In Toscane

Ik hoor dat jij vertrok, niet dat je ‘t mij vertelde.

Je was altijd onrustig, er was zoveel dat je wou.

Vertrok je trein op tijd, je trein naar Montepulcano.

Waaraan denk je nu? Ik weet niet veel van jou.

Hoe stel je ‘t daar nu in Toscane?

Voel jij je daar nu eindelijk vrij?

Je kan het beter maar niet vragen

‘Gaat het nu beter zonder mij?’

Woog je rugzak niet te zwaar?

Vond je iemand om hem te dragen?

Raak je uit de voeten daar, met je cursus Italiaans?

En hoe is jouw hotel, heb jij daar een mooi uitzicht

op de heuvels van Toscane, in het warme avondlicht?

Hoe stel je ‘t daar nu in Toscane?

Voel jij je daar nu eindelijk vrij?

Ik kan het beter maar niet vragen:

‘Gaat het nu beter zonder mij?’

Denk jij in je hotel, aan je kamer in de Burgstraat,

aan de muur je tekeningen, de rode lakens op jouw bed?

En zeg mij hoe dat gaat, dat je niets hoeft uit te leggen,

dat je zomaar kan vertrekken, dat je niemand nodig hebt?

Hoe stel je ‘t daar nu in Toscane?

Voel jij je daar nu eindelijk vrij?

Ik kan het beter maar niet vragen:

‘Gaat het nu beter zonder mij?’