Techniek met jonge kinderen -...

Post on 06-Aug-2020

2 views 0 download

Transcript of Techniek met jonge kinderen -...

Techniek met jonge kinderen

Hanno van Keulen Lector Leiderschap in Onderwijs en Opvoeding Hogeschool Windesheim Flevoland Leve Het Jonge Kind Jaarcongres, Utrecht, 4 november 2014

Voorstellen Hanno van Keulen was/is: •  Scheikundige •  Nieuwsgierige •  Onderwijsonderzoeker •  Lector Leiderschap in Onderwijs en

Opvoeding, Windesheim Flevoland in Almere

E l l e n R o h a a n & H a n n o v a n K e u l e nE l l e n R o h a a n & H a n n o v a n K e u l e n

Vraag:  Waarom  zou  je  met  peuters  en  kleuters  aandacht  besteden  aan  techniek?  Bedenk  (minstens)  drie  redenen.  

Wat is techniek? 1.  Dingetjes, apparaten, ‘artefacten’ 2.  Kennis: recepten, bouwtekeningen 3.  Verzameling activiteiten: denken,

ontwerpen, maken, beproeven, verbeteren

4.  Techniek is cultuur: een wijze van mens-zijn (‘homo faber’), iets wat we willen, een visie op mens en wereld; waardenvol

Een  reden:  de  wereld  is  er  vol  van!  

Omdat kinderen overal techniek ervaren

Techniek is de mogelijkheden van de wereld ontdekken

“Het licht neemt de schaduw mee en daardoor wordt de schaduw steeds groter!”

“Zie de maan schijnt door de bomen”

Is het hier dag of nacht? Zouden jonge kinderen dit weten?

“Zie de maan schijnt door de bomen”: Hoe laat is het hier?

A. Acht uur ‘s avonds

B. Eén uur ‘s nachts

C. Negen uur in de ochtend

D. Geen flauw idee

Hoe laat is het hier (ongeveer)?

Hoe laat is het hier (ongeveer)?

De magie wegnemen?

Dit haalt de verwondering weg!

Spelen en de ontwikkeling van het brein

•  Kennis is ‘belichaamd’: elke vaardigheid, elk inzicht en elke verwoording ontstaat in een dynamisch proces van waarnemen en handelen

•  Kinderen onderzoeken wat ze waarnemen om te achterhalen wat ze er mee kunnen (‘affordanties’)

•  Leren = onderzoeken = actie & perceptie = cognitie = taal geven = denken en doen tegelijkertijd

•  “Intelligence emerges in the interaction of an agent with an environment and as a result of sensorimotor activity” (Smith & Gasser, 2005)

Is dit een stoel?

Het begint met aandacht

Wat zou je doen als je dit zag?

Ontwikkeling is: de mogelijkheden van de omgeving leren gebruiken

Grijpen, draaien, slaan, wrijven, vasthouden, …. Techniek, dat ben je zelf, maar dan ‘handiger’

Funderend onderwijs en techniek

•  De basisschool en de peuterspeelzaal leiden geen loodgieters of elektriciens op

•  Maar: ook jonge kinderen kunnen we oriënteren op ‘de wereld’ en op hun talenten: –  De drieledige functie van het basisonderwijs is:

•  het draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen; •  het zorgt voor overdracht van maatschappelijke en culturele

verworvenheden; •  het rust kinderen toe voor participatie in de samenleving.

•  Kerndoel 45: ‘De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, uit te voeren en te evalueren’

•  Jong geleerd is oud gedaan!

Dus daarom techniek!

•  Persoonlijke ontwikkeling: Heb ik hier talent voor? •  Overdracht culturele verworvenheden: Wij ‘zijn’

techniek •  Participatie: Technisch vakmanschap is gevraagd!

Jong geleerd, oud gedaan?

•  De basis voor elke toekomst wordt gelegd in de basisschool, dus ook die van de ingenieur en de installateur. Is die toekomst daar geborgd? –  Ca. 4% van de schooltijd in NL is voor W&T tegen 10%

gemiddeld in OESO-landen (TIMSS; = groep 6) –  In NL haalt slechts 3% van de kinderen het excellente

niveau (TIMSS) –  Nederlandse meisjes doen het slechter dan jongens (PISA):

dat patroon komt verder nergens voor –  13% van de leraren doet nooit ‘een proefje’ (en dit neemt

toe!) –  Slechts 5% van de NL kinderen doet wel eens de hele cyclus

van ‘onderzoekend/ontwerpend leren’ (tegen 40% OESO)

Doel Wetenschap &Technologie

W&T: niet als (extra) vak

Techniek is dus (zo goed als) alles en (bijna) overal!

Techniek daagt kinderen uit taal te ontwikkelen

“Het licht neemt de schaduw mee en daardoor wordt de schaduw steeds groter!”

Belichaamde taal: Metaforen

“De adem gaat door het slangetje naar de kikker”

Uitgedaagde taalontwikkeling trapkogelbaan

Begripsontwikkeling met techniek is taal ontwikkelen

•  Confrontatie met verschijnselen in wetenschap en techniek leidt tot verwondering en aandacht

•  Verwondering lokt reacties uit: uitgedaagde taalproductie •  Taal wordt tool:

–  Ervaren: de fenomenen aanwijzend benoemen (‘dat daar’) –  Relateren: Beschrijvingen en redeneringen op basis van

concrete waarneembare kenmerken en patronen (‘het pakje past niet door de schoorsteen als je het hier in het licht houdt’; ‘de wielen gaan de blokjes omhoog doen’).

–  Denken: Concepten ontwikkelen gebaseerd op abstracties en theorie (‘hoe verder van het licht; hoe kleiner de schaduw’). “Altijd”; “nooit”.

Geen verschoolsing maar ‘verspeelsing’

ü Rijk aanbod van materialen en verschijnselen

ü Actiemogelijkheden

ü Taal ontlokken; aan het denken zetten

Ø Ontwikkelingsgericht spel vraagt om ‘observerende en creatieve leidsters’ (Sieneke Goorhuis)

CLASS Gaat om de interactie van de leidster (dus niet het gedrag (prestaties, welbevinden of betrokkenheid) van het kind) Observeert proces-kwaliteit Genereert feedback voor leidster en kindercentrum of school

Dimensies CLASS

•  Emotionele ondersteuning (voorwaardelijk voor leren): –  sfeer op de groep –  sensitiviteit leidster –  aandacht voor kind-perspectief –  begeleiding van gedrag

•  Educatieve ondersteuning (het eigenlijke leren): –  Faciliteren van leren en ontwikkeling –  Kwaliteit van feedback –  Stimuleren van taalontwikkeling

Leidsters die rijk en diep taalgebruik stimuleren

•  Nieuwsgierigheid wekken •  Aandacht richten •  Rijke ervaring laten opdoen •  Vragen stellen; beurten geven •  Denkpunten maken •  Kinderen uitdagen tot taalproductie •  Doorvragen; rondvragen; volhouden •  ‘Vaktaal’ voorstellen (‘academisch taalgebruik’) •  Helpen met redeneerwoorden (‘als .. dan’; ‘omdat’) •  Samenvatten en herhalen Ø  Zelf oefenen, video maken, elkaar observeren, nabespreken Ø  Overweging: gebruik CLASS Toddler of CLASS Pre-K

Ontwikkelingsgericht spelen: hoe doe je dat?

ü Vanuit een scenario (winkeltje spelen; in het verkeer; bouwen; koken; naar de dokter)

ü Exploreren van materialen en verschijnselen (water, zand, lucht, stenen, stof, eten, hout)

ü Aandacht voor concepten (evenwicht, stijf, patroon, categorie, getal, …..)

ü Vanuit een ‘technisch systeem’: voedseltechnologie; transport technologie; kledingindustrie; constructie; medische technologie

Ø Altijd: taal-ontwikkelend!

2. Denken

3. Meten & Doen

4. Antwoorden

0. Zien

5.Schrijven/

Tekenen

1. Vragen

Hoe

De empirische cyclus

We ontwerpen en onderzoeken een cake

•  Kan het glutenvrij? •  We hebben geen margarine maar wel

roomboter •  De eieren zijn op! •  We hebben geen bakpoeder maar wel gist

•  Waarom is een cake niet taai-stevig zoals brood?

•  Waarom wordt de korst bruin? •  Waarom .....

Met gist

Zonder boter

Zonder ei Met rijstmeel

Thema ‘Water’

•  Kun je een waterdichte paraplu maken? •  Kun je een dijk maken? •  “De leerlingen leren oplossingen voor technische

problemen ontwerpen, uitvoeren en evalueren”

Thema Bouwen

Foto’s: Hilde Amse, Pabo Almere

Thema  ‘bruggen’  

Wat kan je met het materiaal? En wat niet?

Vragen stellen

•  Wat  zie  je?  

•  Ken  jij  zo’n  brug?  

•  Hoe  maak  je  dat?  

•  Waarom  stort  de  boog  niet  in?  

Spelend wiskunde en natuurkunde leren: de wip; de

weegschaal

Hilde Amse

Zie ginds komt de stoomboot

•  Navigeren: kompas, sterren, kaarten •  Drijven (en zinken): dichtheid en opwaartse kracht; golven •  Beladen (en kapseizen): ruimte vullen; verpakkingsmateriaal;

verhouding inhoud / oppervlakte •  Uitladen: kraan, lier, glijbaan, katapult (‘pepernoten schieter’) •  Varen: stoom; uitzetten van gas; motor

–  Een ‘pop-pop boot’ maken

!

!

Dank voor uw aandacht!

Contact: Hanno van Keulen (h.van.keulen@windesheimflevoland.nl)