Poezie deel 2

Post on 03-Jul-2015

3.751 views 0 download

Transcript of Poezie deel 2

2

MetrumIn taaluitingen zit ritme. Ritme komt tot stand door afwisseling van meer of minder beklemtoonde lettergrepen. Als dat ritme een bepaalde regelmaat heeft, spreekt men van metrum.

Regelmaat kun je aangeven met 'versvoeten'. Versvoeten zet je tussen staande streepjes ( je noemt dit scanderen). Beklemtoonde lettergrepen (sterk) krijgen het teken -en de minder beklemtoonde (zwak) ∪ .

De meest voorkomende soorten metrum zijn:

Jambe ( afwisselend zwak - sterk)∪ -|∪ -|∪ -|∪ -|∪ -|Een nieu|we len|te en| een nieuw|geluid

(Begin van de Mei van Herman Gorter)

http://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/gorter/mei.boek1.html

Trochee (afwisselend sterk -zwak)- ∪|- ∪|- ∪|- ∪|-∪|Constan|tijntje,| 't zaligh | kijntje,

(Eerste regel van Kinder-lyck van Joost van den Vondel)

Dactylus (sterk - zwak - zwak)-∪ ∪|-∪ ∪|-∪ ∪|-∪ ∪|-∪ ∪|Grauw is uw | hemel en | stormig uw | strand (Uit: Holland van Potgieter)

Anapest (zwak - zwak - sterk)∪ ∪ -|∪ ∪ -|∪ ∪ -|∪ ∪ -|∪ ∪ -|Kan het zijn| dat de lier|, die sinds lang| niet meer ruis|te (Eerste regel van het gelijknamige gedicht van Da Costa)

Eén van de belangrijkste fouten die gemaakt worden bij het lezen van gedichten, is het niet doorlezen op de volgende regel. Lezers hebben sterk de neiging een stop te maken aan het eind van een versregel, zeker als er sprake is van eindrijm. Daardoor wordt

een gedicht soms totaal onbegrijpelijk. Als er een rijmwoord aan het eind staat, wil dat nog niet zeggen dat de zin daar ook afgelopen is. Als je bij het rijmwoord aan het eind van een versregel geen pauze moet nemen, maar door moet lezen in de volgende versregel, spreek je vanenjambement.

Enjambement

Dat jij misprijzend hoger zat en alles van mij wist,Vond ik te veel vernedering;Veel erger dan alleen wat machteloze botjes in een kistTe zijn en toch herinnering

Enjambementen worden gebruikt om meer aandacht voor de woorden waarbij het optreedt te vragen, effecten met het ritme te bewerkstelligen en om de spanning op te voeren.

Strofenbouw

Zoals prozateksten zijn ingedeeld in alinea's, zijn poëzieteksten (vaak) ingedeeld in strofes. Het is net zoiets als bij popsongs waar je de liedjes verdeelt in coupletten en refreinen. Zo'n couplet of refrein heeft dan telkens weer hetzelfde aantal regels. In de poëzie hebben ze daar uiteraard namen voor bedacht.

Distichon: een strofe van twee regels

regen beweegt het bladdronkenschap mijn tong

Lucebert

Terzine: een strofe van drie regels

Op Driftwij vissen in dezelfde vijveren jagen in hetzelfde boshengelen naar hetzelfde zilvervisje

de kanjer spartelt, de beer is loswaarom zoveel overijver?laat je toch vangen, liefje, ik mis je

http://www.youtube.com/watch?v=mfb92Q4jzao

Kwatrijn: een strofe van vier regels

De kleine kat

Gistermiddag miste ik jou het meest.Een kleine kat klom door het raam naar binnen,lag lange tijd op mijn bureau te spinnen.Vandaag is ze nog niet geweest.

Natuur

De duivin danst wanneer de doffer buigt en koert. De eend verschikt haar veren voor de felle woerd.Jij rekt je en een strookje gouden vel komt bloot,een donker putje: zelden werd ik zo ontroerd.

Lente (oorspr. Terug naar de natuur)

Geurig gras, een berk en jonge bramen.Paarden die de paringsdaad beramen.Je dijen glijden op het zadel heen en weer,je schudt je haar - mijn hart krimpt samen.

Quintet: een strofe van vijf regels

Er was eens een naaister uit Knokke,

die naaide per dag twintig rokken.

Dat ging niet meer goed,

dus werd ze met spoed

verplaatst naar de afdeling sokken.

Sextet: groepje van zes versregels, vooral bekend als onderdeel van het klassieke sonnet.

Sprookjespaar Z’n schoonvader mag niet op het balkon,En ook haar moeder zal er niet verschijnen.Maar waar de hele kwestie om begon,Drong onvoldoende door tot beider breinen.

Jorge Zorreguieta en de zijnen Hadden destijds Wim Kok, zonder pardon, Als vakbondsman in zee laten verdwijnen,Met beide voeten in een blok beton.

De prins, heel dom, wist met zijn “open bron”-Videla’s leugenbrief in La Nacion-Het reddingswerk van Kok te ondermijnen.

Betreurt het paar, van ganser corazon, ( * Spaans voor “hart”)Die 20.000 dode ArgentijnenO monarchisten! O republikeinen.!

Jan Kal

Septet: een strofe van zeven regels

Braamstruik

Vlinders en bijen wijlen bij de roze bloemen.De groene en paarse bramen zijn alleengelaten.Zijn zij zichzelf genoeg? Missen zij niet het diepe zoemenwaarmee de bijen tot de bloesems praten?En ’t sprakeloze, wankle evenwichtwaarmee de vlinders op haar blind gezichtzich even nederlaten?

M. Vasalis

Octaaf: groepje van acht versregels, vooral bekend als onderdeel van het klassieke sonnet.

De olifant

Hij stapt behoedzaam en ziet grijs van zorgen dat hij geen muis of mier of mens vertrapt. De rafelige oren vaal gelapt, een slurf hangt uit, het slimme oog verborgen.

Als zak van Sinterklaas zou hij voldoen, met in het rommelige vel cadeaus zoals entreekaartjes voor circusshows, veel pinda’s, boekensteunen, een klaroen.

Ik weet waarom ik hem zo mild benader. Hij draagt me naar mijn jeugd terug toen vader bij ’t olifantenperk dit vers begon:

Nu zal ik u iets wondermoois verhalen: Heer olifant gaat aan het koffiemalen. Hij deed het nooit, maar ‘k wist dat hij het kon.

Patty Scholten (1946)

Verschil Traditioneel en modern gedicht

Traditioneel gedicht 1. Strofen van gelijke omvang, in ieder geval regelmatige 2. Ongeveer even lange versregels, in ieder geval regelmaat 3. Eindrijm volgens een bepaald rijmschema 4. Normaal gebruik van leestekens

Modern gedicht 1. Opbouw Wisselende Strofelengte2. Wisselende regellengte3. Geen eindrijm(vrije verzen)4. Geen of weinig leestekens

Opdracht 2

Geef aan of je bij onderstaande gedichten te maken hebt met een Traditioneel of modern gedicht.

a.

b.

c.

d.

http://www.pietpaaltjens.nl/gedichten/pruimeboom.html

e.

Als

Alsde slagerzijn vingerverliestin de gehaktmolendan brengt die vingerzijn geld op.

Ja jaslagersdat zijn kooplui.

Jan Arends 1925 - 1974

f.

h. Melkknecht

Hij legt het spantouw om de poten van het beest,zet zich neer op het melkblok, plaatst de emmeronder de uier en omvat de memmen,waarna de eerste melkstraal op de bodem sjeest.

Toegevend herkauwt ogendicht het beest.Vliegen verslinden onderwijl zijn huid.Met 'n luie staartzwaai is het al weer uit.Naast melk en huid heeft hij geduld het meest.

En in de emmer rijst het zachte feestvan zingend schuim op witte overvloed.Het is vandaag weer goed en veel geweest.Hij geeft zich prijs zoals een dichter doet.

Gerrit Achterberg. 1905 - 1962

Jonge Sla

Alles kan ik verdragen, het verdorren van bonen, stervende bloemen, het hoekje aardappelen, kan ik met droge ogen zien rooien, daar ben ik werkelijk hard in. Maar jonge sla in september, net geplant, slap nog, in vochtige bedjes, nee.

Rutger Kopland

i.

j.

k.

l.

m.

n. Aan Rika

Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waartGezeten in een sneltrein, die de treinWaar ik mee reed, passeerde in volle vaart.De kennismaking kon niet korter zijn.

En toch, zij duurde lang genoeg om mij,Het eindloos levenspad met fletse lachTe doen vervolgen. Ach! geen enkel blijGlimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.

Waarom hebt gij van dat blonde haar,Daar de englen aan te kennen zijn? En dan,Waarom blauwe ogen, wonderdiep en klaar?Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan!

En waarom mij dan zo voorbijgesneld,En niet, als 't weerlicht, 't rijtuig opgerukt,En om mijn hals uw armen vastgekneld,En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?

Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp?Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,Dan, onder hels geratel en gestamp,Met u verplet te worden door één trein?

Piet Paaltjens

http://www.dichtvorm.nl/flaatjes/main.htm