SGLVG en het sociotherapeutisch klimaat Ik begrijp niet dat jij mij niet begrijpt…. Marsja Mulder...

Post on 12-May-2015

228 views 6 download

Transcript of SGLVG en het sociotherapeutisch klimaat Ik begrijp niet dat jij mij niet begrijpt…. Marsja Mulder...

SGLVG en het sociotherapeutisch klimaat

Ik begrijp niet

dat jij mij niet begrijpt….

Marsja Mulder mamulder@trajectum.infoMarjolijn de Jong mdejong@trajectum.info

Lichte verstandelijke beperking: moeilijk te (h)erkennen

‘want met mij is niets mis’.

Ik heb alleen een stomme fout gemaakt. Dat komt door mijn verleden. Daardoor heb ik ook mijn school

niet afgemaakt.Die test, wat zegt dat nou.Daar heb ik mijn best niet voor gedaan.Maar ze proberen je hier de grond in te stampen…

LVB: veel mislukking

‘Het mislukt toch’

Ik begin er niet meer aanIk doe het toch niet goedIk vertrouw niemand meerIk weet het niet meer

Maar ook: Wie begrijpt wie niet?

?????%+-&*^/!!

Opzet lezing

Deel 1: SGLVG

Trajectum

Levensverhaal van de doelgroep

Gedragsproblematiek en psychiatrische

problematiek

LVB: problemen met leren en denken

Afstemmen op de leer- en denkstijl

Deel 2: Sociotherapeutisch klimaat

“Mensen met een lichte verstandelijke beperking of zwakbegaafd niveau en onbegrepen, risicovol gedrag, al dan niet met een forensische achtergrond”

Leeftijd vanaf 16 jaar,IQ circa 50/55 – 80/85

Doelgroep van Trajectum

Daardoor aanbod van volledige ketenzorg:

Behandeling en begeleidingsintensiteit in alle gradaties:klinisch, dagbehandeling, poliklinisch, ambulant

Verblijf (besloten en open) Ambulante begeleiding ACT team Werk, dag- en vrije tijdsbesteding

Advisering en consultatie Teamcoaching Deskundigheidsbevordering Kenniscentrum (oa. wetenschappelijk onderzoek)

Hanzeborg + Hoeve Boschoord =

Circa 1020 cliëntenCirca 1400 medewerkers

Locaties

Behandeldifferentiatie

• Agressie• Verslaving• Seksueel grensoverschrijdend gedrag• Psychiatrisch kwetsbaren:

– Autisme Spectrum Stoornissen– Psychose– Vroege ontwikkelingsproblematiek

(oa. hechtingsproblematiek, trauma/ptss, dissociatie)

• Auditieve beperking• Niet-aangeboren hersenletsel

Vaak (niet altijd) uit zwak sociaal milieu en

multiproblem gezinnen- Weinig of tekortschietende ouderlijke zorg- Affectieve en pedagogische verwaarlozing

- Traumatisering- Geen goede voorbeelden- “Andere” waarden en normen - “Verkeerde vrienden”

En/of:

Syndromen, aangeboren hersenletsel, zwakke constitutie

Levensverhaal doelgroep

Door aanleg en milieu/opvoeding:

Moeite met schoolopleiding, falen Gepest, er niet bijhoren Moeite met vinden van werk Moeite met maatschappelijke structuren Moeite met financiën, armoede Moeite met relatie en opvoeding

Maatschappelijke gevolgen

INTERN

Cognitieve achteruitgang/dementie

PersoonlijkheidsstoornissenSchizofrenieAngst, stemmingImpulscontroleproblemenHechtingADHDAutismeNiet aangeboren hersenletselSyndromen

EXTERN

ZelfbeschadigingVerslavingAgressieSeksueel

grensoverschrijdend gedragDiefstalOpstandig

gedragDyslexie/

dyscalculieMotorische

problemenHuilbaby

De problemen stapelen zich op!

Comorbiditeit bij LVB

Problemen interactie Problemen communicatie Beperkte interesses Gebrek aan verbeelding Moeite met TOM (Theory of mind), Centrale coherentie (geen overzicht, detail gericht) Executieve functies

NB: bij Boschoord ASS gediagnosticeerd bij ruim 24 % van de cliënten!

Overeenkomsten autisme en LVB

Overige kenmerken doelgroep

Kwetsbaar (disharmonisch) sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau

Beperkingen in emotie-en agressieregulatie

Veelal beperkt sociaal netwerk/ontwrichte relaties

Basisonveiligheid/onveilige achtergrond

Ineffectieve (soms destructieve) zelfhandhavingspatronen

Rigide actie-reactiepatronen

Over-ondervraagd

Greep kwijt op het leven

Vastgelopen binnen hulpverlening

Regressie, decompensatie

Laag zelfbeeld

Motivatietekorten

Grote variëteit aan internaliserende problemen: sociale psychiatrie, trauma’s

Grote variëteit aan gedragsproblemen: o.a. agressie (op zichzelf, de ander, materiaal), verslaving, seksualiteit

Grote variëteit aan maatschappelijke problemen: schulden, overlast, problematisch ouderschap

Grensvlak psychiatrie, Z-zorg en forensisch

Sterk Gedragsgestoord

Verkeerde vriendenAndere waarden en normen

Veel frustratieMinder zelfbeheersingMakkelijk beinvloedbaar

Pakken wat je niet kunt krijgenTerugpakken van de maatschappijMaar ook degene zijn die gepakt wordt

Botsen met de wet

Lichte verstandelijke beperking

------------- 85 ------------------------------------100------------------------------------ 115---------------

normaal begaafd

Lichte verstandelijke beperking: (55 <IQ < 70)

Vertraagde ontwikkeling Leerproblemen op school Verminderd aanpassingsvermogen Maatschappelijke handicap

Zwakbegaafdheid (70 < IQ < 85) wordt tot LVB gerekend wanneer aanpassingsvermogen gering is

Verstandelijk niveau: IQ: leren en denken

Sociaal-emotioneel niveau: Vaak lager dan IQ!

LVB

Negatieve omschrijving Onbegrijpelijk en beledigend“Niet speciaal” of interessant, ook niet voor hulpverleners!

Niet zichtbaar > overvraging en zelfoverschatting

Gevolgen: acceptatieproblemen en ontkenning lage zelfwaardering onvrede en frustratie gevoelig voor negatieve beïnvloeding

Voedingsbodem voor veel problemen!Plus: slecht probleemoplossend vermogen

LVB of laag IQ?

Concreet denken Moeite met taal Moeite met inzicht en verbanden leggen Zwak werkgeheugen/concentratie/aandacht Gebrekkige zelfreflectie

Weinig zelfsturing en anticiperen Minder transfer en generalisatie Nauwelijks metacognitie

Moeite organisatie van gedrag Moeite met overzicht Moeite met ander gezichtspunt

Leerstijl LVB

Leren en denken bij LVG(L)VG exploreert

minder

(L)VG leert minder uit exploratie

(L)VG onthoudt minder van geleerde

(L)VG kan geleerde minder goed toepassen

in andere situaties

(L)VG haalt minder feedback uit ervaringen,

zoekt minder naar nieuwe ervaringen

(L)VG kan geleerde niet goed oproepen uit het

geheugen. Het geleerde is minder beschikbaar

(L)VG kan geleerde minder goed gebruiken als bouwstenen voor

het opbouwen van een gedachtegang. Geleerde wordt

niet persoon-eigen

LVB:

• Onderzoeken minder, leren minder

• Leren meer situatiespecifiek

• Moeite met rangschikken, structureren, analyseren en categoriseren van informatie -> bemoeilijkt invoegen nieuwe informatie bij bestaande kennis

Normaal begaafden:

Leren door onderzoeken

Leren generaliseert naar andere situaties

Rangschikken, structureren, analyseren en categoriseren van informatie -> voegen nieuwe informatie in bij bestaande

Leerstijl LVB 1

Normaal begaafden:

• Onderscheiden hoofd- en bijzaken

• Leren goed in open systeem met ruimte voor eigen creativiteit en inventiviteit

• Snelle verwerking van nieuwe informatie

LVB:

• Moeite met onderscheiden hoofd- en bijzaken

• Leren beter in sterk gestructureerde context (directe begeleiding, instructie en uitleg)

• Tragere verwerking van nieuwe informatie

Leerstijl LVB 2

Hulp bij leren en denkenvoorstructureren

concrete uitleg

voordoen

gevolgen expliciteren

herhalen voor veel situaties

transfer bevorderen: overdracht naar

steunfiguren

nabespreken, bekrachtigen

geheugensteuntjes en herinneringen

bedacht zijn op terugval, niet overschatten

Lezing deel 2

Hechting, sociaal-emotionele ontwikkeling

en emotieregulatie

Sociotherapeutisch klimaat

Hoofddoelen

Cure, care en controle:

• Afname delict/risicogedrag• Verbeteren psychische stoornis/gedragsstoornis • Ondersteunen bij acceptatie van blijvende

begeleiding en controle.• Vergroten veiligheid ten opzichte van cliënt en

omgeving(maatschappij)• Vergroten van kwaliteit van leven• Bieden van een passend perspectief • Overdrachtelijk maken van begeleidingsstijl,

signaleringsplan etc.

• Risicotaxatie en effectmeting: HKT, DROS

BEHANDELING

• Integratieve diagnostiek/behandeling • Sociale competentiemodel/relationeel

competentiemodel • ROM (routine outcome).• Kwetsbaarheid-stress-copingmodel/traumamodel• Fasering• Methodiek Heijkoop

Biologische dimensie Medisch-psychiatrische en medicatie

• Ontwikkelingsgerichte dimensieAansluiten bij beleving en sociaal-emotioneel niveau

• Sociale dimensie(supportief klimaat, sociaal en fysiek en begeleidingsstijl

• Psychologische dimensieStimulatie, training en therapie

ontwikkelingsdimensies

Balans

Stressfactoren

• In de persoon• In de omgeving

Protectieve factoren/kracht• In de persoon• In de omgeving

Aandachtspunten

• de ijsberg (wat zit er onder het uiterlijk gedrag, waar komt het vandaan, versta je het gedrag en maak je je zelf verstaanbaar?)

• betrouwbare relatie als uitgangspunt

• aansluiting bij sociaal-emotionele ontw.

• doorbreken van ineffectieve actie-reactiepatronen

• zicht hebben op stressfactoren (binnen de persoon en binnen de omgeving) en beschermende factoren (binnen de persoon en binnen de omgeving) om balans te bewaren

competenteprofessional

persoon-lijkheid

kennis

attitude

vaardig-heden

Kwetsbare ontwikkeling

Verschillende ontwikkelingsgebieden lopen veelal niet in gelijke pas met elkaar bij LVB of zwakbegaafd niveau.

Complex samenspel tussen o.a. ontwikkeling van dehersenen, ongunstige interactie kind ↔ omgeving engedrag.

→ Disharmonisch profiel

→ Emotioneel kwetsbaar

→Psychische problematiek en moeilijk gedrag

Verstaan van de complexe problematiek:

Naast cognitief functioneren, voldoende zicht hebben op:

• Ontstaan van vroege relaties met belangrijke anderen in voorgeschiedenis(in combinatie met aanlegproblematiek), morele ontwikkeling

• affect- en emotieregulatie (werking van de hersenen)

• sociaal-emotionele ontwikkeling.

Gehechtheid

-“Affectieve band van een kind met een

opvoeder, die regelmatig met het kind omgaat en aan wie het kind troost ontleent in tijden van stress en spanning” (Bowlby)

Hechtingssysteem

• Ieder gezond kind wordt geboren met een intact hechtingsstyssem

• Het hechtingssysteem helpt het kind zich te hechten aan andere personen

• Actief in periodes van verdriet en angst• Angst en verdriet leveren stress op• Als het kind stress ervaart zoekt het kind de nabijheid van

de hechtingsfiguur• Fysiek contact met de hechtingsfiguur zorgt dat de stress

vermindert.

Hechtingssysteem

• Opvoeder synchroniseert het kind, kalm brein (in begin de nabijheidszintuigen)

• Spiegelneuronen• Hechtingssysteem is stressreductiesysteem

Opvoeder is veilige basis en veilige haven (cirkel van veiligheid)

• Als een kind rustig en tevreden is, zich veilig voelt, zijn andere gedragssystemen actief, zoals het exploratie -en sociale gedragssysteem

Voorwaarden om in verbinding te komen

1. RESPONSIVITEIThet snel en effectief reageren op de signalen van de client (weten wat het kind nodig heeft).

2. SENSITIVITEITInleven in de signalen van client en daarop juist reageren (voelen wat het kind nodig heeft)

3. EMOTIONELE BESCHIKBAARHEIDEr zijn als het nodig is

VAT1. Volgen (letten op kleine signalen)2. Aanpassen3. Toevoegen

Reageren vanuit interne werkmodellen

Verwachtingen van het gedrag van de ander opgrond van eerdere ervaringen. Is de anderbeschikbaar, kan ik de ander als een veilige basisen haven gebruiken etc.

Verschillende gehechtheidsstijlen

Veilig gehecht • Angstig-vermijdend• Angstig-ambivalent• Gedesorganiseerd/

gedesorienteerd,

• Veilig autonoom• Gereserveerd• Gepreoccupeerd• Gedesorganiseerd/

gedesoriënteerd (overwerkt verlies)

Vermijdend\gereserveerd

Problemen met echte intimiteit• Isolatie of vervreemding• Zelfoverschatting, gebrek aan zelf-inzicht• Afstoten, afschermen, indruk wekken het allemaal zelf wel

te kunnen• Niet snel emoties uiten (eigen behoeftes worden ontkend),

cognitieve communicatie voorop• Onderliggend vaak erg angstig, valt door

overregulatie/overcontrole niet meteen op, soms op later moment onverwacht explosie

• “Ik kan het allemaal zelf wel, die ander is niet te vertrouwen:

• “Er is iets mis met de ander en niet met mij”

Angstig-ambivalent\Gepreoccupeerd

Geen ruimte voor mind-of one's own• overdonderd/overspoeld door gevoelens• Geen goede emotieregulatie, moeilijk te troosten• Veel twijfel over zichzelf• Bang om afhankelijk te zijn van de ander, maar ook

bang om te veel op afstand te zijn• Niet met en niet zonder (leegte) de ander kunnen• Ambivalent, aantrekken en afstoten• Verteerd zijn door twijfel over toewijding ander. Het is

niet snel goed genoeg• Kleine dingen kunnen tot enorme boosheid leiden• Hyperalert voor tekenen van steun, afwijzing,

goedkeuring,

Gedesorganiseerd\gereserveerd

Beide stijlen lopen door elkaar• Vaak (zeer) destructieve overlevingsmechanismen• Ernstige emotieregulatieproblematiek• Veelal bekend met chronisch trauma en verlies

(chronisch ptss)• Dissociate als verdedigingsmechanisme• Geheugenproblematiek, logische redenatie verstoord

• “De hand die zorgt is de hand die slaat\misbruikt. Ik ben loyaal naar de verzorger en ik haat de verzorger, maar het is veiliger om mijzelf te haten dan te erkennen dat mijn verzorger de schuldige,

Sociaal emotionele ontwikkeling

• De sociaal-emotionele ontwikkeling verloopt in fasen afhankelijk van:

- de neurologische rijping van de hersenen

- de kwaliteit van de gehechtheid

- de sociale aanpassing

• Het doorlopen van de ene fase is nodig om in een volgende fase te komen

Stress en emotieregulatie, het brein

- Mensenbrein: (neo)cortex/hersen-schors: nadenken, plannen, erover praten

- Zoogdierenbrein: limbisch systeem, emotionele gebieden

- Reptielenbrein: (cerrebellum, hesenstam: autonome functies, ademhaling, lich.temp, hartslag

Window of Tolerance

Amygdala ‘alarmbel’

- Korte routesignaleren van (vermeend) gevaar: stressreactie verloopt direct (impliciet geheugen), sneller dan erover kunnen praten (hyper en hypoarousal)

- Lange route: erover kunnen denken en praten (controle functie cortex). Aan het stuur komen.

Stijlen van interactie en actiesystemen

- Welke stijl binnen de interactie is merkbaar (zoals vermijdend, angstig-ambivalent, gedesorganiseerd)

- Actiesysteem dagelijks leven

- Actiesysteem verdediging: fight, flight, freeze

48

Fasen in de sociaal-emotionele ontwikkeling

17 – 25 jaar ADOLESCENT intimiteit 12 – 17 jaar PUBER identiteit

7 – 12 jaar BASISSCHOOL vlijt

3 – 7 jaar KLEUTER initiatief

18 – 36 mnd PEUTER autonomie

6 – 18 mnd DREUMES vertrouwen

0 – 6 mnd BABY vertrouwen/basisveiligheid/regulatie

Sociale ontwikkeling

• Sociaal inschattingsvermogen• Contactleggen• Sociale vaardigheden• Impulscontrole• Relatie tot autoriteit• Morele ontwikkeling

Sociale ontwikkeling

• Sociaal inschattingsvermogen• Contactleggen• Sociale vaardigheden• Impulscontrole• Relatie tot autoriteit• Morele ontwikkeling

Emotionele ontwikkeling

• Regulatie van emoties• Zelfbeeld• Impulscontrole• Realiteitsbesef• Emotionele onafhankelijkheid• Morele ontwikkeling

1 2 3 4 5

ander

kind

moedermoeder

kindkind

moeder

moeder

kind

Ontwikkelingsstadia

Zwarte piet of sinterklaas?

Gebrek aan zelf en objectconstantie

Gebrek aan zelfvertrouwen en vertrouwen in ander te grote gerichtheid op de ander te grote afstand van de ander)

Gehele gebeuren van Sint en Piet is negatief

Oplossing: zwart-wit denken en splitten

Sint = goed

Piet = slecht

Te veel gericht op de ander

Scheidingsangst : voortdurend trachten vast te klampen (letterlijk of door aandacht te vragen op andere manier zodat je niet weggaat)

Affecthonger: verwacht dat je voortdurend met hem/haar bezig bent

Valkuil je handelt vanuit schuldgevoel/redder Uitgeput raken en daardoor uiteindelijk afwijzen Clienten niet ondersteunen bij onderscheid ik-ander

Te veel afstand van de ander

- Cliënten die teleurgesteld in de ander (volwassenen) de rug hebben toegekeerd, wachten af, nemen geen initiatief

- Je ziet een cl.die:Jou verwijt uit te zijn op eigen belang

- Je krijgt het gevoel:Niet nodig te zijn, tenzij ter invulling van zijn behoeften (je wordt nonchalant)Je voelt je een bemoeial. Je laat de cl. met rust.

Je zit te veel op de huid, je wilt te veel contact

Kwetsbaarheid in zelfcapaciteiten

• Affectregulatie• Ontwikkeling van zelf-gevoel (via verbinding)• Object/persoonspermanent• Onderscheid ik-ander• Ik-besef• Emoties diferentiëren• Mentaliserend vermogen • Zelfbeeld

Wat doe je als hulpverlener

- Geen herhaling van vroegere patronen, maar je probeert

een opening te vinden voor nieuwe (corrigerende ervaringen).

- Iedere begeleider heeft elementen van Sint en Piet. Integratie van deze elementen bij de begeleider is van belang.

- De cliënt leert mogelijk beide elementen te integreren om een mild gevoel tegenover zichzelf en tegenover hun omgeving te laten groeien.

- Ondersteunen bij maken van onderscheid tussen ik- ander

Mentaliseren

Weet heben van de eigen binnenwereld

en die van de ander en daarover

kunnen denken, voelen en

communiceren in taal en gedrag.

De psyche van de ander in beeld kunnen houden.

Mentaliseren is afhankelijk van

Afhankelijk van stoornis, ontwikkelingsniveau.

De emotionele situatie (onveiligheid, ruzie)

Stress, die tijdelijk of chronisch is

6 onderzoeksvragen/testen

• Veiligheid: fysiek, sociaal-emotioneel, pedagogisch (beschikbaar, sensitief, responsief)

• Dagelijkse leven: dag- en weekritme (routine), slapen, ontspannen, nachtmerries, herbelevingen en triggers, fysiek fit, eten, zelfzorg, dagbesteding/arbeid, alcohol en drugs.

• Hechting (verbinding, relatievorming)• Emotieregulatie (kalm brein, synchroniseren,

spiegelen eerst meer op gedrag in hier en nu houden)• Zelfbeeld• De Notendop (ervaringen vertellen binnen window of

tolerance)

61

barsten en gaten

in het bouwwerkRISICO!

Nog meer inzoomen!

Heijkoop

• ontdekkend kijken/ verplaatsen in cliënt/ betekenis van het gedrag

• functioneringsprofiel/ ontwikkelingsstadia- kunnen (vaardigheden, taaluitingen, (taal)begrip) - aankunnen (sociaal functioneren, emotioneel

functioneren, zelfontwikkeling(sociaal-emotioneel functioneren)↓

• subtiel afgestemde toenadering/ behandeling

• met name voor individuele (problematische) cliënten, tevens voor preventief inspelen!

Behandeling

cliënt(en)

context

milieu

BEHANDELASPECTEN

Toepassen, frequentie en intensiteit afstemmen op het niveau:

- Affectiviteit- Individueel- Nabijheid- Confrontatie- Stimulering- Uitbreiding van gedragsrepertoire- Begrenzing van sensorische, sociale motorische activiteiten- Verantwoordelijkheid- Verandering van gedrag

Rekening houden met fasering

• Fasering van behandeling en fasering binnen het proces.

• Regelmatig terugval mogelijk in eerdere fase (zoals stabilisatie en regulatiefase), teruggrijpen op eerdere fase

Oppervlakte structuurHoe regelen we het met elkaar?

Visie Doelgroep Formatieplaatje, bezetting Overlegstructuur Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden Regelgeving Dagelijkse routine

Diepte structuurHoe doen we het met elkaar?

Begeleidinsstijl\basishouding Sfeer Samenwerking (informeel leiderschap, bondjes,wijze

van communicatie: direct, indirect, open, gesloten) Normen en waarden Referentiekaders (geloof, voeding, etiquette, hygiene). Tegenoverdracht (eigen betekenisgeving, eigen oude

schema's).

Basaal supportief klimaat

ik-versterkend aansluitend bij (sociaal-

emotioneel) niveau hier en nu (als

leerervaring) veilige omgeving acceptatie, respect Stimulerend (afhankelijk,

v. draagkracht) niet teveel prikkels en niet

te weinig

helder en duidelijk succeservaringen op laten

doen invloed hebben op kwaliteit

van bestaan verantwoordelijkheid naar

draagkracht, overname waar nodig

VB. Houding en omgevingsvoorwaarden

Bij kwetsbaar sociaal-emotioneel niveau:

- Individuele benadering en begrenzing

- Prikkelregulering (beschermen, doseren)

- Kleinere, veilige leefruimte met constantheid

- Aansluiten bij zintuiglijke behoeften (muziek, geuren, kleuren, materiaal)

- Voorspelbaar en betrouwbaar dagprogramma, overzicht in ruimte, tijd en personen (5 W's)

- Ritme (oa. dag/nacht), regelmaat en continuïteit

- Balans tussen activiteit en (gestructureerde) rust

- Acceptatie, rust, tijd nemen om signalen te observeren

Vervolg: houding en omgevingsvoorwaarden:

- Weinig affectiviteit, stimulering, uitbreiding en confrontatie en verantwoordelijkheid.

- Regelmatig nabijheid(niet te lange momenten alleen laten, vervalt mogelijk in chaos). Te frequent en lang kan ook onrust geven. Niet te veel praten, er zijn.

Omgevingsvoorwaarden

• Veiligheid bieden aan elkaar binnen team en aan cliënt• Sensitiviteit, responsiviteit en beschikbaarheid• Voorspelbaarheid (wie, wat, waar, wanneer)/structuur• Vriendelijk, doch duidelijk en consequent• Betrouwbaar zijn “afspraak is afspraak”)• Aansluiten bij wijze van informatieverwerking (concreet,

voorbeelden, visueel maken, aanpassen tempo etc.)• Zicht hebben en aansluiten bij sociaal-emotionele

ontwikkeling• Bewust hanteren van afstand in nabijheid en nabijheid op

afstand• Bedacht zijn op splitsen

Omgevingsvoorwaarden

• Kalm brein bewaren, weten hoe stress (cliënt/team) terug te brengen

• Leren differentiëren (zintuiglijk, ik en de ander, emoties). Niet overvragen, rekening houden met problematiek

• Mentaliseren (zoals woorden geven aan), waar mogelijk• Weet hebben van eigen sterke en zwakke kanten• Niet in machtstijd raken (met client of binnen team)• Zorg voor goede uitlaatklep om affectief bewust te kunnen

reageren en te kunnen dealen met de problematiek• supervisie en intervisie binnen team van belang

Omgevingsvoorwaarden en bejegening

• Preventief en de-escalerend werken• Reflectie, inzicht en bewust van eigen denken, voelen en

doen, attributies, persoonlijkheidsstijl• Hanteren van agressie (technisch en emotioneel)• Schakelen, inzoomen op diverse populatie, doelen en fases• Affectief bewust, realistische verwachtingen binnen

relatievorming (denk aan oa. Cl. Met ASS).• Regie houden• Relimited parenting en empathische confrontatie op maat.

Beschermen tot loslaten, van overname tot veel verantwoordelijkheid

• Sociotherapie: dagelijkse routine afdeling, • Sociotherapie: vaardigheidstrainingen (multidisciplinair)• Probleemgerelateerde psycho educatie • Probleem\Delictscenario • Terugvalpreventie• Specialistische therapieën en modules • Integraal en multidisciplinaire afstemming

Basisprogramma

Kortom

optimale support↓

niet teveel

niet te weinig

niet overvragen

niet ondervragen

niet te vrij laten

niet betuttelen↓

steeds balans opmaken wat cliënt aankan t.a.v. vaardigheden en verantwoordelijkheden