Post on 10-Jan-2020
Minder vrijheidsbeperking in verpleeghuizen
(review)
Jan PH Hamers
Februari 2010
2
Correspondentie:
Prof. dr. JPH Hamers
Universiteit Maastricht
School for Public Health and Primary Care
Department of Health Care and Nursing Sciences
Postbus 616
6200 MD Maastricht
E: jph.hamers@zw.unimaas.nl
Deze literatuurstudie is uitgevoerd in opdracht van Vilans, kenniscentrum voor de
langdurende zorg, in het kader van het Zorg voor Beter verbetertraject Ban de band.
Zie ook www.zorgvoorbeter.nl en www.vilans.nl
3
Inleiding
Vrijheidsbeperkende maatregelen omvatten alle (fysieke) maatregelen die de
bewegingsvrijheid van mensen beperken (o.a. IGZ 2008), zoals de toepassing van
bedhekken, heupgordels (zoals de Zweedse band), stoelplanken, rolstoelen op de rem,
diepe stoelen, maar ook infrarood waarschuwingssystemen en de toepassing van
camera’s. Daarnaast kan soms ook kalmerende medicatie als een niet fysieke maatregel
worden geduid. Dit rapport richt zich alleen op fysieke vrijheidsbeperkende maatregelen.
Vrijheidsbeperkende maatregelen worden in de verpleeghuiszorg veelvuldig
toegepast. De prevalentie van het toepassen van fysieke vrijheidsbeperkende maatregelen
in verpleeghuizen ligt tussen 41 en 64% (o.a. Hamers and Huizing 2005). Kijken we
alleen naar het gebruik van onrustbanden of heupgordels (zoals Zweedse banden en
bratex banden) dan is de door instellingen gerapporteerde prevalentie in Nederland
ongeveer 10% (o.a. LPZ 2008); de Inspectie voor de Gezondheidszorg rapporteerde eind
2008 een prevalentie van 14% banden in bed en stoel (IGZ 2008).
Het toepassen van pols-, enkel- en heupbanden wordt door zorgverleners gezien
als een van de meest restrictieve vormen van vrijheidsbeperking (Hamers and Gulpers
2009), terwijl het gebruik van bepaalde elektronische waarschuwingssystemen, zoals
infrarood systemen, als nauwelijks restrictief word geduid. In sommige landen, of staten
in de USA, worden elektronische hulpmiddelen (of domotica) zelfs niet gerekend tot
vrijheidsbeperkende maatregelen. Het is daarom belangrijk bij vergelijkingen tussen
landen, maar ook tussen instellingen, na te gaan hoe vrijheidsbeperking is gedefinieerd.
In een recent Nederlandstalig overzichtsartikel is onlangs uitgebreid ingegaan op
de toepassing van vrijheidsbeperking, de determinanten daarvan, de consequenties van
vrijheidsbeperking voor cliënten, het belang van reductie van vrijheidsbeperkende
maatregelen en recente ontwikkelingen op dit terrein in Nederland. De doelstelling van de
onderhavig bijdrage is een update te geven van de (internationale) literatuur naar
interventies, programma’s of ‘best practices’ die erop gericht zijn om de toepassing van
vrijheidsbeperkende maatregelen in het algemeen, en onrustbanden in het bijzonder, te
verminderen in verpleeghuizen. Daarbij vormen de volgende vragen het uitgangspunt:
4
1. Welke interventies, programma’s of best practices (hierna interventies genoemd) zijn
in de internationale literatuur beschreven met als doelstelling het aantal
vrijheidsbeperkende maatregelen in de zorg voor ouderen te reduceren?
2. Wat zijn de belangrijkste componenten van deze interventies?
3. In welke omgeving zijn ze toegepast en op welke vrijheidsbeperkende maatregelen
hebben ze betrekking?
4. Wat zijn de effecten van de beschreven interventies op de toepassing van
vrijheidsbeperkende maatregelen?
Methoden
Om de vier onderzoeksvragen te beantwoorden is een review van de literatuur uitgevoerd,
waarbij specifiek is gekeken naar studies verschenen vanaf 2004 tot augustus 2009 en die
betrekking hebben op (het verminderen van) vrijheidsbeperking in verpleeghuizen.
Studies die gericht op andere sectoren zoals gehandicaptenzorg, algemene en
psychiatrische ziekenhuizen zijn niet in deze review meegenomen.
Binnen medline, psycinfo, pubmed, cinahl en de cochrane library is gezocht met
(combinaties van) de trefwoorden: ‘nursing home, long term care, physical restraint,
siderails, bedrails, (waist) belts, sensor mat, infrared, restraint reduction, nursing home
quality, restraint free environment’. Daarnaast zijn literatuurlijsten van alle artikels
gescreend naar additionele bronnen.
Studies (in de Engelse, Duitse en Nederlandse taal) zijn geïncludeerd als ze
gericht waren op het verminderen van vrijheidsbeperkende maatregelen in
verpleeghuizen. Daarbij is specifiek gekeken naar de vermindering van de meest
restrictieve maatregelen, zoals onrustbanden.
In de onderhavige studie zijn geen studies buitengesloten op basis van het
onderzoeksdesign of (onvoldoende) kwaliteit van het onderzoek. Benadrukt wordt dat
onderhavige studie geen systematische review is.
5
Resultaten
Studies over vrijheidsbeperking
Het aantal gepubliceerde studies over vrijheidsbeperking blijft toenemen. Daarbij moet
worden aangetekend dat de studies meestal gaan over prevalentie van maatregelen,
determinanten van vrijheidsbeperkende maatregelen en consequenties van maatregelen
voor bewoners, o.a. (Kirkevold and Engedal 2004; Voyer, Verreault et al. 2005; Castle
2006; Miller, Papandonatos et al. 2006; Huizing, Hamers et al. 2007; Capezuti, Brush et
al. 2008; Feng, Hirdes et al. 2009; Fonad, Emami et al. 2009; Meyer, Kopke et al. 2009).
Uit de genoemde studies komt in algemene zin naar voren dat de prevalentie van
maatregelen (te) hoog is, en dat kenmerken van bewoners, zoals slechte mobiliteit en
slechte cognitieve status de belangrijkste determinanten zijn voor de toepassing van
maatregelen. Illustratief voor de gevolgen van maatregelen voor bewoners is de studie
van Castle, waarin 2000 bewoners over een periode van 6 jaar zijn gevolgd. Daaruit komt
naar voren dat de toepassing van fixatie door pols-, enkel- en heupbanden en vormen van
stoelfixatie, leidt tot achteruitgang van cognitieve vermogens, toename van depressieve
klachten en vermindering van sociale betrokkenheid.
Opvallend is verder dat de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen, of
beter gezegd het niet toepassen van deze maatregelen, steeds vaker wordt gezien als een
belangrijke indicator voor kwaliteit van verpleeghuiszorg (Carter and Porell 2006;
Gruneir, Lapane et al. 2008; Nobili, Piana et al. 2008). In een aantal landen (o.a.
Duitsland en de USA) zijn richtlijnen opgesteld, die moeten bijdragen in het verminderen
van vrijheidsbeperkende maatregelen. Evans & Cotter (Evans and Cotter 2008) geven
concrete handvatten ter voorkoming van vrijheidsbeperkende maatregelen. In Duitsland
hebben Köpke en collega’s (Köpke, Meyer et al. 2008) een gedetailleerde richtlijn
ontwikkeld ter voorkoming van het toepassen van maatregelen. De richtlijnen zijn echter
nog niet geïmplementeerd waardoor op dit moment nog niet duidelijk is wat de effecten
zullen zijn.
6
Studies gericht op het verminderen van vrijheidsbeperking
Ook het aantal studies over maatregelen gericht op reductie van vrijheidsbeperking neemt
toe. Scholing voor zorgverleners is de interventie die in de praktijk het meest lijkt te
worden toegepast, maar in ieder geval de meest bestudeerde interventie is. Andere
interventies zijn de inzet van een gespecialiseerde verpleegkundige (soms in combinatie
met bijscholing), het toepassen van een valpreventieprogramma, een audit-procedure en
therapeutische recreatie. Overigens is de beschrijving van interventies vaak summier,
waardoor niet precies duidelijk is wat de interventie omvat.
Er zijn diverse onderzoeksdesigns toegepast om de effectiviteit van de
interventies vast te stelen, variërend van (cluster) randomized controlled trials (RCTs) tot
secundaire analyses, een chart review en een case study. In algemene zin kan worden
vastgesteld dat de gecontroleerde studies vaker negatieve resultaten rapporteren in
verhouding tot de niet gecontroleerde studies. Een negatief resultaat betekent dat de
interventie niet effectief is; de interventie leidt dus niet tot minder vrijheidsbeperking. Ter
illustratie: de verhouding positief-negatief is 2:5 voor gecontroleerde studies en 5:2 voor
de niet gecontroleerde studies.
In deze paragraaf zullen de verschillende interventies met de uitkomsten worden
beschreven.
Scholingsprogramma’s
Sinds 2004 zijn er 7 verschillende scholingsinterventies gerapporteerd in Canada (n=2)
(Mac Dermaid and Byrne 2006; Milke, Kendall et al. 2008), Duitsland (n=2) (Kuske,
Luck et al. 2009), Hong Kong (Lai, Chan et al. 2006), Nederland (Huizing, Hamers et al.
2006; Huizing, Hamers et al. 2009a; Huizing, Hamers et al. 2009b)en Noorwegen
(Testad, Aasland et al. 2005). In Tabel 1 zijn de verschillende studies samengevat.
Als we de methodologische kwaliteit van de verschillende studies buiten
beschouwing laten, kan uit Tabel 1 worden afgeleid dat de effecten van scholing op
reductie van vrijheidsbeperking niet duidelijk zijn. Als er al sprake is van een positief
effect, dan lijkt dit vooral op de korte termijn het geval te zijn (Testad, Aasland et al.
7
2005; Huizing, Hamers et al. 2006; Kuske, Luck et al. 2009), waarbij er vooral sprake is
van een beschermend effect in plaats van een reductie van matregelen. Met ander
woorden, de scholing lijkt de toepassing van nieuwe vrijheidsbeperkende maatregelen te
voorkomen.
De scholing lijkt overigens wel een positief effect te hebben op de kennis van de
deelnemers; die neemt toe (Mac Dermaid and Byrne 2006; Kuske, Luck et al. 2009).
Aangetekend moet wel worden dat de verschillende scholingsprogramma’s onderling niet
geheel vergelijkbaar zijn wat omvang en vorm betreft; in de behandelde onderwerpen
bestaat wel de nodige overlap.
TABEL 1. Scholingsprogramma’s en reductie van vrijheidsbeperking (zie bijlage 1)
Gespecialiseerde verpleegkundige
In Tabel 2 wordt een overzicht gegeven van studies waarbij gespecialiseerde
verpleegkundigen zijn ingezet. In een Amerikaanse studie (Capezuti, Wagner et al. 2007;
Wagner, Capezuti et al. 2007), lijkt de inzet van de verpleegkundige enig effect te
hebben; in 1 van de 4 verpleeghuizen is een duidelijke afname van bedhekken
gerapporteerd. Een Nederlandse gecontroleerde studie (Huizing, Hamers et al. 2009a;
Huizing, Hamers et al. 2009b) rapporteert echter geen effecten op het reduceren en
voorkomen van vrijheidsbeperkende maatregelen in het algemeen. Overigens leidde de
studie van Huizing et al. ook niet tot vermindering in het gebruik van bedhekken
(Huizing, Hamers et al. 2009a) of andere individuele maatregelen.
TABEL 2. Inzet gespecialiseerde verpleegkundige (zie bijlage 2)
Belangrijke verschillen tussen de genoemde studies zijn in ieder geval het
opleidingsniveau van de gespecialiseerde verpleegkundige (academisch versus MBO) en
de focus op vermindering van bedhekken (Capezuti, Wagner et al. 2007) versus
vrijheidsbeperkende maatregelen in het algemeen (Huizing, Hamers et al. 2009a;
Huizing, Hamers et al. 2009b).
8
Combinatie: beleidswijziging, scholing en gespecialiseerde verpleegkundige.
In Nederland is recent een nieuwe aanpak opgezet die een scholingsprogramma en de
inzet van een gespecialiseerde verpleegkundige combineert met een beleidswijziging (zie
Tabel 3). De beleidswijziging houdt in dat de directie of het management van het
verpleeghuis een verbod op het gebruik van banden afkondigt. Deze interventie, genaamd
EXBELT, bleek erg effectief in een kleinschalige niet gecontroleerde studie. Het aantal
banden werd verminderd van 12 naar 1 terwijl er geen andere restrictieve maatregelen of
psychofarmaca werden toegepast. Momenteel wordt EXBELT geëvalueerd in een
gecontroleerde studie op 26 verpleeghuisafdelingen van 13 verpleeghuizen (Gulpers,
Bleijlevens et al. 2010).
TABEL 3. Combinatie van beleidswijziging, scholing en inzet gespecialiseerde
verpleegkundige (zie bijlage 3)
Andere interventies
Tabel 4 geeft een overzicht van andere interventies die in de literatuur zijn gerapporteerd
met de reductie van vrijheidsbeperking in verpleeghuizen als doel. Uit de tabel kan
worden afgeleid dat de gerapporteerde studies, op één na, alle niet gecontroleerd van
opzet zijn. Daarbij komt dat de effectiviteit van de maatregelen niet hoog is. Het inzetten
op gericht beleid om vrijheidsbeperkende maatregelen te verminderen (Baier, Butterfield
et al. 2008) en het invoeren van een herhaalde audit (Timmins 2008) lijken nog het meest
effectief te zijn.
TABEL 4. Andere interventies ter reductie van vrijheidsbeperkende maatregelen
(zie bijlage 4)
9
Barrières
Ten slotte zijn er veel studies (Moore and Haralambous 2007; Goldman 2008) uitgevoerd
naar barrières om te komen tot vermindering van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Belangrijke barrières zijn de opinies en attitudes ten aanzien van vrijheidsbeperking van
zorgverleners (Suen, Lai et al. 2006; Chuang and Huang 2007; Lai 2007; Bonner, Castle
et al. 2009; Hamers, Meyer et al. 2009; Hamers and Gulpers 2009). Zij denken vaak dat
het toepassen van restrictieve maatregelen noodzakelijk is en er geen alternatieven zijn.
Daarnaast wordt ook gemeld dat het ontbreken van steun van collega’s en het
management een belangrijke barrière is om te komen tot reductie van banden.
Conclusies
De noodzaak om te komen tot een reductie van vrijheidsbeperkende maatregelen is
evident. De evidentie dat maatregelen meer negatieve dan beschermende effecten hebben
is overduidelijk. Zeker waar het restrictieve maatregelen betreft zoals heupgordels en
vergelijkbare maatregelen die de bewegingsvrijheid van mensen volledig beperken. De
vraag hoe vrijheidsbeperkende maatregelen effectief en veilig kunnen worden
gereduceerd wordt door de literatuur echter minder eenduidig beantwoord. De sleutels
voor oplossingen liggen in de voorspellers van het gebruik van vrijheidsbeperkende
maatregelen. Dat zijn kenmerken van bewoners die de kans op toepassing van
vrijheidsbeperkende maatregelen aannemelijk maken: een hoog valrisico, een slechte
cognitieve status en een hoge mate van (zorg)afhankelijkheid. Daarnaast is het belangrijk
om rekening te houden met barrières die reductie van vrijheidsbeperking bemoeilijken.
Het gaat dan om meningen en attitudes van zorgverleners en het ontbreken van steun en
duidelijk beleid van het instellingsmanagement.
Om te komen tot reductie van vrijheidsbeperking wordt vooralsnog ingezet op
scholing van zorgverleners met het doel hun bewustwording te verhogen, kennis te
optimaliseren en attitudes en meningen te beïnvloeden. Er zijn duidelijke aanwijzingen
dat de scholingen daarin effectief zijn. Helaas leidt dit in de meeste situaties echter niet
direct tot een verandering in gedrag van zorgverleners en aanpassing van het beleid met
10
betrekking tot vrijheidsbeperking. Met andere woorden, het aantal vrijheidsbeperkende
maatregelen neemt niet af. Datzelfde moet worden vastgesteld als gekeken wordt naar de
effectiviteit op reductie van maatregelen door de inzet van gespecialiseerde
verpleegkundigen; deze is beperkt.
Soms zijn er verschillen in uitkomsten tussen studies in verschillende landen.
Daarover moeten twee belangrijke opmerkingen met betrekking tot vergelijkbaarheid
worden gemaakt. In de eerste plaats is reeds aangehaald dat definities over
vrijheidsbeperkende maatregelen verschillen. In de tweede plaats is er een grote mate van
verscheidenheid in verpleeghuizen tussen (en soms zelfs binnen) landen als we kijken
naar bijvoorbeeld bewoners (o.a. verschillen in zorgzwaarte, cognitieve status) en
zorgverleners (o.a. verschillen in opleidingsniveau). Datzelfde geldt voor de wetgeving in
verschillende landen. Als naar de effectiviteit van maatregelen wordt gekeken moet
daarmee rekening worden gehouden.
De literatuur geeft duidelijke aanwijzingen dat additionele acties noodzakelijk zijn
om te komen tot een meer effectieve reductie van vrijheidsbeperking. De eerste is focus
op bepaalde vrijheidsbeperkende maatregelen (Capezuti, Wagner et al. 2007), bij
voorkeur de meest restrictieve zoals heupgordels/banden en tafelbladen. De tweede is het
organiseren van gericht beleid van instellingen op het verminderen van
vrijheidsbeperkende (Baier, Butterfield et al. 2008). Ten slotte zijn er duidelijke
aanwijzingen dat voor het betrouwbaar vaststellen van de toepassing van
vrijheidsbeperkende maatregelen, en daarmee ook de effecten van beleid en maatregelen
ter reductie, een onafhankelijke meting de voorkeur verdient. De effectiviteit van de audit
in de verpleeghuizen in Australië (Timmins 2008) is daarvan een duidelijke illustratie.
Een recent ontwikkelde interventie, EXBELT, die bovenstaande interventies
(beleidswijziging, scholing en gespecialiseerde verpleegkundige) combineert liet een
sterk positief effect zien in één verpleeghuis; het aantal heupgordels werd op een veilige
manier gereduceerd (Hamers and Gulpers 2009). Of EXBELT inderdaad zo effectief is,
zal moeten blijken uit de resultaten van een gecontroleerde studie die in 2009 is
uitgevoerd in meerdere verpleeghuizen in Nederland. De resultaten daarvan worden in de
loop van 2010 verwacht.
11
In Nederland heeft de reductie van vrijheidsbeperkende maatregelen in
verpleeghuizen de afgelopen twee jaren veel aandacht gehad, vooral door projecten van
de innovatiekring dementie, zorg voor beter (ban de band) en de inspectie voor de
gezondheidszorg (IGZ). Daarnaast zal binnenkort de nieuwe wet Zorg en Drang zijn
intrede doen. Momenteel is er op initiatief van de IGZ een stuurgroep opgericht die zich
richt op het coördineren van het reduceren van banden in Nederlandse verpleeghuizen en
gehandicaptenzorg. De ambitieuze doelstelling is het aantal banden te reduceren tot nul in
2011. De resultaten van onderhavige review kunnen behulpzaam zijn bij het kiezen van
een succesvolle aanpak, die zoveel mogelijk gebaseerd moet zijn op de beschikbare
wetenschappelijk evidentie. In dit verband is ook de lange termijn effectiviteit van
maatregelen een belangrijk aandachtspunt. Er zijn namelijk aanwijzigen dat aandacht
voor reductie van maatregelen op korte termijn positieve effecten heeft, die echter niet
aanhouden op de lange termijn. Het gevaar is dat zorgverleners en instellingen dan
vervallen in oude praktijken die de attitude van sceptici bevestigen dat restrictieve
maatregelen noodzakelijk zijn, met alle consequenties van dien voor de kwetsbare
ouderen in onze verpleeghuizen . Het proces om te komen van reductie van maatregelen
zal dan een kwestie van een lange adem blijken!
12
Literatuurlijst
Baier, R. R., K. Butterfield, et al. (2008). "Aiming for star performance: the relationship
between setting targets and improved nursing home quality of care." Journal of the
American Medical Directors Association 9(8): 594-8.
Bonner, A. F., N. G. Castle, et al. (2009). "Certified nursing assistants' perceptions of
nursing home patient safety culture: is there a relationship to clinical outcomes?" Journal
of the American Medical Directors Association 10(1): 11-20.
Capezuti, E., B. L. Brush, et al. (2008). "Least restrictive or least understood?: waist
restraints, provider practices, and risk of harm." Journal of Aging & Social Policy 20(3):
305-22.
Capezuti, E., L. M. Wagner, et al. (2007). "Consequences of an intervention to reduce
restrictive side rail use in nursing homes." Journal of the American Geriatrics Society
55(3): 334-41.
Carter, M. W. and F. W. Porell (2006). "Nursing home performance on select publicly
reported quality indicators and resident risk of hospitalization: grappling with policy
implications." Journal of Aging & Social Policy 18(1): 17-39.
Castle, N. G. (2006). "Mental health outcomes and physical restraint use in nursing
homes {private}." Administration and Policy in Mental Health 33(6): 696-704.
Chuang, Y. H. and H. T. Huang (2007). "Nurses' feelings and thoughts about using
physical restraints on hospitalized older patients." Journal of Clinical Nursing 16(3): 486-
94.
Evans, L. K. and V. T. Cotter (2008). "Avoiding restraints in patients with dementia:
understanding, prevention, and management are the keys." American Journal of Nursing
108(3): 40-50.
Feng, Z., J. P. Hirdes, et al. (2009). "Use of physical restraints and antipsychotic
medications in nursing homes: a cross-national study." International Journal of Geriatric
Psychiatry 24(10): 1110-8.
Fonad, E., A. Emami, et al. (2009). "Falls in somatic and dementia wards at Community
Care Units." Scandinavian Journal of Caring Sciences 23(1): 2-10.
Goldman, B. D. (2008). "Commentary: barriers to a sustained restraint-free
environment." Journal of Aging & Social Policy 20(3): 286-94.
Gruneir, A., K. L. Lapane, et al. (2008). "Does the presence of a dementia special care
unit improve nursing home quality?" Journal of Aging and Health 20(7): 837-54.
13
Gulpers, M. J. M., M. H. C. Bleijlevens, et al. (2010). "Belt restraint reduction in nursing
homes: design of a quasi-experimental study." BMC Geriatrics in press.
Hamers, J. P., G. Meyer, et al. (2009). "Attitudes of Dutch, German and Swiss nursing
staff towards physical restraint use in nursing home residents, a cross-sectional study."
International Journal of Nursing Studies 46(2): 248-55.
Hamers, J.P.H., M.J.M. Gulpers, et al. (2009). Het reduceren van vrijheidsbeperking in
verpleeghuizen.Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde 34(5): 156-9.
Hamers, J. P. H. and M. J. M. Gulpers (2009). "Reducing physical restraints in nursing
homes: results of a pilot study." Journal of Nutrition, Health & Aging suppl.(13): S17.
Hamers, J.P.H. and A.R. Huizing (2005). Why do we use physical restraints in the
elderly? Zeitschrift Gerontologie & Geriatrie 38: 19-25.
IGZ (2008) Zorg voor vrijheid: terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen kán en
moet. Den Haag, IGZ.
Huizing, A. R., J. P. Hamers, et al. (2007). "Organisational determinants of the use of
physical restraints: a multilevel approach." Social Science and Medicine 65(5): 924-33.
Huizing, A. R., J. P. Hamers, et al. (2006). "Short-term effects of an educational
intervention on physical restraint use: a cluster randomized trial." BMC Geriatrics 6: 17.
Huizing, A. R., J. P. Hamers, et al. (2009a). "A cluster-randomized trial of an educational
intervention to reduce the use of physical restraints with psychogeriatric nursing home
residents." Journal of the American Geriatrics Society 57(7): 1139-48.
Huizing, A. R., J. P. Hamers, et al. (2009b). "Preventing the use of physical restraints on
residents newly admitted to psycho-geriatric nursing home wards: a cluster-randomized
trial." International Journal of Nursing Studies 46(4): 459-69.
Kirkevold, O. and K. Engedal (2004). "Prevalence of patients subjected to constraint in
Norwegian nursing homes." Scandinavian Journal of Caring Sciences 18(3): 281-6.
Köpke, S., G. Meyer, et al. (2008). "Methodenpapier zur Entwicklung einer
Praxisleitlinie zur Vermeidung von freiheitseinschrankenden Massnahmen in der
beruflichen Altenpflege." Zeitschrift für Evidenz, Fortbildung und Qualität im
Gesundheitswesen 102(1): 45-53.
Kuske, B., T. Luck, et al. (2009). "Training in dementia care: a cluster-randomized
controlled trial of a training program for nursing home staff in Germany." International
Psychogeriatrics 21(2): 295-308.
14
Lai, C. K. (2007). "Nurses using physical restraints: are the accused also the victims?: a
study using focus group interviews." BMC Nursing 6: 5.
Lai, C. K. Y., M. H. Chan, et al. (2006). "A retrospective study on the outcomes of a
collaborative restraint reduction project by a residential home for older people and a
hospital-based community geriatric assessment service." Hong Kong Nursing Journal
42(1): 23-30.
LPZ (2008). Landelijke prevalentiemeting zorgproblemen, rapportage 2008. Maastricht,
Universiteit Maastricht.
Mac Dermaid, L. and C. Byrne (2006). "Restraint reduction education." Canadian
Nursing Home 17(3): 10-4.
Meyer, G., S. Kopke, et al. (2009). "Restraint use among nursing home residents: cross-
sectional study and prospective cohort study." Journal of Clinical Nursing 18(7): 981-90.
Milke, D. L., T. S. Kendall, et al. (2008). "A longitudinal evaluation of restraint reduction
within a multi-site, multi-model Canadian continuing care organization." Canadian
Journal of Aging 27(1): 35-43.
Miller, S. C., G. Papandonatos, et al. (2006). "Facility and county effects on racial
differences in nursing home quality indicators." Social Science and Medicine 63(12):
3046-59.
Moore, K. and B. Haralambous (2007). "Barriers to reducing the use of restraints in
residential elder care facilities." Journal of Advanced Nursing 58(6): 532-40.
Nobili, A., I. Piana, et al. (2008). "Alzheimer special care units compared with traditional
nursing home for dementia care: are there differences at admission and in clinical
outcomes?" Alzheimer Disease and Associated Disorders 22(4): 352-61.
Suen, L. K., C. K. Lai, et al. (2006). "Use of physical restraints in rehabilitation settings:
staff knowledge, attitudes and predictors." Journal of Advanced Nursing 55(1): 20-8.
Testad, I., A. M. Aasland, et al. (2005). "The effect of staff training on the use of restraint
in dementia: a single-blind randomised controlled trial." International Journal of Geriatric
Psychiatry 20(6): 587-90.
Timmins, J. (2008). "Compliance with best practice: implementing the best available
evidence in the use of physical restraint in residential aged care." International Journal of
Evidence-Based Healthcare 6(3): 345-50.
15
Voyer, P., R. Verreault, et al. (2005). "Prevalence of physical and verbal aggressive
behaviours and associated factors among older adults in long-term care facilities." BMC
Geriatrics 5: 13.
Wagner, L. M., E. Capezuti, et al. (2007). "Description of an advanced practice nursing
consultative model to reduce restrictive siderail use in nursing homes." Research in
Nursing and Health 30(2): 131-40.
16
BIJLAGE 1
Tabel 1. Scholingsprogramma’s en reductie van vrijheidsbeperking
Tabel 1. Scholingsprogramma’s en reductie van vrijheidsbeperking
Auteur (jaar
publicatie)
Doelstelling Inhoud/componenten Omvang Setting Soort studie Uitkomstmaten Conclusie
Testad et al.
(2005)
Verminderen
probleemgedrag en
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Seminar over dementie,
agressie, probeemgedrag,
en alternatieve
interventies voor
vrijheidsbeperking +
manual
6 uur (1 seminar
van 6 uur)
Daarna 1 uur
begeleiding per
maand
4 verpleeghuizen Gecontroleerd Probleemgedrag en
gebruik
vrijheidsbeperkende
matregelen
Reductie van
vrijheidsbeperkende
maatregelen (van
3.3 naar 1.5
maatregelen per
patiënt per week)
Geen reductie van
probleemgedrag
Koczy et al.
(2005)
Vermindering van
vrijheidsbeperkende
maatregelen met
50%
Per instelling wordt één
verpleegkundige
geselecteerd (‘mentor’)
die wordt die scholing
ontvangt en
verantwoordelijk wordt
voor beleid
vrijheidsbeperking; deze
rapporteert ook over de
prevalentie van
maatregelen;
Instellingen krijgen
gedeeltelijk beschikking
over alternatieve
maatregelen
Drie uur
bijscholing voor
de mentor; mentor
kan het
scholingsmateriaal
doorgeven in
instelling
54 verpleeg- en
verzorgingshuizen
Gecontroleerd Vrijheidsbeperkende
maatregelen,
valpartijen en
fracturen
Niet beschreven;
studie loopt nog
Huizing et al.
(2006)
Verminderen
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Modules over effectiviteit
en consequenties van
toepassing
vrijheidsbeperking,
besluitvorming,
wetgeving, ethische
aspecten, risico gedrag,
alternatieve interventies,
en praktijkcasus
besprekingen + manual
11.5 uur (5
bijeenkomsten
van 2 uur en
afsluitende
bijenkomst van
1.5 uur)
5 afdelingen van 1
psychogeriatrisch
verpleeghuis
Gecontroleerd Vrijheidsbeperkende
maatregelen (type,
combinaties, duur,
intensiteit)
Beschermend korte
termijn effect op
vrijheidsbeperking
Geen reductie van
maatregelen
Lai et al.
(2006)
Verminderen
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Inhoud ‘educational
program’ niet beschreven
Niet beschreven 1 instelling Niet
gecontroleerd
Vrijheidsbeperking
en valpartijen
Geen reductie
vrijheidsbeperking
Minder ernstige
valpartijen
18
Mac Dermaid
& Byrne
(2006)
Verbeteren van
kennis en attitude
van zorgverleners
Onderwerpen: definitie en
misvatting over
vrijheidsbepering,
gevolgen van maatregelen
voor bewoners,
alternatieve maatregelen,
wetgeving en ethische
aspecten
4 uur (2 sessies
van 2 uur)
2 afdelingen van 2
‘long-term care’
instellingen
Gecontroleerd Kennis en attitude Positieve
veranderingen
kennis en attitude
Milke et al.
(2008)
Verminderen van
vrijheidsbeperkende
maatregelen
1 bijeenkomst met
aandacht voor negatieve
effecten van maatregelen,
belang van voorlichten en
betrekken van familie, en
geïndividualiseerde zorg
als alternatieve interventie
3 uur (1 sessie van
3 uur)
11 instellingen
(‘continuing care
setting’,
waaronder
‘traditional’,
‘small Alzheimer
care centres’ en
‘life-lease care
housing facilities’
Niet
gecontroleerd
Vrijheidsbeperkende
maatregelen
Reductie van
vrijheidsbeperkende
maatregelen (van
25 naar 16%)
Huizing et al.
(2009a)
Verminderen
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Modules over effectiviteit
en consequenties van
toepassing
vrijheidsbeperking,
besluitvorming,
wetgeving, ethische
aspecten, risico gedrag,
alternatieve interventies,
en praktijkcasus
besprekingen + manual
11.5 uur (5
bijeenkomsten
van 2 uur en
afsluitende
bijenkomst van
1.5 uur)
15
psychogeriatrische
afdelingen van 7
verpleeghuizen
Gecontroleerd Vrijheidsbeperkende
maatregelen (type,
combinaties, duur,
intensiteit)
Geen reductie van
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Huizing et al.
(2009b)
Preventie van
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Modules over effectiviteit
en consequenties van
toepassing
vrijheidsbeperking,
besluitvorming,
wetgeving, ethische
aspecten, risico gedrag,
alternatieve interventies,
en praktijkcasus
besprekingen + manual
11.5 uur (5
bijeenkomsten
van 2 uur en
afsluitende
bijenkomst van
1.5 uur)
15
psychogeriatrische
afdelingen van 7
verpleeghuizen
Gecontroleerd Vrijheidsbeperkende
maatregelen (type,
combinaties, duur,
intensiteit)
Geen preventie van
vrijheidsbeperkende
maatregelen bij
nieuwe bewoners
Kuske et al.
(2009)
Verbeteren
interactie tussen
zorgverleners en
bewoners
5 modules, o.a. over
dementie, persoon en
omgeving, en
communicatie
13 uur (13
bijeenkomsten
van 1 uur)
6 verpleeghuizen
met minimaal 90
bewoners
Gecontroleerd Kennis en
competenties
zorgverleners,
burnout,
Positief effect op
kennis en ervaring,
Beschermend korte
termijn effect op
19
gezondheidsklachten
Vrijheidsbeperking
en gebruik
psychofarmaca
vrijheidsbeperking
Geen reductie van
maatregelen
BIJLAGE 2
Tabel 2. Inzet gespecialiseerde verpleegkundige
Tabel 2. Inzet gespecialiseerde verpleegkundige
Auteur (jaar
publicatie)
Doelstelling Inhoud/componenten Omvang Setting Soort studie Uitkomstmaten Conclusie
Capezuti et al.
(2007)
Verminderen van
gebruik bedhekken
Academisch opgeleide
gespecialiseerde
verpleegkundige
Bekijkt iedere bewoner
individueel, ontwerpt
plannen voor achterwege
laten van bedhekken in
samenwerking met
individuele zorgverleners,
commissies, en
management
3-6 maanden per
verpleeghuis
4 verpleeghuizen Niet
gecontroleerd
Gebruik van
bedhekken en
andere maatregelen
Valpartijen en
letsels
In 1 van de 4
huizen is het
gebruik van
bedhekken
afgenomen (van
42% naar 17%); in
de andere huizen
geen afname
Op individueel
bewonersniveau is
er een afname in
bedhekken gebruik
van ruim 51%,
waarbij het aantal
valpartijen ook is
afgenomen
Huizing et al.
(2009a)
Verminderen
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Scholingsprogramma en
inzet verpleegkundige
Wekelijkse bezoeken van
verpleeghuisafdelingen en
deelname aan
multidisciplinaire
overleggen waar
toepassing van
vrijheidsbeperking en
alternatieven worden
besproken
Scholing: 11.5
uur
Inzet
verpleegkundige:
8 maanden
15
psychogeriatrische
afdelingen van 7
verpleeghuizen
Gecontroleerd Vrijheidsbeperkende
maatregelen (type,
combinaties, duur,
intensiteit)
Geen reductie van
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Huizing et al.
(2009b)
Preventie van
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Scholingsprogramma en
inzet verpleegkundige
Wekelijkse bezoeken van
verpleeghuisafdelingen en
deelname aan
multidisciplinaire
overleggen waar
toepassing van
vrijheidsbeperking en
alternatieven worden
besproken
Scholing: 11.5
uur
Inzet
verpleegkundige:
8 maanden
15
psychogeriatrische
afdelingen van 7
verpleeghuizen
Gecontroleerd Vrijheidsbeperkende
maatregelen (type,
combinaties, duur,
intensiteit)
Geen preventie van
vrijheidsbeperkende
maatregelen bij
nieuwe bewoners
BIJLAGE 3
Tabel 3. Combinatie van beleidswijziging, scholing en inzet
gespecialiseerde verpleegkundige
Tabel 3. Combinatie van beleidswijziging, scholing en inzet gespecialiseerde verpleegkundige
Auteur (jaar
publicatie)
Doelstelling Inhoud/componenten Omvang Setting Soort studie Uitkomstmaten Conclusie
Hamers &
Gulpers (2009)
Verminderen van
onrustbanden
Beleidswijziging
verpleeghuis ‘verbod’ op
gebruik band
Scholingsprogramma
(Modules over effectiviteit
en consequenties van
toepassing
vrijheidsbeperking,
besluitvorming,
wetgeving, ethische
aspecten, risico gedrag,
alternatieve interventies,
en praktijkcasus
besprekingen + manual) +
inzet gespecialiseerde
verpleegkundige
Scholing: 11.5
uur (5
bijeenkomsten
van 2 uur en
afsluitende
bijenkomst van
1.5 uur)
1 verpleeghuis Niet
gecontroleerd
Gebruik
onrustbanden en
andere maatregelen
Gebruik
psychofarmaca
Valpartijen en
letsels
Effectieve
vermindering
onrustbanden (van
12 naar 1),
Verhoging van
valpartijen,
Geen ernstige
letsels
Gulpers et al.
(2010)
Verminderen van
onrustbanden
‘EXBELT’:
1) Beleidswijziging
verpleeghuis ‘verbod’ op
gebruik band
2) Scholingsprogramma
(modules over effectiviteit
en consequenties van
toepassing
vrijheidsbeperking,
besluitvorming,
wetgeving, attitudes over
vrijheidsbeperking,
ethische aspecten, risico
gedrag, alternatieve
interventies, praktijkcasus
besprekingen en creatieve
sessie met mkb + manual)
3) Actieve inzet
gespecialiseerde
verpleegkundigen
Scholing: 10 uur
(3 bijeenkomsten
van 3 uur en
afsluitende
bijenkomst van 1
uur)
Creatieve sessie:
3 uur
26 afdelingen van
11 verpleeghuizen
Gecontroleerd Gebruik
onrustbanden en
andere maatregelen
Gebruik
psychofarmaca
Valpartijen en
letsels
Niet beschreven;
studie loopt nog
BIJLAGE 4
Tabel 4. Andere interventies ter reductie van vrijheidsbeperkende
maatregelen
Tabel 4. Andere interventies ter reductie van vrijheidsbeperkende maatregelen
Auteur (jaar
publicatie)
Doelstelling Inhoud/componenten Omvang Setting Soort studie Uitkomstmaten Conclusie
Putman &
Wang (2007)
Verminderen van
angst, agitatie,
vrijheidsbeperking,
psychofarmacagebruik
en verhogen
socialisatie
‘Closing Group’
therapeutische recreatie
Activiteiten in kleine
groepen in rustige
omgeving
De precieze inhoud van
de interventie is niet
beschreven
Dagelijks 2 uur
van dinsdag tot
zaterdag
1 instelling (lon-
term care facility)
Niet
gecontroleerd
Gedrag (o.a. angst en
agitatie), toepassing
vrijheidsbeperking,
interactie met andere
deelnemers en
deelname aan
activiteiten
Geen afname
toepassing
vrijheidsbeperking
Rask (2007) Evaluatie van een
valpreventie
programma voor
verpleeghuizen
Zeer uitgebreid
valpreventie programma
(te downloaden via
website) bestaande uit
startconferentie en
workshops, deelname en
committment van het
management,
trainingprogramma’s voor
valteams en
ondersteuning door twee
academisch opgeleide
verpleegkundigen
Duur
implementatie
programma: 6
maanden
42 verpleeghuizen Gecontroleerd Valpartijen en letsels,
toepassing van
vrijheidsbeperking en
zorgproces
Reductie van
toepassing van
vrijheidsbeperking
van 3%
Geen afname
valpartijen maar
ook geen toename
(die wel in
controlegroep
wordt
waargenomen)
Knox (2007) Het verbeteren van de
zorg rondom
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Er wordt een audit
uitgevoerd met feedback;
na 2-3 maanden volgt een
nieuwe audit
Audit op basis van 5
criteria: (1) zorgplan in
overeenkomst
instellingsbeleid; (2)
noodzaak
voorvrijheidsbeperking is
gedocumenteerd; (3) de
noodzaak voor het niveau
van vrijheidsbeperking is
gedocumenteerd; (4) alle
medewerkers hebben
bijscholing gevolgd; (5)
vrijheidsbeperking is
Twee audits met
tussenpose van
2-3 maanden
3 instellingen voor
kwetsbare
ouderen (zonder
en met dementie)
Niet
gecontroleerd
De mate waarin men
zich houdt aan de 5
criteria (zie
inhoud/componenten)
Compliance tav 5
criteria neemt toe
26
toegepast conform
richtlijnen van fabrikant.
Timmins
(2008)
Het verbeteren van de
zorg rondom
vrijheidsbeperkende
maatregelen en het
verminderen van
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Er wordt een audit
uitgevoerd met feedback;
na 2-3 maanden volgt een
nieuwe audit
Audit op basis van
prevalentiemeting
vrijheidsbeperking en 5
criteria: (1) zorgplan in
overeenkomst
instellingsbeleid; (2)
noodzaak
voorvrijheidsbeperking is
gedocumenteerd; (3) de
noodzaak voor het niveau
van vrijheidsbeperking is
gedocumenteerd; (4) alle
medewerkers hebben
bijscholing gevolgd; (5)
vrijheidsbeperking is
toegepast conform
richtlijnen van fabrikant.
bijgeschoold
Twee audits met
tussenpose van
2-3 maanden
1 instelling voor
ouderen (met en
zonder dementie)
Niet
gecontroleerd
De compliance tav de
5 criteria (zie
inhoud/componenten)
en de prevalentie van
vrijheidsbeperkende
maatregelen
Compliance tav de
meeste criteria
neemt toe en er is
een beduidende
reductie van
vrijheidsbeperkende
maatregelen (van
45% naar 23%)
Baier et al.
2008
Het evalueren van
verbeteringen in de
zorg ten aanzien van
vrijheidsbeperking (en
decubitus)
Interventie genaamd
STAR is gericht op het
stellen van duidelijke
doelen voor verbetering
van zorg op basis van
prevalentiemetingen en
benchmark gegevens
daarover
Periode van 3
jaar na start
STAR
7091
verpleeghuizen
met STAR doelen
gericht op reductie
vrijheidsbeperking
en 9665
verpleeghuizen
zonder
doelstellingen
Niet
gecontroleerd
Proportie bewoners
waarbij dagelijks
vrijheidsbeperkende
maatregelen wordt
toegepast
De relatieve
verminderingen van
vrijheidsbeperking
in huizen met
STAR doelen
bedroeg 11.9% (tov
6.5% in andere
instellingen); de
absolute
vermindering van
maatregelen was
0.8%)