Post on 08-Jun-2015
Plichtenleer van de Accountant en van de Belastingconsulent
Jos DE BLAYAccountant en Belastingconsulent
Secretaris Penningmeester IAB (2010-2013)
OPDRACHT VAN HET INSTITUUT
Artikel 3 WBFB
•Toezien op de opleiding
•Permanente organisatie van een korps specialisten
•Die bekwaam zijn om de functies van Accountant en Belastingconsulent uit te oefenen
•Organisatie controleren en bijsturen
• Noodzakelijke waarborgen qua bekwaamheid, onafhankelijkheid en professionele rechtschapenheid
• Toezien op de behoorlijke uitvoering van de opdrachten
OPDRACHT VAN HET INSTITUUT
STRUCTUUR VAN HET INSTITUUT
HET INSTITUUT
• Algemene Vergadering• Raad• Uitvoerend Comité• Departementen en Commissies• Tuchtcommissie• Commissie van beroep• Externe organisaties
ALGEMENE VERGADERING
• Alle leden: natuurlijke personen• Stagiairs: hebben raadgevende stem• AV kiest voorzitter, ondervoorzitter en leden van de
raad• Keurt de jaarrekening en de begroting goed• Geeft kwijting aan de Raad voor het bestuur• Kiest de leden van het Instituut voor de Commissie
van Beroep
• Beraadslaagt over onderwerpen waarvoor ze wettelijke bevoegdheid heeft
• Beslissing: bij meerderheid van de aanwezige en vertegenwoordigde leden
ALGEMENE VERGADERING
RAAD
• Samenstelling: voorzitter, ondervoorzitter 12 leden
• Duur mandaat: 3 jaar• Secretarissen: Nederlandstalig en Franstalig
Eén vervult de functie van penningmeester
• Uitvoerend Comité: dagelijks bestuur: voorzitter,
ondervoorzitter, secretarissen
• De Raad: vertegenwoordigt het Instituutstaat in voor de werking alle bestuurs- en beschikkingsbevoegdheden
RAAD
DE STAGECOMMISSIE• Stagecommissie:
– Organiseert het toelatingsexamen– Stageovereenkomsten onderzoeken en goedkeuren– Onderzoek van aanvragen tot inkorting stageduur– Toezicht houden op het goed verloop van de stage– Praktijkoefeneningen organiseren en leiden– Tussentijdse proeven organiseren– Organiseert het bekwaamheidsexamen– In individuele gevallen de schrapping voorstellen om andere dan tuchtrechtelijke
redenen– Bemiddelend optreden tussen stagemeester en stagiair– Comité van de stagiairs:
• 3 N en 3 F stagiairs• kan aan de stagecommissie voorstellen en aanbevelingen richten
….
OVERIGE COMMISSIES
• Tuchtcommissie• Commissie van beroep• Commissie van begeleiding en toezicht:
– Nazicht van de verslagen opgesteld n.a.v. bijzondere mandaten toegekend aan de externe accountants
o Omzetting van vennootschappen, fusie, splitsing van vennootschappen, ontbinding van vennootschappen, …
– Begeleiding en toezicht in specifieke gevallen• Consultatieve commissie van beroepsverenigingen• Commissie interne accountants• Commissie belastingconsulenten• Arbitragecommissie: taak: oplossing geschillen tussen leden en hun cliënten
– Voordelen: snel, procedure is kostenloos, discretie en vertrouwelijkheid• Verzoeningscommissie: taak: oplossing geschillen tussen confraters
De plichtenleer van de accountant en de belastingconsulent: wetgeving
• KB 2/3/1989 huishoudelijk reglement van het IDAC• KB 1/3/1998 reglement PLICHTENLEER der accountants• Wet 22/4/1999 betr. boekh.&fisc.beroepen, intussen gewijzigd door een KB van
19.11.2009 tot wijziging wat de erkenning van sommige beroepskwalificaties betreft en door de wet van 18.01.2010 betreffende de uitoefening van een vrij en gereglementeerd cijferberoep door een rechtspersoon.
• Wet 22/4/1999 betr. beroepstucht voor ACC & BC• KB 4/5/1999 betreffende het IAB, recent gewijzigd door het KB van 16/10/2009• KB 8/4/2003 betr.toelatingsexamen, de stage en het bekwaamheidsexamen van ACC en/of
BC• Aandacht voor: B.W., Sw., antiwitwaswetgeving + de strafbepalingen in de fiscale
wetboeken
De plichtenleer van de accountant en de belastingconsulent:andere bronnen
• De publicaties van het Instituut (normen, aanbevelingen, …:– IAB-info– Accountancy & Tax– Vademecum van de accountant en de belastingconsulent, uitgave
2004 en recentere uitgave 2008 (delen I en II)• Andere publicaties en jurisprudentie (tuchtcommissie, commissie van
beroep, Hof van Cassatie, …)
Hoofdstuk I: Algemene bepalingen (KB 1 maart 1998 – art. 1-4)
Regelgeving
• Artikel 2– wettelijke en reglementaire bepalingen naleven– gebruikelijke controlenormen toepassen– rekening houden met de aanbevelingen
• Handelingen vermijden in strijd met de waardigheid, de rechtschapenheid of de kiesheid (art. 3)
• Mededeling van informatie: ingaan op elk verzoek om informatie vanwege het Instituut (art. 4)
Gevolgen:• Verplichting tot betalen van het lidgeld• Informatie aanvragen – beantwoorden
– telefonisch antwoorden volstaat niet;• Spontane meldingen:
• wijziging van hoedanigheid (bvb. Intern lid -> extern lid)• wijziging adres• melding van gerechtelijke, tucht- of bestuursrechtelijke procedures• melding van samenwerkingsverband• KB 16/10/2009 tot wijziging van het KB van 4/5/1999: alle info meedelen m.b.t.
erkende professionele vennootschappen. Alle info=info over aandeelhouders, houders van stemrechten, bestuur van de professionele en interprofessionele vennootschappen.
Hoofdstuk I: Algemene bepalingen (KB 1 maart 1998 – art. 1-4)
Hoofdstuk II: Tuchtprocedure
Regelgeving
• Medewerking aan het onderzoek (art. 5 KB 01.03.1998)• Gemotiveerd resultaat wordt meegedeeld aan de klager (art. 6 KB)• De Raad kan worden gehoord (art. 7 KB)• Aanvullend verslag ter verduidelijking kan aan de Raad worden gevraagd (art. 7
KB)• Bij elke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan en die een schorsing >
één maand bevat: plicht om deze ter kennis te brengen van ondernemingen (klanten,…)
Tuchtstraffen: kunnen opgelegd worden aan accountants en belastingconsulenten (art. 4 Wet betreffende de
beroepstucht):• die tekortgekomen zijn aan hun beroepsverplichtingen in de uitoefening vd opdrachten• die de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid hebben geschonden• die de rechten van de Schatkist manifest schaden of misbruik maken van de procedures
bij de uitoefening van de functie van belastingconsulent (= art. 38 wet boekhoudk. en fisc.beroepen). Vb.: zie memorie van toelichting bij de Wet beroepstucht)
Wie kan een klacht indienen ?• de procureur-generaals bij het Hof van Beroep• de minister van financiën• elke belanghebbende• Hoge Raad voor de economische beroepen, zelfs rechtstreeks bij de Tuchtcommissie• ambsthalve verwijzing door de Raad
Hoofdstuk II: Tuchtprocedure
Tuchtorganen
Eerste aanleg: TuchtcommissieBeroep: Commissie van BeroepVoorziening in Cassatie: Hof van Cassatie
Mogelijke Sancties (art. 5 Wet beroepstucht)
a) Waarschuwingb) Berispingc) Verbod om bepaalde activiteiten nog te aanvaarden of verder te zettend) Schorsing van ten hoogste 1 jaare) Schrapping
Verder zijn er de mogelijke administratieve sancties in uitvoering van de preventieve witwaswet (artikel 40, Wet van 18 januari 2010). Zie infra.
Hoofdstuk II: Tuchtprocedure
De Procedure• Inleiding: – vooronderzoek
- voorlegging aan de Raad - beslissing van de Raad tot het al dan niet doorverwijzen naar de Tuchtcommissie
• Oproeping: - uitnodiging - recht op inzage
- schriftelijk of mondeling verweer - zitting is in principe openbaar, tenzij
» Het lid een zitting vraagt met gesloten deuren» Of de openbare procedure gevaar oplevert voor openbare orde, goede zeden, nationale
veiligheid, enz…- beslissing
• Mogelijk beroep: – tegen beslissing tuchtcommissie: binnen de maand, – tegen beslissing commissie van beroep: binnen de 3 maand (bij Hof van Cassatie)
• Uitwissing en eerherstel: – Voor straffen < schorsing: automatische uitwissing na 5 jaar– Andere gevallen: aanvraag kan worden ingediend na 5 jaar…
Hoofdstuk II: Tuchtprocedure
Hoofdstuk III: Onafhankelijkheid
Regelgeving• Art. 9 KB:
– het lid moet afzien van uitvoering van opdracht(en) indien zijn onpartijdigheid kan aangetast worden
– externe leden: waken over onafhankelijkheid van de medewerkers, en personen waarop men een beroep doet
• Onafhankelijkheid geldt ook voor de interne accountant en / of interne belastingconsulent:
– i.g.v. onverenigbaarheid tussen instructies werkgever en deontologische regels:• Eerst oplossing nastreven met werkgever• Indien geen oplossing wordt gevonden: probleem voorleggen aan Voorzitter van
het Instituut.
• Art. 10 KB: externe accountants: geen monopolieopdrachten aanvaarden in familieverbonden ondernemingen (echtgenoot of familie 2e graad)
• Art. 11 KB: externe leden: geen opdracht aanvaarden of verderzetten indien belangenconflict dreigt
Hoofdstuk III: Onafhankelijkheid
• Externe accountants ook nog: – in elk attest of verslag betreffende monopolieopdracht vermelden of andere prestaties geleverd
werden voor de periode waarop het verslag betrekking heeft (art. 12 KB)
– geen controleopdrachten over de jaarrekening bij uitoefening van sommige taken (functie bestuurder /zv, of verantwoordelijkheid leiding boekhouddienst) binnen de 2 jaar voorafgaand (art. 13 §1 KB).
– de externe accountant die een controleverslag (bijzondere opdracht W. Venn.) opstelt: mag niet de gewoonlijke raadgever zijn van de vennootschap waarvoor het verslag moet worden opgesteld (cfr. Normen)
– in geval men belast is met de controle op de jaarrekening (of andere boekhoudkundige bescheiden): geen functie of mandaat aanvaarden waardoor hij zich zou inlaten met het beheer of vertegenwoordiging (art. 13 §2 KB), met uitz. van vertegenwoordiging in fiscale zaken
Hoofdstuk III: Onafhankelijkheid
• Externe leden: – activiteit niet zodanig beperken dat beroepsinkomsten uitsluitend afhankelijk
zijn of van een zeer beperkt aantal onderscheiden opdrachten of functies, of van opdrachten afhankelijk van één belangengroep of gezag (art. 14 KB)
– geen samenloop van opdrachten die de onafhankelijkheid in het gedrang kunnen brengen (art. 15 KB)
– 2010: soepeler regels inzake aandeelhouderschap en bestuur van door het IAB erkende prof. en interprof. vennootschappen.
• Ook leden IBR en BIBF en derden kunnen vanaf 2010 onder door de wet bepaalde vw. toetreden tot deze vennootschappen.
• Dit mag evenwel de onafhankelijkheid niet in het gedrang brengen.
Hoofdstuk III: Onafhankelijkheid
Artikel 31, WBFB
• Externe accountants en belastingconsulenten– mogen zonder voorafgaande toelating Instituut geen commercieel bedrijf of
taak als ZV/bestuurder uitoefenen in handelsvennootschappen, tenzij• onder houders zelfde hoedanigheid (prof. vennootschappen en prof.
middelenvennootschappen)
• of ze er door de rechtbank ermee werden belast
• Quid “mandaat Vaste vertegenwoordiger”: Het verbod van art. 31 WBFB is ook van toepassing op het mandaat van vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon die tot zaakvoerder/bestuurder wordt benoemd in een handelsvennootschap. Beslissing Raad 2011.
• Let wel andere uitzonderingen op volgende slide
Gevolgen voor de externe accountants en de externe belastingconsulenten:• geen commerciële activiteit• geen bestuursmandaat in een commerciële of burgerlijke vennootschap met
winstoogmerk– Raad kan afwijking toestaan
• bvb. in familiale vennootschap, i.g.v. overlijden • of voor een familiale patrimoniumvennootschap• Nieuw sedert 2008: afwijking kan voor mandaat van onafhankelijk /extern
ZV/bestuurder, mits het respecteren van bepaalde vw. En aanvraag vooraf: – onafhankelijkheid niet in het gedrang, geen stemrechten cfr. art. 11 W. Venn, geen familiale
band tot 2e graad – geen bestuursmandaat in 2 jaar vooraf – bekwaamheid – verzekering – aantal niet meer beperkt, voor zover alle vw. vervuld blijven
Artikel 31, WBFB
• In erkende interprofessionele vennootschappen: in principe toegestaan.
• zetel van vennootschap – cliënt op adres accountant of belastingconsulent: ja maar, opgelet!
• verplichte erkenning van professionele vennootschappen van beroepsbeoefenaars
• let op voor belangenconflicten, bij dergelijk conflict: – Verbod opdracht verder te zetten– Verplichting cliënt ervan op de hoogte te brengen
• de interne accountant / belastingconsulent en de onafhankelijkheid
Artikel 31, WBFB
Hoofdstuk IV: Uitvoering van de opdrachten
Regelgeving (art. 16-19)
• Elke opdracht gewetensvol en met vereiste zorg uitvoeren
• Externe accountant / belastingconsulent moet zijn burgerlijke beroepsaansprakelijkheid verzekeren
• Werkdocumenten dienen vijf jaar bewaard te worden
• Externe accountants: bij uitvoering van monopolieopdrachten: enkel bijstand van confraters, stagiairs of vaste medewerkers– daarnaast binnen bepaalde grenzen bepaald door de gebruikelijke
controlenormen kan men een beroep doen op
• persoon uit het buitenland met dezelfde hoedanigheid
• onafhankelijke deskundigen, indien vereist voor het onderzoek
• onderzoeken gevoerd door het personeel van de gecontroleerde vennootschap
Hoofdstuk IV: Uitvoering van de opdrachten
Externe accountants: • Elke verklaring, certificering of verslag over boekhoudkundige staten moet ondertekend
zijn door de natuurlijk persoon, die in voorkomend geval optreedt als vertegenw. van een vennootschap van accountants (art. 18)
• Herhaling: de externe accountant die een bijzonder controleverslag (bijzondere opdracht W. Venn.) opstelt mag niet de gewoonlijke raadgever zijn van de vennootschap waarvoor het verslag moet worden opgesteld
Interne accountants en belastingconsulenten:• Uitoefening van het beroep in het kader van een arbeidsovereenkomst: de interne leden
moeten persoonlijk de regels van de plichtenleer naleven• De externe accountant die een andere accountant of belastingconsulent tewerkstelt moet
deze de mogelijkheid bieden om de regels van de plichtenleer na te levenNoot: nieuw model van opdrachtbrief op de website van het Instituut!
Hoofdstuk IV: Uitvoering van de opdrachten
Voordelen van het gebruik van opdrachtbrieven: • Rechten en plichten partijen wederzijds duidelijk afgelijnd
– Soms van cruciaal belang bij burgerrechtelijke geschillen
• Sedert 2010 is contractuele beperking van de aansprakelijkheid mogelijk– Let op: geen contract/opdrachtbrief: de beroepsbeoefenaar (NP of RP) blijft aansprakelijk zonder
limiet (met uitzondering van de monopolieopdrachten – wettelijke limiet van 3 mio euro). Wel contract maar zonder aansprakelijkheidsbeperking: idem.
• Duur opdracht kan worden vastgelegd• Vaststellen van de Opzegformaliteiten
– Bv. Opzegtermijn van 3 maanden, of meer: redelijk blijven. – Indien termijn niet gerespecteerd kan cliënt kiezen voor een verbrekingsvergoeding, van bv. 25 %. – Cliënt failliet of in kennelijk onvermogen, laattijdige betaling: men kan “onmiddellijk” een einde
stellen aan de overeenkomst– Bij reclame van confrater zal de cliënt eerst de tijd krijgen om te overwegen of een overstap wel
de voordelen biedt die men hem voorstelt
Hoofdstuk IV: Uitvoering van de opdrachten
Voordelen van het gebruik van opdrachtbrieven: • Mogelijke opschorting van de prestaties als cliënt niet betaalt• Mogelijkheid om een “verbod op afwerving van personeel” te voorzien, met
schadebeding bij overtreding• Betalingsvoorwaarden vaststellen• Bij laattijdige betaling wet op de bestrijding van de betalingsachterstand van
toepassing verklaren• + eventueel forfaitair schadebeding voorzien• Toepasselijk recht• Mogelijk verwijzen naar Arbitragecommissie IAB• …
Hoofdstuk IV: Uitvoering van de opdrachten
Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid
• Externe leden: – verplichte verzekering burgerlijke beroepsaansprakelijkheid: – Basis: art. 16 KB 1/3/98 en art. 33 WBFB
• Vóór 27/3/2010: – Exoneratieverbod: externe leden + zelfstandige stagiairs (hoofd- of bijberoep)
• Vanaf 27/3/2010: door de wet van 18/01/2010 betreffende de uitoefening van een vrij en gereglementeerd cijferberoep door een rechtspersoon:
– Exoneratieverbod afgeschaft = wijziging art. 33 WBFB• Wetswijziging: aansprakelijk volgens gemeen recht• Nu is het toegestaan om de beroepsaansprakelijkheid contractueel te
beperken– Inwerkingtreding: 27 maart 2010
Gevolgen
1) Individuele of collectieve polis onderschrijven– Wie is verzekerd in de polis voorgesteld door het IAB
• na toetreding: de natuurlijke personen, de erkende vennootschappen, de zelfstandige stagiairs, in principe de zelfstandige medewerkers leden BIBF en IBR. Nieuwe polisvoorwaarden nog in bespreking.
– Voorwerp van de verzekering• contractuele en extra-contractuele aansprakelijkheid voor
– Lichamelijke schade– Materiële of immateriële schade of nadeel aan derden (incl. klanten) in de uitoefening van het beroep, hetzij voor eigen
daad, hetzij voor daad van medewerkers, stagiairs, …• extra-contractuele aansprakelijkheid tijdens of t.g.v. uitoefening beroep
– Uitgesloten elementen: • schade uit activiteit vreemd aan het beroep• schadegevallen wanneer men is opgetreden als zaakvoerder, sterkmaker, curator, vereffenaar, …• opzettelijke daad of zware fout• schade uit betwisting van erelonen• gerechtelijke, disciplinaire of transactionele boeten
Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid
Toezicht
Gevolgen:
2) Toezicht op de uitvoering van de opdrachten (art. 28 WBFB)• Externe accountants:
– kopie van de openbaar te maken bijzondere controleverslagen (W. Venn.) overmaken aan het IAB
» Binnen de 15 d. na opstellen van verslag i.g.v. verslag bij vereffening
» binnen de 15 d. na neerlegging ter griffie Rb. van Koophandel voor andere verslagen
– verslagen: steeds ondertekend door natuurlijk persoon
– nazicht verslagen door commissie van begeleiding en toezicht
• Alle leden:
– andere nazichten door commissie van begeleiding en toezicht
Burgerlijke beroepsaansprakelijkheidGevolgen:3) De externe accountant en de externe belastingconsulenten zijn nu (vanaf 27 maart 2010)
nog enkel overeenkomstig het gemeen recht aansprakelijk voor de uitoefening van hun professionele opdrachten, dit ongeacht of het beroep al dan niet via een rechtspersoon wordt uitgeoefend.
De beroepsaansprakelijkheid mag nu dus contractueel worden beperkt. Bijgevolg: – Geen opdrachtbrief :
• De facto onbeperkte aansprakelijkheid blijft, met dien verstande dat bij uitoefening langs een vennootschap de aansprakelijkheid beperkt blijft tot het vermogen van de vennootschap
– Wel opdrachtbrief, maar zonder clausule contractuele beperking van aansprakelijkheid: • Onbeperkte aansprakelijkheid blijft (cfr. hierboven)
– Conclusie: wil men zijn contractuele aansprakelijkheid beperken ? • Opdrachtbrief opstellen MET een clausule die de aansprakelijkheid beperkt. • Hoever ?
Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid
Gevolgen: slot• Uitzonderingen op de nieuwe wettelijke regeling, geen beperking van
aansprakelijkheid mogelijk:
– Enkel voor accountants: • Geen beperking tot gemeen recht voor de opdrachten i.v.m. « bijzondere mandaten »
• Voor deze bijzondere mandaten geldt wel een wettelijke beperking van de aansprakelijkheid tot € 3.000.000
– Voor alle externe leden en voor de zelfstandige stagiairs: • Geen beperking aansprakelijkheid in het geval van een fout gepleegd werd met
bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden
• Wettelijke verplichting tot het afsluiten van een door de Raad goedgekeurde verzekeringspolis BLIJFT bestaan.
Hoofdstuk V: Samenwerkingsverbanden
Regelgeving: art. 20 KB 1/3/1998Instituut inlichten over de samenwerkingsverbanden die aangegaan zijn in het kader
van de beroepsuitoefening• Professionele en interprofessionele vennootschappen:
– laten erkennen, – elke statutenwijziging – of verandering in samenstelling bestuursorgaan meedelen
• Jaarlijks geactualiseerde lijst overmaken van ZV/bestuurders en vennoten/aandeelhouders/houders met mededeling van de stemrechten. Cfr. gewijzigd KB van 4/5/1999 betreffende het IAB (gewijzigd door KB van 16/10/2009):
• Middelenvennootschap tussen confraters IAB is mogelijk. – Na KB 16/10/2009 zijn IN PRINCIPE ook interprofessionele
middelenvennootschappen met leden IBR (voorheen ook reeds mogelijk) en/of nu ook met leden BIBF mogelijk. Wel nog toestemming aan te vragen. Deze toestemming wordt naar verluidt steeds verleend.
Hoofdstuk V: Samenwerkingsverbanden
Erkenningsvoorwaarden professionele (en interprofessionele vennootschappen, gewijzigd KB van 4/5/1999:
• Beperking van het doel en het bedrijf tot het verlenen van diensten van ACC en BC en hiermee verenigbare werkzaamheden, met inbegrip van het verstrekken van juridisch advies
• De vennootschap is: (artikel 6, §1, gewijzigd KB 4/5/1999)– een burgerlijke vennootschap opgericht in de vorm van een
handelsvennootschap naar Belgisch recht– of een vennootschap opgericht naar buitenlands recht, die in het buitenland
een hoedanigheid heeft die als gelijkwaardig wordt erkend met die van accountant en/of belastingconsulent
• Professionele vennootschappen: = erkende vennootschap van accountants en/of belastingconsulenten:– Aandeelhouders:
• enkel onder leden van het Instituut (nat.pers. of venn.)• of met personen uit het buitenland die daar een hoedanigheid bezitten door ons land als gelijkwaardig erkend• met bedrijfsrevisoren• met stagiair: onder voorwaarden
– minderheidsparticipatie max. 24,9 %– stagiair: mag enkel activiteiten van boekhouder of belastingconsulent uitoefenen– verbintenis van de stagiair om deel te nemen aan het bekwaamheidsexamen
– Zaakvoerders of bestuurders:• wet: meerderheid lid van het Instituut. Geen wettelijke regeling voor minderheid. Raad besliste evenwel dat
ALLE leden lid vh IAB moeten zijn. • Raad: alle leden lid van het Instituut of gelijkaardige hoedanigheid in het buitenland.• rechtspersoon ZV/bestuurder: mag, maar dan ook enkel een erkende prof.venn.
DEZE REGELING IS INGRIJPEND GEWIJZIGD INGEVOLGE HET KB van 16/10/2009 tot wijziging van het KB van 4/5/1999 betreffende het IAB !
Hoofdstuk V: SamenwerkingsverbandenTer info: REGELING TOT EINDE 2009
• Aandelen: op naam (ook voor NV en Com.VA)• Aandelen/stemrechten:
– Meerderheid der stemrechten aangehouden door leden IAB (nat.pers. of venn.)
– Minderheid der stemrechten: personen met gelijkwaardige hoedanigheid in het buitenland, leden IBR, leden BIBF, echtgeno(o)t(e), partner, kinderen, derden
– Geen persoon of belangengroepering mag aandelen of stemrechten bezitten, waardoor de uitoefening van het beroep of de onafhankelijkheid in het gedrang wordt gebracht
Hoofdstuk V: SamenwerkingsverbandenNIEUWE REGELS VANAF 2010
• Bestuursorgaan: – Meerderheid zaakvoerders/bestuurders:
• externe leden IAB, natuurlijke personen• of vennootschappen leden van het IAB :de vennootschap moet in casu
vertegenwoordigd worden door een NP die accountant of belastingconsulent is; – Minderheid: anderen, ook stagiairs– Bijzonder geval: wat indien er slechts 2 zaakvoerders/bestuurders zijn ?
• 1 moet de hoedanigheid bezitten van accountant of belastingconsulent (lid IAB)• de andere mag zijn:
– ofwel een NP of RP zijn met gelijkwaardige hoedanigheid in het buitenland– ofwel een lid IBR, of een wettelijke auditor of auditkantoor– ofwel een lid BIBF
Hoofdstuk V: Samenwerkingsverbanden:nieuwe regeling vanaf 2010
• Hoedanigheid van aandeelhouders, houders stemrechten, leden bestuursorgaan: – Vennootschap aandeelhouder? Niet failliet verklaard– Niet beroofd zijn van politieke en burgerlijke rechten– Mogen de uitvoering van de beroepswerkzaamheden of de
onafhankelijkheid niet in het gedrang brengen
Hoofdstuk V: Samenwerkingsverbanden:nieuwe regeling vanaf 2010
• Erkende professionele vennootschappen: toegelaten deelnemingen in het bezit van professionele vennootschappen:
• uitsluitend « deelnemingen » (cfr. art. 13 W. Venn) in– andere professionele/interprofessionele vennootschappen erkend door het IAB– professionele vennootschappen in het buitenland erkend als gelijkwaardig met
accountant en/of belastingconsulent– auditkantoren (IBR, enz…)– door het BIBF erkende vennootschappen (of in het buitenland als gelijkwaardig
erkend)– middelenvennootschap ????
» Deelneming mag indien onder leden van het Instituut., » of interprofessionele middelenvennootschappen samen met leden IBR of
BIBF + onder familieleden 2e graad, of buitenlandse personen met equivalente titel, … (cf. beslissing 2011)
Hoofdstuk V: Samenwerkingsverbanden
• Modelstatuten ter beschikking bij het IAB • Informatieplicht t.a.v. het IAB:
– Bij aanvraag te voegen: kopie (ontwerp)statuten + aandelenregister + verzekeringsaanvraag of –attest + erkenningsformulier
– Jaarlijks geactualiseerde lijst aandeelhouders, stemrechten, bestuurders
• Vennootschappen met dubbele hoedanigheid (ACC/BC): minstens één extern accountant en minstens één extern belastingconsulent (of 1 lid met dubbele hoedanigheid) moet deel uitmaken van de vennootschap.
Hoofdstuk V: Samenwerkingsverbanden
Hoofdstuk VI: Betrekkingen met confraters
Regelgeving (art. 22 KB e.v. 01,03,1998)
• Wederzijdse hulp en hoffelijkheid verplicht• Procedure bij aanvaarding opdracht naleven• Geschillen tussen confraters: kunnen geregeld worden door de
verzoeningscommissie• Vóór aanvaarding opdracht of mandaat:
– nagaan of een andere externe accountant belast werd met een opdracht bij dezelfde onderneming
• Middelenvennootschap:– Doel: beroepsuitoefening van haar vennoten ondersteunen. – Oefent het beroep niet zelf uit– Professionele middelenvennootschap tussen Accountants of Belastingconsulenten
• moet NIET worden erkend door IAB, • bestuursmandaat in …: toestemming aanvragen
– Interprofessionele middelenvennootschap:• ondersteuning beroepsactiviteit diverse vrije beroepen toegestaan:
– tussen Accountants en Belastingconsulenten– met advocaten (F) Balie te Brussel– met bedrijfsrevisoren– na wijzigend KB van 16/10/2009: ook met leden BIBF
• niet met andere vrije beroepen: er is hiervoor nog geen KB• Ook de interprofessionele middelenvennootschappen moeten worden erkend.. • Ze mogen zeker de onafhankelijkheid niet in het gedrang brengen
Hoofdstuk V: Samenwerkingsverbanden
Gevolgen• Overname van een dossier van een confrater, procedure volgen:
– Overname dossier schriftelijk melden @ confrater– Vragen of erelonen betaald zijn, indien niet: aandringen op betaling– Onverwijld alle documenten, eigendom van cliënt, t.b. stellen van
opvolgende confrater– Eventueel arbitrage bij openstaande erelonen– Zelfde regels bij overname dossier lid IBR of BIBF
• Dagvaarding confrater ?: voorafgaande melding aan de Raad van het Instituut
Hoofdstuk VI: Betrekkingen met confraters
Gevolgen
• verbod tot afwerven cliënteel
• overeenkomsten tussen accountants / belastingconsulenten dienen te goeder trouw nageleefd te worden
• niet-concurrentieclausule tussen stagiair en stagemeester:– Tot 3 jaar na einde stageovereenkomst (art. 22, 2°van het KB van 8
april 2003)
Hoofdstuk VI: Betrekkingen met confraters
Hoofdstuk VII: Betrekkingen met de cliënten
Regelgeving: art. 26 KB
De externe accountant / belastingconsulent is ertoe gehouden alle boeken en bescheiden die toebehoren aan zijn cliënt onverwijld uit handen te geven wanneer deze erom verzocht: geen retentierecht
Contractuele betrekkingen met de cliënt
Vrij beroep: - cliënt heeft vrije keuze- accountant / belastingconsulent kan opdracht al of niet aannemen
Aard van de overeenkomst:- beroepsbeoefenaar zal bepaalde prestaties leveren- cliënt moet alle gegevens verstrekken om opdracht te kunnen uitvoeren
Hoofdstuk VII: Betrekkingen met de cliënten
Aard van de overeenkomst:• Verhuur van diensten of aannemingsovereenkomst:
– uitvoering werk volgens vw. en binnen overeengekomen termijn
– instaan voor risico keuze vervanger, dus contract intuitu personae
– cliënt moet alle gegevens verstrekken om opdracht te kunnen uitvoeren
• Of Lastgeving:
– de lastgever geeft aan een andere persoon (de beroepsbeoefenaar bvb.) de macht om in naam en voor rekening van de lastgever rechtshandelingen te stellen
• Of gemengde overeenkomst
Hoofdstuk VII: Betrekkingen met de cliënten
Retentierecht• algemeen verbod: dus retentieVERBOD• uitzonderingen: ontwerpen
• van jaarrekening, van jaarverslagen, van notulen, van fiscale aangiften
Niet betaling van erelonen• opdracht kan stopgezet worden• gerechtelijke invordering onder voorwaarden
– de accountant of belastingconsulent is van mening dat zijn erelonen volkomen gerechtvaardigd zijn.
– hij heeft de gebruikelijke herinneringsbrieven verstuurd.– hij oefent geen enkel retentierecht uit
• provisie vragen is aanbevolen
Hoofdstuk VII: Betrekkingen met de cliënten
Gebruik van opdrachtbrief met de cliënt: • aanbeveling• model op de website van het IAB• model kan naar wens worden aangepast
NIEUW !Aansprakelijkheid: gemeen rechtDe beroepsaansprakelijkheid kan contractueel wordenbeperkt. Zie onder Hoofdstuk IV.
Hoofdstuk VII: Betrekkingen met de cliënten
Hoofdstuk VIII: Ereloon van de externe accountant/belastingconsulent
Regelgeving (art. 27 tot 29 KB)
• Enkel aanspraak maken op ereloon en vergoeding van de kosten• Ereloon vaststellen in functie van aard, belang, complexiteit, de
omvang en de reikwijdte van de opdracht• Geen commissie- of makelaarslonen of welkdanig voordeel toekennen
of ontvangen
Gevolgen
• Verantwoordelijkheid en kwalificatie kan ereloon bepalen• Geen commissie- en makelaarslonen• Vrije tariefvorming• Verbrekingsvergoeding (toegestaan door KB): bvb. voor cliënten die
vertrekken vordering van administratieve kosten van beheer of organisatie• Diversificatie van opdrachtgevers, zodat onafhankelijkheid niet in het
gedrang komt
Hoofdstuk VIII: Ereloon van de externe accountant/belastingconsulent
Hoofdstuk IX: Publiciteitsverbod
Regelgeving (art. 30-31 KB)• Openbare mededeling van objectieve informatie over kantoor mag
• Ronseling en dienstaanbod zijn verboden
• Geen gewag maken van de naam van cliënten (uitzonderlijk wel met toestemming van de cliënt en van de voorzitter van het Instituut)
Gevolgen
• Geen gewag maken van ambten of mandaten binnen het Instituut of beroepsorganisme
• Ronseling en dienstaanbod blijven verboden
• Objectieve informatie moet rekening houden met de waardigheid van beroep
• Gratis advies of verminderde tarieven als lokmiddel zijn verboden
Hoofdstuk IX: Publiciteitsverbod
• Gedragsregels opgesteld door Instituten beantwoorden aan voormelde principes
• Wettelijk verbod tot gebruik van misleidende reclame
• Vergelijkende reclame is door de wet onderworpen aan stringente voorwaarden, voor vrij beroep « nauwelijks te vergelijken »: dus de facto niet toegestaan
Hoofdstuk IX: Publiciteitsverbod
• Arrest van 5 april 2011 Europees HvJ. over « démarchage » – Quid? Démarchage= actief werven in arrest = ? Ronseling/dienstaanbod in KB 01/03/1998 ? – Ter discussie art. 12,1. van de Gedragscode voor « experts-comptables » in Frankrijk
• « Het is de in art. 1 genoemde personen verboden (les experts-comptables) om op welke manier - ook zonder daartoe strekkend verzoek - derden te benaderen met het oog op het aanbieden van diensten. Het is hun toegestaan om deel te nemen aan symposia, studiedagen of andere universitaire of wetenschappelijke bijeenkomsten voor zover zij daarbij geen met het actief werven van cliënten vergelijkbare handelingen verrichten »;
• Een Franse accountantsvennootschap stelt een beroep tot vernietiging in bij de Franse Raad van State;
• Franse RvS stelt prejudiciële vraag aan HvJ.: is deze bepaling in overeenstemming met Richtlijn 2006/123/EG, de zgn « Dienstenrichtlijn », waarvan het doel is
– het vrije verkeer van diensten bevorderen – de afschaffing van belemmeringen op het vrije verkeer van diensten
Hoofdstuk IX: Publiciteitsverbod
• Arrest van 5 april 2011 Europees HvJ. over « démarchage » – Vraag van Franse Raad van State aan HvJ: Wil de Dienstenrichtlijn ?
• elk algeheel verbod intrekken, ongeacht de vorm van de handelspraktijk
• of hebben de Lidstaten de vrijheid om voor bepaalde handelspraktijken, zoals « het actief werven van cliënten », algemene verbodsbepalingen te handhaven ?
• de vrijheid om = actief werven in arrest = ? Gaat dit over het verbod tot Ronseling/dienstaanbod in KB 01/03/1998 ?
– Wat is démarchage: 4 criteria, volgens het HvJ. :
• = elke vorm van informatieverstrekking
• = Bedoeld om nieuwe cliënten te zoeken
• = « informatieverstrekking » die een gepersonaliseerd contact impliceert tussen de dienstverrichter en de potentiële cliënt
• = Om deze laatste een aanbod van diensten te doen
Hoofdstuk IX: Publiciteitsverbod
• Arrest van 5 april 2011 Europees HvJ. over « démarchage » – TE ONTHOUDEN:
• Dwingende redenen van algemeen belang zijn de enige rechtvaardigingsgronden voor beroepsregels inzake commerciële communicatie van gereglementeerde beroepen, en d.w.z.
– « de bescherming van de onafhankelijkheid, de waardigheid en de integriteit van het gereglementeerd beroep »
– evenals de bescherming van het beroepsgeheim
Hoofdstuk IX: Publiciteitsverbod
• Arrest van 5 april 2011 Europees HvJ. over « démarchage » – Considerans 100 van de Dienstenrichtlijn:
• algeheel verbod op commerciële communicatie is niet mogelijk• wel bepalingen die voor een bepaald beroep een of meer vormen van
commerciële communicatie verbieden, bv. Een verbod op alle reclame in een of meer media
• En de beroepsbeoefenaren moeten worden aangespoord om om communautair niveau gedragscodes terzake op te stellen
• Regels wet van 2 augustus 2002 betreffende misleidende en vergelijkende reclame blijven van toepassing.
• Professioneel gedrag blijft vereist (IFAC) + regels inzake waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid + onafhankelijkheid moeten gerespecteerd worden
Hoofdstuk IX: Publiciteitsverbod
• De instituten zullen regels opstellen: • Kan telefonische reclame ? zo ja, hoe dan controle op naleving van voormelde principes
controleren ?
• Conclusie: telefonische reclame kan niet, tenzij op aanvraag van de potentiële cliënt zelf
• Geen opdringerige, agressieve, ongelegen, onbetrouwbare of oneerlijke benaderingen
• Moeten ook worden nageleefd:
• Beroepsgeheim
• Het wettelijk kader tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de persoonsgegevens
• Een confrater niet in diskrediet brengen
• Ongevraagde telefonische contactname kan niet
• Enz…
Hoofdstuk IX: Publiciteitsverbod
• Ten aanzien van de medewerkers: • Mogelijkheid tot niet-concurrentiebeding blijft geldig,
• Werknemer tijdens de AO en erna:
• Verbod om daden van oneerlijke of ongeoorloofde (deloyale) concurrentie te verrichten, zoals
• Geen gebruik maken van gegevens die onder het beroepsgeheim vallen
• Geen verwarring creëren met de voormalige werkgever
• De voormalige werkgever niet zwartmaken
• « niet parasiteren, geen rechtsmisbruik maken, geen derde-medeplichtigheid aan contractbreuk
• Ten aanzien van zaakvoerders, bestuurders en aandeelhouders van een professionele vennootschap: • Mogelijkheid tot niet-concurrentiebeding blijft geldig. Contractueel vastleggen.
Hoofdstuk IX: Publiciteitsverbod
Conclusie: •Verbod op ronseling wordt door HvJ. niet volledig in twijfel getrokken. Algeheel verbod kan evenwel niet. •Maar eventuele verbodsbepaling moet rekening houden met:
– Bescherming van de onafhankelijkheid– De waardigheid en de integriteit (rechtschapenheid en kiesheid) van het beroep– De bescherming van het beroepsgeheim
•De verbodsbepalingen: – Mogen NIET discriminerend zijn – Moeten evenredig zijn t.a.v. de doelstellingen die als verantwoording worden
ingeroepen
Hoofdstuk IX: Publiciteitsverbod
Hoofdstuk X: Beroepsdiscretie en het beroepsgeheim
Regelgeving
• Ongeacht beroepsgeheim is ieder accountant / belastingconsulent gehouden tot naleving van zijn beroepsdiscretieplicht
• Verplichting tot geheimhouding van gegevens hem / haar toevertrouwd of zelf vastgesteld in de uitoefening van het beroep
• Geen inbreuk op beroepsdiscretieplicht (art. 32 KB van 1 maart 1998) in geval van:– afleggen getuigenis in rechte
– wanneer de wet verplicht tot mededeling
– verdediging in tuchtaangelegenheden
– mededeling vertrouwelijke gegevens over de werkgever aan de Raad
– uitdrukkelijk ontslag van de discretieplicht door de opdrachtgever
• Stagiairs moeten vertrouwelijk karakter eerbiedigen
Hoofdstuk X: Beroepsdiscretie en het beroepsgeheim
Gevolgen
• Onrechtmatige toeëigening van hoedanigheid van accountant of belastingconsulent: strafrechterlijke vervolging
• Externe leden: artikel 458 van het strafwetboek van toepassing: beroepsgeheim
• Schending beroepsgeheim kan naast strafrechterlijke sanctie ook aanleiding geven tot tuchtrechtelijke of burgerrechtelijke gevolgen/sancties
• Indien strafrechtelijke schending van beroepsgeheim: alle constitutieve elementen moeten aanwezig zijn (p. 69)
Hoofdstuk X: Beroepsdiscretie en het beroepsgeheim
Beroepsgeheim: • Uitzonderingen art. 458
– gegevens die moeten worden bekend gemaakt als de wetgever het verplicht (bvb. melding aan de CFI in het kader preventieve witwaswet, ander vb art. 61 WBTW)
– gegevens mogen maar moeten niet worden bekend gemaakt: bij getuigenis in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie
• Uitzonderingen in rechtsleer:– het recht van verdediging van de beroepsbeoefenaar– de noodtoestand
• Het beroepsgeheim is niet beperkt in de tijd• Alle documenten
Hoofdstuk X: Beroepsdiscretie en het beroepsgeheim
Beroepsgeheim: • Beroepsgeheim tegenover fiscus: art. 334 WIB:
– indien men beroepsgeheim inroept t.o.v. de fiscale administratie directe belastingen verzoekt deze om tussenkomst bij de tuchtoverheid (IAB in casu)
– 2 mogelijkheden:o Ofwel bevestigt tuchtoverheid dat beroepsgeheim van toepassing is. Gevolg:
controleur moet belastbare basis bepalen a.h.v. andere onderzoeks- en bewijsmiddelen
o Ofwel geeft tuchtoverheid de A of BC geen gelijk: dan antwoorden aan fiscus, zoniet sanctie mogelijk
– noteer: men kan het beroepsgeheim niet inroepen voor eigen fiscale toestand.
Hoofdstuk X: Beroepsdiscretie en het beroepsgeheim
Hoofdstuk XI: Permanente beroepsopleiding
• Voorjaar 2009: nieuwe norm permanente vorming:– Ten minste 120 uur over drie opeenvolgende kalenderjaren– Ten minste 20 uur ieder kalenderjaar– relevante vakgebieden: zie art. 4 van de norm– 70 % der opleidingsuren gevolgd
• bij IAB/BIBF/IBR --- universiteiten en erkende onderwijsinstellingen
• « erkende vormingsoperatoren » (art. 5 van de norm)• Seminaries, studiedagen en opleidingscycli voorafgaandelijk
erkend door het IAB – 30 % andere uren, zie art. 5 van de norm
Hoofdstuk XI: Permanente beroepsopleiding
• Jaarlijks verslag overmaken aan het Instituut: – bewijsstukken bijhouden– + verslag indienen langs de website IAB
• per kalenderjaar
• Evenwicht - diversificatie nastreven
• Tucht: onvoldoende uren permanente vorming: kan aanleiding zijn tot tuchtvordering of verzwarende omstandigheid
Hoofdstuk XII: De preventieve witwaswet: Meldingsplicht externe accountant en/of belastingconsulent
• www.ctif-cfi.be
• (preventieve witwas-)Wet van 11/01/1993 van toepassing op externe accountants en / of externe belastingconsulenten, aangepast door de wet van 18 januari 2010. Niet van toepassing op interne leden, ook niet op stagiairs
Hoofdstuk XII: Preventieve witwaswet: Meldingsplicht externe accountant en/of belastingconsulent
• TWEE ELKAAR AANVULLENDE PIJLERS:
• Repressief luik: Artikel 505 Strafwetboek en 42, 3°SW welke misdrijven, wie kan worden bestraft en welke straffen
• Preventief luik: Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme
Hoofdstuk XII: Preventieve witwaswet: Meldingsplicht externe accountant en/of belastingconsulent
• Preventief luik: Wet van 11 januari 1993
– DOEL: het voorkomen van witwassen. Verplichtingen voor bepaalde beroepsgroepen (banken, verzekeringsmijen, notarissen, economische beroepen, advocaten, …).
– VERPLICHTINGEN: identificatieplicht, meldingsplicht, enz…
– Limitatieve opsomming van criminele fenomenen• O.m. ernstige en georganiseerde fiscale fraude, waarbij bijzonder ingewikkelde
mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend. « Gewone » fiscale fraude niet geviseerd;
• Misbruik van vennootschapsgoederen
• Overige: zie lijst artikel 5 van de wet
Hoofdstuk XII: Preventieve witwaswet: Meldingsplicht externe accountant en / of belastingconsulent
Opeenvolgende Europese Richtlijnen werden omgezt in het Belgisch recht (wet van 11 januari 1993, KB van 11 juni 1993 betreffende de CFI)
1e Richtlijn 91/308/EEG
2e Richtlijn 2001/97/EG
3e Richtlijn 2005/60/EG
Hoofdstuk XII: Preventieve witwaswet: Meldingsplicht externe accountant en / of belastingconsulent
1. Januari 2010: Omzetting in het Belgisch recht van de 3de Richtlijn 2005/60/EG, de veertig anti-witwasaanbevelingen en de negen bijzondere antiterrorismeaanbevelingen van de FAG (Engels: FATF) – voor de aspecten die nog niet door de Wet van 12 januari 2004 zijn geïntegreerd, rekening gehouden met de conclusies van het 3de evaluatieverslag van het Belgisch preventiestelsel, door de FAG:
2. Omzetting in het Belgisch recht van de door de Richtlijn vastgestelde uitvoeringsmaatregelen 2006/70/EG:
• definitie van de politiek prominente personen• toelichting van bepaalde begrippen (uiteindelijke begunstigde)• technische voorwaarden inzake de vereenvoudigde toepassing van de
waakzaamheidsplicht jegens cliënteel• ….
Hoofdstuk XII: Preventieve witwaswet: Meldingsplicht externe accountant en / of belastingconsulent
• Witwassen = bewerken van gelden, afkomstig van illegale feiten, op een wijze bepaald door de wet;
• Drie stadia: – Inbreng: bv. Storting op een bankrekening; – Circulatie: bv. Transfers tussen bankrekeningen (band tussen ingebracht
kapitaal en de criminele oorsprong ervan verdwijnt) – Intregratie: bv. Beleggen in roerende of onroerende goederen, inbreng in
vennootschap, …
Hoofdstuk XII: Preventieve witwaswet: Meldingsplicht externe accountant en/of belastingconsulent
RECENTE WIJZIGINGEN IN BELGIE
• beide wetten kenden in de voorbije 5 jaar praktisch zeer belangrijke wijzigingen :– W. 11.1.1993 :
• Programmawet van 27 april 2007 en het ‘indicatoren-KB’ van 3 juni 2007;• Nog recenter: belangrijke wijzigingen door de wet van 18 januari 2010,
implementatie 3de Europese Witwasrichtlijn
– art. 505 Sw. door de Wet van 10 mei 2007 houdende diverse maatregelen inzake de heling en inbeslagneming;
Verplichtingen preventieve witwaswet
1. Let wel: andere omschrijving van witwassen in het strafwetboek dan in de preventieve wet (cf. art. 5 preventieve wet): belangrijke verschillen
2. Het geviseerde witwassen: - in preventieve wet: • Limitatieve lijst van criminele fenomenen, omschreven in dagelijks taalgebruik
- in strafwetboek:• Om het even welk misdrijf dat kan aan de basis liggen van een witwasmisdrijf
Verplichtingen preventieve witwaswet
3. Toepassingsgebied: -Preventieve wet: alleen verplichtingen voor “meldingsplichtigen”
-Strafwet: geldt voor iedereen (principe)
4. Verschillende sancties:-Preventieve wet: administratieve (eventueel incl. financiële) sancties
-Strafwet: strafsanctie
Verplichtingen preventieve witwaswet
Wie ? 1. Geviseerd door toepassingsgebied witwaswet:Ondernemingen en personen geviseerd in artikel 2, 3 & 4 vd wet. Artikel 3, betreft o.m. - de externe accountants en de externe belastingconsulenten- natuurlijke personen + rechtspersonen (prof. venn.)- inschrijving op het tableau leden IAB- Daarnaast ook: de leden IBR (bedrijfsrevisoren) en de leden BIBF (erkende boekhouders-
fiscalisten)
2. Geen verplichtingen voor:
- interne accountants en interne belastingconsulenten - ere-accountants en –belastingconsulenten- stagiairs, al dan niet zelfstandig- geschorste leden (schorsing = tijdelijke schrapping)
A. Identificatieplicht B. BewaarplichtC. Bestendige waakzaamheidsplichtD. Interne organisatie
Passende interne maatregelen en controleprocedures, Witwasverantwoordelijke: afhankelijk van de omvang van de structuur
E. Verplichtingen bij recrutering medewerkers; OpleidingsplichtF. Meldingsplicht witwasoperaties aan CFI; na de melding is er de informatieplicht;
tipping off verbod – strafrechtelijke, burgerrechtelijke en tuchtrechtelijke beschermingG. Tucht- en administratieve sanctiesH. Norm + toelichtende nota + nu controle mogelijk door InstitutenN.B. Bijdrageplicht
Verplichtingen preventieve witwaswet
Wettelijke opdrachten IAB (idem IBR en BIBF), o.m. artikel 38 vd wet1. Verduidelijken toepassingsmodaliteiten verplichtingen vervat in Hfst. II vd
wet inzake Klantenonderzoek + Interne kantoororganisatie Hoe ? = > een « REGLEMENT » (art. 38 van de wet) werd begin 2011 op de website
gepubliceerd. « reglement »: zelfde waarde als « NORM » (cfr. art. 27 wet van 22/4/1999). Verplicht op
te volgen door de leden: cfr. art. 2 KB 1/3/1998.« reglement » ter verduidelijking, o.m. van Identificatieplicht klanten, lasthebbers en uiteindelijke begunstigden Modaliteiten voor de desgevallend, verscherpte of vereenvoudigde toepassing van de
wettelijke waakzaamheidsplicht= > in 09/2011 een praktische toelichtende omzendbrief op de website. Circulaire met
modellen van beslissingsschema’s, identificatieformulieren, beslissingsbomen, …
Verplichtingen preventieve witwaswet
Wettelijke opdrachten IAB (idem IBR en BIBF), vervolg
Modaliteiten voor het opstellen van een schriftelijk verslag en de aanstelling van een witwasverantwoordelijke (grote structuren)Modaliteiten interne organisatie
Indien het IAB geen reglement zou uitgewerkt hebben, zou het worden opgelegd bij een KB
2. Controle van de leden. Hoe: schriftelijk of controle ten kantore. In principe schriftelijk.
3. Toezicht op de naleving verplichtingen + desgevallend sancties opleggen
4. Het IAB heeft nu zelf meldingsplicht van verdachte feiten aan de CFI
Verplichtingen preventieve witwaswet
A. Identificatieplicht (art. 7 tot 12 witwaswet): « know your customer » principe
• identiteit van cliënten en lasthebbers cliënten controleren
• Ook uiteindelijke begunstigde (art. 8)= persoon voor wiens rekening een transactie wordt uitgevoerd.
• stukken identificatie bijhouden
• zowel voor natuurlijke personen als rechtspersonen
• voorwerp en verwachte aard van de zakelijke relatie
• hoe ? Via bewijskrachtig document
– Fysiek persoon: naam, voornaam, geboorteplaats en –datum, adres
– Rechtspersoon, trust, fiducie: publicatie bijlage B.S., …
Verplichtingen preventieve witwaswet
A. Identificatieplicht : uiteindelijke begunstigde: QUID ?
Cliënt vennootschap: NP of personen die uiteindelijke eigenaar zijn van meer dan 25 % der aandelen of stemrechten (rechtstreeks of onrechtstreeks)NP of personen die op een andere wijze de controle hebben over het bestuur van de vennootschap
Uitzondering : beursgenoteerde vennootschappen, ….
Cliënt rechtspersoon die geen vennootschap is (VZW, trust, …)NP of personen die begunstigden zijn van 25 % of meer van het vermogen Personen of groep personen in wier belang de RP hoofdzakelijk werd opgericht of voor wie de RP werkzaam isNP of personen die de controle hebben over 25 % of meer van het vermogen van de RP
Verplichtingen preventieve witwaswet
A. Identificatieplicht : uiteindelijke begunstigde: QUID ? Identificatie NAAM + VOORNAAM uiteindelijke begunstigde = resultaatsverbintenis. Identificatie van zijn geboorteplaats en –datum, adres = « Middelenverbintenis » : « redelijke maatregelen »
Let op: Identificatie van de cliënt natuurlijk persoon en zijn lasthebber = resultaatsverbintenissen,
dit zowel voor de naam en voornaam, als voor de geboorteplaats en –datum. Adres in de mate van het mogelijke.
Apart item: derde zaakaanbrenger: versoepelde identificatie mogelijk in het geval van eerdere identificatie door bepaalde « derde zaakaanbrengers »
Verplichtingen preventieve witwaswet
Identificatie: Wanneer ? gewone cliënt : voorafgaand aan het aanknopen van de zakelijke relatie Identificatie op afstand: verhoogde waakzaamheid toepassen occasionele cliënt : verrichting
o ter waarde van min. 10.000 euro of hogero ter waarde van een bedrag lager dan 10.000 euro; geen identificatie vereist
o Is er een vermoeden van witwassen ? altijd identificeren criminele cliënt: als u vermoedt dat uw cliënt, die geen gewone of occasionele cliënt
is. Die betrokken is bij witwassen dubieuze cliënt: .g.v. twijfel « waarachtigheid « of « juistheid » m.b.t. gegevens
identiteit bestaande cliënt: verhoogde waakzaamheid toepassen. beneficial owner : zie hoger +
o onzekerheid of cliënt handelt voor eigen rekening o of indien zekerheid dat cliënt niet handelt voor eigen rekening (= stroman)o cliënt = rechtspersoon (of trust)
Verplichtingen preventieve witwaswet
• Nu ook verplichting voor de aandeelhouders van cliënten: art. 515bis W. Venn. - Vennootschappen:
- verplichting van de aandeelhouders om participatie van 25 % of meer binnen de 5 dagen mee te delen aan de vennootschap
- De cliënten moeten aan de beroepsbeoefenaar de eindelijke begunstigden meedelen.
- = de facto vervroegde afschaffing aandelen aan toonder ?
Verplichtingen preventieve witwaswet
B. Bewaarplicht (art. 13 antiwitwaswet):
Wat ? • kopie bewijsstukken ter identificatie• stukken nuttig voor nauwkeurige reconstructie transactie
Termijn:• 5 jaar na einde klantenrelatie • 5 jaar na uitvoering van een bepaalde transactie
Hoe ? Elke informatiedrager
Verplichtingen preventieve witwaswet
C. Bestendige waakzaamheidsplicht
•Bestendige waakzaamheid
•« aandachtig onderzoek »: zijn de uitgevoerde verrichtingen wel coherent met de kennis van de commerciële activiteiten, en het risicoprofiel vd cliënt en eventueel nazicht herkomst gelden.
•Geen naleving waakzaamheidsplicht mogelijk ?
– Verbreking zakenrelatie met klant
– Eventueel melding aan CFI
•Beroepsbeoefenaar stelt een schriftelijk verslag op over zijn onderzoek in dit verband.
Verplichtingen preventieve witwaswet
D. Interne organisatie: INTERNE PROCEDURES: zie model in 03/2012 op de website IAB,
- Passende interne maatregelen en controleprocedures in werking stellen teneinde toe te zien op de nalevering van de wet
- Procedures voor communicatie en informatiecentralisatie teneinde witwasverrichtingen te voorkomen, op te sporen en te verhinderen.
- Eventueel aanstellen van witwasverantwoordelijke: i.f.v. omvang van de structuur van het kantoor. Modaliteiten: zie norm. 10 onderworpen beroepsbeoefenaars (IAB, BIBF of IBR)
E. Verplichtingen bij Recrutering en Opleidingsplicht- Bij aanwerving betrouwbaarheid medewerkers checken
- Speciale opleidingsprogramma’s om de medewerkers vertrouwd te maken met de wet.
Verplichtingen preventieve witwaswet
F. Meldingsplicht aan de CFI: Wanneer ?
• « bij vaststelling feiten waarvan men weet of vermoedt (in uitoefening beroep), die verband houden met witwassen van geld of het bewijs kunnen inhouden voor het witwassen van geld of de financiering terrorisme
Wat ? • => enkel (gepoogde) witwasoperatie m.b.t. basismisdrijven opgesomd in art. 5 anti-witwaswet
– o.m. ernstige en georganiseerde fiscale fraude (niet de « gewone fiscale fraude), drugs, oplichting, misbruik van vennootschapsgoederen….
• termijn: onmiddellijk– indien mogelijk: meedeling vóór verrichting
Hoe ? • Speciaal formulier of elektronisch langs de website CFI • Melding door werknemers ?
– Melding kan niet gebeuren door werknemers of stagiairs, al dan niet zelfstandig
• Onthoudingsplicht witwastransactie/geen « controlled money laundering »
Verplichtingen preventieve witwaswet
F. Meldingsplicht:
Tipping off verbod :verbod tot mededeling aan de cliënt of derden van de gedane melding of van het
lopend opsporingsonderzoek
Uitz. : politiediensten : Cass. 17 april 2007 P.07.0063
Uitzonderingen: - ontrading, - melding aan IAB, - kennisgeving voor repressieve doeleinden, - uitwisseling in bepaalde gevallen tussen notarissen, accountants,
belastingconsulenten, bedrijfsrevisoren, advocaten, in zelfde dossier
Verplichtingen preventieve witwaswet
F. Meldingsplicht: Vrijstelling meldingsplicht bij juridisch advies: • Cfr beroepsgeheim advocaat ? Zie details cursus• Nu ook vrijstelling meldingsplicht in het geval van juridisch advies door accountants,
belastingconsulenten (revisoren, erkende boekhouders, notarissen). Beroepsgeheim blijft van toepassing.
• Cfr. Overweging 21 richtlijn 2005/60/EG• Cfr. Confraters in andere Europese landen
• Niet van toepassing als de ACC of BC, …: • zelf deelneemt aan witwasactiviteiten• het juridisch advies verstrekt voor witwasdoeleinden• of hij weet dat de cliënt het juridisch advies wenst voor witwasdoeleinden
• Voorbeeld: • Advies over bepaalde illegale boekhoudkundige inschrijving: afraden
• Geen melding bij advies• Wel melding indien clïënt nadien toch overgaat tot een illegale daad
Verplichtingen preventieve witwaswet
F. Meldingsplicht: • Anonimiteit van de melder:
Nu gegarandeerd: kennisgeving door melders mogen geen deel uitmaken van het strafdossier. Leden CFI mogen identiteit melders niet bekend maken.
• Immuniteit van de melder: Geen disciplinaire, strafrechtelijke of civiele sancties n.a.v. gedane melding
mogelijk (bvb. klacht schending beroepsgeheim of discretieplicht)
• Na melding : meedelen aanvullende informatie op vraag CFI
Melding witwassen van gelden afkomstig van ernstige en georganiseerdefiscale fraude : zie art. 28 van de anti-witwaswet+ het indicatoren K.B. van 13 juni 2007
Verplichtingen preventieve witwaswet
F. Meldingsplicht:
• Een der criminele fenomenen, in acht te nemen door de meldingsplichtigen is in de wet als volgt omschreven:
‘ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend’
Cfr. o.m. de carrousselfraude
Verplichtingen preventieve witwaswet
F. Meldingsplicht: • ernstig karakter van de fiscale fraude blijkt uit:
– de aanmaak en/of het gebruik van valse stukken, het hoge bedrag van de verrichting en het abnormaal karakter van dit bedrag, gelet op de activiteiten of het vermogen van de persoon in kwestie;
• het georganiseerd karakter van de fiscale fraude blijkt uit:– uit de organisatie van de fraude, waarbij een constructie wordt gebruikt met
opeenvolgende verrichtingen en/of de tussenkomst van één of meer tussenpersonen en waarbij hetzij procédés van internationale omvang, hetzij ingewikkelde simulatie- of verhullingsmechanismen met vennootschapstructuren of juridische constructies worden aangewend;
• Vóór 1.9.2007: indicatoren op website CFI
Verplichtingen preventieve witwaswet
F. Meldingsplicht: • Indicatoren vanaf 1.9.2007
– artikel 28 W. 11.1.1993Art. 28 Wanneer de in de artikelen 2, §1, 3 en 4 beoogde instellingen en personen
vermoeden dat een feit of een verrichting verband kan houden met witwassen van geld afkomstig uit ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend, brengen zij dit ter kennis van de Cel voor financiële informatieverwerking, inclusief van zodra zij minstens een van de indicatoren opsporen die de Koning vastlegt bij in Ministerraad overlegd besluit. Deze indicatoren worden om de twee jaar geëvalueerd.
– K.B. van 3 juni 2007 tot uitvoering van art. 28 (voorheen art. 14quinquies W. 11.1.1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme; « het indicatoren-KB »
• Zie indicatoren uit het KB als bijlage van de cursus
Verplichtingen preventieve witwaswet
F. Meldingsplicht:
Ruime omschrijving van de indicatoren: bvb indicator 6° de vaststelling van onregelmatigheden in de facturen die worden voorgelegd ter rechtvaardiging van de financiële verrichtingen, zoals het ontbreken van een BTW- nummer, nummer van een financiële rekening, factuurnummer, adres of data of wanneer deze gegevens niet kunnen worden verstrekt;DRAAGWIJDTE INDICATOREN? • Autonome interpretatie • versus bijvoeglijke interpretatie
• => Het IAB koos in 10.2007 voor bijvoeglijke interpretatie• Intussen bevestigd door Grondwettelijk Hof en door CFI. Zie nota CFI van 8
maart 2010 .De nota verwijst naar het «uitdrukkelijke» standpunt van het GH in arrest nr. 102/2008 van 10 juli 2008.
Verplichtingen preventieve witwaswet
F. Meldingsplicht: enkele conclusies
• melding kan niet gebeuren door werknemers van de accountant of de belastingconsulent
• verbod tot mededeling van de melding aan de cliënt: tipping-off verbod
• de anonimiteit van de melder wordt wettelijk gegarandeerd.
• geen tuchtrechtelijke, burgerrechtelijke of strafrechtelijke sancties mogelijk tegen melder te goeder trouw
Verplichtingen preventieve witwaswet
G. Tucht- en andere sancties
• Invoering van een strafrechtelijke immuniteit voor wie het KB « correct » toepast.
• Wie de wet of norm niet respecteert: mogelijk administratieve sanctie: – Beslissing openbaar maken
– Administratieve geldboete van minstens 250 euro en maximum 1.250.000 euro.
H. Norm en praktische toelichtende nota (omzendbrief): in 09/2011gepubliceerd op de website. Model interne procedures: zie website 03/2012
Nieuwe opdracht voor het IAB: controle op de naleving van de verplichtingen.
I. Bijdrageplicht: langs het IAB om.
Verplichtingen preventieve witwaswet
Deontologie
Nieuwe norm: kwaliteitstoetsing: goedgekeurd in november 2011.
Meer hierover in de loop van 2012.
Dank voor uw aandacht !
Vragen ?