RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons...

93
RAAD VAN UW ACCOUNTANT IS GOUD WAARD! JAARVERSLAG 2012 2012

Transcript of RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons...

Page 1: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

R A AD VAN UW ACCOUNTANT IS GOUD WA ARD!

J A A R V E R S L A G 2 0 1 2

2012

Page 2: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

R A AD VAN UW ACCOUNTANT IS GOUD WA ARD!

J A A R V E R S L A G 2 0 1 2

Page 3: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

2

Het IAB in beeld 88

Woord van de voorzitter 5

Het IAB in 2012 7

Rechtspraak 49

Publicaties 57

Evenementen 61

Internationale instellingen 69

Diensten van het Instituut 85

Page 4: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

3

Inhoud1. Woord van de voorzitter

2. Het IAB in 2012

Statistieken

Bestuur

Toegang tot het beroep

Uitoefening van het beroep

Ontwikkelingen van het regelgevende en normatieve kader van het beroep

Actiepunten van het IAB

Kwaliteit is onze troef: een coherente en efficiënte benadering, met het witboek kwaliteit als spil

Werkgroepen en commissies

3. Rechtspraak

4. Publicaties

5. Evenementen

6. Internationale instellingen

7. Diensten van het Instituut

8. Het IAB in beeld

Het IAB in beeld 88

Woord van de voorzitter 5

Het IAB in 2012 7

Rechtspraak 49

Publicaties 57

Evenementen 61

Internationale instellingen 69

Diensten van het Instituut 85

Page 5: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

www.iec-iab.be

Page 6: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

5

Een terugblik op 2012 kan niet anders dan met ge-mengd gevoel. De onze-kerheid omtrent de econo-mische ontwikkeling en de implementatie van overheids-maatregelen overheerst. Het record aan faillissementen werd alweer gebroken. De financiële crisis raakt maar niet opgelost, waardoor ook de noodzakelijke financiering

van onze kleine en middelgrote ondernemingen in het ge-drang komt. Naast het in de media druk besproken verlies aan banen in grote ondernemingen is er een nog groter anoniem verlies in de verdwenen kmo’s. Met beperkte mid-delen een herstelbeleid voeren is nauwelijks realiseerbaar. De (fiscale) druk op de actieve bevolking heeft echter het peil bereikt waar alles contraproductief dreigt te werken.

Als beroepsbeoefenaars, onmiddellijk betrokken bij het welzijn van de ondernemingen, zetten onze leden zich dagelijks in om met deskundig advies te begeleiden, ook in moeilijke omstandigheden. Wij zien dat er een nieuw voorstel tot aanpassing van de wet op de continuïteit van de ondernemingen (WCO) op tafel ligt. Het wordt tijd dat de erelonen van de accountant en de belastingconsulent die op ethische beroepsgrond blijven voortwerken in onze-kere omstandigheden beschermd worden en van een voor-recht tot betaling kunnen genieten.

De negatieve perceptie die geschapen werd rond onder-nemen en fiscaliteit, stimuleert ook eventuele starters niet. Aangemerkt als fraudeurs met de beroepsbeoefenaar als medeplichtige komen beiden in een slecht daglicht. Helaas moeten wij vaststellen dat wij, als vertegenwoordigers van meer dan 8 000 leden en stagiairs, en ondanks herhaalde belofte, nog steeds geen gesprekspartner zijn in het grote debat. Nochtans werd herhaalde keren neergeschreven dat een aantal zaken, waaronder de fraudebestrijding, zouden worden overlegd met de betrokken beroepsbeoefenaars. We willen nog eens benadrukken dat door de medewer-king van onze leden de administratie beschikt over elektro-nisch aangeleverde gegevens die een vlotte verwerking en analyse mogelijk maken.

De Raad is blijven werken om het imago, de geloofwaardig- heid en de kwaliteit te verbeteren. Een duidelijke publieke communicatiecampagne, omkaderd met interne initiatie-ven heeft nog maar eens de toon gezet. Van ‘vertrouwen, competentie en moderniteit’ zijn wij geëvolueerd naar ‘kwaliteit is onze troef’. Een nieuw logo en nieuwe infor-

matiebrochures ondersteunen dit. Wij waren zeer zichtbaar aanwezig op het Congres van het Forum for the Future waar wij onder meer door onze zelfverzorgde sessies en een gepast onthaal onze waardering voor onze leden en stagiairs hebben uitgedrukt. Daar werd ook het witboek kwaliteit gelanceerd, het basiswerk voor de reflectie over de organisatie en de procedures, ook in het kleinere kabinet. De derde roadshow werd geconcipieerd rond de nakende kwaliteitstoetsing voor de externe leden en aangevuld met toelichting over nieuwe ontwikkelingen omtrent de elek-tronische communicatie met het Instituut. Met de oprich-ting van de Jongerenraad werd een belangrijke stap gezet om ook onze jongere leden en stagiairs nauwer te betrek-ken bij het Instituut. Zij kunnen ook zorgen voor de impuls om afstuderenden te oriënteren naar onze beroepen. De vernieuwing van de commissie ‘Interne accountants en be-lastingconsulenten’ vertolkt onze verhoogde aandacht voor onze leden ‘in business’. Alle informatie die de leden nodig hebben omtrent de verplichtingen, opgelegd in het kader van de preventieve witwaswetgeving is beschikbaar met de nodige tools om eraan te beantwoorden. In het jaarverslag vindt u een weergave van de activiteiten en de realisaties van het voorbije jaar.

Uiteindelijk hebben wij ook zicht op de toegang tot het beroep op basis van zeven jaar beroepservaring. Een wetsvoorstel ter zake ligt momenteel in het parlement.

Het mandaat van voorzitter dat de Algemene Vergadering mij toevertrouwd heeft in 2007 en verlengd werd in 2010, eindigt met de Algemene Vergadering van 20 april 2013. Ik heb de eer gehad te mogen samenwerken en overleg te plegen met confraters en anderen omtrent de problema-tiek van het beroep en de leden. Samen met de Raad heb-ben we doelstellingen gerealiseerd en nieuwe uitdagingen aangegaan. De diverse commissies van het Instituut heb-ben ons bijgestaan in de voorbereiding of de uitvoering van het beleid. Allemaal confraters die naast hun beroepswerk-zaamheid een engagement op zich nemen dat ten goede komt aan het beroep, de leden en het Instituut. De directie en de stafmedewerkers hebben de zo noodzakelijke on-dersteuning gegeven om de dagelijkse taken te vervullen en om het interne raderwerk draaiende te houden. Met de medewerking van onze bevoegde ministers mevrouw Sabine Laruelle en de heren Vincent Van Quickenborne en Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige wijze bijgedragen heeft daarom dank. Het was voor mij zeer verrijkend.

André BERT Voorzitter

Woord van de voorzitter

Page 7: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

In 2012 telde het Instituut 6 562 leden natuurlijke personen, waar-van 4 368 hun beroep op zelfstandige basis uitoefenden (externe leden) en 2 194 in dienstverband (interne leden).

Page 8: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

7

Het IAB in 2012 2

Het Instituut van de Accountants en de Belasting- consulenten, de publiekrechtelijke beroepsorganisatie voor de accountants en belastingconsulenten opgericht bij de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, ziet toe op de opleiding en verzekert de permanente organisatie van een korps van specialisten.

Het zal ook de organisatie controleren en bijsturen, met alle noodzakelijke waarborgen inzake bekwaamheid, onafhankelijkheid en professionele rechtschapenheid. Tot slot waakt het Instituut erover dat de aan zijn leden toevertrouwde opdrachten behoorlijk worden uitgevoerd.

Accountant

Belastingconsulent

Accountant-Belastingconsulent

Vrouw

Man

Leden van het Instituut dragen de titel ‘accountant’ en/of ‘belastingconsulent. Wat de accountant allemaal doet, houdt grotendeels verband met begeleiding op fiscaal, juridisch en financieel vlak. Als generalist inzake advies-verlening voor ondernemingen ziet de accountant zijn economische omgeving voortdurend veranderen; hij past zich dan ook aan door het spectrum van zijn diensten te verbreden. Hij moet zich een mening kunnen vormen over alle onderwerpen die met de onderneming te maken hebben en moet zijn cliënt kunnen helpen om beslissingen te nemen. Vandaag de dag is een accountant tegelijkertijd een expert, een coach, een raadgever, een contractuele vertrouwenspersoon, een partner van de onderneming die de onderneming helpt haar strategie te voeren, een kritisch oog...

Voor de belastingconsulent luiden de wettelijke bewoordin-gen dat zijn activiteiten erin bestaan advies over alle fiscale

materies te verstrekken enerzijds, de belastingplichtigen in de vervulling van hun fiscale verplichtingen bij te staan anderzijds, en tot slot de belastingplichtigen te vertegenwoordigen, speciaal gekleurd door datgene wat fiscaliteit voor ondernemingen betekent: een complexe en volop in beweging zijnde materie waar men niet omheen kan en die, waar ze dubbelzinnig is, tot rechtsonzekerheid leidt.

In 2012 telde het Instituut 6 562 leden natuurlijke personen, waarvan 4 368 hun beroep op zelfstandige basis uitoefenden (externe leden), en 2 194 in dienstverband (interne leden).

3 213 vennootschappen zijn erkend bij het IAB.

Het IAB in 2012Statistieken

1 276

1 420

3 866

1 523

5 039

Page 9: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

8

Het IAB in 2012 2

De Raad, die instaat voor de werking van het Instituut, bezit alle bestuurs- en beschikkingsbevoegdheden, behalve voor de materies die bij wet of reglement aan andere organen werden toegewezen.

De Raad is samengesteld uit een voorzitter, een onder-voorzitter en twaalf leden. Onder de leden worden twee secretarissen aangeduid waarvan er één de functie van penningmeester uitoefent.

Aangezien de wet voorziet in een taalpariteit telt de Raad zes Nederlandstalige en zes Franstalige leden. Ook de voorzitter en de ondervoorzitter evenals beide secretarissen behoren elk tot een verschillende taalrol.

De Raadsleden worden door de algemene vergadering ver-kozen bij geheime stemming voor drie jaar onder de leden van het Instituut. Het mandaat is onbeperkt hernieuwbaar. Enkel natuurlijke personen zijn verkiesbaar.

De huidige Raad, die vergaderde op 9 januari, 6 februari, 5 maart, 23 maart (buitengewone Raad IAB + ge-meenschappelijke Raad IAB-IBR), 26 maart, 7 mei, 4 juni, 9 juli (+gemeenschappelijke Raad IAB-BIBF), 3 september (+ gemeenschappelijke Raad IAB-IBR), 1 oktober, 5 november en 3 december 2012, heeft volgende samenstelling:

BestuurRaad

André BERT Voorzitter

Micheline CLAES Franstalig Raadslid

Jacques HELLIN Nederlandstalig Raadslid

Benoît VANDERSTICHELEN Ondervoorzitter

Christine CLOQUET Franstalig Raadslid

Jean-Luc KILESSE Franstalig Raadslid,

secretaris

Jean BAETEN Franstalig Raadslid

Emmanuel DEGRÈVE Franstalig Raadslid

Gonda SCHELFHAUT Nederlandstalig Raadslid

Lucien CEULEMANS Nederlandstalig Raadslid

Jean-Guy DIDIER Franstalig Raadslid

Sylva TROONBEECKX Nederlandstalig Raadslid

Jos DE BLAY Nederlandstalig Raadslid, secretaris-penningmeester

Bart VAN COILE Nederlandstalig Raadslid

Page 10: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

9

Het IAB in 2012 2

Het uitvoerend comité is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van het Instituut. Dit omvat de afhandeling van de lopende zaken; het toezicht op de financiële toestand van het Instituut; de voorbereiding van de vergaderingen van de Raad; de leiding van het personeel.

De Raad van het Instituut kan ook bepaalde opdrachten de-legeren aan het uitvoerend comité, behalve die opdrachten

die door de wet of een reglement uitdrukkelijk werden toe-vertrouwd aan de Raad of aan een ander orgaan.

Het uitvoerend comité is samengesteld uit: André Bert (voorzitter), Benoît Vanderstichelen (ondervoorzitter), Jos De Blay (Nederlandstalig secretaris-penningmeester), Jean-Luc Kilesse (Franstalig secretaris), Bart Van Coile (Nederlandstalig lid) en Emmanuel Degrève (Franstalig lid).

De algemene vergadering verkiest elk jaar een Franstalige en een Nederlandstalige commissaris. Dit mandaat kan tweemaal worden hernieuwd.

De commissarissen verifiëren het ontwerp van de jaarreke-ning opgesteld door de secretaris-penningmeester vóór

de voorlegging aan de Raad. Het verslag over de verifica-tie wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.

De commissarissen die werden aangeduid, zijn: Lodewijk Goubert (Nederlandstalig) en Yves Mottet (Franstalig).

Uitvoerend comité

Commissarissen

Page 11: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

10

Het IAB in 2012 2

De kwaliteit van onze dienstverlening is de basis van het vertrouwen dat centraal staat in onze relaties met ondernemingen en de dagelijkse maar duurzame geprivilegieerde begeleiding.

Dit vertrouwen vindt zijn oorsprong in de strikt geregle-menteerde toelatingsvoorwaarden en de uitoefening van het beroep, waarvan de organisatie en het toezicht gebeurt door het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten.

In 2012 telde het Instituut 2 116 stagiairs.

Als één van de commissies van het Instituut heeft de Stagecommissie de verantwoordelijkheid voor de beroeps- opleiding van toekomstige leden. Ze waakt ook over de uitvoering van de wettelijke verplichtingen die aan de stagiairs worden opgelegd door de wet van 22 april 1999

en door het koninklijk besluit van 8 april 2003. Om haar opdracht in zo goed mogelijke omstandigheden uit te voeren, bestaat de Stagecommissie uit twaalf effectieve leden en tien plaatsvervangende leden, evenwichtig verdeeld over de twee taalgroepen.

Voorzitter: Joseph VAN WEMMELOndervoorzitter: Christine CLOQUET

Effectieve leden

NederlandstaligJos DE BLAY Staf JONGEN Léon KERFS Philippe VANCLOOSTER Patrick VANDERPERRE

FranstaligDidier BOUCKAERTMicheline CLAES Patrick JAILLOT Jean-Marc MARECHAL Joëlle VAN HECKE

Plaatsvervangende leden

NederlandstaligAlbert BAUWENS Chantal SMITS Roger SMOLDERS Kristof SWINNEN François VERMEIREN

FranstaligMarc CROHAIN Pascal DECHAMPS Michel DETRY Jean-Guy DIDIER Dino TIRONI

Toegang tot het beroepOrganisatie

Stagecommissie

De Stagecommissie vergaderde in 2012 zes keer: op 1 februari, 14 maart, 23 mei, 20 juni, 12 september en 20 november.

1 0101 106

506

1 610

Stagiair-belastingconsulent

Stagiair-accountant

Vrouw

Man

Page 12: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

11

Het IAB in 2012 2

Het uitvoerend comité van de Stagecommissie bereidt de vergaderingen van de Commissie voor en kwam negen keer bijeen, namelijk op 1 februari, 14 maart, 18 april, 3 mei, 20 juni, 12 september, 23 oktober, 20 november en 11 december. Het is samengesteld uit

voorzitter Joseph Van Wemmel, ondervoorzitter Christine Cloquet, Nederlandstalig secretaris Staf Jongen, Franstalig secretaris Micheline Claes, Léon Kerfs (Nederlandstalig lid) en Joëlle Van Hecke (Franstalig lid).

Opschorting van de stage

De Stagecommissie verleende, overeenkomstig artikel 30 van het koninklijk besluit van 8 april 2003, opschorting van stage op gemotiveerd verzoek van de stagiair of van de stagemeester. De Commissie bepaalt de duur van de opschorting. Over het algemeen duurt de opschorting minder dan een jaar. De Commissie houdt bij de analyse van het verzoek rekening met de resultaten van de tussen-tijdse proeven.

Wanneer de Commissie de opschorting, die geldt voor 1 000 stage-uren per jaar, toekent licht ze de stagiair in over de verschillende verplichtingen die hij tijdens die periode moet naleven, met name:

– de stagiair moet administratieve kosten betalen; – de stagiair moet ten minste 20 uren permanente

vorming volgen; – de stagiair mag seminaries van het IAB volgen.

Verlenging van de stage

Overeenkomstig artikel 27, § 2, 3° van het koninklijk besluit van 8 april 2003 kan de Stagecommissie, op gemotiveerd verzoek van de stagiair, een verlenging van de stage toestaan voor een periode van 1 jaar. Die periode gaat in op 1 januari van het daaropvolgende jaar. De stagiair behoudt zijn hoedanigheid van stagiair alsook alle ermee verbonden rechten en verplichtingen.

Ontslag en schrapping

Net als elk jaar nam de Commissie kennis van het ontslag van stagiairs die hun loopbaan willen heroriënteren.

De Stagecommissie stelde de Raad ook voor om stagiairs te schrappen om andere dan tuchtmaatregelen, en meer bepaald wegens het niet betalen van de administratieve kosten en publicatiekosten.

Stageduurvermindering voor leden van het IBR en het BIBF

Overeenkomstig artikel 29, 3e lid van het KB van 8 april 2003 kan de Raad, na advies van de Stagecom-missie, de stageduur verminderen voor personen die zijn ingeschreven hetzij op de ledenlijst van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, hetzij op de ledenlijst van het Beroeps- instituut van de erkende Boekhouders en Fiscalisten.

De Raad heeft een aantal voorwaarden vastgelegd die de Stagecommissie moet controleren wanneer een lid van het BIBF een dossier indient om een vermindering van twee stagejaren te verkrijgen:

– Bij de aanvang van de IAB-stage moet de kandidaat, nadat hij de stage heeft doorlopen en geslaagd is voor het bekwaamheidsexamen van het BIBF, ten minste zeven jaar lid zijn van het BIBF.

– Er mag hem geen tuchtsanctie zijn opgelegd door het BIBF.

Uitvoerend comité van de Stagecommissie

Beslissingen van de Stagecommissie

Page 13: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

12

Het IAB in 2012 2

Examens

1. Toelatingsexamen

– Hij moet op regelmatige wijze 40 uren permanente vorming hebben gevolgd.

– Hij moet vervolgens de normale verplichtingen van de IAB-stage in acht nemen.

De Commissie heeft vier dossiers van BIBF-leden onderzocht.

Verloop van de stage – langdurige stageperiode

De Stagecommissie besliste om stagiairs die al lange tijd voor de stage zijn ingeschreven individueel te ontmoeten. De Commissie wil zo de activiteiten van die stagiairs en hun permanente vorming controleren.

Overstapregeling IBR-IAB

In het kader van een akkoord tussen het IAB en het IBR kunnen IBR-stagiairs die hun stage bij het IAB willen voortzetten een dossier indienen waaruit moet blijken dat ze niet alleen geslaagd zijn voor het toelatingsexamen maar ook voor de proeven die tijdens het eerste stagejaar bij het IBR werden georganiseerd. Deze stagiairs zijn vrijgesteld van het toelatingsexamen voor accountant en worden toe-gelaten tot het tweede stagejaar. Ze moeten een stage- overeenkomst ondertekenen en regelmatig het elektro-nisch stagedagboek invullen.

De Stagecommissie onderzocht drie dossiers van IBR-stagiairs.

De Stagecommissie organiseerde de twee sessies van het toelatingsexamen, zoals dat wordt opgelegd door het koninklijk besluit van 8 april 2003, respectievelijk op 5 en 12 mei en op 20 en 27 oktober. De leerinhoud werd over twee dagen gespreid om de kandidaten de mogelijkheid te geven de examens in de best mogelijke omstandigheden af te leggen.

755 kandidaten schreven zich in en dienden een admi-nistratief dossier en een aanvraag tot vrijstellingen in op basis van hun diploma(’s). Na onderzoek van de dossiers en raadpleging van de concordantietabel legt de Commis-sie haar voorstel tot vrijstelling ter goedkeuring voor aan de Raad.

De Stagecommissie werkt de concordantietabellen regelmatig bij op basis van contacten met onderwijsinstel-lingen. In 2012 onderzocht de Commissie aanvragen van volgende onderwijsinstellingen:

– Haute École de Namur – Bachelor in boekhouding – op-tie fiscaliteit;

– Haute École Francisco Ferrer-Cooremans – Bachelor in boekhouding – optie fiscaliteit – optie beheer en optie bank en financiën (voor diploma’s vanaf juni 2011);

– CBCEC Liège:

° diploma van boekhouder (IFAPME-net) na bache-lor in boekhouding (in partnerschap met de École supérieure des affaires de Namur);

° diploma van belastingconsulent;

° diploma van accountant;

° Haute École HELMO – Bachelor in boekhouding – op-tie bank en financiën.

De vragen van het toelatingsexamen worden opges-teld door een commissie die is samengesteld uit profes-soren van hogescholen en universiteiten (artikel 5, § 1, KB van 8 april 2003). Zij verbeteren ook de examens en organiseren een deliberatie, waarbij de voorzitter en de ondervoorzitter van de Stagecommissie als waarnemers aanwezig zijn. De resultaten worden binnen twee maanden na het examen bij aangetekende brief ter kennis gebracht van de deelnemers (artikel 6, KB van 8 april 2003).

De Commissie diende ook voor een aantal kandidaat- stagiairs vast te stellen dat ze hun vijf kansen hadden opge-bruikt. Artikel 5, § 1, 1e lid van het KB van 8 april 2003 bie-dt elke kandidaat de mogelijkheid om zich gedurende een periode van vijf opeenvolgende jaren vijfmaal aan te bieden om de verschillende opleidingsinhouden van het toelating-sexamen met succes af te leggen.

De examencommissie is samengesteld uit:

Voorzitter Paul BEGHIN

Ondervoorzitters Yvan STEMPNIERWSKY Omer VAN WAAS

Page 14: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

13

Het IAB in 2012 2

Leden

Paul BELLEN Carine COPPENSAndré CULOT Catherine DENDAUW Michel GRIGNARD Dominique HERMANS- JACQUET Ermenegildo PASQUALINI Carl REYNS Eric RIGOLETMieke ROGGEN Patrick SCARMURE

Fabian TCHEKEMIANJean THILMANY Bernard TILLEMAN Inge VAN DE WOESTEYNE Jozef VAN DEN BOSSCHE Frans VAN ISTENDAEL Jacques VANNESTE Liesbet VERLINDEN Patrick WILLEPaul WINDENS Inès WOUTERS

Waarnemers

Joseph VAN WEMMEL (voorzitter van de Stagecommissie)Christine CLOQUET (ondervoorzitter van de Stagecommissie)

2. Bekwaamheidsexamen

Overeenkomstig artikel 9, § 1, 5° van het KB van 8 april 2003 besliste de Stagecommissie toezicht te houden op het verloop van de stage, en meer bepaald op de stage van de stagiairs van het derde jaar, om de Raad al dan niet hun toelating tot het bekwaamheidsexamen voor te stellen.

De werkgroep ‘controle van de stageverslagen’ controleert de verslagen op basis van de volgende criteria:

– de naleving van het minimumaantal uren dat per jaar wordt besteed aan de uitvoering van de stage (1 000 uur);

– de naleving van de verplichtingen inzake permanente vorming en deelname aan de verplichte seminaries;

– de evaluatie van de stagemeester over de opdrachten die de stagiair heeft uitgevoerd;

– het al dan niet bestaan van tuchtrechtelijke sancties; – de resultaten van de verschillende tussentijdse proeven.

Op basis van die overwegingen onderzocht de Commis-sie 333 dossiers, waarvan er 245 in orde waren. 54 sta-giairs kregen een negatief advies en aan 34 stagiairs werd gevraagd om de delen van hun dossier die niet aan één van de bovenvermelde criteria voldeden in orde te brengen.

De Commissie heeft zo een belangrijke taak geleverd in de begeleiding van stagiairs.

Na voorstel van de Commissie besliste de Raad om de stagiairs al dan niet de toelating te geven om het bekwaamheidsexamen af te leggen.

Het bekwaamheidsexamen bestaat, volgens artikel 51 van het koninklijk besluit, uit twee delen. Voor het schrif-telijke gedeelte, waarvoor de vragen worden opgesteld door accountants en/of belastingconsulenten, werden twee sessies georganiseerd, namelijk op 31 maart en 17 november 2012.

Naargelang van het resultaat van de schriftelijke proef wordt de kandidaat uitgenodigd voor de mondelinge proef. Hij moet antwoorden op vragen die worden gesteld door een jury die is samengesteld uit vijf personen, namelijk vier leden en een vertegenwoordiger van het universitair of hoger onderwijs. Tijdens die proef moet de jury oordelen of de stagiair in staat is om de verschillende aspecten van het beroep uit te oefenen.

Het slaagpercentage voor het bekwaamheidsexamen is altijd al een aandachtspunt van de Stagecommissie geweest. Er werd trouwens gestart met een denkoefe-ning om een actieplan op korte, middellange en lange termijn uit te werken. Voor elk van de acties zullen prioriteiten worden vastgesteld. In 2013 zal een enquête worden gestuurd naar de stagemeesters. De Commis-sie streeft naar een verbetering van de slaagpercentages, waarbij het door het beroep vereiste kwaliteitsniveau wordt gehandhaafd.

De Commissie organiseerde op 24 maart 2012 ook een informatievergadering voor de stagemeesters en de leden van de examenjury’s. Tijdens deze vergadering hebben de voorzitters van de jury’s verschillende suggesties geuit om de stagemeesters zo goed mogelijk in te lichten over de verwachtingen tijdens de mondelinge proef. Ook werd een uiteenzetting gehouden over het verloop van het mondelinge gedeelte (zie deel 5 van het verslag voor meer informatie hierover).

Voor het bekwaamheidsexamen geldt een inzagerecht, maar dat recht kan pas worden uitgeoefend na het mondelinge gedeelte.

Page 15: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

14

Het IAB in 2012 2

Verlenging van de periode van 5 jaar voor deel-name aan het bekwaamheidsexamen

Tijdens het afgelopen jaar ontving de Stagecommissie ver-schillende verzoeken tot verlenging van de periode van 5 jaar voor deelname aan het bekwaamheidsexamen. Volgens artikel 52, § 1, 2e lid van het koninklijk besluit van 8 april 2003 moet de stagiair het bewijs van overmacht leveren. In dat geval kan de Stagecommissie de Raad voorstellen om de periode van 5 jaar met een sessie te verlengen.

Als de stagiair dat bewijs niet kan leveren, heeft de Com-missie een procedure in het leven geroepen om de rechten van de stagiair in acht te nemen. Deze procedure geeft de Raad de mogelijkheid een beslissing tot schrapping uit te spreken en zo de einddatum van de stage nauwkeurig te bepalen. Deze beslissing zal bij aangetekend schrijven wor-den meegedeeld aan de stagiair. De stagiair kan beroep aantekenen volgens de modaliteiten van de artikelen 48 tot 51 van het koninklijk besluit van 2 maart 1989 tot vaststel-ling van het huishoudelijk reglement van het Instituut.

Artikel 38 van het koninklijk besluit voorziet in de organisa-tie van tussentijdse proeven, op het einde van elk stagejaar, met uitzondering van het derde jaar. Deze proeven vonden plaats op 1 december 2012 en hadden betrekking op de volgende opleidingsinhouden:

– voor de eerstejaarsstagiairs-accountants

° Plichtenleer

° Personenbelasting

° Interne en externe controle

° Financieel beheer

– voor de tweedejaarsstagiairs-accountants

° Bijzondere opdrachten

° Personenbelasting

° Fiscale procedure

° Financieel beheer

– voor de eerstejaarsstagiairs-belastingconsulenten

° Plichtenleer

° Personenbelasting

° Registratierechten

° Fiscale procedure

– Voor de tweedejaarsstagiairs-belastingconsulenten

° Personenbelasting

° Registratierechten

° Fiscale procedure

Voor de overgang naar het volgende stagejaar stelde de Stagecommissie de volgende voorwaarden vast:

– slagen voor de tussentijdse proef; – het aantal geregistreerde uren in het stagedagboek

(1 000 uur per jaar); – het aantal uren permanente vorming (minmaal 20 uur

per jaar, voor een totaal van 120 uur over de laatste drie jaar).

Om de stagiairs optimaal te begeleiden, nam de Commis-sie ook contact op met stagiairs die geslaagd zijn voor de tussentijdse proef maar die niet het vereist aantal uren per-manente vorming hebben gevolgd.

Seminaries

De stagiairs werden uitgenodigd om deel te nemen aan verschillende seminaries die het IAB organiseerde. Eerste-jaarsstagiairs zijn verplicht het seminarie plichtenleer bij te wonen, evenals twee andere seminaries naar keuze. Tweede- en derdejaarsstagiairs moeten twee seminaries bijwonen. Het seminarie plichtenleer blijft verplicht voor elke stagiair die het niet in het eerste jaar heeft gevolgd.

Het afgelopen jaar werden de volgende onderwerpen behandeld:

– Plichtenleer – Financieel beheer – Personenbelasting – Bijzondere opdrachten – Fiscale procedure – Interne en externe controle – Registratierechten

3. Tussentijdse proeven

Page 16: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

15

Het IAB in 2012 2

Werkgroepen van de Stagecommissie

De Stagecommissie riep verschillende werkgroepen in het leven om specifieke dossiers die vervolgens in de Commis-sie worden besproken te volgen en voor te bereiden.

De volgende werkgroepen werden opgericht:

Huishoudelijk reglement

Het ontwerp van huishoudelijk reglement werd in de twee talen opgesteld en aan leden van de Commissie voorgelegd om te worden herlezen. Het zal vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad.

Opvolging stagedagboeken – website IAB – afde-ling “Stage”

De werkgroep heeft naar alle stagiairs een e-mail gestuurd om de problemen bij het gebruik van het stagedagboek in kaart te brengen. De mogelijkheid om een sociaal netwerk te creëren tussen het Instituut en de stagiair wordt in overleg met de communicatiecel onderzocht.

Comité van stagiairs

Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit, en meer bepaald van artikel 47 ervan, lanceerde de Stagecommissie de verkiezingsprocedure voor de vernieuwing van het comité van stagiairs.

Nieuwe wetgeving

Het ontwerp van wijziging van het koninklijk besluit

van 22 november 1990 werd voorgelegd aan de Raad van State, dat verschillende opmerkingen heeft overgemaakt aan de FOD Economie. In overleg met de kabinetten van de bevoegde Ministers (Econo-mie en Middenstand) werd het koninklijk besluit van 22 november 1990 verlengd tot in 2015. De Stagecommissie onderzocht ook een ontwerp over een specifiek diploma voor accountants en belastingconsulenten.

Promotie van de IAB-stage

De werkgroep verplaatste zich verschillende malen om de IAB-stage voor te stellen. De slides van de presentatie wer-den voorgelegd aan de communicatiecel om vanuit een meer dynamisch standpunt te worden herwerkt. De groep heeft gevraagd om te kunnen beschikken over informatie-dragers en handboeken of documentatie om uit te delen op de presentaties over de IAB-stage.

De beleidslijnen van de Raad in het kader van het ‘Jonge-renplan’ werden voorgesteld aan de Stagecommissie. De Commissie stelde voor om twee van haar leden af te vaar-digen als contactpersonen met de communicatiecel.

Seminaries, examenvragen en tussentijdse proef

De werkgroep onderzocht de mogelijkheid om het aantal vragen van het bekwaamheidsexamen te verminderen.

Permanente opleiding en langdurige stagiairs

De werkgroep stuurde berichten naar de betrokken stagiairs om toezicht uit te oefenen op hun permanente vorming. Overleg met de Commissie permanente opleiding van het Instituut wordt overwogen om de acties te coördineren.

Page 17: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

16

Het IAB in 2012 2

Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme: concrete vooruitgang …

In de uitoefening van uw beroepswerkzaamheden als extern accountant en/of extern belastingconsulent bent u onderworpen aan de bepalingen van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (AWW). Deze wet legt u spe-cifieke verplichtingen op (klantenonderzoek, bewaring, melding van bepaalde feiten bij de CFI) die in de praktijk verwezenlijkt worden door de invoering van een passende organisatie van het kantoor (identificatie van de cliënten, acceptatie- en opvolgingsbeleid, opleiding en selectie van het personeel) en, in bepaalde gevallen (regel van de 10 beroepsbeoefenaars), de aanwijzing van een verantwoordelijke voor de toepassing van de wet.

Dezelfde wet legt ook het Instituut een dubbele verplich-ting op, met name de uitvaardiging van een reglement en de controle op de naleving van de wettelijke bepalingen. De acties van 2012 werden gevoerd vanuit dit dubbele oogpunt.

A) Reglementair en didactisch luik

Krachtens artikel 38 van deze wet, moet het IAB bij regle-ment de toepassingsmodaliteiten van de verplichtingen bepaald bij het nieuwe hoofdstuk II van de wet vaststellen. Opdat er de nodige samenhang zou zijn voor de beroeps-beoefenaars van de drie instituten (IBR – IAB – BIBF) werd een werkgroep opgericht die in de loop van 2012 zeven keer samengekomen is. Het IAB was er vertegenwoordigd door Jos De Blay (voorzitter), Roger Lassaux en Patrick Van Haudt.

Een van de doelstellingen van de werkgroep bestond in het uitwerken van een reglement, gemeenschappelijk voor de drie instituten en noodzakelijk voor het in de praktijk omzetten van de wet. De tekst ervan werd op 10 januari en 7 februari 2011 door de Raad goedgekeurd en in nummer 3/2011 van ons tijdschrift Accountancy & Tax gepubliceerd. Hij heeft de waarde van een norm en de bepalingen ervan, die samen moeten worden gelezen met de bepalingen van de wet, moeten strikt worden nageleefd. De voornaamste onderwerpen zijn: de toe-passingsmodaliteiten van het klantenonderzoek (identi-ficatie en verificatie van de cliënten, hun lasthebbers en

uiteindelijke begunstigden (art. 7 tot 13) en de constante waakzaamheid ten aanzien van de verrichtingen en zakelijke relaties, de cliënten en uiteindelijke begunstig-den van de cliënten (art. 14 tot 15), alsook de passende interne organisatie van het kantoor, inclusief de invoering van een klantenacceptatie- en opvolgingsbeleid onder een risicogebaseerde aanpak (art. 16 tot 19).

Eenmaal het reglementaire aspect geregeld, hebben wij ervoor gezorgd u zo goed mogelijk te ondersteunen, door middel van teksten en tools. In de loop van 2011 werden praktische Richtlijnen uitgevaardigd via een omzendbrief. Die omzendbrief geeft Richtlijnen met het oog op de toepassing van de onderdelen van de norm die betrek-king hebben op het door de externe accountant en de externe belastingconsulent uitgevoerde onderzoek op de cliënten en de uiteindelijke begunstigden, de zakelijke relaties en de verrichtingen, op de bewaring van gege-vens en documenten, de bepaling van het risicoprofiel tijdens de cliëntenidentificatie, evenals op de organisatie van de accountants- en/of belastingconsulentenkantoren. De omzendbrief werd door de Raad op 5 september 2011 goedgekeurd en is op 1 oktober 2011 in werking getreden. Tevens werden identificatieformulieren en -sche-ma’s en beslissingsbomen, aan de hand waarvan kan uitgemaakt worden of de zakelijke relatie kan aangeknoopt of in stand worden gehouden, op onze website geplaatst.

In 2012 werd de “Handleiding procedures” gepubliceerd, die op 7 mei 2012 door de Raad werd goedgekeurd. Deze handleiding is niet bindend noch normatief en komt niet in de plaats van de norm, noch van de omzendbrief. De hand- leiding wil de beroepsbeoefenaars en hun medewerkers behulpzaam zijn om de antiwitwasnorm beter te begrijpen en toe te passen op een wijze aangepast aan de structuur en de omvang van het eigen kantoor. Het is aan de kanto-ren om de handleiding als inspiratiebron te gebruiken en het desgevallend aan hun behoeften aan te passen, op ba-sis van de interne procedures en controlemaatregelen die al voorhanden of gepland zijn. Hoewel de handleiding ook afzonderlijk kan gebruikt worden, adviseren we toch om ze (desgevallend) te integreren in de documenten betreffende de bestaande procedures en/of in de “Kwaliteitstoetsing”. Daaruit volgt dat aanpassingen, weglatingen en aanvullin-gen mogelijk zijn, naargelang de omvang en de activiteit van het kantoor en de aard van de cliënteel.

De terbeschikkingstelling van bindende (wet en reglement) en didactische teksten en hulpmiddelen (omzendbrief, “Handleiding procedures”, identificatieformulieren en

Uitoefening van het beroep1. Ontwikkelingen van het regelgevende en normatieve kader van het

beroep

Page 18: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

17

Het IAB in 2012 2

-schema’s en beslissingsbomen) werd nog uitgebouwd door een website die speciaal gewijd is aan de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, boordevol toegankelijke en actuele informatie.

B) Controleaspect

Het kader

Artikel 39 van de AWW vormt de wettelijke grondslag die aan het Instituut de bevoegdheid en de verantwoor-delijkheid verleent om effectief te controleren of de externe accountants en belastingconsulenten doeltreffende mechanismen en interne procedures hebben ingesteld met het oog op de behoorlijke naleving van hun verplichtin-gen en of ze die inderdaad ook naleven. Het betreft de inwerkingstelling van doeltreffende mechanismen ter controle van de naleving van de verplichtingen bedoeld in de artikelen 7 tot 20, 23 tot 30 en 33, alsook van deze bedoeld in de koninklijke besluiten, reglementen en andere maatregelen genomen ter uitvoering van dezelfde bepalin-gen van deze wet. In dat kader vereist artikel 30 van het reglement van de externe accountants en externe belasting-consulenten dat ze binnen de gestelde termijnen en in de overeengekomen vorm antwoorden op elk verzoek om in-formatie van de controle- of toezichthoudende overheid of tuchtoverheid (het Instituut) of van zijn afgevaardigden en op elk verzoek tot organisatie van een controle ter plaatse in het accountants- en belastingconsulentenkantoor.

De middelen

Concreet heeft het Instituut, in samenwerking met het Beroepsinstituut van de Erkende Boekhouders en Fiscalisten, ervoor gekozen om de controle op de naleving van de bepalingen van de AWW, de koninklijk besluiten, de norm en andere uitvoeringsmodaliteiten, uit te voeren bij middel van een gesloten vragenlijst met een vijftiental vragen, die aan alle externe leden natuurlijke personen werd gericht. Daarbij werd er zorg voor gedragen om de bijkomende last die onze leden werd opgelegd, zoveel mogelijk te beperken.

Deze vragenlijst werd door de Raad op 9 juli 2012 goedgekeurd en vervolgens, vergezeld van een toelichting over het “hoe en waarom”, in de loop van november 2012, in pdf-formaat, op onze website geplaatst, zodat u de kans kreeg om u ermee vertrouwd te maken. Eveneens met het oog op informatie werden in november en december 2012 twee informatiesessies (in het Frans en het Nederlands)

georganiseerd, waarop de vertegenwoordigers van de be-roepsverenigingen waren uitgenodigd. Ook op het Forum for the Future, op 6 december 2012, werd voluit de kaart van de informatie getrokken: tijdens twee zittingen van een uur, één in elke landstaal, werd uitgebreid toelichting verschaft bij de vragenlijst en de uitgevoerde controlemo-daliteiten.

Begin januari 2013 werd de vragenlijst geactiveerd. Elke externe accountant en belastingconsulent is verplicht om hem, uiterlijk tegen 31 maart 2013, online in te vullen. Bij gebrek aan antwoord, na verscheidene aanmaningen binnen een welbepaalde termijn, kan overgegaan worden tot een visitatie ten kantore. Komt er geen passende reac-tie, dan kan het dossier worden overgemaakt aan de Raad, en indien de Raad dat beslist, vervolgens aan de Tuchtcom-missie. Volgens artikel 40 van de wet van 11 januari 1993 kan de Tuchtcommissie van het IAB, onverminderd de bij andere wetten of reglementen bepaalde maatregelen, in geval van niet-naleving van de wet door de leden de beslis-singen en maatregelen die zij neemt, openbaar maken en/of een administratieve geldboete opleggen (250 tot 1 250 000 euro) ten bate van de Schatkist en de CFI in-lichten over de definitieve sancties.

Analyse en verwerking van de resultaten

Op basis van de ingeleverde antwoorden, zal het Instituut in de loop van 2013 overgaan tot bijstelling van de alge-mene statistieken en, desgevallend, tot wegwerking van de tekortkomingen en/of bijzondere problemen die aldus aan het licht zijn gekomen. Zo nodig kunnen plannen tot verbetering worden geformuleerd en de praktische uitvoering ervan opgevolgd, gekoppeld aan een visitatie ter plaatse, bij gebrek aan een passende reactie.

Uit die resultaten zal tevens heel wat statistisch materiaal kunnen worden gepuurd en aan de CFI overgemaakt, onder andere met het oog op de voorbereiding van de eind 2014 voorziene 4de wederzijdse evaluatie van België door de FAG.

Tenslotte herinneren we er nog aan dat het Instituut in augustus 2012 heeft deelgenomen aan het Forum for the Fiscal Transparency, dat gewijd was aan een aantal items die hierboven werden behandeld, maar ook aan het klantenacceptatie- en opvolgingsbeleid en de toege-paste controlemodaliteiten.

Page 19: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

18

Het IAB in 2012 2

Permanente vorming

De Raad van het IAB keurde, op basis van de werkzaamhe-den van de Commissie permanente vorming, een tekst goed tot wijziging van de norm “permanente vorming” van 2 februari 2009. Deze nieuwe tekst werd ter advies voorgelegd aan de Hoge Raad voor de Economische Beroe-pen die een overwegend positief advies gaf zodat de Raad de definitieve tekst op 3 september 2012 kon goedkeuren.

Dit zijn de belangrijkste nieuwigheden:

Vormingen op afstand worden voortaan erkend in het kader van de verplichting tot permanente vorming. Daartoe moet deze vorming aan de volgende voorwaarden voldoen:

– De vorming wordt gegeven door operatoren met een specifieke erkenning om vormingen op afstand te geven.

– Het meetbare karakter van de vorming op afstand wordt verzekerd door een controlemogelijkheid.

– De deelnemers kunnen vragen stellen over het behan-delde vakgebied (hetzij onmiddellijk, hetzij achteraf, maar altijd binnen een redelijke termijn).

– Alleen vormingen op afstand die betrekking hebben op relevante vakgebieden komen in aanmerking.

Permanente vormingsstructuur in de kantoren

De prioriteit blijft uitgaan naar het professiona-lisme en de kwaliteit van de aangeboden vormingen. Opdat het Instituut het bestaan van een perma-nente vormingsstructuur in de accountants- en/of belastingconsulentenkantoren kan beoordelen, worden de volgende criteria in aanmerking genomen, zonder dat enig criterium doorslaggevend is:

– de aanwezigheid in het kantoor van personeel dat beschikt over een specifieke deskundigheid in vormingen;

– het aanwenden van de geschikte materiële middelen en personen voor de organisatie van opleidingen;

– een beroep doen op externe sprekers; – de keuze die aan de medewerkers van het kantoor wordt

gegeven uit een vormingsaanbod; – het toegankelijk maken van de vormingen voor andere

personen dan de medewerkers van het kantoor; – de grootte van de groep waarvoor de vormingen

bestemd zijn;

– elke andere aanwijzing die borg staat voor de kwaliteit en het professionalisme van de vormingen.

Bijzonderheden op het vlak van de inhoud

De nieuwe norm permanente vorming heeft de inhoud van de vorige norm op meerdere vlakken gewijzigd, namelijk:

– in het Frans wordt de term «formation permanente» vervangen door “formation continue”;

– een nieuwe verdeling van het minimum/maximumaantal te volgen uren: verdeling 60-40% in plaats van 70-30%:

• minimum 60%:

° traditionele klassikale vormingen;

° het doceren aan een universiteit of in het hoger onderwijs, of het optreden als spreker in erkende vormingen;

• minimum 40%:

° het opstellen van publicaties van wetenschappe- lijke of technische aard;

° vormingen op afstand;

° meewerken aan technische commissies van het IAB;

° interne vormingen;

– de invoering van de mogelijkheid voor het lid om a posteriori de erkenning van een vorming aan te vragen waarvoor de organisator vooraf geen aanvraag tot erkenning had ingediend.

Deze tekst treedt in werking op 1 januari 2013 mits enkele bepalingen in verband met de erkenning van de vormings- operatoren en andere bepalingen met betrekking tot de samenstelling van de Commissie permanente vorming.

Reclame

Het IAB heeft de leiding op zich genomen van de werk-groep bestaande uit vertegenwoordigers van het IBR, het IAB en het BIBF die door het Interinstitutencomité opgericht werd om een standpunt uit te werken in reactie op het arrest “Fiducial” en op de problematiek van de reclame en ronseling door beoefenaars van economische vrije beroe-pen (bedrijfsrevisoren, externe accountants, externe belas-tingconsulenten, erkende boekhouders(-fiscalisten)).

Dit heeft geleid tot een tekst die aangenomen werd door

Page 20: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

19

Het IAB in 2012 2

de Raden van de drie instituten met als titel “Gedragsre-gels voor de beoefenaars van economische vrije beroepen betreffende reclame en andere vormen van marketing” die momenteel nader onderzocht wordt door de Hoge Raad voor de Economische Beroepen.

De boodschap is dat de reclame of de marketingactie die een professional, beoefenaar van een economisch vrij be-roep, voert, moet kaderen in de volgende basisprincipes:

– de reclame of marketingactie mag de bestemmeling niet misleiden;

– ze mag door de bestemmeling en/of het publiek waarop het is gericht niet opgevat worden als niet gepast voor een beroepsbeoefenaar;

– ze mag niet oneerlijk zijn ten opzichte van de aangestelde confrater en/of andere confraters.

Het samenstellen van financiële overzichten volgens de internationale standaard 4410 – samenstellingsop-drachten

Inleiding

Het moderniseren en internationaliseren van het norma-tief kader voor de uitvoering van opdrachten, eigen aan accountants, is noodzakelijk voor het beroep indien het wil concurrerend blijven in een wereld waar globalisering om zich heen grijpt. In een geglobaliseerde wereld wor-den Internationale Standaarden de referentie voor de beroepsuitoefening.

Vandaar dat het IAB zeer veel belang hecht aan de kennis-name door haar leden van de herziene ISRS 4410 inzake samenstellingsopdrachten, een internationale standaard uitgebracht door de IAASB1 op 16 maart 2012.

Samenstellen van financiële overzichten, een opdracht die behoort tot de ker-nactiviteiten van de accountants

Samenstellen is het opstellen van een financieel overzicht op basis van criteria zoals opgenomen in een stelsel inzake financiële verslaggeving op grond van door de entiteit aangeleverde financiële informatie.

In het kader van het samenstellen van een financieel overzicht verzamelt, verwerkt, rubriceert en analyseert de accountant gegevens en vat deze samen. Het meest courante voorbeeld van samenstellen van een financieel overzicht is het opstellen van een jaarrekening.

Het samenstellen van financiële overzichten behoort met andere woorden tot de kernactiviteiten van de accountant.

Samenstellingsopdrachten volgens de ISRS 4410

De in het kader van een samenstellingsopdracht uit te voeren werkzaamheden zijn er niet op gericht en stellen de accountant niet in staat enige zekerheid te verschaf-fen omtrent de financiële informatie. Bij een samenstel-lingsopdracht wordt de accountant ingeschakeld vanwe-ge zijn deskundigheid op het gebied van administratieve verwerking van financiële gegevens tot toereikende verslaggeving en niet vanwege zijn controledeskundigheid.

Met deze standaard erkent de IAASB de marktvraag naar diensten – andere dan audit van financiële informatie – die de geloofwaardigheid van de financiële informatie van KMO’s versterken. Men kan denken aan de situatie waar een klant een financieel overzicht van hoge kwaliteit wenst – mét vermelding van de naam van de accountant – met het oog op het verkrijgen van een lening van een bank.

Het feit dat de financiële informatie geassocieerd wordt met de naam van een accountant, die borg staat voor deskundigheid en zorgvuldigheid en onderworpen is aan professionele en ethische eisen, heeft tot gevolg dat de geloofwaardigheid van de financiële informatie versterkt wordt ten aanzien van derde partijen die deze financiële informatie willen gebruiken.

Aan de andere kant creëert de associatie van de accountant met de financiële informatie het risico dat de mate van betrokkenheid van de accountant met de informatie verkeerd zou opgevat worden. In de mate dat de naam van de accountant geassocieerd wordt met financiële informatie, kan het aangewezen zijn de stan-daard 4410 na te leven. Essentieel in dit kader is het schrif-telijk overeenkomen van de opdrachtsvoorwaarden en het opstellen van een schriftelijke samenstellingsverklaring, met als doel de duidelijke communicatie van de aard van de samenstellingsopdracht, de rol en de verantwoordelijk- heden van de accountant in het kader van de opdracht.

1 Een onafhankelijk orgaan in de schoot van IFAC dat internationale standaarden van hoge kwaliteit vaststelt met betrekking tot controle-,

assurance- en aan assurance verwante opdrachten. 19

Het IAB in 2012 2

de Raden van de drie instituten met als titel “Gedragsre-gels voor de beoefenaars van economische vrije beroepen betreffende reclame en andere vormen van marketing” die momenteel nader onderzocht wordt door de Hoge Raad voor de Economische Beroepen.

De boodschap is dat de reclame of de marketingactie die een professional, beoefenaar van een economisch vrij be-roep, voert, moet kaderen in de volgende basisprincipes:

– de reclame of marketingactie mag de bestemmeling niet misleiden;

– ze mag door de bestemmeling en/of het publiek waarop het is gericht niet opgevat worden als niet gepast voor een beroepsbeoefenaar;

– ze mag niet oneerlijk zijn ten opzichte van de aangestelde confrater en/of andere confraters.

Het samenstellen van financiële overzichten volgens de internationale standaard 4410 – samenstellingsop-drachten

Inleiding

Het moderniseren en internationaliseren van het norma-tief kader voor de uitvoering van opdrachten, eigen aan accountants, is noodzakelijk voor het beroep indien het wil concurrerend blijven in een wereld waar globalisering om zich heen grijpt. In een geglobaliseerde wereld wor-den Internationale Standaarden de referentie voor de beroepsuitoefening.

Vandaar dat het IAB zeer veel belang hecht aan de kennis-name door haar leden van de herziene ISRS 4410 inzake samenstellingsopdrachten, een internationale standaard uitgebracht door de IAASB1 op 16 maart 2012.

Samenstellen van financiële overzichten, een opdracht die behoort tot de ker-nactiviteiten van de accountants

Samenstellen is het opstellen van een financieel overzicht op basis van criteria zoals opgenomen in een stelsel inzake financiële verslaggeving op grond van door de entiteit aangeleverde financiële informatie.

In het kader van het samenstellen van een financieel overzicht verzamelt, verwerkt, rubriceert en analyseert de accountant gegevens en vat deze samen. Het meest courante voorbeeld van samenstellen van een financieel overzicht is het opstellen van een jaarrekening.

Het samenstellen van financiële overzichten behoort met andere woorden tot de kernactiviteiten van de accountant.

Samenstellingsopdrachten volgens de ISRS 4410

De in het kader van een samenstellingsopdracht uit te voeren werkzaamheden zijn er niet op gericht en stellen de accountant niet in staat enige zekerheid te verschaf-fen omtrent de financiële informatie. Bij een samenstel-lingsopdracht wordt de accountant ingeschakeld vanwe-ge zijn deskundigheid op het gebied van administratieve verwerking van financiële gegevens tot toereikende verslaggeving en niet vanwege zijn controledeskundigheid.

Met deze standaard erkent de IAASB de marktvraag naar diensten – andere dan audit van financiële informatie – die de geloofwaardigheid van de financiële informatie van KMO’s versterken. Men kan denken aan de situatie waar een klant een financieel overzicht van hoge kwaliteit wenst – mét vermelding van de naam van de accountant – met het oog op het verkrijgen van een lening van een bank.

Het feit dat de financiële informatie geassocieerd wordt met de naam van een accountant, die borg staat voor deskundigheid en zorgvuldigheid en onderworpen is aan professionele en ethische eisen, heeft tot gevolg dat de geloofwaardigheid van de financiële informatie versterkt wordt ten aanzien van derde partijen die deze financiële informatie willen gebruiken.

Aan de andere kant creëert de associatie van de accountant met de financiële informatie het risico dat de mate van betrokkenheid van de accountant met de informatie verkeerd zou opgevat worden. In de mate dat de naam van de accountant geassocieerd wordt met financiële informatie, kan het aangewezen zijn de stan-daard 4410 na te leven. Essentieel in dit kader is het schrif-telijk overeenkomen van de opdrachtsvoorwaarden en het opstellen van een schriftelijke samenstellingsverklaring, met als doel de duidelijke communicatie van de aard van de samenstellingsopdracht, de rol en de verantwoordelijk- heden van de accountant in het kader van de opdracht.

1 Een onafhankelijk orgaan in de schoot van IFAC dat internationale standaarden van hoge kwaliteit vaststelt met betrekking tot controle-,

assurance- en aan assurance verwante opdrachten.

19

Het IAB in 2012 2

de Raden van de drie instituten met als titel “Gedragsre-gels voor de beoefenaars van economische vrije beroepen betreffende reclame en andere vormen van marketing” die momenteel nader onderzocht wordt door de Hoge Raad voor de Economische Beroepen.

De boodschap is dat de reclame of de marketingactie die een professional, beoefenaar van een economisch vrij be-roep, voert, moet kaderen in de volgende basisprincipes:

– de reclame of marketingactie mag de bestemmeling niet misleiden;

– ze mag door de bestemmeling en/of het publiek waarop het is gericht niet opgevat worden als niet gepast voor een beroepsbeoefenaar;

– ze mag niet oneerlijk zijn ten opzichte van de aangestelde confrater en/of andere confraters.

Het samenstellen van financiële overzichten volgens de internationale standaard 4410 – samenstellingsop-drachten

Inleiding

Het moderniseren en internationaliseren van het norma-tief kader voor de uitvoering van opdrachten, eigen aan accountants, is noodzakelijk voor het beroep indien het wil concurrerend blijven in een wereld waar globalisering om zich heen grijpt. In een geglobaliseerde wereld wor-den Internationale Standaarden de referentie voor de beroepsuitoefening.

Vandaar dat het IAB zeer veel belang hecht aan de kennis-name door haar leden van de herziene ISRS 4410 inzake samenstellingsopdrachten, een internationale standaard uitgebracht door de IAASB1 op 16 maart 2012.

Samenstellen van financiële overzichten, een opdracht die behoort tot de ker-nactiviteiten van de accountants

Samenstellen is het opstellen van een financieel overzicht op basis van criteria zoals opgenomen in een stelsel inzake financiële verslaggeving op grond van door de entiteit aangeleverde financiële informatie.

In het kader van het samenstellen van een financieel overzicht verzamelt, verwerkt, rubriceert en analyseert de accountant gegevens en vat deze samen. Het meest courante voorbeeld van samenstellen van een financieel overzicht is het opstellen van een jaarrekening.

Het samenstellen van financiële overzichten behoort met andere woorden tot de kernactiviteiten van de accountant.

Samenstellingsopdrachten volgens de ISRS 4410

De in het kader van een samenstellingsopdracht uit te voeren werkzaamheden zijn er niet op gericht en stellen de accountant niet in staat enige zekerheid te verschaf-fen omtrent de financiële informatie. Bij een samenstel-lingsopdracht wordt de accountant ingeschakeld vanwe-ge zijn deskundigheid op het gebied van administratieve verwerking van financiële gegevens tot toereikende verslaggeving en niet vanwege zijn controledeskundigheid.

Met deze standaard erkent de IAASB de marktvraag naar diensten – andere dan audit van financiële informatie – die de geloofwaardigheid van de financiële informatie van KMO’s versterken. Men kan denken aan de situatie waar een klant een financieel overzicht van hoge kwaliteit wenst – mét vermelding van de naam van de accountant – met het oog op het verkrijgen van een lening van een bank.

Het feit dat de financiële informatie geassocieerd wordt met de naam van een accountant, die borg staat voor deskundigheid en zorgvuldigheid en onderworpen is aan professionele en ethische eisen, heeft tot gevolg dat de geloofwaardigheid van de financiële informatie versterkt wordt ten aanzien van derde partijen die deze financiële informatie willen gebruiken.

Aan de andere kant creëert de associatie van de accountant met de financiële informatie het risico dat de mate van betrokkenheid van de accountant met de informatie verkeerd zou opgevat worden. In de mate dat de naam van de accountant geassocieerd wordt met financiële informatie, kan het aangewezen zijn de stan-daard 4410 na te leven. Essentieel in dit kader is het schrif-telijk overeenkomen van de opdrachtsvoorwaarden en het opstellen van een schriftelijke samenstellingsverklaring, met als doel de duidelijke communicatie van de aard van de samenstellingsopdracht, de rol en de verantwoordelijk- heden van de accountant in het kader van de opdracht.

1 Een onafhankelijk orgaan in de schoot van IFAC dat internationale standaarden van hoge kwaliteit vaststelt met betrekking tot controle-,

assurance- en aan assurance verwante opdrachten.

Page 21: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

20

Het IAB in 2012 2

Besluit

Gelet op het belang van deze opdracht voor het beroep en de meerwaarde die de samenstellingsopdracht opgesteld overeenkomstig standaard 4410 kan betekenen voor de accountant en zijn cliënteel, hecht het IAB er veel belang aan haar leden in kennis te stellen van deze standaard, de voordelen en de gevolgen ervan.

Het IAB zal bovendien nauw betrokken zijn bij de verta-ling van deze standaard en de erbij horende modellen naar het Nederlands en het Frans, met het oog op een vlotte, weliswaar geleidelijke, implementatie ervan.

Norm inzake de kwaliteitstoetsing

De Hoge Raad voor de Economische Beroepen drong bij het IAB reeds geruime tijd aan op de invoering van een periodieke kwaliteitscontrole op de diverse taken verricht door de leden. De Hoge Raad vroeg de Raad van het IAB om na te gaan in welke mate een dergelijke periodieke kwaliteitscontrole zou kunnen worden ingevoerd en derhalve de nodige conformiteit zou kunnen worden verwezenlijkt met de minimumeisen van IFAC (Interna-tional Federation of Accountants), de organisatie die het beroep op het internationale niveau vertegenwoordigt en waarvan het IAB lid is. Naast de analyse die het IAB maakte van de kwaliteitstoetsingssystemen die reeds geruime tijd zijn ingevoerd door de met het IAB vergelijkbare Instituten in onze buurlanden en de bijkomende verplichtingen in het kader van de nieuwe antiwitwaswetgeving, bevestigde de Strategische Raad van september 2010 de beslissing voor de geleidelijke invoering van de kwaliteitstoetsing met de nodige aandacht voor het aspect begeleiding. Eén van de vier pijlers uit het actieplan 2010-2012 van de Raad van het IAB is dan ook “Kwaliteit”.

Goedkeuring van de norm

Na overleg met de Hoge Raad over de door de Raad van het Instituut voorgestelde ontwerpnorm, werden nog een aantal aanpassingen doorgevoerd zodat deze ontwerp- norm ten slotte, na goedkeuring door de Raad op 26 maart 2012, officieel voor advies kon worden doorgestuurd naar de Hoge Raad voor de Economische Beroepen. Op 27 april 2012 bracht de Hoge Raad een positief advies uit waarna de norm definitief werd goedgekeurd door de Raad op 7 mei 2012.

De norm inzake de kwaliteitstoetsing werd integraal gepubliceerd in de editie van juni 2012 van Accountancy & Tax . De norm is eveneens terug te vinden op de website van het Instituut onder “Beroep > Kwaliteitstoetsing”.

Doelstelling en basisprincipes van de norm

De accountant en de belastingconsulent hebben als beroepsbeoefenaars een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen. Zij moeten de functie van vertrouwensper-soon voor de bedrijven in alle onafhankelijkheid kunnen uitoefenen. Bedrijven moeten ook kunnen vertrouwen op de bekwaamheden en een correcte dienstverlening vanwege de adviserende beroepsbeoefenaar m.b.t. de vele vlakken van de bedrijfsvoering en dit tijdens alle fasen van de levenscyclus van de onderneming in kwestie.

Het naleven van alle wettelijke en reglementaire voorschriften enerzijds en een doorgedreven organisatie van het kantoor anderzijds zijn de sleutelelementen om deze uitdagingen aan te gaan. Nagaan of deze elementen inderdaad worden gerespecteerd d.m.v. een kwaliteitstoet-sing verschaft alle stakeholders, en vooral de cliënten, een duidelijke garantie. En dit bovenop de zekerheid die reeds wordt geboden door de gevolgde opleiding en stage, de verplichte jaarlijkse permanente vorming en de verplichtin-gen opgenomen in de deontologie van het beroep.

De overtuiging bestaat dat dankzij bevraging, het bezoek van de toetser ter plaatse, het overleg tussen het kantoor en de toetser, en uiteindelijk de evaluatie, een dynamiek van permanente invraagstelling wordt gecreëerd die zal zorgen voor een verdere verbetering van de kwaliteit. Dit hele proces zal zich voltrekken met de nodige begeleiding, zowel van het Instituut, de Commissie kwaliteitstoetsing als van de individuele toetser.

Belangrijk is ook te onderlijnen dat de volledige uitvoering en de besluitvorming omtrent de kwaliteitstoetsing geheel intern blijft, m.a.w. de bevoegdheid ligt steeds volledig in handen van de Raad van het Instituut.

Volgens het principe van de norm zal ieder extern lid getoetst worden op de uitvoering van de werkzaamheden en de naleving van de normen en van de wet- en regelge-ving. Bovendien zullen ook de interne organisatie en de procedures van het kantoor binnen dewelke het extern lid werkzaam is, getoetst worden. De toetsing gebeurt dus op beide niveau’s, het lid en het kantoor.

De toetsing wordt uitgeoefend in een geest van confrater-niteit en collegialiteit waarbij het basisprincipe van begelei-ding centraal staat. Ze zal ook steeds aangepast zijn aan de omvang en de aard van het kantoor.

Page 22: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

21

Het IAB in 2012 2

Commissie kwaliteitstoetsing

Om de invoering van de kwaliteitstoetsing in goede banen te leiden, werd begin 2012 een oproep tot kandidaatstel-ling als lid van de Commissie kwaliteitstoetsing gericht aan alle externe leden. Het IAB mocht bij de 50 kandidaturen ontvangen. De Raad heeft tijdens zijn zitting op 7 mei 2012, met veel aandacht voor de relevante ervaring van de kan-didaten alsook voor het nodige evenwicht op niveau van de aard en de omvang van de kantoren van de kandidaten, 16 leden en 2 waarnemers benoemd voor een mandaat dat loopt tot 31 mei 2016. Teneinde een werkschema op te stellen om de voorbereidende werkzaamheden in goede banen te leiden, de nodige procedures en werkmethodes uit te werken en aan te vangen met het uitschrijven van de toetsingshandleiding, vonden in 2012 reeds 5 vergaderin-gen plaats.

Pilootfase

Deze Commissie organiseerde eind 2012 bovendien de oproep tot kandidaatstelling voor toetsers. Deze toetsers zullen, na een adequate vorming, de eerste proeftoetsin-gen tijdens de pilootfase uitvoeren. Dankzij de pilootfase, die zal lopen tot eind 2014, zullen de in het kader van de kwaliteitstoetsing gebruikte procedures en werkinstru-menten kunnen worden geoptimaliseerd. Er zal inderdaad een verdere afstemming dienen te gebeuren tussen de vrijwillig getoetste kantoren, de toetsers en het Instituut. Vanaf 2015 zullen dan systematisch externe leden worden geselecteerd voor een kwaliteitstoetsing in het kader van hun kantoor.

Informatiesessies en begeleiding

Het is een continue zorg van het Instituut om de leden terdege te informeren over dit belangrijk aspect voor de toekomst, enerzijds om hen bij te staan bij de voorberei-ding maar anderzijds ook om eventuele misverstanden over de opzet en de uitvoering van de kwaliteitstoetsing uit de wereld te helpen. De leden van de Raad en van de

Commissie kwaliteitstoetsing staan dan ook steeds ter beschikking om toelichting te geven. Eind 2011 al liepen kwaliteit en kwaliteitstoetsing als een rode draad door de verschillende presentaties gebracht op het Congres van het Forum for the Future. We lieten er de Nederlandse Orde van Accountants en Administratieconsulenten (NOvAA) en de Franse Ordre des Experts-comptables aan het woord om hun ervaringen met ons te delen aangaande de kwaliteitstoetsingsprogramma’s die zij voor hun leden invoerden. Met een presentatie die werd gehouden tijdens het Forum voor de boekhoudkundige en financiële beroepen in Gent en in Charleroi in april 2012 bracht het Instituut ook daar de nodige toelichting voor de aanwe-zige leden. Verschillende Raadsleden van het Instituut namen in 2012 ook het woord in het kader van activiteiten georganiseerd door beroepsverenigingen. Zo bracht bijvoorbeeld een groep leden uit het Luikse in juni een bezoek aan het Instituut teneinde er een informatiesessie over de kwaliteitstoetsing te volgen. In september stond het Instituut dan weer de beroepsvereniging UPCHO uit Doornik te woord.

Ook de lokale informatiesessies die door de Raad van het Instituut werden opgestart in 2009 namen steeds het thema kwaliteit weer op. Eind 2012 ving de derde editie van deze informatiesessies aan. Deze keer maakt het volledige project rond de kwaliteitstoetsing de hoofdbrok uit van het programma. Hiermee hoopt het Instituut opnieuw een groot deel van de leden rechtstreeks te bereiken. Het is ook steeds de perfecte gelegenheid voor de raadsleden om in een aangename sfeer nog wat na te praten met de aanwezige leden zodat vragen kunnen worden gesteld en beantwoord. In het kader van deze informatiesessies werd door het Instituut een “witboek kwaliteit” uitgewerkt met tien leidraden die een eerste stap kunnen betekenen naar het opzetten van een kwaliteits-beheersingssysteem binnen het kantoor (meer hierover verder in het jaarverslag). Ook de uitgebreide handleiding voor de organisatie van de kantoren en de procedures zal een nuttig werkinstrument blijken.

Page 23: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

22

Het IAB in 2012 2

Accountants op de radio!

Het hoe en waarom van onze campagne…

Iedereen is het erover eens: op basis van duidelijk omschre-ven doelstellingen moeten voor de opbouw en aansturing van een duurzame communicatiestrategie regelmatig de mogelijkheden tot verbetering in kaart worden gebracht en de impact van de strategie worden gemeten om zo de acties te optimaliseren. Zoals u weet maakten de commu-nicatieacties van het Instituut over het beroep tot nu toe gebruik van eerder traditionele kanalen. In navolging van de ontwikkeling van een grafisch charter hebben we hoofdzakelijk een visuele identiteit uitgewerkt die we in onze publicaties en naar aanleiding van onze presentaties en andere visuele media hebben uitgekiend. De radiocampagne bracht in de eerste plaats een verras-singseffect teweeg, want het ging immers om een primeur. Maar we trokken ook de dubbele kaart van de voordelen van de ‘media mix’ en de impact bij het grote publiek om ons kwaliteitsmerk in de kijker te zetten. Het kwaliteitsmerk accountant bestaat dan wel en mag er prat op gaan dat het als enige steunt op een internationaal label, maar we moeten het ook concreet vorm geven: het moet onze waarden, onze kennis en knowhow uitdragen en bekendheid geven aan onze werkgebieden die heel ver-dienstelijk zijn voor onze klanten.

Een nationale campagne, een hoofd-thema, een originele benadering

Net als elke goede slagzin, sprak de onze voor zichzelf: ‘Raad van uw accountant is goud waard!’. In deze roerige tijden weet iedereen immers intuïtief hoe belangrijk het is om op het juiste moment goede raad te krijgen! De strate-gie van ons beroep steunt op kwaliteit en die kwaliteit verdient het om door zoveel mogelijk mensen gekend, erkend, gezien en gedeeld te worden. De radio maakt het, als centraal element van een krachtig multimedia-appa-raat en in samenhang met andere media, mogelijk om die kwaliteit te benadrukken, voor zover we ons de middelen permitteren om een dergelijk beleid te voeren!

De nationale campagne van december 2012 werd op grote schaal uitgezonden op zenders met grote luisterdichtheid als La Première, Classique 21 en Radio 1 en mikte inder-daad op naamsbekendheid en imago. De campagne zette in op de correlatie tussen een probleem, een situatie en het volkomen verantwoord inhuren van de diensten van een accountant. Tegelijk werd de impact van de radiospot aangescherpt door de terbeschikkingstelling van affiches, banners, postkaarten en andere documenten die in de kantoren gebruikt kunnen worden. De promotie van het

imago van het beroep is, als het om de kwaliteit gaat, immers iets waar iedereen elke dag moet aan werken, net als iedereen elke dag een stevige dosis ‘methodolo-gie’ kan gebruiken, zoals uit het ‘witboek kwaliteit’ bleek. Deze boodschap werd duidelijk meegegeven tijdens onze recente lokale informatiesessies, die we onder meer te baat hebben genomen om de ins en outs van deze campagne uiteen te zetten en de eerste resultaten ervan te bespreken.

Coherentie met onze toekomstige acties

Eind vorig jaar waren we verheugd dat bij het doornemen van de resultaten van een enquête blijkt dat onze nieuwe stijl, onze communicatiecampagnes rond ons kwaliteits-merk op waardering kunnen rekenen bij de overgrote meerderheid van onze leden. Steunend op deze vaststelling bouwen we verder aan een kwaliteitsmerk, meer bepaald door snel een tweede radiocampagne over ‘de belasting-consulent’ uit te werken die in dezelfde toon verder gaat.

E-loket

In het kader van het actieplan opgesteld door het Instituut, wordt gestreefd naar een volledig elektronische relatie tussen ieder lid/stagiair en het IAB. Communicatie gebeurt inderdaad reeds geruime tijd hoofdzakelijk via de website, het e-zine en gepersonaliseerde e-mails.

Op een meer individuele basis, is het belangrijk om ieder lid of stagiair een rechtstreekse toegang te geven tot zijn/haar persoonlijk dossier bij het IAB. De nodige software werd hiervoor ontwikkeld zodat eind 2012 het “e-loket” kon worden opengesteld voor de leden. Het persoonlijk dossier kan op ieder moment online worden geraadpleegd, gewij-zigd of aangevuld.

Zo kunnen op een eenvoudige en snelle manier wijzigingen in de contactgegevens aan het Instituut gecommuniceerd worden. Een recent gewijzigd e-mailadres of professioneel adres hoeft niet meer per e-mail of per brief te worden gemeld aan het Instituut. Het lid of de stagiair kan dit on-middellijk zelf in het elektronisch ledendossier aanpassen. Het zijn ook deze contactgegevens die in real-time op de website raadpleegbaar zullen zijn voor derden. Dit betekent dus tijdswinst en vooral een zekerheid voor het lid dat de publieke gegevens op een correcte wijze zullen verschij- nen. Het lid kan er ook voor opteren dat bepaalde gege-vens, waarover het IAB beschikt, niet op de website wor-den meegedeeld. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn voor een gsm-nummer. Het lid kan dan eenvoudigweg via het e-loket in zijn/haar dossier aangeven dat hij/zij dit wenst te verbergen in zijn/haar publiek profiel.

2. Actiepunten van het IAB

Page 24: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

23

Het IAB in 2012 2

Maar het e-loket is uiteraard meer dan dat. Het zal in de nabije toekomst vooral een uiterst toegankelijk en han-dig werkinstrument worden en een essentieel onderdeel uitmaken van de informatiestroom tussen het Instituut en zijn leden en stagiairs. Het lid of de stagiair krijgt vanzelfsprekend enkel toegang tot zijn/haar gepersona-liseerd dossier.

Volgende delen zijn reeds beschikbaar:

– “Mijn gegevens”1. Wijzigbaar:

° Privégegevens

° Professionele gegevens

° Werkta(a)l(en)

° Verzekering burgerlijke beroepsaansprakelijkheid

° Bankrekening (enkel zichtbaar indien het lid werk-zaam is binnen een IAB-Commissie)

° Mijn publiek profiel (Verberg privételefoon en -fax, Verberg mobiele telefoon, Verberg privéadres, Verberg e-mailadres, …)

2. Enkel raadpleegbaar:

° Algemeen (naam, voornaam, taalrol, ...)

° Accountant (erkenningsdatum, ...)

° Belastingconsulent (erkenningsdatum, ...)

° Lid / Stagiair van een ander Instituut (IBR, ...)

° Lidgeld IAB voldaan/niet voldaan

° Stagiair(s) (mijn stagiair(s))

° Mandaten

– “Mijn vennootschappen”1. Wijzigbaar:

° Maatschappelijke zetel

° Uitbatingszetel(s)

° Verzekering burgerlijke beroepsaansprakelijkheid2. Enkel raadpleegbaar:

° Algemeen (benaming, type, ...)

° Accountant (erkenningsdatum, ...)

° Belastingconsulent (erkenningsdatum, ...)

° Lidgeld IAB voldaan/niet voldaan

° Venno(o)t(en) en zaakvoerder(s)

– “Mijn kantoor”Aan te vullen (op basis van gegevens beschikbaar bij het IAB):

° Zaakvoerder verantwoordelijk voor de contacten met het IAB

° Beheer samenstelling kantoor

° Aanstelling verantwoordelijke(n) voor de antiwitwaswetgeving

° Aanstelling contactpersoon m.b.t. de kwa-liteitstoetsing t.o.v. het IAB

– “Mijn opdrachten” Hier kan het verloop van de verslagen voor bijzondere mandaten, ingediend bij de Commissie van begeleiding en toezicht, geconsulteerd worden.

– “Mijn opleidingen”Hier wordt een link gelegd naar de individuele verslagen permanente vorming.

– “Stagedagboek”Dit deel geeft een rechtstreekse toegang tot de stagedagboeken van de stagiair(s) waarvan het lid stagemeester is.

Vanaf 2013 staan nog een aantal belangrijke bijkomende modules op stapel:

– “Mijn voorkeurmateries”Dankzij dit gedeelte kan het lid voorkeurmateries aangeven. Via een zoekfunctie op de website van het Instituut zullen potentiële cliënten, naast de reeds bestaande geografische criteria, via deze aangegeven voorkeurmateries kunnen zoeken in de ledenlijst.

– “Antiwitwas” Wegens de wettelijke controleverplichtingen van het Instituut dienaangaande, werd in 2012 reeds een vragen-lijst gestuurd naar alle externe leden onderworpen aan de antiwitwaswetgeving. Via deze module zal het lid in de toekomst steeds zijn/haar verslagen kunnen nagaan en er zich van verzekeren dat aan de verplichtingen is tegemoetgekomen.

– “Mijn kwaliteitstoetsingsdossier”Dit gedeelte zal ieder extern lid toelaten om zijn/haar kwaliteitstoetsing op te volgen (tijdsverloop) en alle relevante informatie, documenten en verslagen te raadplegen.

Verder is het ook de bedoeling dat het lid of de stagiair alle formulieren in het kader van het lidmaatschap resp. stageparcours, elektronisch via het e-loket zal invullen. Dit kan onder meer gaan over een erkenningsaanvraag voor de professionele vennootschap, een wijziging in het statuut (extern/intern lid, gepensioneerd lid) of een inschrijving voor een examen als stagiair.

Het blijft uiteraard een uitdaging en een prioriteit voor het Instituut om een zo efficiënt mogelijke communicatie met zowat 8 500 leden en stagiairs te organiseren en ervoor te zorgen dat de informatiestroom aan een aanvaardbare kostprijs kan gebeuren. Het is duidelijk dat het e-loket op termijn een onmisbare schakel zal zijn in dit verhaal.

Page 25: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

24

Het IAB in 2012 2

Een beroep ten dienste van de cliënten, een partner van het algemeen belang en van de overheid ...

De fiscaliteit van het voorbije jaar 2012 werd gekenmerkt door een reeks ingrijpende wetswijzigingen, die op hun beurt werden gecorrigeerd door snel opeenvolgende wijzigingen “die algemeen beschouwd gekarakteriseerd kunnen worden als reparatiewetgeving. De spoed waarmee telkenmale de ontworpen wijzigingen worden opgesteld en moeten worden beoordeeld door het Parlement, werkt nieuwe vergissingen of onjuiste beleidsinschattingen in de hand die korte tijd nadien nopen tot nieuwe reparatiewetgeving…”. Aan het woord is de Raad van State in zijn advies nr. 52 465/1-2-3 van december 2012 (Parl.St. Kamer 2012-13, nr. 2561/1,155).

Onze beroepen werden als gevolg daarvan en daarenboven in 2012 geconfronteerd, niet alleen met voornoemde vloed van wetten, maar ook met het feit dat deze omstandighe-den de rechtszekerheid in het gedrang brengen.

Graag en met overgave staan wij ten dienste van onze cliënten, en willen wij een werkbare combinatie zoeken als partner van het algemeen belang en van de overheid. De omstandigheden brachten in 2012 met zich dat onze overgave en onze volharding soms op de proef werden gesteld.

In dat licht hebben wij in het voorbije jaar naar best vermogen aan de FOD Financiën geloofwaardige en evenwichtige voorstellen gedaan, meerdere proble-men aangekaart en getracht in samenspraak werkbare oplossingen aan te reiken.

Drie dossiers zijn het bewijs dat een welbegrepen aanpak efficiënt is, omdat hij tot resultaat heeft geleid en concrete verwachtingen inhoudt.

Het probleem van de zogenaamde geheime commissielonen

Ook al zijn alle problemen nog niet van de baan, toch hebben onze inspanningen ertoe geleid dat kan aanvaard worden dat het thans redelijk is rekening te houden met de goede wil van de belastingplichtige die iets vergeten is of een vergissing heeft begaan. Als het feit dat het voordeel (op de fiche) niet of onvolledig werd aangegeven uitzon-derlijk is, het bedrag gering is en er een spontane rechtzet-

ting op volgt, moet geen aanvullende aanslag van 309% worden gevestigd. Een begin van terugkeer naar het leidend beginsel van de goede trouw van de belastingplichtige!

De VAA personenwagens

Wij hebben, samen met Federauto en het VBO, bij de fiscale autoriteiten gepleit voor een vereenvoudiging van het stelsel en de afschaffing van de FAQ’s waarvan de fiscus gebruik maakt, omdat die meer vragen oproepen dan antwoorden aanreiken. Wij hopen dat wij in 2013 gehoor zullen vinden!

De nieuwe regels inzake de opeisbaarheid van de btw

In samenwerking met de andere instituten van de economische beroepen en met het VBO hebben wij bijgedragen tot de invoering van een overgangsperiode van een jaar, zodat de leden en de ondernemingen de tijd krijgen om zich de nieuwe regels eigen te maken en hun boekhoudsoftware aan te passen.

Op zicht van de behaalde successen en/of de gewekte hoop, tonen deze drie voorbeelden aan hoe, in samenwer-king met de andere instituten en het VBO, aanvaardbare resultaten kunnen worden bereikt, zonder hiermee te beweren dat nu plots de lucht volledig is opgeklaard. Zij tonen wel het belang aan van een soortgelijke, zelfs proactieve werkwijze in andere problemen die de ondernemingen, onze cliënten, aangaan: de financie-ring, de preventie van moeilijkheden, de overdracht en opvolging, ...

En verlies ook de rol van de economische beroepen in de strijd tegen de fiscale en sociale fraude niet uit het oog, in het licht van de bepalingen van het actieplan. Hetzelfde constructieve overleg dat nu al gevoerd wordt, zou best doorgetrokken worden tot alle aspecten die het dagelijks werk van de fiscale beroepen aangaan, want een betere verstandhouding tussen de economische beroepen en de FOD Financiën zal zowel het belang van de Staat als van de belastingplichtigen dienen. Wat zeker tot deze dynamische samenwerking zou kunnen bijdragen is het enig mandaat, het ter beschikking houden van bewijsstukken en de be-voegdheid om de belastingplichtigen bij de fiscale adminis-tratie te vertegenwoordigen.

Page 26: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

25

Het IAB in 2012 2

Audit van het IAB in het kader van het verlenen van een erkenning “KMO Por-tefeuille” aan accountants en belasting-consulenten

Opdat de externe accountants en/of externe belastingconsulenten sneller en goedkoper een erken-ning als KMO Portefeuille dienstverlener zouden kunnen behalen, had het Instituut in samenwerking met de Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen (FVIB) van het Agentschap Ondernemen de vorming van een passerelle bekomen waarin vrijstellingen zouden wor-den opgenomen zodat de erkenningsprocedure wordt vereenvoudigd. Het opzet in deze was met name aan te tonen dat het lidmaatschap bij het Instituut op basis van de wettelijke en kwalitatieve vereisten op zich voldoende garanties kon bieden die een individuele toetsing van elke accountant en belastingconsulent verder overbodig zou maken.

Na een grondige voorbereiding heeft het Instituut de vertegenwoordigers van de door het Agentschap Onder-nemen gemandateerde auditor ontvangen. Dit voor een grondige doorlichting van de werking van het Insti-tuut enerzijds en toetsing van de kwaliteit en de regels verbonden aan de hoedanigheden van accountant en belastingconsulent anderzijds. Na een eerste feedback kan met enige zekerheid gesteld worden dat de vooruitzichten voor het bekomen van meerdere vrijstellingen gunstig zijn. De eindbeoordeling zal in de loop van het jaar 2013 nog worden gegeven door het Agentschap Ondernemen.

Officiële standpunten

Advocaten en onderwerping aan de btw: in alle objectiviteit…

Een beetje geschiedenis

België is het laatste Europese land waar de advocaten ervan vrijgesteld zijn hun cliënten btw aan te rekenen! De denkoefening afbakenen impliceert eerst enig inzicht in het hoe van het waarom van deze vrijstelling, die de advocaten niet alleen vrijstelt van aanrekening van de btw, maar ook van de indiening van periodieke btw-aangiften en van de jaarlijkse listing van hun in België aan de btw onderworpen klanten. Het betreft een afwijking van de Zesde Btw-Richtlijn die België voorlopig en tijdelijk had

bekomen. Deze Richtlijn had tot doel een gemeenschap-pelijk percentage te bepalen op een grondslag die op uniforme wijze volgens communautaire voorschriften wordt vastgesteld voor de eigen inkomsten van de Europese Gemeenschappen. In het Belgische Btw-Wetboek wor-den de advocaten in artikel 53bis, § 1 WBTW opgenomen onder de omschrijving «de belastingplichtigen die uitsluitend leveringen van goederen of diensten verrichten waarvoor zij geen recht op aftrek hebben». We weten ook dat artikel 53 ondertussen de vrijstelling van de btw voor de notarissen en de gerechtsdeurwaarders heeft afgeschaft, maar deze voor de advocaten heeft behouden en dat het Grondwettelijk Hof het beroep tot vernietiging, dat een aantal notarissen tegen dit nieuwe artikel had ingediend, bij arrest nr. 141/2012, heeft afgewezen. Een situatie die enig is in Europa. België is thans het laatste land van de Europese Unie dat de diensten van de advocaten nog vrijstelt van btw.

Rechtstreekse gevolgen

Zonder in detail te treden, moeten we toch vaststellen dat het behoud van deze vrijstelling heel wat zware gevolgen veroorzaakt. Twee daarvan moeten zeker vermeld worden, gelet op het feit dat wij de instandhouding van de rechtstoegang voor de minderbedeelden als een verworven gegeven beschouwen.

– De kost ervan, van om en bij de 80 miljoen euro per jaar, zijnde de vergoeding die België aan Europa moet betalen.

– De aanleiding tot oneerlijke concurrentie voor verge- lijkbare prestaties. De invoering van de veralgemeende onderwerping aan de btw van alle vrije beroepen zou een halt toeroepen aan de oneerlijke concurrentie tussen de advocaten en de andere dienstverrichters (accountants, boekhouders, belastingconsulenten en adviesbureaus) in verband met het fiscaal advies dat verleend wordt voor overheidsdiensten, gemeenten, financiële instellingen, verzekeringsmaatschappijen en particulieren. Het feit dat België ondertussen de laatste lidstaat is waar de diensten van de advocaten vrijgesteld zijn van btw (Griekenland heeft deze vrijstelling in de loop van 2010 afgeschaft, voornamelijk om budgettaire redenen) zal voor de buitenlandse zakenadvocatenkan-toren waarschijnlijk een sterke stimulans zijn om in Brussel een nieuwe inrichting of bijkantoor op te richten of om een nieuw gebouw voor hun bestaande inrichting op te trekken (wat vaak wordt vermeden gelet

Page 27: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

26

Het IAB in 2012 2

op de niet-aftrekbaarheid van de btw geheven van de bouwkosten).

Voegen we daaraan toe dat, hoewel de advocaten zich druk maken over de invoering van de btw op hun ereloonafrekeningen, die maatregel hun nochtans goed zou moeten uitkomen, want dan zouden ze, net als de notarissen en gerechtsdeurwaarders, en eigenlijk alle btw-plichtigen, de btw die hun wordt aangerekend op hun bedrijfsmiddelen en hun algemene kosten kunnen terugkrijgen, wat nu niet het geval is. Dit klein “onge-mak” weegt niet op tegen de btw die zou kunnen geïnd worden op de “toegevoegde waarde” die de advocaten hun cliënten aanrekenen.

Legitiem en logisch

Ons voorstel, waarvoor de betrokken ministers ontvankelijk worden gemaakt, draait rond een dubbel complementair luik. Veeleer dan te allen prijze een specifiek voordeel te willen afnemen dat aan een bijzondere categorie personen werd toegekend om de enige reden dat ze tot die beroepscategorie behoren, terwijl andere categorieën van beroepsbeoefenaars, die zich in soortgelijke omstandighe-den bevinden, dat voordeel niet genieten, laten wij ons leiden door het gezond verstand en de billijkheid.

In de wetenschap dat het aan de wetgever behoort om, binnen de door het Europees recht gestelde grenzen, de handelingen en diensten vast te stellen die aan de btw onderworpen zijn, stellen wij voor om de btw-vrijstel-ling van de diensten van advocaten te behouden voor de rechtsbijstand (verdediging voor het gerecht) maar de adviesverlening in het toepassingsgebied van de btw te laten vallen. De daardoor opgebrachte btw-ontvangsten zouden dan, bij voorrang, kunnen aangewend worden tot verhoging van de rechtshulp aan de minderbedeelden, met name voor de pro deoregeling, en wel door de oprich-ting van een compensatiefonds (dat, afhankelijk van de hoogte van het inkomen, een deel van de gerechtskosten zou terugbetalen).

En de begeleiding van de advocaten bij het opzetten van hun nieuwe boekhoudkundige organisatie ten gevolge van de invoering van hun onderwerping aan de btw, zou voor de economische beroepen dan ineens meegenomen zijn …

Standpunt IAB m.b.t. de wijziging van de Vierde, Zevende en Achtste Richt-lijn

Het IAB volgt met veel belangstelling de voorstellen van wijziging van de Vierde, Zevende en Achtste Richtlijnen en hun mogelijke weerslag op het beroep van accountant en heeft hierover ook formeel standpunt ingenomen t.a.v. alle betrokken partijen.

In het kader van de voorgestelde wijziging van de Achtste Richtlijn1 valt de uitbreiding van de definitie van “wet-telijke controle van jaarrekeningen“ op. Het begrip “wettelijke controle van jaarrekeningen” zou immers in die zin gewijzigd worden dat, voortaan, wanneer een kleine vennootschap vrijwillig besluit om haar jaarrekening te laten controleren, een dergelijke controle ook als een wettelijke controle van jaarrekeningen moet worden beschouwd in de zin van de Achtste Richtlijn. Dit was voorheen niet het geval.

Alhoewel deze wijziging in België omwille van het ar-tikel 165 W.Venn. geen impact zal hebben, is het IAB in het algemeen van mening dat de controle van kleine vennootschappen – gelet op hun gering publiek be-lang – niet thuishoort in de Vierde en Achtste Richtlijn. De uitbreiding van het toepassingsgebied van de Achtste Richtlijn tot de controle van kleine vennootschappen doet bovendien manifest afbreuk aan het streven van de EU naar vereenvoudiging van de administratieve lasten verbonden aan controle ten aanzien van kleine vennootschappen en het “denk eerst klein” principe.

In het kader van de voorgestelde wijziging van de Vierde Richtlijn2 vallen vooral de tekstuele veranderingen op. Deze werden ingevoerd om de terminologie in de voorgestelde Richtlijn op één lijn te brengen met het moderne boekhoudkundige jargon. Alhoewel bena-drukt wordt dat deze tekstuele veranderingen de inhoud van de betreffende artikels niet zouden beïnvloeden, merkt het IAB echter met bezorgdheid op dat deze louter “tekstuele veranderingen” ongewild aanleiding kunnen geven tot een ruimere toepassing van de Vierde, Zevende of Achtste Richtlijn.

Zo wordt het begrip “vennootschap” vervangen door het begrip “onderneming”. In het Belgische boekhoudkundige jargon is het begrip “onderneming” veel ruimer dan het

1 Voorstel voor een Richtlijn van het Europees parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van

jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen.2 Voorstel voor een Richtlijn van het Europees parlement en de Raad betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële

overzichten en relevante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen.26

L’IEC en 2012 2

Ajoutons que si les avocats s’émeuvent de l’introduction de la TVA sur leurs décomptes d’honoraires, la mesure devrait néanmoins leur être profitable, car au même titre que les notaires et huissiers de justice, et plus généralement de tout assujetti, ils pourront alors récupérer les TVA portées en compte sur leurs investissements et leurs frais généraux, ce qui n’est pas le cas aujourd’hui. Ce petit « inconvénient » ne pèserait pas lourd face à la TVA qui pourrait être collectée sur la « valeur ajoutée » que ces professionnels facturent à leurs clients.

Légitime et logique

Notre proposition, à laquelle les ministres concernés ont été sensibilisés, s’articule autour d’un double volet complémen-taire. Davantage que de vouloir à tout crin voir disparaître un avantage spécifique accordé à une catégorie de personnes, au seul motif qu’elles appartiennent à cette catégorie professionnelle, au regard d’autres catégories profession-nelles se trouvant dans des circonstances semblables, c’est la voie du bon sens et de l’équilibre que nous empruntons.

Sachant qu’il appartient au législateur de déterminer, dans les limites du droit européen, les actes et les prestations qui sont soumises à la TVA, nous proposons, d’une part, de maintenir l’exemption de TVA des prestations d’avocats pour la défense en justice, alors que l’activité de conseil tomberait dans le champ de la TVA. D’autre part, il s’agi-rait d’affecter en priorité les recettes ainsi engrangées au renforcement des moyens d’aide aux plus démunis, dans le cadre des pro deo, par la création d’un fonds de compen-sation (qui rembourserait une partie des frais de justice, en fonction de l’importance des revenus).

Accompagner les avocats dans la mise en place de la nou-velle organisation comptable qui résultera de l’introduction de cet assujettissement, c’est enfin une opportunité qui s’offrirait aux professions économiques…

Position de l’IEC concernant la modifica-tion des quatrième, septième et huitième directives

L’IEC suit avec beaucoup d’intérêt les propositions de mo-dification des quatrième, septième et huitième directives et leur impact potentiel sur la profession d’expert-comptable,

et a également pris position sur chacune de ces proposi-tions à l’égard de toutes les parties concernées.

En ce qui concerne la proposition de modification de la huitième directive1, on notera tout particulièrement l’élar-gissement de la définition du « contrôle légal des comptes annuels ». La notion de « contrôle légal des comptes annuels » est en effet modifiée en ce sens que désor-mais, lorsqu’une petite société décide volontairement de faire contrôler ses comptes annuels, un tel contrôle doit également être considéré comme un contrôle légal des comptes annuels au sens de la huitième directive, ce qui n’était pas le cas auparavant.

Même si cette modification n’aura aucun impact en Belgique, en raison de l’article 165 C. soc., l’IEC est, de manière générale, d’avis que le contrôle des petites sociétés n’a pas sa place dans le cadre des quatrième et huitième directives, en raison de leur intérêt public limité. L’élargis-sement du champ d’application de la huitième directive au contrôle des petites sociétés est en outre manifestement contraire à l’objectif communautaire de simplification des charges administratives liées au contrôle à l’égard des petites sociétés et au principe think small first.

En ce qui concerne la proposition de modification de la quatrième directive2, on notera principalement les modifi-cations textuelles. Celles-ci ont été introduites dans le but d’harmoniser la terminologie dans la directive proposée avec le jargon comptable moderne. Bien qu’on insiste sur le fait que ces modifications textuelles n’influencent pas le contenu des articles concernés, l’IEC se dit toutefois préoc-cupé par le fait que ces modifications purement textuelles risquent d’entraîner involontairement une application plus large de la quatrième, de la septième ou de la huitième directive.

Ainsi, le terme « société » est-il remplacé par le terme « entreprise ». Dans le jargon comptable belge, la notion d’« entreprise » est toutefois bien plus large que la notion de « société ». En effet, la notion d’« entreprise » englobe – outre toutes les sociétés et groupements européens d’in-térêt économique – également toutes les personnes phy-siques qui sont commerçants et la plupart des ASBL. Bien que les annexes I et II à la proposition relative aux quatrième et septième directives énumèrent les formes d’entreprises auxquelles la proposition est applicable en Belgique, l’IEC

1 La proposition de directive du Parlement européen et du Conseil modifiant la directive 2006/43/CE concernant les contrôles légaux des comptes

annuels et des comptes consolidés.2 La proposition de directive du Parlement européen et du Conseil relative aux états financiers annuels, aux états financiers consolidés et aux rapports

associés de certaines formes d’entreprises.

26

Het IAB in 2012 2

op de niet-aftrekbaarheid van de btw geheven van de bouwkosten).

Voegen we daaraan toe dat, hoewel de advocaten zich druk maken over de invoering van de btw op hun ereloonafrekeningen, die maatregel hun nochtans goed zou moeten uitkomen, want dan zouden ze, net als de notarissen en gerechtsdeurwaarders, en eigenlijk alle btw-plichtigen, de btw die hun wordt aangerekend op hun bedrijfsmiddelen en hun algemene kosten kunnen terugkrijgen, wat nu niet het geval is. Dit klein “onge-mak” weegt niet op tegen de btw die zou kunnen geïnd worden op de “toegevoegde waarde” die de advocaten hun cliënten aanrekenen.

Legitiem en logisch

Ons voorstel, waarvoor de betrokken ministers ontvankelijk worden gemaakt, draait rond een dubbel complementair luik. Veeleer dan te allen prijze een specifiek voordeel te willen afnemen dat aan een bijzondere categorie personen werd toegekend om de enige reden dat ze tot die beroepscategorie behoren, terwijl andere categorieën van beroepsbeoefenaars, die zich in soortgelijke omstandighe-den bevinden, dat voordeel niet genieten, laten wij ons leiden door het gezond verstand en de billijkheid.

In de wetenschap dat het aan de wetgever behoort om, binnen de door het Europees recht gestelde grenzen, de handelingen en diensten vast te stellen die aan de btw onderworpen zijn, stellen wij voor om de btw-vrijstel-ling van de diensten van advocaten te behouden voor de rechtsbijstand (verdediging voor het gerecht) maar de adviesverlening in het toepassingsgebied van de btw te laten vallen. De daardoor opgebrachte btw-ontvangsten zouden dan, bij voorrang, kunnen aangewend worden tot verhoging van de rechtshulp aan de minderbedeelden, met name voor de pro deoregeling, en wel door de oprich-ting van een compensatiefonds (dat, afhankelijk van de hoogte van het inkomen, een deel van de gerechtskosten zou terugbetalen).

En de begeleiding van de advocaten bij het opzetten van hun nieuwe boekhoudkundige organisatie ten gevolge van de invoering van hun onderwerping aan de btw, zou voor de economische beroepen dan ineens meegenomen zijn …

Standpunt IAB m.b.t. de wijziging van de Vierde, Zevende en Achtste Richt-lijn

Het IAB volgt met veel belangstelling de voorstellen van wijziging van de Vierde, Zevende en Achtste Richtlijnen en hun mogelijke weerslag op het beroep van accountant en heeft hierover ook formeel standpunt ingenomen t.a.v. alle betrokken partijen.

In het kader van de voorgestelde wijziging van de Achtste Richtlijn1 valt de uitbreiding van de definitie van “wet-telijke controle van jaarrekeningen“ op. Het begrip “wettelijke controle van jaarrekeningen” zou immers in die zin gewijzigd worden dat, voortaan, wanneer een kleine vennootschap vrijwillig besluit om haar jaarrekening te laten controleren, een dergelijke controle ook als een wettelijke controle van jaarrekeningen moet worden beschouwd in de zin van de Achtste Richtlijn. Dit was voorheen niet het geval.

Alhoewel deze wijziging in België omwille van het ar-tikel 165 W.Venn. geen impact zal hebben, is het IAB in het algemeen van mening dat de controle van kleine vennootschappen – gelet op hun gering publiek be-lang – niet thuishoort in de Vierde en Achtste Richtlijn. De uitbreiding van het toepassingsgebied van de Achtste Richtlijn tot de controle van kleine vennootschappen doet bovendien manifest afbreuk aan het streven van de EU naar vereenvoudiging van de administratieve lasten verbonden aan controle ten aanzien van kleine vennootschappen en het “denk eerst klein” principe.

In het kader van de voorgestelde wijziging van de Vierde Richtlijn2 vallen vooral de tekstuele veranderingen op. Deze werden ingevoerd om de terminologie in de voorgestelde Richtlijn op één lijn te brengen met het moderne boekhoudkundige jargon. Alhoewel bena-drukt wordt dat deze tekstuele veranderingen de inhoud van de betreffende artikels niet zouden beïnvloeden, merkt het IAB echter met bezorgdheid op dat deze louter “tekstuele veranderingen” ongewild aanleiding kunnen geven tot een ruimere toepassing van de Vierde, Zevende of Achtste Richtlijn.

Zo wordt het begrip “vennootschap” vervangen door het begrip “onderneming”. In het Belgische boekhoudkundige jargon is het begrip “onderneming” veel ruimer dan het

1 Voorstel voor een Richtlijn van het Europees parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van

jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen.2 Voorstel voor een Richtlijn van het Europees parlement en de Raad betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële

overzichten en relevante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen.

Page 28: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

27

Het IAB in 2012 2

begrip “vennootschap”. Het begrip “onderneming” omvat onder meer – naast alle vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden – alle natuurlijke personen die koopman zijn en de meeste vzw’s. Al-hoewel de bijlagen I en II bij het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn de ondernemingsvormen opsommen op dewelke het voorstel in België toepasselijk is, benadrukt het IAB dat de louter tekstuele aanpassing van de term “vennootschap” naar de term “onderneming” geen verruiming van het toepassingsgebied van de betreffende Richtlijnen mag impliceren.

Bovendien wordt – in de Engelse versie van het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn – het begrip “accounts” gewijzigd naar “financial statements”. In het algemeen wordt de term “annual” accounts dan ook gewijzigd naar “annual” financial statements. Met veel verwondering stelt het IAB vast dat, daar waar de huidige Vierde Richtlijn inzake controle duidelijk “annual accounts” vermeldt, het voorgestelde nieuwe artikel inzake controle het heeft over “financial statements”, zonder vermelding van het begrip “annual”3. De term “financial statements” is veel ruimer dan de term “annual accounts” en houdt ook niet-jaarlijkse financiële overzichten in. Het betreft duidelijk een materiële fout.

Ter slotte stelt het IAB vast dat – in de Nederlandse versie van het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn – de term “jaarrekening” vervangen wordt door de term “financiële overzichten” i.p.v. “jaarlijkse” financiële over-zichten. Deze vertaalfout wordt deels gecompenseerd door het feit dat in het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn in hoofdzaak het begrip “jaarlijkse” financiële overzichten gebruikt wordt. Het IAB betreurt echter ten zeerste dat ook in de Nederlandse versie in het kader van het artikel inzake controle het begrip “financiële overzichten” gebruikt wordt in plaats van “jaarlijkse” financiële overzichten4.

Het spreekt vanzelf dat het IAB deze evolutie nauwlettend in het oog houdt en zijn standpunt ter kennis heeft gebracht aan alle betrokken partijen teneinde de belangen van het beroep te vrijwaren.

Wetsontwerp mede-eigendom

In maart 2012 werd een wetsvoorstel tot wijziging van een aantal wettelijke bepalingen inzake mede-eigendom (DOC 53 2129/001) aan het Parlement voorgelegd.

Dat voorstel wou de uitoefening van het beroep van syndi-cus via een rechtspersoon (vennootschap) en de wettelijke

controle (door een bedrijfsrevisor of een auditor) van de jaarrekening van die vennootschap verplicht maken.

Na grondig onderzoek heeft het IAB een negatief advies uitgebracht over de eventuele verplichting om het beroep van syndicus via bepaalde vennootschapsvormen onderworpen aan een verplichte wettelijke controle op hun jaarrekening te doen uitoefenen en een alternatief voorstel geformuleerd dat geïnspireerd is op de opdracht beoogd in artikel 166 W.Venn.

Reglementering van het beroep van “fi-nancial planner”

Het IAB heeft in juli 2012 deelgenomen aan een door de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) georganiseerde publieke raadpleging over de mogelijkheid om het beroep van vermogensadviseur te reglemente-ren en heeft een opmerking aan de voorgestelde tekst toegevoegd die ertoe strekt de voortzetting van die activiteit in vennootschappen van accountants en belastingconsulenten mogelijk te maken.

Technische en sectoriële samenwerking

Monitoringcomité voor de hervorming van de berekening van de sociale bijdra-gen

Het IAB heeft actief deelgenomen aan de werkzaamhe-den van het monitoringcomité voor de hervorming van de berekening van de sociale bijdragen dat op initiatief van het kabinet Laruelle opgericht werd en samengesteld is uit vertegenwoordigers van dat kabinet, socialeverzekeringsfondsen, de RSVZ, organisaties die de zelfstandigen vertegenwoordigen, de FOD Sociale Zekerheid, het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut derzelfstandigen en de drie instituten van de economische beroepen. Dit comité heeft in de loop van 2012 acht maal vergaderd om twee pistes voor de hervorming van de huidige berekeningswijze van de sociale bijdragen te bestuderen, met name:

– de mogelijkheid om in de loop van het jaar sociale bij-dragen te betalen die niet langer berekend zijn op het jaar N-3, zoals thans het geval is, maar op het lopende jaar (N);

3 Zie artikel 51 van de Vierde Richtlijn / artikel 34 van het voorstel van Vierde Richtlijn.4 Zie artikel 51 van de Vierde Richtlijn / artikel 34 van het voorstel Vierde Richtlijn.

27

Het IAB in 2012 2

begrip “vennootschap”. Het begrip “onderneming” omvat onder meer – naast alle vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden – alle natuurlijke personen die koopman zijn en de meeste vzw’s. Al-hoewel de bijlagen I en II bij het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn de ondernemingsvormen opsommen op dewelke het voorstel in België toepasselijk is, benadrukt het IAB dat de louter tekstuele aanpassing van de term “vennootschap” naar de term “onderneming” geen verruiming van het toepassingsgebied van de betreffende Richtlijnen mag impliceren.

Bovendien wordt – in de Engelse versie van het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn – het begrip “accounts” gewijzigd naar “financial statements”. In het algemeen wordt de term “annual” accounts dan ook gewijzigd naar “annual” financial statements. Met veel verwondering stelt het IAB vast dat, daar waar de huidige Vierde Richtlijn inzake controle duidelijk “annual accounts” vermeldt, het voorgestelde nieuwe artikel inzake controle het heeft over “financial statements”, zonder vermelding van het begrip “annual”3. De term “financial statements” is veel ruimer dan de term “annual accounts” en houdt ook niet-jaarlijkse financiële overzichten in. Het betreft duidelijk een materiële fout.

Ter slotte stelt het IAB vast dat – in de Nederlandse versie van het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn – de term “jaarrekening” vervangen wordt door de term “financiële overzichten” i.p.v. “jaarlijkse” financiële over-zichten. Deze vertaalfout wordt deels gecompenseerd door het feit dat in het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn in hoofdzaak het begrip “jaarlijkse” financiële overzichten gebruikt wordt. Het IAB betreurt echter ten zeerste dat ook in de Nederlandse versie in het kader van het artikel inzake controle het begrip “financiële overzichten” gebruikt wordt in plaats van “jaarlijkse” financiële overzichten4.

Het spreekt vanzelf dat het IAB deze evolutie nauwlettend in het oog houdt en zijn standpunt ter kennis heeft gebracht aan alle betrokken partijen teneinde de belangen van het beroep te vrijwaren.

Wetsontwerp mede-eigendom

In maart 2012 werd een wetsvoorstel tot wijziging van een aantal wettelijke bepalingen inzake mede-eigendom (DOC 53 2129/001) aan het Parlement voorgelegd.

Dat voorstel wou de uitoefening van het beroep van syndi-cus via een rechtspersoon (vennootschap) en de wettelijke

controle (door een bedrijfsrevisor of een auditor) van de jaarrekening van die vennootschap verplicht maken.

Na grondig onderzoek heeft het IAB een negatief advies uitgebracht over de eventuele verplichting om het beroep van syndicus via bepaalde vennootschapsvormen onderworpen aan een verplichte wettelijke controle op hun jaarrekening te doen uitoefenen en een alternatief voorstel geformuleerd dat geïnspireerd is op de opdracht beoogd in artikel 166 W.Venn.

Reglementering van het beroep van “fi-nancial planner”

Het IAB heeft in juli 2012 deelgenomen aan een door de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) georganiseerde publieke raadpleging over de mogelijkheid om het beroep van vermogensadviseur te reglemente-ren en heeft een opmerking aan de voorgestelde tekst toegevoegd die ertoe strekt de voortzetting van die activiteit in vennootschappen van accountants en belastingconsulenten mogelijk te maken.

Technische en sectoriële samenwerking

Monitoringcomité voor de hervorming van de berekening van de sociale bijdra-gen

Het IAB heeft actief deelgenomen aan de werkzaamhe-den van het monitoringcomité voor de hervorming van de berekening van de sociale bijdragen dat op initiatief van het kabinet Laruelle opgericht werd en samengesteld is uit vertegenwoordigers van dat kabinet, socialeverzekeringsfondsen, de RSVZ, organisaties die de zelfstandigen vertegenwoordigen, de FOD Sociale Zekerheid, het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut derzelfstandigen en de drie instituten van de economische beroepen. Dit comité heeft in de loop van 2012 acht maal vergaderd om twee pistes voor de hervorming van de huidige berekeningswijze van de sociale bijdragen te bestuderen, met name:

– de mogelijkheid om in de loop van het jaar sociale bij-dragen te betalen die niet langer berekend zijn op het jaar N-3, zoals thans het geval is, maar op het lopende jaar (N);

3 Zie artikel 51 van de Vierde Richtlijn / artikel 34 van het voorstel van Vierde Richtlijn.4 Zie artikel 51 van de Vierde Richtlijn / artikel 34 van het voorstel Vierde Richtlijn.

27

Het IAB in 2012 2

begrip “vennootschap”. Het begrip “onderneming” omvat onder meer – naast alle vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden – alle natuurlijke personen die koopman zijn en de meeste vzw’s. Al-hoewel de bijlagen I en II bij het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn de ondernemingsvormen opsommen op dewelke het voorstel in België toepasselijk is, benadrukt het IAB dat de louter tekstuele aanpassing van de term “vennootschap” naar de term “onderneming” geen verruiming van het toepassingsgebied van de betreffende Richtlijnen mag impliceren.

Bovendien wordt – in de Engelse versie van het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn – het begrip “accounts” gewijzigd naar “financial statements”. In het algemeen wordt de term “annual” accounts dan ook gewijzigd naar “annual” financial statements. Met veel verwondering stelt het IAB vast dat, daar waar de huidige Vierde Richtlijn inzake controle duidelijk “annual accounts” vermeldt, het voorgestelde nieuwe artikel inzake controle het heeft over “financial statements”, zonder vermelding van het begrip “annual”3. De term “financial statements” is veel ruimer dan de term “annual accounts” en houdt ook niet-jaarlijkse financiële overzichten in. Het betreft duidelijk een materiële fout.

Ter slotte stelt het IAB vast dat – in de Nederlandse versie van het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn – de term “jaarrekening” vervangen wordt door de term “financiële overzichten” i.p.v. “jaarlijkse” financiële over-zichten. Deze vertaalfout wordt deels gecompenseerd door het feit dat in het voorstel van Vierde en Zevende Richtlijn in hoofdzaak het begrip “jaarlijkse” financiële overzichten gebruikt wordt. Het IAB betreurt echter ten zeerste dat ook in de Nederlandse versie in het kader van het artikel inzake controle het begrip “financiële overzichten” gebruikt wordt in plaats van “jaarlijkse” financiële overzichten4.

Het spreekt vanzelf dat het IAB deze evolutie nauwlettend in het oog houdt en zijn standpunt ter kennis heeft gebracht aan alle betrokken partijen teneinde de belangen van het beroep te vrijwaren.

Wetsontwerp mede-eigendom

In maart 2012 werd een wetsvoorstel tot wijziging van een aantal wettelijke bepalingen inzake mede-eigendom (DOC 53 2129/001) aan het Parlement voorgelegd.

Dat voorstel wou de uitoefening van het beroep van syndi-cus via een rechtspersoon (vennootschap) en de wettelijke

controle (door een bedrijfsrevisor of een auditor) van de jaarrekening van die vennootschap verplicht maken.

Na grondig onderzoek heeft het IAB een negatief advies uitgebracht over de eventuele verplichting om het beroep van syndicus via bepaalde vennootschapsvormen onderworpen aan een verplichte wettelijke controle op hun jaarrekening te doen uitoefenen en een alternatief voorstel geformuleerd dat geïnspireerd is op de opdracht beoogd in artikel 166 W.Venn.

Reglementering van het beroep van “fi-nancial planner”

Het IAB heeft in juli 2012 deelgenomen aan een door de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) georganiseerde publieke raadpleging over de mogelijkheid om het beroep van vermogensadviseur te reglemente-ren en heeft een opmerking aan de voorgestelde tekst toegevoegd die ertoe strekt de voortzetting van die activiteit in vennootschappen van accountants en belastingconsulenten mogelijk te maken.

Technische en sectoriële samenwerking

Monitoringcomité voor de hervorming van de berekening van de sociale bijdra-gen

Het IAB heeft actief deelgenomen aan de werkzaamhe-den van het monitoringcomité voor de hervorming van de berekening van de sociale bijdragen dat op initiatief van het kabinet Laruelle opgericht werd en samengesteld is uit vertegenwoordigers van dat kabinet, socialeverzekeringsfondsen, de RSVZ, organisaties die de zelfstandigen vertegenwoordigen, de FOD Sociale Zekerheid, het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut derzelfstandigen en de drie instituten van de economische beroepen. Dit comité heeft in de loop van 2012 acht maal vergaderd om twee pistes voor de hervorming van de huidige berekeningswijze van de sociale bijdragen te bestuderen, met name:

– de mogelijkheid om in de loop van het jaar sociale bij-dragen te betalen die niet langer berekend zijn op het jaar N-3, zoals thans het geval is, maar op het lopende jaar (N);

3 Zie artikel 51 van de Vierde Richtlijn / artikel 34 van het voorstel van Vierde Richtlijn.4 Zie artikel 51 van de Vierde Richtlijn / artikel 34 van het voorstel Vierde Richtlijn.

Page 29: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

28

Het IAB in 2012 2

– de mogelijkheid – zonder ook maar iets aan de huidige berekeningswijze van de bijdragen te veranderen – om in het jaar N «voorschotten» te betalen op de bijdragen die in de loop van de volgende jaren verschuldigd zullen zijn en die dan een soort van «reserve» zullen vormen die fiscaal behandeld worden als sociale bijdragen.

Er zijn ook werkgroepen bijeengekomen om bepaalde as-pecten – meer bepaald de budgettaire impact – van die voorstellen na te gaan en concrete toepassingsregels vast te leggen. Zo heeft het IAB meegewerkt aan het onderzoek en het voorstel van een oplossing voor de problematiek van de stopzettingsmeerwaarden.

De werkzaamheden van het monitoringcomité zullen toe-gelicht worden in een rapport dat aan de Ministerraad voorgelegd zal worden.

FVIB

Het afgelopen jaar werd door het Instituut opnieuw inten-sief deelgenomen aan de interprofessionele samenwerking in de schoot van de Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen (FVIB), thans voorgezeten door oud-voorzitter Johan De Leenheer, met in totaal vier vergaderingen in 2012. Er waren dan ook veel belangrijke thema’s die de

aandacht genoten van de juridische en economische beroepen, niet in het minst ingegeven door de regering Di Rupo. De voornaamste agendapunten waren:

– de hervorming van de berekening voor de sociale bijdragen;

– Project FINMIX, een nieuw financieel product van de Vlaamse overheid, voornamelijk voor jonge starters en innoverende ondernemers;

– een samenwerking tussen de economische en juridische beroepen en UNIZO met behulp van een online platform voor interne kennisdeling;

– de splitsing van de Instituten, waaronder ook het IAB, waarbij het FVIB in de eerste plaats haar bijstand verleende en het standpunt innam dat er diende geluisterd te worden naar de voorkeur van de betrokken sector;

– de nieuwe fiscale maatregelen zoals onder meer de nieuwe btw-regels, de bijzondere aanslag geheime commissielonen en de btw op het gebruik van de bedrijfsvoertuigen.

Tot slot werd in samenwerking met het FVIB eveneens een audit bekomen voor de vorming van een passerelle teneinde de erkenningsprocedure als KMO Portefeuille dienstverlener te vereenvoudigen.

Page 30: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

29

Het IAB in 2012 2

A) Talrijke en onvermijdelijke ontwikkelin-gen

De laatste decennia heeft het beroep van accountant en belastingconsulent een nooit eerder geziene evolutie doorgemaakt. Deze evolutie gaat niet alleen gepaard met een sterke responsabilisering bij de diensten en adviezen die aan ondernemingen worden aangeboden en met een uitbreiding van de vereisten voor de uitoefening van het beroep, maar ook de eraan gekoppelde eis van een alomtegenwoordige kwaliteit heeft veel aan belang gewonnen, evenveel als, of zelfs meer dan, de beoordeling van de naleving ervan.

Op basis van deze dubbele vaststelling maakte de Raad van het Instituut in de voorbije jaren kwaliteit tot een prio-riteit en werkte een beleid uit waarbij de leden werden betrokken. Want kwaliteit is vandaag dan wel een prioritaire aangelegenheid, maar het is ook een werk van lange adem. Het waarborgen van kwaliteit steunt op drie hoofdpijlers. Uitdrukkelijk formuleren van wat kwaliteit inhoudt, is de eerste van die pijlers. Bij elke benadering die mikt op kwaliteit moeten de wenselijkheid en de nood-zaak worden uitgelegd en moeten de overtuigende oplos-singen die ermee worden nagestreefd in de verf worden gezet. De tweede pijler staat of valt met het toepassen van kwaliteit. Kwaliteit moet dag na dag worden toegepast en concreet vorm krijgen in ons beroep via ons merk, onze identiteit, onze toegevoegde waarde. Als accountant of belastingconsulent moet u ervan overtuigd zijn dat het beroep alleen kan voortbestaan als er een voortdurende wil bestaat om de uitoefeningsvoorwaarden, de procedures en de werkmethodes te verbeteren, ongeacht de omvang van uw kantoor. Tot slot moet kwaliteit worden bewezen en dus getoetst. Aangezien we kwaliteit als een onlosmakelijk bestanddeel van ons beroep claimen en uitdragen, moet uitdrukkelijk worden vastgesteld dat die kwaliteit wordt geleverd.

B) Het Instituut effent de weg…

Om dit te bereiken, effent het Instituut de weg door goede voorbeelden en best practices te verzamelen, modellen en opleidingen voor te bereiden, schriftelijke documenten op te stellen. Zowel op vlak van methodologie als van com-municatie stonden er in 2012 regelmatig initiatieven op de agenda waaruit het engagement van het Instituut blijkt om u op deze weg naar kwaliteit te blijven begeleiden. U kunt er gerust op zijn!

1) Kwaliteitstoetsing, norm en witboek kwaliteit: een krachtig drieluik…

Aan de grondslag van de kwaliteitstoetsing ligt de opvatting dat het altijd beter kan, alsook de wens om de antwoorden op de nieuwe organisatorische uitdagingen van morgen te delen onder confraters. Verstandig informeren, duurzame relaties aangaan met uw cliënten door complementaire diensten en opdrachten aan te bieden, doeltreffend com-municeren over uw kennis en uw activiteit uitbreiden. Voor al deze initiatieven kan het lonend zijn om begeleidende procedures in te voeren in uw kantoor.

Wie kan vandaag nog ontkennen dat er strikte en nauwkeu-rige procedures moeten worden uitgeschreven om een betere dienstverlening aan de cliënt te waarborgen, om competente medewerkers aan te werven en te behouden of de administratieve organisatie van een boekhoud- en belastingkantoor te verbeteren? Uiteraard mogen deze nieuwe procedures niet worden opgevat als nieuwe ver-plichtingen die bovenop de talrijke beroepsregels komen die accountants en belastingconsulenten al moeten naleven.

We schrijven het uitvoerig in het deel van het verslag dat er specifiek aan gewijd is: in 2012 werd heel wat gerealiseerd op het vlak van kwaliteit. De norm werd gepubliceerd, de Commissie kwaliteitstoetsing werd samengesteld, er werd een oproep tot kandidaten uitgeschreven om confraters aan te stellen die de kantoren in een geest van samenwerking zullen begeleiden. Door confrontatie, vergelijking, analyse, communicatie, begeleiding en bijstand zullen de ervarin-gen van confraters worden uitgewisseld. De toetsing heeft niet de bedoeling sancties op te leggen, maar wil aspecten aan het licht brengen waaraan sommigen minder aandacht hebben besteed of die verbeterd kunnen worden.

Naast dit meer structurele aspect streeft de Raad ernaar om de nodige hulpmiddelen uit te werken. Eén daarvan is het witboek kwaliteit dat eind 2012 verscheen. Deze praktische handleiding is geschreven in een duidelijke en nauwkeu-rige stijl en belicht tien technieken die als de belangrijkste sleutels voor uw succes worden opgeworpen. Het gaat om tien elementen die essentieel zijn voor een goede kantoororganisatie:

– de activiteiten van het kabinet afbakenen; – een organigram uitwerken dat de verschillende functies

binnen het kantoor weergeeft; – nieuwe cliënten alleen aanvaarden na behoorlijk uit-

geteste controleprocedures, waarbij wordt rekening gehouden met de verplichtingen die voortvloeien

Kwaliteit is onze troef: een coherente en efficiënte benadering, met het witboek kwaliteit als spil

Page 31: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

30

Het IAB in 2012 2

uit de wet van 11 januari 1993 met betrekking tot de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;

– een zo nauwkeurig mogelijke opdrachtbrief opstellen; – een systeem van ‘operationele time sheet’ uitwerken; – oplossingen ontwikkelen om uw medewerkers te

integreren en te motiveren; – de onvermijdelijke wettelijke en deontologische

verplichtingen naleven; – doeltreffende interne controlemechanismen uitwer-

ken en de belangrijkste waarden van uw kantoor uitschrijven.

Deze tien principes worden geïllustreerd met voorbeelden en getuigenissen, doorspekt met ervaringen en concrete casussen uit zowel kleine als grote kantoren. Als u ze grondig doorneemt en correct toepast, vormen ze een belangrijke pijler voor de organisatie van uw kantoor en de verbetering van uw prestaties.

2) Parcours kwaliteit 2012: tien stappen om de top te bereiken!

U herinnert zich ongetwijfeld dat één van de visuele hoogtepunten van onze deelname aan de editie 2011 van het Forum for the Future bestond in een parcours kwa-liteit. Het gaat om tien stappen die integraal deel uitmaken van de weg die moet worden afgelegd om de kwaliteit te kunnen bieden waar de accountant en de belasting-consulent garant voor staan: onderwijs, permanente vorming, interne leden, kantoor van de toekomst, reglementering, kwaliteit, jongeren, human resources management, het merk en onze cliënten. Deze weg start uiteraard met een kwaliteitsvol onderwijs en gaat over uitoefening en reglementering van het beroep naar een voortdurende aanpassing aan de ontwikkelingen op wettelijk, technisch en technologisch vlak via de permanente vorming.

In het vooruitzicht van het parcours kwaliteit van 2013-2019 werd ons aanbod van praktische tools uitgebreid met zes nieuwe brochures, die in een praktische en duidelijke vorm de hoofdlijnen schetsen van de volgende toekomst-gerichte thema’s:

– Communiceer! Alles wat u moet weten om te commu-niceren in overeenstemming met de deontologische voorschriften.

– Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme: alles wat u moet weten om de nieuwe regelgeving te kunnen naleven.

– Een springplank naar uitmuntendheid: alles wat u moet weten over de nieuwe norm ‘kwaliteitstoetsing’.

– Permanente vorming in het middelpunt van ons be-roep: alles wat u moet weten over de nieuwe norm permanente vorming.

– De jonge accountants en belastingconsulenten in de kijker: het jongerenplan doorgelicht.

– Het merk accountant, een kwaliteitslabel: alles wat u moet weten over het merk ‘accountant’.

3) Communicatiemedia

In dit korte overzicht van onze communicatieacties die de kwaliteit in 2012 in de kijker zetten, mogen we het be-lang van onze radiocampagne niet vergeten, die een echte primeur was. De slagzin ‘Raad van uw accountant is goud waard’ droeg uitdrukkelijk de boodschap uit dat het in alle levensfasen van een onderneming belangrijk is om te steunen op een opgeleide professional die bij de uitoefe-ning van zijn beroep strikte deontologische regels moet naleven en die onderworpen is aan een kwaliteitstoetsing. Die boodschap werd overigens versterkt door onze affiches en andere kaarten die op grote schaal aanwezig waren in onze kantoren.

C) Een belangrijke uitdaging en geen bijzaak…

Kwaliteit is het uithangbord van ons beroep: de combina-tie van kennis, knowhow en sociale vaardigheden maakt van ons de geprivilegieerde partners, de vertrouwensper-sonen van ondernemers. Een ondersteunde en getoetste kwaliteit vloeit niet alleen voort uit de internationale aard van ons beroep, maar vergroot ook de geloofwaardigheid en de unieke positie van ons beroep in de kern van de economie. Een intern kwaliteitsbeleid dat aan de hand van de lessen van het witboek elke dag in de praktijk kan wordt gebracht, bevordert het invoeren van de beste praktijken en vormt een springplank naar uitmuntendheid. En de handleiding organisatie van kantoren, een factor die zorgt voorveiligheid en doeltreffendheid, een methodo-logische gids voor een aanpak die sterke prestaties zal opleveren, biedt ook de gelegenheid om te reflecteren over het kantoor, zijn sterke en zwakke punten, de organisatorische aspecten die soms voortkomen uit jaren-lange gewoontes, …

Met kwaliteit als onze troef, zetten we in op de duurzaamheid van onze competenties die onontbeerlijk zijn om de toekomst sereen tegemoet te gaan. Met het Instituut aan uw zijde!

Page 32: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

31

Het IAB in 2012 2

Interinstitutencomité IAB-IBR-BIBF

Het Interinstitutencomité werd opgericht door artikel 53 van de wet van 22 april 1999 en is samengesteld uit de voorzitters en ondervoorzitters van de drie instituten. Het comité heeft als doel gemeenschappelijke beleidslijnen uit te werken voor thema’s die de economische beroepen in hun geheel aanbelangen.

In de loop van 2012 vonden onder het voorzitterschap van het IBR vier vergaderingen plaats: op 8 maart, 13 juni, 20 september en 11 december. Volgende punten werden besproken:

– Btw-advocaten: Het Interinstitutencomité is van mening dat de btw gedeeltelijk zou moeten worden toegepast op advocaten (meer bepaald vrijstelling voor particuliere klanten). Dit standpunt werd ook meegedeeld aan de beleidsmakers.

– Kwaliteitstoetsing: De kwaliteitstoetsing van alle beroepswerkzaamheden van elk extern lid van het IAB wordt vanaf 2013 ingevoerd.

– Europese richtlijn betreffende de jaarrekening van micro-entiteiten: Het Interinstitutencomité is voorstan-der van het behoud van de neerleggingsverplichting bij de Nationale Bank van België en van de openbaarma-king via internet, en blijft dit standpunt benadrukken bij de betrokken ministers, evenals de voorstellen van 2008 van de drie instituten voor een administratieve vereenvoudiging (met name van de toelichting).

– Vragenlijst over de strijd tegen het witwassen van geld: Er werd een vragenlijst over de strijd tegen het witwas-sen van geld opgemaakt. Elk instituut bepaalt de wijze waarop zijn leden dienen gebruik te maken van deze documenten.

– Wet betreffende de continuïteit van de ondernemin-gen: De minister van Justitie werd ingelicht omtrent de noodzaak tot raadpleging van de drie Instituten, meer bepaald over de bezoldiging.

– Splitsing van de instituten: De Raden van de drie instituten bevestigen hun standpunt ten gunste van het behoud van de huidige unitaire structuur.

– Forum for the Future: De drie instituten blijven dit belangrijk evenement voor het beroep ondersteunen.

– Lidmaatschap FVIB/UNPLIB: André Bert zal de instituten vertegenwoordigen binnen het bureau van het FVIB. De drie instituten hebben afgevaardigden aangeduid voor vertegenwoordiging bij UNPLIB.

– Hernieuwing van de mandaten bij de HREB en de CBN: De drie instituten hebben aan de minister van Econo-mie en de FOD Economie de respectievelijke voorstellen tot aanwijzing van de leden van de CBN meegedeeld in antwoord op het verzoek van de minister.

– De schrapping van ACCOM en de financiering van de HREB werd besproken.

– Sociale bijdragen van de zelfstandigen: het voorstel van de minister van Middenstand betreffende het berekenen van de sociale bijdragen op grond van de inkomsten van het boekjaar (in plaats van N-3) werd besproken.

– Platform voor de culturele diversiteit: De FIDEF (waarvan het IAB en het IBR lid zijn) heeft een platform voor cultu-rele diversiteit op touw gezet.

– Elektronische facturering: Het Interinstitutencomité is voorstander van het ontwikkelen van e-facturering.

– Ontmoeting FOD Financiën 13 april 2012: Het Interinsti-tutencomité is voorstander van een gemeenschappelijk advies, beklemtoont de noodzaak voor het fiscaal be- stuur om zich te organiseren op het vlak van informatica en spreekt de voorkeur uit om de termijn van 8 maanden (31 augustus) te verkorten tot 7 maanden ingeval het boekjaar niet overeenstemt met het kalenderjaar.

– Strategieën op middellange termijn: Het Interinstitu-tencomité staat achter het principe om jaarlijks een gezamenlijke conferentie te organiseren over een niet-technisch thema van gemeenschappelijk belang en om jaarlijks een gezamenlijke persconferentie te houden.

– Vierde en Zevende Europese Richtlijnen: De voorgestelde wijzigingen van deze Richtlijnen worden besproken.

– Publiciteit en marketing: een gezamenlijke werkgroep met vertegenwoordigers van de drie instituten werd opgericht teneinde een standpunt en een mededeling aan de leden voor te bereiden, naar aanleiding van het arrest “FIDUCIAL”. Dit resulteerde in een ontwerp van “gedragsregels voor de beoefenaars van economische

Werkgroepen en commissiesBeroepstechnieken

Page 33: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

32

Het IAB in 2012 2

vrije beroepen betreffende reclame en andere vormen van marketing” dat aan de Raden van de drie instituten werd voorgelegd, en ook door hen werd goedgekeurd.

– Dematerialisatie van aandelen aan toonder: Het Interin- stitutencomité zal het Ministerie van Financiën voorstellen mee te werken aan de voorbereidende wetteksten.

Commissie voor Boekhoudkundige Normen

Overzicht werkzaamheden 2012

1. Adviezen

Ten aanzien van ondernemingen en vennootschappen, heeft de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (hierna: CBN) als wettelijke opdracht de regering en het parlement op hun verzoek of uit eigen beweging van advies te dienen en door middel van adviezen en aanbe-velingen bij te dragen tot de ontwikkeling van de leer van het boekhouden en de beginselen te bepalen van een regelmatige boekhouding (artikel 13 van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen). Sinds begin 2005 werd haar dezelfde wettelijke opdracht toegewezen ten aanzien van vereni-gingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen (de artikelen 17, § 8; 37, § 8 en 53, § 7 van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen).

De werkingskosten van de CBN worden gedragen door de vennootschappen, verenigingen en stichtingen die hun jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening openbaar moeten maken bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België. Het is dan ook van deze ondernemingen, vere-nigingen, stichtingen evenals van de beoefenaars van cijfer-beroepen dat de Commissie het overgrote deel van vragen om advies mag ontvangen. Het antwoord op heel wat van die vragen kan rechtstreeks worden teruggevonden in de wetgeving of de reeds gepubliceerde adviezen van de CBN. Op die vragen kan het wetenschappelijk secretariaat, via een eenvoudige verwijzing naar de betrokken wetgeving of naar het betrokken CBN-advies, de vraagsteller op korte termijn van een antwoord voorzien. Meer fundamentele vragen die enig onderzoek vergen resulteren steevast in discussienota’s of ontwerpadviezen die aan de leden van de CBN worden voorgelegd. Daarvan worden er tijdens

de plenaire vergaderingen in 2012 twintig door de leden van de CBN goedgekeurd. Deze adviezen worden in het Nederlands en het Frans gepubliceerd op de website van de CBN (www.cnc-CBN.be).

Het betreft volgende adviezen:

Advies 2012/1 De boekhoudkundige verwerking van een overschot aan broeikasgasemissierechten door een onderneming die de nettomethode toepast (11 januari 2012)

In het advies 179/1 inzake de boekhoudkundige verwer-king van broeikasgasemissierechten (november 2008) geeft de Commissie als aanbeveling aan de industriële ondernemingen om voor de boekhoudkundige verwerking van broeikasgasemissierechten ofwel de brutomethode, ofwel de nettomethode toe te passen. Bij toepassing van de nettomethode wordt als uitgangspunt door de Commis-sie aangenomen dat het emissierechtensysteem niet kan leiden tot een vergroting of verkleining van het vermogen van de onderneming, omdat de toegewezen of verkregen emissierechten enkel dienen om de ondernemingen in staat te stellen hun bedrijf voort te zetten. Er wordt van uitgegaan dat de door de overheid kosteloos toegewezen emissierechten meestal overeenstemmen met de in te leveren rechten en dat het beroep op de markt voor de aan- of verkoop van emissierechten marginaal is. Bijgevolg wordt de toewijzing of de verkrijging van emissierechten in de nettomethode niet opgenomen aan de actiefzijde van de balans van de onderneming en wordt hiervan enkel melding gemaakt in de toelichting van de jaarrekening. Enkel de daadwerkelijke aan- en verkopen van emissierech- ten worden geboekt als kosten of opbrengsten in de resultatenrekening.

De Commissie stelt nu vast dat een belangrijk aantal ondernemingen die deze nettomethode toepassen over aanzienlijke overschotten aan emissierechten beschik-ken. Advies 2012/1 biedt een antwoord op de vraag hoe ondernemingen deze overschotten aan emissierechten bij toepassing van de nettomethode boekhoudkundig kunnen uitdrukken.

CBN-advies 2012/2 De boekhoudkundige verwerking van toegekende voordelen bij het afsluiten van een huurovereenkomst (11 januari 2012)

Bij de negotiatie van een nieuwe huurovereenkomst of de verlenging van een bestaande huurovereenkomst voorziet de verhuurder soms voordelen die de huurder kan genieten

Page 34: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

33

Het IAB in 2012 2

bij akkoord en afsluiting van de overeenkomst. Dit advies geeft een antwoord op de vraag naar de boekhoudkundige verwerking van deze voordelen, zowel in hoofde van de verhuurder als in hoofde van de huurder.

CBN-advies 2012/3 De boekhoudkundige verwerking van aandelenoptieplannen (11 januari 2012)

De uitgifte van aandelenopties kan door een onderneming worden gebruikt om bekwame en dynamische medewer-kers aan te trekken en om haar personeel te motiveren. In dit advies behandelt de Commissie de boekhoudkundige verwerkingswijze voor de toekenning van opties, die een levering van bestaande aandelen tot gevolg hebben en die binnen de bepalingen van de optiewet van 26 maart 1999 vallen.

CBN-advies 2012/4 De boekhoudkundige verwer-king van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar (11 januari 2012)

Luidens de artikelen 7 en 8 van de Hypotheekwet is de schuldenaar gehouden zijn verbintenissen na te komen, onder verband van al zijn goederen, hetzij roerende, hetzij onroerende, zowel tegenwoordige als toekom- stige, waarbij de goederen van deze laatste strekken tot gemeenschappelijke waarborg voor zijn schuldeisers. Uit deze verplichting vloeit het recht voort voor een schuldeiser om beslag te laten leggen op een goed van zijn schulde-naar, hetzij om het te beschermen tegen bepaalde hande-lingen van de schuldenaar (bewarend beslag), hetzij om het te verkopen en zich de opbrengst daarvan toe te eigenen (uitvoerend beslag). De Commissie voor Boekhoudkun-dige Normen behandelt in dit advies de boekhoudkundige gevolgen van het bewarend en het uitvoerend beslag in hoofde van de beslagen schuldenaar.

CBN-advies 2012/5 Betaling van vorderingen in natu-ra (15 februari 2012)

De betaling kan omschreven worden als de rechtshan-deling waardoor de schuldenaar zijn verbintenis uitvoert. Een bijzondere vorm van betaling is de zogenaamde inbetalinggeving: de schuldenaar kan er bijvoorbeeld voor opteren om een goed te leveren of een dienst te verstrekken ter betaling. Dit advies behandelt de boekhoudkundige verwerking van betalingen van vorderin-gen in natura in hoofde van de schuldeiser.

CBN-advies 2012/6 De boekhoudkundige verwerking van de tax shelter in hoofde van de productieven-nootschap (21 maart 2012)

De tax shelter betreft een fiscale stimulans, in het leven geroepen door de wetgever in 2002, die de aanmoediging beoogt van de productie van audiovisuele werken in België. In dit advies geeft de Commissie leidraad bij de boekhoudkundige verwerkingswijze van het tax sheltermechanisme in hoofde van de productieven-nootschap. De productievennootschap is de tussenper-soon die de verantwoordelijkheid draagt voor de opname van het audiovisueel werk en die vervolgens de exploitatie ervan op zich neemt (door voorstelling of reproductie). Zie ook 2. Ontwerpadviezen ter consultatie.

CBN-advies 2012/7 De boekhoudkundige verwerking van de tax shelter in hoofde van de investeerder (17 april 2012 – dit advies vervangt advies 2010/7, juni 2010)

In dit advies worden de boekingen besproken die plaatsvinden tijdens de verschillende fasen van het vrij- tellingsmechanisme van de tax shelter in hoofde van de investeerder. Zie ook 2. Ontwerpadviezen ter consultatie.

CBN-advies 2012/8 De boekhoudkundige verwerking van de inbreng in eigendom in een Belgische burger-lijke maatschap die niet de rechtsvorm heeft aange-nomen van een handelsvennootschap (6 juni 2012)

Dit advies geeft het standpunt van de Commissie weer of in dit specifieke geval al dan niet sprake is van realisatie. Daarnaast komen de boekhoudkundige gevolgen van de inbreng in eigendom in een Belgische burgerlijke maatschap aan bod. Zie ook 2. Ontwerpadviezen ter consultatie.

CBN-advies 2012/9 De boekhoudkundige verwerking van de verwerving van een vast actief voor een va-riabele prijs die afhankelijk is van een toekomstige en onzekere gebeurtenis die een rechtstreeks verband houdt met het nut dat het verworven actief heeft voor de vennootschap (6 juni 2012 – dit advies ver-vangt de adviezen 126/9 en 126/10, respectievelijk van juni 1990 en februari 1993)

Dit advies is een verdere precisering van de principes van de bestaande adviezen 126/9 en 126/10. Deze adviezen behandelen de boekhoudkundige verwerking van de verwerving van een vast actief waarvoor de prijs die wordt betaald enerzijds bestaat uit een vast gedeelte dat moet

Page 35: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

34

Het IAB in 2012 2

worden betaald bij het sluiten van de overeenkomst en an-derzijds uit een variabel gedeelte dat later moet worden betaald en afhankelijk is van een toekomstige en onzekere gebeurtenis.

CBN-advies 2012/10 Te verwaarlozen betekenis (4 juli 2012)

Naar aanleiding van de omzetting van de Richtlijn 2009/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad met betrekking tot bepaalde informatieverplichtingen van middelgrote ondernemin-gen en de verplichting een geconsolideerde jaarrekening op te stellen, werd aan de CBN gevraagd om advies te geven over het begrip “van te verwaarlozen betekenis” en in het bijzonder de criteria te bepalen die de onderneming in overweging moet nemen voor de interpretatie ervan.

CBN-advies 2012/11 Overdracht van eigen vermogen in het kader van een fusie, splitsing of partiële splitsing in boekhoudkundige continuïteit en fiscale continuïteit en artikel 78, § 8 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen (5 september 2012)

Dit advies behandelt de overdracht van de eigen- vermogensbestanddelen, verricht in het kader van een fusie of een (partiële) splitsing, in boekhoudkundige continuïteit en fiscale continuïteit, tegen de achtergrond van de wijzi-ging van artikel 78 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen (hierna: KB W.Venn.) bij koninklijk besluit van 7 november 2011 (BS 21 november 2011). Het advies licht een aantal specifieke gevallen toe van overdracht of wedersamenstel-ling van eigen-vermogensbestanddelen in hoofde van de overnemende of verkrijgende vennootschap.

CBN-advies 2012/12 Vrijstelling van subconsolidatie (5 september 2012)

Op basis van artikel 113, § 1 van het Wetboek van Ven-nootschappen (hierna: W.Venn.) wordt een vennootschap, voor zover is voldaan aan een aantal voorwaarden, vrijgesteld van de verplichting om een geconsolideerde jaarrekening en een jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening op te stellen indien zij zelf de dochterven-nootschap is van een moedervennootschap die een geconsolideerde jaarrekening en een jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening opstelt, laat controleren en openbaar maakt. Artikel 114 W.Venn. voegt hier evenwel aan toe dat deze vrijstelling niet van toepassing is wanneer alle of een deel van de aandelen die zijn uitgegeven

door één van de vennootschappen die moeten worden geconsolideerd, zijn genoteerd in de zin van artikel 4 W.Venn. Dit advies legt uit wat moet worden begrepen on-der de zinsnede “één van de vennootschappen die moeten worden geconsolideerd” uit artikel 114 W.Venn.

CBN-advies 2012/13 De boekhoudkundige verwer-king van immateriële vaste activa (10 oktober 2012 – dit advies vervangt advies 138/4, maart 1991)

Bij de boekhoudkundige verwerking van immateriële vaste activa wordt in de eerste plaats ingegaan op de voorwaar-den om bepaalde door de vennootschap gedragen kosten onder de rubriek van de immateriële activa op de balans te activeren. Vervolgens wordt de nodige aandacht besteed aan de waardering van deze activa in de jaarrekening en aan hun eventuele waardecorrecties. Ten slotte wordt die-per ingegaan op elk van de subrubrieken van de rubriek immateriële vaste activa.

CBN-advies 2012/14 Uitgewerkt voorbeeld bij het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars zoals vast-gesteld bij koninklijk besluit van 12 juli 2012 (5 september 2012)

Mede-eigendom of de eigendom van een zaak die onverdeeld aan verscheidene personen toebehoort wordt geregeld zoals bepaald in de artikelen 577-2 tot 577-14 van het Burgerlijk Wetboek. Het is belangrijk dat de rekeningen in geval van mede-eigendom nauwkeurig, correct en op transparante wijze worden gehouden. De syndicus heeft immers als opdracht om de boekhouding van de vereniging van mede-eigenaars te voeren op een duidelijke, nauwkeu-rige en gedetailleerde wijze, volgens het door de Koning op te stellen minimum genormaliseerd rekeningenstelsel.

In dit advies licht de CBN aan de hand van een voorbeeld het gebruik van bepaalde rekeningen uit het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars toe.

CBN-advies 2012/15 Bestellingen in uitvoering (10 oktober 2012)

Bestellingen in uitvoering zijn alle prestaties van diensten of productie van goederen buiten de gebeurlijke serieproduc-tie van de onderneming en dit op specifieke aanwijzingen van een klant. In tegenstelling tot de voorraden worden onder de bestellingen in uitvoering de diensten, presta-ties en goederen opgenomen waarvan de eigenschappen volledig door de koper worden vastgelegd en die bijgevolg niet tot het courante productengamma van de onderne-

Page 36: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

35

Het IAB in 2012 2

ming behoren. Ook commerciële aspecten zijn op het ogenblik van de productie reeds volledig genegotieerd.

In dit advies wordt stilgestaan bij de definiëring van wat moet worden begrepen onder de vervaardigingsprijs, het onderscheid tussen de “percentage of completion methode” en “completed contract methode”, het boeken van eventuele waardeverminderingen, de voorzieningen voor risico’s en kosten en de vooruitbetalingen.

CBN-advies 2012/16 De boekhoudkundige verwer-king van wentelkredieten (7 november 2012)

In advies 2012/16 geeft de Commissie een antwoord op de vraag of een wentelkrediet boekhoudkundig moet wor-den beschouwd als een schuld op meer dan één jaar of als een schuld op ten hoogste één jaar. Onder een wen-telkrediet wordt een kredietvorm op middellange tot lange termijn verstaan dat opneembaar is in opeenvolgende vaste voorschotten op korte termijn en waarbij de krediet-verstrekker er zich contractueel reeds toe heeft verbonden de voorschotten te zullen verstrekken. Het krediet wordt dus ter beschikking gesteld van de onderneming in de vorm van opeenvolgende, kortlopende leningen (straight loans of voorschotten) waarbij de modaliteiten van deze toekomstige voorschotten reeds bepaald zijn bij het afsluiten van de kredietovereenkomst en geen bijkomende negotiaties vergen.

CBN-advies 2012/17 De erkenning van opbrengsten en kosten (7 november 2012)

Met dit advies beoogt de Commissie voor Boekhoudkun-dige Normen (CBN) de regels te bepalen die volgens haar ten grondslag moeten liggen aan de boekhoudkundige verwerking van opbrengsten en kosten of, met andere woorden, aan de toerekening van opbrengsten en kosten aan een bepaald boekjaar. In het advies worden enkel de opbrengsten en kosten behandeld die voortvloeien uit de vervreemding van goederen of uit de levering van diensten. Zie ook 2. Ontwerpadviezen ter consultatie.

CBN-advies 2012/18 De boekhoudkundige verwerking van aandelenopties (als zodanig) (7 november 2012 – dit advies vervangt advies 167/1, november 1992)

Dit advies behandelt de boekhoudkundige verwerking van aandelenopties die op een gestandaardiseerde wijze worden verhandeld op een georganiseerde en liquide markt. Het advies sluit aan bij het KB W.Venn. en geldt bijgevolg voor de ondernemingen waarop de bepa-lingen van dit besluit hetzij rechtstreeks, hetzij door

een verwijzingsbepaling van toepassing zijn. Zie ook 2. Ontwerpadviezen ter consultatie.

CBN-advies 2012/19 Goederen verworven tegen betaling van een lijfrente (7 november 2012 – dit advies vervangt de adviezen 149/1, 149/2, 149/3 en 149/4, respectievelijk van april 1985, januari 1986, juni 1988 en februari 1999)

Dit advies betreft een actualisatie van de bestaande CBN- adviezen rond lijfrente. De boekhoudkundige gevolgen van de volledige lijfrentecyclus wordt behandelden in hoofde van de onderneming die een goed verwerft tegen beta-ling van een lijfrente: de boekingen bij de afsluiting van een lijfrentecontract, het aanleggen van de voorziening, de lijfrentebetalingen, de afschrijvingen op het goed verwor-ven tegen lijfrente en tot slot de boekingen bij afloop van de lijfrenteovereenkomst. Zie ook 2. Ontwerpadviezen ter consultatie.

CBN-advies 2012/20 De boekhoudkundige verwer-king van de betaling van een schuld van de vennootschap door een derde die zich hiertoe als borg heeft verbonden ten aanzien van de schuldeiser (5 december 2012)

Aan de CBN wordt het geval voorgelegd van een borg, die zich ten aanzien van de schuldeiser van de vennootschap had verbonden tot terugbetaling van een krediet indien de vennootschap deze terugbetaling niet zelf kon voldoen. Het advies belicht de boekhoudkundige gevolgen voor de vennootschap indien deze borg door de schuldeiser wordt aangesproken tot betaling van de schuld.

2. Ontwerpadviezen ter consultatie

De leden van de CBN beslissen om in 2012 een aantal ontwerpadviezen ter consultatie op de website van de CBN te publiceren. Geïnteresseerden hebben dan steeds enkele weken de tijd om hun opmerkingen aan de Commissie over te maken. Na afloop van deze publieke raadpleging worden de ontvangen reacties aan de leden van de CBN voorgelegd waarna de tekst van het ontwerpadvies waar nodig wordt aangepast.

Het eerste ontwerpadvies dat in het werkjaar 2012 ter consultatie wordt gepubliceerd, behandelt de boekhoudkundige verwerking van de tax shelter in hoofde van de investeerder. Het betreft een reactie op de opmerkingen die de CBN heeft ontvangen op het in 2010 gepubliceerde advies 2010/7 – Boekhoudkundige verwerking van de Tax shelter in hoofde van de investeer-der (juni 2010). In advies 2010/7 is de CBN van oordeel

Page 37: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

36

Het IAB in 2012 2

dat bij aanvang van de tax shelter investering 150 procent van de geïnvesteerde sommen moet worden geboekt als belastingvrije tax shelter reserve. Het eventueel ont-breken van winst tijdens de belastbare periode waaraan de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst worden toegewezen, heeft geen weerslag op deze boeking. Op basis van de ontvangen reacties brengt de CBN in het ontwerpadvies een wijziging aan. Er wordt voorzien dat in het jaar waarin de investerende vennootschap daadwerke-lijk geniet van de vrijstelling van winst, zij het bedrag van de vrijgestelde winst zal boeken op een afzonderlijke rekening van het passief. Op die manier zouden in het ontwerpadvies de boekhoudkundige en fiscale toestand beter op elkaar worden afgestemd. In het uiteindelijk goedgekeurde advies 2012/7 aanvaardt de CBN uiteindelijk beide boekingsme-thoden om de vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief op te nemen. De keuze voor de ene dan wel voor de andere methode behoort toe aan de raad van bestuur van de investerende vennootschap.

In het ontwerpadvies de boekhoudkundige verwerking van de tax shelter in hoofde van de productieven-nootschap staat de CBN stil bij de boekhoudrechtelijke gevolgen van het tax sheltermechanisme voor de produc-tievennootschap die de productie van het audiovisueel werk verzekert. De opname van het audiovisueel werk onder de immateriële vaste activa, de afschrijvingen hierop, de verkoop van de rechten verbonden aan de productie en de exploitatie van het audiovisueel werk (de zogenaamde “rechten op de opbrengsten”) alsook de boekhoudkundige verwerking in geval van uitoefening door de investeer-der van de (door)verkoopoptie van zijn rechten op de opbrengsten, komen in het ontwerpadvies aan bod.

Een volgend ontwerpadvies dat ter consultatie op de web- site wordt gepubliceerd gaat over de boekhoudkun-dige verwerking van de inbreng in een burgerlijke maatschap. In een eerste deel van het ontwerpadvies gaat de Commissie na of er in dergelijk geval al dan niet sprake is van realisatie. Voor de verdere boekhoudtechnische behandeling van de inbreng in de burgerlijke maatschap baseert de CBN zich op het bestaande CBN-advies 3/3 De boekhoudkundige verwerking van verrichtingen van tijde- lijke handelsvennootschappen (januari 2008). Aan de hand van een cijfervoorbeeld wordt uitgelegd waarom de CBN de voorkeur geeft aan de proportionele integratiemethode.

Met het ontwerpadvies over de waardering en de boekhoudkundige verwerking van goederen verwor-ven tegen betaling van een lijfrente wil de CBN een aantal bestaande adviezen vervangen (de adviezen 149/1, 149/2, 149/3 en 149/4 van respectievelijk van april 1985, januari 1986, juni 1988 en februari 1999). De belangrijk-

ste wijziging die wordt voorgesteld is dat voor nieuw afgesloten lijfrenteovereenkomsten de CBN voortaan nog één verwerkingsmethode aanvaardbaar acht.

In het bestaand CBN-advies 149/1 (april 1985) worden, wat de verwerking in de jaarrekening van de lijfrentebetaling en de aanpassing van de voorziening betreft, nog twee methodes verdedigd. Het ontwerpadvies vermeldt enkel nog de methode waarbij een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende bestanddelen van de lijfrentebetaling en waarbij de voorziening wordt behandeld als een rentedragende schuld waarvan het bedrag jaarlijks wordt aangepast om rekening te houden met de relatieve verlenging van de gemiddelde levensverwachting van de rechthebbende.

Verder beoogt de CBN met de publicatie van het ontwerp- advies over de erkenning van opbrengsten en kosten de regels te toetsen die ten grondslag moeten liggen aan de boekhoudkundige verwerking van opbrengsten en kosten of, met andere woorden, aan de toerekening van opbrengsten en kosten aan een bepaald boekjaar.

Een laatste ontwerpadvies dat de CBN in 2012 ter consul-tatie heeft gepubliceerd betreft een herziening van het CBN-advies 167/1 De boekhoudkundige verwer-king van aandelenopties (als zodanig) van november 1992. Het ontwerpadvies hanteert grotendeels dezelfde principes van het bestaande advies. Enkel wat betreft de boekhoudkundige verwerking van de premie die de optieschrijver ontvangt, neemt de CBN een ander stand- punt in. In het bestaand advies 167/1 kon de ontvangen optiepremie in hoofde van de optieschrijver nog op twee manieren worden verwerkt. In het ontwerpadvies wordt nog slechts één methode verdedigd. De ontvangen premie wordt als een vergoeding beschouwd voor het risico dat de optieschrijver draagt gedurende de looptijd van de optie en wordt pas in opbrengst genomen op vervaldatum. De mogelijkheid waarbij de optie onmiddellijk in resultaat wordt genomen wordt dus niet langer weerhouden.

3. Adviezen in voorbereiding

Behoudens de gepubliceerde adviezen werden nog een aantal discussienota’s besproken die per einde 2012 nog niet resulteerden in een definitief advies. Zo werd besloten om de herziening van het CBN-advies 2009/14 Boekhoudkundige verwerking van groenestroom- en warmtekrachtcertificaten (december 2009) uit te stellen om zodoende rekening te houden met de internationale ontwikkelingen.

Page 38: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

37

Het IAB in 2012 2

Eind 2012 zijn er bovendien nog een aantal discussieno-ta’s in voorbereiding. Het wetenschappelijk secretariaat werkt aan een tekst rond de boekhoudkundige verwerking van verrichtingen voor de verwerving of verkoop van een recht op vruchtgebruik of van blote eigendom op materiële vaste activa in de boekhouding van de vruchtge-bruiker (erfpachter, opstalhouder) en van de blote eigenaar (grondeigenaar). Andere onderwerpen waarrond reeds onderzoek werd verricht en die moge-lijkerwijs in de loop van 2013 kunnen resulteren in een advies zijn: de boekhoudkundige verwerking van (pseudo-)fusies van verenigingen en stichtingen, de boekhoudkundige verwerking van “stepacquisitions” en “stepdisposals”, de boekhoudkundige verwerking van ruilovereenkomsten, een leidraad bij de kennisgeving van belangrijke participaties in de toelichting van de jaar-rekening, de correctie van fouten in de jaarrekening, het vaststellen van de boekhoudprincipes bij het aanleg-gen van voorzieningen, de opname van loonkosten van personeelsleden in de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) en de boekhoudkundige gevolgen van de nieuwe btw-wetgeving vanaf 1 januari 2013, door de administratie uitgesteld tot 1 januari 2014 voor zover een onderneming daarvoor kiest. Tevens zal de mogelijkheid worden onderzocht in hoeverre internationale vzw’s hun boekhouding kunnen voeren en hun jaarreke-ning kunnen opstellen in een andere munt dan de euro.

4. Bulletins

De CBN bundelt op geregelde tijdstippen de door haar ge-publiceerde adviezen in Bulletins. De volgende vier Bulletins werden in 2012 gepubliceerd:

– Bulletin nr. 60 (januari 2012); – Bulletin nr. 61 (mei 2012); – Bulletin nr. 62 (september 2012); en – Bulletin nr. 63 (december 2012).

5. Afwijkingen

De CBN krijgt op regelmatige basis vragen van ven-nootschappen om af te wijken van het Belgisch boekhoud- of jaarrekeningenrecht. Het is wettelijk zo bepaald dat de CBN in deze advies geeft.

Heel wat vragen tot afwijking hebben betrekking op ven-nootschappen die hun boekhouding willen voeren en hun jaarrekening willen opstellen in een andere munt dan de euro. In uitzonderlijke gevallen is het opstellen van een jaar-rekening in euro immers niet aangewezen omdat dit, als gevolg van de hierdoor ontstane wisselkoers- of omreke-ningsverschillen, een vertekend beeld zou geven van de economische werkelijkheid.

De CBN gaat na of aan de voorwaarden zoals omschreven in advies 117/3 Voeren van de boekhouding en opstellen van de jaarrekening in een andere munt dan de euro (no-vember 2008) en advies 2009/10 Bepaling van de functio-nele valuta bij financieringsvennootschappen (september 2009) is voldaan en geeft in die zin advies. Voor de prak-tische vragen inzake afwijkingen evenals de procedure kan worden verwezen naar het advies 2011/12 Afwijking inzake functionele valuta: praktische implicaties en procedure (mei 2011).

In 2012 werden 53 dossiers behandeld.

Diamantvennootschappen

Een groot aantal van de Belgische vennootschappen wiens activiteit bestaat uit de handel in ruwe en geslepen diamant (de zogeheten “diamantvennootschappen”) zijn van oordeel dat de wettelijke verplichting om een boekhou-ding te voeren en een jaarrekening op te stellen in euro in hun geval niet leidt tot een getrouwe weergave van de economische werkelijkheid. Om deze reden werd door de toenmalige minister van Economie op 4 juli 2008 een secto-rale toestemming verleend aan de diamantvennootschap-pen en de mogelijkheid geboden om hun boekhouding te voeren en hun jaarrekening op te stellen in USD. Om te kunnen genieten van deze sectorale afwijking dient aan be-paalde inhoudelijke en formele voorwaarden te worden vol-daan. Een van deze voorwaarden betreft de aflevering van een ingevuld modelformulier, bevestigd door de commis-saris, accountant of erkende boekhouder(-fiscalist) aan de bevoegde minister.

In 2012 werden 19 dossiers ontvangen.

Leden Bouwunie en Confederatie Bouw

Een tweede collectieve afwijking betreft deze voor de leden van de Bouwunie en de Confederatie Bouw. Op vraag van de sector werd in 2004 door de toenmalige minister van Economie reeds de toelating gegeven om in de jaarreke-ning per project een nettovoorstelling toe te laten voor de balanspost Bestellingen in uitvoering (code 37) en de balanspost Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen (met als code 46/176). In de toelichting bij de jaarreke-ning moeten de respectievelijke bedragen vóór salde-ring worden opgenomen. De afzonderlijke opname van beide rubrieken in de balans zou immers een negatieve, doorslaggevende invloed kunnen hebben op de solvabiliteitsratio van de betrokken onderneming en bijgevolg een mogelijk concurrentienadeel in vergelijking met buitenlandse ondernemingen bij het dingen naar overheidsopdrachten.

Page 39: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

38

Het IAB in 2012 2

Andere ondernemingen kunnen een individuele aanvraag tot afwijking indienen.

In 2012 werden zes dossiers behandeld.

6. Internationale financiële rapporteringsstan-daarden – IFRS

Lidmaatschap van de CBN van het Accounting Regu-latory Committee (ARC)

Het ARC werd gecreëerd door de Europese Commissie en is samengesteld uit afgevaardigden uit de verschillende Europese lidstaten. Het ARC vergadert ongeveer een keer per twee maand. Tijdens deze vergaderingen wor-den nieuwe standaarden (IFRS) / interpretaties (IFRIC) als- ook wijzigingen aan bestaande standaarden (IAS – IFRS) / interpretaties (SIC – IFRIC) besproken in het kader van hun mogelijke toepassing in Europa (endorsement-proces), zoals bepaald in artikel 3 van de verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen.

De CBN neemt deel aan deze vergaderingen en de voorzit-ter van de CBN heeft stemrecht in dit goedkeuringsproces. Gedurende 2012 werden de volgende (wijzigingen aan) standaarden goedgekeurd:

– Government Loans (Amendments to IFRS 1);

– Improvements to IFRSs 2009-2011;

– Transition Guidance (Amendments to IFRS 10, IFRS 11 and IFRS 12);

– Amendments to IFRS 7 Financial Instruments: Disclosures – Offsetting Financial Assets and Financial Liabilities;

– Amendments to IAS 32 Financial Instruments: Presentation – Offsetting Financial Assets and Financial Liabilities;

– Amendments to IFRS 1 First-time Adoption of Interna-tional Financial Reporting Standards – Severe Hyperinfla-tion and Removal of Fixed Dates for First-time Adopters;

– IFRS 10 Consolidated Financial Statements;

– IFRS 11 Joint Arrangements;

– IFRS 12 Disclosure of Interests in Other Entities;

– IFRS 13 Fair Value Measurement;

– IAS 27 Separate Financial Statements;

– IAS 28 Investments in Associates and Joint Ventures;

– Amendments to IAS 12 Income Taxes – Deferred Tax: Recovery of Underlying Assets;

– IFRIC Interpretation 20 Stripping Costs in the Production Phase of a Surface Mine;

– Amendments to IAS 1 Presentation of Items of Other Comprehensive Income; en

– Amendments to IAS 19 Employee Benefits.

EFRAG

Mede omwille van haar lidmaatschap aan het Accounting Regulatory Committee heeft de CBN in 2012 op actieve wijze bijgedragen tot de totstandkoming en de goedkeu-ringsprocedure van een aantal nieuwe standaarden en interpretaties alsook een meer communicatieve rol vervuld op het vlak van IFRS binnen Europa. De CBN heeft daartoe tevens te gepasten tijde haar reacties op nieuwe voorstellen tot standaarden of aanpassingen aan bestaande standaar-den overgemaakt aan European Financial Reporting Advi-sory Group (EFRAG) en aan de bron zelf, de International Accounting Standards Board (IASB).

Gezien haar samenstelling beschouwt de CBN het als haar taak om op te treden als facilitator bij bredere maatschap-pelijke IFRS-discussies en wijst zij op de noodzaak van het in kaart brengen van onverenigbaarheden met het Belgische interne recht. Weliswaar is de CBN van oordeel dat, voor de verdere ontwikkeling van de Belgische doctrine, het interes-sant kan zijn om zich, waar relevant, te laten inspireren door de internationale financiële rapporteringsstandaarden.

Met de bedoeling de IFRS-materie op de voet te volgen is de CBN dan ook sinds 2012 lid van de EFRAG Refe-rence Group en neemt de Commissie op regelmatige basis deel aan de vergaderingen van het Consultative Forum of Standard Setters (CFSS) georganiseerd door EFRAG.

Exposure drafts alsook de daarbij horende informatie worden op regelmatige basis ter discussie voorgelegd aan de leden van de CBN.

In 2012 werden de volgende onderwerpen aan de leden/experten voorgelegd en heeft de CBN bijgevolg haar standpunt kenbaar gemaakt aan EFRAG, de IASB of de trustees van de IFRS Foundation rond de volgende thema’s:

– Transition Guidance (Amendments to IFRS 10);

Page 40: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

39

Het IAB in 2012 2

– Initial Assessments of IFRS 10, IFRS 11, IFRS 12, IAS 27 (2011) and IAS 28 (2011);

– Offsetting Financial Assets and Financial Liabilities (Amendments to IAS 32 and IFRS 7);

– Revenue from Contracts with Customers;

– Accounting for Business Combinations under Common Control;

– Improving the Financial Reporting of Income Tax;

– Towards a disclosure framework for the notes;

– Draft IFRIC Interpretation Put Options written on non-controlling interests; en

– Exposure Draft Annual Improvements to IFRSs 2010-2012 Cycle.

Daarnaast werd aan de CBN ook gevraagd om de door DG Vertaling van de Europese Commissie verzorgde Neder-landse vertaling van de nieuwe standaarden of interpreta-ties na te zien en aan te passen waar noodzakelijk.

7. Werking werkgroepen

Binnen de CBN werden in het verleden, conform artikel 7 van het eerder vermelde huishoudelijk reglement, werk- en studiegroepen opgericht om zo een beroep te doen op de ervaring van deskundigen en om het advies van der-den in te winnen. De verslagen van deze werkgroepen zijn consulteerbaar via de website van de CBN.

Werkgroep Herziening CBN-adviezen

De permanente Werkgroep Herziening CBN-adviezen boog zich in 2012 over een aantal bestaande adviezen en ging na welke adviezen verouderd en daardoor aan herziening toe waren.

Van deze gelegenheid werd meteen gebruik gemaakt om een aantal bestaande adviezen die hetzelfde onderwerp behandelden te bundelen tot een thema-advies. Zo leidde de herziening van de adviezen 149/1, 149/2, 149/3 en 149/4 tot het thema-advies 2012/19 Goederen verworven tegen betaling van een lijfrente.

Een tweede thema-advies behandelt de boekhoudkundige verwerking van leasingovereenkomsten. Dit thema-advies was eind 2012 nog niet in een finale fase. De werkzaamhe-

den zullen in de loop van 2013 worden verdergezet en afgerond.

Werkgroep Verenigingen en stichtingen

Deze werkgroep bereidt adviezen en aanbevelingen voor inzake de boekhouding en de jaarrekening van vzw’s, internationale vzw’s en stichtingen die de CBN op verzoek of op eigen initiatief verstrekt. Tevens wordt tijdens de vergaderingen van de werkgroep gediscussieerd over onduidelijkheden en leemten in de wetgeving met betrek-king tot (internationale) vzw’s en stichtingen.

De samenwerking tussen een aantal experten van de Werkgroep Verenigingen en stichtingen en de Werkgroep Fusies en splitsingen (cfr. Infra) resulteerde in het ontwerp tot koninklijk besluit tot aanpassing van het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, interna-tionale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen (hierna: KB van 19 december 2003).

Meer hierover bij de bespreking van de nieuwe Belgische wetgeving.

Werkgroep Fusies en splitsingen

Het is de opdracht van deze werkgroep om de boekhoudkun-dige gevolgen in kaart te brengen van nieuwe evoluties binnen fusies en splitsingen.

Zo lagen de werkzaamheden in de schoot van deze werkgroep aan de basis van het advies CBN-advies 2012/11 Overdracht van eigen vermogen in het kader van een fusie, splitsing of partiële splitsing in boekhoudkundige continuïteit en fiscale continuïteit en artikel 78, § 8 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen (5 september 2012). Zie hiervoor 1. Ad-viezen.

Daarnaast leverde de werkgroep een belangrijke bijdrage aan het ontwerp tot koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 2003 dat een rege-ling inzake boekhoudkundige continuïteit invoert voor de verrichtingen bedoeld in artikel 58 van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen (zie hiervoor VIII. Nieuwe Belgische wetgeving). In 2012 werd in dit kader door de werkgroep in hoofdzaak gewerkt aan een ontwerpadvies over de boekhoudkundige verwerking van de inbreng om niet van een algemeenheid

Page 41: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

40

Het IAB in 2012 2

door een vereniging of stichting, ten voordele van een andere vereniging of stichting, met toepassing van de arti-kelen 760 tot 762 en 764 tot 767 W.Venn. Deze verrichtin-gen worden “pseudo-fusies” genoemd. Het ontwerpadvies zal bij aanvang van 2013 aan de leden van de CBN ter goed- keuring worden voorgelegd en na goedkeuring worden ge-publiceerd op het ogenblik dat het ontwerp tot koninklijk besluit zal worden gepubliceerd in het Belgisch staatsblad.

Werkgroep Financiële instrumenten

De leden van de Werkgroep Financiële instrumenten hebben zich in 2012 gebogen over een herziening van het advies 152/1 Boeking van deviezenverrichtingen en verwer-king van tegoeden en verplichtingen in deviezen in de jaarrekening. Waar nodig moet dit advies worden in over- eenstemming gebracht met de algemene principes inzake financiële instrumenten van advies 2010/12 De toepassing van de algemene boekhoudprincipes op afgeleide finan-ciële instrumenten (september 2010).

8. Nieuwe Belgische wetgeving

In de loop van 2012 bereidde de CBN de ontwerpteksten voor die aan de basis lagen van de volgende wetgeving.

De wet van 22 maart 2012 tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen en van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen (BS 12 april 2012)

De Richtlijn 2009/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad met betrekking tot bepaalde informatieverplichtingen van middelgrote ondernemingen en de verplichting een geconsolideerde jaarrekening op te stellen had als voornaamste doelstel-ling de administratieve lasten voor ondernemingen terug te dringen in een poging de Europese economie te doen heropleven.

Uit de samenlezing van artikel 1 en artikel 13, 1 en 2 van de Zevende Richtlijn blijkt echter dat een moederonderne-ming verplicht is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen, zelfs indien haar enige dochteronderneming of al haar dochterondernemingen tezamen, gelet op het doel van artikel 16, lid 3 van die Richtlijn, slechts van te verwaar-lozen betekenis zijn en bijgevolg niet in deze geconso-lideerde jaarrekening moeten worden opgenomen. Deze verplichting wordt als te belastend beschouwd indien een moederonderneming alleen maar dochterondernemingen

van te verwaarlozen betekenis zou hebben. Een moederon-derneming zou in dergelijke gevallen moeten worden vrij-gesteld van de verplichting om een geconsolideerde jaar-rekening en een geconsolideerd jaarverslag op te stellen. Evenwel moet zij steeds de mogelijkheid behouden om, op eigen initiatief, een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en een geconsolideerd jaarverslag op te maken.

Artikel 2 van de Richtlijn 2009/49/EG werd in de Belgische wetgeving omgezet via de wet van 22 maart 2012 tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen en van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhou-ding van de ondernemingen (BS 12 april 2012). De wet van 22 maart 2012 wijzigt artikel 110 van het Wetboek van Vennootschappen. Een moedervennootschap dient derhalve vanaf 22 april 2012 te worden vrijgesteld van de verplichting om een geconsolideerde jaarrekening en een geconsolideerd jaarverslag op te stellen indien zij slechts dochterondernemingen heeft die, gelet op de beoordeling van het geconsolideerd vermogen, de geconsolideerde fi-nanciële positie of het geconsolideerd resultaat, individueel en tezamen van te verwaarlozen betekenis worden geacht.

Aan de CBN werd gevraagd om aanvullend advies te geven over het begrip “van te verwaarlozen betekenis” en in het bijzonder de criteria te bepalen die de onderneming in overweging moet nemen voor de interpretatie ervan (Zie hiervoor 1. Adviezen).

Het koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van een minimum algemeen rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars (BS 3 augustus 2012)

Het rekeningenstelsel dat in bijlage bij het koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van een minimum genorma-liseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eige-naars is verschenen draagt ertoe bij dat de boekhouding van verenigingen van mede-eigenaars op een uniforme, voor de mede-eigenaars begrijpbare en transparante ma-nier kan worden gevoerd en maakt het bovendien moge-lijk dat de individuele rekening van elke mede-eigenaar op ieder tijdstip kan worden geraadpleegd. In advies 2012/14 Uitgewerkt voorbeeld bij het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars zoals vastgesteld bij koninklijk besluit van 12 juli 2012 (5 september 2012) licht de CBN aan de hand van een voorbeeld het gebruik van bepaalde rekeningen uit het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigin-gen van mede-eigenaars toe.

Page 42: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

41

Het IAB in 2012 2

Het koninklijk besluit van 18 december 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplich-tingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen (BS 31 januari 2013)

De samenwerking van de Werkgroep Fusies en split-singen met de Werkgroep Verenigingen en stichtingen lag aan de basis van dit koninklijk besluit. Dit konink- lijk besluit voorziet in de wijzigingen die in het KB W.Venn. werden ingevoerd door het koninklijk besluit van 10 augus-tus 2009 tot wijziging van het KB W.Venn. en van het ko-ninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel, en door het koninklijk besluit van 7 november 2011 tot wijziging van het KB W.Venn., maar dan aangepast aan de vereisten die verband houden met de bijzondere aard van de werkzaamheden en het wettelijk statuut van verenigingen en stichtingen.

Er wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal andere wijzigingen aan te brengen aan het konink- lijk besluit van 19 december 2003. Zo wordt het toe-passingsgebied van deel I van het koninklijk besluit van 19 december 2003 uitgebreid tot stichtingen en internatio-nale verenigingen zonder winstoogmerk.

De wet van 30 december 2009 had in het W.Venn. en in de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen en stichtingen een aantal bepalingen ingevoegd op grond waarvan verenigingen en stichtingen een reorganisatie kunnen doorvoeren via de inbreng van een algemeenheid of een bedrijfstak, volgens de regels die het W.Venn. hiertoe voorschrijft. In deze bepalingen – die per 25 januari 2010 in werking traden – kwam het boekhoudrechtelijk aspect niet aan bod. Het ontwerp tot koninklijk besluit voert, voor de verrichtingen bedoeld in artikel 58 van de wet van 27 juni 1921, een regeling inzake boekhoudkundige continuïteit in. De CBN heeft ter verduidelijking een advies voorbereid (cfr. 3. Adviezen in voorbereiding).

Het koninklijk besluit voegt bovendien een resultaatverwer-kingstabel toe aan het volledig en verkort schema van de jaarrekening van verenigingen en stichtingen. Deze tabel wordt ingevoegd om een correcter beeld te krijgen van de verwerking van het positieve of negatieve resultaat van de vereniging of stichting.

Verder wordt voorgesteld om voortaan niet enkel voor de

fondsen bestemd voor een sociaal passief, maar voor alle bestemde fondsen de waarderingsregels in de toelichting te vermelden. Voorts wordt de definitie van kapitaalsubsidies gewijzigd. Voortaan moet het gaan om subsidies verkregen voor investeringen in vaste activa met beperkte gebruiks-duur. Subsidies in vaste activa waarvan de gebruiksduur niet beperkt is of waarvan de functionaliteit constant is zullen, omwille van het duurzame karakter ervan, moeten worden opgenomen onder de permanente fondsen van de vereniging of stichting.

Tot slot werden nog een aantal correcties en wijzigingen aan het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel van verenigingen en stichtingen aangebracht.

9. Nieuwe Belgische wetgeving in voorbereiding

Voorstel tot aanpassing aan het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemin-gen en het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een alge-meen rekeningstelsel

Als gevolg van de wijziging van artikel 8, § 2 van de Boekhoudwet door artikel 56 van de wet van 8 juni 2008 (I) (BS 16 juni 2008, ed. 2), is de termijn gedurende dewelke ondernemingen hun boeken moeten bewaren terugge-bracht op zeven jaar, te rekenen van de eerste januari van het jaar dat op de afsluiting volgt. Via dit ontwerp tot ko-ninklijk besluit wordt in artikel 9, lid 1 van het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemin-gen, het woord “tien” vervangen door het woord “zeven”.Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om wijzigingen aan te brengen aan het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel.

Het is de bedoeling om dit ontwerp tot koninklijk besluit op korte termijn over te maken aan de bevoegde minister.

Voorstel tot aanpassing aan het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkun-dige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen

Artikel 37 van het koninklijk besluit van 19 december 2003 regelt de wijze waarop de verenigingen en stichtingen hun

Page 43: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

42

Het IAB in 2012 2

openingsbalans moeten opstellen voor het eerste boekjaar waarop de bepalingen van voornoemd besluit van toepas-sing zijn. De derde paragraaf van dit artikel verplicht de verenigingen en stichtingen die geen boekhouding voeren die ten minste overeenstemt met deze die het koninklijk besluit vereist, om de bestanddelen van de activa, voor de redactie van de openingsbalans van het eerste boekjaar waarvoor de bepalingen van onderhavig besluit gelden, te waarderen tegen hun werkelijke waarde, of bij ontstente-nis van werkelijke waarde, tegen de gebruikswaarde. Bij ontstentenis van betrouwbare werkelijke waarde of ge-bruikswaarde, worden de activa in de toelichting bij de jaar-rekening opgenomen, aangevuld met de vermelding dat er geen betrouwbare werkelijke waarde of gebruikswaarde aan kan worden gekoppeld.

Het kan evenwel voorkomen dat de “overgenomen” kleine vereniging of stichting haar vermogen waardeert overeen-komstig de waarderingsregels voor grote of zeer grote verenigingen of stichtingen, zonder evenwel een boekhou-ding te voeren die gelijkwaardig is aan die van grote of zeer grote verenigingen of stichtingen. In dat geval kan, naar het oordeel van de Commissie, om praktische redenen worden aanvaard dat alle verschillende bestanddelen die aan de “overnemende” vereniging of stichting worden overgedra-gen, in de boekhouding van deze laatste worden opgeno-men tegen de waarde die zij hadden bij de “overgenomen” vereniging of stichting. De Commissie zal begin 2013 een voorstel om artikel 37 van het KB van 19 december 2003 in deze zin te wijzigen daartoe overmaken aan de bevoegde minister. Op die manier wordt het opstellen van de ope-ningsbalans vereenvoudigd voor die verenigingen en stich-tingen die, voordat de bepalingen van het koninklijk besluit op hen van toepassing werden, weliswaar geen boekhou-ding voerden die gelijkwaardig is aan deze die het besluit vereist, maar die wel reeds de waarderingsregels van het besluit toepassen. Voor deze verenigingen en stichtingen geldt immers dat zij reeds betrouwbare waarderingsregels toepassen zodat het opnieuw waarderen van de activa en passiva van deze verenigingen of stichtingen aan werkelijke waarde, of bij ontstentenis daarvan, aan gebruikswaarde, voor hen een overbodige last betekent.

10. Nieuwe Europese regelgeving

Organisatie consultatieronde micro-entiteiten

Naar aanleiding van de publicatie van de Richtlijn 2012/6/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad betref-fende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen

wat micro-entiteiten betreft, vroeg de Minister van Econo-mie aan de CBN naar de voor- en nadelen van elk van de opties die de Richtlijn biedt.

Teneinde nuttige informatie te verzamelen heeft de CBN hiervoor een consultatieronde georganiseerd waarop de belanghebbenden werden aan het woord gelaten.

Het doel van de richtlijn 2012/6/EU is te komen tot een vereenvoudigde regeling voor financiële verslaggeving voor micro-entiteiten. Mede gesterkt door de input uit de door de Commissie georganiseerde rondvraag, is de Commissie van mening dat het moeilijk is om standpunten in te nemen over de in de Richtlijn voorziene opties zolang er onvol-doende informatie voorhanden is over de juridische context waarin deze kleinste ondernemingen zich bevinden. Met de “context” wordt verwezen naar de aan de gang zijnde Europese werkzaamheden inzake de herziening van de Vierde en de Zevende accounting Richtlijn, waarover de dis-cussies in het Europees Parlement volop aan de gang zijn. De verplichtingen die gelden voor micro-entiteiten kunnen immers nooit zwaarder zijn dan deze die gelden voor kleine ondernemingen. Bovendien lijkt het aangewezen, om de concurrentiepositie van de Belgische ondernemingen niet in het gedrang te brengen, om na te gaan van welke opties de andere (en voornamelijk de ons omringende) Europese lidstaten zullen gebruik maken.

Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on the annual financial state-ments, consolidated financial statements and related reports of certain types of undertakings

De CBN kreeg reeds in 2011 de opdracht van haar toenma-lige voogdijminister (Economie) om als expert op te treden tijdens de vergaderingen van de Raadswerkgroep Company Law van de Europese Commissie in het kader van een voor- stel tot nieuwe Europese Richtlijn inzake jaarrekeningen- recht (een Richtlijn ter vervanging van de Vierde en de Ze-vende Europese Richtlijn die respectievelijk de jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening behandelen). De CBN heeft ook in 2012 de vergaderingen van de Raadswerkgroep bijgewoond en de bevoegde minister steeds haar opmer-kingen en advies overgemaakt.

De CBN nam in 2012 in dit verband ook deel aan een tweetal voorbereidende, interne vergaderingen georga-niseerd door de FOD Economie tijdens dewelke aan het kabinet van de minister van Economie input werd geleverd ter voorbereiding van de speaking notes van de minister van Economie voor zijn deelname aan de Raad Concurren-tievermogen.

Page 44: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

43

Het IAB in 2012 2

11. Varia

Balanscentrale

Het artikel 174, § 2 van het KB W.Venn. en het artikel 26, § 2 van het koninklijk besluit van 19 december 2003 bepalen dat de modellen van de jaarrekening die door de Nationale Bank van België zijn opgesteld, door de Natio-nale Bank worden aangepast aan de geldende wettelijke en reglementaire bepalingen, na advies van de CBN.

De wijzigingen die in de loop van 2012 aan de modellen van de jaarrekening werden aangebracht en aan de CBN werden overgemaakt, hebben betrekking op aanpassin-gen aan de sociale balans, de mogelijkheid tot vermelding van call- en putopties in de toelichting van de jaarrekening onder de Niet in de balans opgenomen rechten en ver-plichtingen en de aanpassing van een verwijzing naar een Europese Richtlijn in de lijst van ondernemingen waarvoor de onderneming onbeperkt aansprakelijk is in haar hoe- danigheid van onbeperkt aansprakelijk vennoot of lid.

Jaarboek CBN 2012

In het voorjaar van 2012 werd de derde editie van het Jaarboek van de CBN gepubliceerd (uitgeverij Larcier). In dit handboek worden alle gepubliceerde CBN-adviezen gebundeld met als structuur het schema van de balans en de resultatenrekening.

Informatievergaderingen Centrale Raad voor het Be-drijfsleven

Op regelmatige tijdstippen organiseert de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven voor haar leden vergaderingen tijdens dewelke de CBN uitlegt verschaft over de nieuwe voorstellen tot wetgeving waartoe zij de pen hield.

Deelname aan de IFASS-meeting en WSS conference

De CBN nam deel aan het International Forum for Standard Setters meeting in Kuala Lumpur (maart 2012) en Zürich (oktober 2012) alsook aan de World Standard Setters Conference in Londen in oktober 2012.

Deelname aan deze evenementen zorgt er enerzijds voor dat de ontwikkelingen op het vlak van Europese wetgeving alsook op het vlak van IFRS op de voet kunnen worden gevolgd en anderzijds voor het leggen van internationale contacten die de uitwisseling van informatie, noodzakelijk voor het onderzoek van het wetenschappelijk secretariaat, danig vergemakkelijkt.

Ontmoeting met de Nederlandse Raad voor Jaarver- slaggeving in Brussel

Tijdens de ontmoeting in 2012 werd van gedachten gewisseld over een aantal exposure drafts van de IASB, een aantal discussienota’s van de CBN, alsook ideeën uitgewis-seld over de praktische organisatie van hoorzittingen in samenwerking met EFRAG.

Dag van de mede-eigenaar 2012

In het kader van het CBN-advies 2012/14 Uitgewerkt voorbeeld bij het minimum genormaliseerd rekeningen- stelsel voor verenigingen van mede-eigenaars zoals vastgesteld bij koninklijk besluit van 12 juli 2012 (5 september 2012) werd door de CBN in december 2012 een voordracht gegeven op het jaarlijks symposium georganiseerd oor het Nationaal Informatie Centrum voor Mede-eigenaars (NICM).

Lid XBRL

De CBN is sinds 22 november 2004 lid van de vzw XBRL België en verleent op die manier steun aan de verdere ontwikkeling van de XBRL-standaard. De Commissie nam deel op 20 maart 2012 aan de statutaire algemene vergadering.

Het IAB wordt in de Commissie voor Boekhoudkundige Normen vertegenwoordigd door onze confrater Micheline Claes, lid van de Raad.

Commissie interne accountants en belastingconsulenten

De commissie interne accountants en belastingconsulenten is een werkgroep onder leiding van het uitvoerend comité, die de interne leden van het Instituut vertegenwoordigt. De commissie is samengesteld uit:

VoorzitterRobert MOREAUX, accountant

OndervoorzitterSabine MAHY, accountant en belastingconsulent

SecretarisHarold VAN KOECKHOVEN, accountant

Nederlandstalige ledenMichel BUYSSE, accountant Roland ROELS, accountant

Page 45: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

44

Het IAB in 2012 2

Franstalige ledenJean-Marie BONIVERT, accountant Evelyne FAIDHERBE, accountant

Vertegenwoordiger Raad IABJean BAETEN, belastingconsulent

Op 3 februari 2012 werd een bijeenkomst georganiseerd ter voorbereiding van de studiedag van 21 maart 2012. Op die geslaagde studiedag werden de volgende thema’s voor-gesteld:

1) Duurzaam ondernemen: de case Umicore, door de heer Bert Swinnen, director Environment, Health and Safety.

2) Bazel II en III en het effect ervan op de financie-ring van de Belgische ondernemingen: door de heer David Guillaume, adviseur bij de Nationale Bank van België.

3) Corporate governance & executive remuneration: door de heer Marcel Rottiers, Managing Consultant bij Towers Watson.

4) Bespreking van de resultaten van de enquête “Interne leden”.

De studiedag van 21 maart 2012 werd geëvalueerd op de bijeenkomst van 23 juli 2012.

Om tegemoet te komen aan de vraag van de Raad om over te gaan tot vernieuwing van de Commissie, werd een kandidaatprofiel opgesteld. Voorts zal tijdens de volgende lokale informatiesessies een item van tien minuten voorzien worden voor de interne leden. Met het oog daarop werden de volgende actiepunten uitgewerkt: de toevoeging van een rubriek “Interne leden” op de website, deelname aan het Forum for the Future, voorbereiding van een studiedag in 2013, resultaten van de enquête “Interne leden”.

Op de bijeenkomst van 6 november 2012 werden de ontvangen kandidaturen beoordeeld en werden ver-scheidene kandidaten geselecteerd. Verder werd beslist om een aantal personen, die zich vorig jaar verdienstelijk ingezet hebben, ook te verzoeken hun kandidatuur te stellen.

De resultaten van de enquête “Interne leden” werden “in avant-première” gepresenteerd op het Forum for the Future van 6 december 2012.

Andere commissies die binnen het IAB actief zijn voor de verdere uitwerking van beroepstechnieken:

– Commissie belastingconsulenten – Gemengde commissie IAB-IBR – Bijzondere opdrachten – IAB-IBR – Nationale Kamer van Notarissen

Communicatie

Consultatieve commissie der beroepsverenigingen

De Consultatieve commissie der beroepsverenigingen is bevoegd voor adviesverlening en voorstellen aan de Raad, het voeren van besprekingen en overleg over alle beroeps-domeinen van de accountant/belastingconsulent of de werking van het Instituut, en het organiseren van overleg tussen de beroepsverenigingen over hun werking, hun leden en/of de uitoefening van het beroep. De commissie is zo de bevoorrechte schakel tussen de Raad en de beroeps-verenigingen, en is samengesteld uit:

VoorzitterRobert MOREAUX, accountant

OndervoorzitterChristian RONSSE, accountant en belastingconsulent

Nederlandstalig secretarisJean-Claude DEKEYSER, accountant en belastingconsulent

Franstalig secretarisChristian DEPAUW, accountant en belastingconsulent

In de loop van 2012 werden drie bijeenkomsten gehouden.

17 januari 2012In aanwezigheid van de Voorzitter van het Instituut, André Bert, werden o.m. volgende bijzondere agendapunten behandeld:

– geheime commissielonen: stand van zaken; – externalisatie van de interne pensioenvoorzieningen:

overgangsmaatregelen; – het Actieplan IAB 2012:

a. kwaliteitstoetsing;b. antiwitwasvragenlijst;c. e-loket;d. aanpassing van de toelatingsvoorwaarden.

Page 46: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

45

Het IAB in 2012 2

19 maart 2012In aanwezigheid van de Voorzitter en de Ondervoorzitter van het Instituut (André Bert en Benoît Vanderstichelen), vergezeld van een lid van het Uitvoerend Comité (Bart Van Coile) en een lid van de Raad (Gonda Schelfhaut), werden o.m. volgende bijzondere agendapunten behandeld:

– nadere toelichting bij de kwaliteitstoetsing; – compromis rond de externalisatie van de interne

pensioenvoorzieningen, bereikt onder druk van het IAB en het VBO;

– btw voor beroepsverenigingen.

17 september 2012In aanwezigheid van de Voorzitter en de Ondervoorzitter van het Instituut (André Bert en Benoît Vanderstichelen) en van twee leden van het Uitvoerend Comité (Bart Van Coile en Jean-Luc Kilesse) werden o.m. volgende bi-jzondere agendapunten behandeld:

– het opzetten van tools en de uitwerking van procedures in het kader van de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;

– aanpassing van de norm permanente vorming; – handleiding “Organisatie van kantoren en procedures”; – informatie over de lokale informatiesessies.

De bijeenkomsten van mei en november gingen niet door, de eerste bij gebrek aan belangrijke te behandelen punten en de tweede wegens de kalender van de lokale informa-tiesessies.

Tot besluit kan gesteld worden dat de Consultatieve com-missie, zowel voor de leden ervan als voor de Raad van het Instituut, een adequaat bemiddelingsorgaan tussen het IAB en de beroepsverenigingen gebleken is.

Belgisch-Nederlandse Gespreksgroep

De Belgische Instituten, het IAB en het IBR, ontmoeten tweemaal per jaar de Nederlandse Beroepsorganisaties NOvAA (Nederlandse Orde van Accountants-Adminis-tratieconsulenten) en NIVRA (Nederlands Instituut van Registeraccountants). Beide organisaties werken naar een fusie toe en opereren daarom reeds geruime tijd onder eenzelfde naam, de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA).

Tijdens deze ontmoetingen worden actuele proble-men en de evolutie van de beroepen in beide landen besproken. De IAB-delegatie is als volgt samengesteld: André Bert (Voorzitter IAB), Bart Van Coile (lid van het Uitvoerend Comité IAB), Fernand Van Gelder (accountant en belastingconsulent) en Fabienne Cleymans (adjunct- directeur IAB).

Het voorzitterschap van de Gespreksgroep werd in 2012 waargenomen door de NOvAA.

Tijdens de vergaderingen van 22 maart en 25 oktober kwamen o.a. volgende punten aan bod:

– Stand van zaken fusietraject NOvAA en NIVRA: Het wetgevingstraject loopt nog steeds aangezien door de verschillende amendementen ingediend door het kamerlid Plasterk veel vertraging werd opgelopen. Er zijn in de Nederlandse Kamer nog vragen omtrent de scheiding van controle en advies alsook rond roulatie. Ook werkte de moeilijke kabinetsformatie vertragend. Naar alle waarschijnlijkheid zal de wet begin 2013 worden ingevoerd.

– Het gebruik van social media en de lancering van de app “accountant.nl” werden toegelicht door de NBA.

– Voordelen van allerlei aard: vergelijking van de systemen en interpretaties België/ Nederland.Voorbeelden van met name fiscale aard worden uitgewisseld. In België zijn heel veel zaken forfaitair geregeld. Conclusie van de discussie is dat regelgevin-gen zeer ingewikkeld zijn en zeker geen lastenverlichting hebben opgeleverd.

– Evolutie Gedragscode IAB en IBR: Het IAB werkt aan de aanpassing van de huidige deontologische code aan de Code of Ethics, waarbij het toepassingsgebied tevens zal uitgebreid worden naar de belastingconsulenten die in 1999 ook toetraden tot het IAB. Na de openbare raadpleging en verwerking van de commentaren van de leden, heeft het IBR zijn nieuwe code aan de minis-ter en de Hoge Raad voor de Economische Beroepen (toezichthouder) voorgelegd. De minister dient nog te beslissen of dit een KB of een norm wordt (de procedure is dan verschillend). Bij de NBA werd door de discussie over het begrip onafhankelijkheid beslist om dit uit de gedragscode te halen.

Page 47: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

46

Het IAB in 2012 2

Begeleiding en toezicht

Commissie van begeleiding en toezicht

De Commissie van begeleiding en toezicht staat in voor de kwaliteitstoetsing van de opdrachten die de confraters uitvoeren. De commissieleden worden door de Raad be-noemd voor een periode van drie jaar. Er is een Nederlands-talige en een Franstalige coördinator.

Nederlandstalig coördinatorJacques HELLIN

Nederlandstalige ledenJacques COLSON Maria-Theresia SMET-VAN MEERBEECK Hugo SMITT Joseph VAN WEMMEL Hein-Lode VANDELANOTTE Hubertus VERDONCK

Franstalig coördinatorJean-Guy DIDIER

Franstalige ledenBaudouin ALEN André CNUDDE Vincent DELVAUX Raymond GHYSELS Claude JANSSENS

In 2012 werden door externe accountants 400 verslagen – 224 Nederlandstalige, 173 Franstalige en 3 Duitstalige – bij de Commissie van begeleiding en toezicht ingediend, in het kader van de opvolging van de kwaliteit bij de uitvoering van de “bijzondere opdrachten”. Deze verslagen werden opgemaakt door respectievelijk 113 Nederlandstalige, 102 Franstalige en 1 Duitstalige externe accountants, en dit naar aanleiding van 315 ontbindingen (art. 181 W.Venn.), 78 omzettingen (Art. 777 W.Venn.) en 7 andere opdrachten.

Net zoals dit in vorige jaren het geval was, blijven de verslagen opgesteld naar aanleiding van een ontbinding – met bijna 80% – het overgrote deel van alle opgestelde verslagen uitmaken. Zoals reeds in het verleden vastgesteld, worden de meeste van deze verslagen naar het jaareinde toe ingediend. In 2012 lijkt dit gegeven nog te zijn versterkt door een dreigende verhoging van de roerende voorheffing op de liquidatieboni.

De verslagen die door de Commissie van begeleiding en toezicht werden onderzocht, werden voor 43% in overeenstemming bevonden met de betreffende nor-men. Anderzijds werden voor 31% van deze verslagen bemerkingsbrieven verstuurd en werd voor 26% ervan de betrokken confrater uitgenodigd door de Commissie van begeleiding en toezicht. Zeven dossiers werden in 2012 door de Commissie doorverwezen naar de Raad voor verdere opvolging.

Commissie permanente vorming

Leden van het Instituut zijn verplicht om minimum 120 uren permanente vorming te volgen over een periode van drie opeenvolgende kalenderjaren, met een minimum van 20 uren per jaar. De Commissie permanente beroepsoplei-ding moet middelen ter beschikking stellen die nodig zijn voor de verzekering van de erkenning en opvolging van de vormingsoperatoren, en ziet toe op de naleving door de le-den van hun verplichting tot permanente vorming.De com-missie is samengesteld uit:

Nederlandstalig coördinatorSylva KNAEPEN-TROONBEECKX

Franstalig coördinatorJean-Luc KILESSE

Nederlandstalige ledenKatelijn CALLEWAERT Rolf DECLERCK Jean-Claude DEKEYSER Freddy NOTERMAN Dirk VANDENDAELE Johan VAN DER PAAL

Franstalige ledenJean-Marc BEHAGHEL Vincent DELVAUX Patrick JAILLOT Guy KAHN Yves MOTTET Jacques WEERTS

Bij de aanvang van zijn mandaat besliste de Raad om “kwaliteit” centraal te stellen in zijn actieplan 2009-2012. Bij deze benadering gericht op kwaliteit speelt “permanente vorming” een cruciale rol. Die moet zowel uitgediept als kwaliteitsvol zijn.

Page 48: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

47

Het IAB in 2012 2

Om deze doelstelling te bereiken, vroeg de Raad opnieuw aan de Commissie permanente vorming om extra aandacht te hebben voor de controle van de vormingsverslagen.

En dus werden in oktober 2012 net als vorig jaar een honderdtal leden die in gebreke bleven door de Commissie uitgenodigd voor een gesprek. Bedoeling was om elke pro-fessional aan te sporen om de deontologische verplichting in de toekomst beter na te leven.

Jammer genoeg zag de Raad zich opnieuw gedwongen om een vijftigtal confraters door te verwijzen naar de Tuchtcommissie.

Op die manier wil de Raad duidelijk maken hoe belangrijk permanente vorming is in ons beroep, want dit is en blijft de beste manier om ons beroep, de codes en gedragingen, en de ethiek aan te leren en om de vaardigheden te onderhouden en te ontwikkelen.

De Commissie permanente vorming stelde zich in 2012 bovendien tot doel om de norm permanente vorming aan te passen en de leden met name de mogelijkheid te bie-den om een vorming op afstand te volgen (e-learning). De ontwikkelingen op het vlak van mobiel internet, networ-king, asynchrone levensstijl, vrijheid van kennisverwerving, … bieden onze leden de mogelijkheid om hun vorming ge-deeltelijk te vervolmaken waar en wanneer ze willen, op hun eigen tempo en zonder zich te moeten verplaatsen, door gebruik te maken van afstandsonderwijs.

En dus stelde de Commissie permanente vorming een ontwerp van de nieuwe norm op dat op 3 september 2012 goedgekeurd werd door de Raad. De belangrijkste nieuwigheden van deze nieuwe tekst worden toegelicht in de rubriek “Ontwikkelingen van het regelgevende en normatieve kader van het beroep”.

Kwaliteit

Commissie kwaliteitstoetsing 

De Commissie kwaliteitstoetsing werd in 2012 opgericht. Tijdens zijn zitting van 7 mei 2012, benoemde de Raad de 16 leden en 2 waarnemers voor een mandaat dat loopt tot 31 mei 2016.

Deze Commissie is belast met de organisatie van de kwa-liteitstoetsing binnen het Instituut volgens de gelijknamige norm.

Zij werkt voorstellen van procedures en instructies uit en legt deze ter goedkeuring voor aan de Raad. Daarnaast kan de Commissie de nodige werkinstrumenten opstellen teneinde haar werkzaamheden op optimale wijze uit te voeren.

De Commissie kwaliteitstoetsing zal jaarlijks een toetsings-programma opstellen dat zij ter goedkeuring dient voor te leggen aan de Raad. Op basis van de uitgevoerde toetsin-gen en de verslagen van de toetsers zal de Commissie telk-ens een eindoordeel opstellen.

De Commissie kwaliteitstoetsing is ten slotte ook ve-rantwoordelijk voor de opleiding van de aangestelde toet-sers en de opvolging van hun werkzaamheden.

Samenstelling

VoorzitterAndré BERT

OndervoorzitterChristine CLOQUET

Nederlandstalige ledenIves AMERIJCKX Erwin BOUMANS Luc CEULEMANS Jan LAMMENS Jos LEROY Rudi LEYS Bart VAN COILE

Nederlandstalig waarnemerHein VANDELANOTTE

Franstalige ledenNadine DEFRENE Raymond GHYSELS Pierre GONAY Sindy MAENHOUT Yun-Hee MOTTINT Eric NICOLET Yves SOURIS

Franstalig waarnemerDominique KESTERMANS

Page 49: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

Accountants en/of belastingconsulenten die hun beroepsver-plichtingen niet nakomen, kunnen een tuchtstraf oplopen, die wordt opgelegd en vastgesteld door onafhankelijke tuchtorga-nen, voorgezeten door een magistraat.

Page 50: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

49

Rechtspraak 3

OrganenTuchtcommissie

Accountants en/of belastingconsulenten die hun be-roepsverplichtingen niet nakomen, kunnen een tuchtstraf oplopen, die wordt opgelegd en vastgesteld door onafhan-kelijke tuchtorganen, voorgezeten door een magistraat.

Stagiairs zijn geen lid van het Instituut, maar staan wel on-der zijn toezicht en tuchtbevoegdheid. De Stagecommissie kan de stagiair die de reglementen van het Instituut of de regels van plichtenleer niet naleeft, een tuchtstraf opleggen.

In eerste aanleg wordt de beroepstucht gehandhaafd door een Tuchtcommissie. Deze commissie bestaat uit twee kamers (Nederlandstalig en Franstalig), die telkens is samengesteld uit een rechter in de rechtbank van koophandel die ze voorzit en twee door de Raad van het Instituut aangeduide leden die elk dezelfde hoedanig- he(i)d(en) bezitten als het tuchtrechtelijk vervolgde lid.

Nederlandstalige kamer

VoorzitterJoris DEGROOTE, Rechter in de Rechtbank van Koophandel te Kortrijk(Bij KB van 15 mei 2012 werd Greta KIPS ondervoorzitter van de Rechtbank van Koophandel te Gent benoemd)

Plaatsvervangend voorzitter Yolande VAN WEERT, Ondervoorzitster van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen(Bij KB van 15 mei 2012 werd Thomas VAN HOUTTE rechter bij de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen benoemd)

Effectieve IAB-ledenHugo DOOMS, accountant en belastingconsulent Leo STESSENS, accountant en belastingconsulent

Plaatsvervangende IAB-ledenLudie VAN OPSTAL, accountant en belastingconsulent Etienne SCHINKELS, accountant en belastingconsulent

Franstalige kamer

VoorzitterRenée RUBINSTEIN, Ondervoorzitster van de Rechtbank van Koophandel te Brussel

Plaatsvervangend voorzitterPatrice LIBIEZ, Rechter in de Rechtbank van Koophandel te Brussel

Effectieve IAB-ledenRichard FIELZ, accountant en belastingconsulent Pol CUVELIER, accountant en belastingconsulent

Plaatsvervangende IAB-ledenJosiane LERMINIAUX-VINCKE, accountant en belasting-consulent Georges GRAILLET, accountant en belastingconsulent

Commissie van beroep

Tegen de beslissing van de Tuchtcommissie (accountants en belastingconsulenten) en van de Stagecommissie (stagiairs) wordt beroep ingesteld bij de Commissie van beroep. Deze commissie neemt eveneens kennis van verzoeken tot eerherstel inzake veroordelingen tot tuchtstraffen die niet vatbaar zijn voor uitwissing (schorsing en schrapping).

De Commissie van beroep bestaat uit twee kamers (Nederlandstalig en Franstalig); elk van beide kamers is samengesteld uit een voorzitter die raadsheer is bij een hof van beroep, een rechter bij een rechtbank van koophan-del, een rechter bij een arbeidsrechtbank, twee leden met dezelfde hoedanigheid als het betrokken lidmaatschap aangeduid door de algemene vergadering.

Nederlandstalige kamer

VoorzitterPaul BLONDEEL, Kamervoorzitter in het Hof van Beroep te Brussel

Plaatsvervangend voorzitterDries VANDEPUTTE, Raadsheer in het Hof van Beroep te Gent

Rechtspraak

Page 51: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

50

Rechtspraak 3

Effectieve magistratenLuc DE DECKER, Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel te AntwerpenElisabeth d’ERBÉE, Rechter in de Arbeidsrechtbank te Antwerpen

Plaatsvervangende magistratenAndré BUYSSE, Rechter in de Rechtbank van Koophandel te AntwerpenPhilippe DESCAMPS, Rechter in de Arbeidsrechtbanken van Ieper, Kortrijk en Veurne

Effectieve IAB-ledenDenise BAUWENS, accountant en belastingconsulentMarleen PAUWELS, accountant en belastingconsulent

Plaatsvervangende IAB-ledenFreddy CALUWAERTS, accountant Walter IEMANTS, accountant en belastingconsulent

Franstalige kamer

VoorzitterKarin GERARD, Kamervoorzitter in het Hof van Beroep te Brussel

Plaatsvervangend voorzitterLaurence MASSART, Raadsheer bij het Hof van Beroep te Brussel

Effectieve magistratenMarc-Olivier PÂRIS, Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel te Dinant en Marche-en-FamenneRudy GHYSELINCK, Voorzitter van de Arbeidsrechtbank te Doornik

Plaatsvervangende magistratenHenry-Emmanuel SCHOENMAECKERS, Rechter in de Rechtbank van Koophandel te CharleroiVéronique TORDEUR, Rechter in de Arbeidsrechtbank te Hoei

Effectieve IAB-ledenColette MORIAU, accountant en belastingconsulent Denise VERANNEMAN, accountant en belastingconsulent

Plaatsvervangende IAB-ledenVincent DELVAUX, accountant en belastingconsulent Guy KAHN, accountant en belastingconsulent

Overzicht tuchtrechtspraak

Tuchtcommissie van 10 januari 2012

Na onderzoek van het dossier, dat geopend werd op basis van twee klachten, legt de Raad van het Instituut de betrok-ken accountant en belastingconsulent ten laste:

1) De retentie van boekhoudkundige en fiscale stukken

De Raad stelt vast dat de betrokken accountant en belastingconsulent, in de twee onderworpen gevallen, ernstig tekortgeschoten is aan zijn verplichtingen, waarbij hij met name gebruik maakte van vertragingstactieken, zoals het aannemen en vervolgens uitstellen van afspraken, en, over het algemeen, een gebrek aan reactie en medewerking.

2) De ongepaste en bedreigende houding ten aanzien van een cliënt

De Raad legt de betrokken accountant en belastingconsulent ten laste:

– enerzijds, de samenwerking verbroken te hebben en/of een houding aangenomen te hebben die geleid heeft tot verbreking van de samenwerking door de cliënt, weinige dagen vóór een belangrijke vervaldag (btw-controle);

– anderzijds, de cliënt ongegrond beschuldigd te hebben van kwade trouw, van het feit «een slechte beta-ler te zijn» en hem bedreigd te hebben met gerechtelijke vervolgingen en faillietverklaring wegens een vordering waarvan het bewijs nooit werd geleverd.

3) Het gebrek aan spontane kennisgeving van een gerechtelijke procedure

Volgens de door één der klagende partijen medegedeelde inlichtingen werd tegen de betrokken accountant en belastingconsulent een gerechtelijke procedure ingeleid. De betrokken accountant en belastingconsulent heeft, met miskenning van artikel 30 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, evenwel nagelaten het IAB hiervan in kennis te stellen.

Behalve voormelde klachten, worden de volgende aantij-gingen geformuleerd:

4) Kennelijke tekortkomingen aan de verplichtingen tot permanente vorming: de Raad dient gegrond aan te nemen dat de accountant tekortgeschoten is aan zijn

Page 52: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

51

Rechtspraak 3

verplichting tot permanente vorming, met name door gedurende het academisch jaar 2008-2009 en de periode 01/09/2009-31/12/2010 een ontoereikend aantal vormingsactiviteiten te hebben gevolgd. Een bijkomende aantijging volgt uit het feit dat hij nage-laten heeft de elektronische toepassing in te vullen, die daartoe speciaal ter beschikking wordt gesteld.

5) Niet-beantwoorden van de brieven van het IAB: betrokkene heeft de brieven die het Instituut hem (per aangetekende zending, per fax en per e-mail) heeft toegezonden, niet beantwoord.

Overwegende dat het bewijs van de retentie ten aanzien van zijn cliënten niet werd geleverd, dat de agressieve houding van de accountant en belastingconsulent evenmin werd aangetoond en dat betrokkene daarenboven met technische problemen kampte waardoor hij niet in staat was de elektronische toepassing inzake de permanente vorming binnen de vereiste termijn in te vullen, bestaat er geen aanleiding om hem een tuchtstraf op te leggen. De Raad van het Instituut heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

Commissie van beroep van 16 oktober 2012

Tijdens haar verhoor door de Commissie van beroep blijft de klagende partij, zonder daarin door de gegevens van het dossier te worden tegengesproken, volhouden dat map-pen met stukken die onmisbaar zijn voor het opmaken van haar boekhouding haar steeds niet werden teruggegeven, waardoor ze in een meer dan hachelijke situatie ten aanzien van de fiscale autoriteiten wordt gebracht.

De Commissie van beroep, rechtdoende bij verstek, vernietigt de bestreden beslissing, hervormt ze en legt de betrokken accountant en belastingconsulent, uit hoofde van de aanklachten die sindsdien bewezen zijn, de tucht- straf op van de schorsing voor een termijn van zes maan-den. Betrokkene tekent verzet aan tegen deze beslissing.

Tuchtcommissie van 10 januari 2012

De betrokken accountant wordt ten laste gelegd:

– aanhoudend tekortgeschoten te zijn aan zijn verplichting tot permanente vorming;

– de jaarlijkse verslagen niet ingeleverd te hebben en/of de elektronische toepassing inzake de permanente vor-ming niet ingevuld te hebben;

– de brieven van het Instituut niet te hebben beantwoord.

Aangezien betrokkene zich in regel gesteld heeft en gelet op het feit dat er geen vorige tuchtstraffen zijn, beslist de Tuchtcommissie dat er geen aanleiding bestaat om hem een tuchtstraf op te leggen. De Raad van het Instituut heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

Commissie van beroep van 17 april 2012

Betrokkene geeft de tweede en de derde aanklacht toe, maar betwist de eerste.

Betreffende de eerste aanklachtHij verklaart dat, daar hij eveneens het beroep van bedrijfsrevisor uitoefent, hij een aanzienlijk aantal opleidingen heeft gevolgd met betrekking tot dit twee-de beroep, en dat die opleidingen in aanmerking mogen genomen worden voor het beroep waarop het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten toezicht uitoefent, wat de Raad van het Instituut bevestigt.

Betreffende de tweede en de derde aanklachtHij geeft toe dat hij weliswaar de verslagen bij het Instituut van de Bedrijfsrevisoren heeft ingeleverd, maar nagelaten heeft de betrokken verslagen bij het Instituut van de Accoun-tants en de Belastingconsulenten in te dienen. Voorts wijt hij het verzuim om de brieven van het Instituut te beantwoor-den aan zijn verhuis als gevolg van een scheiding in zijn privélevenssfeer.

In tegenstelling tot wat de Tuchtcommissie besliste, heeft de regularisatie van een toestand van overtreding niet tot gevolg dat het begaan van die overtreding in het verleden wordt uitgewist. Hoewel de eerste aanklacht niet bewezen blijkt, geldt dat bijgevolg niet voor de twee andere aanklachten.

Page 53: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

52

Rechtspraak 3

De betrokken accountant komt voor als een georga-niseerd beroepsbeoefenaar die, uit hoofde van zijn dubbel lidmaatschap en zijn bijzondere gezinstoestand, bepaalde verplichtingen niet is nagekomen. Hij heeft de bewezen verklaarde aanklachten nooit ontkend en was verrast dat hem geen straf werd opgelegd. Dit besef, de inregelstelling van zijn toestand en de eenmaligheid van de tekortkomin-gen rechtvaardigen de lichtste straf van de waarschuwing.

De Commissie van beroep, beslissende op tegenspraak, be-vestigt de gedane uitspraak in de mate dat ze de eerste aanklacht niet bewezen verklaart, hervormt ze voor het overige en legt de betrokken accountant, uit hoofde van de bewezen verklaarde aanklachten, de tuchtstraf op van de waarschuwing.

Tuchtcommissie van 10 januari 2012

De betrokken belastingconsulent wordt ten laste gelegd:

– aanhoudend tekortgeschoten te zijn aan zijn verplichting tot permanente vorming;

– de jaarlijkse verslagen niet ingeleverd te hebben en/of de elektronische toepassing inzake de permanente vorming niet ingevuld te hebben;

– de brieven van het Instituut niet te hebben beantwoord.

De Tuchtcommissie stelt vast dat de betrokken belastingconsulent het niet nodig vond om met het IAB brieven uit te wisselen over de in de beslissing tot verwijzing geformuleerde aantijgingen, noch in te gaan op de oproe-pingen van de Commissie permanente vorming. Hij heeft ook geen poging ondernomen om zich te verweren.

De Tuchtcommissie, rechtsprekende bij verstek, legt de be-trokken belastingconsulent de straf op van de berisping. De Raad heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

Commissie van beroep van 17 april 2012

De Commissie van beroep is van oordeel dat de door de Tuchtcommissie uitgesproken straf wettig is, maar niet streng genoeg, gelet op de duur van de beoogde periode en de kennelijke achteloosheid van de betrokken belastingconsulent die geen enkele brief beantwoordt. Om de betrokkene het besef bij te brengen van de noodzaak

om de verplichtingen na te komen die de tegenhanger zijn van de voordelen die voortspruiten uit zijn inschrijving als belastingconsulent bij het Instituut, is een schorsing voor de maximumduur van een jaar aangewezen.

De Commissie van beroep, rechtsprekende bij verstek, bevestigt de gedane uitspraak in de mate dat ze de betrokken belastingconsulent ten laste gelegde aanklachten bewezen verklaart maar hervormt ze voor het overige en zegt voor recht dat de bewezen verklaarde aanklachten zullen gestraft worden met de tuchtstraf van de schorsing voor de duur van een jaar.

Tuchtcommissie van 31 mei 2011

De externe accountant en belastingconsulent wordt ten laste gelegd:

1. zijn beroep, alsook een mandaat als zaakvoerder, uit te oefenen of uitgeoefend te hebben in een niet-erkende fiduciaire vennootschap;

2. de brieven van het Instituut niet te hebben beantwoord en de Raad van het Instituut belet te hebben – of te beletten – een vennootschap waarin hij zijn beroep uitoefent te erkennen;

3. zijn verslagen inzake permanente vorming na het verstrij- ken van een aantal academische jaren niet te hebben teruggestuurd en de verplichting tot permanente vorming tijdens deze academische jaren niet te zijn nagekomen.

De materialiteit van deze aantijgingen wordt niet betwist en wordt bij het onderzoek van het dossier bewezen geacht.

Om deze redenen legt de Tuchtcommissie de betrokken accountant en belastingconsulent de tuchtstraf op van de schorsing voor een termijn van een jaar. Betrokkene heeft tegen die beslissing beroep aangetekend.

Commissie van beroep van 24 september 2012

De Commissie van beroep is van oordeel dat de door de Tuchtcommissie opgelegde straf wettig is, maar te streng, gelet op het feit dat betrokkene zich bewust is van de ernst van de begane overtredingen, maar tevens gelet op de noodzaak hem niet een jaar lang zijn werkzaamheid te

Page 54: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

53

Rechtspraak 3

ontnemen, nu hij zich sindsdien blijkbaar aan de geldende regels houdt, blijkens de volgende gegevens:

– de aanvraag tot erkenning van zijn vennootschap; – de historiek van de opleidingen die hij sinds 2011 heeft

gevolgd.

De straf van de berisping zal op meer gepaste wijze tegemoetkomen aan de toestand van betrokkene en hem het besef bijbrengen van de dwingende noodzaak zijn verplichtingen jegens het Instituut na te komen. De Commissie van beroep, rechtdoende op tegenspraak, bevestigt de gedane uitspraak in de mate dat ze de betrokken accountant en belastingconsulent ten laste gelegde aanklachten bewezen verklaart, hervormt ze voor het overige en zegt voor recht dat de aanklachten lastens de accountant en belastingconsulent zullen gestraft worden met de tuchtstraf van de berisping.

Tuchtcommissie van 10 januari 2012

De Raad beslist om de betrokken accountant voor de Tuchtcommissie te verwijzen uit hoofde van volgende aantijgingen:

– met opzet en met het duidelijk oogmerk te schaden te weigeren en geweigerd te hebben om aan twee voormalige cliënten hun boekhoudkundige en fiscale dossiers terug te geven en, inzonderheid, alle originele stukken die hem met het oog op de uitoefening van zijn opdracht, zijnde het bijhouden van de boekhoudkun-dige en fiscale dossiers, waren toevertrouwd;

– een niet-confraternele houding te hebben aangeno-men en tekortgeschoten te zijn aan de beginselen van wederzijdse hulp en hoffelijkheid;

– de brieven van het IAB niet te hebben beantwoord noch te beantwoorden;

– het verslag inzake permanente vorming niet te hebben teruggezonden en voor het academisch jaar 2008-2009 en het jaar 2009-2010 zijn verplichting tot permanente vorming niet te zijn nagekomen.

Blijkens de uitleg van betrokkene, die verzet had aange-tekend tegen een eerste bij verstek genomen beslissing van de Tuchtcommissie, is zijn houding jegens zijn cliënten onverschoonbaar en vertoont hij geen berouw, zodat de

straf van de schorsing voor de termijn van zes maanden, onder de gegeven omstandigheden, volledig gerechtvaar-digd is.

De Tuchtcommissie, rechtdoende op tegenspraak, bevestigt de straf van de schorsing voor een termijn van zes maanden die zij betrokkene had opgelegd.

Rechtspraak titel en monopolie

Naast de interne tuchtbevoegdheden tegenover de leden, staat het Instituut eveneens in voor de bescherming van de titel en het monopolie van de accountant en de titel van belastingconsulent tegenover niet-leden.

Overeenkomstig artikel 58 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen is strafbaar eenieder die zich publiekelijk en onrecht-matig de hoedanigheid toe-eigent van accountant of belastingconsulent door de titel te voeren of een term te gebruiken die daarmee verwarring kan scheppen en/of door de beroepswerkzaamheden van accountant uit te oefenen.

De procedure werd telkenmale ingeleid door middel van een strafklacht bij de onderzoeksrechter met burgerlijke partijstelling. Ook in het jaar 2012 werden hiervoor meer-dere personen en vennootschappen veroordeeld.

Correctionele rechtbank te Antwerpen van 2 april 2012

Betrokkene werd op 12 juli 2006 geschrapt als extern accountant. Deze schrapping werd definitief door tussenkomst van het arrest van cassatie van 5 september 2008 waarna betrokkene uiteindelijk op 2 maart 2009 door de Raad van het IAB definitief weggelaten werd van de ledenlijst.

Het doel van de BVBA van betrokkene werd op 3 januari 2007, zijnde ruim 6 maanden ná de schrapping van betrokkene gewijzigd naar de burgerlijke werkzaamheden van accountant, zoals omschreven in artikel 34 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, evenals het uitoefenen van alle hiermede verenigbare activiteiten.

Page 55: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

54

Rechtspraak 3

Betrokkene werd vervolgd voor schending van de titel van accountant en voor het onwettig uitoefenen van het beroep van accountant in het kader van een BVBA.

De correctionele rechtbank te Antwerpen van 2 april 2012 heeft de feiten lastens beide beklaagden bewezen geacht en sprak volgende veroordeling uit:

– Betrokkene: een geldboete van 2 750 euro, waarvan de helft met uitstel van tenuitvoerlegging voor een periode van drie jaar of een vervangende gevangenisstraf van 75 dagen.

– De BVBA: een geldboete van 5 500 euro met uitstel van tenuitvoerlegging voor een periode van drie jaar.

Met betrekking tot de burgerlijke vordering sprak de recht-bank de volgende veroordeling uit:

– Materiële schade ten gevolge van ontdoken ledenbijdra-gen is gegrond, wat neerkomt op 1 652,47 euro lastens de BVBA en 1 779,67 euro lastens betrokkene.

– Administratieve kosten worden herleid naar 125 euro.

– Morele schade: 1 euro.

– Alles te vermeerderen met de vergoedende intresten vanaf 2 maart 2009 tot datum van het vonnis en vanaf datum vonnis met de gerechtelijke intresten en de kosten.

– Rechtsplegingsvergoeding van 715 euro.

Tegen het vonnis werd geen beroep ingesteld.

Hof van beroep te Antwerpen van 19 november 2012

Betrokkene werd door het hof van beroep te Antwerpen op 19 november 2012 veroordeeld tot een hoofdgevange-nisstraf van 6 maanden en een geldboete van 5 500 euro of 3 maanden vervangende gevangenisstraf.

Betrokkene werd met name vervolgd voor schending van de titel van accountant en voor het onwettig uitoefenen van het beroep van accountant in het kader van een Comm.V en voor het zich met bedrieglijk opzet te hebben willen onttrekken aan eerdere betalingsverplichtingen namens het Instituut.

Aan het Instituut werd geen materiële schadevergoe-ding toegekend gezien een gedeeltelijke vrijspraak ten gevolge van het faillissement van de vennootschap en ge-zien de feiten pas werden aangenomen vanaf datum van de dagvaarding op 2 juni 2009, met name de kennisneming van de schrappingsbeslissing van het Instituut naar aanlei-ding van de stakingsvordering, tot aan de wijziging van de statuten op 21 september 2009.

Wel werd een vergoeding toegekend van 250 euro voor administratieve kosten, 1 euro morele schadevergoeding en een rechtsplegingsvergoeding van 1 500 euro, wat betreft de eerste twee bedragen te vermeerderen met de gerechtelijke intresten vanaf datum van het arrest.

Tegen het arrest werd geen voorziening in cassatie ingesteld.

Page 56: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

55

Rechtspraak 3

Hof van beroep te Antwerpen van 27 november 2012

Nadat betrokkenen door de correctionele rechtbank te Antwerpen op 7 november 2011 werden vrijgesproken werd er door het Instituut beroep aangetekend voor wat betreft de vordering van de burgerlijke partij. Gezien het openbaar ministerie zelf geen beroep had aangetekend waren betrokkenen strafrechtelijk wel vrijgesproken.

Het hof van beroep heeft in tegenstelling tot de correc-tionele rechtbank te Antwerpen de inbreuk op de artike-len 17 en 18 voor schending van de titel van accountant als bewezen beschouwd en heeft eveneens aangenomen dat een eenvoudige inbreuk door vermelding van de titel van accountant in de statuten reeds volstaat, zonder dat er bijkomend nog een intentie zou moeten geweest zijn.

Hierdoor werd de ongunstige uitspraak van de correctio-nele rechtbank te Antwerpen gewijzigd. Deze rechtbank had met name gemotiveerd dat uit de gegevens van het dossier niet bleek dat betrokkenen de bedoeling hadden

het beroep van accountant uit te oefenen – met name door eenvoudige vermelding in de statuten – en had bij gevolg aan twijfel de beklaagden vrijgesproken.

Een poging van betrokkenen om de schuld voor de inbreuk in de statuten op de notaris te schuiven werd door de rechtbank ook afgewezen. Het hof oordeelde dat het niet tot de taak van de notaris behoorde om, ter gelegenheid van de oprichting van de vennootschap en de omschrijving van het doel ervan, vooraf na te gaan of de oprichter een inschrijving had bij het IAB, want de akte was ook niet strijdig met de vennootschapswetgeving en had op zich geen onwettig doel.

Aan het Instituut werd vervolgens 250 euro administratieve vergoeding toegekend, 1 euro morele schadevergoeding, 100,44 euro voor de kosten in eerste aanleg en tenslotte tweemaal 990 euro voor de rechtsplegingsvergoeding in eerste aanleg en in hoger beroep.

Tegen het arrest werd geen voorziening in cassatie ingesteld.

Page 57: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

Het Instituut heeft in 2012 praktische tools en publicaties gratis ter beschikking gesteld van zijn leden en stagiairs. In dat kader werd vooral de klemtoon gelegd op de verspreiding van het merk.

Page 58: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

57

Publicaties 4

Codex van de Accountant en van de Belastingconsulent 2012

Deze codex bundelt de meest relevante wetten die tot het beroepsdomein behoren, en is in de eerste plaats bedoeld als tool voor de stagiars. Alle IAB-stagiairs ontvingen in 2012 een gratis exemplaar. Leden van het IAB kunnen de Codex bij de uitgever bestellen met een korting op de standaardprijs. Praktische gegevens zijn te vinden in de rubriek Renaissance/Mededelingen 2012.

Aangiftegids personenbelasting 2012 / M. DE MEY en Cijferzakboekje 2012

Deze “leidraad bij het optimaliseren van uw aangifte”, uitgegeven door Kluwer, werd ook dit jaar aan alle leden en stagiairs verstuurd, samen met het erg handige cijferzakboekje.

Praktische gids vennootschapsbelasting 2012

Jurgen Soetaert, Dominique Darte, Yves NoëlDe praktische gids is een uitgave van Edi.pro.

Publicaties

Accountancy & Tax

In 2012 verschenen vier nummers van Accountancy & Tax, waarin de activiteiten van het Instituut ruimschoots aan bod kwamen, evenals onderwerpen die het beroep aanbelangen (geheime commissielonen, risicopreventie, kwaliteitstoetsing, strijd tegen de fiscale en sociale fraude, ...).

De nummers van Accountancy & Tax zijn online raadpleegbaar via www.iec-iab.be, rubriek “Publicaties”.

Page 59: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

58

Publicaties 4

Witboek kwaliteit

Praktische gids langs de tien essentiële elementen voor een goede organisatie van het kantoor.

Parcours kwaliteit

E-zine

Het IAB stelt dagelijks actualiteit ter beschikking van de leden via de website (rubriek Publicaties/ Renaissance – Heet van de naald en Ten Gronde). Deze berichten werden in 2012 aanvankelijk nog via de tweewekelijkse elektronische nieuwsbrief “In het vizier” geleverd bij de leden, maar dat werd vervangen door “e-zine”.

Op 2 maart 2012 werd het eerste vernieuwde “e-zine” verstuurd, zodat leden nu geïnformeerd worden op een meer dynamische wijze, aangepast aan de nieuwe communicatiestijl van het Instituut. Elke week levert het e-zine accurate informatie door artikelen aangeleverd door interne auteurs van het IAB en door Kluwer, en biedt het de gelegenheid om in te spelen op actuele situaties en evoluties op boekhoudkundig en fiscaal vlak.

In 2012 werden 34 e-zines verstuurd, ze zijn online raadpleegbaar via www.iec-iab.be, rubriek “Publicaties”

Maatschappelijke uitdagingen voor de bedrijfsaccountant en -belastingconsulent. Studienamiddag 21 maart 2012

Een studiedag was in de eerste plaats gericht op interne leden, en ging over duurzaam ondernemen, mogelijke econo-mische gevolgen van de Bazel III-regelgeving, “corporate governance”-Richtlijnen met betrekking tot de bezoldiging van de bedrijfsleiders.

De documentatie van de studienamiddag staat ter beschikking op het extranet, onder de rubriek “Publicaties/Werken en boeken”.

Resultaat van de enquête onder de interne leden – 2012

In 2012 organiseerde het IAB een enquête bij de interne accountants en belastingconsulenten. Op de studienamiddag van 21 maart 2012 stelde Robert Moreaux, voorzitter van de Commissie interne accountants en belastingconsulenten, de resul-taten daarvan voor.

De resultaten van de enquête staan ook ter beschikking op het extranet, onder de rubriek “Publicaties/Werken en boeken”.

Page 60: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

59

Publicaties 4

Brochures

– Permanente vorming in het middelpunt van ons beroep: alles wat u moet weten over de nieuwe norm permanente vorming.

– Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme: alles wat u moet weten om de nieuwe regelgeving te kunnen naleven.

– Een springplank naar uitmuntendheid: alles wat u moet weten over de nieuwe norm ‘kwaliteitstoetsing’.

– De jonge accountants en belastingconsulenten in de kijker: het jongerenplan doorgelicht.

– Communiceer! Alles wat u moet weten om te communiceren in overeenstemming met de deontologische voorschriften.

– Het merk accountant, een kwaliteitslabel: alles wat u moet weten over het merk ‘accountant’.

Communicatiemedia

Raad van uw accountant is goud waard!: een radiocampagne versterkt door onze affiches en andere kaarten die op grote schaal aanwezig waren in onze kantoren.

Verspreiding van het merk

Page 61: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

Tijdens zijn zesjarige mandaat heeft Voorzitter André Bert blijk gegeven van een aantal sterke kwaliteiten, onder andere zijn en-thousiasme, zijn zin voor dialoog, zijn wil om vooruit te gaan en zijn opvallende verwezenlijkingen ten dienste van het beroep.

Page 62: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

61

Evenementen 5

Studienamiddag: “Maatschappelijke uitdagingen voor de bedrijfsaccountant en -belastingconsulent”21 maart 2012

Op woensdag 21 maart 2012 vond in het Auditorium Marnix van ING een studienamiddag plaats, die werd toegespitst op onderwerpen waar vooral onze interne leden dagdagelijks mee in aanraking komen.

Na een inleiding door onze voorzitter, André Bert, vatte Bert Swennen de studienamiddag aan met een uiteenzet-ting over “Duurzaam ondernemen”.

Als fabricant van duurzame materialen is duurzame ontwikkeling voor Umicore zeer belangrijk. Op die manier draagt het bedrijf immers bij tot een aantal uitdagingen voor de aarde (bijv. de schaarste van grondstoffen, de toenemende en steeds ouder wordende bevolking, ...), legde de heer Swennen, director Environment, Health and Safety Managment van Umicore, uit.

Vervolgens lichtte David Guillaume de mogelijke economische gevolgen van de Bazel III-regelgeving toe.

De financiële crisis heeft grote zwakheden van het finan-ciële systeem aan het licht gebracht. De heer Guillaume, adviseur bij de Nationale Bank van België, legde uit hoe de regelgeving van Bazel III daaraan probeert te remediëren.

Tenslotte gaf de heer Marcel Rottiers, managing consultant bij Towers Watson, een overzicht van de voornaamste Richtlijnen inzake “corporate governance”,

die betrekking hebben op de bezoldiging van de bedrijfslei-ders. Er werd eveneens dieper ingegaan op de verplichting om de betaling van de variabele bezoldiging te spreiden in de tijd.

De studienamiddag werd afgesloten door de heer Robert Moreaux, die de resultaten heeft voorgesteld van de enquête die het IAB organiseerde bij de interne accountants en belastingconsulenten. Daaruit hebben we geleerd wie deze leden zijn en waar zij dagdagelijks mee bezig zijn.

Uw talrijke aanwezigheid op dit evenement wijst op de wens om meer initiatieven van het IAB in die zin.

Ontmoeting met de stagemeesters24 maart 2012

Volgens een inmiddels gevestigde traditie, heeft de Stagecommissie eenmaal per jaar een ontmoeting met de stagemeesters, om samen verschillende kwesties te bespreken die van belang zijn voor het verloop van de stage.

Op basis van die gedachtewisseling kan de Stagecom-missie, desgevallend, sommige bepalingen van het stagereglement aanpassen.

De volgende punten werden aan de stagemeesters voorgelegd.

Beschouwingen over de kwaliteitstoetsing

Voorzitter André Bert kwam terug op de grote lijnen van de kwaliteitstoetsing en de stelselmatige invoering ervan bij de leden.

Statistieken betreffende de stagiaires

In 2012 heeft de Stagecommissie het volgende aantal stagiairs, per stagejaar, geregistreerd:

– 1ste jaar: 509; – 2de jaar: 314; – 3de jaar: 332;

hetzij in totaal 1 155 stagiairs.

Evenementen

Page 63: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

62

Evenementen 5

Bij dit aantal moeten toegevoegd worden de stagiairs:

– in het 4de jaar: 278; – in het 5de jaar: 256; – in het 6de jaar en +: 382;

hetzij een totaal van 916 stagiairs.

De Stagecommissie volgt de evolutie van die 2 071 stagiairs op.

Vereenvoudiging van het stagedagboek

Het stagedagboek wordt aan een geregeld onderzoek on-derworpen en sommige toepassingen ervan werden gewij- zigd, om beter tegemoet te komen aan de wensen van de gebruikers, stagemeesters en stagiairs:

– het einde-stageverslag; – de evaluatie van de stagemeester; – de permanente vorming; – de informatie die verstrekt wordt aan de jury’s van het

mondeling examen en van het bekwaamheidsexamen; – het belang van het valideren van opdrachten, vooral

in geval van wijziging van stagemeester.

Verloop van het einde van de stage voor de stagiairs van + 3 jaar

Sinds 2009 wordt elk jaar aan de stagiairs «+3» gevraagd om een verslag in te dienen dat voornamelijk volgende ge-gevens betreft:

– het statuut van hun activiteit en de eventuele wijzigingen sinds hun vorige deelname aan het bekwaamheidsexamen;

– de aard van de behandelde dossiers; – de permanente vorming.

Dit verslag vormt voor de jury bij de mondelinge proeven een bijkomend gegeven.

Permanente vorming van de stagiairs

Ook de stagiairs moeten het verslag permanente vorming indienen. Die stagiairs zijn, naargelang hun stagejaar, verplicht de door het IAB georganiseerde conferenties te volgen en moeten hun verplichting tot permanente vor-ming nakomen.

Stagiairs en aandeelhouderschap van de professionele vennootschappen

Gelet op de nieuwe bepalingen van het koninklijk besluit van 16 oktober 2009 kunnen de stagiairs thans maximum 49% van de stemrechten in professionele vennootschap-pen bezitten en in minderheid lid zijn van de bestuursor-ganen.

Ontwikkelingen betreffende de antiwitwaswetgeving

De deelnemers werden in kennis gesteld van de stand van zaken van de werkzaamheden en aanbevelingen.

Beschouwingen door de voorzitters van de jury’s betreffende de mondelinge proef van het bekwaamheidsexamen

De Stagecommissie vond het nuttig om de ervaringen van de verschillende juryvoorzitters met de stagemeesters te delen. Dergelijke kennisgeving is niet alleen nuttig voor de stagemeesters, ze is ook van belang voor de Stagecommis-sie, in het kader van haar denkoefening over de toepas-singsmodaliteiten van het bekwaamheidsexamen.

Algemene vergadering21 april 2012

Op 21 april 2012 waren we met meer dan 500 aanwe-zig in het Auditorium 2000 van het Heizelpaleis voor de 26e algemene vergadering.

Als eerste spreker maakte Voorzitter André Bert een synthese op van de initiatieven die ons Instituut in de loop van de laatste maanden nam. Hij wees in het bijzonder op de tweede editie van de lokale informatiesessies, die op

Page 64: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

63

Evenementen 5

een groeiend aantal deelnemers mocht rekenen en op het project Kwaliteitstoetsing dat door Bart Van Coile zal worden ontwikkeld. Hij benadrukte de inspanningen van het Instituut ter aanpassing van de fiscale regelge-ving, de acties om jongeren aan te moedigen toe te treden tot het beroep of om de aandacht op onze interne leden te vestigen, en liet evenmin na om de voordelen van het nieuwe gebouw in de verf te zetten. Een ander belangrijk thema dat de voorzitter aankaartte, was de com-municatie tussen het IAB en zijn leden. Er werden immers vijf middelen gekozen om deze communicatie te bevor-deren: de lokale informatiesessies, de steeds geüpdatete website, de duidelijke aanwezigheid van het IAB op het Forum for the Future, onze aanwezigheid op de vergaderingen van de Consultatieve commissie der beroepsverenigingen en het nieuwe logo. Om de leden op hun beurt de mogelijkheid te geven beter met het IAB te communiceren, wordt momenteel gewerkt aan een dossier voor elk lid, waarbij de betrokkenen zelf de gegevens die over hen op de website worden gepubliceerd kunnen aanpassen. Als afsluiting uit André Bert zijn erkentelijkheid voor het werk en de motivatie van de leden van het Uitvoerend comité, de Raad, de directie en alle medewerkers van het Instituut.

Ondervoorzitter, Benoît Vanderstichelen, neemt hierna het woord en schetst de voortgang van de werkzaamheden in de vier actieterreinen die al in 2010 door de Strategische raad werden afgebakend: de bekwaamheden van de beroepsbeoefenaars en toekomstige beroepsbeoefenaars, de kwaliteit van onze diensten, de diensten die het Instituut aan zijn leden en stagiairs kan aanbieden en het imago van ons beroep.

Hierna volgen enkele van de prioriteiten waarop hij de aandacht van de aanwezigen vestigt:

– Het unanieme standpunt van de drie Instituten dat advocaten btw-plichtig zouden zijn als hun cliënten geen privépersonen zijn.

– Elektronische facturatie: tijdens het Forum for the Future op 1 december 2011 werd een protocolakkoord ondertekend door de Instituten, de ondernemers (VBO, UCM, UNIZO), de verschillende FOD’s en software-leveranciers om overleg te plegen over een uniforme benadering met het oog op een elektronische factuur waarin nuttige informatie voor de boekhoudkundige verwerking vervat is.

– Voorkeurmateries: het IAB heeft onderzocht wat het voordeel zou zijn van een systeem waarbij leden die dat wensen op de website en op hun visitekaartje enkele voorkeursactiviteiten zouden kunnen vermelden.

– Naast een vlottere toegang tot de stage, wil de Raad beroepsbeoefenaars die zeven jaar beroepservaring hebben, de mogelijkheid bieden om onmiddellijk hun bekwaamheidsexamen af te leggen.

– De begeleiding voor de organisatie van de kantoren en de kwaliteit van de diensten. Deze begeleiding heeft helemaal niet tot doel bestraffend op te treden, maar de leden te helpen om bepaalde procedures in te voeren.

– Permanente vorming: de Raad heeft onlangs de norm aangepast waardoor leden nu ook gedeeltelijk via afstandsonderwijs permanente vorming kunnen volgen.

Tot besluit somt Benoît Vanderstichelen de hulpmidde-len op die ter beschikking worden gesteld van de leden: organisatietools, praktijkgidsen, Companyweb, gratis deelname aan het Forum for the Future.

De volgende spreker, Bart Van Coile, lid van het Uitvoerend comité en van de Raad reflecteert over de kwaliteitstoetsing. Hij legt uit dat deze toetsing geen initiatief is waarvoor men bang moet zijn, maar een hulp-middel, en eerlijk gezegd, een opmerkelijk initiatief van onderlinge hulp tussen confraters. Na een kort over-zicht van de situatie in andere landen, maakt de spreker een lijst op van de talrijke doelstellingen die met deze kwaliteitstoetsing worden nagestreefd:

– ondersteuning van de confraters; – voldoen aan de verplichte controle van de

antiwitwaswetgeving; – een ander toezicht op de bijzondere verslaggeving nadat

werd gezien dat deze werkwijze werkt; – een verfijnd toezicht op de permanente vorming; – tegemoet komen aan de vraag van de Hoge Raad; – tegemoetkomen aan internationale verplichtingen

en hiermee de kans aangrijpen om de merknaam van ‘ACCOUNTANT’ te kunnen blijven voeren;

– en juist die merknaam gebruiken naar de buitenwereld, onze stakeholders, als een symbool van kwaliteit.

Tot slot luisteren de leden naar Emmanuel Degrève, lid van het Uitvoerend comité en van de Raad, die het belang van communicatie uiteenzet. Voor de leden draait

Page 65: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

64

Evenementen 5

communicatie rond het voorstel om in België de ontwikke-ling van het merk ‘Accountant’ te organiseren. Emmanuel Degrève stelt de drie strategische pijlers voor waarop het merk steunt:

– Het garandeert de bekendheid van een label.

– Het biedt een identiteit de mogelijkheid in verband te brengen met waarden, gedragingen, eigenschappen en voordelen en de combinatie en de wisselwerking ervan zullen vormgeven aan een merk van uitmuntendheid, dat bijdraagt tot een imago.

– De combinatie van naambekendheid en imago zal be-langstelling wekken voor het beroep en vertrouwen in-boezemen, en zo het ‘imago’ van accountants duurzaam vestigen.

Het Instituut heeft de campagne ‘Kwaliteit is onze troef’ gelanceerd zodat de leden zich meer bewust worden van hun identiteit en van hun waarde. Het leitmotiv van deze campagne is zichtbaarheid te geven aan de aanwezigheid van de accountants op de Belgische markt, een aanwezig- heid die een kwaliteitswaarborg inhoudt voor confraters en klanten. De spreker kondigt ook aan dat een externe campagne in de maak is voor de klanten van de IAB-le-den, ondernemingen, zelfstandigen en de particulieren. Die campagne zal worden ondersteund door een visueel deel en een slogan en zal tijdens het laatste kwartaal van 2012 worden gelanceerd.

Gezamenlijk academisch gedeelte: een prominente gast

Een primeur: voor de eerste maal wordt het academisch gedeelte van de algemene vergadering gezamenlijk georganiseerd door het IAB en het IBR.

André Bert opent de academische zitting en verwelkomt de voorzitter van de CFE, Stephen Coleclough, die het IAB bedankt voor de goede samenwerking.

Toespraak van René Ricol

Jean Blavier stelt als moderator van het academisch gedeelte de eminente voordrachtgever René Ricol voor, erevoorzitter van de Franse Orde van Accountants en van de International Federation of Accountants. Hij vat zijn briljante loopbaan kort samen en overhandigt hem een onderscheiding in naam van de twee Instituten.

De spreker herinnert in de eerste plaats aan de belangrijke rol die België op internationaal gebied speelt en benadrukt dat boekhouding niet neutraal is, maar een keuze van de onderneming. Hij stelt een alternatief voor: ofwel opteren voor een compleet financiële toekomstvisie, de market value, ofwel kiezen voor een model dat de nadruk legt op de ontwikkeling van de industrie en de ondersteuning van onderzoek, de fair value, model value. De inzet is van vitaal belang voor de toekomst van onze kinderen. Vervolgens drukt de spreker drie wensen uit. In de eerste plaats hoopt hij dat de gemeenschappelijke uiting van de Belgen, maar ook van de Fransen bewaard blijft.

Vervolgens zou hij de Franse en Belgische standpunten graag naar elkaar toe zien groeien. Ten slotte uit hij de wens om de vriendschapsbanden die de leiders van onze Instituten hebben aangeknoopt te consolideren. Hij benadrukt het belang van het beroep. Het is het eerste beroep in de geschiedenis dat een onderscheid heeft mogelijk gemaakt tussen wat performant is en wat niet, dat toelaat de nationale rijkdom te verdelen. Na deze toespraak overhandigen de voorzitters van het IAB en het IBR aan de heer Ricol een geschenk.

Prijsuitreiking, debat tussen de presidenten en toes-praak van Jan Verhoeye

NCAB-voorzitter Gérard Delvaux en ondervoorzitter Robert Moreaux reiken prijzen uit aan tien accountants en/of be-lastingconsulenten en twee bedrijfsrevisoren.

Onder leiding van Jean Blavier voeren de voorzitters en vicevoorzitters van het IAB en het IBR een debat, waarin ze hun standpunt geven over verschillende actuele topics.

Als afsluiting van de zitting belicht Jan Verhoeye, voorzit-ter van de CBN, de belangrijkste wijzigingen van de ver-nieuwde Europese Richtlijn, ter vervanging van de Vierde en Zevende Richtlijn.

Page 66: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

65

Evenementen 5

Forum Boekhoudkundige en financiële beroepen24 april 2012

Het “Forum Boekhoudkundige en financiële beroepen” werd zowel in Gent als in Charleroi georganiseerd, respectievelijk op 24 en 26 april 2012. Het Instituut nam er actief aan deel: het maakte er een punt van de hete fiscale hangijzers en gaf er uitleg over de komende kwaliteitstoetsing.

De verschillende maatregelen die het gevolg zijn van de begrotingsconclaven begin 2012 werden besproken, meer specifiek de bepalingen die gunstiger konden worden aangepast door tussenkomst van het Instituut. In Gent werd die uitleg gegeven door André Bert, in Charleroi door Benoît Vanderstichelen.

De nieuwe norm inzake kwaliteit die het Instituut voorbereidde, werd ook uitvoerig aangekondigd. Moe-ten onze beroepsbeoefenaars zich daarover zorgen maken of zich er integendeel op verheugen? Waarover gaat het precies? De grote lijnen van deze norm, evenals de concrete gevolgen daarvan voor ieder kantoor werden in Gent toegelicht door Bart Van Coile, in Charleroi door Emmanuel Degrève.

De Jongerenadviesraad23 juni 2012

Onder impuls van de raadsleden Gonda Schelfhaut en Jacques Hellin werd op 23 juni 2012 officieel het startschot gegeven van het Jongerenplan van het Instituut.

De idee achter dit Jongerenplan is het creëren van een moderne, jonge communicatie tussen het Instituut en jonge leden en stagiairs met het oog op dialoog, advies en samenwerking.

Er werd een oproep gedaan aan alle leden en stagiairs tot 37 jaar om deel uit te maken van de Jongerenadviesraad of om mee te werken in een van de werkgroepen.

Tijdens de startvergadering op 23 juni 2012 stelden 51 jongeren zich kandidaat.

Deze kandidaten werden verdeeld over vier werkgroepen, m.n. de werkgroep “Enquête“, de werkgroep “Evene-menten“, de werkgroep “Miniwebsites“ en de werkgroep

“Ambassadeur“. De Jongerenadviesraad is het overkoe-pelend orgaan dat de verwachtingen en realisaties van de werkgroepen coördineert en waarin afgevaardigden van elke werkgroep zetelen.

De werkgroep “Enquête” heeft reeds een eerste vragenlijst gericht aan alle leden en stagiairs tot 37 jaar waarin gepolst werd naar hun visie op de toekomst van het beroep.

De resultaten daarvan werden door enkele leden van de werkgroep “Evenementen“ voorgesteld op het Forum for the Future dat plaatsvond op 6 december 2012.

Ook de werkgroepen “Ambassadeur“ en “Miniwebsites“ zitten niet stil en werken aan ambitieuze projecten waar- over u in 2013 ongetwijfeld meer zal vernemen.

4e congres van het Forum for the Future: kwaliteit en imago!6 december 2012

Als we onze deelname aan het Forum for the Future, dat op 6 december 2012 al aan zijn 4e editie toe was, in twee woorden moeten omschrijven, dan denken we spontaan aan kwaliteit en imago. Twee groeipijlers die onderling afhankelijk en verbonden zijn.

Kwaliteit kwam vaak en op tal van manieren aan bod. Originele aanpak, streven naar de essentie en tegelijk duidelijk en praktisch blijven – we lieten ons leiden door het “witboek kwaliteit”. Praktische informatie samengevat in tien prioritaire actiepijlers die de kwaliteit in onze kantoren verbeteren. Een werkmiddel dat duidelijk in de lijn ligt van reeds bekende werkmiddelen, ontwikkeld met het oog op de invoering van een kwaliteitscontrole in de sector.

We weten ook dat het imago van ons beroep een boost krijgt door een evenement dat “alles wat telt” in onze

Page 67: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

66

Evenementen 5

beroepsomgeving samenbrengt op één dag en op één locatie. Meer nog dan de voorbije jaren werd het congres van 2012 aangegrepen om onze boodschap en onze waarden uit te dragen. Voortbouwend op de positieve impact van de radiocampagne rond het thema “Raad van uw accountant is goud waard”, werd de coherente strategie om het merk in de kijker te zetten ook uitdrukkelijk naar voren gebracht. Alle mogelijkheden van deze krachtige strategie werden sterk in de verf gezet op onze stand en in onze publicaties. Leren communiceren is een uitdaging voor onze sector, vooral over de ontwik-kelingen in ons vakgebied. Zo kunnen we de bedrijven diensten aanbieden die steeds nauwer aansluiten bij hun persoonlijke behoeften.

Een recente enquête wijst uit dat ons nieuwe communi-catiebeleid op veel bijval kan rekenen, en daar kunnen we alleen maar blij om zijn. Omdat alle elementen van ons beroep even belangrijk zijn, ging de aandacht dit jaar vooral uit naar de jongeren en de interne leden. Met op het programma de eerste realisaties van het jonge-renplan en kerninformatie over de interne accountants en belastingconsulenten.

Bij nader inzien, kunnen we nog een woord toevoegen aan deze twee kernwoorden, die zoveel dynamiek en ge-rechtvaardigde ambitie uitstralen: pluraliteit. Dat bleek uit onze uiteenzettingen en toespraken waarin de centrale the-ma’s van ons beroep en onze beroepsomgeving duidelijk aan bod kwamen in de vorm van bedenkingen en actie-pistes. Naast het jaarlijks terugkerende thema over de strijd tegen het witwassen en de financiering van terrorisme – de klassiekers bij uitstek – ging dit jaar ook extra aandacht uit naar de controle en de nieuwe antiwitwasvragenlijst. Onze vele praktische en actuele uiteenzettingen behandelden tal van aspecten, van plichtenleer en professionele uitoe-fening (aansprakelijkheid, ISRS 4410, Code of Ethics, norm permanente vorming, publiciteit, klantenwerving en marketing, bedrijfsaccountants en -belastingconsulenten, jonge confraters) tot meer technische informatie (btw, mis-bruik van recht, managementvennootschap).

We mogen benadrukken dat het Forum 2012 niet alleen een prachtige gelegenheid was om in contact te komen en ideeën uit te wisselen met confraters, maar dat het ook de kans bood om, tijdens interessante debatten, de ministers te ontmoeten die rechtstreeks betrokken zijn bij ons beroep, zoals de minister van Financiën. Het was ook een mooie gelegenheid om onze samenwerking met de Dienst Administratieve Vereenvoudiging in het kader van de promotie van de elektronische facturatie in KMO’s te belichten.

Zoals we weten, is leren communiceren een uitdaging voor ons beroep, vooral over de ontwikkelingen in het vakge-bied. Zo kunnen we bedrijven diensten aanbieden die steeds nauwer aansluiten bij hun persoonlijke behoeften en ook beter naar hen luisteren. Op die manier is het congres van het Forum for the Future voor ons allen, aan het einde van het jaar, een manier om regelmatig de mogelijkheden en ontwikkelingen in kaart te brengen.

Lokale informatiesessies 2012-2013

Omdat de lokale informatiesessies van 2009 en 2011 erg op prijs gesteld werden door de accountants en belastingconsulenten, heeft het IAB beslist om vanaf eind 2012 opnieuw naar zijn leden toe te stappen.

De kwaliteitstoetsing die al geruime tijd werd aangekon-digd en waarvoor eind 2013 een pilootfase zal worden opgestart, stond centraal in het programma. Waarom wordt een kwaliteitstoetsing georganiseerd? Hoe zal deze verlopen? En wat winnen de accountants en belastingconsulenten daarbij? Op deze en nog vele andere vragen kregen de aanwezigen een antwoord. Bovendien ontvingen zij ook het “witboek kwaliteit”, de praktische gids langs de tien essentiële elementen van een goede kantoororganisatie.

Vervolgens werd ruim aandacht besteed aan de belangrijkste beleidslijnen van het IAB, die zich op vier terreinen situeren, met name bevoegdheden, kwaliteit, diensten en imago.

Een specifiek diploma creëren voor de beroepsbeoefenaars en een vlottere toegang bekomen tot de stage voor de masters, is fundamenteel voor het Instituut.

Ook het uitstippelen van een professioneel parcours en het bekomen van een wettelijke inhoud voor de titel van belastingconsulent is prioritair.

Page 68: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

67

Evenementen 5

De invoering van de voorkeurmateries zal niet alleen de zoektocht van potentiële cliënten naar dé geschikte raadgever voor hem/haar een stuk makkelijker maken, maar is eveneens een tool ter promotie van de leden van het IAB.

Op 2 september 2012 keurde de Raad van het Instituut een «vernieuwde» norm inzake permanente vorming goed, waarbij onder meer vorming op afstand werd erkend. Ook deze norm, die sinds 1 januari 2013 in werking is getreden, werd toegelicht.

Daarna volgde een voorstelling van de nieuwe elektronische tools, zoals het e-loket, waarover de leden nu beschikken.

Ten slotte kwamen de projecten in het kader van het recent opgestarte jongerenplan aan bod en werd de rol van de interne accountant/belastingconsulent in de verf gezet.

Tijdens de lokale informatiesessie in Namen sprak Jean-Francois Krenc, kabinetsmedewerker van minister Laruelle, over het belang van de KMO’s en zelfstandigen voor onze economie. Hij bracht ook de boodschap dat toetreden tot het beroep van accountant/belasting-consulent mogelijk zal zijn op basis van relevante ervaring. Tenslotte gaf hij ook meer details over voorstellen die op tafel liggen bij het sociaal overleg.

Deze lokale informatiesessies boden opnieuw de ideale gelegenheid om praktische vragen te stellen en ervaringen uit te wisselen met confraters en met het Instituut.

Page 69: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

In een context van steeds belangrijkere internationale accenten werkt het IAB nauw samen met buitenlandse zusteror-ganisaties en is het lid van internationale organisaties die zich toeleggen op de studie en de harmonisatie van de activiteiten van de accountant en de belastingconsulent.

Page 70: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

69

Internationale instellingen 6

De FEE vierde op 11 december 2012 haar vijfentwintigjarig bestaan. Tijdens de algemene vergadering van 13 december 2012 werd de heer André Kilesse benoemd tot voorzitter van deze instelling voor een mandaat van twee jaar.

Het is de eerste keer in dat vijfentwintigjarig bestaan dat een lid van het IAB en/of het IBR deze functie uitoefent.

De FEE vertegenwoordigt 45 beroepsinstituten van accountants en auditors uit 33 Europese landen, samen goed voor meer dan 700 000 accountants.

Het IAB neemt deel aan de activiteiten van de FEE, via vertegenwoordigers in verschillende werkgroepen. U vindt hierna een samenvatting van hun werkzaamheden.

Indirect Tax Working Party

In 2012 onderwierp de FEE-werkgroep “Indirect Tax” een aantal van de belangrijkste onderwerpen inzake de wer-king van de btw aan een grondige studie.

Hierna vatten we de voornaamste besproken en toegelichte thema’s samen.

Relevante rechtspraak van het Europese Hof van Justitie in-zake btw werd eveneens besproken en geanalyseerd.

1.  De opmerkingen van de FEE op de mededeling van de Commissie over de toekomst van de btw

De werkgroep “Indirect Tax” is van oordeel dat het huidige debat rond het EU-btw-stelsel meer dan nodig is. Het EU-btw-stelsel wordt vaak gezien als een geharmo-niseerd geheel, in de praktijk worden echter de neutra-liteit, de transparantie en de efficiëntie van het EU-btw-stelsel ondermijnd door de verschillen en een gebrekkige samenhang in de implementatie en interpretatie.

Daarom ontvingen wij de mededeling van de Europese Commissie die de fundamentele kenmerken van het toe-komstige EU-btw-stelsel schetst, dan ook met open armen. Veel van de initiatieven die de mededeling als prioritair voorstelt, kunnen algemeen op onze steun rekenen.

Gezien het belang van de btw voor de inkomsten van de lidstaten (meer dan 20% van de nationale belastingop- brengsten) en gelet op het Werkprogramma voor 2011 waarin de Europese Commissie zich tot de invoering van een modern en eenvoudig Europees btw-stelsel verbond, menen we, hoewel we ons terdege bewust zijn van de politieke en economische uitdagingen, dat een meer globale aanpak had kunnen leiden tot een ruime en echt ambitieuze btw-hervorming.

1.1. Een Europees btw-stelsel gebaseerd op het bestemmingsbeginsel

De bedoeling van de eerste Btw-Richtlijn was om het «definitieve» btw-stelsel binnen de Europese Unie (op dat ogenblik nog de EEG) te baseren op het «oorsprongsbegin-sel». Alle goederen en diensten die binnen de EU werden geleverd, zouden met andere woorden aan een uniform systeem worden onderworpen. Ongeacht de plaats in Europa waar zijn klant is gevestigd, zou de leverancier daarbij de btw-regels en -tarieven van het land van oorspong toepassen. Uitvoer naar derde landen zou vrijgesteld blijven van btw. Voor een correcte werking

Internationale instellingenFédération des Experts-comptables Européens (FEE)

Page 71: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

70

Internationale instellingen 6

vereist het «oorsprongsstelsel» een harmonisatie van tarieven en van belastinggrondslagen maar ook een «clearing house» om ervoor te zorgen dat de belasting in het daadwerkelijke land van consumptie wordt geïnd.

De kans dat het «oorsprongsstelsel» in de nabije toekomst binnen de Europese Unie wordt ingevoerd, is, gezien het uitblijven van enige politieke vooruitgang terzake en voortbouwend op de reacties op het Groenboek, zo goed als onbestaande.

De beslissing van de Commissie om af te stappen van het «oorsprongsbeginsel» en zich toe te leggen op de doorvoering van een globaal systeem gebaseerd op het «bestemmingsprincipe» moet worden verwelkomd.

Als dit stelsel wordt doorgevoerd, moet het zowel voor goederen als diensten gelden.

Een betrekkelijk beperkt aantal uitzonderingen niet te na gesproken, zijn leveringen van diensten onderworpen aan het bestemmingsbeginsel (met het btw-pakket 4), zelfs al blijkt uit de notulen van het btw-comité dat er op het vlak van de toepassing van de regels nog heel wat ruimte voor verdere harmonisering is.

De toepassing van het bestemmingsbeginsel op goederen is haalbaar. Maar er zal heel wat werk moeten worden verzet om dit principe te implementeren en om scheeftrek-kingen en mogelijke fraude te vermijden.

In haar mededeling beklemtoont de Commissie dat de nale-vingskosten voor de intra-EU-transacties niet hoger mogen zijn dan de nalevingskosten voor binnenlandse trans- acties binnen een enkele lidstaat, en zeker niet hoger dan de kosten voor handel met landen van buiten de EU (een gemeenschappelijk standpunt in een aantal reacties op het Groenboek). Deze doelstelling is cruciaal. Bovendien vergt dit ook een herziening van de bestaande bevoegdheid van de belastingoverheden van de lidstaten in die zin dat wanneer de verschuldigde btw niet wordt aangegeven, alle betrokken partijen en niet alleen de argeloze klant aanspra-kelijk wordt gesteld.

We stellen het initiatief van de Commissie om de wetgeving in de eerste helft van 2014 te starten, op prijs.

1.2. Het concept van het éénloketsysteem

De werkgroep “Indirect Tax” waardeert het voorstel van de Commissie om de btw-aangiftes en -betalingen te vereenvoudigen door tegen 2015 een éénloketsysteem

in te voeren en aan de vlotte invoering daarvan prioriteit te verlenen.

De uitbreiding van het concept na 2015 tot alle prestaties die een onderneming in een andere lidstaat verstrekt, is essentieel om de handel binnen de interne markt te vereenvoudigen, zelfs met een verruimd bestemmingsstel-sel voor goederen.

1.3. Verbetering van het btw-beheer

De werkgroep “Indirect Tax” waardeert de verbintenis van de Commissie om ervoor te zorgen dat de informatie aangaande de EU-btw-wetgeving openbaar wordt gemaakt en dat de uitwisseling van standpunten tussen de Commissie en de stakeholders gestructureerd wordt georganiseerd.

De publicatie in 2012 van de door het btw-comité overeen-gekomen Richtlijnen was een cruciale stap in die richting, zij zijn bijgewerkt tot 1 januari 2013: “2012 Guidelines resulting from meetings of the VAT Committee”.

Ook de publicatie van de toelichtingen bij Richtlijn 2010/45/EU vóór de inwerkingtreding op 1 januari 2013 betekende een verbetering van de voorlichting van bedrijven enbevorderde de consistentere toepassing binnen de EU: “Toelichting Factureringsregels voor btw (Richtlijn 2010/45/EU van de Raad)”.

We verwelkomen ook de oprichting van een deskundi-gengroep op het gebied van de btw (VAT Expert Group), bij besluit van de Commissie van 26 juni 2012 (Besluit 2012/C 188/02 tot oprichting van een deskundigengroep op het gebied van de btw, PB. C.188, 28 juni 2012, p. 2)

Al deze documenten en meer informatie over de VAT Expert Group zijn te vinden op de website: http://ec.europa.eu.

1.4. Standaardisering van de btw-verplichtingen

De niet-geharmoniseerde formaten voor de btw-aangiften en de verschillende talen creëren een aanzienlijke admi-nistratieve last die deels verlicht zou kunnen worden door eenzelfde aangifteformulier met een geharmoniseerde inhoud voor meerdere lidstaten.

De werkgroep “Indirect Tax” juicht dan ook het voors-tel van de Commissie toe om in 2013 een EU-model van btw-aangifte in de verschillende talen in te voeren waarvan bedrijven al dan niet gebruik kunnen maken.

Page 72: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

71

Internationale instellingen 6

Dit voorstel moet dringend worden geconcretiseerd, zo-dat we in alle 27 lidstaten over een enkel formulier voor btw-aangifte in alle talen beschikken (in plaats van de meer dan 70 formulieren vandaag). Dit moet bedrijven die grensoverschrijdend werken toelaten hun ERP’s op een uni-forme wijze te organiseren en toch in alle Lidstaten te vol-doen aan de regelgeving.

Het harmoniseren van de btw-aangiftes is echter geen sine-cure te meer daar de nationale aangifteformulieren vaak zowel voor de aangifte van de btw als voor de aangifte van andere belastingen worden gebruikt.

2. Overheidssector

Wat de btw binnen de overheidsinstanties betreft verwel-komen we het plan van de Commissie om een voorstel in te dienen dat zich toespitst op activiteiten waarbij de particuliere sector een grotere rol speelt en het risico op concurrentieverstoringen hoger is.

Hoewel de beoogde verduidelijking van de rol van de overheid als belastingplichtige en de vereenvoudiging van de relevante wetgeving aansluiten bij onze eerdere voorstellen, kwam de btw-vrijstelling voor overheidsinstel-lingen zelf niet aan bod. Dit thema zou in het kader van de desbetreffende voorgestelde wetgeving moeten wor-den behandeld.

In verband met dit specifieke thema is het rapport van Copenhagen Economics beslist interessant: «VAT in the public sector and exemptions in the public interest – final report”. Dit rapport is beschikbaar op http://ec.europa.eu.

3. Bestrijding van btw-fraude

De werkgroep “Indirect Tax” schaart zich volledig achter de inspanningen van de Commissie om btw-fraude te bestrijden, met name achter de uitgangspunten en de doelstellingen van de fraudebestrijdingsstrategie die erop gericht is de preventie, opsporing en de voorwaarden voor fraudeonderzoeken te verbeteren en te komen tot adequate vergoedingen en evenredige en afschrikkende sancties.

We herhalen dat de regels die misbruik moeten voorkomen strikt beperkt moeten blijven tot de bestrijding van fraude en binnen alle lidstaten moeten worden geharmoniseerd.

Legitieme bedrijven mogen niet extra belast worden met nalevingsverplichtingen opgelegd krijgen noch het risico lopen dat zij moeten opdraaien voor de btw die een fraudu-

leuze partij stroomop- of stroomafwaarts in de keten niet zou hebben aangegeven.

Hoewel we uit de mededeling hebben begrepen dat de Commissie geen nieuwe of geamendeerde wetsvoorstellen aangaande de fraudebestrijdingsmaatregelen voorziet (afgezien van een amendement in 2012 van de Verorde-ning 2010 dat een «snelle» uitwisseling van informatie toelaat), zou het interessant zijn om enkele maatregelen in het licht van hiervoor aangehaalde aspecten opnieuw te overwegen.

Bij het opstellen van een nieuwe wetgeving dient te worden overwogen of btw-fraude niet alleen met controlerende en repressieve maatregelen, maar ook met incentives kan worden bestreden. We moedigen de Commissie aan om de uitwisseling van “best practices” zoals uiteengezet in de mededeling, te intensiveren – dit zou ook kunnen worden uitgebreid tot niet-EU fora. In dit opzicht zou er specifieke aandacht kunnen worden besteed aan de technologiegebaseerde btw-processen die in lidstaten worden gebruikt. De btw-deskundigengroep zou kunnen helpen bij het identificeren en bespreken van potentiële goede of beste werkmethoden.

Globaal geldt een nauwere samenwerking tussen de lidstaten als een essentiële vereiste voor een hervorming van het EU-btw-stelsel. De mogelijkheden van een nauwere samenwerking met derde landen dienen verder te worden onderzocht.

4. OESO internationale Richtlijnen voor de toepas-sing van de BTW/GST – Voorstel van opmerkin-gen bij de internationale Richtlijnen aangaande de btw-neutraliteit

Op 18 september 2012 maakten we hierover beknopte opmerkingen over aan de OESO.

We stipten onder meer aan dat er volgens verschillende uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie, transacties zijn die niet vallen onder de btw-regeling, maar nog steeds recht geven op een volledige of gedeeltelijke btw-aftrek, zoals de uitgifte van nieuwe aandelen door een vennootschap die een nieuwe vennoot in de personenven-nootschap opneemt1.

De OESO zou een onderscheid kunnen overwegen tussen de gevallen waarbij een transactie buiten de werkings- sfeer van de btw valt, waarvoor geen tegenprestatie wordt geleverd en die aanleiding geven tot btw-aftrek, en gevallen waarvoor dat niet geldt, door een formule toe te

1 HvJ, arrest van 23 juni 2003, C-442/01, KapHag, [2003], ECR I-6851; en arrest van 26 mei 2005, C-465/03, Kretztechnik, [2005], ECR I-4357.71

Internationale instellingen 6

Dit voorstel moet dringend worden geconcretiseerd, zo-dat we in alle 27 lidstaten over een enkel formulier voor btw-aangifte in alle talen beschikken (in plaats van de meer dan 70 formulieren vandaag). Dit moet bedrijven die grensoverschrijdend werken toelaten hun ERP’s op een uni-forme wijze te organiseren en toch in alle Lidstaten te vol-doen aan de regelgeving.

Het harmoniseren van de btw-aangiftes is echter geen sine-cure te meer daar de nationale aangifteformulieren vaak zowel voor de aangifte van de btw als voor de aangifte van andere belastingen worden gebruikt.

2. Overheidssector

Wat de btw binnen de overheidsinstanties betreft verwel-komen we het plan van de Commissie om een voorstel in te dienen dat zich toespitst op activiteiten waarbij de particuliere sector een grotere rol speelt en het risico op concurrentieverstoringen hoger is.

Hoewel de beoogde verduidelijking van de rol van de overheid als belastingplichtige en de vereenvoudiging van de relevante wetgeving aansluiten bij onze eerdere voorstellen, kwam de btw-vrijstelling voor overheidsinstel-lingen zelf niet aan bod. Dit thema zou in het kader van de desbetreffende voorgestelde wetgeving moeten wor-den behandeld.

In verband met dit specifieke thema is het rapport van Copenhagen Economics beslist interessant: «VAT in the public sector and exemptions in the public interest – final report”. Dit rapport is beschikbaar op http://ec.europa.eu.

3. Bestrijding van btw-fraude

De werkgroep “Indirect Tax” schaart zich volledig achter de inspanningen van de Commissie om btw-fraude te bestrijden, met name achter de uitgangspunten en de doelstellingen van de fraudebestrijdingsstrategie die erop gericht is de preventie, opsporing en de voorwaarden voor fraudeonderzoeken te verbeteren en te komen tot adequate vergoedingen en evenredige en afschrikkende sancties.

We herhalen dat de regels die misbruik moeten voorkomen strikt beperkt moeten blijven tot de bestrijding van fraude en binnen alle lidstaten moeten worden geharmoniseerd.

Legitieme bedrijven mogen niet extra belast worden met nalevingsverplichtingen opgelegd krijgen noch het risico lopen dat zij moeten opdraaien voor de btw die een fraudu-

leuze partij stroomop- of stroomafwaarts in de keten niet zou hebben aangegeven.

Hoewel we uit de mededeling hebben begrepen dat de Commissie geen nieuwe of geamendeerde wetsvoorstellen aangaande de fraudebestrijdingsmaatregelen voorziet (afgezien van een amendement in 2012 van de Verorde-ning 2010 dat een «snelle» uitwisseling van informatie toelaat), zou het interessant zijn om enkele maatregelen in het licht van hiervoor aangehaalde aspecten opnieuw te overwegen.

Bij het opstellen van een nieuwe wetgeving dient te worden overwogen of btw-fraude niet alleen met controlerende en repressieve maatregelen, maar ook met incentives kan worden bestreden. We moedigen de Commissie aan om de uitwisseling van “best practices” zoals uiteengezet in de mededeling, te intensiveren – dit zou ook kunnen worden uitgebreid tot niet-EU fora. In dit opzicht zou er specifieke aandacht kunnen worden besteed aan de technologiegebaseerde btw-processen die in lidstaten worden gebruikt. De btw-deskundigengroep zou kunnen helpen bij het identificeren en bespreken van potentiële goede of beste werkmethoden.

Globaal geldt een nauwere samenwerking tussen de lidstaten als een essentiële vereiste voor een hervorming van het EU-btw-stelsel. De mogelijkheden van een nauwere samenwerking met derde landen dienen verder te worden onderzocht.

4. OESO internationale Richtlijnen voor de toepas-sing van de BTW/GST – Voorstel van opmerkin-gen bij de internationale Richtlijnen aangaande de btw-neutraliteit

Op 18 september 2012 maakten we hierover beknopte opmerkingen over aan de OESO.

We stipten onder meer aan dat er volgens verschillende uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie, transacties zijn die niet vallen onder de btw-regeling, maar nog steeds recht geven op een volledige of gedeeltelijke btw-aftrek, zoals de uitgifte van nieuwe aandelen door een vennootschap die een nieuwe vennoot in de personenven-nootschap opneemt1.

De OESO zou een onderscheid kunnen overwegen tussen de gevallen waarbij een transactie buiten de werkings- sfeer van de btw valt, waarvoor geen tegenprestatie wordt geleverd en die aanleiding geven tot btw-aftrek, en gevallen waarvoor dat niet geldt, door een formule toe te

1 HvJ, arrest van 23 juni 2003, C-442/01, KapHag, [2003], ECR I-6851; en arrest van 26 mei 2005, C-465/03, Kretztechnik, [2005], ECR I-4357.

71

Internationale instellingen 6

Dit voorstel moet dringend worden geconcretiseerd, zo-dat we in alle 27 lidstaten over een enkel formulier voor btw-aangifte in alle talen beschikken (in plaats van de meer dan 70 formulieren vandaag). Dit moet bedrijven die grensoverschrijdend werken toelaten hun ERP’s op een uni-forme wijze te organiseren en toch in alle Lidstaten te vol-doen aan de regelgeving.

Het harmoniseren van de btw-aangiftes is echter geen sine-cure te meer daar de nationale aangifteformulieren vaak zowel voor de aangifte van de btw als voor de aangifte van andere belastingen worden gebruikt.

2. Overheidssector

Wat de btw binnen de overheidsinstanties betreft verwel-komen we het plan van de Commissie om een voorstel in te dienen dat zich toespitst op activiteiten waarbij de particuliere sector een grotere rol speelt en het risico op concurrentieverstoringen hoger is.

Hoewel de beoogde verduidelijking van de rol van de overheid als belastingplichtige en de vereenvoudiging van de relevante wetgeving aansluiten bij onze eerdere voorstellen, kwam de btw-vrijstelling voor overheidsinstel-lingen zelf niet aan bod. Dit thema zou in het kader van de desbetreffende voorgestelde wetgeving moeten wor-den behandeld.

In verband met dit specifieke thema is het rapport van Copenhagen Economics beslist interessant: «VAT in the public sector and exemptions in the public interest – final report”. Dit rapport is beschikbaar op http://ec.europa.eu.

3. Bestrijding van btw-fraude

De werkgroep “Indirect Tax” schaart zich volledig achter de inspanningen van de Commissie om btw-fraude te bestrijden, met name achter de uitgangspunten en de doelstellingen van de fraudebestrijdingsstrategie die erop gericht is de preventie, opsporing en de voorwaarden voor fraudeonderzoeken te verbeteren en te komen tot adequate vergoedingen en evenredige en afschrikkende sancties.

We herhalen dat de regels die misbruik moeten voorkomen strikt beperkt moeten blijven tot de bestrijding van fraude en binnen alle lidstaten moeten worden geharmoniseerd.

Legitieme bedrijven mogen niet extra belast worden met nalevingsverplichtingen opgelegd krijgen noch het risico lopen dat zij moeten opdraaien voor de btw die een fraudu-

leuze partij stroomop- of stroomafwaarts in de keten niet zou hebben aangegeven.

Hoewel we uit de mededeling hebben begrepen dat de Commissie geen nieuwe of geamendeerde wetsvoorstellen aangaande de fraudebestrijdingsmaatregelen voorziet (afgezien van een amendement in 2012 van de Verorde-ning 2010 dat een «snelle» uitwisseling van informatie toelaat), zou het interessant zijn om enkele maatregelen in het licht van hiervoor aangehaalde aspecten opnieuw te overwegen.

Bij het opstellen van een nieuwe wetgeving dient te worden overwogen of btw-fraude niet alleen met controlerende en repressieve maatregelen, maar ook met incentives kan worden bestreden. We moedigen de Commissie aan om de uitwisseling van “best practices” zoals uiteengezet in de mededeling, te intensiveren – dit zou ook kunnen worden uitgebreid tot niet-EU fora. In dit opzicht zou er specifieke aandacht kunnen worden besteed aan de technologiegebaseerde btw-processen die in lidstaten worden gebruikt. De btw-deskundigengroep zou kunnen helpen bij het identificeren en bespreken van potentiële goede of beste werkmethoden.

Globaal geldt een nauwere samenwerking tussen de lidstaten als een essentiële vereiste voor een hervorming van het EU-btw-stelsel. De mogelijkheden van een nauwere samenwerking met derde landen dienen verder te worden onderzocht.

4. OESO internationale Richtlijnen voor de toepas-sing van de BTW/GST – Voorstel van opmerkin-gen bij de internationale Richtlijnen aangaande de btw-neutraliteit

Op 18 september 2012 maakten we hierover beknopte opmerkingen over aan de OESO.

We stipten onder meer aan dat er volgens verschillende uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie, transacties zijn die niet vallen onder de btw-regeling, maar nog steeds recht geven op een volledige of gedeeltelijke btw-aftrek, zoals de uitgifte van nieuwe aandelen door een vennootschap die een nieuwe vennoot in de personenven-nootschap opneemt1.

De OESO zou een onderscheid kunnen overwegen tussen de gevallen waarbij een transactie buiten de werkings- sfeer van de btw valt, waarvoor geen tegenprestatie wordt geleverd en die aanleiding geven tot btw-aftrek, en gevallen waarvoor dat niet geldt, door een formule toe te

1 HvJ, arrest van 23 juni 2003, C-442/01, KapHag, [2003], ECR I-6851; en arrest van 26 mei 2005, C-465/03, Kretztechnik, [2005], ECR I-4357.

71

Internationale instellingen 6

Dit voorstel moet dringend worden geconcretiseerd, zo-dat we in alle 27 lidstaten over een enkel formulier voor btw-aangifte in alle talen beschikken (in plaats van de meer dan 70 formulieren vandaag). Dit moet bedrijven die grensoverschrijdend werken toelaten hun ERP’s op een uni-forme wijze te organiseren en toch in alle Lidstaten te vol-doen aan de regelgeving.

Het harmoniseren van de btw-aangiftes is echter geen sine-cure te meer daar de nationale aangifteformulieren vaak zowel voor de aangifte van de btw als voor de aangifte van andere belastingen worden gebruikt.

2. Overheidssector

Wat de btw binnen de overheidsinstanties betreft verwel-komen we het plan van de Commissie om een voorstel in te dienen dat zich toespitst op activiteiten waarbij de particuliere sector een grotere rol speelt en het risico op concurrentieverstoringen hoger is.

Hoewel de beoogde verduidelijking van de rol van de overheid als belastingplichtige en de vereenvoudiging van de relevante wetgeving aansluiten bij onze eerdere voorstellen, kwam de btw-vrijstelling voor overheidsinstel-lingen zelf niet aan bod. Dit thema zou in het kader van de desbetreffende voorgestelde wetgeving moeten wor-den behandeld.

In verband met dit specifieke thema is het rapport van Copenhagen Economics beslist interessant: «VAT in the public sector and exemptions in the public interest – final report”. Dit rapport is beschikbaar op http://ec.europa.eu.

3. Bestrijding van btw-fraude

De werkgroep “Indirect Tax” schaart zich volledig achter de inspanningen van de Commissie om btw-fraude te bestrijden, met name achter de uitgangspunten en de doelstellingen van de fraudebestrijdingsstrategie die erop gericht is de preventie, opsporing en de voorwaarden voor fraudeonderzoeken te verbeteren en te komen tot adequate vergoedingen en evenredige en afschrikkende sancties.

We herhalen dat de regels die misbruik moeten voorkomen strikt beperkt moeten blijven tot de bestrijding van fraude en binnen alle lidstaten moeten worden geharmoniseerd.

Legitieme bedrijven mogen niet extra belast worden met nalevingsverplichtingen opgelegd krijgen noch het risico lopen dat zij moeten opdraaien voor de btw die een fraudu-

leuze partij stroomop- of stroomafwaarts in de keten niet zou hebben aangegeven.

Hoewel we uit de mededeling hebben begrepen dat de Commissie geen nieuwe of geamendeerde wetsvoorstellen aangaande de fraudebestrijdingsmaatregelen voorziet (afgezien van een amendement in 2012 van de Verorde-ning 2010 dat een «snelle» uitwisseling van informatie toelaat), zou het interessant zijn om enkele maatregelen in het licht van hiervoor aangehaalde aspecten opnieuw te overwegen.

Bij het opstellen van een nieuwe wetgeving dient te worden overwogen of btw-fraude niet alleen met controlerende en repressieve maatregelen, maar ook met incentives kan worden bestreden. We moedigen de Commissie aan om de uitwisseling van “best practices” zoals uiteengezet in de mededeling, te intensiveren – dit zou ook kunnen worden uitgebreid tot niet-EU fora. In dit opzicht zou er specifieke aandacht kunnen worden besteed aan de technologiegebaseerde btw-processen die in lidstaten worden gebruikt. De btw-deskundigengroep zou kunnen helpen bij het identificeren en bespreken van potentiële goede of beste werkmethoden.

Globaal geldt een nauwere samenwerking tussen de lidstaten als een essentiële vereiste voor een hervorming van het EU-btw-stelsel. De mogelijkheden van een nauwere samenwerking met derde landen dienen verder te worden onderzocht.

4. OESO internationale Richtlijnen voor de toepas-sing van de BTW/GST – Voorstel van opmerkin-gen bij de internationale Richtlijnen aangaande de btw-neutraliteit

Op 18 september 2012 maakten we hierover beknopte opmerkingen over aan de OESO.

We stipten onder meer aan dat er volgens verschillende uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie, transacties zijn die niet vallen onder de btw-regeling, maar nog steeds recht geven op een volledige of gedeeltelijke btw-aftrek, zoals de uitgifte van nieuwe aandelen door een vennootschap die een nieuwe vennoot in de personenven-nootschap opneemt1.

De OESO zou een onderscheid kunnen overwegen tussen de gevallen waarbij een transactie buiten de werkings- sfeer van de btw valt, waarvoor geen tegenprestatie wordt geleverd en die aanleiding geven tot btw-aftrek, en gevallen waarvoor dat niet geldt, door een formule toe te

1 HvJ, arrest van 23 juni 2003, C-442/01, KapHag, [2003], ECR I-6851; en arrest van 26 mei 2005, C-465/03, Kretztechnik, [2005], ECR I-4357.

Page 73: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

72

Internationale instellingen 6

voegen zoals: ‘‘Dit zou het geval kunnen zijn wanneer de bedrijven transacties verrichten die buiten de werkingssfeer van de belastingen vallen (bijv. transacties waarvoor geen tegenprestatie wordt verstrekt tenzij voor deze transactie het recht op btw-aftrek werd toegekend, zoals de emis-sie van aandelen) of wanneer de btw verband houdt met aankopen die niet integraal worden aangewend voor de ontwikkeling van belastbare bedrijfsactiviteiten ‘‘.

Het IAB wordt in deze werkgroep vertegenwoordigd door confrater Yves Bernaerts.

Direct Tax Working Party

Geconsolideerde gemeenschappelijke grondslag in de vennootschapsbelasting

Sinds de goedkeuring van een ontwerp van Richtlijn op 16 maart 2011, is er nog maar weinig evolutie in deze materie.

Het gaat hier om een uniek geheel van regels die de vennootschappen die binnen de EU actief zijn, zouden kunnen toepassen om hun belastbare winst te bereke-nen. Dit stelsel, dat voor de vennootschappen trouwens optioneel is, houdt geen aantasting in van de beoordelings-bevoegdheid waarover de lidstaten van de EU beschikken om hun nationale aanslagvoeten in de vennootschapsbe-lasting te bepalen.

Een consensus werd niet bereikt, zelfs niet over de in-houd van de gemeenschappelijke grondslag. De kwestie van de aftrekbare pensioenvoorzieningen bijvoorbeeld, houdt alles tegen. En dan hebben we het nog niet over de discussie over het al dan niet geconsolideerde karak-ter van de gemeenschappelijke grondslag, noch over de verdeelsleutels van de belasting onder de lidstaten.

Zelfs het Frans-Duitse initiatief om niet alleen de belastbare grondslagen van de binnenlandse Franse en Duitse ven-nootschappen te harmoniseren, maar ook de aanslagvoe-ten, ligt stil.

Dubbele niet-belasting

De Europese Commissie heeft een vragenlijst gepubliceerd over de kwestie van de dubbele niet-belasting. Die raadple-ging kwam er na druk vanuit het Europees Parlement dat vastgesteld had dat de belastingplichtigen de leemten in de wetgeving kunnen uitbuiten en dat de lidstaten nood hebben aan nieuwe inkomsten, zeker na de financiële crisis.

Eén van de op te lossen problemen is dat van de aftrekbare interesten die betaald worden aan een hybride structuur waarin het inkomen niet belast wordt, omdat het als een dividend wordt beschouwd.

Volgens de Commissie sluit het ontwerp logisch aan bij de initiatieven die zij genomen heeft in de strijd tegen de dubbele belasting.

De werkgroep heeft een algemeen antwoord verstrekt, en daarbij de aandacht gevestigd op diverse risico’s: bijv. dat het initiatief de competitiviteit van de ondernemingen ondermijnt, dat het de fiscale concurrentie tussen de lidstaten vermindert en het aansporingsbeleid tot bevor-dering van de groei aantast. Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie is de dubbele belasting slechts een dispariteit, die in se niet strijdig is met het Europees recht, zodat er ook geen schending is wanneer zich dubbele niet-belasting voordoet. Het is aan de lidstaten om hun wetgeving te coördineren, ten einde de discrepanties die aanleiding geven tot dubbele belasting of dubbele niet- belasting te verminderen.

De werkgroep heeft ook de vrees geuit dat de rechtspraak, die het al dan niet kunstmatig karakter van de structuren als criterium voor belastingontduiking of -ontwijking hanteert, zal misbruikt worden en dat zelfs niet-kunstmatige structuren zullen geviseerd worden. De eventuele ontoereikendheid van de belasting zou als een criterium kunnen dienen voor het bestaan van een misbruik.

De mededeling van de Commissie wordt binnenkort verwacht.

Belastingontduiking en -ontwijking

Op 6 december 2012 heeft de Europese Commissie een persbericht verspreid betreffende de strijd tegen de belas-tingontduiking en -ontwijking, dat een actieplan en twee aanbevelingen voor de lidstaten tegen agressieve fiscale planning en voor goed fiscaal bestuur bevat. Deze initiatie-ven zijn het vervolg op het persbericht van de Commissie van 27 juni 2012.

Interest en royalty’s tussen verbonden onderne-mingen

Het ontwerp van de nieuwe geconsolideerde tekst van de Richtlijn inzake uitkeringen van interest en royalty’s tussen verbonden ondernemingen werd onderzocht. Dit ontwerp verlaagt de deelnemingsdrempel van de

Page 74: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

73

Internationale instellingen 6

verbondenheidstoets (afstemming op het criterium van 10% van de moeder-dochterRichtlijn) en herformuleert de aftrekbaarheidsvoorwaarde voor vaste inrichtingen die der-gelijke bedragen betalen.

Grensoverschrijdende spaarfiscaliteit

De Commissie heeft op 2 maart 2012 haar (tweede) verslag gepubliceerd in uitvoering van artikel 18 van Richt-lijn 2003/48/EG. De cijfergegevens die erin voorkomen rechtvaardigen volgens de Commissie de voorstellen tot wijziging van 13 november 2008. Voor de opstelling van haar verslag is de Commissie uitgegaan van de werkzaamheden van de groep externe experts.

Een hoofdstuk van de werkzaamheden van die werkgroep onderzoekt de stand van zaken van de US FATCA-wetge-ving: “Foreign Account Tax Compliance Act”. Het betreft een Amerikaanse wet die op 18 maart 2010 werd uitge-vaardigd om op 1 januari 2013 in werking te treden, die de Amerikaanse autoriteiten machtigt om grensoverschrij- dende belastingontduiking van Amerikaanse burgers met offshorerekeningen te bestrijden. De buitenlandse finan-ciële instellingen zullen verplicht worden om de Ameri-kaanse fiscus de gegevens van de rekeningen en informatie over de heffingen aan de bron mede te delen. Die wetge-ving zou strijdig kunnen zijn met de Europese regels en met de regels van de lidstaten betreffende de bescherming van gegevens, de inhoudingsverplichtingen en de betrekkingen van de banken met hun cliënten.

Het overleg wordt bilateraal gevoerd tussen de USA, aan de ene, en de landen van de G5 (Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Spanje) aan de andere kant. De Commissie moet alleen de gesprekken gaande houden.

De voordelen van de informatie-uitwisseling in het kader van de bestaande verdragen, van regering tot regering, werd onderstreept. De financiële instellingen zullen er enkel moeten voor zorgen dat ze in de Verenigde Staten geregistreerd zijn. Momenteel wordt gedacht aan twee modellen van bilaterale overeenkomsten. In Model I moet geen bronheffing toegepast worden op betalingen aan fi-nanciële instellingen in landen die ingestemd hebben met aansluiting bij de FATCA-wetgeving (= FATCA partners). Die landen zullen het voordeel genieten van het weder-kerigheidsbeginsel in verband met de rekeningen van hun eigen onderdanen in de US. In Model II is geen wederkerig- heid voorzien.

Belasting op financiële transacties

De achterliggende idee is de financiële sector te laten bij-dragen tot de kosten van de crisis die zij heeft veroorzaakt en de negatieve uitwassen (overdreven risico-indekking, systemische risico’s) te verminderen. Er wordt een onder-scheid gemaakt tussen transacties, belasting op de acti-viteit (op de totale toegevoegde waarde) en bankentaks (op bepaalde balansposten).

Dit project schiet op. Tijdens de zittingen van de ECOFIN-raad in juni 2012, werd vastgesteld dat er, binnen afzienbare tijd, binnen de Raad geen overeenstemming zou kunnen bereikt worden tot ondersteuning van een gemeenschappelijk stelsel van belasting op financiële transacties voor de hele Unie, zoals door de Commissie werd voorgesteld. De Commissie heeft van 11 lidstaten het verzoek ontvangen om een voorstel tot besluit van de Raad in te dienen ten einde een nauwere samenwer-king toe te staan. In oktober 2012 heeft de Commissie de Raad voorgesteld om nauwere samenwerking op het vlak van de belasting op financiële transacties toe te staan. De Raad zal een beslissing nemen, nu het Europees Parlement, op 12 december 2012, met dit voorstel heeft ingestemd. De Commissie zou vervolgens, als de tijd er rijp voor is, een voorstel van Richtlijn moeten formuleren.

De voorgestelde aanslagvoeten bedragen 0,1% op ver-richtingen met aandelen en 0,01% op verrichtingen met afgeleide producten.

De werkgroep volgt de evolutie op.

Het IAB wordt in deze werkgroep vertegenwoordigd door onze confraters Jean-Marie Cougnon en Patrick Van Haudt.

Ethics Working party

De werkzaamheden van de werkgroep “Ethics” van de FEE waren in 2012 voornamelijk gewijd aan twee grote thema’s.

Het eerste thema blijft ongetwijfeld de voorstellen van de Europese Commissie inzake de hervorming van de au-dit, waarvan sommige punten betrekking hebben op de deontologie (onafhankelijkheid, belangenconflicten, ver-bod tot “non-audit”-dienstverlening, ...). De werkgroep werd geregeld geïnformeerd over het parlementaire werk en heeft meegewerkt aan de uitwerking van een officieel standpunt van de FEE over de verstrekking van “non-audit”-diensten aan “audit”-cliënten, entiteiten van

Page 75: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

74

Internationale instellingen 6

openbaar nut (voornamelijk genoteerde vennootschappen). De FEE pleit in dit document voor de uniforme toepassing van de regels van de “Code of Ethics” van de International Ethics Standards Board for Accountants (IESBA).

De werkgroep heeft in 2012 ook aandacht besteed aan de opvolging van de werkzaamheden van de IESBA, en in het bijzonder van verschillende voorstellen tot wijziging van de “Code of Ethics”:

– een ontwerp van nieuwe bepalingen van de Code betref-fende de houding van de accountant die geconfronteerd wordt met een belangenconflict;

– een ontwerp van bepalingen strekkende tot precisering van de deontologische verplichtingen van de auditor en de accountant, ongeacht ze hun beroep uitoefenen voor rekening van een werkgever dan wel voor cliënten, wanneer ze in de uitoefening van hun beroep manipula-ties die illegaal voorkomen vaststellen.Het voorstel van de IESBA bevat een gradatie van te ondernemen acties, die op de allerlaatste plaats leiden tot de melding van de feiten aan een “aangewezen autoriteit”.Op 15 december 2012 werd een door de werkgroep voorbereid en beargumenteerd standpunt uitgebracht dat door de FEE aan het IESBA werd overgemaakt. Het somt de zeer talrijke principiële, maar ook praktische bezwaren op die dit voorstel oproept.

Tot slot heeft het IAB de werkgroep verzocht bijzon-dere aandacht te besteden aan de ethische vragen die kunnen rijzen bij de levering van “non-audit”-diensten, vooral wanneer deze kleine en middelgrote kantoren, en hun bevoorrechte cliënten, de KMO’s, betreffen.

Het IAB wordt in deze werkgroep vertegenwoordigd door onze confrater Christine Cloquet, lid van de Raad, en door Sandrine Ghilain, hoofd van de juridische- en studiedienst van het Instituut, in haar hoedanigheid van technisch adviseur.

Qualification and Access to the Mar-ket Working party

De werkzaamheden van deze werkgroep zijn toegespitst op het voorstel tot herziening van Richtlijn 2005/EG/36 “Erkenning van beroepskwalificaties”, die de voorwaar-den vastlegt waaronder onderdanen die in een lidstaat een gereglementeerd beroep uitoefenen in een andere lidstaat de erkenning van hun kwalificatie kunnen bekomen, hetzij om zich aldaar te vestigen om dit beroep uit te oefenen (vrijheid van vestiging), hetzij om het aldaar tijdelijk en occasioneel uit te oefenen (vrijheid van dienstverrichting).

Die Richtlijn regelt dus in België de toegang van een accountant en een belastingconsulent tot het beroep en, omgekeerd, de voorwaarden waaronder een lid van het IAB zijn beroep in het buitenland (Europese Unie (EU) en Economische Europese Ruimte (EER)) kan uitoefenen.

De werkgroep heeft een commentaarbrief opgesteld en op 20 juni 2012 aan het Europees Parlement bezorgd.

Voorafgaand daaraan had de werkgroep al goed werk verricht door een studie te publiceren over de structuur en de organisatie van het accountantsberoep in 30 Europese landen.

Ze heeft ook de commentaar van de FEE voorbereid in antwoord op drie voorontwerpen tot herziening van IES 2, 3 en 4 van de IFAC (IES 2 – International Education Stan-dard: beroepsbekwaamheid, IES 3 – International Education Standard: technische bekwaamheid, IES 4 – International Education Standard: beroepswaarden, ethiek en houding).

Het IAB wordt in deze werkgroep vertegenwoordigd door Sandrine Ghilain, hoofd van de studie- en juridische dienst van het Instituut.

Page 76: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

75

Internationale instellingen 6

De EFRAG werd opgericht door de belangrijkste partijen die betrokken zijn bij de financiële rapportering in Europa, met name de gebruikers, de voorbereiders en de econo-mische beroepsbeoefenaars (gesteund door de nationale normgevers).

Het hoofddoel van de EFRAG is proactief bij te dragen tot de werkzaamheden van de IASB.

Voorts geeft de EFRAG ook advies over de technische haal-baarheid en eventuele goedkeuring van de IASB-normen en interpretaties in Europa. Ze maakt in interne debatten, publicaties en raadplegingen steeds een duidelijk onderscheid tussen het proactieve werk en het goedkeu-ringsadvies.

Commentaarbrieven, goedkeuringsadviezen, voorstellen, notulen en alle andere documenten kunnen worden ge-download van de website www.efrag.org.

67ste congres – Parijs

Het beroep, in al zijn diversiteit en gericht op de eco-nomische uitdagingen, samenbrengen rond het merk “accountant”, dynamisch inzetten op de communicatie over onze kennis en onze knowhow, het imago bevesti-gen en de aantrekkelijkheid van het beroep vergroten, dat waren de centrale thema’s van het 67ste congres. Die thema’s waren voor ons bijzonder interessant, gelet op ons nieuwe communicatiebeleid gericht op de verspreiding van het merk en de kwaliteit.

Dit veelzijdige congres met zijn dynamische mix van praktijk en strategie, vormde aldus de geschikte gelegenheid om actuele kwesties die van belang zijn voor het merkimago te behandelen: de marketing, de prestaties en de organisa-tie van het kantoor, inclusief de definitie van de packaging “dienstenaanbod en innovatieve productieoplossingen”. Daarbij werd een communicatieplan voor het kantoor niet vergeten, als onontbeerlijke stap om het imago van het kantoor te verzorgen, de naambekendheid te verbeteren en het dienstenaanbod te promoten. Het is een noodzakelijke stap die moet steunen op de waarden van het beroep om efficiënt te zijn. De toepassing van de RH-aanpak binnen het kantoor zal ondersteund worden door de oprichting van de “Cité des Compétences”, waar de medewerkers, zowel via een basisopleiding als via permanente bijscholing, hun knowhow binnen het kantoor kunnen versterken.

Het congres bood tevens de gelegenheid om, aan de hand van concrete voorbeelden, te benadrukken hoe het merk zich ook in nieuwe partnerships en opdrachten ontwikkelt, en het bij de economische en sociale besluitvormers en de andere traditionele partners van ons beroep aan ver-trouwen wint.

De documentatie was, zoals gewoonlijk, uitvoerig, divers en gebruiksvriendelijk. Bij aankomst mocht de congres-ganger meteen een usb-stick in ontvangst nemen, een echte digitale schatkist. Dit werkinstrument bevatte alle informatie rond de vier aandachtspunten van dit jaar, marketing, human resources, productie en strategie, zoals het programma van het congres, de packs, waaronder het diaporama van de conferenties, de methodologische en praktische gidsen, de modellen en formulieren, ...

We willen ook nog de “guide de l’intelligence économique” (handleiding voor economische opsporing) vermelden, een instrument dat momenteel onontbeerlijk is om de onder-nemingen aan te zetten tot investering in een “strategie- en concurrentiemonitor”, van essentieel belang voor de versterking van hun financiële veiligheid en de instandhou-ding van hun immaterieel vermogen.

Kortom: een innovatief en praktijkgericht, begeesterend en bruggenbouwend congres, dat terecht een recordaantal bezoekers trok.

European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG)

Franse Ordre des Experts-comptables

Page 77: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

76

Internationale instellingen 6

De Confédération fiscale européenne werd op 1 juni 1959 opgericht te Parijs en is momenteel een internatio-nale vereniging zonder winstoogmerk (ivzw) naar Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te Brussel. België, vertegenwoordigd door de heer A. Tiberghien, was één van de stichtende leden van de CFE.

De CFE telt 32 ledenorganisaties. Ze zijn afkomstig uit 24 Europese landen en vertegenwoordigen meer dan 180 000 belastingconsulenten.

De CFE heeft tot doel:

– de groeperingen van belastingconsulenten uit alle Europese landen samen te brengen;

– de professionele belangen van de belastingconsulenten te verdedigen;

– de kwaliteit van de fiscale dienstverlening aan het publiek te verzekeren.

Op basis van de statutaire bepalingen en rekening houdend met de evolutie van de omgeving, is de concrete opdracht van de CFE momenteel vooral opgebouwd rond twee pijlers: enerzijds de ontwikkeling van het Europees fiscaal recht en anderzijds de wetgeving die de uitoefening van de activiteiten van de belastingconsulenten reglementeert. Deze opdracht wordt hoofdzakelijk uitgeoefend via de volgende actieterreinen:

– onderhouden van regelmatige betrekkingen en een permanente dialoog met de autoriteiten op nationaal en internationaal vlak alsook met de autoriteiten van de Europese Unie, en dit op verschillende bevoegd-heidsniveaus, om bij te dragen tot de uitwerking van de Europese fiscale wetgeving op basis van de ervaring van de belastingconsulenten die bij de ledenorganisaties zijn aangesloten;

– bevorderen van de coördinatie van de nationale wets-bepalingen die de uitoefening van de activiteiten van belastingconsulent en de bescherming van de titel van belastingconsulent regelen in de landen van de ledenor-ganisaties;

– bevorderen van het recht voor de belastingconsulenten om hun cliënten op fiscaalrechtelijk gebied te verte-genwoordigen bij de gerechtelijke of administratieve overheden, alsook bij andere nationale, internationale of supranationale instanties;

– inlichten van het publiek over de dienstverlening van de belastingconsulenten;

– streven naar het creëren van optimale omstandigheden voor de uitoefening van de activiteiten van belastingconsulent;

– bevorderen van de samenwerking op alle gebieden van gemeenschappelijk belang voor de belastingconsulenten in Europa, binnen of buiten de Europese Unie.

Op deontologisch vlak heeft de CFE een gedragscode uitgevaardigd die de fundamentele principes bevat op het gebied van de beroepskwalificaties die vereist zijn voor wie wenst aan te sluiten bij de ledenorganisaties, alsook op het gebied van de beroepsethiek (‘Qualifications pro-fessionnelles et éthique des Conseils fiscaux en Europe’). Deze gedragscode werd gepubliceerd in 1991 en de laatste herziening dateert van april 2005.

In 2009 publiceerde de CFE een manifest waarin de sleutelelementen van de kwalificaties en van de toegevoeg-de waarde van het beroep van belastingconsulent als vrij beroep zijn opgenomen.

De werkzaamheden van de CFE worden gevoerd

binnen twee comités:

– het fiscaal comité voor de follow-up en de ontwikkeling van het Europees fiscaal recht;

– het comité beroepsaangelegenheden voor de problemen met betrekking tot de uitoefening van de activiteiten van belastingconsulent.

Belangrijkste activiteiten van de CFE in 2012

Fiscaal comité

Het fiscaal comité bestudeert diverse fiscale problemen op Europees niveau en brengt adviezen (‘opinion statements’) uit die worden gepubliceerd op de site en in het kwartaal- tijdschrift (‘CFE Newsletter’) van de CFE. Deze documenten, alsook andere publicaties van de CFE (bijvoorbeeld de ‘CFE Tax Reports’), kunnen worden geraadpleegd op de website van de organisatie (www.cfe-eutax.org). De ad-viezen die de CFE uitbrengt, zijn over het algemeen gericht aan de Raad van de Europese Unie, aan de Europese Com-missie en aan het Europees Parlement, maar in 2012 waren verschillende adviezen gericht aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Confédération fiscale européenne (CFE)

Page 78: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

77

Internationale instellingen 6

In 2012 heeft de CFE, via zijn fiscaal comité, de volgende adviezen uitgebracht:

– Advies van september 2012 aan de OESO over de ontwerpen van nieuwe commentaren over immateriële goederen in de Richtlijnen van de OESO over transfer pricing.

– Advies van september 2012 aan de OESO over de voorgestelde herziening van de beschermingsregelingen in de Richtlijnen van de OESO over transfer pricing.

– Advies van februari 2012 aan de instellingen van de Europese Unie over de rechtspraak van het Hof van Jus-titie van de Europese Unie (HvJ) over de problemen van transfer pricing bij leningen (arrest van 21 januari 2010 in de zaak C-311/08, SGI).

– Advies van februari 2012 aan de OESO over de voor- gestelde wijzigingen in de commentaren op artikel 5 (vaste inrichting) van het OESO-modelverdrag voor inkomen en vermogen.

Daarnaast organiseerde het fiscaal comité in april 2012 zijn jaarlijks forum in Brussel rond het thema ‘Tax law in the light of judgments – the interaction of European law and the national courts’ (De fiscale wet in het licht van de rechtspraak – interactie tussen het Europees recht en de nationale rechtbanken).

Comité beroepsaangelegenheden

Het comité beroepsaangelegenheden kwam in april samen in Brussel en in september in Boekarest. De belangrijkste thema’s die tijdens deze bijeenkomsten aan bod kwamen, zijn:

– Actualisering van de enquête over het beroep van be-lastingconsulent in de landen van de ledenorganisaties van de CFE en over de evaluatie van de deontologische codes die in de ledenorganisaties van de CFE worden toegepast. Deze werkzaamheden hebben geleid tot de publicatie van een boek met als titel ‘European Profes-sional Affairs Handbook for Tax Advisers’.

– Besprekingen binnen de werkgroepen over de vrije beroepen in verband met de activiteiten van belasting-consulent.

– Verslagen van de ledenorganisaties over de nationale ontwikkelingen op het gebied van juridische en/of beroepsnormen die een invloed hebben op de uitoefening van de activiteiten van belastingconsulent.

– Follow-up van de ontwikkelingen met betrekking tot de herziening van de Derde Richtlijn van de Europese Unie

tot voorkoming van het gebruik van het financiële stel-sel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (2005/60/EG) (zie hierna ook de verwijzing naar een advies dat in dat verband werd uitgebracht door het comité beroepsaangelegenheden van de CFE).

– Follow-up van de ontwikkelingen betreffende de toepassing van de Europese Richtlijn 2005/36/EG over de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties.

– Ontwerp van ‘Handvest van de belastingplichtige’ op internationaal niveau, in samenwerking met een internationale associatie die de organisaties van belastingconsulenten in Azië en Oceanië groepeert (Asia-Oceania Tax Consultants’ Association (AOTCA)) en een organisatie die de beroepsbeoefenaars op het gebied van trusts en vermogensplanning groepeert (The Society of Trust and Estate Practioners (STEP)).

– Follow-up van de ontwikkelingen over de reglemente-ring van de auditmarkt op het niveau van de Europese Unie.

– Enquête over de betrokkenheid van de belastingconsu-lenten bij de uitwerking van wetgevende maatregelen op fiscaal vlak.

– Ontwikkelingen met betrekking tot de toepassing van de Europese Richtlijn 2006/123/EG, de zogenaamde ‘DienstenRichtlijn’.

– Follow-up van de ontwikkelingen over een voorstel van verordening van de Europese Commissie van 1 juni 2011 (COM(2011) 315) op het gebied van normalisatie. Indien een dergelijke verordening wordt aangenomen, zou dat gevolgen kunnen hebben op de Europese diensten-normen en zo een invloed hebben op de manier van werken, met name voor belastingconsulenten.

– Ontwikkelingen betreffende het voorstel van Richt- lijn van het Europees Parlement en van de Raad over de consumentenrechten (COM(2008) 614) (november 2010), waarover het comité beroepsaangelegenheden in 2010 een advies had uitgebracht.

Het comité beroepsaangelegenheden heeft in 2012 vier adviezen uitgebracht:

– Advies van oktober 2012 aan het Europees Parlement en aan de Europese Commissie over het voorstel van een gemoderniseerde Richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (COM(2011) 883 final).

– Advies van juni 2012 aan de Europese Commissie over de herziening van de Derde Richtlijn van de Europese Unie tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (2005/60/EG).

Page 79: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

78

Internationale instellingen 6

De IFAC is een internationale federatie waarvan 173 organisaties uit 129 landen lid of geassocieerd lid zijn. Ze vertegenwoordigen meer dan 2,5 miljoen beroeps- beoefenaars die hun activiteiten uitoefenen als zelfstandige, als werknemer, bij de overheid of in academische functies. De IFAC heeft tot doel het openbaar belang te beschermen door de boekhoudkundige beroepen op wereldschaal aan te moedigen om een hoogwaardige dienstverlening te leveren. De IFAC wil ook het openbaar belang dienen en bijdragen tot een sterkere internationale economie door het accountancyberoep in ruime zin te ontwikkelen (boekhouding, accountancy, wettelijke controle van de jaarrekening en andere controleopdrachten), door kwaliteitsnormen op te stellen en de internationale harmonisering van die normen te bevorderen.

De IFAC heeft meer dan 50 vaste medewerkers die op de zetel in New York werken, en in een kantoor in Toronto (Canada), en opereert via talrijke werkgroepen waarbij een 300-tal vrijwilligers uit verschillende landen betrokken zijn. Voor de aanvaarding van deze vrijwilligers wordt een formele en strikte procedure gehanteerd om te peilen naar hun kwalificaties op technisch en operationeel vlak.

Alle publicaties van de IFAC (normen, handboeken, ontwerpnormen die worden bekendgemaakt om te wor-den becommentarieerd (exposure drafts), studies …) zijn gratis beschikbaar in elektronische vorm – ook deze van de internationale comités1 waarvan de IFAC de werkzaam- heden steunt (de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB), de International Accounting Education Standards Board (IAESB), de International Ethics Standards Board for Accountants (IESBA) en de Internatio-nal Public Sector Accounting Standards Board (IPSASB)). U krijgt er toegang toe nadat u zich als gebruiker hebt geregistreerd (via een eenmalige en eenvoudige registratieprocedure): www.ifac.org. De IFAC vraagt een bijdrage voor de gedrukte publicaties om de productiekosten te dekken.

Niet alle publicaties worden overigens nog gedrukt (bijv. de ontwerpnormen die worden bekendgemaakt om te worden becommentarieerd). De publicaties van de IFAC worden onderverdeeld in verschillende materies:

– wettelijke of statutaire controle van de financiële staten (auditing);

International Federation of Accountants (IFAC)

– Advies van mei 2012 aan de Europese Commissie over de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, aan de Raad, aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio’s – Naar een verbetering van de werking van de eengemaakte dienstenmarkt – Volop voordeel halen uit het proces van wederzijds evaluatie waarin de ‘diensten’-Richtlijn voorziet (SEC(2011) 102 final).

– Advies van januari 2012 aan het IMCO-comité (‘Internal Market and Consumer Protection – Interne markt en consumentenbescherming) van het Europees Parlement over het voorstel van verordening van de Europese Commissie van 1 juni 2011 (COM(2011) 315) op het gebied van normalisatie.

Het Comité beroepsaangelegenheden van de CFE organiseerde in december 2012 een conferentie in Lon-den rond het thema: Amnestie – Voorrecht – Aangifte/Openbaarmaking: beheren van belangrijke aspecten in cliëntenrelaties (‘Amnesty – Privilege – Disclosure: Managing critical issues in client relations’).

De uiteenzettingen hadden hoofdzakelijk betrekking op de volgende aspecten:

– aangifte van belastingontwijking en amnestie; – wettelijk voorrecht en zwijgrecht; – witwassen van geld.

De CFE is raadgevend lid van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties, die is samengesteld uit een 25-tal deskundigen.

De CFE onderhoudt ook regelmatige betrekkingen met de AOTCA (Asia Oceania Tax Consultants’ Association).

Het IAB wordt in de verschillende werkgroepen van de CFE vertegenwoordigd door Gonda Schelfhaut, Jos Goubert, Philippe Vanclooster en Christine Cloquet.

Meer informatie over wat voorafgaat en over de activiteiten van de CFE vindt u op de site www.cfe-eutax.org.

1 De Raad voor internationale audit- en controlenormen (vrije vertaling), de Raad voor internationale opleidingsnormen voor accountancy (vrije verta-

ling), De Raad voor internationale normen op het vlak van boekhoudkundige deontologie (vrije vertaling) en de Raad voor internationale boekhoud-

normen in de openbare sector (vrije vertaling). 78

Internationale instellingen 6

De IFAC is een internationale federatie waarvan 173 organisaties uit 129 landen lid of geassocieerd lid zijn. Ze vertegenwoordigen meer dan 2,5 miljoen beroeps- beoefenaars die hun activiteiten uitoefenen als zelfstandige, als werknemer, bij de overheid of in academische functies. De IFAC heeft tot doel het openbaar belang te beschermen door de boekhoudkundige beroepen op wereldschaal aan te moedigen om een hoogwaardige dienstverlening te leveren. De IFAC wil ook het openbaar belang dienen en bijdragen tot een sterkere internationale economie door het accountancyberoep in ruime zin te ontwikkelen (boekhouding, accountancy, wettelijke controle van de jaarrekening en andere controleopdrachten), door kwaliteitsnormen op te stellen en de internationale harmonisering van die normen te bevorderen.

De IFAC heeft meer dan 50 vaste medewerkers die op de zetel in New York werken, en in een kantoor in Toronto (Canada), en opereert via talrijke werkgroepen waarbij een 300-tal vrijwilligers uit verschillende landen betrokken zijn. Voor de aanvaarding van deze vrijwilligers wordt een formele en strikte procedure gehanteerd om te peilen naar hun kwalificaties op technisch en operationeel vlak.

Alle publicaties van de IFAC (normen, handboeken, ontwerpnormen die worden bekendgemaakt om te wor-den becommentarieerd (exposure drafts), studies …) zijn gratis beschikbaar in elektronische vorm – ook deze van de internationale comités1 waarvan de IFAC de werkzaam- heden steunt (de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB), de International Accounting Education Standards Board (IAESB), de International Ethics Standards Board for Accountants (IESBA) en de Internatio-nal Public Sector Accounting Standards Board (IPSASB)). U krijgt er toegang toe nadat u zich als gebruiker hebt geregistreerd (via een eenmalige en eenvoudige registratieprocedure): www.ifac.org. De IFAC vraagt een bijdrage voor de gedrukte publicaties om de productiekosten te dekken.

Niet alle publicaties worden overigens nog gedrukt (bijv. de ontwerpnormen die worden bekendgemaakt om te worden becommentarieerd). De publicaties van de IFAC worden onderverdeeld in verschillende materies:

– wettelijke of statutaire controle van de financiële staten (auditing);

International Federation of Accountants (IFAC)

– Advies van mei 2012 aan de Europese Commissie over de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, aan de Raad, aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio’s – Naar een verbetering van de werking van de eengemaakte dienstenmarkt – Volop voordeel halen uit het proces van wederzijds evaluatie waarin de ‘diensten’-Richtlijn voorziet (SEC(2011) 102 final).

– Advies van januari 2012 aan het IMCO-comité (‘Internal Market and Consumer Protection – Interne markt en consumentenbescherming) van het Europees Parlement over het voorstel van verordening van de Europese Commissie van 1 juni 2011 (COM(2011) 315) op het gebied van normalisatie.

Het Comité beroepsaangelegenheden van de CFE organiseerde in december 2012 een conferentie in Lon-den rond het thema: Amnestie – Voorrecht – Aangifte/Openbaarmaking: beheren van belangrijke aspecten in cliëntenrelaties (‘Amnesty – Privilege – Disclosure: Managing critical issues in client relations’).

De uiteenzettingen hadden hoofdzakelijk betrekking op de volgende aspecten:

– aangifte van belastingontwijking en amnestie; – wettelijk voorrecht en zwijgrecht; – witwassen van geld.

De CFE is raadgevend lid van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties, die is samengesteld uit een 25-tal deskundigen.

De CFE onderhoudt ook regelmatige betrekkingen met de AOTCA (Asia Oceania Tax Consultants’ Association).

Het IAB wordt in de verschillende werkgroepen van de CFE vertegenwoordigd door Gonda Schelfhaut, Jos Goubert, Philippe Vanclooster en Christine Cloquet.

Meer informatie over wat voorafgaat en over de activiteiten van de CFE vindt u op de site www.cfe-eutax.org.

1 De Raad voor internationale audit- en controlenormen (vrije vertaling), de Raad voor internationale opleidingsnormen voor accountancy (vrije verta-

ling), De Raad voor internationale normen op het vlak van boekhoudkundige deontologie (vrije vertaling) en de Raad voor internationale boekhoud-

normen in de openbare sector (vrije vertaling).

78

Internationale instellingen 6

De IFAC is een internationale federatie waarvan 173 organisaties uit 129 landen lid of geassocieerd lid zijn. Ze vertegenwoordigen meer dan 2,5 miljoen beroeps- beoefenaars die hun activiteiten uitoefenen als zelfstandige, als werknemer, bij de overheid of in academische functies. De IFAC heeft tot doel het openbaar belang te beschermen door de boekhoudkundige beroepen op wereldschaal aan te moedigen om een hoogwaardige dienstverlening te leveren. De IFAC wil ook het openbaar belang dienen en bijdragen tot een sterkere internationale economie door het accountancyberoep in ruime zin te ontwikkelen (boekhouding, accountancy, wettelijke controle van de jaarrekening en andere controleopdrachten), door kwaliteitsnormen op te stellen en de internationale harmonisering van die normen te bevorderen.

De IFAC heeft meer dan 50 vaste medewerkers die op de zetel in New York werken, en in een kantoor in Toronto (Canada), en opereert via talrijke werkgroepen waarbij een 300-tal vrijwilligers uit verschillende landen betrokken zijn. Voor de aanvaarding van deze vrijwilligers wordt een formele en strikte procedure gehanteerd om te peilen naar hun kwalificaties op technisch en operationeel vlak.

Alle publicaties van de IFAC (normen, handboeken, ontwerpnormen die worden bekendgemaakt om te wor-den becommentarieerd (exposure drafts), studies …) zijn gratis beschikbaar in elektronische vorm – ook deze van de internationale comités1 waarvan de IFAC de werkzaam- heden steunt (de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB), de International Accounting Education Standards Board (IAESB), de International Ethics Standards Board for Accountants (IESBA) en de Internatio-nal Public Sector Accounting Standards Board (IPSASB)). U krijgt er toegang toe nadat u zich als gebruiker hebt geregistreerd (via een eenmalige en eenvoudige registratieprocedure): www.ifac.org. De IFAC vraagt een bijdrage voor de gedrukte publicaties om de productiekosten te dekken.

Niet alle publicaties worden overigens nog gedrukt (bijv. de ontwerpnormen die worden bekendgemaakt om te worden becommentarieerd). De publicaties van de IFAC worden onderverdeeld in verschillende materies:

– wettelijke of statutaire controle van de financiële staten (auditing);

International Federation of Accountants (IFAC)

– Advies van mei 2012 aan de Europese Commissie over de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, aan de Raad, aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio’s – Naar een verbetering van de werking van de eengemaakte dienstenmarkt – Volop voordeel halen uit het proces van wederzijds evaluatie waarin de ‘diensten’-Richtlijn voorziet (SEC(2011) 102 final).

– Advies van januari 2012 aan het IMCO-comité (‘Internal Market and Consumer Protection – Interne markt en consumentenbescherming) van het Europees Parlement over het voorstel van verordening van de Europese Commissie van 1 juni 2011 (COM(2011) 315) op het gebied van normalisatie.

Het Comité beroepsaangelegenheden van de CFE organiseerde in december 2012 een conferentie in Lon-den rond het thema: Amnestie – Voorrecht – Aangifte/Openbaarmaking: beheren van belangrijke aspecten in cliëntenrelaties (‘Amnesty – Privilege – Disclosure: Managing critical issues in client relations’).

De uiteenzettingen hadden hoofdzakelijk betrekking op de volgende aspecten:

– aangifte van belastingontwijking en amnestie; – wettelijk voorrecht en zwijgrecht; – witwassen van geld.

De CFE is raadgevend lid van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties, die is samengesteld uit een 25-tal deskundigen.

De CFE onderhoudt ook regelmatige betrekkingen met de AOTCA (Asia Oceania Tax Consultants’ Association).

Het IAB wordt in de verschillende werkgroepen van de CFE vertegenwoordigd door Gonda Schelfhaut, Jos Goubert, Philippe Vanclooster en Christine Cloquet.

Meer informatie over wat voorafgaat en over de activiteiten van de CFE vindt u op de site www.cfe-eutax.org.

1 De Raad voor internationale audit- en controlenormen (vrije vertaling), de Raad voor internationale opleidingsnormen voor accountancy (vrije verta-

ling), De Raad voor internationale normen op het vlak van boekhoudkundige deontologie (vrije vertaling) en de Raad voor internationale boekhoud-

normen in de openbare sector (vrije vertaling).

Page 80: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

79

Internationale instellingen 6

– andere controleopdrachten en verwante diensten (assurance and related services);

– opleiding (education); – deontologie (ethics); – informatietechnologie (information technology); – accountants die als werknemers zijn tewerkgesteld in

ondernemingen (professional accountants in business); – accountancy in de openbare sector (public sector

accounting); – kleine en middelgrote kantoren (small and medium

practices); – andere (bijv. ontwikkeling van het beroep van

accountant of auditor in de opkomende landen, commentaar en adviezen over verschillende thema’s die van belang zijn voor de bovenvermelde activiteits- gebieden van de IFAC).

Een deel van de informatie die de IFAC publiceert, is beschikbaar in zes talen, waaronder het Frans. Voor meer informatie en voor het downloaden van publica-ties, kunt u de website raadplegen op het volgend adres: www.ifac.org.

Het IAB heeft naar aanleiding van een verzoek van de IFAC aan al haar leden een actieplan aangenomen om gevolg te geven aan de aanbevelingen die de IFAC specifiek voor onze organisatie had geformuleerd, en dit op de volgende gebieden:

– norm met betrekking tot de kwaliteitsstandaarden en de ermee verband houdende controle;

– norm op het gebied van permanente vorming; – door de IFAC uitgevaardigde ethische code; – gebruik door de openbare sector van de normen van

opname in de boekhouding en betreffende de financiële verslagen die door de IFAC werden uitgevaardigd;

– norm op het vlak van tucht: toepassing van financiële sancties;

– convergentie met de IFRS-normen (International Financial Reporting Standards).

Dit actieplan werd opgestart in 2009 en geactualiseerd in 2012. Het is momenteel volop in uitvoering.

De algemene vergadering vond plaats in Cape Town (Zuid-Afrika) in november 2012.

Naast de diverse activiteitenverslagen die werden voorgesteld door de verschillende organen van de IFAC, kunnen de belangrijkste thema’s die op de algemene

vergadering en in verschillende workshops aan bod kwamen, als volgt worden samengevat:

– verslag over de in 2012 uitgevoerde controle van de toepassing van de aanbevelingen van de ‘Monitoring Group’ naar aanleiding van het onderzoek naar de doeltreffendheid van de hervormingen van de IFAC in 2003;

– verslag over de activiteiten en de toekomstige projecten van de ‘Monitoring Group’;

– statutaire verkiezingen; – ontwikkelingen en werkzaamheden van de IFAC met

betrekking tot de kleine en middelgrote kantoren van bedrijfsrevisoren en accountants en de kleine en middelgrote ondernemingen;

– bekrachtiging van de geactualiseerde conformiteits- normen die van toepassing zijn op de ledenorganisaties van de IFAC;

– voorbereidende bespreking over de herziening van de samenstelling en de statuten van de IFAC;

– presentatie over het komende wereldcongres van accountants dat in 2014 plaatsvindt in Rome;

– actuele problemen op het vlak van governance en financieel beheer in de openbare sector (onder meer uiteenzettingen over de invoering van de internationale boekhoudnormen van de openbare sector in Zwitserland, Oostenrijk, Slowakije en ontwikkelingen op dat gebied in Nieuw-Zeeland);

– ethiek en deontologie: debat over de ontwerpnorm die ter becommentariëring werd gepubliceerd door de IESBA over de houding van auditors en accountants wanneer ze bij de uitvoering van hun opdrachten aanwijzingen van illegale handelingen vaststellen;

– wijzigingen in de assuranceopdrachten van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s): aard van de assurancediensten, de toegevoegde waarde van nieuwe verzekeringsmodaliteiten (attest) voor de KMO’s;

– impact van de herziene opleidingsnormen voor de verbetering van de kwaliteit van de kennis van de be-roepsbeoefenaars in de audit- en accountancysector;

– nieuwigheden en veranderingen die ter studie liggen over de verbetering van de informatie in de auditverslagen;

– diversiteit in inclusie: een economische noodzaak en een gunstige gelegenheid. Deze workshop handelt over de fundamentele behoefte aan onderwijs en opleiding op korte en lange termijn van een voldoende aantal accountants ten opzichte van het aantal en de omvang van de ondernemingen en andere te bedienen entiteiten, en dit niet alleen in de landen met opkomende

Page 81: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

80

Internationale instellingen 6

economieën, maar ook in de landen die geconfronteerd worden met een veroudering van de bevolking of met belangrijke sociale veranderingen (voorbeeld dat in dat verband ter zitting werd besproken: de Verenigde Staten).

De ‘Monitoring Group’ is een groep die is samengesteld uit de vertegenwoordigers van de volgende instellingen: het Comité voor Banktoezicht van Bazel (Basel Committee on Banking Supervision), de Europese Commissie, de Raad voor Financiële Stabiliteit (Financial Stability Board), de Internationale Organisatie van de organen die toezicht uitoefenen op de verzekeringsmaatschappijen (International Association of Insurance Supervisors), de Internationale Organisatie van de Effectentoezicht- houders (International Organization of Securities Commissions), de Wereldbank.

Ook het jaarlijkse seminarie vond plaats in Cape Town in november 2012.

Het thema van het seminarie was: ‘Een fundamentele verandering in de jaarverslagen die door de ondernemingen worden opgesteld (corporate reporting)’. De sprekers belichtten de volgende aspecten:

– uiteenzetting van de heer M. E. King SC, voorzitter van de International Integrated Reporting Council;

– lancering van het eerste prototype van geïntegreerde reporting in 2012;

– ervaring van Zuid-Afrika met de invoering van geïntegreerde reporting;

– getuigenis: weerslag van geïntegreerde reporting op het beheer en de communicatie van de ondernemingen ten aanzien van het publiek en van de spelers uit de financiële sector (bijv. investeringsfondsen);

– getuigenis: tenuitvoerlegging van een procedure van geïntegreerde reporting;

– geïntegreerde reporting voor KMO’s en de rol van kleine en middelgrote accountancykantoren op dat vlak: uitdagingen en kansen.

Informatie over geïntegreerde reporting vindt u op de site www.theiirc.org of op de site www.ifac.org.

In 2012 werd het IAB bij de IFAC vertegenwoordigd door een lid dat de rol van technisch adviseur waarnam binnen het comité van de IFAC voor de kleine en middelgrote kantoren in verband met de dienstverlening aan kleine en middelgrote ondernemingen (de heer G. Van de Velde).

De IFA werd in 1938 opgericht in Den Haag. Het is een internationale niet-gouvernementele organisatie zonder winstoogmerk met als doelstelling studie en onderzoek op het gebied van fiscaal recht. België was één van de stichtende landen van de IFA.

De activiteiten van de IFA hebben betrekking op studie en onderzoek in vergelijkend belastingrecht en op het gebied van de financiële en economische gevolgen van fiscaliteit.

Deze doelstellingen worden hoofdzakelijk nagestreefd via jaarlijkse congressen, nationale of internationale semina-ries, wetenschappelijke publicaties en wetenschappelijke onderzoeksprojecten.

De IFA telt momenteel meer dan 12 500 leden in 108 lan-den. De leden zijn belastingconsulenten (hetzij zelfstandige beroepsbeoefenaars, hetzij werknemers in ondernemin-gen), in fiscaal recht gespecialiseerde advocaten, univer-siteits- of hogeschooldocenten, vertegenwoordigers van belastingadministraties of andere regeringsinstanties en

vertegenwoordigers van internationale organisaties zoals de Europese Unie of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Deze kenmerken maken de IFA tot een uniek forum voor de vruchtbare uitwisseling van ideeën over thema’s van inter-nationaal fiscaal recht.

Het IAB is sinds 2008 lid van de IFA.

In 2012 vond het jaarlijks wereldcongres van de IFA plaats in Boston (USA).

De twee hoofdthema’s van het congres waren:

– dienstenondernemingen (‘Enterprise Services’); – de problematiek schulden/eigen vermogen (‘Debt-Equity

Conundrum’).

De algemene en nationale verslagen over deze twee thema’s werden gepubliceerd in de ‘Cahiers de droit fiscal international’1.

1 Ter beschikking in Engelse versie.

International Fiscal Association (IFA)

Page 82: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

81

Internationale instellingen 6

Tijdens dat congres werden er eveneens seminaries georga-niseerd over de hierna opgesomde thema’s2:

1. Sancties en conflictoplossingprocedures in het intern (nationaal) recht. In dit seminarie werd onderzocht hoe de Staten sancties en conflictoplos-singmechanismen gebruiken om de belastingplich-tigen er meer toe aan te zetten de wetgeving op het gebied van inkomstenbelastingen na te leven. Het debat ging over de uitwisseling van goede praktijken met betrekking tot de uitwerking van de sanctie- en conflict- oplossingmechanismen, rekening houdend met verschillen in aard en context van controversiële fiscale problemen (bijvoorbeeld nationaal of internationaal niveau) en probeerde een raamwerk te ontwikkelen om beslissingnemers bij te staan bij het ontwerpen van deze regels.

2. Arbitrage op grensoverschrijdend niveau. Het seminarie draaide rond een debat over het volgende thema: is grensoverschrijdende fiscale arbitrage onmo-gelijk en zo ja, wat is het probleem? Waarom hebben verschillende belastingadministraties bezwaren tegen de toepassing van dat systeem, en als dat zo is, wat hebben ze in dat verband gedaan? Tijdens het debat kwamen verschillende vormen van arbitrage ter sprake, alsook de politieke redenen waarom één of meer rechtscolleges bezwaar zouden hebben tegen een arbitrageprocedure. Ook de reacties van de belastingautoriteiten op deze vormen van arbitrage kwamen aan bod. In de besproken voorbeelden komt tot uiting dat de arbitrageprocedure niet eenvormig is en dat het nut of het schadelijk karak-ter afhangt van de gevolgde regels en van het feit of de economische resultaten waartoe arbitrage leidt coherent zijn met het onderliggend economisch en sociaal be-leid. Vaak blijkt dat het geschil waarop arbitrage wordt toegepast een meer fundamenteel probleem aan het licht brengt met betrekking tot de regels van één of meer landen die deelnemen aan de procedure.

3. Minnelijke procedure en conflictoplossing op grens- overschrijdend niveau. De aanzienlijke stijging van het aantal conflicten waarop de minnelijke procedure waarin de dubbelbelastingverdragen voorzien, wordt toegepast, brengt een aantal problemen aan het licht die zich vroeger niet voordeden. Zo heeft een stijgend aantal gevallen tot gevolg dat het langer duurt om conflicten door middel van deze procedure op te lossen, wat tot blokkeringen kan leiden. Anderzijds ontstaan er praktische problemen door de interactie tussen de minnelijke procedure en de nationaalrechtelijke procedures om geschillen op te lossen.

4. Interactie tussen artikel 3(2) van het door de OESO ontwikkelde modelverdrag op het gebied van het vermijden van dubbele belasting en het toe-passingsgebied van het nationaal belastingrecht. Artikel 3(2) van dat model heeft betrekking op de be-grippen die niet door het verdrag worden omschreven.

5. Btw en niet-inwonende verkopers. In dit semina-rie werd onderzocht hoe de btw-stelsels omgaan met de problemen rond leveranciers die geen inwoners zijn en niet gevestigd zijn (d.w.z. dat ze zonder concrete eigen inrichting opereren: bijvoorbeeld via elektronische verkoop). Aan de hand van praktijkgevallen brachten de sprekers op basis van hun nationale wetgeving de verschillen in kaart in de behandeling van transac-ties, zowel tussen professionals onderling als tussen professionals en consumenten, enerzijds op nationaal vlak en anderzijds op grensoverschrijdend vlak, en dit voor de levering van materiële en immateriële goederen. Vervolgens gingen ze na of deze verschillen bevorder- lijk zijn voor of afwijken van de externe neutraliteit van het btw-stelsel met betrekking tot niet-inwonende en niet-gevestigde verkopers.

6. IFA/OESO: ‘Soms is ze te zien, soms niet: het bewe-gend concept van de vaste inrichting’. Het eerste deel van het seminarie was, zoals elk jaar sinds 1994, gewijd aan een samenvatting van de huidige werk-zaamheden van de OESO op fiscaal vlak. Het tweede deel van het seminarie ging over een document dat de OESO in 2011 publiceerde over mogelijke wijzigingen in de commentaren over artikel 5 van het modelverdrag, dat betrekking heeft op het begrip vaste inrichting. Dat do-cument poogt vast te stellen hoe het begrip vaste inrich-ting in een moderne economische omgeving moet wor-den geïnterpreteerd. Het document stelde in dat verband een lijst van 25 problemen op. De bedoeling van het document was niet om de definitie van het begrip vaste inrichting te veranderen, maar om de interpretatie ervan te verduidelijken.

7. Ontwikkelingen op het gebied van grensover- schrijdende fiscaliteit in Latijns-Amerika. Dit semi-narie benadrukte de belangrijkste fiscale problemen voor buitenlandse investeerders die in deze regio werkzaam zijn. De landen uit Latijns-Amerika hebben de laatste jaren inspanningen gedaan om de regels van hun na-tionaal recht die betrekking hebben op internationale belastingproblemen te verfijnen en om hun netwerk van bilaterale dubbelbelastingverdragen uit te brei-den. De meest dringende problemen draaien rond de interpretatie en de toepassing van de bepalingen van die

2 De beschrijving van de seminaries is gebaseerd op de documenten van het congres in Boston, die in het Engels ter beschikking zijn op de site van de

IFA, en door de IFA-leden kunnen worden geraadpleegd.

81

Internationale instellingen 6

Tijdens dat congres werden er eveneens seminaries georga-niseerd over de hierna opgesomde thema’s2:

1. Sancties en conflictoplossingprocedures in het intern (nationaal) recht. In dit seminarie werd onderzocht hoe de Staten sancties en conflictoplos-singmechanismen gebruiken om de belastingplich-tigen er meer toe aan te zetten de wetgeving op het gebied van inkomstenbelastingen na te leven. Het debat ging over de uitwisseling van goede praktijken met betrekking tot de uitwerking van de sanctie- en conflict- oplossingmechanismen, rekening houdend met verschillen in aard en context van controversiële fiscale problemen (bijvoorbeeld nationaal of internationaal niveau) en probeerde een raamwerk te ontwikkelen om beslissingnemers bij te staan bij het ontwerpen van deze regels.

2. Arbitrage op grensoverschrijdend niveau. Het seminarie draaide rond een debat over het volgende thema: is grensoverschrijdende fiscale arbitrage onmo-gelijk en zo ja, wat is het probleem? Waarom hebben verschillende belastingadministraties bezwaren tegen de toepassing van dat systeem, en als dat zo is, wat hebben ze in dat verband gedaan? Tijdens het debat kwamen verschillende vormen van arbitrage ter sprake, alsook de politieke redenen waarom één of meer rechtscolleges bezwaar zouden hebben tegen een arbitrageprocedure. Ook de reacties van de belastingautoriteiten op deze vormen van arbitrage kwamen aan bod. In de besproken voorbeelden komt tot uiting dat de arbitrageprocedure niet eenvormig is en dat het nut of het schadelijk karak-ter afhangt van de gevolgde regels en van het feit of de economische resultaten waartoe arbitrage leidt coherent zijn met het onderliggend economisch en sociaal be-leid. Vaak blijkt dat het geschil waarop arbitrage wordt toegepast een meer fundamenteel probleem aan het licht brengt met betrekking tot de regels van één of meer landen die deelnemen aan de procedure.

3. Minnelijke procedure en conflictoplossing op grens- overschrijdend niveau. De aanzienlijke stijging van het aantal conflicten waarop de minnelijke procedure waarin de dubbelbelastingverdragen voorzien, wordt toegepast, brengt een aantal problemen aan het licht die zich vroeger niet voordeden. Zo heeft een stijgend aantal gevallen tot gevolg dat het langer duurt om conflicten door middel van deze procedure op te lossen, wat tot blokkeringen kan leiden. Anderzijds ontstaan er praktische problemen door de interactie tussen de minnelijke procedure en de nationaalrechtelijke procedures om geschillen op te lossen.

4. Interactie tussen artikel 3(2) van het door de OESO ontwikkelde modelverdrag op het gebied van het vermijden van dubbele belasting en het toe-passingsgebied van het nationaal belastingrecht. Artikel 3(2) van dat model heeft betrekking op de be-grippen die niet door het verdrag worden omschreven.

5. Btw en niet-inwonende verkopers. In dit semina-rie werd onderzocht hoe de btw-stelsels omgaan met de problemen rond leveranciers die geen inwoners zijn en niet gevestigd zijn (d.w.z. dat ze zonder concrete eigen inrichting opereren: bijvoorbeeld via elektronische verkoop). Aan de hand van praktijkgevallen brachten de sprekers op basis van hun nationale wetgeving de verschillen in kaart in de behandeling van transac-ties, zowel tussen professionals onderling als tussen professionals en consumenten, enerzijds op nationaal vlak en anderzijds op grensoverschrijdend vlak, en dit voor de levering van materiële en immateriële goederen. Vervolgens gingen ze na of deze verschillen bevorder- lijk zijn voor of afwijken van de externe neutraliteit van het btw-stelsel met betrekking tot niet-inwonende en niet-gevestigde verkopers.

6. IFA/OESO: ‘Soms is ze te zien, soms niet: het bewe-gend concept van de vaste inrichting’. Het eerste deel van het seminarie was, zoals elk jaar sinds 1994, gewijd aan een samenvatting van de huidige werk-zaamheden van de OESO op fiscaal vlak. Het tweede deel van het seminarie ging over een document dat de OESO in 2011 publiceerde over mogelijke wijzigingen in de commentaren over artikel 5 van het modelverdrag, dat betrekking heeft op het begrip vaste inrichting. Dat do-cument poogt vast te stellen hoe het begrip vaste inrich-ting in een moderne economische omgeving moet wor-den geïnterpreteerd. Het document stelde in dat verband een lijst van 25 problemen op. De bedoeling van het document was niet om de definitie van het begrip vaste inrichting te veranderen, maar om de interpretatie ervan te verduidelijken.

7. Ontwikkelingen op het gebied van grensover- schrijdende fiscaliteit in Latijns-Amerika. Dit semi-narie benadrukte de belangrijkste fiscale problemen voor buitenlandse investeerders die in deze regio werkzaam zijn. De landen uit Latijns-Amerika hebben de laatste jaren inspanningen gedaan om de regels van hun na-tionaal recht die betrekking hebben op internationale belastingproblemen te verfijnen en om hun netwerk van bilaterale dubbelbelastingverdragen uit te brei-den. De meest dringende problemen draaien rond de interpretatie en de toepassing van de bepalingen van die

2 De beschrijving van de seminaries is gebaseerd op de documenten van het congres in Boston, die in het Engels ter beschikking zijn op de site van de

IFA, en door de IFA-leden kunnen worden geraadpleegd.

81

Internationale instellingen 6

Tijdens dat congres werden er eveneens seminaries georga-niseerd over de hierna opgesomde thema’s2:

1. Sancties en conflictoplossingprocedures in het intern (nationaal) recht. In dit seminarie werd onderzocht hoe de Staten sancties en conflictoplos-singmechanismen gebruiken om de belastingplich-tigen er meer toe aan te zetten de wetgeving op het gebied van inkomstenbelastingen na te leven. Het debat ging over de uitwisseling van goede praktijken met betrekking tot de uitwerking van de sanctie- en conflict- oplossingmechanismen, rekening houdend met verschillen in aard en context van controversiële fiscale problemen (bijvoorbeeld nationaal of internationaal niveau) en probeerde een raamwerk te ontwikkelen om beslissingnemers bij te staan bij het ontwerpen van deze regels.

2. Arbitrage op grensoverschrijdend niveau. Het seminarie draaide rond een debat over het volgende thema: is grensoverschrijdende fiscale arbitrage onmo-gelijk en zo ja, wat is het probleem? Waarom hebben verschillende belastingadministraties bezwaren tegen de toepassing van dat systeem, en als dat zo is, wat hebben ze in dat verband gedaan? Tijdens het debat kwamen verschillende vormen van arbitrage ter sprake, alsook de politieke redenen waarom één of meer rechtscolleges bezwaar zouden hebben tegen een arbitrageprocedure. Ook de reacties van de belastingautoriteiten op deze vormen van arbitrage kwamen aan bod. In de besproken voorbeelden komt tot uiting dat de arbitrageprocedure niet eenvormig is en dat het nut of het schadelijk karak-ter afhangt van de gevolgde regels en van het feit of de economische resultaten waartoe arbitrage leidt coherent zijn met het onderliggend economisch en sociaal be-leid. Vaak blijkt dat het geschil waarop arbitrage wordt toegepast een meer fundamenteel probleem aan het licht brengt met betrekking tot de regels van één of meer landen die deelnemen aan de procedure.

3. Minnelijke procedure en conflictoplossing op grens- overschrijdend niveau. De aanzienlijke stijging van het aantal conflicten waarop de minnelijke procedure waarin de dubbelbelastingverdragen voorzien, wordt toegepast, brengt een aantal problemen aan het licht die zich vroeger niet voordeden. Zo heeft een stijgend aantal gevallen tot gevolg dat het langer duurt om conflicten door middel van deze procedure op te lossen, wat tot blokkeringen kan leiden. Anderzijds ontstaan er praktische problemen door de interactie tussen de minnelijke procedure en de nationaalrechtelijke procedures om geschillen op te lossen.

4. Interactie tussen artikel 3(2) van het door de OESO ontwikkelde modelverdrag op het gebied van het vermijden van dubbele belasting en het toe-passingsgebied van het nationaal belastingrecht. Artikel 3(2) van dat model heeft betrekking op de be-grippen die niet door het verdrag worden omschreven.

5. Btw en niet-inwonende verkopers. In dit semina-rie werd onderzocht hoe de btw-stelsels omgaan met de problemen rond leveranciers die geen inwoners zijn en niet gevestigd zijn (d.w.z. dat ze zonder concrete eigen inrichting opereren: bijvoorbeeld via elektronische verkoop). Aan de hand van praktijkgevallen brachten de sprekers op basis van hun nationale wetgeving de verschillen in kaart in de behandeling van transac-ties, zowel tussen professionals onderling als tussen professionals en consumenten, enerzijds op nationaal vlak en anderzijds op grensoverschrijdend vlak, en dit voor de levering van materiële en immateriële goederen. Vervolgens gingen ze na of deze verschillen bevorder- lijk zijn voor of afwijken van de externe neutraliteit van het btw-stelsel met betrekking tot niet-inwonende en niet-gevestigde verkopers.

6. IFA/OESO: ‘Soms is ze te zien, soms niet: het bewe-gend concept van de vaste inrichting’. Het eerste deel van het seminarie was, zoals elk jaar sinds 1994, gewijd aan een samenvatting van de huidige werk-zaamheden van de OESO op fiscaal vlak. Het tweede deel van het seminarie ging over een document dat de OESO in 2011 publiceerde over mogelijke wijzigingen in de commentaren over artikel 5 van het modelverdrag, dat betrekking heeft op het begrip vaste inrichting. Dat do-cument poogt vast te stellen hoe het begrip vaste inrich-ting in een moderne economische omgeving moet wor-den geïnterpreteerd. Het document stelde in dat verband een lijst van 25 problemen op. De bedoeling van het document was niet om de definitie van het begrip vaste inrichting te veranderen, maar om de interpretatie ervan te verduidelijken.

7. Ontwikkelingen op het gebied van grensover- schrijdende fiscaliteit in Latijns-Amerika. Dit semi-narie benadrukte de belangrijkste fiscale problemen voor buitenlandse investeerders die in deze regio werkzaam zijn. De landen uit Latijns-Amerika hebben de laatste jaren inspanningen gedaan om de regels van hun na-tionaal recht die betrekking hebben op internationale belastingproblemen te verfijnen en om hun netwerk van bilaterale dubbelbelastingverdragen uit te brei-den. De meest dringende problemen draaien rond de interpretatie en de toepassing van de bepalingen van die

2 De beschrijving van de seminaries is gebaseerd op de documenten van het congres in Boston, die in het Engels ter beschikking zijn op de site van de

IFA, en door de IFA-leden kunnen worden geraadpleegd.

Page 83: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

82

Internationale instellingen 6

verdragen ten aanzien van de ruimere context van de bilaterale investeringsovereenkomsten en andere regio-nale overeenkomsten. Dat geldt zowel voor de bilaterale belastingverdragen die werden gesloten op basis van het OESO-modelverdrag als voor deze die op basis van het model van de Verenigde Naties werden opgemaakt. Anderzijds boog het seminarie zich ook over de proble-men die zich voordoen door de zogenaamde algemene antimisbruikbepalingen en de controle die de Staten uit de regio uitoefenen op de fiscale planning.

8. Giften aan liefdadigheidsorganisaties en andere belangeloze bijdragen. De fiscale behandeling van grensoverschrijdende giften is over het algemeen min-der voordelig dan de behandeling van gelijkaardige bijdragen op nationaal vlak. Dat geldt zowel voor de schenker als voor de begiftigde. Op basis van een concrete casus onderzocht het seminarie de volgende aspecten: fiscale aftrek voor de schenker, redenen die aan de grondslag liggen van de vastgestelde discri-minatie, belastingverdragen, Europees recht, voorstel van de Europese Commissie aan de Europese Raad van februari 2012 over het creëren van een Europees statuut voor stichtingen, andere toekomstige ontwikkelingen.

9. Inkomsten uit internationale telecommunica-tieactiviteiten. Dit seminarie onderzocht de fiscale behandeling van inkomsten van internationale telecom-municatieactiviteiten enerzijds in het land van verblijf en anderzijds/of in het bronland, door het belichten van mogelijke leemtes en overlappingen in de regeling die nu wordt toegepast. Er werd ook ingegaan op specifieke vragen over karakterisering van het inkomen, identifi-catie van de bron ervan, wettelijke grondslag voor de belasting in het bronland, dubbele belasting, uitdagingen op het gebied van transfer princing en administratieve procedures, aangifte, ... De sprekers ver-tolkten zowel de standpunten van de ontwikkelde lan-den als van de opkomende landen.

10. Recente ontwikkelingen in internationale fis-caliteit. In 2012 werden hoofdzakelijk de volgende onderwerpen behandeld: verslag van de OESO over immateriële goederen, het begrip uiteindelijke rechthebbende (‘beneficial ownership’), zogenaamde

algemene antimisbruikbepalingen en terugwerkende kracht, transfer princing, uitwisseling van informatie, invloed van de boekhoudrechtelijke bepalingen op fiscaal vlak.

11. IFA / Europese Unie: Belasting van financiële transacties. Bij de bespreking van dit thema werd de aandacht gericht op de recente nationale en internationale voorstellen. De draagwijdte ervan werd beoordeeld en de politieke opties die een rol spelen werden besproken. Bijzondere nadruk werd gelegd op de internationale dimensie van de belasting van finan-ciële transacties en de mogelijkheid dat één enkel land of een groep van landen eenzijdig optreedt.

12. Bedingen van beperking van voordelen in de belastingverdragen: stand van zaken. In dit seminarie werd een stand van zaken opgesteld van de interpretatie en de doeltreffendheid van de algemene bepalingen van beperking van voordelen die uit de belastingverdragen voortvloeien.

13. Seminarie van het netwerk van de jonge leden van de IFA (Young IFA Network (YIN)). Deel I – Een modelovereenkomst inzake btw en omzetbelastingDeel II – Simulatie van een fiscaal proces betref-fende de toewijzing van winsten aan een vaste inrichting die voortvloeit uit de aanwezigheid van een agent

Het volgend wereldcongres van de IFA zal plaatsvinden in Kopenhagen van 25 tot 30 augustus 2013.

In België heeft de IFA momenteel de vorm van een vereni-ging zonder winstoogmerk, ‘het Studiecentrum voor fiscaal recht’, die ongeveer 350 leden telt.

Maandelijks (behalve in juli en augustus) wordt een voor-dracht over een fiscaalrechtelijk onderwerp georganiseerd. Die voordrachten zijn toegankelijk voor de leden.

Meer informatie over de activiteiten van de IFA in België of in het buitenland vindt u op de site www.ifa-belgium.eu.

Page 84: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

83

Internationale instellingen 6

De FIDEF verenigt de beroepsorganisaties voor accountants uit Franstalige landen onder het voorzitterschap van Michel De Wolf (tot de algemene vergadering van 3 oktober 2012).

Het IAB wordt vertegenwoordigd door Benoît Vander- stichelen als lid van de raad van bestuur en Jean-Luc Kilesse als plaatsvervangend lid.

De FIDEF werd in 1981 opgericht op initiatief van een vijftiental landen. De Federatie brengt 36 landen en 47 organisaties samen (onderverdeeld in 28 werkende leden en 19 geassocieerde leden) en vertegenwoordigt ongeveer 65 000 beroepsbeoefenaars.

In mei 2012 hervatte de FIDEF, te Boekarest, de traditie van haar ‘Assises’ over een thema dat duidelijk aangeeft dat haar leden naar uitmuntendheid streven: ‘Samenwer-

king tussen de beroepsordes en de universiteiten’, meer bepaald, maar niet uitsluitend op het gebied van de initiële of permanente vorming. Het IAB was er vertegenwoordigd door Benoît Vanderstichelen, Jean-Luc Kilesse en Emma-nuel Degrève.

In oktober 2012 lanceerde de FIDEF het ‘Platform voor culturele diversiteit op het gebied van boekhouding, financiën en audit’.

Daarnaast zette de FIDEF haar inspanningen voort op het vlak van vertaling, bijstand aan de leden, de website en coördinatie ten aanzien van de internationale of regionale instanties.

De activiteitenverslagen van de FIDEF kunnen worden geraadpleegd op de website www.fidef.org.

Fédération internationale des experts-comptables et commis-saires aux comptes francophones (FIDEF)

Page 85: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige
Page 86: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

85

De diensten van het Instituut 7

Directie

Algemeen directeurEric STEGHERS

Adjunct-directeurFabienne CLEYMANS

DirectieadviseurRoger LASSAUX

Directiesecretariaat

Algemeen directiesecretariaatFanny LIETAER

Ledenadministratie en secretariaat van de Consultatieve commissie der beroepsverenigingenWillemine SAMBAERE

Algemene diensten

Onthaal en coördinatie telefoon Laura CRIEL

Boekhouding – Personeelsbeheer Thierry LEGRAIN

InformaticaEric ANCION Christoph DI PIAZZA

Documentatiedienst – BibliotheekLeen BOONEN

De diensten van het Instituut

Page 87: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

86

De diensten van het Instituut 7

Studie- en juridische dienst

Verantwoordelijke: Sandrine GHILAIN

Tuchtonderzoeken – Vennootschapsdossiers – Ar-bitrage – Dossiers bescherming titel en monopolie – Bestuursmandaten handelsvennootschappen – Eerstelijnsadvies deontologie

NederlandstaligLiesbet DHAENE Toon VAN WINT

FranstaligSandrine GHILAIN

Nederlandstalig

Opvolging vennootschapsdossiers en secretariaat Tuchtcommissie en Commissie van beroep Dorien CALLEBAUT

Franstalig

Opvolging vennootschapsdossiers en secretariaat TuchtcommissieEric BASSO

Secretariaat Commissie van beroepNicole HORMANS

Boekhoudkundige technieken en recht – Methodo-logie van monopolieopdrachten –Wettelijke contro-lenormen – Praktijk van het vennootschapsrecht – Analyse en evaluatie van ondernemingen – Fiscaliteit – Algemene aspecten van het beroep

NederlandstaligJacques COLSON (tot 30/09/2012) Daniël MAES

FranstaligClaude JANSSENS (tot 30/09/2012) Pierre-François COPPENS

Dienst kwaliteit

Verantwoordelijke: Fabienne CLEYMANS

Beroepspraktijk en begeleiding

Nederlandstalig Daniël MAES

Secretariaat van de Commissie van begeleiding en toezicht Dominique WILLEMS

Permanente vorming

Secretariaat van de Commissie permanente vor-ming Dominique WILLEMS

Kwaliteitstoetsing

Secretariaat van de Commissie kwaliteitstoetsingMimount BEN JADDI

Stagedienst

Verantwoordelijke: Chantal VANDENDRIESSCHE

Kristien MICHIELS Anne FISCHER Marie-Claire ROTTE

Dienst communicatie en publicaties

Verantwoordelijke: Emmanuel DEGRÈVE (lid van het uitvoerend comité)

Nicole HORMANS Muriel TILMANT (coördinatie) Kikki VANDRIESSCHE

Page 88: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

87

Het Instituut nam kennis van het overlijden van volgende confraters:

Willy BOSTEELS Marcel BUYLE

Edi CESA Jacques CLOETENS

Geeraard DE BAETS Jacques DELBAUVE Robert DE MAESSCHALCK Jacques DEPOORTERE Frank DEVOS Wilfried DIRCKX Jean-Jacques DUPONT

Olivier FAULX

Louis GIHOUSSE

Gérard HENE

François LAMBRECHTS Christian LECLUSE Luc LOOSEN

Cyriel MIJTEN Fernand MONBALLIN Raymond MORIS Norbert MUS

Jean-Pierre NIJST

Philippe PIRLOT

Franz REMSON

Jean-Louis TOURNEMENNE Cindy TRANOY

Willy André VAN SOEST Alexis VAN DEN NESTE Jos VANDERVEKEN

Joseph WOUTERS

Edmond ZANDECKI

Overleden confraters

Page 89: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

88

Het IAB in beeld 8

Het IAB in beeld

Nieuwjaarsreceptie IBR - IAB: Benoît Vanderstichelen met Philippe Six, directeur-generaal van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat

Studienamiddag opgedragen aan ‘interne leden’: Robert Moreaux, voorzitter van de Commissie ad hoc

Contactvergadering met de stagemees-ters: heel wat deelnemers daagden op

Contactvergadering met de stagemeesters: bemerkingen en suggesties van de jury’s van de mondelinge proef van de bekwaamheidsexamens

André Bert en Michel De Wolf, voorzitter van het IBR

Ontmoeting met jongeren, Emmanuel Degrève, lid van het uitvoerend comité van het IAB: "Veel enthousiasme en concrete realisaties"

Page 90: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

Het IAB in beeld 8

89

Algemene vergadering IAB 2012

Benoît Vanderstichelen

Een aantal vooraanstaande uitgenodigden op de algemene vergadering: Jean-Paul Servais (HREB), Jean-Claude Delepière (CFI) en Philippe Lambrecht (VBO)

Het Fonds NCAB reikt een prijs uit aan stagiairs

André Bert, Michel De Wolf en René Ricol, erevoorzitter van de Franse Ordre des Experts-comptables en de IFAC, aan wie hulde wordt gebracht

Page 91: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

90

Het IAB in beeld 8

Ontmoeting met Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank

Het Instituut in dialoog met de FOD Financiën

Forum for the Future: André Bert en prof. Henri Olivier

Ontmoeting met Etienne de Callataÿ, econoom

Christine Cloquet, IAB-raadslid

Lokale informatiesessies 2012 – 2013: ontmoeting met de leden

Page 92: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

Het IAB in beeld 8

91

International dinner IESBA CAG & IAASB CAG members: André Bert met Linda de Beer, chair IESBA CAG

Gemeenschappelijke Raad IAB – BIBF

Gemeenschappelijke Raad Ordre des experts-comptables de Lille, Nord-Pas-de-Callais - IAB: André Bert met Bernard Bryselbout, aftredend voorzitter van de regionale Raad van de Ordre

Diner tussen FEE – IBR – IAB: het belang van internationale relaties voor het beroep

Page 93: RAAD VAN UW ACCOUNTANT - IEC-IAB...Johan Vande Lanotte konden wij de belangrijke wetgeving voor ons beroep realiseren. Aan iedereen die op enige ... 368 hun beroep op zelfstandige

Inst i tuut van de Accountants en de Belast ingconsulentenRena issance Bu i ld ing – Emi le Jacqmain laan 135/2 – 1000 B russe lTe l . +32 (0)2 543 74 90 – Fax +32 (0)2 543 74 91 – E-ma i l in fo@iec- iab.be – w w w.iec- iab.be