Post on 20-Aug-2020
L A N D SC A PE A RC H I T EC T U RE U RB A N I SM
PLAN-MER-SCREENING
Onderzoek tot milieueffectrapportage voor RUP Victor De Witstraat
Aanvraag beslissing dienst MER
Gemeente Bornem
Augustus 2015
L A N D SC A PE A RC H I T EC T U RE U RB A N I SM
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave ................................................................................................................................................................ 3
Kaartenlijst ...................................................................................................................................................................... 4
Figurenlijst ....................................................................................................................................................................... 4
Tabellenlijst ..................................................................................................................................................................... 4
1 Beschrijving plan en afbakening plangebied ...................................................................................................... 5
Aanleiding ......................................................................................................................................................... 5 Opbouw ............................................................................................................................................................. 5 Situering ............................................................................................................................................................ 6 Nulalternatief ..................................................................................................................................................... 6
2 Karakteristieken van het plan en mogelijke alternatieven ................................................................................... 7
Karakteristieken van het plan ............................................................................................................................ 7 Mogelijke alternatieven ...................................................................................................................................... 8
3 Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-MER-plicht .......................................................................... 9
Definitie van plan of programma ........................................................................................................................ 9 Toepassingsgebied ........................................................................................................................................... 9 Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-MER ....................................................................................... 9 Beoordeling (gewest)grensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten ............................................................. 9
4 Gevoeligheden van het plangebied en potentiële effecten ............................................................................... 10
Discipline ruimtelijke ordening ......................................................................................................................... 10 Discipline mobiliteit .......................................................................................................................................... 11 Discipline bodem ............................................................................................................................................. 11 Discipline water ............................................................................................................................................... 11 Discipline lucht ................................................................................................................................................ 12 Discipline geluid .............................................................................................................................................. 12 Discipline licht.................................................................................................................................................. 13 Discipline klimaat ............................................................................................................................................. 13 Discipline fauna, flora en biodiversiteit ............................................................................................................. 13 Discipline gezondheid en veiligheid van de mens ............................................................................................ 13 Discipline energie- en grondstoffenvoorraden .................................................................................................. 14 Discipline stoffelijke goederen ......................................................................................................................... 14 Discipline cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed ........................... 14 Discipline landschap ........................................................................................................................................ 15 De samenhang tussen de genoemde factoren................................................................................................. 15
5 Toetsing of een passende beoordeling relevant is ........................................................................................... 16
6 Motivatie waarom er geen plan-MER wordt opgemaakt ................................................................................... 16
KAARTENLIJST
Kaart 1.3.1 topografische situering 6 Kaart 1.4.1 gewestplan 6 Kaart 2.1.1 voorontwerp grafisch plan 7 Kaart 4.3.1 bodemassociatiekaart 11 Kaart 4.4.1 atlas van de waterlopen en overstromingsgevoeligheid 11 Kaart 4.4.2 watergevoeligheidskaarten 11 Kaart 4.9.1 biologische waarderingskaart 13 Kaart 4.9.2 beschermingszones natuur 13 Kaart 4.14.1 landschapsatlas 15 Kaart 4.14.2 beschermingen van monumenten, stads-en dorpsgezichten en landschappen 15
FIGURENLIJST
Figuur 4.4.1 zoneringsplan 12 Figuur 4.13.1 centrale archeologische inventaris 14 Figuur 4.13.2 atlas van buurt- en voetwegen 14 Figuur 4.14.1 uittreksel provinciale landschapskaart Antwerpen 15
TABELLENLIJST
Tabel 1 ruimtebalans in hectaren 8
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
5
1 BESCHRIJVING PLAN EN AFBAKENING PLANGEBIED
AANLEIDING
Voor de ontwikkeling van het woonaanbod voorziet het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Bornem zowel in een
kwantitatieve uitbreiding als in de kwalitatieve verbetering van het bestaande patrimonium. Deze twee pijlers kennen hun
vertaling in het programmatorisch luik op vlak van wonen. Gelijktijdig met de ontwikkeling van bijkomende woongebieden
is ook de herbestemming van een aantal gebieden ten behoeve van het behoud van bestaande groenelementen voorzien.
Deze herbestemmingen zorgen er tevens voor dat geen overaanbod aan woonontwikkelingen wordt gegenereerd. Om
die reden worden ruimtelijke uitvoeringsplannen voor de herbestemming van rood naar groen gelijktijdig opgemaakt met
ruimtelijke uitvoeringsplannen waarin wel een uitbreiding van het woonaanbod wordt mogelijk gemaakt. De opmaak van
het ruimtelijk uitvoeringsplan Victor De Witstraat is expliciet aangekondigd in de bindende bepaling c van de tweede
partiële herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De opmaak van het RUP loopt gelijktijdig met de opmaak
van het RUP Sint-Jansbeekveld fase 3, waar de ontwikkeling van een woongebied is voorzien. De compensatie dient ook
voor een deel van het nog in opmaak zijnde RUP woonkern Branst.
Situering RUP Sint-Jansbeekveld fase 3 binnen RUP Mariekerke Situering RUP Branst op gewestplan
OPBOUW
Dit plan-MER-screeningsdossier is als volgt opgebouwd. Na deze situerende inleiding geeft een tweede hoofdstuk de
karakteristieken van het plan en mogelijke alternatieven weer. In een derde hoofdstuk wordt het toepassingsgebied afge-
bakend. Hoofdstuk vier beschrijft, analyseert op hoofdlijn en beoordeelt de mogelijke effecten van het RUP op de rele-
vante disciplines. Hoofdstuk vijf behandelt de afweging van de noodzaak van een passende beoordeling. Hoofdstuk zes,
tot slot, bundelt de informatie uit de vorige hoofdstukken en motiveert waarom het gemeentebestuur voor dit gemeentelijk
ruimtelijk uitvoeringsplan de opmaak van een plan-milieu-effectenrapport (plan-MER) niet noodzakelijk acht.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
6
SITUERING
Kaart 1.3.1 topografische situering
Het plangebied situeert zich aan de noordelijke rand van de deelgemeente Hingene, die gelegen is in het noordoosten
van de gemeente Bornem. De woonkern ligt op een stuifzandrug langs de Schelde. Het plangebied is gelegen binnen het
bouwblok gevormd door Victor De Witstraat, Louis Segersstraat en Het Zand. Victor De Witstraat en Biezenstraat snijden
gedeeltelijk in het bouwblok in. Ten noorden van het plangebied ligt de cuesta naar de sterk natuurlijke vallei van de
Schelde. Binnen het plangebied zijn een notariswoning met grote tuin, een sterk bebost perceel en delen van achtertuinen
van woningen in Victor De Witstraat en Biezenstraat opgenomen. De tuinen bevatten kleinere tuinhuisjes.
NULALTERNATIEF
Kaart 1.4.1 gewestplan
De ontwikkelingen die in het plangebied van het RUP mogelijk zijn zonder dat voorliggend RUP in werking treedt, zijn de
bestemmingen zoals aangeduid op het gewestplan Mechelen (KB 05/08/1976). Volgens het gewestplan is het noordelijk
deel van het gebied gelegen in woongebied met cultuurhistorisch karakter. Het zuidelijk deel van het gebied is bestemd
als woonuitbreidingsgebied. In het nulalternatief zou het gedeelte van het plangebied binnen de gewestplanbestemming
woonuitbreidingsgebied ontwikkeld kunnen worden voor wonen. Het aanwezige groen (met bomen) zou verdwijnen. Bij-
komende verhardingen zouden het gebied kunnen ontsluiten.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
7
2 KARAKTERISTIEKEN VAN HET PLAN EN MOGELIJKE ALTERNATIEVEN
KARAKTERISTIEKEN VAN HET PLAN
Het RUP is aangekondigd in de bindende bepaling c van de tweede partiële herziening van het gemeentelijk ruimtelijk
structuurplan. Deze bepaling voorziet expliciet de opmaak van een gemeentelijk RUP voor Victor De Witstraat - Biezen-
straat, ter compensatie van een RUP voor de herbestemming van gebieden met een agrarische bestemming naar woon-
gebied.
De opmaak van het RUP loopt gelijktijdig met de opmaak van het RUP Sint-Jansbeekveld fase 3, waar de ontwikkeling
van een woongebied is voorzien. De compensatie dient ook voor het in opmaak zijn de RUP woonkern Branst.
2.1.1 BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
Binnen het plangebied is een woning, een sterk bebost perceel en delen van achtertuinen van woningen in Victor De
Witstraat en Biezenstraat opgenomen.
Het geheel is bereikbaar via Victor De Witstraat (waar een notariswoning aanwezig is) en via een voetweg die voor de
verbinding zorgt tussen Victor De Witstraat in het noorden en Biezenstraat in het zuiden.
2.1.2 GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR
De opmaak van het RUP Victor De Witstraat gebeurt in navolging van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het RUP
heeft tot doel het onbebouwde en groene karakter van het gebied te beschermen. Bijkomende woningen zijn niet gewenst.
2.1.3 VOORSTEL VAN GRAFISCH PLAN
Kaart 2.1.1 voorontwerp grafisch plan
RUP Victor De Witstraat omvat de volgende bestemmingszone:
- parkgebied.
Met de bestemmingen in het RUP worden de bestemmingen en voorschriften van het gewestplan Mechelen (woongebied
met cultuurhistorisch karakter, woonuitbreidingsgebied) volledig vervangen door parkgebied. De bestaande woning kan
binnen dit gebied niet uitbreiden. Bijkomende voorschriften vrijwaren de bestaande cultuurhistorische kwaliteiten van de
omgeving.
2.1.4 RUIMTEBALANS
De opmaak van het RUP wijzigt de ruimtebalans.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
8
Tabel 1 ruimtebalans in hectaren
bestemmingscategorie totaal gewestplan totaal RUP balans
1 wonen 0,81 0 - 0,81
2 bedrijvigheid
3 recreatie
4 landbouw
5 bos
6 reservaat en natuur
7 overig groen 0 0,81 + 0,81
8 lijninfrastructuur
9 gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen
10 ontginning en waterwinning
TOTALE OPPERVLAKTE PLANGEBIED 0,81 0,81 0
MOGELIJKE ALTERNATIEVEN
Mogelijke alternatieven bestaan voornamelijk uit het aanbieden van het nulalternatief. Er zijn geen fundamenteel andere
alternatieven mogelijk of aangewezen. Het RUP heeft als voornaamste doelstelling de bestaande kwaliteiten in het resi-
dentieel weefsel (groen) van bebouwing te vrijwaren.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
9
3 AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLAN-MER-PLICHT
DEFINITIE VAN PLAN OF PROGRAMMA
Enkel plannen die voldoen aan volgende definitie vallen onder de bepalingen van het decreet houdende algemene bepa-
lingen inzake milieubeleid (DABM) en zijn bijgevolg onderworpen aan de plan-MER-plicht. De definitie van plan of pro-
gramma bevat drie voorwaarden die tegelijkertijd moeten vervuld worden. Het betreft volgende voorwaarden:
- decretale of bestuursrechtelijke bepalingen moeten voorschrijven dat een plan of programma wordt opgesteld en/of
vastgesteld
- het moet gaan om een plan of programma dat door een instantie op regionaal, provinciaal of lokaal niveau is opgesteld
- het plan of programma moet via een wetgevingsprocedure door het parlement of de regering worden vastgesteld of
door een instantie (regionaal, provinciaal of lokaal niveau) worden vastgesteld.
De Vlaamse codex ruimtelijke ordening schrijft de opmaak en de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor. Het
RUP wordt opgemaakt op initiatief van de gemeente Bornem. Een gemeentelijk RUP wordt vastgesteld door de gemeen-
teraad. Het RUP valt derhalve onder de definitie van plan of programma.
TOEPASSINGSGEBIED
Het plan valt onder het toepassingsgebied van het DABM. Het toepassingsgebied wordt in twee categorieën van plannen
en programma’s opgesplitst:
1. plannen of programma’s, of de wijziging ervan, die het kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor
een project
2. plannen of programma’s, of de wijziging ervan, waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale
beschermingszones, een passende beoordeling is vereist uit hoofde van artikel 36ter, §3, eerste lid van het decreet
van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
BEPALING VAN DE PLICHT TOT OPMAAK VAN EEN PLAN-MER
Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het
project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004. Het RUP houdt echter een kleine wijziging in omdat het in hoofdzaak de
bestaande toestand bestendigd en de open ruimte beschermd. Het RUP heeft bovendien geen mogelijke betekenisvolle
effecten op een speciale beschermingszone. Een passende beoordeling is niet vereist. Het RUP is dus niet van rechts-
wege MER-plichtig, maar er is een verdere toetsing vereist die op onweerlegbare wijze aangeeft dat het plan geen aan-
zienlijke milieueffecten zal hebben. Hiertoe is voorliggend screeningsdocument opgemaakt.
Conclusie: het RUP valt niet van rechtswege onder de plicht tot opmaak van een plan-MER.
BEOORDELING (GEWEST)GRENSOVERSCHRIJDENDE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN
Er worden geen effecten verwacht die de lands- of gewestgrens zullen overschrijden omdat het voorliggend plan een
klein gebied (minder dan 1 ha) op lokaal niveau betreft dat op grote afstand van de lands- of gewestgrens is gelegen.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
10
4 GEVOELIGHEDEN VAN HET PLANGEBIED EN POTENTIËLE EFFECTEN
Dit hoofdstuk beschrijft, analyseert op hoofdlijn en beoordeelt, waar nodig op basis van de beschikbare informatie en
studies, de mogelijke effecten van de nieuwe projecten en ontwikkelingen die het RUP zal toelaten/verplichten ten op-
zichte van de huidige mogelijkheden volgens het gewestplan.
Volgende (MER)disciplines komen hierbij aan de orde:
- de ruimtelijke ordening
- de mobiliteit
- de bodem
- het water
- de lucht
- het geluid
- het licht
- het klimaat
- de fauna, flora en biodiversiteit
- de gezondheid en veiligheid van de mens
- de energie- en grondstoffenvoorraden
- de stoffelijke goederen
- het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed
- het landschap
- de samenhang tussen de genoemde factoren.
Het accent ligt daarbij op de disciplines waar mogelijk de meeste nadelige gevolgen van de nieuwe opties in het RUP ten
opzichte van het gewestplan zich kunnen manifesteren.
DISCIPLINE RUIMTELIJKE ORDENING
4.1.1 BESCHRIJVING EN ANALYSE
Het RUP is aangekondigd in de bindende bepaling c van de tweede partiële herziening van het gemeentelijk ruimtelijk
structuurplan. Deze bepaling houdt in dat de gemeente specifiek voor het gebied met een woonbestemming een ruimtelijk
uitvoeringsplan opmaakt waar geen wonen is voorzien. De gebiedsdekkende bestemmingszones binnen het RUP ver-
vangen, binnen het plangebied, volledig de bestemmingen en voorschriften van het gewestplan Mechelen (KB
05/08/1976).
4.1.2 EFFECTBESPREKING EN BEOORDELING
Het RUP ondersteunt en is een uitvoering van de doelstellingen omtrent kernversterking zoals vooropgesteld in het ge-
meentelijk ruimtelijk structuurplan. Het draagt bij tot een goede ruimtelijke ordening van het gebied als deel van de noor-
delijke rand van Hingene. Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline ruimtelijke
ordening.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
11
DISCIPLINE MOBILITEIT
4.2.1 BESCHRIJVING EN ANALYSE
Het plangebied is gelegen aan Victor De Witstraat, een smalle kasseibaan. Doorheen het plangebied loopt een voetweg
van noord naar zuid, aansluitend op Biezenstraat. De voetweg wordt in het RUP bestendigd. Er zijn geen zwarte punten.
Nabij het plangebied bevindt zich aan Het Zand een openbaar vervoershalte (belbus).
4.2.2 EFFECTBESPREKING EN BEOORDELING
Het RUP herbestemt woongebied naar parkgebied, en vermindert daarmee de potentiële behoefte aan mobiliteit. Het
RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de mobiliteit.
DISCIPLINE BODEM
4.3.1 BESCHRIJVING EN ANALYSE
Kaart 4.3.1 bodemassociatiekaart
De bodemkaart duidt het plangebied overwegend aan als een matig droge zandbodem zonder profiel (Zcp). Op de bo-
demassociatiekaart wordt dit als vochtig zand gecategoriseerd. Het noordoostelijk en zuidelijk deel betreffen bebouwde
of antropogene zone (OB). In het plangebied zijn geen bodemonderzoeken gekend.
4.3.2 EFFECTBESPREKING EN BEOORDELING
Het RUP bestendigt de bestaande feitelijke situatie. Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor
de discipline bodem. Het RUP doet geen afbreuk aan de bepalingen voortvloeiend uit het Bodemdecreet.
DISCIPLINE WATER
4.4.1 BESCHRIJVING EN ANALYSE
Kaart 4.4.1 atlas van de waterlopen en overstromingsgevoeligheid
Kaart 4.4.2 watergevoeligheidskaarten
Doorheen het plangebied stromen geen waterlopen. Op meer dan 300 m ten noordoosten ervan loopt Hingenebroekloop,
een waterloop van derde categorie.
Het plangebied is noch in recentelijk overstroomd gebied, noch in een risicozone voor overstromingen en noch in effectief
overstromingsgevoelig gebied gelegen. Twee zeer kleine plekken in het plangebied zijn als mogelijk overstromingsge-
voelig aangeduid.
Het plangebied van het RUP is hoofdzakelijk matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) en infiltratiegevoelig. Enkel
het zuidelijke en noordoostelijke deel zijn zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 3) en niet infiltratiegevoelig. Het
volledige plangebied is niet erosiegevoelig.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
12
Het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij situeert het plangebied van RUP in het centraal gebied, wat be-
tekent dat het reeds is aangesloten op een zuiveringsstation.
Figuur 4.4.1 zoneringsplan
4.4.2 EFFECTBESPREKING EN BEOORDELING
Het plangebied heeft een totale oppervlakte van circa 0,8 ha. Door het plan zullen de mogelijkheden voor verharding
afnemen. Er kan worden verwacht dat er geen verhardingen bijkomen. Er worden geen ondergrondse constructies ver-
wacht in het plangebied zodat het effect van het RUP op de grondwaterstroming beperkt blijft.
Omwille van de niet problematische toestand en de intentie van voorliggend RUP (geen aanzienlijke verharde of be-
bouwde oppervlakten, vastleggen van groene zones enz.), kan worden geoordeeld dat de voorziene projecten in het
plangebied geen bijkomend schadelijk effect op de waterhuishouding zullen hebben.
Dit RUP doet geen afbreuk aan de verplichtingen voortvloeiend uit de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten,
infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline water.
DISCIPLINE LUCHT
Het RUP bevestigt grotendeels de bestaande toestand. Op de percelen wordt geen programma gecreëerd dat een nega-
tieve invloed zou kunnen hebben op de discipline lucht. Omdat het potentiële programma van het nulalternatief (wonen)
in termen van lucht zwaarder is dan voorliggend RUP, heeft dit RUP geen significante negatieve effecten op de disci-
pline lucht en klimaat.
DISCIPLINE GELUID
Het RUP bevestigt grotendeels de bestaande toestand. Het omgevingsgeluid in en rond het plangebied is beperkt tot het
gemotoriseerd bestemmingsverkeer. Op de percelen wordt geen programma gecreëerd dat een negatieve invloed zou
kunnen hebben op de discipline geluid. Het RUP kan geen aanleiding geven tot bijkomend verkeerslawaai. Omdat het
potentiële programma van het nulalternatief (wonen) in termen van geluid zwaarder is dan voorliggend RUP, heeft dit
RUP geen significante negatieve effecten op de discipline geluid.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
13
DISCIPLINE LICHT
De in het RUP voorziene functies veroorzaken geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline licht.
DISCIPLINE KLIMAAT
De in het RUP voorziene functies veroorzaken geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline klimaat.
DISCIPLINE FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT
4.9.1 BESCHRIJVING EN ANALYSE
Kaart 4.9.1 biologische waarderingskaart
Kaart 4.9.2 beschermingszones natuur
Het plangebied van voorliggend RUP is volgens de biologische waarderingskaart biologisch minder waardevol. Het Schel-
degebied ten noorden van het plangebied daarentegen omvat diverse biologisch waardevolle elementen. Het is boven-
dien aangeduid als een faunistisch belangrijk gebied. Ten zuidwesten is een gebied ingesloten als complex van biologisch
minder waardevolle en waardevolle elementen.
Het plangebied van het RUP is niet gelegen in een VEN-gebied. Het VEN-gebied ‘Vallei van de Boven Zeeschelde van
de Dender- tot de Rupelmonding’ grenst in het noorden aan het plangebied. Het gebied is afgebakend als Grote Eenheid
Natuur of GEN en trad in voege op 03/05/2010.
Het plangebied van het RUP is niet gelegen in een vogel- of habitatrichtlijngebied. Het habitatrichtlijngebied ‘Schelde en
Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent’ (BE2300006) grenst in het noorden aan het plangebied.
4.9.2 EFFECTBESPREKING EN BEOORDELING
Het RUP voorziet het behoud van de bestaande onbebouwde oppervlakte in het gebied en een herbestemming naar
parkgebied. Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten op het gebied van fauna, flora en biodi-
versiteit.
DISCIPLINE GEZONDHEID EN VEILIGHEID VAN DE MENS
In het plangebied is geen SEVESO-inrichting aanwezig. Er is een SEVESO-inrichting, een lagedrempelinrichting, gelegen
op 1,4 km ten zuiden van het gebied. Het betreft ‘Edialux - Formulex’ aan Rijksweg 28 in Bornem.
Het RUP garandeert dat er geen nieuwe SEVESO-inrichtingen in het plangebied komen. Het RUP veroorzaakt geen
betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline gezondheid en veiligheid van de mens.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
14
DISCIPLINE ENERGIE- EN GRONDSTOFFENVOORRADEN
Binnen het RUP zijn geen energie- en grondstoffenvoorraden aanwezig. Dit RUP veroorzaakt geen betekenisvolle ne-
gatieve effecten voor de energie- en grondstoffenvoorraden.
DISCIPLINE STOFFELIJKE GOEDEREN
Delen van het plangebied liggen in woongebied met cultuurhistorisch karakter en woonuitbreidingsgebied. Het is in ge-
bruik als tuin en bos. Het plan zorgt ervoor dat het bestaande gebruik blijft bestaan. Het RUP veroorzaakt geen signifi-
cant negatieve effecten voor de discipline stoffelijke goederen.
DISCIPLINE CULTUREEL ERFGOED, MET INBEGRIP VAN HET ARCHITECTONISCH EN AR-
CHEOLOGISCH ERFGOED
4.13.1 BESCHRIJVING EN ANALYSE
In het plangebied zijn geen beschermingen aanwezig.
De Centrale Archeologische Inventaris voor Vlaanderen geeft geen archeologische sites aan voor het plangebied. Ten
noorden van het plangebied ligt Het Wiel (relict 105802). Volgens de inventaris zou, verwijzend naar Croket B., 2000,
Panorama op Hingene, in Het Wiel een grote toren gestaan hebben.
Binnen het plangebied zijn geen buurt- en voetwegen gelegen. Het plangebied grenst aan buurtweg nr. 1 Victor De Wit-
straat en voetweg nr. 76 Victor De Witstraat (gedeelte).
Figuur 4.13.1 centrale archeologische inventaris
Figuur 4.13.2 atlas van buurt- en voetwegen
4.13.2 EFFECTBESPREKING EN BEOORDELING
Dit RUP doet geen afbreuk aan de verplichtingen voortvloeiend uit de wetgeving met betrekking tot de bescherming van
archeologisch erfgoed. In elk geval zal, indien de archeologische diensten aangeven dat dit belangrijk is, voor de aanvang
van grondwerken in het plangebied een prospectief onderzoek kunnen gebeuren.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
15
Het RUP veroorzaakt geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline cultureel erfgoed.
DISCIPLINE LANDSCHAP
4.14.1 BESCHRIJVING EN ANALYSE
Kaart 4.14.1 landschapsatlas
Kaart 4.14.2 beschermingen van monumenten, stads-en dorpsgezichten en landschappen
Het plangebied is gelegen in het traditioneel landschap ‘Scheldevallei stroomafwaarts Gent’. Het plangebied is niet gele-
gen in een ankerplaats of relictzone. Er komen geen punt- of lijnrelicten voor in het plangebied.
Ten noorden van het plangebied is op enkele tientallen meters de ankerplaats ‘Polder en kasteel van Hingene’ definitief
aangeduid als ankerplaats op 25 juli 2008. Het gebied werd reeds beschermd als deel van het landschap 'Domein d'Ursel-
kasteelpark en omgeving paviljoen De Notelaar' op 15 mei 2005. Tevens aangeduid in het noorden is de relictzone 'Schel-
devallei van Dendermonde tot Kruibeke'.
Het noordelijk deel van het plangebied maakt volgens de provinciale landschapskaart deel uit van de historische kern van
Hingene.
Figuur 4.14.1 uittreksel provinciale landschapskaart Antwerpen
4.14.2 EFFECTBESPREKING EN BEOORDELING
Er zijn geen landschappelijk waardevolle elementen aanwezig in of in de omgeving van het plangebied. Het RUP veroor-
zaakt bijgevolg geen betekenisvolle negatieve effecten voor de discipline landschap.
DE SAMENHANG TUSSEN DE GENOEMDE FACTOREN
De samenhang tussen de genoemde disciplines is niet in die mate relevant dat ze een aparte beschrijving en beoorde-
ling behoeft ten opzichte van de hoger genoemde effecten. De cumulatieve effecten van de genoemde disciplines zijn
immers klein tot onbestaande.
OMGEVING . augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
16
5 TOETSING OF EEN PASSENDE BEOORDELING RELEVANT IS
Het plangebied is niet gelegen in een Vlaams ecologisch netwerk (VEN) of Integraal verwevings- en ondersteunend net-
werk (IVON). In het plangebied is geen Vogelrichtlijngebied of Habitatrichtlijngebied aanwezig. Het dichtstbijzijnde Habi-
tatrichtlijngebied grenst ten noorden aan het plangebied. Het plan heeft als doel de bestaande onbebouwde toestand te
behouden en het woongebied als parkgebied te bestemmen.
Daar er dus op geen enkele wijze betekenisvolle effecten op een speciale beschermingszone van projecten in het RUP-
plangebied kunnen zijn, is een passende beoordeling niet relevant.
6 MOTIVATIE WAAROM ER GEEN PLAN-MER WORDT OPGEMAAKT
Omdat het gemeentelijk RUP Victor De Witstraat
1. geen kader vormt voor bijlage I of bijlage II of bijlage III projecten (overeenkomstig art. 4.23. § 2.1 van DABM) en/of
geen kader vormt voor projecten die een passende beoordeling behoeven (overeenkomstig art. 4.2.1 van DABM)
2. geen aanzienlijke effecten zal veroorzaken voor de verschillende (MER)disciplines, zoals in hoofdstuk 4 uitvoeriger
werd besproken
voldoet dit RUP (in zijn huidige voorontwerpvorm) meerdere malen niet aan de voorwaarde voor plan-MER-plicht.
Conclusie: de opmaak van een plan-MER is naar ons inzien niet noodzakelijk.
OMGEVING . 27 augustus 2015 . 12059_GUN_TK_009_plan-MER-screening_ontheffingsvraag
COLOFON
project plan-MER-screening bij RUP Victor De Witstraat
projectnummer 12059
opdrachtgever gemeente Bornem
opdrachtnemer OMGEVING cvba
Uitbreidingstraat 390 2600 Antwerpen-Berchem tel +32 3 448 22 72 fax +32 3 440 13 93
O MGEVI N G CVBA UI TBREI D I N GSTRAA T 390 2600 AN TW ERPEN - BERCHEM I N FO @O MGEVI N G.BE W W W.O MGEVI N G.BE
OMGEVING . december 2014 . 12059_PL_011_k01
KAART 1.3.1 TOPOGRAFISCHE SITUERINGgemeente Bornem . screening RUP Victor De Witstraat . bron Topografische kaart NGI 1/10.000 raster, Numerieke reeks (AGIV-product)
afbakening plangebied
0 50 100 m
OMGEVING . decemberi 2014 . 12059_PL_011_k02
KAART 1.4.1 GEWESTPLAN
0 50 100 m
^
Igor Maes
woongebied
woongebied met cultureel,historische en/of esthetische waarde
parkgebiednatuurgebied
landschappelijk waardvol bosgebied
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
plangebied
woonuitbreidingsgebiedPN
gemeente Bornem . screening RUP Victor De Witstraat . bron gewestplan 2002 (versie 2011), cadmap 2007 - AGIV
OMGEVING . december 2014 . 12059_PL_011_k03
KAART 2.1.1 VOORONTWERP GRAFISCH PLAN
0 20 40 m
^
grafisch plan
art. 1 parkgebied
basiskaart
perceelsgrens
gebouwen
contour RUP
!!
! !
!!! gemeentegrens
gemeente Bornem . screening RUP Victor De Witstraat . bron GRB 2013 & voorontwerp grafisch plan RUP Victor De Witstraat juni 2014
OMGEVING . december 2014 . 12059_PL_011_k04
KAART 4.3.1 BODEMASSOCIATIEKAARTgemeente Bornem . screening RUP Victor De Witstraat . bron Topografische kaart NGI 1/10.000 raster, Numerieke reeks (AGIV-product)
01. Antropogeen
04. Vochtig zand
05. Droog zand
plangebied
09. Nat zandleem
10. Vochtig zandleem
15. Natte klei
0 50 100 m
Hingenebroekloop
OMGEVING . december 2014 . 12059_PL_011_k05
KAART 4.4.1 ATLAS VAN DE WATERLOPEN EN OVERSTROMINGSGEVOELIGHEID
0 50 100 m
gemeente Bornem . screening RUP Victor De Witstraat . bron watertoets 2014 AGIV
plangebied bevaarbaargeklasseerd, eerste categoriegeklasseerd, tweede categoriegeklasseerd, derde categorie
niet geklasseerd
overstromingsgevoeligheid 2014niet overstromingsgevoeligmogelijk overstromingsgevoeligeffectief overstromingsgevoelig
OMGEVING . december 2014 . 12059_PL_011_k05
KAART 4.4.2 WATERGEVOELIGHEIDSKAARTEN
0 50 100 m
gemeente Bornem . screening RUP Victor De Witstraat . bron watertoets 2014 AGIV
bron: watertoetskaarten, AGIV & CIW (AGIV-product) OMGEVING - september 2012 - 12057_PL_010
overstromingsgevoeligheid
grondwaterstromingsgevoeligheiderosiegevoeligheid
plangebiedmogelijk overstromingsgevoelig
effectief overstromingsgevoelig
weinig gevoelig voor grondwaterstroming
matig gevoelig voor grondwaterstroming
zeer gevoelig voor grondwaterstroming
infiltratiegevoelig
erosiegevoelig
infiltratiegevoeligheid
OMGEVING . december 2014 . 12059_PL_011_k07
KAART 4.9.1 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAARTgemeente Bornem . screening RUP Victor De Witstraat . bron bwk2 2010 AGIV
0 50 100 m
biologische waarderingbiologisch minder waardevolcomplex van biologisch minder waarde-volle en waardevolle elementencomplex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen
complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementenbiologisch zeer waardevol
biologisch waardevol
complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol
plangebied
OMGEVING . december 2014 . 12059_PL_011_k08
KAART 4.9.2 BESCHERMINGSZONES NATUURgemeente Bornem . screening RUP Victor De Witstraat . bron AGIV
m0 50 100
VEN en IVON - VEN- of IVON-gebiedgrote eenheid natuur
grote eenheid natuur in ontwikkeling
natuurverwevingsgebied
habitatrichtlijngebied febr 2008
vogelrichtlijngebied juli 2005
plangebied
198219811981
20022002
2002
1978
19831983
1984
198119811980
1979
19941994
1998
1995 1993
Herberg De Oude Poort
Polder en kasteel van Hingene
Scheldevallei van Dendermonde tot Kruibeke
Akker- en boscomplex Wintam-Eikevliet en Moerhoek-Pullaar
Scheldevallei stroomafwaarts Gent
Klein-Brabant - Vaartland en Buggenhout
OMGEVING . december 2014 . 12059_PL_011_k09
KAART 4.14.1 LANDSCHAPSATLAS EN INVENTARIS BOUWKUNDIG ERFGOEDgemeente Bornem . screening RUP Victor De Witstraat . bron landschapsatlas AGIV
0 50 100 m
% puntrelict
lijnrelictankerplaatsrelictzonetraditioneel landschap
! relicten inventaris bouwkundig erfgoed
plangebied
A10031
OMGEVING . december 2014 . 12059_GUN_PL_011_k10
KAART 4.14.2 BESCHERMINGEN VAN MONUMENTEN, STADS- EN DORPSGEZICHTEN EN LANDSCHAPPENgemeente Bornem . screening RUP Victor De Witstraat . bron beschremd erfgoed 2010, AGIV
0 50 200 m
beschermde dorps- en stadsgezichten (toestand 16/02/2010)
beschermde monumenten (toestand 16/02/2010)
beschermde archeologische sites (toestand 16/02/2010)
beschermde landschappen (toestand 16/02/2010)
ankerplaats
plangebied