg ook wma

Maar sta je i

b jij een nHeg Redahoevr

uurlijk! JijTTul lekker glijden.n de rij?

e auto?nieuwaath.Agh aan

geet je wEn w

aath zei: IAgil jij er ookW

u weet ne wJ

gaath zei?Agatw

daad!Inderk mee spelen?

aar die staat.w

17 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Uit het Prentenboek:

Page 18: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

16

Aardig of niet?

Op welke plaatjes doen de kinderen aardig tegen elkaar, en op welke niet?

dig of Aar

niet?

Odae

elke plaatjes Op wendoen de kinder

,en elkaargdig teaarelke niet? en op w

18 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Uit het Prentenboek:

Page 19: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

17

19 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Uit het Prentenboek:

Page 20: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

18

20 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Uit het Prentenboek:

Page 21: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

19

21 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Uit het Prentenboek:

Page 22: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 1, LES 3 SAMEN IN DE KLAS

20

22 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Uit het Prentenboek:

Page 23: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

23 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

THEMA 2 CONCEPTBRIEF VOOR OUDERS

Geachte ouders en/of verzorgers,

Zoals u weet werken wij op school met Leefstijl, een methode voor sociaal-emotionelevaardigheden. Wij informeerden u onlangs over het feit dat wij gestart zijn met het eerstethema waarin de sfeer in de groep centraal stond.

Deze week gaat thema 2 van start: Praten en luisteren. Dit thema gaat over communicatie:over praten, luisteren en stil zijn. Allemaal actieve vaardigheden die kinderen gaandewegleren. Volwassenen kunnen daarin het goede voorbeeld geven. Zo leert uw kind dat vragenstellen en luisteren net zo leuk kan zijn als zelf iets vertellen.

Ook dit thema bestaat uit vier lessen. Alle groepen zijn hier ongeveer zes weken mee bezig.

(Hier eventueel extra informatie over de ouderworkshops.)

Wij houden u op hoogte van het verdere verloop van de leefstijllessen. Hebt u nog vragen,dan horen wij dat graag,

Met vriendelijke groet,

Page 24: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L24

THEMA 2

Les 1 Met je oren!

Over luisteren, stil zijn en vertellen.

Page 25: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

Achtergrond voor leerkrachten

Dit thema gaat over communiceren: over met elkaar praten, naar elkaar luisteren, en oversamen stil zijn. In de eerste lessen staat in alle groepen het luisteren centraal. Deze vaar-digheid wordt steeds anders belicht en elk jaar uitgebreid.

Het helpt kinderen beter te luisteren als u zelf het goede voorbeeld geeft. Practice what youpreach. Laat dus zien dat u ook naar hen wilt luisteren. Neem daar de tijd voor. Soms den-ken volwassenen (te) snel te weten wat kinderen bedoelen.

De wijze waarop kinderen communiceren wordt bepaald door hun eigen vaardigheid, desociale klasse waartoe zij (of hun ouders) behoren, en hun culturele achtergrond. Voor de een heeft communicatie als doel eerlijk te kunnen zeggen wat je denkt, voor deander is het een manier om anderen niet te kwetsen, om gezichtsverlies te voorkomen ofom respect te tonen.

Voor sommige kinderen is het moeilijk om het juiste evenwicht te vinden tussen de ver-schillende manieren waarop er thuis, op school, en elders in de samenleving wordt gecom-municeerd. Om hen te kunnen leren wat er op school onder goed luisteren en duidelijkcommuniceren wordt verstaan, moet u zich bewust zijn van mogelijke verschillen tussen deschool- en thuissituatie. Deze verschillen mag u ook benoemen.

Een aantal verschillen op een rijtje:• In veel culturen is het gebruikelijk een meerdere of ouder niet aan te kijken. Oogcontact

maken met zo iemand wordt gezien als onbeleefd en respectloos. Een kind met een isla-mitische achtergrond dat thuis een standje krijgt, zal zijn ouders dan ook meestal nietaankijken.

• In sommige culturen is het ongepast om onverholen te zeggen wat je denkt. Het is daarniet gebruikelijk dat kinderen leren om open met ouders of andere volwassenen te praten.Directe communicatie met oudere mensen getuigt in dat geval van een gebrek aan res-pect of van een slechte opvoeding.

• Veel vragen stellen wordt niet in alle culturen als positief gezien. Bij ons is het een tekenvan belangstelling, maar er zijn ook culturen waar het als opdringerig wordt beschouwd.

• In de westerse cultuur ligt de nadruk erg op het individu. In veel andere culturen gaat hetom de familie. Een persoon is in de eerste plaats een lid van zijn of haar familie. Belang-rijke vragen aan een ander gaan dan ook over de familie van de ander. Wat doet je vader?Hoeveel broers en zussen heb je? Waar komt je familie vandaan? Enzovoort. Omdat defamilie zo’n centrale rol vervult, wordt aantasting van de familie-eer over het algemeenals zeer ernstig ervaren. Met name het beledigen van moeders (en zusters) wordt in veelculturen héél hoog opgenomen, helemaal als het gaat om seksueel getinte beledigingen.

• Vragen op een bevelende toon wordt in Nederland snel als storend of ongewenst ervaren.In veel andere culturen vindt men dit echter heel normaal en vanzelfsprekend.

• In sommige culturen is het onbeleefd om te praten tijdens het eten. Het eten is zobelangrijk, daar hoor je al je aandacht aan te geven.

MET JE OREN!THEMA 2, LES 1

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L25

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

Page 26: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L26

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

Overzicht lessuggesties

� Spelactiviteiten

Wie ben je?Van wie is de (verdraaide) stem?

Wat is het?Kinderen luisteren geconcentreerd naar een omschrijving. Over welk voorwerp gaat het?

Maak een geluid … en wees stilHoe wordt het zo snel mogelijk stil in de groep?

Luister je?Zelf vertellen en met concentratie naar anderen luisteren.

Geef het doorEen woord of zin aan elkaar doorgeven.

Wat hoor je?Een oefening in stilte. Wat hoor je als je stil bent?

� Praatplaten, verhalen, gedichtjes, liedjes

Als je wilt luisteren …Een liedje over hoe je goed kunt luisteren.

Wat moet ik doen? Een gedicht over herkenbare dilemma’s: naar wie moet je luisteren?

Mo en Bessie naar de dierentuinGeconcentreerd luisteren naar een verhaal.

Wie staat met een hoed bij het raam?Van wie is de stem in het liedje?

Suggesties voor prentenboeken: zie de website www.leefstijl.nl.

� Creatieve activiteiten

Luister!Een schilderopdracht. Kinderen ervaren hoe het is als er naar je wordt geluisterd.

Grote orenVan papier grote oren maken om goed mee te luisteren.

Page 27: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

27 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

Lesdoel

De kinderen:• oefenen geconcentreerd te luisteren.• oefenen consistent te vertellen.• ervaren stilte.• leren stil te worden op een teken van de leerkracht.• oefenen de volgende concrete luistervaardigheden:

– iemand aankijken. – ophouden met waar je mee bezig bent.

• denken na over de vraag naar wie ze luisteren bij tegenstrijdige boodschappen.

Page 28: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L28

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

Lessuggesties Spelactiviteiten

Wie ben je?Van wie is de (verdraaide) stem?

Materiaal• De cd Hallo, wie ben jij?• Eventueel een blinddoek.

De kinderen staan in een kring. Eén van hen wordt geblinddoekt of gaat met gesloten ogenin het midden staan. De kinderen lopen rond en zingen (op de wijs van Iene, miene, mutte):

‘k Heb een vraagje.Zeg me wat draag je?Zeg me wie je kent.Ik zal zeggen wie je bent.

Het kind met de blinddoek (A) wijst een kind uit de kring (B) aan en vraagt: ‘Wat draag je?’B geeft antwoord met een verdraaide stem en zegt bijvoorbeeld ‘een rode trui’. A stelt nu detweede vraag: ‘Zeg me wie je kent.’ B noemt, nog steeds met verdraaide stem, de naam vaneen klasgenoot. A probeert nu te raden wie B is. Herhaal het spel en laat iemand anders inhet midden staan.

Mogelijke vragen• Hoe ben je erachter gekomen van wie de stem was? Aan de stem; door wat er gezegd werd. • Vond je het bij iedereen even moeilijk of makkelijk? • Bij wie vond je het makkelijk? Bij wie vond je het moeilijker?

Wat is het?Kinderen luisteren geconcentreerd naar een omschrijving. Over welk voorwerp gaat het?

Materiaal• Een aantal voorwerpen uit het klaslokaal.• Een doek of doos.

Verstop een aantal voorwerpen onder een doek of in een grote doos. Kies één voorwerp uiten omschrijf dit. Laat de kinderen raden wat u bedoelt. U kunt ook de kinderen een voor-werp laten beschrijven. De anderen raden wat het is.

Maak een geluid … en wees stil!Hoe wordt het zo snel mogelijk stil in de groep?

De kinderen zitten in een kring. Vraag hen of zij weten hoe het eigenlijk stil wordt in eenklas. Leg uit wat een stopteken is en laat zien welk stopteken u in dit spel zult gebruiken. Usteekt bijvoorbeeld uw hand in de lucht. Speel nu het spel. Laat de kinderen dierengeluiden maken. Geef opdrachten als: ‘loei als eenkoe’, ‘kraai als een haan’, ‘piep als een muis’, enzovoort. Laat de kinderen ook zelf geluidenverzinnen. U maakt steeds op een bepaald moment het stopteken.

Page 29: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

29 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

De kinderen nemen het teken over – in dit geval steken ze dus ook hun hand in de lucht – enzijn dan zo snel mogelijk stil.Maak de opdracht moeilijker door de kinderen rond te laten lopen terwijl ze het geluidmaken. Ook dan moeten ze uw stopteken zo snel mogelijk overnemen en vervolgens stilzijn. Laat kinderen eventueel zelf met ideeën komen voor andere stoptekens.

Mogelijke vragen• Waarom willen grote mensen vaak dat kinderen stil zijn?• Waarom willen juffen en meesters graag dat het stil is als ze iets vertellen?• Vind jij het prettig als het stil is als de juf iets vertelt?• Willen je ouders ook dat jij stil bent als ze iets vertellen?• Zijn volwassenen ook stil als jij iets wilt vertellen?• Is stil zijn hetzelfde als luisteren? • Hoe kun je merken of iemand echt naar je luistert?• Wanneer vind je het moeilijk om te luisteren?

Luister je?Zelf vertellen en met concentratie naar anderen luisteren.

Materiaal• Kopieerblad 1.

De kinderen zitten in een kring. Deel de kaartjes van kopieerblad 1 uit. Geef de kinderen omen om een kaartje met een ‘oortje’ of een ‘mondje’. De kinderen met een mondje vertellentijdens deze oefening een verhaal aan hun buurman met het oortje. Die luistert zo goedmogelijk. Geef na een halve minuut het stopteken (zie de activiteit Maak een geluid … enwees stil!) en laat de kinderen van kaartje en dus van rol wisselen. Deze opdracht kanafwisselend zittend en staand worden uitgevoerd, zodat kinderen het verschil ontdekkentussen luisteren als je staat en als je zit.

U kunt zelf een onderwerp bepalen, of aan de kinderen overlaten waarover ze willen vertellen. Als ú kiest, haak dan in op een thema waar de klas mee bezig is.

Als kinderen in uw groep verschillende talen en dialecten spreken, kunt u daar tijdens dezeoefening aandacht aan besteden. Laat ze iets aan de groep vertellen in hun eigen dialect ofmoedertaal. Wie kan het verstaan? Wie heeft het begrepen?

Mogelijke vragen• Hebben jullie goed naar elkaar geluisterd?• Hoe kon je merken dat de ander naar je luisterde?• Kon je de ander goed verstaan?• Wat kun je doen als je iemand niet goed verstaat?• Wat kun je doen als je iemand niet goed begrijpt?

Deze spelvorm voor luisteren en vertellen kan ook buiten de leefstijlles gebruikt worden, bijvoorbeeld na het weekend of bij een bijzondere gebeurtenis.

Page 30: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L30

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

Geef het doorEen woord of zin aan elkaar doorgeven.

De kinderen zitten in een kring. Fluister één woord in het oor van het kind links van u. Ditkind fluistert het woord door in het oor van het kind naast hem. Geef nu een ander woorddoor aan het kind rechts van u. Ook dit kind geeft het woord door aan het kind naast hem.De woorden kruisen ergens in het midden van de kring. Als de woorden de hele kring zijndoorgegaan, zeggen de laatste kinderen het woord hardop. Klopt het? Het spel kan her-haald worden in een moeilijkere variant, met twee woorden of een hele zin.

Wat hoor je?Een oefening in stilte. Wat hoor je als je stil bent?

De kinderen doen hun ogen dicht en luisteren naar wat ze horen als ze stil zijn. Misschieneen lekkende kraan of een vogeltje. Ze vertellen elkaar wat ze hebben gehoord. Daarna luis-teren ze nog een keer om te horen of ze ook de dingen horen die anderen hebben gehoord.

Praatplaten, verhalen, gedichtjes, liedjes

Als je wilt luisteren …Een liedje over hoe je goed kunt luisteren.

Materiaal• De cd Hallo, wie ben jij?

�� ������A

� �A

�B.

�A/C#

�Als

D

�je

�wilt

�luis

A

�te

�- ren

�- stop

�dan

B.

�met

�wat

E7

�je doet.

A

����Kijk

B.

�naar

�de an

A

� �der

�- en lui

D

� �ster

E7

�- goed.

A

D

�A

� � � �B.

� �E7

� �A

� �

����D

�A

� � � �D�

A� � � �

����Lui

B.

ster

E

- lui

D

� �ster.

E

� � Als

D

�je

�wilt

�lui

A

�ste

�- ren

�stop

�dan

B.

�met

�wat

E7

�je doet.

A

����Kijk

B.

�naar

�de an

A

� �der

�- en luis

D

� ter

E

- lui

D

� �ster.

E

� �

Page 31: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

31 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

Leer de kinderen het volgende rijmpje:

Als je wilt luisteren,stop met wat je doet,kijk naar de anderen luister goed!

VariantEen ander gedichtje met bewegingen dat u kunt gebruiken is:

Hoedje op je hoofd, (kinderen maken met hun handen de vorm van een hoedje)handen in je zij, (kinderen leggen hun handen in hun zij)kijk en luister nu naar mij. (kinderen kijken naar degene die praat)

Bij dit gedichtje moéten kinderen wel stoppen met waar ze mee bezig zijn, omdat ze hunhanden nodig hebben voor de bewegingen bij het gedichtje.

In sommige landen is het niet gebruikelijk om iemand aan te kijken tijdens het praten. Indeze culturen geldt het als onbeleefd om bijvoorbeeld ouderen, hogergeplaatsten of men-sen die boos op je zijn, in de ogen te kijken tijdens een gesprek. Vertel kinderen daarom dathet in Nederland de gewoonte is om mensen altijd aan te kijken als je een gesprek voert.(Zie ook de achtergrond bij deze les.)

Wat moet ik doen?Een gedicht over herkenbare dilemma’s: naar wie moet je luisteren?

Materiaal• Prentenboek bladzijde 24 en 25.

Lees het gedicht Wat moet ik doen? in het prentenboek voor. Bespreek steeds elk coupleteven na.

Mogelijke vraag naar aanleiding van elk couplet:Naar wie zou jij luisteren? En waarom?

Mo en Bessie naar de dierentuinGeconcentreerd luisteren naar een verhaal.

Materiaal• Prentenboek bladzijde 26 tot en met 28.

Vertel de kinderen dat u een verhaal gaat voorlezen over Mo en Bessie in de dierentuin. Bijbepaalde woorden horen speciale geluiden en bewegingen. Oefen deze eerst.

����Als

D

�je

��wilt

��lui

A

��ste

��- ren

��- stop

��dan

B.

��met

��wat

E7

��je doet.

A

�� �

����Kijk

B.

�naar

��de an

A

�� �der

�-

� � �en luis

D

�� ��

ter

E7

��

- goed.

A

� � �

Luister luister.Als je wilt luisteren,stop met wat je doet,kijk naar de anderen luister luister.

Als je wilt luisteren,stop met wat je doet,kijk naar de anderen luister goed.

Page 32: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L32

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

Geluiden en bewegingen:Mo: jongens gaan staan.Bessie: meisjes gaan staan.Moeder: meisjes gaan op hun tenen staan.Vader: jongens gaan op hun tenen staan.Hondje: kwispelstaartje maken en ‘woef’ zeggen.Aap: handen onder oksels en ‘oe oe’ zeggen.Flamingo: op één been staan.Olifant: arm door je andere arm halen en een slurf maken.Tijger: klauwbeweging met hand maken, en brullen. Slang: sissen. Krokodil: met armen bek van krokodil maken en ‘hap’ zeggen.Pinguïn: armen langs het lijf laten klapperen.

Lees nu het verhaal, waarbij de kinderen goed luisteren of ze één van deze woorden horen.Als dat zo is, maken ze de beweging en het geluid dat erbij hoort. Doe de eerste keer dat uhet verhaal voorleest zelf mee met de bewegingen en geluiden, daarna niet meer.

Wie staat met een hoed bij het raam?Van wie is de stem in het liedje?

Materiaal• Een hoed.• De cd Hallo, wie ben jij?

Leer kinderen het onderstaande liedje en speel vervolgens het spel. De kinderen zitten methun rug naar het raam en doen hun ogen dicht. U zet de hoed op het hoofd van één van dekinderen. Dit kind gaat bij het raam staan. De kinderen zingen nu, nog steeds met hun ogendicht, de eerste regel van het liedje: Wie staat met een hoed bij het raam? Het kind met dehoed roept nu de naam van een klasgenoot (bijvoorbeeld Myriam). Myriam probeert teraden wie haar geroepen heeft. Zij zingt vervolgens de tweede regel en vult de naam in vanhet kind met de hoed. Als het niet klopt, zingt de groep nogmaals de eerste regel en roepthet kind met de hoed een andere naam. Ook dit kind probeert te raden van wie de stem is,enzovoort.

Wie staat met een hoed bij het raam?’t Is …(naam van een kind), zij/hij roept mijn naam.

�� �

���� � �Wie

D

�staat

�met

�een

�hoed

G

�bij

��het raam?

D

�� �Het

E.

�is

�...

D

�...

�...

A7

�.. .. ...

D

� � �G

� �D

� �

1.

2.

����E.

�A7

�D

�E.

�A7

�D Bb7

� � � � �

� �

Wie

Eb

�staat

�met

�een

�hoed

Ab

�bij

��het raam?

Eb

�� �

1.

2.

�Het

F.

�is

�...

Eb

�...

�...

Bb7

�.. .. ..

Eb

� � �Ab

� �Eb/G

� �F.

�Bb7

�Eb

�F.

��Bb7��

Eb�� �

Page 33: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

33 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

Creatieve activiteiten

Luister!Een schilderopdracht. Kinderen ervaren hoe het is als er naar je wordt geluisterd.

Materiaal• Eén groot vel papier per groepje van vier kinderen. • Verfmateriaal: verf, kwasten, water, schorten.

Laat deze opdracht uitvoeren door één (of meerdere) groepje(s) van vier. Het groepje krijgteen groot vel papier en verf in verschillende kleuren. Om de beurt mag één kind zeggen water geschilderd moet worden. Hij doet dan zelf niet mee maar zegt bijvoorbeeld: ‘Jullie teke-nen een bruin huis met een rood dak en een schommel naast het huis.’ Eén beurt duurtongeveer drie minuten. De andere kinderen luisteren goed. Als ze het niet begrijpen, mogenze vragen stellen. Als ze de opdracht te moeilijk vinden, mogen ze dat ook zeggen enbedenkt het kind een andere opdracht. Geef aan het eind van elke beurt steeds het stopte-ken (zie de activiteit Maak een geluid … en wees stil!).

Mogelijke vragen• Hoe vonden jullie het om anderen te vertellen wat ze moesten schilderen?• Hebben de kinderen in je groepje goed naar jou geluisterd? Waar merkte je dat aan?• Heb jij goed geluisterd toen iemand uit je groepje mocht zeggen wat jullie moesten teke-

nen?

Na afloop kunnen de kinderen de schilderijen afmaken en ophangen in de klas.

Grote orenVan papier grote oren maken om goed mee te luisteren.

Maak een mal van twee grote, tot de verbeelding sprekende oren, bijvoorbeeld de oren vanMickey Mouse of van een olifant. Kinderen trekken de mal van de oren over op stevig papieren knippen of prikken de oren uit. De oren worden ingekleurd of met papiersnippers beplakt. Van een strook papier maakt ueen band voor het hoofd, waaraan de oren worden vastgeniet.

Page 34: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

Kopieerblad 1 Luister je?

P R O E F L E S S E N G R O E P 1 E N 2

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L34

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

Page 35: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

24

Wat moet ik doen?

Toen ik mijn moeder laatst vroeg om een koekjezei ze: Nu niet. Dan bedoelt ze dus NEE.Maar toen ik hetzelfde vroeg aan mijn vaderzei hij: Een koekje? Ja, neem er maar twee.

Mijn oma zei laatst dat mijn haar veel te lang is.Je moet naar de kapper, dat wordt nu heus tijd.Maar mijn vriendinnetje vindt het echt onzin:Niet gaan hoor, zegt ze, want dan krijg je spijt!

at WWa

moet ik doen

n?

oen ik mTTozei ze: NMaar toezei hij: E

mijn moeder laatst Dan bedoeltNu niet.

oeen ik hetzelfde vrneema,Een koekje? J

g om een koekjoevrt ze dus NEE.

aderg aan mijn ve.eem er maar tw

je

Mijn ome moet J

Maar miaaNiet g

ma zei laatst dat mijn dat,naar de kapper

ijn vriendinnetje vinanw,gt ze ze,an hoor

eel te lang in haar vu heus tijd.dt nort w

ht onzin:ndt het ecnt dan krijg je spijt!

s..

Uit het Prentenboek:

L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L35

Page 36: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

25

En toen een vriendje bij me kwam spelen,vroeg hij: Pik jij eens wat snoepjes weg.Ik weet dat dat niet mag van mijn moedermaar het is zo stom als ik dat zeg.

Op school vroeg mijn vriendje heel zacht om een antwoord.Ik fluisterde terug, maar de juf die werd kwaad.Moet je nou luisteren naar de juffrouw?Of help je je vriendje? Wie geeft mij raad?

En toen een vriend

am spedje bij me kw

elen,

g hij: Pik jij eenoevreet dat dat nietIk w

maar het is zo stom

gepjes wat snoens wan mijn moeg vt ma

g.m als ik dat ze

g.eder

g mioehool vrOp scde terug,Ik fluister

Moet je nou luister

ijn vriendje heel zacermaar de juf die w

ouwen naar de juffrr

oorht om een antwcaad.d kwr

w?

d.r

Of help je je vriend

aeeft mij rie gWdje?

aad?

36 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Uit het Prentenboek:

Page 37: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

26

Mo en Bessie naar de dierentuin

Vandaag is het een leuke dag! Vandaag gaan Mo en Bessie naar de dierentuin.De vader en moeder van Bessie gaan mee.Er is een tas met boterhammen en appels en flesjes limonade. ‘Ik heb ook een verrassing’, zegt de moeder van Bessie. ‘Wat is het? Wat is het?’ roepen Bessie en Mo.‘Dat zeg ik niet’, zegt Bessies moeder. Anders is het geen verrassing meer. Laten we naar de bushalte gaan.’Daar komt de bus al aan. De deuren gaan open. Ze stappen in. ‘Wij gaan naar de dierentuin’,

Laat de kinderen bij de vetgedrukte woorden geluiden of bewegingen maken.Mo: jongens gaan staan.Bessie: meisjes gaan staan.Moeder van Bessie: meisjesgaan op hun tenen staan.Hondje: kwispelstaartje maken en ‘woef’ zeggen.

Mo en

gandaaVVaaderDe v

n Bessie naa

g is het een leuke dar en an Bemoeder v

entar de dier

aan g gandaaVVag! a Mossie .aan meeg

tuin

o en Bessie naar de

entuin.dier

Er is eenb o‘Ik he

at is h‘Wg ‘Dat ze

Anders ieLaten w

Daar kom

n tas met boterhammassing’,errook een v

oeat is het?’ rWhet?gtzeik niet’, Bessie

assinerreen vis het ge naar de bushalte gmt de bus al aan.

men en appels en flegt de ze anmoeder v

pen Bessie en Mo..s moeder

.ng meer’aan.g

.esjes limonaden Bessie.

t de kindeLaaetgedrukte v

egingewof be

eren bij de oorden geluidenw

en.en mak

eDe deur

aanij g‘W

Ze staaan open.en gentuinn naar de dier

appen in.n’,

g gMo: jongens Bessie: meisje

an BMoeder v

gaan staan.es gaan staan.

Bessie: meisjes

37 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Uit het Prentenboek:

Page 38: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

27

zegt Mo tegen de buschauffeur.‘Boffen jullie even’, zegt hij. De rit met de bus duurt lang want de dierentuin is ver. Maar het geeft niets want Mo en Bessie kijken naar buiten. Er is zoveel te zien.De wind waait heel hard. De takken van de bomen gaan heen en weer. En het lijkt wel of de wolken hardlopen door de lucht, zo snel bewegen ze. Mo ziet een hondje op straat. ‘Kijk Bessie’, zegt Mo, en hij wijst naar het hondje. ‘Oh, wat schattig!’ roept Bessie.Ze tikken op de ruit en zwaaien. Dat ziet het hondje niet maar zijn baasje ziet het wel. Die zwaait terug.

Aap: handen onder oksels en ‘oe oe’ zeggen. Flamingo: Op een(streepjes op e) been staan. Olifant: arm door je andere arm halen en een slurf maken. Tijger: klauwbeweging met hand maken, en brullen.Slang: sissen.Krokodil: met armen ben van krokodil maken en ‘hap’ zeggen.Pinguïn: armen langs het lijf laten klapperen.

gtze‘Boff

t Mo hen de buscgtegt zeen’,vfen jullie e

.auffeurt hij.

De ren BDe wof deMo z‘Kijk‘Oh,

rit met de bus duurtBessie kijken naar bu

daait heel harwind wdlopenolken hare w

ziet een hondje op sk Bessie gt ze’, Mo en,

ptoehattig!’ rat scw

enant de dier lang weel tevEr is zouiten.an de De takken vd. zo snht,n door de luc

aat.strn hij wijst naar het t Bessie.

Maar h.erntuin is ve zien.

aan heen e bomen g.en zegewnel be

hondje.

ant eeft niets wet g M

En het lijkt.eeren w

Mo

elt w

,Ze tiDie z

pgikken op de ruit en z

aait terug.zw

Dat ziet heaaien.zw

et hondje niet maar

r zijn baasje ziet het

el.t w

anden onder okseoe’ zeggen.

els

go: Op een(streepeen staan. arm door je and

alen en een slurf .

eging mwklauwbe en brullenen,mak

pjes

dere

met n.

,sissen.il: met armen ben

en enokodil makeggen.

n: armen langs hen klapperen.

n

et

38 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Uit het Prentenboek:

Page 39: Leefstijl - edu-actief.nl · Thema 1 – les 3 Samen in de klas Thema 2 – les 1 Met je oren! In de handleiding wordt verwezen naar de werkbladen voor de leerlingen. Aan het eind

G R O E P 1 E N 2P R O E F L E S S E N

THEMA 2, LES 1 MET JE OREN!

28

Dan zijn ze bij de dierentuin.‘Waar willen jullie het eerst naar toe?’, vraagt de vader van Bessie. ‘Naar de apen!’ roepen Bessie en Mo. Apen zijn Mo’s lievelingsdieren.Wat hebben ze een lol voor de kooi van de aapjes. Die apen doen zo gek! Eén kleine aap is heel erg stout. Hij pakt de hele tijd het eten van de grote aap af. En dan klimt hij pijlsnel naar boven in de kooi. De grote aap vindt dat niet leuk. Hij wordt boos en gaat de kleine aap achterna. Maar die is veel te snel. Bessie en Mo drukken hun neus tegen het glas van het hok. Ze raken niet uitgekeken.Maar dan zegt Bessies vader: ‘Als we nu niet verder gaan, zien we helemaal niets anders meer. Kom mee jongens!’En dan gaan ze naar de olifanten, die met water spuiten.Naar de flamingo’s, die doodstil op één been in een grote vijver staan.Naar de tijgers die woedend door hun kooi lopen.En naar de grote gevaarlijke slangen die doodstil in hun glazen huisjes liggen.Ze zien hoe de krokodil gevoerd wordt en dan gaan ze hun eigen boterhammen eten. ‘Kom, nu gaan we naar de pinguïns’, zegt de moeder van Bessie, ‘dan laat ik jullie mijn verrassing zien.’Bessie en Mo hollen achter Bessies moeder aan. Ze zijn zó nieuwsgierig.Als ze bij de pinguïns aankomen, haalt Bessies moeder twee flesjes bellenblaas tevoorschijn.‘Hebben jullie wel eens bellen geblazen bij de pinguïns?’, vraagt ze.Bessie en Mo schudden hun hoofd.‘Probeer het dan maar eens!’, zegt Bessies moeder. En dat doen ze.De pinguïns vinden de bellen geweldig. Ze raken er helemaal opgewonden van. Ze rennen achter de bellen aan en prikken hun snavel erin. Als er een bel knapt, kijken ze steeds heel verbaasd. Bessie en Mo moeten ontzettend lachen. Maar dan komt de pinguïnverzorger eraan. ‘Dat kun je beter niet doen’, zegt hij vriendelijk. ‘Het sop van de bellenblaas is van zeep gemaakt en zeep is niet goed voor pinguïns.’Bessie en Mo draaien braaf hun bellenblaas weer dicht. Maar jammer vinden ze het wel. Het was ook zo’n leuk spelletje.‘Dag pinguïns’, roepen ze. En ze zwaaien. Dat zien de pinguïns niet. Maar de pinguïnverzorger ziet het wel. En hij zwaait terug: ‘Dag kinderen met de bellenblaas.’

Dan zijnaar wi‘WWa

entuinn ze bij de dierillen jullie het eerst

n.gtaa vr naar toe?’, d

an Bessie.ader vde v

.

‘Naar debat heWWa

Eén kleindan klimboos en hun neuMaar dan

e apen! penoe’ r Bessoor ben ze een lol v

ne aap g stis heel ermt hij pijlsnel naar b

aat de kleine g aap aanen het glas vgus te

gt n ze adeBessies v

sie en Mo. Apen zijnan de de kooi v aapj

Hij pakt de heletout. De en in de kooi.vbo

Maar die ihterna.acaken Ze rn het hok.

r eu niet ve nAls w‘‘A:

n sMo’ elingsdiervliejes. Die apen doen z

an de tijd het eten votegr aap vindt dateel te snel.is v Bessi

ekeken.niet uitge hzien waan,der gr

en.rek!zo gotede gr aap Enaf.

dtor Hij wt niet leuk.e en Mo drukken

helemaal niets

t

anders mEn dan gNaar de Naar de En naar Ze zien h

unom‘K

gom mee jongK.meer

aan ze naar de g olifas,flamingo’ die dood

tijgers oedenddie waarlijkeveote gde gr

hoe de okodilkr ovege naar deaan wu g p

ens!’ganten, atedie met wdstil op één been in

d door hun kooi lopee slangen die doodst

dt en dan gord woerpinguïns gt de moze’

,g

er spuiten.er staote vijvn een gr

en.til in hun glazen hu

en baan ze hun eigg‘dan Bessieoeder v

aan.

en.isjes liggboterhammen eten.an laat ik jullie

u nom,Kermijn v

Bessie enAls ze bi

oorscvtebben ‘He

Bessie en

e naar de aan wu g p’assing zien.rr

n Mo hter hollen acij de pinguïns aankohijn.c

el eens bellejullie wn Mo hudden hunsc

pinguïns gt de moze,

Bessies moeder aan haalt omen, Bessies

lazen bij debeen g pn hoofd.

d,an Bessieoeder v

Ze zijn zó nieuwsgn. moeder ee flesje tw

pinguïns? gt zeaa vr’,

an laat ik jullie

ierig.glaas es bellenb

.e

obeer ‘PrEn dat dDe pinguennen ar

ze steedMaar dan‘Dat kun

het dan maar eens.oen ze

uïns vinden de bellehter de bellen aanac

erbaasd.s heel v Besvn komt de pinguïn

n je beter niet doen’,

gt ze!’, Bessies moed

akeZe reldig.ween gn en prikken hun snssie en Mo moeten o

aan.er ergerzorvgt hij vriendelijkze,

.der

een er helemaal opgAls er eenel erin.vna

hen.ontzettend lac

an de be‘Het sop vk.

Zean.onden vwe kijken n bel knapt,

anlaas is vellenb

emp gzeeBessie en

Het el.wg ‘Da pin

vpinguïn

j ,

p is niemaakt en zeen Mo aaf aaien brdr

as ook zo’n leuk swguïns’ E.pen zeoer,

er ziet het wgerzorv

g j j,

oor et goed v pinguïnelaas whun bellenb

.spelletje Dat ziaaien.n ze zw

aait teruEn hij zwel.

p

ns.’ Maar jammht.er dic

ien de pinguïns nieten mg kinder‘Daug:

mer vinden ze het

Maar de t.’laas.met de bellenb

39 L E E F S T I J L V O O R H E T P R I M A I R O N D E R W I J S – W W W . L E E F S T I J L . N L

Uit het Prentenboek: