Oudheid 2009

Post on 02-Aug-2015

252 views 0 download

Transcript of Oudheid 2009

Inleiding (H1 3)

Geschiedenis indelen naar Tijdvakken Middelen van bestaan

Tijdvakken (klassiek) Prehistorie Oudheid Middeleeuwen Nieuwe Tijd Moderne Tijd

Indeling geschiedenis h en v

Tijd van jagers en boeren 3000 V. Chr. Tijd van Grieken en Romeinen 3000 V. Chr. – 500 AD

Tijd van monniken en ridders 500 - 1000

Tijd van steden en staten 1000 - 1500

Tijd van ontdekkers en hervormers 1500 - 1600

Tijd van regenten en vorsten 1600 - 1700

Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Tijd van wereldoorlogen 1900 - 1950

Tijd van televisie en computers 1950 - heden

Prehistorie

Voorgeschiedenis Geen geschreven bronnen Tot 3.000 voor Chr.

- de levenswijze van jagers-verzamelaars; - het ontstaan van landbouw en

landbouwsamenlevingen; - het ontstaan van de eerste stedelijke

gemeenschappen.

Jagersculturen

Jagersvolken Gebruiksvoorwerpen Graven Wapens Sieraden Natuurgodsdienst

Landbouwculturen

Ontstaan landbouw Ca. 5.000 Voor Chr. Vruchtbare halve maan Rivierdalculturen

Eufraat en Tigris Nijl

Middellandse zeegebied

Open culturen Zeeroutes

Foeniciers Libanon Noord-Afrika

Carthago Punische

oorlogen (val Carthago in 146 V. Chr.)

Grieken Klein-Azie Italie

Religie

Functies Verklaring Ordening Zingeving Gemeenschapszin Troost en hoop Normen en waarden

Religie en kunst

Raakvlakken Ordening Zingeving Levensvragen

Kunst als hulpmiddel Uitleg Kennisoverdracht Ontzag inboezemen Troost

Kerk als opdrachtgever Beelden Schilderijen Bouwwerken

Griekse oudheid

Kretenzisch-Minoische cultuur 2200 – 1400 V Chr. Kreta Mythologie

Knossos Labyrint Koning Minos Minotaurus

Theseus en Ariadne

Griekse oudheid

Myceense cultuur 1700 – 1100 V. Chr. Mycene

Achaeers Trojaanse oorlog

Paris en Helena Agamemnon en

Achilles Hector

Griekse oudheid

Donkere eeuwen 1200 – 500 Invallen van Doriers Ondergang Myceense

beschaving Opkomst Griekse polis

Stadstaat Athene Sparta

Griekse oudheid

Klassieke periode 500 – 323 Bloei Athene

Pericles (495 – 429) Perzische oorlogen

(499 – 449) Peloponnesische

oorlog (431 – 404) Athene x Sparta Thucydides

Griekse oudheid

Hellenisme (323 – 146) 323: Dood Alexander

de Grote 146: Romeinen

veroveren Griekenland Alexander de Grote

(356 – 323) Verovert Perzie, deel

India Hellenisme

Mengeling Griekse en Oosterse culturen

Romeinse rijk

Aeneas Stamvader van de

Romeinen Band Griekse wereld

Stichting Rome, 753 Romulus en Remus

Etrusken (800 – 100) Bloeiende cultuur Beeldhouwwerk Handel

Romeinse rijk

Republiek (500 – 27 V. Chr) Senaat

Patriciërs Rijke families

Plebejers Volk

Magistraten 2 consuls Dictator in geval van

oorlog

Romeinse rijk

Uitbreiding Republiek Punische oorlogen

(264 – 146 V. Chr.) Carthago Hannibal

Macht generaals groeit Julius Caear (100 – 44

V. Chr.) Octavianus (63 - 14 V.

Chr.) Augustus, 27 V Chr. Princeps

Romeinse rijk

Godsdienst Overname Griekse

godenwereld Zeus->Jupiter Hera->Juno Aphrodite->Venus Ares->Mars

Christendom Vanuit Jodendom Monotheisme Gelijkheidsstreven

Romeinse rijk

Christendom Verspreiding vanaf ca.

40 Vervolgingen, maar

niet permanent Doorbraak 4e eeuw

Constantijn (313) Theodosius (391)

Rooms-katholiek De kerk van Rome

voor de hele wereld

Romeinse Rijk

Einde West-Romeinse rijk Volksverhuizingen

4e - 6e eeuw 476, Odoaker zet

Romulus Augustulus af Oost-Romeinse rijk

bestaat tot 1453 Vanaf 7e eeuw

ingesloten door Turken (islam)

Constntinopel

Volksverhuizingen

Begin middeleeuwen

Tussen 500 en 750 Instabiele periode Ondergang Romeinse

gezag Christendom blijft Keizertitel

Heilige Roomse Rijk Karel de Grote

Nieuwe orde Karolingen

Griekse beeldende kunst

Kretenzisch-minoisch 2200 - 1400

Myceens 1700 – 1100

Geometrische periode 1000 – 700 V Chr. “Donkere eeuwen”

Nomadisch Patronen Gestileerde mensen

of dieren

Griekse beeldende kunst

Orientaliserend 700 – 600 V. Chr Motieven uit Oostelijk

Middellandse Zee gebied Gebogen lijnen,

meanders Fabeldieren Bloemmotieven ogen en face (=

frontaal) getekend, ook als het hoofd en profil (= van opzij) is afgebeeld.

Griekse beeldende kunst

Archaisch 600 – 500 V. Chr Ogen en profil in en

profil gezichten beelden uit een blok stram en frontaal driehoekig hoofd met

grote ogen archaïsche glimlach

Griekse beeldende kunst

Archaisch 600 – 500 V. Chr Kouros-beelden Held of een halfgod Net iets meer dan

levensgroot Jonge vrouw: korè

Griekse beeldende kunst

Klassiek 480 – 300 V. Chr natuurlijker

lichaamsverhoudingen beweging, ook

complex menselijkheid individualisme schoonheid

Griekse beeldende kunst

Hellenistisch 300 – 140 V. Chr virtuositeit in anatomie

en beweging. ingewikkelde

composities, beeldengroepen.

gevoelens en hartstocht

Griekse architectuur

Tempelvormen Naos: centrale,

ommuurde gedeelte Pronaos: voorhal Opisthodomos: ruimte

achter de naos Peristylium (zuilen) Vaste verhoudingen

Harmonie en evenwicht

Griekse architectuur

Onderdelen 1: Timpaan, fronton,

pediment 2: Hoofdgestel 3: Zuil 4: Stereobaat

Griekse architectuur

Drie bouworden Dorisch

7e eeuw v. Chr Ionisch

6e eeuw V. Chr. Korintisch

5e en 4e eeuw V. Chr.