Beroep: boventitelaar - Erik Borgman

4
We zijn er intussen gewoon aan geraakt en toch is het een vrij recent fenomeen: boventiteling bij theatervoorstellingen in andere talen. Het is een van de vele voorbeelden die duidelijk maken dat de kunsten zich bewegen in een geglobaliseerde wereld. Vlaamse theatervoorstellingen reizen de wereld rond en belangrijke internationale voorstellingen worden in deSingel of tijdens het KunstenfestivaldesArts in Brussel getoond. De boventiteling zorgt ervoor dat een andere taal geen obstakel meer is. Maar aan welke voorwaarden moet een goede boventiteling voldoen? Wat zijn er de voordelen van? Is boventiteling altijd nodig? Een gesprek met Erik Borgman, die al heel vroeg bij de praktijk van het boventitelen betrokken was en de voorbij twee decennia in binnen- en buitenland voorstellingen van alle belangrijke internationale regisseurs ondertiteld heeft, waaronder de Toneelhuisvoorstellingen op hun Europese tournees. TITELAAR BEROEP BOVEN -

description

Een gesprek met Erik Borgman, die al heel vroeg bij de praktijk van het boventitelen betrokken was en de voorbij twee decennia in binnen- en buitenland voorstellingen van alle belangrijke internationale regisseurs ondertiteld heeft, waaronder de Toneelhuisvoorstellingen op hun Europese tournees.

Transcript of Beroep: boventitelaar - Erik Borgman

Page 1: Beroep: boventitelaar - Erik Borgman

We zijn er intussen gewoon aan geraakt en toch is het een vrij recent fenomeen: boventiteling bij theatervoorstellingen in andere talen. Het is een van de vele voorbeelden die duidelijk maken dat de kunsten zich bewegen in een geglobaliseerde wereld. Vlaamse theatervoorstellingen reizen de wereld rond en belangrijke internationale voorstellingen worden in deSingel of tijdens het KunstenfestivaldesArts in Brussel getoond. De boventiteling zorgt ervoor dat een andere taal geen obstakel meer is. Maar aan welke voorwaarden moet een goede boventiteling voldoen? Wat zijn er de voordelen van? Is boventiteling altijd nodig? Een gesprek met Erik Borgman, die al heel vroeg bij de praktijk van het boventitelen betrokken was en de voorbij twee decennia in binnen- en buitenland voorstellingen van alle belangrijke internationale regisseurs ondertiteld heeft, waaronder de Toneelhuisvoorstellingen op hun Europese tournees.

titelaar

beroep

boven-

Page 2: Beroep: boventitelaar - Erik Borgman

116 erik borgman

Hoe is het fenomeen van de boventi-teling in het theater op gang gekomen?

Erik Borgman: Tot het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw kwam boventiteling in het theater slechts spo-radisch voor. Je kreeg als toeschouwer bij voorstellingen in andere talen meestal op voorhand een korte samenvatting per scène in handen gedrukt. Het echt struc-tureel boventitelen van voorstellingen is eind jaren tachtig in de opera begonnen. Ik liep in die periode stage bij de Neder-landse Opera in Amsterdam, waar een testfase bezig was om te zien of boventi-teling zou werken. De test was een succes bij het publiek en er werd besloten om er verder mee te werken. Toch was niet iedereen enthousiast. Er waren mensen die vonden dat opera veel meer is dan het libretto alleen: opera is voor hen de kwaliteit van de muziek en de zangers. De boventiteling leidde volgens hen al-leen maar af. Bovendien vonden zij het niet nodig om alles te begrijpen van wat er gezongen wordt. Daar is iets voor te zeggen. Ik ben er ook van overtuigd dat je op een andere manier naar een voorstel-ling kijkt als ze niet boventiteld is. Je let dan op andere dingen om de voorstelling te begrijpen.

Voordat we daar verder op ingaan, hoe ben je persoonlijk bij het boventi-telen betrokken geraakt?

Wat mijn eigen ontwikkeling betreft, is het eerste KunstenfestivaldesArts in 1994, onder leiding van Frie Leysen, zeer belangrijk geweest. Ik ontmoette haar in 1993 in Salzburg. Regisseur Jürgen Flimm had mij vanuit Amsterdam mee-genomen naar de salzburger Festspiele om voor de boventiteling te zorgen, toen voor het eerst in Salzburg. Frie was er ook, raakte enthousiast over het principe en wilde het inzetten voor haar festival.

Dat richtte zich namelijk de eerste jaren expliciet op teksttheater en op belangrijk internationaal werk: er stonden grote in-ternationale regisseurs als Ronconi, Lupa en Marthaler op het eerste Kunstenfesti-val, bekende mensen maar van wie toen nog maar weinig te zien was geweest in België. Anderstalig theater waarvoor een oplossing moest worden gevonden. Een tweede belangrijk objectief van het festival was een ontmoeting tussen de twee taalgemeenschappen in Brussel: Nederlandstalige voorstellingen werden in Franstalige theaters getoond en omge-keerd. Toen, begin jaren negentig, was de taalscheiding nog zeer scherp: Franstali-gen gingen voornamelijk naar Franse the-aters en Nederlandstaligen naar Vlaamse theaters. Het festival had succes in het opheffen van die tot dan vanzelfsprekende grens, en daarmee kreeg de boventiteling haar vaste stek in het festival. Brusselse theaters kregen bovendien extra subsidies om boventitelingsapparatuur aan te ko-pen en om vertalingen te maken. Als je nu kijkt naar de theaters in Brussel, denk ik dat men onder meer door die inspanning meer bij elkaar over de vloer komt. Inter-nationaal gezien merk je dat er makkelij-ker anderstalige voorstellingen worden geprogrammeerd.

Hoe gaat het technisch in zijn werk? Hoeveel tekst wordt er geprojecteerd?

De meeste toeschouwers denken dat de volledige tekst van een voorstelling vertaald en geprojecteerd wordt. Maar alle tekst vertalen is onmogelijk voor een toeschouwer; een tekst lezen duurt altijd langer dan dat hij gezegd wordt. Boven-dien hangt de boventiteling in een theater meestal een stuk boven het toneel waar-door je als toeschouwer een inspanning moet doen om de tekst te lezen én de voor-stelling te volgen. Je moet de vertaling dus inkorten om de toeschouwer niet te ver-

liezen. Doe je dat niet, dan voelt de toe-schouwer dat hij een keuze moet maken tussen voorstelling of vertaling en haakt hij af omdat hij niet meer kan volgen. Dat moment moet je zeker vermijden.

Hoe doe je dat concreet?

Als je wil dat de toeschouwer de ver-taling accepteert en gelooft, dan moet je het hem makkelijk maken en de vertaling een logica geven. Het is in de eerste plaats belangrijk dat je de boventiteling gemak-kelijk kunt zien en lezen. Dat is cruciaal. Daarom probeer ik in de producties waar ik voor werk de boventiteling ergens in het decor te krijgen in plaats van erbo-ven. Dat is cruciaal. Hangt de vertaling te hoog, dan zie je de toeschouwers op den duur afhaken.

Een ander belangrijk punt is de lo-gica van een boventiteling. Omdat je in de boventiteling maar twee regels tekst tot je beschikking hebt, moet je de ver-taling in kortere stukjes knippen; om dat op een logische manier te doen, moet je goed naar een acteur luisteren. De snel-heid van spreken, aarzelingen, de nadruk in een zin – het zijn zaken die bepalen hoe een vertaling wordt omgezet naar boven-titels. De toeschouwer moet altijd het ge-voel hebben dat hij de acteur begrijpt en niet alleen maar de vertaling. Eigenlijk moet je bij het lezen van de boventiteling het gevoel krijgen, ha, dat dacht ik al.

Soms moet je een vertaling ook in-houdelijk aanpassen in een boventiteling. Een goed voorbeeld is de opera: als bij-voorbeeld een zanger over zijn geliefde zingt dat zij als een slanke hinde komt aangetrippeld, en je ziet dan een volle rondborstige dame komen aanstappen, dan moet je oppassen met de geprojec-teerde vertaling. Je krijgt al snel een foute lach. Ik herinner me dat we in de Neder-landse Opera dat soort zinnen in de bo-ventiteling soms moesten aanpassen.

Page 3: Beroep: boventitelaar - Erik Borgman

118 erik borgman

Hoe bepalend is de boventiteling voor de perceptie van de toeschouwer?

Heel erg. Eigenlijk zeg je met een boventiteling: vergeet de rest, hier gaat het over, alleen zo kun je de voorstelling echt begrijpen. Ik zou bepaalde voorstel-lingen nooit boventitelen. Het wordt me niet altijd in dank afgenomen als ik dat voorstel, maar er zijn ook theater-voorstellingen waarbij de vertaling van

een tekst de rest van de voorstelling zou wegdrukken. Het is niet altijd zo dat je, omdat je weet wat er gezegd wordt, de voorstelling begrijpt. Talige voorstel-lingen als die van Guy Cassiers moeten natuurlijk wel boventiteld worden. Voor-stellingen van iemand als Lotte van den Berg waar af en toe een woord valt, mis-schien niet.

Wie kort de tekst in?

Alle Nederlandse vertalingen kort ik zelf in. Voor alle vertalingen buiten het Nederlands werk ik samen met een vertaler. Ik moet de voorstelling op voor-hand gezien hebben om te weten hoe ik moet inkorten, anders gaat het niet. Bij een voorstelling als De man zonder ei-genschappen is ongeveer 70% van de tekst vertaald, bij atropa was dat meer

dan 80% omdat het een tragere voorstel-ling was. Van sommige voorstellingen kun je zelfs 100% vertalen. In het alge-meen gaat er een kwart tot een derde uit. Voor de schrijver van de tekst klinkt dit waarschijnlijk als een nachtmerrie. Maar eigenlijk is het niet zoveel. Door een vertaling om te werken naar wat ie-mand op het toneel zegt, heb je niet zo

snel het gevoel dat er iets ontbreekt. De timing in de boventiteling is alles. Daar komt nog iets anders bij; juist omdat de boventiteling gemaakt is op het ritme van een voorstelling, toon je dat ritme ook visueel. In die zin structureert de boventiteling een voorstelling. Als dat zichtbare ritme klopt, dan wordt de bo-ventiteling een organisch onderdeel van de voorstelling en gelooft het publiek de boventiteling. De boventiteling krijgt dan een logica. Als dat ritme stokt, dan lijkt het alsof er iets niet klopt met de voorstelling zelf. Je merkt dat direct aan het publiek. Dat wordt onrustig. En je merkt het aan de acteurs, die spelen niet langer hun voorstelling, maar gaan op zoek naar een reactie van het publiek. Ik zeg altijd, een slechte boventiteling kan een goede voorstelling kapot maken. En nee, andersom werkt niet.

Hoe verhoudt de boventiteling zich tot het spel van de acteur?

De acteurs moeten de zekerheid heb-ben dat de boventiteling op hun ritme zit, anders raken zij hun relatie met het pu-bliek kwijt. Ik merk dat heel goed bij de lach van het publiek. Als een publiek in het buitenland op hetzelfde ogenblik lacht als in Antwerpen, dan weet ik dat we goed zitten. Dan is het vreemd genoeg alsof de taal er niet meer toe doet en dan heeft de boventiteling perfect gewerkt. Te vroeg of te laat lachen is dodelijk voor de commu-nicatie tussen publiek en voorstelling. Ac-teurs worden daar bijzonder nerveus van. Vandaar mijn pleidooi om de tekst zoveel mogelijk in het decor te integreren, zo dicht mogelijk bij de acteurs. Een vertaling kan nog zo mooi en goed zijn, als de toeschou-wer een enorme inspanning moet leveren om haar te lezen, dan heeft de vertaling al bij voorbaat verloren.

Wat kan er allemaal foutlopen?

Het systeem kan uitvallen. Dat is mij gelukkig al heel lang niet meer overko-men. Even afkloppen. Een ander pro-bleem is dat een voorstelling in de speel-reeks gaandeweg verandert of in het slechtste geval ontspoort. Wanneer ac-teurs stukken tekst overslaan of nieuwe tekst toevoegen, meer of juist minder tijd nemen, of op de lach van het publiek in-spelen, dan kom je met de boventiteling natuurlijk in moeilijkheden. Het publiek wacht op zo’n moment op een vertaling en ik denk dan, tja, meer smaken heb ik niet. Voor een acteur daarentegen kan een “fout” ook goed uitpakken: een acteur scoort in de regel bij het publiek als hij met een boventiteling “in discussie” gaat. Tegelijk blijft het werk daardoor span-nend. Het is elke avond weer afwachten welke kant een voorstelling opgaat, zeker in het buitenland waar een voorstelling mede afhankelijk is van de boventiteling.

Heb je enig idee hoe er in het bui-tenland op het Nederlands als taal wordt gereageerd?

Bij de voorstellingen van Guy Cas-siers die in het buitenland getoond wor-den, hoor ik achteraf vaak opmerkingen over de schoonheid van het Nederlands. Ik vind dat opmerkelijk. Ze lezen dus niet alleen de vertaling in hun eigen taal, ze luisteren ook naar het Nederlands. Veel van die toeschouwers – ik denk bijvoor-beeld aan het publiek van Onder de vul-kaan in Athene – horen Nederlands voor het eerst. Hoe zouden ze er ook mee in contact hebben moeten komen? Er is natuurlijk televisie, maar dan luister je maar zelden zo intens naar een andere taal als in het theater. In Vlaanderen en Nederland worden de buitenlandse films en series steeds ondertiteld. Wij horen dus veel andere talen. In de meeste an-dere landen wordt er gedubd en niet on-

© e

Rik

Bo

Rg

ma

N -

me

fist

o f

oR

ev

eR

Page 4: Beroep: boventitelaar - Erik Borgman

120

dertiteld. Er was daarom wat twijfel toen we enkele jaren geleden met Mefisto for ever naar Frankrijk trokken. Het gaat om veel en niet makkelijke tekst. Maar het lukte zeer goed. Als mensen achteraf goe-de commentaren hebben op de acteurs en de voorstelling, dan denk ik: perfect! Meer moet ik niet weten. Als de boven-titeling de aandacht op zichzelf vestigt, zit er iets fout. Misschien is dat wel een van de redenen waarom ik dit werk graag doe. Ik werk voor verschillende partijen tegelijkertijd – voor de regisseur, voor de toeschouwers en voor de acteurs. Als die communicatie klopt, is het fantastisch.

Opgetekend door Erwin Jans22 maart 2011

erik borgman

© e

Rik

Bo

Rg

ma

N -

aD

am

s a

pp

els