Post on 10-Aug-2015
Uitmijnen in de praktijk:
Resultaten Roeghoorn
Debby van Rotterdam, Romke Postma
Nutriënten Management Instituut B.V.
Postbus 250, 6700 AG Wageningen
T: 088 8761280
E: nmi@nmi-agro.nl
I: www.nmi-agro.nl
Smeenge
• Veel landbouwgronden zijn/worden omgevormd naar natuur
• Voedselrijke en droge uitgangssituatie ongewenst
• Hoge fosfaattoestand groter knelpunt dan stikstof- en kali-toestand
• P-beschikbaarheid wordt verhoogd door vernatting
Natuurontwikkeling op voormalige
landbouwgronden
P-toestand bodem
Hydrolo-gie
Zaadbank
Archeolo-gischewaarde
Bodem en aardkundige waarde
Afgraven bovengrond (20-100 cm)
VOORDELEN• Snelle verwijdering
nutriënten
• Maaiveld verlaagd
voor vernatting
• Potentieel snelle
manier om natuurdoel
te bereiken
NADELEN• Kostbaar
• Verstoring aardkundige
waarden
• Verstoring bodemkundige
waarden
• Verwijdering zaadbank
• gronddepots onwenselijk in
natuurgebieden
• Zonde van opgebouwde P-
reserves in de bodem
WANNEER ZINVOL
• Bij zeer hoge P-toestand (agrarische bestemming grond?)
• Bij gesloten grondbalans in gebied
Verschralen (maaien en afvoeren)
VOORDELEN• Goedkoop
• Geen verstoring bodemkundige-
en aardkundige waarden
• Zaadbank blijft intact
NADELEN• Duurt erg lang als P
niet erg laag is
• Iemand moet het
beheer uitvoeren
WANNEER ZINVOL
• Overgangsbeheer wanneer P-toestand al laag is
• Als tijd geen rol speelt
Maximalisatie opbrengst door bemesting met N en K waardoor
ook versnelde P-onttrekking tov verschralen
HOE
• Bemesting met N, K, … en eventueel bekalking
• Geen P-toediening, dus geen dierlijke mest/beweiding
• Gewassen oogsten en afvoeren van het veld
Alternatief: uitmijnen
Uitmijnen (bemesten, maaien, afvoeren)
VOORDELEN• Goedkoper dan afgraven
• Nuttig gebruik P voorraad bodem:
gewas naar lokale boer
• Geen verstoring bodemkundige-
en aardkundige waarden
• Zaadbank blijft intact
NADELEN• Inrichtingskosten en
inspanning over
meerdere jaren
• Alleen zinvol onder
bepaalde (?)
omstandigheden
WANNEER ZINVOL
• Als inrichtingsmaatregel bij een intermediaire (?) P-toestand
• Goede afspraken en samenwerking (?) tussen lokale overheid, natuurbeheerder en lokale boer
Samenwerkingsproject
Start onderzoek
ONDERZOEKSDOELEN
• Nagaan hoe uitmijning kan bijdragen aan realiseren van
randvoorwaarden van de bodem voor natuur?
• Vormgeving praktijk; samenwerking tussen overheden, terrein-
beheerders en agrarisch ondernemers
• Meer bekendheid geven aan uitmijning
• Draagvlak in beleid vergroten
Smeenge
5
4
6
1
23
Onderzoek tussen 2010 - 2014
Locatie proef
Norg
Roden Eelde
Roeghoorn
• Her-meanderen beek in beekdal
• Doelstelling natuur:
• Vochtige en natte schraallanden
• Bloemrijke hooilanden
Onderzoekslocatie
B.
Uit-
mijnen
A.
Ver-
schral
en
• Uitgangspunt droge locaties 3 en natte locaties 2 sneden
• Bij uitmijnen N- K bemesting met kunstmest:
1e snede 120 kg N (KAS) + 180 kg K2O ha( kornkali)
2e snede 100 kg N + 100 kg K2O (kali 60)
3e snede 80 kg N + 100 kg K2O (kali 60) Alleen droge
locaties
• Streven naar 3000-3500 kg drogestof per snede
• Gewenst: gewas van voederkwaliteit
Uitvoering proef:
Resultaten
• Locaties 1, 2 en 3 zijn relatief droog
• Locatie 6 is relatief nat en 4 en 5 zijn intermediair
Vochttoestand
-90
-80
-70
-60
-50
-40
-30
-20
-10
0
10
0 2 4 6 8 10 12
Gro
nd
wat
erst
and
(cm
-mv)
Maanden
Gem. grondwaterstand 2011 - 2014
Locatie 1
Locatie 2
Locatie 3
Locatie 4
Locatie 5
Locatie 6
Drogestofopbrengst gem. 2,1
keer hoger
Verschil neemt af gedurende exp.
Effect uitmijnen op drogestofopbrengst
2.02.9
1.5
2.7
2.1
1.6
0
2
4
6
8
10
12
14
1 2 3 4 5 6
Ge
m. d
roge
sto
fop
bre
ngs
t 2
01
0 -
20
14
(to
n d
s/h
a)
Locatie
verschalen
uitmijnen
y = -0,18x + 357,65R² = 0,78
0
1
2
3
2010 2011 2012 2013 2014
Ver
ho
ud
ing
uit
mijn
en /
ve
rsch
rale
n
Drogestofopbrengst gem. 2,0 keer
hoger
Verschil neemt af gedurende exp.
Locatie 3 P onttrekking lager
Effect uitmijnen op P-opname gewas
1.8 2.5
0.8
2.3 1.9 1.3
0
20
40
60
80
1 2 3 4 5 6
Ge
m. P
-op
nam
e 2
01
0 -
20
14
(kg
P2
O5
/ha)
Locatie
verschalenuitmijnen
y = -0,25x + 495,94R² = 0,88
0
1
2
3
2010 2011 2012 2013 2014
Ver
ho
ud
ing
uit
mijn
en /
ve
rsch
rale
n
• Kwaliteit gras bij uitmijning duidelijk hoger dan bij
verschraling (VEM: 700 – 830 en Ruw eiwit: 130 – 190)
• Te laag voor melkvee maar
• Bruikbaar voor droogstaande koeien en jongvee
Voederwaarde kwaliteit
P-toestand bodem
• Grote variatie tussen
locaties
• Maar óók tussen
behandelingen
• Veengrond heeft heel
hoge P-ox
Uitgangstoestand bodem (0-10 cm-mv)
0
5
10
15
20
25
1 2 3 4 5 6
P-A
L (m
g P
2O
5/1
00
g)
Locatie nr
Verschralen
Uitmijnen
0
10
20
30
40
50
60
1 2 3 4 5 6
P-o
x (m
mo
l P/k
g)
• Locatie 3 en 6 zijn
voorafgaand aan proef
afgegraven (20 cm)
• Drogere locaties (1 t/m 4) P-AL neemt AF met de diepte
• Nattere locaties (5 en 6) P-AL neemt TOE met de diepte
Uitgangstoestand bodem (0-50 cm-mv)
0
5
10
15
20
25
30
P-A
L (m
g P
2O
5/1
00
g)
Verandering P-AL 2010-2014
0
50
100
150
200
P-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 2
0
100
200
300
P-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 3
0
20
40
60
P-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 4
0
20
40
60
80
100
P-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 6
Verandering P-AL tov P-onttrekking
0
100
200
300
400
500
P-o
ntt
rekk
ing,
P-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 2
0
100
200
300
P-o
ntt
rekk
ing,
P-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 3
0
100
200
300
400
P-o
ntt
rekk
ing,
P-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 4
0
100
200
300
400
P-o
ntt
rekk
ing
P-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 6
Verandering P-AL & P-ox tov P-
onttrekking
0
500
1000
1500
P-o
ntt
rekk
ing,
P-o
x, P
-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 2
0
200
400
600
800
1000
P-o
ntt
rekk
ing,
P-o
x, P
-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 3
0
500
1000
1500
2000
P-o
ntt
rekk
ing,
P-o
x, P
-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 4
0
200
400
600
800
P-o
ntt
rekk
ing,
P-o
x, P
-A
L (k
g P
2O
5/h
a)
Locatie 6
• Plant beschikbaar P (P-AL) wordt sterk gebufferd vanuit:
• Totaal beschikbaar P
• P in diepere bodemlagen
• M.n. bij hogere P-AL is afname sterker bij uitmijnen dan
verschralen
• Bij P-AL 3 - 5 mg P2O5/100g is P limiterend voor gras tenzij aanvoer
uit diepere bodemlagen
• Sterke variatie in P-ox tussen de jaren – geen duidelijke
conclusies mogelijk.
• P-tot is gemiddeld 1,7 x P-ox (range 1,2 – 2,6 x P-ox)
Resultaten bodemonderzoek
N- en K-bemesting
gemiddeld gelijk aan
onttrekking, tenzij P-
limiterend is.
Bemesting
16 -13
142
-27 -12 -33
-400
0
400
800
1 2 3 4 5 6
N-b
alan
s (k
g N
/ha)
Locatie
N-balans 2010
2011
2012
2013
9 -34
206
-3 51-93
-500
0
500
1000
1 2 3 4 5 6
K-b
alan
s (k
g K
/ha)
K-balans 2010201120122013
N- bemesting: 220 /
300 kg N/ha
K-bemesting 280 /
380 kg K2O/ha
Uitmijnen versus verschralen
• Drogestofopbrengst 2 x zo hoog
• P-onttrekking 2 x zo hoog
• Gedurende de tijd neemt het verschil tussen
uitmijnen en verschralen (licht) af
Uitmijnen werkt alleen wanneer P in de bodem niet limiterend is voor gewasgroei
Conclusies (1)
Daling P-toestand bodem is afhankelijk van:
• Totale hoeveelheid P in de bodem
• Bij hoge P-totaal sterke buffering van beschikbaar P
• Hoeveelheid beschikbaar P
• Bij relatief hoge P-beschikbaar sterkere daling
• Daling sterker bij uitmijnen dan bij verschralen.
• Hoeveelheid P in de diepere bodemlagen
• Waterhuishouding: Redox omstandigheden
Conclusies (2)
Afgraven:
• P-toestand bodem zeer hoog en uitmijnen te lang zou duren
• gesloten grondbalans binnen terrein, slimme herinrichting
Uitmijnen:
• P-toestand hoog is maar binnen redelijke termijn kan worden
verlaagd
• Fosfaat blijft in kringloop! Maaisel wordt benut als veevoer
Verschralen:
• P-toestand in gehele bodemprofiel bijna limiterend is voor
gewasgroei
• Overgangsbeheer (na uitmijnen) naar natuur
Implicaties voor maatregelen
Bedankt voor uw
aandacht